interview
DE NOORDWIJKER
DINSDAG 6 NOVEMBER 2012
9
Na opa Jan en vader Jan is Jan Siemerink de derde in de rij met deze naam. Hij is geboren in Rijnsburg maar heeft altijd de binding met Noordwijk gehouden. Al vele jaren woont hij hier met zijn vrouw Diana samen met dochter Julia en zoon Jari.
‘In mijn jeugd was het al één en al Noordwijk’ Na het einde van zijn sportcarrière in 2002 is Jan Siemerink zich eerst gaan bezighouden met het geven van tennis clinics. Daarna was hij zeer regelmatig te horen als tv-commentator bij tenniswedstrijden. Sinds 1 oktober is hij daarnaast de directeur Sportief van de KNLTB. Hij combineert in deze functie de taken van Technisch Directeur en Davis Cupcaptain. Een goede reden om hem wat nieuwsgierige vragen te stellen. Tenniscarrière Met een kop thee in de hand vertelt Jan nog eens in het kort zijn tenniscarrière. Al heel jong waren er de toernooien en werd eerst Nederland en daarna de gehele wereld afgereisd. Zijn profcarrière startte hij in 1989. Na veertien jaar was de oogst 4 ATP-titels in het enkel- en 10 in het dubbelspel. Hij nam deel aan 41 Grand Slamtoernooien en was twee keer Olympisch actief. Er staan zestien Davis Cupontmoetingen op zijn naam. Zijn hoogste ranking op de wereldranglijst was de veertiende plaats. Jan was van de zogenaamde ‘Gouden Generatie’. Die bestond naast hem uit Paul Haarhuis, Richard Krajicek en Jacco Eltingh. Met hen kwam al op heel jonge leeftijd het succes op internationale toernooien. En na het behalen van het VWO-diploma begon het grote avontuur met een leven in het internationale profcircuit. Hij speelde en trainde met de allergrootste tennissers uit die jaren. Na zijn linkshandige service oplopen naar het net en dan met veel gevoel een volley spelen was zijn handelsmerk. Zijn grote voorbeeld daarin was de Zweed Stefan Edberg. In 2007 werd Jan Siemerink Daviscupcaptain van de Nederlandse ploeg. Een functie die hij tot op heden nog steeds vervult en gaat combineren met de taken van Technisch directeur. Waarom koos je toch voor Noordwijk als woonplaats?
Op deze vraag komteen duidelijk antwoord: “In mijn jeugd was het al Noordwijk. Het strand en de zee hadden een aantrekkingskracht die altijd is gebleven”. Met zijn ouders ging hij maar al te vaak naar het voor hen vertrouwde stukje strand aan de Kon. Astrid Boulevard. Hij vertelt inmiddels gesetteld te zijn. Noordwijk bevalt hem erg goed. Hij roemt de gemoedelijkheid. Het feit dat hij zich gemakkelijk tussen de mensen kan bewegen. Daarnaast wonen ze in een leuke omgeving met goed contact met de buren in de wijk. Onder anderen is er jaarlijks een gezamenlijke barbecue. ”We hebben zeker een heel goede band met alle buren maar we gaan allemaal onze eigen gang”, voegt hij er aan toe. Wat doet een directeur Sportief bij de tennisbond? Met het antwoord op deze vraag is een krant te vullen. Samengevat komt het erop neer dat de dagelijkse gang naar het kantoor in Almere voorafgaat aan een heel uitgebreid takenpakket. Gericht op de sectie toptennis. Maar wat aandacht vraagt op het gebied van bureaumanagement, communicatie en organisatie. Alles met het doel om voorwaarden te creëren voor het leveren van topprestaties. Welke problemen ga je aanpakken? Jan legt uit dat hij zeker niet tegen grote problemen is aangelopen en dat er inmiddels al veel verandert is.De opleidingen van de jeugd zijn veel gerichter en intensiever. De jeugd van 6 tot 12 moet volgens hem vooral plezier beleven aan hun sport. “Na de twaalfde verjaardag wordt het voor hen, precies als dat was in mijn tijd, serieuzer. De weg is precies hetzelfde gebleven maar de inhoud totaal anders zegt hij. Jan Siemerink vervolgt: “Het spel is sneller,alles gaat veel harder. Met wel als gevolg dat er meer is van hetzelfde”. Hiermee aangevend dat er in het
Paspoort
hedendaagse toptennis geen specifieke aanvallers of verdedigers meer zijn.
Naam: Jan Siemerink
Heb je nieuwe doelen geformeerd? Op dit moment snakt Nederland naar topprestaties in het internationale topcircuit. De Daviscupcaptain praat zichtbaar gepassioneerd verder. “Ons doel is een topsportklimaat te laten ontstaan waarin tennissers het maximale uit hun talenten kunnen halen. Wat geen garantie is voor een top tien positie. In onze periode konden door een goede begeleiding het maximum uit ons kunnen halen. Voor mijzelf was de 14e positie echt het meest haalbare. Richard Krajicek stond ooit nummer 4 en ook dat paste bij zijn niveau”. Hij zegt ook dat Haarhuis en Eltingh met hun vele dubbelspel titels het maximum hebben weten te bereiken. Hij stelt vast dat van de huidige generatie daar nog niet is. Volgens Jan moeten er dan vier van de huidige Nederlandse spelers in de top vijftig kunnen komen.
Geboren: 14 april 1970 Opleiding: VWO Beroep: Directeur Sportief Woonplaats: Noordwijk Bijzonder: Hoewel hij nog altijd als Rijnsburger te boek staat woont hij al jaren in Noordwijk.
‘
Als ik op Wimbledon ben, dan krijg ik de kriebels
Wat is je er van je carrière het meest bijgebleven? Op deze vraag blijkt moeilijk te beantwoorden. Uiteindelijk blijkt de overwinning in 1998 in Ahoy tijdens het ABN-toernooi het zijn. Maar in een adem volgen Singapore als eerste ATP-toernooizege,de eerste zege op Brard Gilbert, een speler uit de top tien. Belangrijk vindt hij zijn beste prestatie op een Grand Slam, ook al in 1998, de kwartfinale op Wimbledon. Mijmerend over het verleden komen nog veel meer hoogtepunten van zijn tenniscarrière ter sprake. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Jan een prachtige tijd heeft gekend. Rondreizend over de aardbol, soms even thuis maar meestal onderweg. Hierdoor moest hij soms belangrijke familiegebeurtenissen aan zich voorbij laten gaan. Maar het is het wel waard geweest Hierna praten we verder over zijn woonplaats Noordwijk. Hij heeft veel lof voor de vele activiteiten op sport-
gebied. “Noordwijk onderscheidt zich hiermee van veel andere gemeenten in Nederland”, meent Jan. We blikken vooruit op het tot stand komen van de nieuwe sportaccommodatie. Over een mogelijk tennisstadion aan de zuidoostkant van het dorp is hem ook niets meer bekend dan dat er ooit plannen waren. Kunnen we grote wedstrijden naar Noordwijk halen? “Dat is niet mijn verantwoordelijkheid, daar gaat de afdeling evenementenorganisatie van de KNLTB over”, is het antwoord. “Verder het blijft toch de vraag of Noordwijk over voldoende mogelijkheden beschikt. Voor het organiseren van een Daviscupontmoeting bijvoorbeeld moet een stadion kunnen worden gebouwd welke plaats biedt aan 2 tot 3 duizend toeschouwers. De nieuw te bouwen sporthallen lijken geen mogelijkheid te bieden. De maten die in de plannen worden genoemd blijken niet te voldoen aan de eisen van de Daviscuporganisatie.” Heb je nog wensen? Een brede lach is de eerste reactie. Maar dan serieus: “Wat ik van harte hoop is dat de tennisverenigingen het aandurven om hervormingen door te voeren in de jeugdopleidingen. De tennisbond wil het anders. Wij willen in navolging van voetbal en andere veldsporten het sportterrein aanpassen en daardoor de allerjongsten hun talent laten ontwikkelen op kleine baantjes met lage netten. Nu spelen zij op tennisbanen die bedoeld zijn voor senioren”. De laatste woorden gaan nog even over zijn huidige sportprestatie. Die zijn er niet meer. Het voetballen met zijn oude maten passen niet meer in de agenda. Slechts de sportschool is er voor het behoud van de conditie. Ook het tennisveld heeft”, zijn aantrekkingskracht verloren. Hoewel: “Als ik op Wimbledon ben, dan krijg ik ineens de kriebels en zou ik graag een potje spelen”.