Cursor 6 - jaargang / year 59

Page 1

6

24 November 2016 | year 59

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

14 | Internationals and Dutch student associations. Do they mix? Steeds meer internationale studenten weten de weg naar de TU/e te vinden. Toch vertaalt zich dat nog niet in evenveel buitenlandse studenten die zich actief inzetten bij verenigingen. Hoe kunnen we dit veranderen?

11 Brainmatters

Diefstal gebeurt alleen in oude verhalen

18

Better measurement of the cardiac function

Beter meten aan het hart

22 Face TU/e Face

24 Bijzondere bijbanen

How music and earthquakes bring people together

Tumsa sluit mensen op


2 | Vooraf

CURTOON

24 november 2016

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Medewerkers

Free Fight Blond als ik ben - als ik daar überhaupt nog het haar voor zou hebben - droom ik weleens over een wereld waarin wetenschappers van alle landen elkaar de hand reiken. Alle middelen, alle energie en alle Han Koning s, denkkracht worden gebundeld om hoofdredac teur gezamenlijk de grote uitdagingen en bedreigingen van deze tijd aan te pakken. En dan heb ik het nog niet eens over het onderbouwen van de claim van enkele computerwetenschappers in de VS, die begin deze week beweerden dat Hillary Clinton de verkiezingen heeft verloren door gemanipuleer met stemcomputers. Al zou dat wel een mooie bijvangst zijn.

Tiny Poppe

Fotografie Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Susie Day Benjamin Ruijsenaars

Maar natuurlijk werkt het ook in de wetenschappelijke wereld niet zo. Het motto ‘publiceer of crepeer’ maakt het nieuwkomers al direct duidelijk dat het ook hier een jungle is, waar je moet knokken voor je poen en bestaansrecht. Het is een free fight op academisch niveau, waarbij het steeds belangrijker wordt welke vermogende en invloedrijke sponsoren je weet te verwerven. De Delftse hoogleraar Leo Kouwenhoven vond er deze week een: vanaf nu treedt de vooraanstaande wetenschapper namens Microsoft in de arena. Met steun van deze suikeroom gaat hij in Delft versneld op zoek naar de heilige graal van nu: de kwantumcomputer. In april zei Kouwenhoven nog dat het voor Europa zeer belangrijk is om die als eerste te bouwen. Want met het missen van zo’n grote technologische sprong dreigt een onoverbrugbare achterstand op degene die dat wel voor elkaar weet te boksen. Waar komt dat Microsoft ook alweer vandaan?

Waar een wil is… Wordt het artikel ook in het Engels vertaald? Deze vraag van een Judith van Gaal Nederlandstalig bestuurslid van een studievereniging, was me uit het hart gegrepen. Toegegeven, ik begon met enig vooroordeel aan het artikel over de interactie tussen verschillende nationaliteiten bij verenigingen. Ik had het idee dat sommige verenigingen er bar weinig aan doen om niet-Nederlandse studenten aan zich te binden. Of juist om meer Nederlandse studenten te betrekken. Ik kwam bedrogen uit. Er wordt steeds meer in het Engels gecommuniceerd en er zijn steeds vaker activiteiten waar allerlei nationaliteiten aan meedoen. Alleen een argument als ‘ze voelen zich toch niet thuis binnen onze verenigingscultuur’, dat snap ik nog steeds niet. We zijn er nog niet, maar de wil is er. Zie pagina’s 14-16.

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Verkiezingstijd

Wat is er toch veel gebeurd hier in Eindhoven! Natuurlijk zijn de tentamens weer geweest (en is mijn huis nog nooit zo schoon geweest), de TU/e staat weer bovenaan op een of ander lijstje, GLOW trekt weer treinen vol Limburgers en bij Simon Stevin maken (lees: slopen) ze weer fietsen. Wat een spektakel overal! Krijg ik er ooit genoeg van, komt hier ooit een einde aan? Gelukkig niet, want het is alweer tijd voor het volgende hoogtepunt! Wie gaat het worden: groen of geel? Verkiezingstijd, wat houdt dat in en wat heb je er voor nodig? Hét essentiële element voor een succesvolle campagne: gadgets. In de rest van Nederland meestal in de vorm van een ballon of flyers. Maar wij kunnen dat hier natuurlijk veel beter. Wat denk je van een reusachtige gele badeend die ieder jaar in de vijver wordt gedumpt? Verder vindt er een social mediafittie plaats over wie nu weer het Herenakkoord zou hebben geschonden en worden er snode plannen gesmeed om het TU/e-logo bovenop Vertigo geel te maken. Kortom, een hoop drama, en dus helemaal geweldig!

Maar, lieve fracties, waar het natuurlijk uiteindelijk allemaal om draait, is dat jullie stemmen Britte moeten werven op basis van jullie studente In Bouchaut, novation Sc iences standpunten. Wat kunnen én zullen jullie voor mij en alle andere studenten gaan doen het komende jaar? Daar gaat het om. Niet om wie wiens speerpunten heeft gejat, hoe groot die badeend in de vijver ook mag zijn of hoe knap jullie nummer 1 op de lijst is. Maar goed, wie ben ik om jullie daar nogmaals aan te herinneren. Hier zijn jullie je natuurlijk volledig van bewust, toch? Mooi. Dan laat die soap maar beginnen, ik zit er helemaal klaar voor! PS: Toffe gadgets kunnen worden afgeleverd in IPO 0.31 :-)


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Beter meten aan het hart

Bouwkunde blijft morren over Starbucks

Voor, tijdens en na interventies bij hartpatiënten is het belangrijk dat artsen kunnen bepalen hoe goed het hart functioneert. Ingeborg Herold, arts in het Catharina Ziekenhuis, en Salvatore Saporito, MRI-expert bij Electrical Engineering, vergeleken metingen met ultrageluid en MRI om de hartfunctie zo laagdrempelig mogelijk te kunnen bepalen. Ze promoveerden beiden op 17 november aan de TU/e op dit onderwerp. Lees meer op pagina 18.

Starbucks op het TU/e-terrein opent op 28 november haar deuren, maar in Vertigo waar ze wordt gehuisvest, houdt het gemor over de koffieketen aan. Met name studenten beklagen zich over het wegvallen van een goedkoper koffie-alternatief aan de kantinecounter. Volgens de faculteitsraad van Bouwkunde komt de onrust vooral voort uit onwetendheid en onbegrip.

Foreign students earn 1.5 billion for the Netherlands Foreign students stay in the Netherlands to live and work more often that was thought. They earn the Treasury more than 1.5 billion euros, say the experts on internationalization in education, EP-Nuffic. Having graduated, a quarter of the Dutch population of foreign students settles down to spend the rest of their lives here, estimates EP-Nuffic based on new figures. This is more than the 19 percent previously assumed. As those who have studied higher education generally find a good job, their tax and social insurance contributions are considerable. This is the source of the Treasury profit.

Monique Kuyck van Dienst Interne Zaken roept medewerkers en studenten op de nieuwe kantine - waar overigens ook gewoon soepen, salades en broodjes worden geserveerd - eerst een kans te geven. Mensen zijn vaak erg gericht op hun eigen gebouw, zo stelt ze, “maar wij moeten een hele campus inrichten, rekening houdend met heel veel verschillende mensen en aspecten”.

Wethouder kijkt parkeren Celebeslaan nog een jaar aan Vanwege de zeer bescheiden bezettingsgraad van de gratis TU/e-parkeerplaats aan de Celebeslaan wil GroenLinks Eindhoven dat een deel van het terrein weer aan de natuur wordt teruggegeven. Wethouder Jannie Visscher geeft de TU/e echter nog een jaar respijt. Volgens Visscher duurt het nu eenmaal een tijdje voordat reisgedrag verandert. Het kan dus nog even duren voordat het parkeerterrein daadwerkelijk voldoende wordt benut. Mochten de bezettingscijfers te laag blijven, dan wordt de TU/e verzocht om een deel van het terrein terug te geven aan de natuur. Er is overigens geen minimaal bezettingspercentage afgesproken tussen de universiteit en de gemeente, aldus de wethouder.

Deel opbrengst Slimme Scheurkalender gift voor TU/e De tweede editie van de Slimme Scheurkalender - gemaakt door hoogleraar Maarten Steinbuch en zijn vrouw Inge - is woensdag 16 november gepresenteerd. Vijfduizend euro van de opbrengst van de ‘weetjeskalender’ doneert Steinbuch aan de TU/e voor de studententeams. “Ik geniet ontzettend van de studententeams die we hier hebben, daar zit de kracht van innovatie. Vandaar mijn bijdrage voor deze teams. De TU/e moet dan maar besluiten hoe ze dit geld wil verdelen”, zegt de hoogleraar.

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en

De TU/e maakte onlangs bekend via fundraising extra geld te willen aanboren voor de universiteit - via donaties van bedrijven of individuen. Dit is de eerste schenking die gedaan wordt.

Exploding Wire levert wereldrecord

Tijdens GLOW werd op de op de Groene Loper elke 15 minuten een bliksemstraal opgewekt van 80 meter lang, door een potentiaalverschil van 400.000 volt aan te brengen over een koperdraad van 0,25 mm dik. Een wereldrecord maar liefst; het oude record voor de langste door mensen opgewekte bliksem stond op 60 meter. ‘Exploding Wire’ was één van de 10 GLOWattracties op de TU/e-campus. (TJ)

Exploding Wire delivers world record During GLOW a lightning bolt measuring 80 meters in length was generated on the Green Strip every 15 minutes, by creating a potential difference of 400,000 volt along a copper wire just 0.25 mm thick. A world record no less; the old record for the longest artificially created lightning bolt stood at 60 meters. ‘Exploding Wire’ was one of the 10 GLOW attractions on the TU/e campus. Photo | Bart van Overbeeke


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN Centraal Stembureau | Verkiezingen TU/e 2016 Het elektronisch stemmen in het kader van de Verkiezingen TU/e 2016 vindt plaats op dinsdag 6 december en woensdag 7 december 2016. Naast de reguliere verkiezingsoproep ontvangen de betreffende kiesgerechtigden op beide dagen van stemming een e-mailbericht, met daarin de link naar de stemmodule. De bekendmaking van de voorlopige uitslag van de Verkiezingen TU/e 2016 vindt plaats op donderdag 8 december 2016 in de Dorgelozaal (Traverse) tijdens een openbare zitting van het Centraal Stembureau, die om 16.15 uur aanvangt. De uitslag zal vervolgens zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden op de betreffende webpagina’s. intranet.tue.nl/verkiezingen

Elections TU/e 2016 The electronic voting for the Elections TU/e 2016 will take place on Tuesday 6 December and Wednesday 7 December 2016. Besides the regular election call, on both days of voting the respective voters will receive an email which includes a link to the voice module. The announcement of the provisional results of the elections TU/e 2016 will take place on Thursday 8 December 2016 in the Dorgelozaal (Traverse) during a public session of the Central Electoral Committee which will start at 16:15. After that, the results will be published as soon as possible on the relevant web pages. intranet.tue.nl/elections

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Maandag 28 november, 16:00 uur, CZ4: promotie C. Du MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. M.G.D. Geers Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Micro-plasticity characterization of martensite, ferrite, and dual-phase steel” Maandag 28 november, 16:00 uur, CZ5: promotie J. Zhang MSc (B) Promotor: prof.dr. H.J.P. Timmermans Voorzitter: prof.ir. E.S.M. Nelissen Titel proefschrift: “Personalized Route Finding in Multimodal Transportation Networks” Dinsdag 29 november, 16:00 uur, CZ4: promotie S.E. Mendritzki MSc (IE & IS) Promotor: prof.dr.ir. A.W.M. Meijers Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “The Divergent Evolution of Evolutionary Economics Essays on modelling virtues in evolutionary economics” Woensdag 30 november, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. M.L.A. Caris (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Exploring the PowerDAC An asymmetric multilevel approach for high-precision power amplification” Donderdag 1 december, 14:00 uur, CZ4: promotie L. van Haandel MSc (ST) Promotoren: prof.dr. Th. Weber en prof.dr.ir. E.J.M. Hensen

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Voorzitter: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Titel proefschrift: “Alumina supported M0S2-based hydrodesulfurization catalysts Structure and performance in relation to catalyst preparation and activation” Donderdag 1 december, 16:00 uur, CZ4: promotie L.X. van Nunen MSc (BMT) Promotoren: prof.dr. N.H.J. Pijls en prof.dr.ir. F.N. van de Vosse Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “PhysiologyBased Treatment in Stable Angina and Acute Myocardial Infarction” Donderdag 1 december, 16:00 uur, CZ5: promotie L.W. Veldhuizen MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. W.M.M. Kessels Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Hot wire chemical vapor deposition for silicon and silicon-germanium thin films and solar cells” Dinsdag 6 december, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. S. Paquay (TN) Promotor: prof.dr.ir. P.P.A.M. van der Schoot en prof.dr. H.J.H. Clercx Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Physical principles in the self-assembly of colloids and virus capsids” Dinsdag 6 december, 16:00 uur, CZ4: promotie J. Xie MSc (ST) Promotoren: prof.dr. P.H.L. Notten en Prof.Dr.rer.nat. R.A. Eichel Voorzitter: prof.dr.G. de With Titel proefschrift: “Chemical Vapor Deposition of Thin Films for 3D Lithium-ion Microbatteries” Dinsdag 6 december, 16:00 uur, CZ5: promotie A. Jalalirad MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. J.P.M.G. Linnartz Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Supervised Learning Through Feature-Based Models” Woensdag 7 december, 16:00 uur, CZ4: promotie L. Gustini MSc (ST) Promotor: prof.dr. C.E. Koning Voorzitter: prof.dr.ir. E.J.M. Hensen Titel proefschrift: “Sorbitol-derived polyesters: a renewable platform towards sustainable materials” Woensdag 7 december, 16:00 uur, CZ5: promotie Dipl.-Phys. H.A. Gatz (TN) Promotor: prof.dr.ir. W.M.M. Kessels Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Silicon Heterojunction Solar Cells: Reduction of parasitic absorption” Maandag 12 december, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. S.P. Korzilius (W&I) Promotor: prof.dr. W.H.A. Schilders Voorzitter: prof.dr. J. de Vlieg Titel proefschrift: “Second derivatives, particle collisions and travelling liquid slugs within smoothed particle hydrodynamics”

24 november 2016

Maandag 12 december, 16:00 uur, CZ5: promotie H. Dekorte MSc (IE & IS) Promotor: prof.dr.ir. J.C. Fransoo Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Integrated Operational and Financial Decision Making” Dinsdag 13 december, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. W.N.P. van der Graaff (ST) Promotoren: prof.dr.ir. E.J.M. Hensen en prof.dr.ir. B.M. Weckhuysen Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Heterogeneous Catalysts for Selective Conversion of Carbohydrates” Dinsdag 13 december, 16:00 uur, CZ5: promotie V.B. Hillen MSc (ID) Promotor: prof.dr.ir. C.C.M. Hummels Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “People Place Process A self-reflection tool to become a professional in design thinging, based on Pedagogical Action Research” Woensdag 14 december, 14:00 uur, CZ4: promotie H. Yuan MSc (BMT) Promotoren: prof.dr. P.A.J. Hilbers en prof.dr.ir. N.A.W. van Riel Voorzitter: prof.dr.ir. C.W.J. Oomens Titel proefschrift: “Genome-Scale Metabolic Modelling of Arabidopsis and Tomato” Woensdag 14 december, 16:00 uur, CZ4: promotie S.H.W. Wouters MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. O.J. Luiten Voorzitter: prof.dr. K.A.H. van Leeuwen Titel proefschrift: “A compact, ultracold atomic beam source for use in a focused ion beam” Woensdag 14 december, 16:00 uur, CZ5: promotie F. Tesser MSc (TN) Promotoren: prof.dr. F. Toschi en prof.dr. H.J.H. Clercx Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Population dynamics under flow: from experiments to mathematical modelling”

In memoriam Barbara Cornelissen-Milner On Sunday 6 November we were shocked by the news that our colleague Barbara Cornelissen-Milner had suddenly passed away during a vacation in Australia. Since 37 years, Barbara was working as secretary of the Control Systems (CS) group within the department of Electrical Engineering of our university. During those many years of work, she has become the constant and stable factor in the group, having witnessed many changes over a long range of years. When she started at our university (Technische Hogeschool) in 1979 the group was called ‘Meten en Regelen’, that in 1996 changed name as part of a larger group ‘Meet- en Besturingssystemen’ (MBS), to finally evolve into the current setting. Barbara served as group secretary for many different professors and staff, and saw the university change from a complete Dutch to a highly international environment. With her roots in the United Kingdom, she enjoyed the contacts with the international visitors and colleagues. And all the changes that she witnessed, she approached with a very flexible mind. With her warm personality, and her supportive and caring attitude, she was a great help for all colleagues and students in our group. Her strong professional support reached out to many colleagues in the department, and with her native English language skills she was often helping out with translation requests. Within the group she felt responsible for a smooth organization, and she was enthusiastic about bringing people together. The numerous social activities that were organized by her were always a great success. We have lost a great and highly committed colleague and a person who was dear to so many, who intensely feel the grief of her husband Henk and sons James and Niels, and their close relatives. On behalf of the colleagues of the group Control Systems and the department Electrical Engineering of the Eindhoven University of Technology. Prof.dr.ir. Bart Smolders, dean Drs. Jolie van Wevelingen, managing director Prof.dr.ir. Paul Van den Hof, chair CS

DIVERSEN Future Green City | De groene stad van de toekomst begint vandaag! FUTURE GREEN CITY 2016 Hét totaalevent voor de leefbare stad 29 november t/m 1 december Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch Hoe werken we samen aan een groene stad waarin onze kinderen gezond met elkaar kunnen samenleven en -werken? Op Future Green City 2016 komen alle professionals samen die werken aan het beantwoorden van deze vraag. Welke thema’s kunt u zoal verwachten: • circulaire economie • bewonersparticipatie • natuurlijk groen in de stad • civiele techniek • klimaatadaptatie De vele sprekers en exposanten op de beursvloer beantwoorden de vragen van nu en reiken praktische aanknopingspunten aan voor de vraagstukken van de toekomst. www.futuregreencity.nl/ KIVI | KIVI-jaarcongres ‘Leven met risico’s’ Op 30 november organiseert het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) zijn jaarcongres in Gorin-

chem. Damen Shipyards, Corbion en de Gemeente Gorinchem zullen KIVI gastvrij onthalen. We kijken tijdens deze dag naar de rol van de ingenieur op het gebied van risico’s en veiligheid waarbij zowel risico’s die met techniek meekomen als vermindering van risico’s door de inzet van techniek worden besproken. Hoe staat het met de deskundigheid over risico’s en veiligheid? Hoe gaat de kennisoverdracht van degenen die het huidige veiligheidssysteem hebben opgebouwd en die nu met pensioen gaan? Is het opleidings­ aanbod adequaat, is er voldoende ruimte voor onderzoek op het gebied van technische veiligheid? Hoe is de kwaliteit van de veiligheidsexpertise te waarborgen? https://www.kivi.nl/jaarcongres2016

CISV | Word staf of leiding bij CISV CISV is een internationale organi­ satie in meer dan zeventig landen. Ons doel is een eerlijkere en vredevollere wereld, en dat willen wij bereiken door jongeren uit verschillende landen in aanraking met elkaar te brengen. Dus wil jij in de zomer internationale ervaring opdoen, werken aan je leiderschaps­ kwaliteiten, andere culturen leren kennen, jongeren een fantastisch kamp bezorgen? Aan wat CV-building doen en ook nog een ontzettend leuke tijd hebben zonder dat je hier zelf voor hoeft te betalen? Meld je dan aan voor een van de programma’s van CISV! Kijk op https://cisv.nl/nl/staf-leiding, like ons op www.facebook.com/CISVNL of mail naar leiding@nl.cisv.org

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Oud-medewerker TU/e vecht Brandje in Darcy-lab strafontslag aan voor rechtbank in Gemini Een oud-medewerker van Dienst Interne Zaken heeft donderdag 17 november bij de rechtbank in Den Bosch bezwaar gemaakt tegen zijn schorsing en verlenging van die schorsing eerder dit jaar. De TU/e gaf hem in maart 2016 strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim. Martin Boers, hoofd van Dienst Interne Zaken, wil er niet veel meer over zeggen omdat de zaak nog onder de rechter is. Een strafontslag is een niet normale ontslagprocedure waarop geen werkloosheidsuitkering volgt. Over zes weken doet de rechter uitspraak of het bezwaar gegrond is.

In een lab van Technische Natuurkunde in Gemini-Noord heeft dinsdag­avond 15 november een kleine brand gewoed. De brand, ontstaan in een onderzoeksopstelling, zette een ruimte van het zogenoemde Darcy-lab vol rook. Onderzoeker Leo Pel van het Darcy-lab zegt “nog geen idee” te hebben wat er is misgegaan met de opstelling. Hij verwacht dat de promovenda die het meest afhankelijk was van de scanner, bedoeld voor metingen aan poreuze materialen, zeker vier maanden vertraging oploopt. Ook over de financiële schade kan hij nog niet veel zeggen. “We hopen dat de supergeleidende magneet na het schoonmaken weer functioneert. Anders kunnen de kosten misschien wel tot een miljoen oplopen. Een ton kost het zeker.”

Ook Team FAST zoekt zijn heil in Helmond Twee jaar na InMotion heeft ook Team FAST het TU/e-terrein verruild voor de Automotive Campus in Helmond. Het studententeam opende zijn nieuwe werkplaats begin oktober, om daar verder te werken aan zijn beoogde door mierenzuur aangedreven bus. De hiervoor te (ver)bouwen trailer en daarvoor benodigde installaties zijn eenvoudigweg te groot voor het Multimediapaviljoen (waar FAST tot nu toe werkte) en voor de TU/e-labs waar de studenten diverse chemische tests uitvoerden. Op het moment is FAST vooral doende met het binnenhalen van de benodigde componenten (en dus sponsoren) voor zijn mierenzuurbus. Ook zijn de studenten bezig met de eerste grootschalige chemische testen en de eerste verbeterslagen - dit in samenwerking met onder andere de Zwitserse École polytechnique fédérale de Lausanne, waar de katalysator voor het scheidingsproces werd ontwikkeld.

Haperende Tesla Coil enig smetje op start GLOW Het nodige lastminute “kunst- en vliegwerk” kwam eraan te pas, maar uiteindelijk blikt de TU/e terug op een geslaagde editie van GLOW. De Tesla Coil, een van de publieksfavorieten tijdens GLOW vijf jaar geleden, viel op de openingsavond uit door computerstoringen, maar was de dag erna na de nodige aanpassingen weer in bedrijf. Met een andere blikseminstallatie, Exploding Wire, vestigde de universiteit tijdens het lichtkunstfestival een record - dat van de langste bliksemstraal door een mens gemaakt. GLOW 2016 trok naar schatting een recordaantal van zo’n 740.000 bezoekers.

Eindhoven best TU again in Universities Guide For the third straight year the publication Keuzegids Universiteiten (Universities Guide) has proclaimed TU/e the best technical university (TU) in the Netherlands. The researchers laud Eindhoven for, among other things, its ‘refreshing approach to education’. Wageningen University & Research, a long-standing success story in the opinion of the Guide, was not yet categorized as a TU. In the ranking of all universities, Eindhoven holds third place, after Wageningen and the Dutch Open University. Close on sixty Dutch academic Bachelor’s programs are rated by the Guide as ‘top programs’. At TU/e both Chemical Engineering and Applied Mathematics are entitled to carry this hallmark of quality.

De mens achter het nieuws Een van de deelnemers aan de Inspiratiedag voor het OBP is Sjoukje Kastelein (35). De onderwijscoördinator bij Werktuigbouwkunde heeft al veel verschillende werkplekken aan de TU/e gezien. Ze is heel tevreden met haar huidige functie, maar wil voorbereid zijn op eventuele veranderingen in de toekomst.

Ben jij gemakkelijk te inspireren? “Ja, ik sta er open voor. Het zijn overigens vaker gewone kennissen dan bekende mensen die me inspireren. Voorbeeld is een goede vriendin die in haar eentje een kind opvoedt. Mooi om te zien hoe krachtig zij kan zijn in een lastige situatie. Zulke ‘dappere dodo’s’ zie ik overal om me heen en daar heb ik bewondering voor.”

Wat voor werk doe je nu en hoe komt dat zo?

Sjoukje Kastelein

“Bewondering voor dappere dodo’s”

“Ik werk sinds 2001 bij de TU/e, hoewel ik er wat jaren tussenuit ben geweest om te leven in Spanje en voor een studie. Ik had verschillende functies bij verschillende faculteiten. Ik zag een paar jaar geleden een vacature bij Werktuigbouwkunde als onderwijscoördinator en het klonk alsof die baan beter aansloot bij mijn niveau dan waar ik toen werkte. Vanaf de sollicitatie voelde het goed. De passie die ik in dit team voel, heb ik nog niet op veel plekken gezien.”

Waarom heb je je opgegeven voor deze dag? “In de eerste plaats vanwege de TOO, het veranderprogramma met de naam Toekomstgerichte Onderwijs Organisatie. Er komt een verandering aan en zolang je nog niet weet wat die verandering is, is het volgens mij goed om er voor open te staan. Ik heb zeker niet de wens om weg te gaan bij Werktuigbouwkunde, maar mocht mijn functie zo veranderen dat ik wél weg zou willen, is het fijn me zoveel mogelijk te oriënteren.”

Waar werd je warm van bij de inspiratiesessie? “Ik vond het verhaal van Josée Pulles goed. Zij vertelde hoe ze switchte van secretaresse naar studieadviseur bij Bouwkunde. Ik kreeg de indruk dat daar moed voor nodig was, ze was ouder dan 45 jaar. Zo’n mensenverhaal doet me meer dan het daarop volgende inspiratiepraatje van Marc Oonk. Dat was me te algemeen.”

Was het ‘Gluren bij de buren’ nuttig voor jou? “Mijn eerste keuze was beleidsmedewerker, maar ik ben gekoppeld aan mijn tweede keuze: opleidingsmanager. Ik ging op bezoek bij Marloes van Lierop, opleidingsdirecteur Technische Informatica. Het werd een interessant gesprek van een uur over Van Lierops loopbaan. Ik heb meegenomen van deze dag dat het leuk is om met anderen te praten over werk. En ik ben van plan dit vaker te doen. Daar is zo’n georganiseerde dag niet voor nodig, ik kan ook zelf contact leggen.” Interview | Norbine Schalij Foto | Norbine Schalij


6 | Interview

24 november 2016

Bram van Groes

en

Hockeyt sinds: zij

n zesde jaar Hoeveel interland s: meer dan vijftig Hoeveel WK’s -21: twee Aantal doelpunte n: heeft hij niet ge teld Specialiteit: strafco rner Positie: centraal ac hter Aantal ECTS tot nu : negentig


Interview | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Tophockeyer én TU/e-student - in die volgorde Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke Bram van Groesen (21) is in de eerste plaats hockeyer, dan Bosschenaar en ook nog een beetje TU/e-student. Hij reist in december af naar India om daar te hockeyen tijdens de wereldkampioenschappen voor heren onder 21 jaar (ja, dat mag hij). Drie jaar geleden was hij er ook al, en werd er derde. De bescheiden Bouwkundestudent mixt het hockeyen tegen spelers uit Korea, Nieuw Zeeland en India met gemak.

Het was zijn eigen keuze om te gaan hockeyen, zijn ouders hebben hem beslist nergens toe aangespoord. Het lag hem meteen; zodra hij geselecteerd kon worden voor de beste jeugdteams gebeurde dat. Op zijn vijftiende mocht hij meedoen met het A-team, een jaar later was hij rijp voor de grote heren. Het tweede jaar dat hij in Jong Oranje zat, mocht hij mee naar het WK in India. Toen had hij met zijn team het EK in Barcelona al gewonnen. Natuurlijk heeft hij ook zwemles, typles en blokfluitles gehad (zelfs nog even trombone gespeeld), maar de meeste tijd van Bram zit in hockey. Eén vrije dag per week heeft hij. Zaterdag. Dan slaapt hij uit, kijkt soms naar de wedstrijden van zijn drie hockeyende broertjes, of naar een serie op Netflix en doet een boodschapje in de stad. Het valt op dat het woord ‘studeren’ niet valt in deze beschrijving van een sportvrije dag. “Eerlijk gezegd heeft studeren momenteel geen hoge prioriteit”, zegt Bram. “Ik volg maar twee vakken: de geschiedenis van Europese architectuur en iets met constructies, ik kan even niet op de naam komen.” Toch hoeven we ons niet ongerust te maken dat hij zijn Bouwkundestudie niet serieus neemt. Hij zit in het tweede kwartiel van het derde jaar en heeft tweederde van de studiepunten al binnen en is van plan zijn bachelor in vier jaar te halen. Dat hij nu niet weet hoe dat constructievak heet, komt doordat hij andere zaken aan zijn hoofd heeft. Hij gaat drie weken naar India voor het WK hockey voor mannen onder de 21 jaar. Dat is van 8-18 december in Lucknow. Dat Bram, die 16 januari 2016 al 21 werd, voor de tweede keer mag meedoen, is geluk. De hele lichting van

1995 kan zich plaatsen, nationale selecties gaan op kalenderjaar. Hij weet een beetje wat hem in India te wachten staat, beter dan drie jaar geleden. Toen was hij een van de jongste deelnemers. “Ik kwam net kijken. Het was mijn eerste toernooi buiten Europa. Het was een heel bijzondere beleving. Ik verbleef vooral in het sportcomplex, maar heb wel wat van de stad New Delhi gezien. Vanaf het vliegveld gingen we met de bus naar het hotel. Op straat zag het er heel anders uit dan in Nederland; heel chaotisch, overal mensen en dieren op straat, veel kleuren. Het hotel was daarentegen heel rustig en luxe.”

Van meehobbelen naar leiden Naar eigen zeggen hobbelde hij gewoon maar mee met de andere spelers en de begeleiders daar in New Delhi. “Ik was een jonkie en liep niet voorop. Nu is het heel anders. Nu ben ik een van de oudsten. Mijn rol in het teamproces is veel groter. Binnen het veld, als centraal achterspeler, ben ik leidend. Ik maak dit WK veel bewuster mee. Het is geweldig dat ik alles nog eens kan zien.” In 2013 werd Jong Oranje derde. “Dat is de prestatie waar ik het meest trots op ben. Wat we nu gaan doen, is moeilijk te zeggen. We zijn wel kanshebber natuurlijk, anders gingen we niet. Ik ben nog niet zenuwachtig, maar dat kan nog komen.”

Tot dit jaar was Bram jeugdcoach. “Dat is heel leuk, want het is een betaalde baan die ik zinvoller vind dan vakkenvullen én ik herken veel van mezelf. Ik heb nooit een deuk in een prullenbak getrapt, maar ben als jeugdspeler wel eens boos van het veld gerend. Zou ik nu niet meer doen. Ik maak me niet meer zo druk. Er lopen zoveel pannenkoeken rond, ik stop mijn energie liever in andere zaken.”

Standje ‘doe-maar-gewoon’ Van huis uit staat de tophockeyer in de ‘doe-maar-gewoon-stand’. “Mijn ouders zijn natuurlijk wel trots, maar zijn altijd bescheiden. En mijn broertjes van 19, 17 en 15 jaar proberen altijd mijn oranje hockeytenue te krijgen. Het is in principe van de bond, ik heb het in bruikleen, maar als er Van Groesen op staat, mag ik het wel houden - en weggeven.”

voetbal, en dat je dan niets meer hoeft te doen. Misschien kun je een paar jaar uitrusten, maar ook een tophockeyer zal een baan moeten hebben. Ieder teamlid heeft dan ook een baan of een studie ernaast. Mijn keuze voor Bouwkunde heeft trouwens niets met mijn sport te maken. Ik heb gewoon gekozen wat het leukste voor me is en waar ik wat aan denk te hebben. Architectuur spreekt me aan en dat kan in Delft en Eindhoven. Ik moet zeggen dat Delft nooit een optie is geweest, want ik wist dat ik in Den Bosch zou blijven. Echt, ik ben een Bosschenaar in hart en nieren.” De topportstatus die Bram Groesen kreeg van het NOC*NSF geeft hem voor de TU/e ook een sportstatus. Er zijn geen speciale afspraken gemaakt, maar als Bram ergens tegenaan loopt, kan hij met de studievoorlichter naar oplossingen zoeken. En dat gaat tot nu toe heel soepel.

Bram noemt zichzelf introvert, maar bij het horen van bepaalde vragen verraden zijn wangen en ogen snel dat hij een sterke mening over het onderwerp heeft. Hoe vindt hij het dat de vrouwen bij Den Bosch het zoveel beter doen dan de mannen? Zijn gezicht vertoont even een grijns, maar daarna drukt hij zich diplomatiek uit. “De Dames zijn al twaalf jaar landskampioen en de mannen zijn wat weggezakt. Maar dit jaar doen we goed mee, staan we derde. Ach, mannen en vrouwen zijn niet met elkaar te vergelijken.” “Het is niet zo dat je bij hockey in een paar jaar miljoenen kunt verdienen, zoals bij

TU/e student off to hockey World Cup in India Bram van Groesen (21) is first and foremost a hockey player, secondly a proud resident of Den Bosch, and also TU/e student. In December he is traveling to India to play hockey in the world championships for men under 21. The Architecture, Building and Planning student was also there three years ago, on the team that won third place. It was his own decision to take up hockey. It suited him from the start; as soon as he was eligible for selection by the best youth teams he was snapped up. At the age of fifteen, he was allowed to play on the A team, a year later he was ready to join the big boys.

In his second year with Jong Oranje, the Dutch national team, he was selected to go to the World Cup in India. By then, he and his team had already won the European championships in Barcelona.

“To be honest, studying isn’t a high priority right now,” admits Bram. “I’m only taking two courses.” He is in the second quarter of his third year and has already earned two-thirds of the credits he needs. He plans to complete his Bachelor’s in four years. He will be spending three weeks in India to play in the Men’s Hockey Junior World Cup in Lucknow. Bram turned 21 back on January 16, 2016. That he can participate for a second

time is good fortune; the national selection works with the calendar year. In 2013 Jong Oranje came third. “That is the achievement I’m most proud of. How we will perform this time around is hard to say. We are in with a chance, of course, otherwise we wouldn’t be going. I am not nervous yet, but there is still time for that.”


8 | Student

24 november 2016

Binnenkijken bij

Tachos Fuutlaan 47 Hoeveel personen: 8 Thêtanen, ze noemen zich Thachozen en vormen géén dispuut. Meest trots op: zilveren medaille die oud-bewoner Dirk Lippits in 2000 won op de Olympische Spelen in Sydney. Schamen zich voor: lichte pikken. Studentenhuis sinds: 1973 Huurprijs: 250 euro Bijzonderste bewoner: Dirk Lippits dus. Het blik dat hij in Sydney won, heeft nog maanden als hanger aan de toiletdoortrekker gehangen. Interview | Norbine Schalij

Géén dispuut, wel veel tradities en gebruiken en geboden. Vóór je huisgenoot bent, ben je ongeveer een jaar lang feut. Je wordt pas feut nadat je een geslaagd feest op je eigen kamer gaf en iets deed met een fotolijstje. Toen was je nog logé, de status waarin je binnenkwam. Om van feut naar huisgenoot te promoveren, moet je een presentatie over je eigen eigenschappen geven.

Aan het plafond hangt een halve ‘vier’ en waarom ook niet? De wederhelft hangt in een van de drie andere Thêta-huizen: Liqorice. Toen preses Arnoud Hilhorst (Werktuigbouwkunde) en Tim Henssen (Fontys) nog logés waren, hebben zij de pracht en de praal in de boot gehangen.

Photos | Bart van Overbeeke

En hoe is het in ...?

Stockholm | Welkom in het Venetië van het Noorden, Stockholm!

Met deze woorden werd ik welkom geheten door de gids die ons de mooiste plekjes van de hoofdstad van Zweden liet zien. Deze naam heeft Stockholm mede te danken aan alle bruggen die de veertien eilanden waaruit de stad bestaat, verbinden over het water. Ondanks dat je je in een hoofdstad bevindt, is er toch een bepaalde rust in de stad. Deze rust is een kenmerk voor heel Zweden: respect voor de natuur, respect voor elkaar, en respect voor koffie drinken. Dat koffie drinken (of in elk geval pauze houden) onderdeel is van de cultuur blijkt wel uit het feit dat Zweden er een speciaal woord voor hebben: fika. Je ontkomt er (gelukkig) niet aan om minimaal twee keer op een dag een lekker bakje koffie te drinken met vaak een zoetige lekkernij.

Een ander opvallend fenomeen ontdekte ik toen ik mijn eerste lessen ging volgen aan de KTH (Kungliga Tekniska Högskolan), als onderdeel van mijn master Human-Technology Interaction. Brave student als ik ben,

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Quint (rechts) in de sneeuw met zijn huisbaas.

zat ik netjes vijf minuten voor aanvang in de klas te wachten tot de les zou beginnen. Opvallend was dat er maar een paar andere internationals zaten en ook de docent nog schitterde in afwezigheid. Toen een kwartier later eindelijk de docent en de meeste studenten binnen begonnen te druppelen ging ik mij toch afvragen of ik het rooster misschien verkeerd gelezen had. Niks was minder waar, ze bleken hier gebruik te maken van het academisch kwartiertje, een fenomeen waarbij men een kwartier later begint dan ingeroosterd (en zelfs een halfuur later bij avondcolleges). Deze traditie is ontstaan in de tijd dat studenten nog geen (zak) horloges hadden en dus afhankelijk waren van de kerkklok. Zodra de kerkklok sloeg, wisten studenten dat ze nog een kwartier hadden om in de les te komen. Verder is Zweden eigenlijk wel zo’n beetje alles waar het om bekend staat. De natuur is prachtig en ongerept, het kan enorm sneeuwen (9 november viel er meer dan 30 cm), het leven (vooral alcohol) is duur, de mensen zijn vriendelijk en Engelssprekend en speciaal voor de mannen: absoluut, de vrouwen zijn prachtig. Quint van de Koedijk, student Human-Technology Interaction

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Ken je het begrip ‘terugdeinzen’? Gebeurt vanzelf wanneer je op de bovenste verdieping het toilet wilt binnengaan. (De pot is nog bruiner dan de wastafel.) Veel van de plaatjes zijn opgehangen door Dirk Lippits; als je ‘blikt’ bij een 2000m-wedstrijd mag je hier namelijk naaktfoto’s ophangen.

Johann Slabber (Technische Bedrijfskunde) zei het al: “Alles is hier een wedstrijd”. Dus ook bij het poseren wordt er geduwd en getrokken. Er staan twee Tims op deze foto, daarom wordt de ene Mo genoemd (Tim Henssen) en de andere Nimo (Tim Hübener, Software Science).

Stel je voor: vier hoofdjes aan de linkerkant met open monden op tafelbladhoogte en rechts groepsgenoten die bitterballen over de tafel sjoelen. Dan heb je een beeld van de introductietijd van Thêta-leden. De sjaars lopen ieder jaar langs de vier Thêta-huizen voor opdrachtjes.

Handig, zo’n muur voor polls.

Living on campus

With the opening of the student tower blocks Aurora and Luna there will from now on be many hundreds of students and employees living on campus. Time to make a tour.

“My own great little place” Before she moved into her studio in Luna and was still living in her home town of Landgraaf, 18-year-old Veerle Lemmens spent a very long time looking for housing. But once she had moved, she felt right at home: “This really is my own little place. I like a tidy house and having privacy. Now there is no one else I have to keep happy, and when I need company, I can go in search of it.” The first-year student of Psychology & Technology intends to look for new accommodation if the rent rises at Luna. “I and my girlfriends may well look for a flat or house we can share. That would be fun too.” For Veerle, handling her budget took the most getting used to, that and doing her food shopping by bike in the center of Eindhoven. But she also misses her mum, and especially her twin sister, very much. “Luckily we still see each other a lot. And now going back home is that much more fun.” Although she initially thought she knew no one on campus, she immediately ran into familiar faces from Limburg when she came to see her studio and during her move. “That felt really good and familiar right away. And the people on my floor here popped round in my first week to introduce themselves. One of them even borrowed my TV so he could install his PlayStation. And for this part of our floor, we even have a WhatsApp group.” She is confident that more group activities will be organized once the communal rooms are ready. “You know, we often sat up on the roof terrace together when the weather was still nice. So I’m sure that will happen.” She is enjoying her study program, although she finds it very technical; she had expected a greater emphasis on psychology. “I may still decide to do my first-choice study program, one that would mean I could become an air traffic controller. But for the time being I am keeping all my options open.” Interview | Tiny Poppe Photo | Bart van Overbeeke


10 | Interview

24 november 2016

? De Vragenbank

“Intensief”, oordeelt Monique Kuyck, (48), hoofd Operational Services bij Dienst Interne Zaken, na afloop van het gesprek. Maar omdat ze vrij open in het leven staat, heeft ze geen moeite met het geven van antwoorden.

Wat is het grootste risico dat je ooit hebt genomen?

Wie of wat heeft je het meeste geraakt?

Wanneer wilde je eigenlijk opgeven en zette je toch door?

Wat zegt het stemmetje in je hoofd?

Wat heb je gedaan waar je niet bepaald trots op bent?

“Dat ik een paar dagen nadat de MH17 is neergestort in het vliegtuig stapte naar Australië. Althans zo ervaarden mensen om mij heen dat. “Ga je nog wel?”, vroegen ze. Verder heb ik weleens een baan opgezegd zonder dat ik een andere had en ik ben ooit op de TU/e begonnen met een jaarcontract. Intern liep ik onlangs een bepaald risico door de automaten van andere koffie te voorzien, want koffie is heel erg belangrijk op de TU/e. Daar heeft iedereen een mening over, maar volgens mij heeft dat wel goed uitgepakt.”

“Mijn man! Hij heeft een heel grote rol gespeeld in mijn ontwikkeling van een onzekere jonge dame tot de persoon die ik nu ben. Hij heeft me altijd ontzettend gestimuleerd en gesteund, is heel relativerend en positief. “Gewoon doen, je kan het”, zegt hij altijd. Inmiddels kennen we elkaar 25 jaar en ik ben heel trots op wat wij als gezin hebben bereikt. Het was namelijk allemaal niet zo vanzelfsprekend.”

“Ik geef niet zo snel op, probeer alles altijd zo positief mogelijk te benaderen. Dat doe ik ook als ik tegengas krijg of als de druk op mij en mijn team groot wordt, zoals nu met de grote studentenaantallen. Soms bereik je niet wat je voor ogen staat, maar het is de kunst om dan gewoon door te gaan. Mijn team werkt er keihard aan om alles goed te laten verlopen en ik ben dan ook erg trots op hen en de resultaten die we behalen.”

“Stap voor stap, dan breekt het lijntje niet”, “Alles op zijn tijd”, “Morgen is er weer een dag” ofwel op zijn Brabants: “Gij maakt mij de pis niet lauw”, zeg ik regelmatig tegen mezelf. We doen ons best, er gaan geen mensen dood als iets niet lukt. Ook al zouden we 24 uur per dag werken, dan nóg is het werk hier niet af. Ik draag aan mijn mensen uit dat we stap voor stap vooruit gaan, want al werk je tien keer zo hard, we krijgen er niet ineens meer zalen of vierkante meters bij. En als we te lang teveel van medewerkers vragen, dan raken ze opgebrand. Dan zijn we nog verder van huis.”

“Ik heb er spijt van dat ik me te weinig heb ingezet op mijn middelbare school. Het is uiteinde­ lijk wel goedgekomen, want via het vwo en de havo heb ik uiteindelijk de mavo afgemaakt en na het mbo naast een fulltime baan een hbo-studie gevolgd in de avonduren. Dat was niet gemakkelijk; ik ben nu eenmaal niet het type om te studeren, ik leer het best in de praktijk. Daarom ben ik er heel trots op dat ik uiteindelijk toch een hbo-opleiding heb behaald. Alleen het voortraject had wat mij betreft wat korter en gemakkelijker mogen zijn.”

Interview | Tiny Poppe Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

“Intense,” says Monique Kuyck, (48), head of Operational Services (Internal Affaires), in appraising her interview. But because she takes an open approach to life, she has no difficulty giving answers.”

What is the biggest risk you have ever taken?

Who or what has moved you the most?

When did you want to give up but instead you persevered?

What does the voice in your head say?

What have you done that you are not particularly proud of?

“Flying to Australia a few days after flight MH17 crashed. At least that is how people around me saw it. “Are you still going?” they asked. I once quit a job without having another one lined up, and I once started at TU/e on a one-year contract. Internally, I recently ran a certain amount of risk by having different coffee put in the dispensers; coffee is very important at TU/e. Everyone has an opinion about it, but I think the change has gone down well.”

“My husband! He has played a major role in my development from uncertain young woman to the person I am now. He has always been greatly supportive and encouraging, is great at putting things into perspective, and positive. “Just do it, you can,” he always says. We have now known each other for 25 years and I am very proud of what we have achieved as a family. That’s because there have been some hurdles to overcome.”

“I don’t give up easily, I always try to approach things as positively as possible. I do that when I meet with resistance or when I and my team are under strong pressure, like now with the high student numbers. At times you don’t achieve what you have in mind, so then the skill lies in simply going on. My team works its socks off to get everything running smoothly and so I am very proud of them and the results we achieve.”

“Slowly but surely”, “All in good time”, “Tomorrow is another day” or as we say in Brabant: “Gij maakt mij de pis niet lauw” [you don’t scare me] are all things I regularly tell myself. We do our best, and no one is going to die if something goes wrong. Even if we were to work 24 hours a day, our work would never be done. I make it clear to my people that we need to make progress one step at a time, because even if they work ten times as hard, we won’t suddenly get more lecture rooms or square meters. And if we ask too much of employees for too long, we exhaust them. And that gets us nowhere.”

“I regret that I made too little effort in high school. Everything turned out well in the end, because having started first the pre-university program (vwo) and then senior secondary general education (havo), I eventually completed junior secondary general education (mavo) and then senior secondary vocational education (mbo). Then I completed a degree-level course (higher professional education, hbo) in the evenings while working full time. It was not easy; studying just isn’t for me, I learn best ‘on the job’. That is why I am very proud that I finally achieved a hbo degree.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Diefstal gebeurt alleen in oude verhalen Afgelopen maand was ik voor het eerst in Japan. Ik verwachtte in de metro gepropt te worden door mensen met witte handschoentjes, robots die over straat lopen, en hip geklede jongelui met gekleurd haar zoals in computerspelletjes. Niets van dat alles natuurlijk. De grootste verschillen zijn veel subtieler, maar ook veel ingrijpender. Ik ging lunchen met een Japanse collega in een MUJI winkel. Hij zette zijn laptoptas neer op een stoel, en liep met me mee naar de balie om eten te bestellen. Ik nam mijn rugtas mee, en vroeg hem na een paar minuten: “Ben je niet bang dat iemand je laptop steelt?” Hij zei:

“Er wordt hier niets gestolen”. En hij keek me aan alsof ik had gevraagd had waarom er nergens slaven rondliepen. Een andere Japanse collega bevestigde enkele dagen later dat diefstal praktisch geen probleem is. “Ja, vroeger werd er wel gestolen, dat lees je wel eens in oude verhalen.” Een beetje zoals wij in Neder­land over ridders en kruistochten lezen. Of over neanderthalers. Wat me verbaast, is niet dat de normen omtrent diefstal verschillen tussen landen. Ik ging ooit voor mijn werk op reis naar Brazilië, en kocht een reisboekje om me voor te bereiden. Hierin stond een gedetailleerde lijst met wat

Brain matters

je moet doen wanneer je beroofd wordt. De beste tip was om altijd contant geld bij je te hebben. Braziliaanse overvallers worden namelijk erg boos als ze de moeite nemen om je te beroven, en je hebt geen geld bij je. Wat me wél verbaast, is dat het andere uiterste, een samenleving waar diefstal bijna niet voorkomt, niet alleen theoretisch mogelijk is, maar ook praktisch haalbaar. Parken vol met tassen waar niemand van de voetballende ouders en kinderen op let. Er wordt wel eens gestolen (in de statistieken is ‘Woman’s clothing’ een categorie, waarmee damesslipjes bedoeld

worden), maar het is zeldzaam. Ik realiseerde me dat ik sommige dingen in mijn leven als een gegeven beschouwde. Zoals dat je in een samenleving, zeker in een grote stad, altijd een groep mensen hebt die het voor de rest verpest. Dieven. Niet zo sociale mensen. Iedereen in onze samenleving ligt op een statistische verdeling, en je houdt altijd negatieve extremen. Maar na mijn reis in Japan zag ik dat je wat sommige normen betreft gewoon de hele statistische verdeling op kan schuiven, zodat zelfs de zeer extreem negatieve mensen in de samenleving bepaald gedrag niet meer vertonen.

Ik sprak tijdens het uitlaten van mijn hond met een oude Rotterdammer, die zei dat het in de jaren na de oorlog in Rotterdam ook zo was. Mensen haalden het niet in hun hoofd om rottigheid uit te halen. Na twee weken terug in Nederland te zijn, denk ik als modern Nederlands stadsmens af en toe met lichte weemoed terug aan Japan. En ik denk aan hoe in onze samenleving niks gegeven is. Sommige dingen kunnen écht beter. Wisten we maar hoe. Daniël Lakens | universitair docent Toegepaste Cognitieve Psychologie bij de afdeling Human Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Theft only occurs in old stories Last month I visited Japan for the first time. I was expecting to be stuffed into the metro by people wearing white gloves, expected to see robots walking the streets, and cool fashionable youngsters with dyed hair. None of that, of course. The greatest differences are far more subtle, though much more drastic as well. I went for lunch with a Japanese colleague in a MUJI shop. He put his laptop bag on a chair and walked along with me to the counter to order his food. I took my backpack, and asked him: “Aren’t you afraid that someone might steal your laptop?”

He said: “Nothing is ever stolen here”. And he looked at me as if I had asked him why there were no slaves walking around. Several days later another Japanese colleague confirmed that theft is hardly a problem at all. “Well, in the past things sometimes got stolen, as you can read in old stories.” In the same vein as when we in the Netherlands read about knights and crusades. What surprises me is not that the standards concerning theft should differ between countries. I once went on a trip to Brazil for my work, so I bought a travel guide. It contained a detailed list stating what to do

when you get robbed. The best tip was to make sure you always have cash on you. Brazilian muggers tend to get really angry when they take the trouble to rob you, and you have no money on you. What does surprise me is that the other extreme, a society where theft is almost non-existent, is not only theoretically possible, but practically feasible too. Parks full of bags that are not being watched by any of the parents. Although the odd item is stolen occasionally (in Japanese statistics ‘Women’s clothing’ is a category, meaning ladies’ knickers), the phenomenon is rare.

I realized that I regarded some of the things in my life as a given. Like the fact that in any society, especially in a big city, there is always a group of people spoiling things for everybody else. Thieves. Everybody in our society is ranged according to one or other statistic category, and there will always be negative extremes. Still, after my tour of Japan I saw that for certain standards you can simply shift the whole statistic division, so that even very extremely negative people in society no longer display certain kinds of behavior. While walking my dog I spoke to an old Rotterdam inhabitant, who said

that things were similar in Rotterdam during the years after the war. People would not dream of doing anything rotten. After having been back in the Netherlands for two weeks, it is with some wistfulness that I think back to Japan now and then as a modern Dutch city-dweller. And I consider how nothing is a given in our own society. Some things could really be better. If only we knew how.

Daniël Lakens | Assistant Professor of Applied Cognitive Psychology with the Human Technology Interaction division


12 | Focus

24 november 2016

Photo | iStockphoto Text | Han Konings Hoe ontwerp je een paviljoen dat festivalbezoekers nieuwsgierig maakt en naar binnen lokt, maar dat tegelijkertijd snel kan worden opgebouwd en afgebroken en dat gemakkelijk te vervoeren is? Daarnaast moeten exposanten er hun duurzame producten in kunnen showen. Bij Bouwkunde gingen dit jaar 26 studenten aan de slag met deze opdracht en uiteindelijk bleven 6 concepten over. Die zes dingen mee naar de SummerLabb STW Design Award. Vandaag, donderdag 24 november, wordt de winnaar in Utrecht bekendgemaakt tijdens het jaarcongres van STW.

Flexibele, duurza Twee jaar terug viel de allereerste award toe aan Bouwkundestudente Floor van Schie met haar ‘City of the Future’. Ze oogstte er veel lof mee en won diverse prijzen. Duurzaamheid en hergebruik waren voor haar leidende principes. De afgelopen twee jaar heeft haar paviljoen, dat bestaat uit twaalf huisjes op verschillende niveaus, geschitterd op een tiental festivals en evenementen. Haar toekomststad was onder meer gemaakt van gerecyclede tuinstoelen en plastic speelgoed. Maar ook vele afgedankte deuren uit het Hoofdgebouw werden erin verwerkt, waaronder die van oud-rector Hans van Duijn. SummerLabb is een initiatief van Jan Douwe Kroeske. De oud-dj reist al vele jaren met een duurzaam paviljoen langs festivals en evenementen en stond in het verleden onder meer op Lowlands. Nu is Extrema Outdoor in Best een vaste pleisterplaats geworden. In de paviljoens krijgt het publiek een sneakpreview te zien van wat de toekomst te bieden heeft op het gebied van duurzaamheid en innovatie.

Flexible, sustainable and easy to construct eye-catchers How do you design a pavilion that makes festival visitors curious and draws them inside, but that is also quick to construct and disassemble, and easy to transport? At Architecture, Building and Planning 26 students set to work on this assignment this year, and eventually six concepts were left. These six structures are entries for the SummerLabb STW Design Award. Today, Thursday November 24, the winner will be announced at the STW annual conference in Utrecht.

Pop-up Paviljoen | Een ontwerp van

Rik Okel. Geïnspireerd op een pop-up boek, waarin de illustraties regelrecht van het papier afspringen. Door het ‘opvouwen’ van de onderdelen is zowel transport, montage als demontage gemakkelijk en snel. Door de mogelijkheid om pop-up paviljoens te kunnen stapelen, ontstaat er een veelheid aan gebruiksmogelijkheden, waarbij festivalbezoekers op een verhoogd niveau een mooi overzicht wordt geboden.

A design by Rik Okel. Inspired by a pop-up book. Transport, assemble and deconstruction are made quick and easy by the ‘folding up’ of the parts.

Sustainable Cardboard Pavilion |

Een ontwerp van Fabian van der Wielen. Het paviljoen is volledig uit waterbestendig karton opgebouwd en wordt in zes scharnierende delen aangevoerd. Op het festivalterrein worden de delen uitgevouwen, waardoor een driehoekige vorm ontstaat van circa vier meter hoog met een grond­oppervlak van vierenhalf bij twaalf meter. A design by Fabian van der Wielen. The pavilion is constructed entirely from water-resistant cardboard and arrives in six hinged parts. At the festival grounds the parts are folded out to produce a triangular form approx. 4 meters high, with a floor area of 4.5 by 12 meters.

Origami Inspired Folding Pavilion |

Een ontwerp van Igor Jablan. Opgebouwd uit driehoekige platen met een typische origamistructuur. De platen zijn scharnierend aan elkaar bevestigd, waardoor het complete paviljoen in- en uitgevouwen kan worden. Vanwege het gebruik van multiplex­ platen wordt een gesloten binnenruimte gecreëerd, waarbij er volop mogelijkheden zijn om presentaties en exposities in te richten.

A design by Igor Jablan. Constructed from triangular plates with a characteristic origami structure. The plates are hinged together, making it possible to fold up and fold out the complete pavilion.


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

ame en gemakkelijk op te bouwen blikvangers A Bend Pavilion | Een ontwerp

van Ramón Arufe Bustelo. Alle kunststofplaten hiervoor worden als vlakke platen vervoerd en daarmee volstaat één vracht­ wagen om een hele serie paviljoens te vervoeren. De enorme platen, het type dat ook wordt gebruikt voor vrachtwagendaken, maken elegante vormen mogelijk, waarbij ze rechtstreeks vanaf de vrachtwagen worden gebogen. Door de gebogen vorm aan een starre grondplaat te bevestigen, wordt de vorm gefixeerd.

A design by Ramón Arufe Bustelo. As all the pavilion’s plastic plates are transported as flat pieces, a single truck is all it takes to relocate a whole series of pavilions. The enormous plates make it possible to create elegant forms; they can bent into shape as they leave the truck. Attaching the bent form to a rigid ground plate fixes the shape.

The Fold | Een ontwerp van Jon Scherptong.

Dit op origami geïnspireerde paviljoen is opgebouwd uit volledig transparante materialen. Het gebruik van transparante platen geeft de paviljoens een zeer open karakter. Vanwege de vele flexibele verbindingen is het mogelijk om de paviljoens eenvoudig in- en uit te vouwen ten behoeve van transport en de opslag tussen de festivals.

A design by Jon Scherptong. This origami-inspired pavilion is constructed from fully transparent materials. The use of transparent plates gives the pavilions a very open character.

DELTA Paviljoen | Een ontwerp van de broers Jeroen en Willem Rooding. Gebaseerd op een flexibele huid, die is opgebouwd uit een waterdichte, flexibele folie, waarop aan beide zijden driehoekige platen met zijden van circa één meter zijn bevestigd. De flexibele folie is EFTE-folie (ethylene tetrafluoroethylene), de driehoekige platen zijn aan de buitenzijde van gerecycled kunststof en aan de binnenzijde van een dunne laag hout. Deze flexibele huid kan worden opgevouwen om het transport te vereenvoudigen. Op het festivalterrein worden enkele kolommen aangebracht, waarover de flexibele huid wordt geplooid, wat uniek gevormde paviljoens oplevert. A design by the brothers Jeroen and Willem Rooding. Based on a flexible skin, which is constructed from water-tight, flexible foil and to both sides of which equilateral triangular plates measuring approx. 1 meter along their sides are attached.


14 | Uitgelicht

24 november 2016

‘Activiteiten mét in plaats van vóór internationals organiseren’ Tekst | Judith van Gaal Foto’s | Bart van Overbeeke

Steeds meer internationale studenten weten de weg naar de TU/e te vinden. Toch vertaalt zich dat nog niet in evenveel buitenlandse studenten die zich actief inzetten bij verenigingen. De taal is een hobbel, evenals de aard van de activiteiten of de onbekendheid met de vereniging. Toch komt er steeds meer beweging in, door meer internationale studenten, Engelstalige studies, de recente aanstelling van een community-manager en gecombineerde activiteiten. ‘Tenminste dertig procent van alle leden van studie- en studentenverenigingen aan de TU/e moeten uit niet-Nederlandse studenten bestaan.’ Maar weinig studenten konden zich vinden in deze stelling die in september werd gelanceerd tijdens een universiteitsdebat. De reacties van studentbestuurders verschilden van ‘We hebben van alles geprobeerd om niet-Nederlandse studenten te betrekken, maar het lukte niet’ tot aan ‘ze voelen zich toch niet thuis binnen onze verenigingscultuur’. Toch kan zo’n stelling erg helpen in de discussie. Dat vertelt Erik de Jong, die onlangs door het College van Bestuur als communitymanager is aangesteld om de internationalisering te stimuleren en van de TU/e-populatie meer één geheel te maken. De Jong: “Een eis om internationals te hebben binnen alle verenigingen is niet ondenkbaar, al is dat niet van vandaag op morgen. Maar beter is de discussie voeren en verenigingen aan het

denken zetten. Wat kunnen ze doen, wat is hun rol? Als er niks gebeurt, hebben we straks internationale en nationale verenigingen, dat moet je ook als studentenverenigingen niet willen.” Volgens De Jong gaat het niet per se om de 30 procent-eis. “De sportverenigingen krijgen nu bijvoorbeeld beurzen op basis van verschillende criteria, waaronder het hebben van actieve internationale leden. Dat is ook een goede manier om het te stimuleren. Het zou onredelijk zijn om van internationale masterstudenten met een veeleisende beurs te verwachten dat ze een bestuursjaar doen. Daar hebben ze de (uitloop-)tijd niet voor. Maar een uitwisselingsstudent kan best een toernooitje organiseren. Dan moeten we wel laten weten dat we dat van ze verwachten. En als het voor gezelligheidsverenigingen moeilijk is de cultuuromslag te realiseren, moeten we in gesprek over wat ze wél kunnen bijdragen.”

“Het gaat erom dat iedereen bijdraagt aan de community, zowel Nederlanders als internationals. De manier waarop, dat is een zoektocht. Mijn droombeeld is dat we aan de ene kant onze unieke verenigingsstructuren behouden en aan de andere kant meer internationals betrekken bij verschillende activiteiten. De verenigingen moeten niet in de valkuil trappen dat ze activiteiten vóór internationals organiseren. Dat zouden ze mét hen moeten doen. We willen naar één grote groep, met TU/e-studenten en ook medewerkers die zich hier allemaal thuis voelen.”

“Iedereen moet zich hier thuis voelen” In de praktijk blijkt dat de mate van interactie tussen verschillende culturen nogal wisselt van vereniging tot vereniging. Waar de ene club kan rekenen op een grote aanwas aan studenten van over de hele wereld, blijken andere verenigingen bolwerken van Nederlandse studneten te zijn of louter uit niet-Nederlandse leden te bestaan. Neem de studieverenigingen, waarvan een groot deel van de studentenpopulatie lid is. Zij hebben maar weinig niet-Nederlandstalige studenten als bestuurslid - al laten ze weten

daar wel open voor te staan. Soms is dat omdat er geen belangstelling is vanuit internationale studenten, zo geven sommige bestuursleden aan. Maar soms zijn er gegronde redenen voor. Zoals bij Japie (faculteit Scheikundige Technologie). Fabrice Fontein, coördinator onderwijs: “Bij ons is het gebruikelijk dat studenten tussen de bachelor en master een bestuurs­ jaar doen. Onze bachelor is Nederlandstalig, waardoor er nog geen Engelstalige studenten binnen die jaarlaag zitten.” Bij Intermate (Innovation Sciences) heeft een internationale student belangstelling getoond voor een toekomstig bestuur, maar waarschijn­ lijk komt die niet voor iedere functie in aanmerking. Secretaris Laura Nijenhuis: “We proberen nu informatie voor de overdracht te vertalen. Het is echter niet zo makkelijk voor iedere functie. Een Commissaris Onderwijs moet bijvoorbeeld ook Nederlands spreken, omdat de meeste overleggen met de faculteit in het Nederlands zijn. Al komt daar wel wat verandering in.”

“Alles is in het Engels bij ons, zelfs als iedereen Nederlandstalig is” Actieve internationale leden zijn er wel en dat aantal lijkt toe te nemen. Ook komt er vanuit besturen en commissies steeds meer aandacht voor, onder meer door meer in het Engels te communiceren. Nijenhuis: “Het is juist leuk om internationale studenten te hebben binnen je vereniging. Wij hebben een of twee echt actieve internationale studenten per jaarlaag. Veel van onze masterstudenten zijn internationaal, maar die zien we helaas niet zoveel bij activiteiten. Verder is er een grote groep internationals van verschillende studies die onze donderdagborrel goed weten te vinden.” Naomi Kool, secretaris bij Lucid (faculteit Industrial Design): “Alle Algemene Leden­ vergaderingen zijn bij ons in het Engels, zelfs als alle mensen Nederlands spreken. We hebben een speciale internationale introdag gehad, waarbij nieuwe internationale studenten ook Industrial Design-studenten hebben ontmoet en niet alleen internationale studenten van andere studies. Ze waren heel enthousiast en we zien ze nu geregeld terug bij onze activiteiten. Dat klein beetje extra aandacht zorgt voor vertrouwen en binding.” Bij GEWIS (faculteit Wiskunde & Informatica) organiseert de commissie SCIFI activiteiten om de integratie te bevorderen en bij Industria (Industrial Engineering) is dat internationale ondervereniging Interactie. Bij CHEOPS (Bouwkunde) zien ze het aantal internationale leden toenemen. Secretaris


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Alissa Los: “Dit jaar is een derde van de nieuwe leden international. Vorig jaar waren het er slechts 10 en nu een stuk of 35. Voor het internationaliseren van onze vereniging is een beleid opgesteld.” Bij Simon Stevin (Werktuigbouwkunde) merken ze dat het lastig is om internationale studenten te betrekken in de organisatie van activiteiten, laat voorzitter Sebastiaan van Kemenade weten. “Initiële interesse is er wel, maar dit zwakt snel af ondanks onze aandacht. Ze zijn maar kort in Nederland en steken hun vrije tijd liever in andere dingen. We hebben nu wel ons eerste internationale commissielid in de Redactiecommissie, wij hopen dat we op deze manier de deur open hebben gezet voor meer internationale instroom.”

Botsen met verplichtingen bij een gezelligheidsvereniging Inez Wester is secretaris bij Compositum, de overkoepelende organisatie van gezellig­ heidsverenigingen E.S.C, SSRE en Demos. Zij laat weten dat ‘de deuren van die vereni­ gingen zeker openstaan voor niet-Nederlandse studenten’. “Met open activiteiten en feesten proberen we hen bij het Eindhovense studentenleven te betrekken. We merken echter dat internationale studenten zich door de taal en cultuurbarrière vaak laten tegenhouden om in te schrijven. Daarnaast lopen we er tegenaan dat internationale studenten vaak maar kort in Nederland zijn en vaak al in een andere studiefase zijn namelijk in hun master of PhD. Dit botst met

de verplichtingen die een studentenvereniging met zich meebrengt. Ook past het korte verblijf van internationale studenten niet bij het verenigingsleven dat vaak een meerjarig karakter heeft. Commissies en besturen worden gevuld vanuit het actieve ledenkader en die zijn vaak al een paar jaar actief lid. Bij het selecteren van bestuurders wordt gekeken naar kwaliteiten en competenties van het individu, hierbij speelt afkomst dus geen rol.” Bij internationale studentenvereniging Cosmos zien ze dat veel internationale studenten wel interesse hebben om bij te dragen aan verenigingen. Niels de Jong (External Affairs): “Ik heb van veel interna­ tionale studenten gehoord dat ze geïnteres­ seerd zijn in cultuur- en sportverenigingen. Sommigen zijn daar al actief in. Het feit dat verenigingen als SSRE, E.S.C. en Demos een diepgewortelde, Nederlandse, studenten­ cultuur hebben en dat ze tradities hebben die ze willen behouden, is goed te begrijpen. De taal is daarbij een grote barrière. Maar ik ken genoeg internationale studenten die erin geïnteresseerd zijn om met sociale activiteiten mee te doen naast hun studie.” Dat er maar weinig niet-Nederlandse studenten bestuurs­ functies hebben, komt vooral doordat ze de tijd er niet voor hebben en bijvoorbeeld in de knoei komen met hun visum, stelt Aylin Buyruk (Internal Affairs).

Internationale medezeggenschap De Pakistaan Danyal Haider was de eerste Engelstalige student ooit die in de universi­ teitsraad van de TU/e zat. Dit deed hij namens Groep-één. Haider blikt terug: “Er was in het begin een taalbarrière en vooral enkele

personeelsleden waren terughoudend omdat ze aangaven zich niet in het Engels te kunnen uitdrukken. Als oplossing is voor een tolk gekozen bij de UR-vergaderingen. We hebben vooruitgang geboekt, omdat iedereen nu weet wat je kunt verwachten als je een internationale student in de universiteitsraad hebt. Ook is aan een internationaliseringsbeleid voor de raad gewerkt. Ik had geluk dat de voorzitter van Groep-één erg enthousiast was. It takes two to tango. Je hebt geïnteresseerde internationale studenten nodig en je moet mensen in verenigingen hebben die zich hard maken voor de inzet van internationale studenten.” Bart Verhaegh, de huidige voorzitter van Groep-één: “We zouden het zo weer doen, als er een internationale student de fractie in wil. Sinds begin 2016 communiceren we meer in

het Engels naar onze achterban, en dat is soms best lastig. Sommige onderwerpen zijn specifiek Nederlands - en wettelijk moeten bepaalde stukken sowieso in het Nederlands zijn. Ik zou het wel goed vinden als het College van Bestuur initiatief zou laten zien en de vergaderingen in het Engels zou houden. Als je dat van een vereniging verlangt, zou je zelf het goede voorbeeld moeten geven. Het kost wel tijd en energie om internationale studenten te betrekken, maar de wil is er.” Bij de Eindhovense StudentenRaad zijn nu twee internationale studenten actief. Vice-voorzitter Bing Lin: “We willen meer internationale studenten aanspreken. De samenstelling op de universiteit verandert en om alle studenten goed te representeren, hebben we ook frisse blikken vanuit interna­ tionals nodig. We hebben sinds een tijdje


16 | Uitgelicht

de ESR Focus Group meeting, waarin we met studenten onderwerpen voor de UR-vergaderingen voorbespreken. De laatste keer waren daar twee niet-Nederlandse studenten bij en er was binnen de fractie even wat discussie hoe we dat moeten aanpakken en of we een tolk moesten regelen. Omdat we niemand willen buitensluiten, hebben we de meeting volledig in het Engels gehouden. Dat was moeilijker, maar we kijken er positief op terug. De internationals vonden het erg leuk om over punten mee te discussiëren.”

The other way around Het gebeurt ook andersom; dat Nederlanders in de minderheid zijn bij een studentenvereniging. Dat was aanvankelijk zo bij de in mei opgerichte debatvereniging Chronos. Inmiddels zijn er meer Nederlanders actief en is het een mix van nationaliteiten. Mede-oprichter Michael Stolk: “Wij hebben niets actief gedaan om internationale studenten aan te trekken. Het helpt wel dat we alles Engelstalig doen. De voornaamste reden daarvoor is dat we aan internationale toernooien willen meedoen. Nu we meer Nederlandse leden hebben, overwegen we om ook enkele debatten in het Nederlands te houden. We willen niemand uitsluiten en we zoeken juist leden met verschillende achtergronden en meningen. Dat doet de debatten alleen maar goed. Daardoor krijg je vanzelf een heel gemengde groep. We kunnen veel van elkaar leren. Zo zijn Indiërs gewend om hun argumenten formeel te brengen, terwijl Nederlanders erg direct zijn. In de discussies werkt een combinatie van die twee het beste.”

24 november 2016

Cosmos zag de afgelopen jaren studenten van allerlei nationaliteiten over de vloer komen in de Common Room. Alleen de Nederlanders ontbraken vaak nog. Daar komt langzaam maar zeker verandering in. Er zijn nu meer dan 55 nationaliteiten binnen de vereniging, en zo’n 10 tot 15 procent daarvan is Nederlander, vertelt Buyruk. “We hadden tot voor kort als doel om internationale studenten te laten integreren in de lokale gemeenschap, maar nu ligt de focus op wederzijdse integratie. We werken steeds vaker samen met verschillende verenigingen en zetten samen activiteiten op. We proberen bewust­ zijn te creëren. Het beeld bestaat bijvoorbeeld dat internationale studenten niet van feesten en uitgaan houden, maar dat gaat echt niet voor iedereen op. De taal blijft lastig, het kost tijd om goed Nederlands te kunnen spreken. Het kan zijn dat we over een paar jaar ons doel hebben bereikt, maar ik verwacht dat we wel blijven bestaan. Internationale studenten hebben toch specifieke vragen-bijvoorbeeld hoe ze huisvesting kunnen regelen en hebben behoefte aan gesprekken met anderen met dezelfde ervaring. Dat verandert niet.”

“Iedereen moet zich hier welkom voelen” Ook het Studentensportcentrum wil de internationalisering een verdere boost geven. Sportdocent Lara Hofstra heeft onlangs veertig studentensportverenigingen over dit onderwerp gesproken. Hofstra: “Ik heb gemerkt dat de meeste bestuursleden er al volop mee bezig zijn en dat ze erg openstaan voor internationale studenten. Ze communi­ ceren veel in het Engels en enkele verenigingen hebben buitenlandse bestuursleden. Ze missen

alleen soms het initiatief van buitenlandse studenten zelf en lopen er tegenaan dat die vaak maar voor een halfjaar hier zijn. Met het Sportcentrum doen we steeds meer aan community-building. Onze Cubaanse salsales wordt bijvoorbeeld goed bezocht, we hebben veel internationale docenten en partners van buitenlandse medewerkers laten we nu ook kennismaken met het Sportcentrum. We doen al jaren alles tweetalig of alleen in het Engels. We hebben allerlei plannen. We kunnen nieuwe buitenlandse studenten bijvoorbeeld

een brochure meegeven met uitleg over de verwachtingen en tradities van de sportverenigingen. Of een groep Chinezen rondleiden met een tolk of een keer een korfbaltoernooi organiseren omdat ze die sport niet kennen. We gaan een ‘Ik houd van Holland-quiz’ houden met Cosmos. Ik ben zelf in het buitenland opgegroeid en vond het eerst erg moeilijk om aansluiting te vinden in Nederland en vriendschappen op te bouwen. Dat hoor ik meer om me heen. Iedereen moet zich hier welkom voelen.”


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

“We also need fresh eyes from internationals” ‘At least thirty percent of all the members of study and student associations at TU/e should consist of non-Dutch students.’ Only very few students could identify with this thesis which was launched during a university debate. Reactions voiced by student committee members ranged from ‘We have tried all sorts of things to involve non-Dutch students, but we have not succeeded’ to ‘They don’t feel at home anyway within our association’s culture’. Still, such a thesis can be useful in the discussion. Says Erik de Jong, who was recently appointed as community manager by the Executive Board in order to stimulate internationalization and mold the TU/e population more into one body. De Jong: “A requirement that there should be inter­ nationals within all the associations is not inconceivable, although this cannot be achieved overnight. It is better, though, to have the discussion and set associations thinking. What can they do, what is their role?” De Jong: “It is vital that everybody should contribute to the community, both Dutch and international students. The way in which that can be realized is a quest. My dream would be to retain our unique association structures on the one hand while on the other hand involving more internationals in various activities. The associations should try to avoid the trap of organizing activities for internationals. They should do so with them. We want to evolve towards one big group, comprising TU/e students as well as staff members who all feel at home here.”

“Everybody should feel at home here” Practice shows that the extent of interaction between different cultures may vary strongly between associations. Whereas one club can count on a big rise in numbers of students from all around the world, other associations turn out to be strongholds of Dutch students or to consist exclusively of non-Dutch members. Take the study associations, of which a large portion of the student population are members. They have very few non-Dutch students as committee members - although they do emphasize that they are open to them. Sometimes this is because there is no interest from international students, as certain committee members indicate. In other cases, though, there are valid reasons for this.

At Intermate (Innovation Sciences) an international student has shown his interest in a future committee, but he probably does not qualify for every position. Secretary Laura Nijenhuis: “Now we are trying to translate information for the transfer, but it is not so easy for every position. An Education Officer, for instance, needs to speak Dutch as well, as most consultation meetings with the department are conducted in Dutch. Although things are changing a bit in that respect.” Naomi Kool, secretary at Lucid (Department of Industrial Design): “All the General Members’ meetings with us are held in English, even if everybody present speaks Dutch. We have had a special international introduction day, on which new international students have also met Industrial Design students and not only international students of other studies. They were very enthusiastic and we now see that they attend our activities regularly. That little bit of extra attention generates trust and bonding.”

Clash with obligations in a social club Inez Wester is secretary at Compositum, the umbrella organization of social clubs E.S.C, SSRE and Demos. She says that ‘the doors of those clubs are certainly open to non-Dutch students’. “By means of open activities and parties we try to involve them in student life in Eindhoven. We notice, though, that international students are often deterred from registering by the linguistic and cultural barriers. Also, we face the reality that many international students are in the Netherlands for a short stint only and are often in another stage of their studies already - for example in

More and more international students manage to find their way to TU/e. However, that does not yet translate into as many foreign students taking an active part in associations. The language is a hurdle, as is the nature of the activities or the unfamiliarity with the association. Nevertheless there is more movement gradually, thanks to more international students, English-language studies, the recent appointment of a community manager and combined activities.

their Master’s or PhD program. This clashes with the obligations that a student association entails.” At international student association Cosmos they see that a lot of international students are interested alright in participating in associations. Niels de Jong (External Affairs): “I’ve heard from many international students that they are interested in cultural and sports clubs. Some of them are already active there. The fact that associations like SSRE, E.S.C. and Demos have a deep-rooted, truly Dutch, student culture and that they have traditions which they want to preserve is quite understandable. The language is a big barrier indeed. Still, I know plenty of international students who are interested in joining in with social activities apart from their studies.” That there is only a handful of non-Dutch students holding committee positions is mainly due to the fact that many do not have the time for this and get into trouble with their visas for instance, says Aylin Buyruk (Internal Affairs).

International co-determination The Pakistani Danyal Haider was the first English-speaking student ever to hold a seat on the TU/e University Council. Haider looks back: “Initially there was a language barrier and some staff members were reticent because they indicated that they were unable to express themselves clearly in English. The solution was to have an interpreter assisting during University Council meetings. We have made progress since then, because everybody now knows what to expect when you have an international student in the University Council.

In addition, an internationalization policy for the Council has been taken in hand.” Bart Verhaegh, the current chairman of Groep-één: “We would do it again straight away, if there was an international student willing to join the group. Since the beginning of 2016 more of our communication with our voters has been in English, which proves to be quite awkward at times. Some subjects are typically Dutch - and certain documents simply need to be in Dutch in order to be legally valid. I wouldn’t mind if the Executive Board showed some initiative and would hold its meetings in English.” At present there are two international students involved in the Eindhoven Student Council. Vice-chairman Bing Lin: “We want to appeal to more international students. The composition of the university population is changing and if we are to represent all students properly, we also need fresh eyes from internationals.” Cosmos saw students of many different nationalities attending the Common Room in the past few years. Only the Dutch were often absent. Slowly but surely that is changing. Now we have more than 55 nationalities within the association, of which some 10 to 15 percent are Dutch, says Buyruk. “Until recently it was our goal to let inter­ national students integrate with the local community, whereas our focus now is on mutual integration. More and more often we are working together with various associations and organizing activities jointly. We try to create awareness. For instance, there is the view that international students don’t like parties and going out, but that is definitely not true for all of them. The language continues to be a hurdle, as it takes time to learn to speak Dutch properly.” The Student Sports Center also wants to give a further boost to internationalization. Sports teacher Lara Hofstra has recently spoken about this topic to forty student sports associations: “I’ve noticed that most committee members are devoting lots of attention to this and are very much open to international students. They communicate in English a lot and several associations have foreign committee members. Sometimes, though, they only miss the initiative of foreign students themselves and often they are confronted with the fact that they are only here for six months. In our Sports Center we are increasingly involved in community building. I myself grew up abroad and I first found it very difficult to link up with Dutch people and build up friendships. I hear more people saying this. Everybody should feel welcome here.”


18 | Onderzoek

24 november 2016

Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

Beter meten aan het hart Hartfalen - als het hart niet meer in staat is om voldoende bloed door het lichaam te pompen om alle organen van vers bloed te voorzien - is een veelvoorkomend probleem. Alleen in Nederland al lijden meer dan honderdduizend mensen aan een vorm van hartfalen. Om de juiste behandeling te bepalen, zowel tijdens ingrepen op de operatietafel als voor de lange termijn, is het belangrijk om te kunnen meten hoe goed het hart zijn werk nog doet. Die metingen worden meestal verricht met sensoren die met katheters in de bloedbaan vlakbij het hart worden geplaatst, vertelt Ingeborg Herold, als intensivist en anesthesist werkzaam op de intensive care van het Catharina Ziekenhuis Eindhoven. “Dat gebeurt via aders bij de schouder of de hals. Met die katheters kun je de druk in het hart meten, en de hoeveelheid bloed die per minuut door het hart stroomt. Het nadeel is dat dergelijke infusen vrij ingrijpend zijn; je wilt liever op een zogeheten niet-invasieve manier de hartfunctie kunnen meten.”

Door kleine gasbelletjes te injecteren, kun je veel nauwkeurigere echo’s maken

a

Met een niet-invasieve techniek als een standaard ultrageluid - bekend van onder meer de zwangerschapsecho’s - kun je wel iets zeggen over de contractiekracht van het hart, vertelt ze, maar de interpretatie van de arts speelt hierbij eigenlijk een te grote rol. Al in 2004 toonde toenmalig promovendus Massimo Mischi, tegenwoordig uhd bij Signal Processing Systems en copromotor van zowel Herold als haar TU/e-collega Salvatore Saporito, aan dat je door kleine gasbelletjes in de bloedbaan te injecteren veel nauw­keurigere metingen kunt doen met ultrageluid. Deze echocontrast-techniek stelt artsen in staat om zogeheten pulmonale transittijden te bepalen: de tijd die het bloed doet over het traject van de rechterkamer van het hart via de longen terug naar de linkerboezem, waarna het zuurstofrijke bloed door de linkerkamer via de aorta de rest van het lichaam wordt ingepompt.

Voor, tijdens en na interventies bij hartpatiënten is het belangrijk dat artsen kunnen bepalen hoe goed het hart functioneert. Ingeborg Herold, arts in het Catharina Ziekenhuis, en Salvatore Saporito, MRI-expert bij Electrical Engineering, vergeleken metingen met ultrageluid en MRI om de hartfunctie zo laagdrempelig mogelijk te kunnen bepalen. Ze promoveerden beiden op 17 november aan de TU/e op dit onderwerp.

de techniek niet bruikbaar is op de operatie­ kamer of intensive care. MRI wordt meestal gebruikt om het inwendige van de patiënt in beeld te brengen, terwijl Saporito zich juist richtte op een kwantitatieve bepaling van de transittijd, legt hij uit: “We willen toe naar een volledig geautomatiseerd meetsysteem, waarbij het niet uitmaakt of een arts of een ingenieur de apparatuur bedient. Maar er zijn ook een paar essentiële verschillen tussen MRI en ultrageluid die een vergelijking tussen beide methodes belangrijk maken onder meer dat de gasbelletjes zo groot zijn dat ze de bloedbaan niet kunnen verlaten, terwijl de MRI-contrastvloeistof wel voor een deel weglekt.”

De plaatselijke bouwmarkt was hofleverancier voor de proefopstelling

“Als die transittijd veel langer is dan normaal, dan is dat een indicatie dat de stroomsnelheid van het bloed te laag is, en het hart niet goed functioneert”, vertelt Herold. “Het doel van mijn promotieonderzoek was om de techniek van Massimo naar de klinische praktijk te brengen.” Daarbij kreeg ze hulp van Mischi’s landgenoot Saporito. De Italiaan keek eveneens naar de pulmonale transittijd, maar dan met MRI. Net als bij de ultrageluidmetingen wordt hierbij een contrastmiddel toegediend om de ‘flow’ van het bloed te kunnen volgen: in dit geval geen gasbelletjes, maar de stof gadolinium. Het voordeel van MRI is dat dit een ‘volwassen’, gevalideerde techniek is, het nadeel dat de patiënt in een scanner moet liggen, waardoor

b

Beelden waarin de passage van bloed met contrastmiddel door respectievelijk de rechterhartkamer (blauw en rood) en de linkerhartkamer (groen en geel) zichtbaar is gemaakt met a) dynamic contrast-enhanced MRI en b) contrast-enhanced ultrasound.

Omdat zowel met ultrageluid als MRI niet over langere periodes gemeten kan worden, keek Saporito ook naar een methode om met draagbare elektrodes op de huid de aanwezigheid van vloeistoffen in de borstholte te meten. “De gedachte is dat je deze methode kunt combineren met de andere twee om optimale informatie te vergaren over de toestand van de hartpatiënt”, zegt de Italiaan. “Uit de zogeheten indicatordilutiecurve, waarmee we de transittijd

c

bepalen, kun je ook afleiden hoeveel vocht er uit de bloedbaan weglekt”, vult Herold aan. “Vochtophoping achter de longen, longwater, is ook een van de belangrijkste symptomen van hartfalen. In de praktijk wordt hiervoor nu nog bij patiënten op de operatietafel een koude vloeistof in het hart gespoten. Door de temperatuurverdeling van het langsstromende bloed te meten, kun je dan iets zeggen over de aanwezigheid van longwater.” Om grip te krijgen op de meetmodellen, en om de resultaten van ultrageluid en MRI goed te kunnen vergelijken, werd in de kelder van het Catharina Ziekenhuis een opstelling gebouwd die de menselijke bloedsomloop moest voorstellen. Met een pomp als hart, en een netwerk van slangetjes als vaatstelsel. De plaatselijke bouwmarkt fungeerde als hofleverancier, vertelt Herold. “De eerste drie pogingen lekten aan alle kanten; het was echt een uitdaging, vooral ook om alles goed te isoleren om de temperatuurmetingen te kunnen doen.” Maar al dat geklus leverde wel iets op. Uit de metingen die Herold met echocontrast deed bij hartpatiënten die in aanmerking kwamen voor een dubbele pacemaker - voor elke hartkamer één - om het hart weer synchroon te laten samentrekken, blijkt dat aan de hand van de indicator-dilutiecurve wellicht de slagingskans van deze behandeling kan worden voorspeld. “Het was al bekend dat zo’n derde van de patiënten niet goed reageert op de pacemakers”, zegt Herold. “Mogelijk hebben we met onze methode een hulpmiddel om beter te kunnen inschatten welke patiënten dat zijn, en zo veel dure en niet volledig risicoloze ingrepen kunnen vermijden.”

d

De grafieken in c) en d) geven de timing weer van de doorgang. Het tijdsverschil tussen beide passages - de pulmonale transittijd - en de vorm van de grafieken geven informatie over de hartfunctie.


See for news www.cursor.tue.nl/en

Research | 19

Salvatore Saporito en Ingeborg Herold bij een MRI-scanner.

Better measurement of the cardiac function Before, during and after interventions in cardiac patients it is important for doctors to be able to determine the adequacy of the cardiac function. Ingeborg Herold, a doctor at Catharina Hospital, and Salvatore Saporito, MRI expert at Electrical Engineering, compared measurements by means of ultrasound and MRI to determine the cardiac function with the least possible interference. On November 17 they both obtained their PhD for this subject at TU/e. Heart failure - when the heart is no longer capable of pumping enough blood through the body to provide all the organs with fresh blood - is a frequent problem. In the Netherlands alone more than one hundred thousand people suffer from some form of heart failure. To determine the proper treatment, both during surgery in the operating theater and for the long term, it is important to be able to measure how well the heart is still doing its job. Such measurements are usually performed by means of sensors that are placed in the bloodstream near the heart by means of catheters, says Ingeborg Herold, who works as intensivist and anesthetist in the intensive care unit of Catharina Hospital Eindhoven. “This is done via veins near the shoulder or the neck. Those catheters enable us to measure the pressure inside the heart, and the amount of blood flowing through it per minute. The drawback is that such infusions are rather annoying; we would prefer to be able to measure the cardiac function in a non-invasive manner.” A non-invasive technique like a standard ultrasound - which most people know from pregnancy ultrasounds, among others - allow us to say something about the heart’s force of contraction, she explains, but in fact the doctor’s interpretation plays too big a role in this. Even in 2004 it was shown by then PhD candidate Massimo Mischi - who today is Associate Professor at Signal Processing Systems and co-supervisor of both Herold and her TU/e colleague Salvatore Saporito - that by injecting microbubbles into the bloodstream you can

make far more accurate measurements by means of ultrasound. This contrast echocardiography technique enables doctors to determine the so-called pulmonary transit times: the time it takes the blood to flow along the track from the right ventricle of the heart via the lungs back to the left atrium, after which the oxygenated blood is pumped through the left ventricle via the aorta to the rest of the body. “If that transit time is much longer than normal, this is an indication that the flow rate of the blood is too low, and the heart is not functioning properly”, says Herold. “The purpose of my doctoral research was to take Massimo’s technique to the clinical practice.”

Transit time as indication for malfunctioning of the heart In doing so she was assisted by Mischi’s compatriot Saporito. The Italian also looked at the pulmonary transit time, but did this by means of MRI. As with the ultrasound measurements, this process involves the administration of a contrast agent in order to follow the blood ‘flow’: no gas bubbles in this case, but the substance gadolinium. The advantage of MRI is that it is an ‘fully-fledged’, validated technique, the disadvantage is that the patient needs to lie down in a scanner, so that this technique cannot be used in an operating theater or in intensive care. “We want to move towards a fully automated measuring system”, says Saporito, “in which it makes no difference whether there is a doctor or an engineer operating the equipment.”


20 | Advertenties

24 november 2016

Kun jij reanimeren? Red levens in jouw buurt. Meld je aan op hartstichting.nl/reanimatie

Geef mij ij tijd.

Geef voor nieuwe doorbraken in kankeronderzoek. Ga naar kwf.nl/doneer

Fabian hoopt op een ĂŠchte oplossing. Lees in ons magazine Voortleven wat drie generaties vertellen over de impact van een nierziekte. Aan te vragen via nierstichting.nl/nalaten

Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens (cursor@tue.nl).

We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl


Onderzoek/Research | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

MRI voor diepe hersenstimulatie De symptomen van de ziekte van Parkinson kunnen worden geremd met diepe hersenstimulatie, waarbij elektrodes in het brein worden geïmplanteerd. Om die behandeling te verbeteren, bracht promovenda Birgit Plantinga de hersenen van patiënten zeer nauwkeurig in beeld met een MRI-scanner met ultrahoog magneetveld. In een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson worden patiënten steeds vaker behandeld met diepe hersenstimulatie, vertelt Birgit Plantinga, vorige week gepromoveerd bij Biomedical Image Analysis (faculteit Biomedische Technologie). “Daarbij wordt een kleine kern diep in de hersenen, de nucleus subthalamicus, elektrisch gestimuleerd met een elektrode. Hierdoor nemen de symptomen vaak sterk af, maar niet bij iedere patiënt in dezelfde mate.” Bovendien zijn er soms bijwerkingen, zoals depressie, dwangmatig gokken of seksuele ontremming. “De theorie is dat dit komt doordat de elektrode dan niet exact het juiste hersengebiedje stimuleert”, legt Plantinga uit. “Om daar meer over te kunnen zeggen, heb je

echter nauwkeurigere MRI-scanners nodig dan ze in ziekenhuizen hebben. Daarom heb ik een MRI-apparaat met een magneetveld van 7 Tesla gebruikt. Daarmee kun je beelden maken met een hogere resolutie en minder ruis dan met de ziekenhuisscanners van 1,5 of 3 Tesla.” Een dergelijke scanner staat bij de Universiteit van Maastricht, waarmee Plantinga voor haar promotie nauw heeft samengewerkt. “Met die scanner konden we details onderscheiden van een halve millimeter groot.”

De elektrode moet alleen contact maken met het motorische deel Dat is belangrijk, want de nucleus subthalamicus is maar klein: minder dan een kubieke centimeter. Bovendien is deze hersenkern nog opgedeeld in drie stukken, die ieder in contact staan met verschillende delen van de cortex - de buitenste laag van het brein.

Home Stretch MRI for deep brain stimulation The symptoms of Parkinson’s disease can be slowed down through deep brain stimulation, whereby electrodes are implanted in the brain. To improve that treatment, PhD candidate Birgit Plantinga presented a very accurate picture of the patients’ brains by means of an MRI scanner with an ultrahigh magnetic field.

In advanced stages of Parkinson’s disease, more and more patients are treated with deep brain stimulation, says Birgit Plantinga, who last week obtained her PhD at Biomedical Image Analysis (Department of Biomedical Engineering). “In this process a small nucleus deep inside the brain, the subthalamic nucleus, is stimulated by an electrode. As a result, the symptoms are often reduced significantly, though not to the same degree in each patient.” Also, side effects occur occasionally, such as depression, compulsive gambling or sexual disinhibition. “The theory is that this is due to the fact that the electrode then does not stimulate precisely the right area in the brain”, as Plantinga explains. “However, if you want to be able to say more about that, you need more

Birgit Plantinga.

“Van de cortex weten we vrij goed waar zich welke functies bevinden, zoals spraak, zicht en motoriek. Door de verbindingen tussen de verschillende delen van de nucleus subthalamicus en de cortex in beeld te brengen, konden we een onderscheid maken tussen het motorische, het emotionele en het cognitieve deel van de nucleus. In theorie wil je dat elektrode alleen contact maakt met het motorische deel.”

De grootte van de drie boven­ genoemde deelgebiedjes verschilt per persoon, zo bleek uit de metingen, maar de volgorde is altijd hetzelfde. Ook vond de promovenda verschillen tussen de nucleus subthalamicus van Parkinsonpatiënten en die van gezonde proefpersonen. “We hebben gezien dat bij patiënten zich op bepaalde plekken meer ijzer ophoopt, en ook dat er verschillen zijn in de concentratie myeline, een belangrijke stof in de hersenen.”

Plantinga en de Maastrichtse artsen zijn er niet aan toegekomen om ook daadwerkelijk te opereren op basis van de gedetailleerde MRI-beelden, vertelt ze. “Dat is uiteraard wel de volgende stap, en daar zal mijn opvolger dan ook zeker mee aan de slag gaan.”

Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

accurate MRI scanners than the ones they have in hospitals. That’s why I have used an MRI device with a magnetic field of 7 Tesla. This allows you to make scans with a higher resolution and hence less interference than with the hospital scanners of 1.5 or 3 Tesla.” Such a scanner can be found at Maastricht University, with which Plantinga has cooperated closely for her PhD. “That scanner enabled us to distinguish details measuring 0.5 millimeter.”

The electrode must only make contact with the motor section Which is important, for the subthalamic nucleus is very small:

less than a cubic centimeter. In addition, this cerebral nucleus is divided into three sections, each of which is in contact with different parts of the cortex - the outermost layer of the brain. “Of the cortex we know fairly well where which functions are located, such as speech, sight and motor skills. By showing the connections between the different sections of the subthalamic nucleus and the cortex, we could make a distinction between the motor, the emotional and the cognitive sections of the nucleus. In theory you want the electrode only to make contact with the motor section.” Whilst the size of the three aforementioned subsections differs per person, as measurements have borne out, the order is always the same. The PhD candidate also found differences between the

subthalamic nucleus of Parkinson patients and those of healthy trial subjects. “We have seen that in patients there are certain sites where more iron accumulates, and also that there are differences in the concentration of myelin, a substance with an important function in the brain.” Plantinga and the Maastricht doctors have not got round to actual surgery on the basis of the detailed MRI scans, she says. “Of course, that is the next step, and my successor will definitely take it from there.”


22 | Zoom in

24 november 2016

Face TU/e Face

Alfredo Bolt & Rogier Wildeboer Interview | Valentina Bonito Photo | Bart van Overbeeke

With over five hundred international students welcomed each year, TU/e is an internationally-oriented university where the Dutch and expat community are constantly linked. In Face TU/e Face, local and international students interview each other about campus and city life, sharing life experiences, passions and common perspectives. This time: Alfredo Bolt (30), PhD in computer science and process mining and Rogier Wildeboer (26), PhD at Electrical Engineering.

You might have heard about the big earthquakes that occurred in 2010 and 2011 in the coast of central Chile. With its magnitude of 8.8 and 3 minutes of intense shaking, that earthquake is ranked as the fifth largest ever to be recorded by a seismograph. Seismologists estimated that the earthquake was so powerful that it shortened the length of the day by 1.26 microseconds and moved the Earth’s figure axis by approximately 8 cm. The earthquake and the following aftershocks provoked telluric movement which displaced the cities of Concepción and Santiago of few metres to the west. Now, what you might not be aware of instead, is the shaking that the earthquake provoked to the financials of BB King first, and to the emotions of Alfredo afterwards. Also, you might have never heard about earthquakes in the Netherlands, and that is normal, no worries. Earthquakes here occur mostly in the northeast of the country, with the first official seismic registrations recorded in 1904. By then, for the employees of the Royal Netherlands Meteorological Institute, liters and liters of coffee and never-ending lunch breaks, with the heaviest earthquake to be registered only more than one century later, during the soccer match AS Roma-Feyenoord. Aftershocks hooligans’ movements caused the restriction of human brains first, followed by the devastation of the Barcaccia fountain down to Rome, and finally quite some stereotypes for Rogier and the inhabitants of the Rotterdam area to cope with. For the unofficial consequences of the above mentioned natural, musical, and human catastrophes, and much more, please have a look at this Face TUe Face interview. The protagonists are Alfredo, from Chile, and Rogier, from The Netherlands.

Work life: all things are difficult before they are easy

R: “I studied Biomedical Engineering and Applied Physics at the University of Twente. One year ago I moved to Eindhoven to start a PhD in the signal processing group of Electrical Engineering. My research is about prostate cancer and minimally invasive methods for tumor detection and localization via contrast-ultrasound imaging. Ultrasounds might be a promising alternative to much more invasive methods nowadays applied in clinics, such as the use of tissue biopsy for diagnosis. What about you?”

R: “I was born and grew up in a town next to Rotterdam where nothing really happened. My high school was in Rotterdam, and then I went tot he University in Enschede. Enschede is a relatively small city, but the student community is rather big, with many associations, clubs and even an orchestra I had the chance to play with. However, I still consider Rotterdam as one of my favorite cities in The Netherlands. It’s more than hooligans and soccer fanatics.”

when trying. This helps quite a lot in enjoying those type of events at their maximum.”

A: “I graduated in civil engineering in Chile. Three years ago I moved to the Netherlands for a PhD project in computer science and process mining, a process management technique which aims at improving the understanding and the efficiency of a certain process based on event logs.”

I was born with music inside me. Music was one of my parts. Like my ribs, my kidneys, my liver, my heart. - Ray Charles

R: “I am passionate about music as well, and I play piano and cello. I do like improvising too, yet more as a solo musician than in a band. I was born as a classic pianist, but recently I have been exploring quite some other styles like jazz and blues. As a result, my playing sessions often start with classical music, ending up in something completely different. Also, I like composing my own music, sometimes perhaps better than playing.”

Note from the author: you, reader, have no idea of what he is talking about, do you? I am very very sorry but the second part of the explanation won’t guide you through such a journey. A: “We apply specialized data-mining algorithms to these event log datasets, to identify trends and patterns in complicated processes of different kinds.” (interested? See www.processmining.org) Note from the author (partII): I told you.

Life before Eindhoven A: “I am from a very small town 2 hours south of Santiago. Over there, I spent my childhood mostly playing in the street, going horseback riding, or fishing. I was constantly in contact with nature. Perhaps this is also the reason why I dislike living in apartments so much. I now finally moved to a bigger house with a garden, where sometimes I even like to walk barefoot in, especially in the mornings and if weather permits of course. ”

A: “I also really like Rotterdam. Last summer I was there for the North Sea Jazz festival, which is one of the largest indoor music festivals in the world. I love jazz music, and I had the chance to see some of my favourite names from all around the world, and even discover new incredible artists. Something that I definitely miss in Eindhoven. In Chile I used to play in a jazz fusion band, combining jazz with different music styles like funk, rock and blues. In Eindhoven I had quite some troubles in finding people willing to do the same thing. I find this city much more devoted to rock, metal and electronic music.”

R: “What instruments do you play?” A: “I have a home studio and I play mostly bass, guitar, drums, and a keyboard. Also, I like collecting instruments from the places I travel to. For example I have a ukulele, a kalimba and a harmonica, which I have just started learning how to play. What about you? Do you play any instruments?”

A: “Music is indeed a completely different language and, exactly as for any kind of communication form, the way you tell the story represents already a big part of the overall result. Take BB King for example: he plays 5 to 7 notes in total, but it’s the way he tells you his story that makes him so great. He is definitely one of my favourite musicians. I was so close to see him in a live performance once in Chile, but he had to cancel the concert because of the famous earthquake of 2010. I will never forget that!” Dear Alfredo, from now on, Rogier and us won’t forget it too.

R: “Did you eventually find somebody to play with?” A: “I don’t have an official band, but from time to time I join jam sessions with other internationals of the city. We mostly play for regular events called Music with Strangers, organized at Expat Centre The Hub. I love improvising, and I am not a shy person. I don’t mind playing with people that I don’t know, and I am not afraid of making mistakes

Do you feel like sharing your TU/e story? Write an email to v.bonito@tue.nl, and tell me something about yourself. You might be the next taking part to the Face-TU/e-Face interviews.


See for news www.cursor.tue.nl/en

Zoom in | 23

Rogier (piano) and ‘not so shy’ Alfredo.


De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten­ schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, dood­normale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse obser-­ ­vatie daar, wij spotten het, foto­gra­ feren het, becommen­ta­riëren het.

Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl

Bijzondere bijbanen

Tumsa sluit mensen op Gegil van blijdschap, mechanische geluiden en soms ook wel gevloek zijn de dingen die Tumsa Letif (23) hoort tijdens zijn bijbaan. Hij is chique gezegd all round manager van Xit Room, maar dat komt neer op opsluiter van mensen in escape rooms. Hij ontvangt ze vriendelijk en stopt ze daarna in een kamer waar ze alleen door puzzels op te lossen uit kunnen komen. Tumsa weet nog goed hoe het allemaal begon met die exit-rooms. “Mijn baas heeft het gespeeld in Budapest en kreeg toen het idee om het in Eindhoven op te zetten. In het begin kwamen diehard spelletjesfanaten en geochachers die wel van een puzzeltje houden. Ook veel internationals trouwens, die het uit thuislanden kenden.” Tegenwoordig sluit Tumsa hele gezinnen en groepjes werknemers op. “Het schijnt goed te zijn voor teambuilding.” Spannend vindt hij het niet echt, maar hij leeft zeker mee met de deelnemers. “Ik ontvang ze, leg uit wat ze mogen en moeten (binnen zestig minuten de deur open hebben) en doe de deur op slot. Dan ga ik de control room in en kijk op vier camera’s naar onze twee kamers. Ik moet in de gaten houden of ze iets slopen, dan kan ik hopelijk op tijd zeggen dat dat niet de bedoeling is. Maar ik kan ook gerust wat studeren of Netflixen.” Tussen de ene en de andere groep zit één kwartier. Met een beetje pech moet Tumsa daarin repareren wat kapot is gepuzzeld. Dat de Werktuigbouwkundestudent on the spot de goed gevulde gereedschapskist kan hanteren, is niet alleen handig, het is ook een must. Het overkomt hem gemiddeld eens per werksessie. Een keer is het trouwens wél erg spannend geweest. Tumsa had twee groepen van eenzelfde vrijgezellenfeest opgesloten. Toen de eerste vrijgekomen groep vroeg hoe het met de anderen ging, keek Tumsa eens goed op zijn scherm. Niemand te zien! En ze hadden nog niet betaald! Waar waren ze? Hij ging ze in paniek zoeken, ook buiten. Tot hij erachter kwam dat de mannen zich expres zo gepositioneerd hadden dat hij ze niet kon zien op de camera. “Ze hadden me enorm voor de gek gehouden.” Verder is het altijd leuk: “Bij het binnenkomen gedragen mensen zich als een stel kleine kinderen, bij het ontsnappen zijn ze vaak nóg enthousiaster. Ik vind echt niks stom aan deze baan en als ik er in kon doorgroeien, zou ik het mijn hele leven willen doen. Ik wil wel zelf zo’n bedrijf opzetten.” Tumsa heeft ervan geleerd hoe hij met zijn eigen energie een groep nog enthousiaster kan maken. “En dat kan ik overal gebruiken, bijvoorbeeld bij het werven van deelnemers aan de Slimmer Leven Challenge die ik momenteel organiseer.” Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Waaro: kassa Auditorium Wattie: graffiti ende kattekwaad deel 2 De Sint is in het land. Kleurendiscussies laaien weer op, kinderharten kloppen sneller en chocoladelovers slaan hun slag. Op de TU/e, duurzaam dat we zijn, bieden we natuurlijk enkel verantwoorde chocolade aan. Maar het is de vraag hoe verantwoord de mensen ermee omgaan. Want dan sta je als bèta in de rij, maar natuurlijk kun je je niet bedwingen om met die letters te Wordfeuden en scrabbelen. Maar why oh why moeten de woorden dan toch weer banaal zijn? Ach, banaliteit is gewoon part of everyday life. Zeker als je je hersens over heel andere dingen breekt, is het wellicht opluchtend om iets met genitaliën en ontlasting te doen. Freud wist het al langer dan vandaag: dit is gewoon een oprisping van je anale fase, waarin het tweejarige kind gefascineerd raakt over de erogene zone van de anus. Dit stadium valt trouwens samen met het begin van het vermogen om de sluitspier te beheersen. Natuurlijk levert de anale fase een conflict op met het Es, Ich, Über-Ich én misschien met de kassières van Eurest die geen zin hebben in zulke banale woordjes voor hunner kassa. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.

Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken. Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.