Kroegbaas
DE KATWIJKSCHE POST
DONDERDAG 1 JUNI 2017
27
Kroegbaas in Katwijk
‘Alleen met een warm gevoel’
Z
e houden zich overdag schuil en komen ‘s avonds tot leven. In het donker werken ze hard en als het eerste licht weer naar binnen schijnt, zijn ze de laatsten die de deur achter zich sluiten. Het is tijd om de kroegbazen uit het donker te halen en in het licht te zetten. Deze week is het de beurt aan kroegbaas Wolter van Rijn van café De Musketier.
Door Elske van der Valk
Een volle kroeg, waar de mensen gezellig een borrel komen halen, een praatje maken, op tijd naar huis gaan en de kroegbaas bedanken voor een leuke avond. Die tijden zijn er niet meer volgens Wolter van Rijn. Hij waarschuwt de jongelui om geen eigen café te starten. ‘De kroeg staat op het punt om uit te sterven.’ Deprimerend? ‘Ja, zo zijn de feiten nou eenmaal.’ Van Rijn was 29 jaar toen zijn diensttijd erop zat. Aan de Zuidstraat in Katwijk aan Zee stond een pand te koop van een voormalig potten- en pannenwinkel. Hij besloot het pand zonder plan of idee te kopen. De ambitie om zijn eigen café te beginnen heeft hij nooit gehad. ‘Het kwam toevallig op mijn pad.’ Na een opknapbeurt ging Van Rijn nadenken over de invulling van het pand. Hij was voorzitter bij sociëteit De Schuit en regelde wel eens optredens van bandjes in sporthal Cleijn Duin waar hij dansles gaf. Bovendien had hij voor zijn diensttijd een horecaopleiding gevolgd. ‘Een goede basis had ik daardoor al’, legt de kroegbaas uit. Zijn vrouw die wel eens een bezoekje bracht aan café Musketier in Haarlem, bedacht de naam. Van Rijn lacht. ‘We hebben de naam geleend. Ik wil het geen jatten noemen, want er zijn zat cafés in Nederland die de Musketier heten.’ Zeven jaar lang draaide de Katwijker zeven dagen in de week ‘gezellige avonden’. Hij had zijn vaste klanten die hem wisten te vinden en onderling een hechte groep vormden. Zelden waren er problemen. ‘Tenzij er vreemden binnenkwamen. Dan werd er wel even gerea-
geerd door de vaste klanten.’ Voetballers en supporters wisten in die tijd, na de wedstrijd, De weg naar de Musketier snel te vinden. In de ene hoek van het café stonden de voetballers van het eerste elftal van Quick Boys en aan de andere kant stonden die van VV Katwijk. Van Rijn kan zich de gespannen sfeer nog goed herinneren. ‘Maar er gebeurde niets hoor. Die mannen waren immers ook onderling familie van elkaar.’ De voetballers die een groot deel van zijn vaste kring vormden, verdwenen met het verrijzen van de sportkantines. De mannen drinken hun biertje sindsdien op de club, waar de drank goedkoper is en waar ze dichtbij het vuur zitten. Daarna kwam een periode waar het geduld van Van Rijn werd getest. Jongeren kwamen steeds later zijn kroeg binnen, wat gepaard ging met een hoop bombarie, omdat ze vaak thuis of elders al een borrel hadden gedronken. De kroegbaas vindt het maar niets. Het wachten niet, de late binnenkomst niet en de dronken jongelui niet. ‘Ik heb een hekel aan wachten op mensen die misschien niet eens komen.’
Deprimerend? Zo zijn de feiten nou eenmaal Hij heeft het nog een tijdje geprobeerd. Bandjes, live muziek, een quiz; alles om de jongeren eerder en vaker naar zijn tent te lokken. Het hielp niet. ‘Je werkt eigenlijk alleen ‘s nachts voor de 2 tot 3 uurtjes dat er klanten zijn en daar moet je je brood mee verdienen. Het werkte voor mij gewoon niet.’
Gelukszoekers
Van Rijn kan het nieuwe, jonge ondernemers niet aanraden om nu nog een eigen kroeg te beginnen. Daar zijn de kosten te hoog voor, vertelt hij terwijl hij ze op zijn vingers telt. ‘Verzekeringen, vergunningen, licenties. Je krijgt het allemaal om je oren als je begint. De onkosten zijn gewoon te hoog geworden.’ Hij ziet de cafés om zich heen vechten of verdwijnen. Hij zucht. ‘Het sterft uit. Ik zit hier al veertig jaar
en zie het gelukszoekers nog steeds proberen. Ze proberen, maar de kroeg wordt iedere keer weer overgedragen aan een nieuwe gelukszoeker. Ik ben blij dat ik het roer heb omgegooid.’ De deuren van De Musketier zijn niet meer zeven dagen per week geopend.
klanten zijn voorgoed uit zijn kroeg verdwenen, maar Van Rijn kan er om lachen. ‘We wisten dat deze omkeer er aan zat te komen. Dat wisten zij ook.’
Vroeger kreeg ik gevloek, nu word ik bedankt
De kroegbaas is veranderd in een partyplanner en geniet in plaats van de mannenpraat aan de bar nu van de sfeer op de feesten en families die het naar hun zin hebben. ‘Vroeger kreeg ik een hoop gevloek en scheldwoorden bij sluitingstijd, nu word ik bedankt door de mensen.’
Het café doet nog alleen zijn dienst voor feesten en partijen. De vaste
Met zijn 69 jaar vindt de Katwijker het op deze manier prima. Aan zijn pensioen denkt hij nog niet. ‘Ik ben
blij met mijn werk en kan het nog steeds aan. Het is eigenlijk meer een hobby geworden, hoewel ik er wel een aardig centje mee verdien.’ Toch moeten mensen niet denken dat ze rijk worden van het bestaan als caféhouder. ‘Je moet het alleen doen als je er een warm gevoel bij hebt. Dit is alleen voor echte horecamensen die liefde voor hun werk hebben. Ik heb er dan ook geen spijt van. Het is nog altijd leuk werk’, zegt hij relativerend. | Foto Adrie van Duijvenvoorde