Meerjarenbegroting eist duidelijke politieke standpunten

POLITIEK n Het dreigende structurele tekort waar de gemeente Noordwijk op af stevent moet door de gemeenteraad niet worden onderschat. Dat was in de uitleg over de perspectiefnota de nadrukkelijk boodschap van wethouder Roberto ter Hark aan de Noordwijkse politiek.

Tijdens de behandeling van de perspectiefnota in de commissievergadering van deze week bleken de meeste partijen nog erg onwetend en kwamen er volop vragen van uiteenlopende aard. Het collegebeleid en de wenselijkheid van de diverse collegevoorstellen kwamen hierbij nog nauwelijks ter discussie. De commissieleden bleken ruim tweeeneenhalf uur nodig te hebben om vooral zich persoonlijk voldoende te informeren, wat overigens nog niet tot meningsvorming leidde. Want de meeste vertegenwoordigers kondigde vooralsnog een noodzakelijk overleg met de fracties aan. Pas daar gaat men partijstandpunten formuleren die vervolgens in de raadsvergadering van 4 juli voor iedereen duidelijk zullen worden.

SCHAALVERGROTING

Oplopende kosten, inflatie, nieuw beleid, extra ambtenaren plus maatregelen door het Rijk, vragen om financiële aanpassingen. Daarnaast blijken de kosten verbonden aan het deelnemen aan de gemeenschappelijke regelingen ook behoorlijk veel druk op de begroting uit te oefenen. De door de staat gepropagandeerde schaalvergroting blijkt lang niet in alle gevallen ook tot kostenreductie te leiden. Wel bij de kleine gemeenten. Die kunnen meeprofiteren van de schaalvergroting. Bij iets grotere gemeenten, zoals Noordwijk er een is, is er vaak nauwelijks voordeel en steeds vaker nadeel vast te stellen. Inmiddels is ook vanuit de het Rijk is schaalvergroting bepaald geen doel op zich meer. De komende tijd nemen beslissingen over De Schelft en het zwembad een belangrijke plaats in. Politieke keuzes met zeer ingrijpende financiële gevolgen voor de begroting en dus indirect voor de inwoners. In de raadsvergadering moet duide- lijker worden of de gemeenteraad alle afgegeven waarschuwing van de wethouder op de juiste waarde weet te schatten. Belangrijk is het antwoord op de vraag op welke manier men de problemen denkt te gaan oplossen. Hernieuwd overleg met andere gemeenten over de redelijkheid van de inbreng in de gemeenschappelijke regeling, lijkt wenselijk. Inmiddels is het noodzakelijk initiatief genomen, vooral gericht op 2026 en 2027 wanneer er een structureel tekort aan de orde gaat komen. De provincie eist van de gemeente een sluitende begroting dus aan die eis zal dienen te worden voldaan. Dus nu vooral de vraag: Hoe gaan we dit betalen en wie wordt het kind van de rekening. De toerist, de ondernemer, de cultuur, de sport of de belastingbetaler? Er zijn keuzes te over maar het moet nog duidelijk worden welke keuzes er door de politiek gemaakt gaan worden. Bij de begrotingsbehandeling, kort na het zomerreces, zal het duidelijk moeten worden.