Cursor 2 - jaargang / year 58

Page 1

2

17 September 2015 | year 58

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

14 | Not me, not you, but us! The steering committee Wellcomm@TU/e wants to strengthen solidarity at TU/e and make sure newcomers feel at home at our campus.

6 Brommer(s)printen

Racing on a 3D printed moped

12

TU/e’ers maken jurk voor Jet

Jet’s dress fits like a glove

18

Plannen voor de perfecte pitstop

Plans for the perfect pit stop

24

In een brandweerwagen over de rotonde

De eerste Dare is volbracht. Wie volgt?


2 | Vooraf

CURTOON

17 september 2015

Colofon

Top-down

Poetsen

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven

Medewerkers Angela Daley Tiny Poppe

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen

Terwijl het oud ijzer nog uit het Hoofdgebouw gesloopt wordt, praten de toekomstige gebruikers al volop over hun werkplek to be. De Kolos van Van Embden wordt straks het vliegdekschip van de TU/e, tot de nok toe gevuld met studenten, wetenschappers, dienstverleners en bestuurders. Bijna alle ondersteunende diensten worden op de twee bovenste etages bij elkaar gepropt. Op zolder zeg maar, uit het zicht. Het lijkt wel symbolisch, want de diensten krijgen de komende jaren geen extra middelen, alles moet naar het onderwijs. Op onze site reageerden bijna tweehonderd mensen op de poll over dit onderwerp en een ruime

Judith van

Han Koning s

meerderheid - zestig procent vindt dat een goed voornemen. De resterende veertig procent maakt zich zorgen over toe­ nemende werkdruk bij het OBP, of is van mening dat deze groep ook wel wat heeft bijgedragen aan de stijging van de instroom. Nu maar afwachten of over drie jaar wanneer het Hoofdgebouw weer bevolkt gaat worden, er nog klachten vanaf de zolder bij het lager gelegen bestuur doordringen.

Zet een levensgroot schaakspel neer, houd een grote picknick, wijs buddy’s aan om nieuwkomers wegwijs te maken. Medewerkers en studenten bruisen van de ideeën als je vraagt hoe we een (nog) hechtere gemeenschap kunnen krijgen. Niet alles is nieuw. Zo hoor ik al jaren over buddy­ systemen, die beurtelings bij faculteiten van de grond komen. Alle goede bedoelingen ten spijt,

Gaal

die initiatieven gaan toch vaak als een nachtkaars uit. Hartstikke goed dat er nu een stuurgroep is die het onderwerp op de kaart zet. Ik hoop alleen dat de plannenmakers niet verzanden in het plannenmaken. Graag niet alleen lullen, maar vooral ook poetsen!

Zie pagina’s 14-17

Annemarie van Limpt Benjamin Ruijsenaars

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Nanofrituurpan

‘Studententeam ontwikkelt autonoom rijdende nanofrituurpan op zonne-energie.’ Een dergelijke kop zou me nauwelijks nog verbazen. Na het succes van Stella schieten de studententeams namelijk als paddenstoelen uit de grond. Voor het overbelaste onderwijsondersteunend personeel is geen geld beschikbaar, maar als je op je motor de wereld rond wilt rijden, een kerk van ijs wilt bouwen of een grijpkraan aan een drone vast wilt maken, trekt de TU/e meteen de portemonnee. Het recept is simpel en gaat ongeveer als volgt. Men neme drie strategic areas (energy, health en smart mobility). Selecteer er hieruit liefst twee of meer. Combineer deze onderwerpen in een projectje. Bel vervolgens de media en wat sponsors. U bent nu klaar om het handje op te houden bij de TU/e. Dat het concept belangrijker is dan meedoen, bewijzen teams als STORM en InMotion. Dat de TU/e bezig is met zichtbaarheid in de media is meer dan logisch. Want wat er ook gepresteerd wordt op onderwijs- en onderzoeksgebied,

qua naamsbekendheid blijven we het kleine broertje van Delft. Meer dan eens heb ik aan mensen uit moeten leggen dat ik in Eindhoven studeer: “hebben ze daar ook een universiteit dan?”. Maar of de oplossing ligt in het ondersteunen van allerhande Teun Minke studententeams is de vraag. ls, student Te chnische N atuurkunde Want hoe reëel is nu de kans dat je als studententeam kunt concurreren met ervaren teams voor één plek in de 24 uur van Le Mans? Of dat je in vier maanden tijd een significante vernieuwing op het gebied van drones bewerkstelligt? Het studententeam voor de autonoom rijdende nanofrituurpan op zonne-energie is nog op zoek naar cholesterolverlagende kroketten, zodat ook de derde strategic area kan worden afgestreept. Heb jij zin om een jaar lang een beurs te ontvangen en snoepreisjes te maken in ruil voor het oplossen van de cafetariaproblemen van de toekomst? Meld je dan nu aan.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

STORM bijna klaar voor lancering eerste motor

Minister van Onderwijs draagt ID-outfit op Prinsjesdag

De kunststof kuipdelen liggen bij de spuiter, de eerste RDW-keuring nadert, over de naam moet nog even worden gebakkeleid. Studententeam STORM Eindhoven bereidt zich voor op de onthulling van zijn eerste elektrische motor, op donderdag 1 oktober bij MetaForum. Het team onthult die dag tevens de naam van de motor en enkele nieuwe ambassadeurs. Ook lanceert STORM een online platform waarop individuen en organisaties kunnen ‘intekenen’ als potentiële pitstop-locatie voor STORM tijdens zijn ‘proefwereldreis’ in 2016. De studenten willen in tachtig dagen de wereld rondreizen en hiervoor onderweg energie ‘tanken’ Over het doorgaan van de 80 Day Race in 2017, waarvan STORM één van de vooralsnog vijf deelnemers is, bestaat nog altijd geen honderd procent zekerheid. “Dit team focust zich nu dan ook op 2016; die reis hebben we zelf in de hand.”

Onderwijsminister Jet Bussemaker droeg op Prinsjesdag een outfit die ontworpen is door Industrial Designers van de TU/e. Een team onder leiding van modeontwerpster en ID’er Pauline van Dongen, ontwierp ‘be-tween’, een set bestaande uit jurk, hoed, schoenen en clutch. De jurk is met 3D-bodyscan op maat gemaakt; het onderwerp waarop teamlid Leonie Tenthof in 2014 afstudeerde bij ID. Ook Bussemakers voeten zijn gescand voor de schoenen. Lees meer over Bussemakers innovatieve outfit op pagina 12 en 13 in deze Cursor.

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en

Jan Mengelers benoemd tot vicevoorzitter VSNU

Gemini-Zuid for dinner From now on, people looking to have an evening meal should go to Gemini-Zuid rather than the Auditorium. The number of customers who requested dinner at night had decreased drastically after Hoofdgebouw closed its doors nine months ago, so TU/e caterer Eurest decided to move to a more central location. With the closing of Hoofdgebouw, which will be renovated over the next few years, an important campus junction was lost. Before, many students and staff walked from MetaForum to Auditorium via Hoofdgebouw or vice versa. “That route is now gone”, says Martine de Graaff of Facility Services. And it’s noticeable in the Auditorium, even during the day, she says: “Many students go elsewhere for lunch”. The Gemini pilot started this month. The cafeteria closes at seven p.m. There’s a minor disadvantage, according to De Graaf: the main entrance of Gemini-Zuid closes an hour earlier, at the same time the reception desk wraps up for the day. After that, the cafeteria can be accessed only via the walkways from neighboring MetaForum and Flux.

TU/e climbs considerably in QS Ranking Dutch universities can still hold their own among the best universities in the world, according to international ranking agency QS. Still, a top-50 spot seems a little too ambitious still. TU/e does climb considerably, going from 147 to 117. QS ranks twelve Dutch universities among the best two hundred in the world. Five even made it into the top 100. The highest-ranking Dutch university is the University of Amsterdam (55), which dropped five places compared to last year. This year’s number-one university is the Massachusetts Institute of Technology (MIT), followed by Harvard University. Cambridge holds the number-three spot.

Oudste TU/e-student is 63 en de jongste 16 De TU/e telde 10 september in totaal 9.823 studenten. Er zijn 1.899 nieuwe bachelorstudenten, waarvan er 1.756 Nederlands zijn en 143 een andere nationa­li­ teit hebben. Verder verwelkomen we 314 nieuwe schakelaars en 379 nieuwe masterstudenten. De definitieve telling is op 1 oktober. De oudste student is 63 en de jongste 16.

Oldest student at TU/e is 63; youngest 16 On September 10, TU/e had 9,823 students. 1,899 new students are undergraduates - 1,756 Dutch, 143 have a different nationality. The university also welcomes 314 pre-master students and 379 graduate students. The final count is on October 1. The oldest student is 63 years old, whereas our youngest is 16.

Photo | Bart van Overbeeke

Jan Mengelers, voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e, is benoemd tot vicevoorzitter van de VSNU, de Vereniging van Universi­teiten. De VSNU behartigt de belangen van de veertien Nederlandse universiteiten. Mengelers volgt TU Delft-voorzitter Dirk Jan van den Berg op die met zijn vertrek bij de technische universiteit ook het vicevoorzitterschap van de VSNU heeft neergelegd. Mengelers zal het vicevoorzitter­ schap delen met Sibrand Poppema, voorzitter van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen.


4 | Universiteitsberichten

In memoriam

17 september 2015

In memoriam

Op 2 september 2015 is overleden

Huub Offermans

Professor Hans Stein

Full of disbelieve and sadness we received the news that our friend, talented and dedicated student and beloved member of the study association Lucid passed away. His sudden death on September 13th due to a cardiac arrest remains a shock to us all.

emeritus hoogleraar van de faculteit Scheikundige Technologie Hans Stein is op 1 juli 1961 in dienst getreden van de TU/e als wetenschappelijk ambtenaar in de toenmalige groep Anorganische Chemie van prof.dr. G.C.A. Schuit. In 1968 is hij benoemd tot lector in de Algemene Chemie en in 1979 tot hoogleraar. Op 1 februari 1994 is Hans Stein met emeritaat gegaan. Professor Stein is 86 jaar oud geworden. Namens het bestuur faculteit Scheikundige Technologie, Prof. Jaap Schouten Dr. Laurent Nelissen

Uitnodiging TU/e Innovation Day Op donderdag 1 oktober vindt de Innovation Day van de TU/e en 3TU. Centre for Engineering Education plaats. Deze dag (12.00-17.00 uur) staat in het teken van innovaties in het onderwijs aan de TU/e. Op de innovatiemarkt kun je kennismaken met meer dan twintig onderwijs­ innovaties van onze universiteit. Daarnaast kun je deelnemen aan een van de workshops (Blended Learning, Peer Feedback, begeleide zelfstudie of herontwerp van vakken). Professor Marc de Vries zal een keynote verzorgen. De locatie van de Innovation Day is in het Voorhof van het Auditorium Meer informatie en aanmelden voor de TU/e Innovation Day: intranet.tue.nl/innovationday Centraal Stembureau | Verkiezingen TU/e 2015 Dit jaar vinden de ‘integrale verkiezingen’ plaats voor zowel de verkiezing van de geleding studenten van de universiteitsraad en de faculteitsraden, als voor de verkiezing van de geleding personeel van de universiteitsraad, de faculteitsraden en de dienstraad. Deze verkiezingen geschieden voor beide geledingen door middel van elektronisch stemmen. Op maandag 5 oktober t/m woensdag 7 oktober 2015 liggen de kiezersregisters ter inzage,

Let it be little consolation that Huub enjoyed a great last year as a board member of Lucid, celebrated his last weeks as the board responsible of the introduction weeks and recently very enthusiastically started his internship at Studio Tast. Huub’s absence will leave a big gap in the community that he so happily enjoyed living and working in. Huub’s parents have specifically asked to collect all media that we have of Huub. So if you have any pictures, videos or other memories of him, please send them to huub@lucid.cc. It would be greatly appreciated. The messages and media sent to this e-mail address will be delivered to Huub’s family and close friends.

ALGEMEEN Marina van Damme Beurs | Indienen aanvraag voor TU/e Marina van Damme Beurs 2015 voor alumna Ook een steuntje in de rug nodig om iets meer te kunnen bereiken? En heb je er de middelen niet voor? Dien dan vóór 1 oktober 2015 je aanvraag in voor de Marina van Damme Beurs aan de TU/e. Deze beurs is erop gericht om alumna die zich willen verbreden of verdiepen in hun carrière te ondersteunen. Stuur een e-mail naar alumninet@tue.nl en ontvang een aanvraagformulier. Weet je iemand die hiervoor in aanmerking komt, breng dit dan onder haar aandacht. www.tue.nl/marinavandamme

Huub had recently celebrated his 24th birthday. Huub leaves many friends behind that know him as a very friendly student at the department of Industrial Design. He was known as a very approachable and positive young man who took very good care of the people around him. As a former board member of Lucid Huub is a well-known figure within the faculty as well as outside of it. As a board member he made it his mission to make Lucid and the faculty feel as if it was a big family. His extensive caretaking was the driving force behind the designing and constructing of the ID-café. Word goes that he even managed to secretly raise an abandoned bird in this place.

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Huub, thank you for being with us and having us as your friend. The Faculty of Industrial Design and s.v.i.d. Lucid, your friends If you want to offer your condolences to Huub’s family and friends, you are welcome to come by the ID-café in Laplace where you can leave a message. This week the ID-café will be dedicated to Huub and our memories of him, Thursday the 17th of September Lucid will organize a drink in remembrance of Huub. If you are unable to come by, you can leave your message in an e-mail to huub@lucid.cc.

zowel schriftelijk (in MF 3.072 van 9:00 tot 12:00 en van 14:00 tot 17:00) als elektronisch. Kiesgerechtigden zullen hierover een e-mailbericht ontvangen. De termijn van de kandidaatstelling is vastgesteld op dinsdag 20 oktober t/m donderdag 22 oktober 2015. Het elektronisch stemmen vindt plaats op dinsdag 1 december en woensdag 2 december 2015. De stemmodule staat gedurende deze periode continu open, van 00:00 uur op de eerste dag tot 24:00 uur op de tweede dag (Nederlandse tijd).

Advertentie

intranet.tue.nl/verkiezingen Elections TU/e 2015 This year elections will be held for the student sections of the University Council and the Department Councils and also for the section of the staff members, elections will be held for the University Council, the Department Councils and the Services Council. These elections will take place by means of electronic voting. On Monday 5 October thru Wednesday 7 October 2015 the electoral register is available for inspection in written (in MF 3.072 from 9:00 to 12:00 and from 14:00 to 17:00 hours) or electronic. Electors will receive an e-mail about this. The period of nomination has been set for Tuesday 20 October thru Thursday 22 October 2015. Electronic voting will take place on Tuesday 1 December and Wednesday 2 December 2015 and is continuously available, during the first day from 00:00 until 24:00 on the second day (Dutch time). intranet.tue.nl/elections Lees verder op pagina 21 >>

Met big data realtime onderhoud uitvoeren? Ontdek jouw kansen in treintechnologie Ga naar NStechwerk.nl


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Nobel Prize laureate speaks at TU/e

TU/e students design flying home help

Nobel Prize winner Jean-Marie Lehn will be delivering a lecture at TU/e on Tuesday, September 29, 11:00-12:00 in the Blauwe Zaal. The Frenchman’s visit ties in with the first Netherlands Award for Supramolecular Chemistry, which Lehn will be awarded in Nijmegen the next day. Lehn is regarded as the founder of supramolecular chemistry, a field that focuses on molecule collections that form larger structures based on weak, reversible bonds such as hydrogen bonds. At TU/e, and especially at the Institute for Complex Molecular Systems (ICMS), it’s a hot research topic. Accordingly, it has been ICMS that organized the Lehn lecture, with the help of Studium Generale. The Frenchman is touring the universities of Twente, Nijmegen, Groningen, and TU/e. The last three have set up the Research Center for Functional Molecular Systems in 2012, which has initiated the Netherlands Award for Supramolecular Chemistry. It will be an annual award.

Blue Jay, a new team of TU/e students, will be building a drone to be used in the house. The flying ‘family friend’ should be able to find its way around the house by itself, and take care of simple chores. Tessie Hartjes, Blue Jay’s team manager, says drone technology has much more to offer than what we’re using it for right now, because of the speed and agility of drones. “People still consider them mere gimmicks, or associate them with warfare. Drones have a pretty bad image. We want to change that.” The Blue Jay drone is supposed to be done by mid-January; in April, several drones will be on display at the Dream & Dare Festival in light of TU/e’s 60th anniversary. “We’re thinking of using the drones for a drone cafe, where they will take orders and serve drinks. That would be something visitors won’t forget.”

Maaike Kroon in de race voor Wetenschapstalent 2015 TU/e-hoogleraar Maaike Kroon maakt kans op de titel Wetenschapstalent 2015. In een verkiezing uitgeschreven door het blad New Scientist, kon het publiek drie weken lang stemmen op 25 jonge wetenschappelijke talenten uit Nederland en Vlaanderen. Ruim 11.000 mensen brachten hun stem uit. Samen met het oordeel van een jury leidde dit tot een top-vijf, waar Kroon deel van uitmaakt. Op 24 september geeft Maaike Kroon, hoogleraar Separation Technology bij Scheikundige Technologie, samen met de vier andere overgebleven kandidaten in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger een presentatie van haar onderzoek. De uiteindelijke winnaar ontvangt een geldbedrag van 1.500 euro, een kennisboekenpakket en een award.

De mens achter het nieuws

Two casualties after lift crashing down in Potentiaal Friday 4 September an employee of a demolition company died while working on top of a lift in the Potentiaal building, when the lift crashed down from the seventh floor. A colleague got severely wounded. The cause of the accident is not yet clear.

Inspectorate (formerly the Labor Inspectorate) is investigating the cause of the accident.

The lift plummeted from the seventh floor and got stuck between two floors. The two men were on top of the lift when it came down. Both men work for Heezen demolition company, a subcontractor of Dura Vermeer building firm which is turning Potentiaal into a residential tower block for students. The SZW

Meer info: https://studiegids.tue.nl/opleidingen/graduate-school/graduate-school-week/

Jan Fransoo combineert zijn werk als wetenschapper alweer anderhalf jaar met die van dean van de Graduate School. Volgende week geeft hij het startschot voor de Graduate School Week. Volgens hem is het een succes als masterstudenten, promovendi en ontwerpers beter weten hoe zij zich op hun toekomst kunnen voorbereiden. Welke waarden vind je belangrijk? “Ik hecht aan gezamenlijke besluitvorming, dus ik zoek zo lang mogelijk naar een consensus. Een besluit moet in mijn ogen gemeenschappelijk gedragen worden, want dat werkt het beste. Maar soms, als het niet lukt er gezamenlijk uit te komen, ben ik degene die de knoop doorhakt.”

Jan Fransoo

“Mensen presteren veel beter als ze zich goed voelen”

Welke rituelen heb je op je werk? “In mijn functie als hoogleraar loop ik regelmatig rond om informeel met mijn promovendi te praten. Ik vind het belangrijk om te weten hoe ze in hun vel zitten, want mensen presteren veel beter als ze zich goed voelen. Dat geldt op het werk, maar ook privé.” Wat is je beste en je slechtste eigenschap? “Ik ben af en toe wat ongeduldig. Als een overleg nergens over gaat, dan laat ik dat wel merken en soms pakt dat goed uit. Mijn openheid en dat ik goed kan luisteren zie ik als mijn beste eigenschappen. Anderen kunnen hun verhaal kwijt bij mij en ik pik signalen op van wat mensen bezighoudt. Ook kan ik goed dingen loslaten. Dat moet ook wel want, als ik ‘s avonds om half elf ofzo de laptop dichtsla, wil ik wel kunnen slapen.”

Last van stress? “Die heb ik niet zoveel, en als dit zich dreigt voor te doen, dan besluit ik bewust bepaalde dingen niet te doen.” Welke keuzes zou je maken als je je studie nog eens over mocht doen binnen de Graduate School? “De keuze zou zeker weer op Technische Bedrijfskunde vallen, dat is toch het mooiste vak ter wereld. Ook ga ik dan opnieuw een tijdje naar het buitenland. Maar ik zou vooral meer wiskunde doen, nadrukkelijk gebruikmaken van de keuzeruimte, meer tijd besteden aan persoonlijke ontwikkeling en me eerder oriënteren op mijn toekomst. Want daar heb ik toen weinig aandacht aan besteed. Ook is de arbeidsmarkt veranderd, die verwacht sneller dat jonge medewerkers ook een bredere volwaardige bijdrage leveren dan alleen maar technische kennis.” Interview | Tiny Poppe Foto | Bart van Overbeeke


6 | Gelinkt

17 september 2015

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n dertienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds een aantal van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Met 3D-geprinte materialen je eigen brommer in elkaar ‘knutselen’, die vervolgens loeihard kan en records verbreekt op (inter)nationale kampioenschappen. Peter Hobo (26) afstudeerder bij Werktuigbouwkunde, en zijn vriend Benjamin Buijs (26), die Technische Bedrijfskunde in Delft studeert, hebben al heel wat uren in hun hobby gestoken en plukken nu de vruchten. Vorig seizoen waren ze kampioen in de 50cc-schakelklasse en dit weekend weten ze of ze zich Nederlands kampioen in de 70cc-schakelklasse mogen noemen. Gewapend met twee trofeeën, 3D-geprinte onderdelen en een hoop bevlogenheid doen Peter

en Benjamin hun verhaal; over hun kennismaking met het brommersprinten, over hun samenwerking en over hun passie voor de sport en voor het bouwen en innoveren van onderdelen. Bij het brommersprinten gaat het erom zo snel mogelijk een parcours van 150 meter af te leggen vanaf stilstand met draaiende motor. Dat gebeurt van oorsprong op brommers en de sport was vooral in Friesland populair. De twee studenten zijn allebei in het ‘brommersprinten’ gerold. Voor zowel Benjamin, die opgroeide in Zuid-Holland, als de Brabantse Peter gold dat hun school op zo’n tien kilometer van huis lag en de afstand zodra het kon per brommer werd overbrugd. Van allebei mocht hun vervoermiddel wel een tikkeltje sneller en dat opvoeren lukte met

Printing mopeds Knocking together your own moped with 3D-printed materials, to see it move hell-bent and break records at (inter)national championships. Peter Hobo (26), who is a graduate student at Mechanical Engineering, and his friend Benjamin Buijs (26), who studies Industrial Engineering and Management Science in Delft,

wat sleutelen. Zowel het rijden als het werken aan die brommer vonden ze zo leuk dat ze een keer aan een wedstrijd brommersprinten meededen. Peter: “De overstap van op straat rijden naar meedoen aan een brommerrace was, zeker in die tijd, nog behoorlijk klein.” Omdat de races nog vooral in Friesland werden verreden, was een autorijbewijs onontbeerlijk en moesten ze wachten tot hun achttiende (Peter) en negentiende (Benjamin).

“Vooral het bouwen vind ik ontzettend leuk”

De twee studenten hebben altijd zowel binnen de 50cc- als binnen de 70cc-schakelklasse ‘gesprint’. Peter slaagde er snel in om in de Nederlandse top mee te draaien. “Tsja, alles wat ik doe wil ik goed doen.” Ook Benjamin zette al snel goede resultaten neer. De twee kennen elkaar nu een jaar of zeven via het brommerracen. Benjamin: “We kwamen elkaar vaak tegen bij wedstrijden en we hadden al snel een klik.” Er ontstond een hechte vriendschap en toen Peter vorig jaar voor zijn studie in Canada was, kwam Benjamin als vanzelfsprekend op bezoek. Ook samenwerken bleek goed te gaan: het team Sprint Performance zag in 2014 het levenslicht. Dat bestaat hoofdzakelijk uit de twee studenten, aangevuld met Remon (die aan de fijnmechanica werkt),

TU/e: a home away from home for about thirteen thousands of employees and students. The community is a relatively small one, with infinite connections between its members, be they professional or private. In ‘Linked’, community members talk about their mutual relationship and their connection to the university.

have spent a great many hours on their hobby. Last season they won the championship in the 50cc class and this weekend they will find out whether they can call themselves Dutch champion in the 70cc class. In moped sprinting the aim is to cover a 150-meter-long track from

standstill with a running engine as rapidly as possible. The two students both got into ‘moped sprinting’ by chance. Both Benjamin, who grew up in South Holland, and Brabantborn Peter went to schools that were located some ten kilometers away from their homes and as soon as they could, they covered the

hun coach Ronald en fotograaf Thomas. Peter neemt als werktuigbouwkundige het meeste constructie­ werk voor zijn rekening en Benjamin racet, omdat hij meer ervaring heeft en wat lichter is. Peter: “Het brommerrijden geeft niet zo’n kick meer, sinds ik ook motor rijd. Ik vind vooral het bouwen ontzettend leuk.” Ze hebben een brommer met 50cc en een van 70cc: de 50cc-variant is een ‘gewone’ brommer, maar de 70cc is de blikvanger bij wedstrijden.

Peter Hobo

distance by moped. Both somehow had the idea that it would be nice if their mopeds went just a tad faster, and they managed to soup them up through some tinkering. They enjoyed riding their mopeds and working on them so much that they took part in a moped sprinting match once. Both Peter and Benjamin soon succeeded in getting to the Dutch top. Benjamin: “We often saw each other at matches and soon we clicked.” This led to a close friendship and when Peter was in Canada for his study last year, it stood to reason that Benjamin came to visit.


Linked | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Brommer(s)printen Het bijzondere is dat die brommer deels bestaat uit 3D-geprinte onderdelen. Peter: “Mijn oom heeft een bedrijf, Ultimaker, dat werkt met 3D-printen en hij daagde me uit om daarmee een brommer te maken.”

“Je gaat denken in 3D-printen”

Ze zijn erg enthousiast over de voordelen die het 3D-printen met zich meebrengt. “We kunnen het precies zo maken zoals wij het willen”, vertelt Benjamin. “Als je een cilinder koopt, zit daar een limiet aan. Daar hebben we met 3D-printen niets mee te maken. Je gaat denken in 3D-printen.” Peter: “We hebben bijvoorbeeld een alternatief gemaakt voor de bouten. Als je erover nadenkt zijn die puur bedoeld om iets vast te maken.

Die hoeven niet zwaar te zijn.” Gezien de wedstrijdreglementen is het onmogelijk om echt de hele brommer te maken van 3D-geprint materiaal, maar de twee studenten blijven optimaliseren waar ze kunnen. De veiligheid staat steeds voorop en Benjamin stelt daarbij alle vertrouwen in Peter. “We denken in veilige oplossingen en daarbij helpt mijn achtergrond als werktuigbouw­ kundige.” Ze spenderen inmiddels tien tot vijftien uur per week aan

Whilst their 50cc variant is an ‘ordinary’ moped, the 70cc is an eye-catcher at matches. What makes that moped special is that it consists partly of 3D-printed parts. Peter: “My uncle owns a company, Ultimaker, which works with 3D printing and he challenged me to use it to make a moped.” They are tremendously enthusiastic about the benefits of 3D printing. “We can make it precisely the way we want it”, Benjamin explains. “When you buy a cylinder, it comes with a limit. Limits don’t hinder us at all in three-dimensional printing. You start to think in 3D printing.”

Given the rules of the competition it is impossible to construct the whole moped from 3D-printed material, but the two students keep optimizing where they can. Safety always comes first and in this respect Benjamin has every confidence in Peter. “We think in safe solutions, and there my background in mechanical engineering comes in handy.” They spend ten to fifteen hours a week on their hobby. This involves brainstorming together, working on the mopeds, drawing plans and making 3D-printed parts. This season they managed to win

hun hobby. Daar zit samen brainstormen bij, sleutelen aan de brommers, plannen uittekenen en 3D-geprinte onderdelen maken. Dit seizoen wisten ze bijna voortdurend de winst te pakken. Zaterdag weten ze na de wedstrijd in Lisse of ze zich Nederlands kampioen mogen noemen.

Benjamin Buijs

Their cooperation also turned out to be a success: the Sprint Performance team saw the light of day in 2014. Peter, being the mechanical engineer, takes care of most of the engineering and assembly work and Benjamin races, because he has more experience and is lighter.

“You start to think in 3D printing”

almost every time. Saturday, after the match in Lisse, they will know whether they can call themselves the Dutch champion.

www.facebook.com/ sprintperformancedutch

www.facebook.com/ sprintperformancedutch Interview | Judith van Gaal Photo | Thomas Vugs Photography


8 | Student

17 september 2015

Aanschuiven bij Aalsterweg 38 Wat is dat voor een huis? In dit SSRE-huis wonen acht vrouwen die lid zijn van verschillende disputen. Twee (Eline Mulders en Mancy Delen) studeren aan de Fontys en de rest is TU/e’er. Het is een huis waar elke dag goed gekookt wordt in de kleine en smerige keuken. Er is, volgens hunzelf, verrassend weinig achterbaks gedoe tussen de meiden. Als er gediscussieerd wordt, is het over havermout of over hbo-mensen versus universiteitsmensen. “Hbo wint altijd”, aldus Mandy. Waarom heet het huis Nol Imbo? “Het is al een heel oud huis, we weten niet wie het bedacht. Maar het betekent: ‘Nu of later is meneer Bakker opgedonderd’. Meneer Bakker is onze huisbaas en niet onze grootste vriend.” Deze politiek correcte uitleg van Laura Bosdriesz (derdejaars Technische Innovatiewetenschappen) kan niet verhullen dat de dames het voor elkaar hebben sinds een maand zonder Limbo’s te zijn. Via kijkavonden vinden ze nieuwe huisgenoten. Wie geen vet Limburgs accent heeft, maakt meer kans. Lotte Sluijs (eerstejaars Industrial Design) is het laatst binnengekomen. Waarom slapen jullie wel eens op het dak? “Op een heldere avond kun je sterren zien”, zegt Anna de Vries (tweedejaars Scheikundige Technologie). “Tsja, bij gebrek aan vriendjes doen we romantische dingen met elkaar.” Een van de meiden vraagt of we even kunnen vermelden dat ze alle zeven single zijn. Bij deze! De achtste persoon, vanavond niet aanwezig, heeft overigens wel een vriend.

Kip Madras met eigen touch

Waarom staan er drie fietsen op het dak? Laura legt, na een zucht, uit: “Een is kapot, een heeft een lekke band en de achterste staat er al heel lang omdat de sleutel ervan kwijt is. Die is van een oud-huisgenoot. Ze doen niets aan die fietsen omdat het makkelijker is bij een fietsjunk een nieuwe gestolen fiets te kopen voor vijftien euro.” Kennen jullie tradities? Nol Imbo houdt ieder jaar de huisbarbecue. Regel 1: het is verplicht om te komen. Regel 2: wie geen date heeft geregeld, krijgt er een. Regel 3: was die date geslaagd, dan krijgt de koppelaarster een flesje sterk. “Verder moet elke roddel in het poepboek”, voegt Eline toe. Wááát? Een poepboek? Op het toilet, in het fonteintje, liggen acht pennen en een notitieboek. Het is de bedoeling dat iedere bewoonster daar verhalen in schrijft met eigen kleur inkt. Roddels moeten erin, en dates. Het laatste dat Mandy erin zette was over haar – geslaagde - date. Lotte noteerde dat ze haar schoenen kwijt is geraakt op haar laatste jaarclubweekend en dat ze nu Assepoester wordt genoemd.

Dinner @

Eva van Hattum en Evelien Hopman, beiden tweedejaars Technische Bedrijfskunde, maken Kip Kerrie of Kerrie Kip voor zeven personen. Zij horen bij de ‘havermout-groep’, en koken graag gezond. Dit in tegenstelling tot de ‘worstenbroodjesgroep’. • Kook 600 gram zilvervliesrijst. • Snijd 1 kilo kipfilet in blokjes en bak die in olijfolie. In een grote pan. • Snijd 2 rode paprika’s in blokjes en voeg die bij de kip. Kruiden met veel kerrie en kurkuma. Knalgeel wordt het. • Kook een pond broccoli en een pond sperziebonen die in stukjes gesneden zijn. Vijf minuten. Giet ze af en doe ze bij de kip. • Tot slot voeg je een blik kokosmelk toe en een scheutje yoghurt. Fris en romig wordt het daardoor. • Serveer rijst en kipkerrie apart.

Chicken Madras with a personal touch

Aalsterweg 38 What’s the house like? This SSRE house is home to eight women who are all members of various charters. Two of them (Eline Mulders and Mancy Delen) are students at Fontys, the others are TU/e students. The ladies are passionate about good meals, even though their kitchen is small and filthy. They claim there are surprisingly little catfights in the house. If there are any discussions at all, it’s about oatmeal, or applied sciences versus academics. “Fontys always wins”, says Mandy. Why do you sometimes sleep on the roof? “You can see stars on clear nights,” says Anne de Vries (second-year student of Chemical Engineering), “and since we don’t have boyfriends we might as well do romantic stuff together.” One of the girls wonders if we could mention all seven of them are single. Here you go! Number eight, who couldn’t be here tonight, is taken.

Eva van Hattum end Evelien Hopman, both in their second year of Industrial Engineering, are making chicken curry for seven. They belong to the ‘oatmeal group’. The oatmealers prefer healthy meals, as opposed to the sausage-roll group - obviously. • Bring 600 grams of brown rice to the boil • Dice 1 kg of chicken breast and brown in olive oil in a large pan. • Dice 2 red peppers and add to the chicken. Add curry powder and turmeric to taste (lots). Everything will turn bright yellow. • Bring 500 grams of broccoli florets and 500 grams of cut string beans to the boil and boil for five minutes. Strain and add to the chicken. • Add one can of coconut milk and a dollop of yoghurt. • Serve rice and chicken curry separately.

Would you and your roommates like to feature in this item? Let us know at cursor@tue.nl

Interview | Norbine Schalij Photos | Bart van Overbeeke


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

En hoe is het in ...?

Longyearbyen | Het volledige gebouw is gebouwd op pilaren,

je schoenen dien je bij binnenkomst uit te trekken en er is een wapencollectie aanwezig voor studenten. Welkom bij de meest noordelijke universiteit ter wereld: University Centre in Svalbard (UNIS). Bij aankomst op Svalbard airport valt meteen het driehoekige verkeersbord op: gevaar voor ijsberen. Je mag Longyearbyen niet uit zonder jezelf te beschermen. Voor de colleges beginnen krijg je een verplichte veiligheidstraining in ijsberen verjagen en een schietcursus. De colleges vormen een interessante mix van theorie en excursies rondom Spitsbergen. Met zomerse temperaturen rond het vriespunt komen water- en winddichte kleren daarbij goed van pas! Longyearbyen is een klein dorpje in een Arctische woestijn en omgeven door oude steenkolenmijnen. De ruige natuur is de ideale locatie voor mooie wandelingen over bergtoppen en gletsjers. Door de middernachtzon gaat je gevoel voor tijd daarbij soms volledig verloren. Naast een mooie vakantiebestemming en een prachtige studielocatie is Spitsbergen ook de perfecte plek voor onderzoek. Biologen, natuurkundigen en geologen zijn hier veelvuldig aanwezig. Daarnaast trekt de bovengemiddelde snelheid waarmee het klimaat op Spitsbergen verandert veel aandacht. Nederlandse onderzoekers leveren hierin een belangrijke bijdrage, zoals bij de recente poolexpeditie van SEES.nl.

UNIS bestaat grotendeels uit buitenlandse studenten met veel verschillende nationaliteiten. Ik volg er een vak over Arctische infrastructuren bij klimaatverandering. Ik doe dit er extra bij vanuit mijn interesse voor klimaatsverandering en openbaar vervoer. En natuurlijk omdat ik heel graag een keer Spitsbergen wilde bezoeken. Colleges volg ik samen met Noren, Duitsers, Russen en een Canadees. Ook de docenten vliegen graag over uit Zwitserland om op deze bijzondere locatie les te mogen geven. Met een wekelijkse borrel waar bijna alle studenten op af komen, ontbreekt het ook zeker niet aan de nodige gezelligheid! Een bezoek aan Spitsbergen is een unieke ervaring waarbij niet de mens, maar de natuur centraal staat. Een kwetsbare natuur waar er maar een de baas is: de ijsbeer!

Richard Both, master student Industrial & Applied Mathematics

And how are things in ...? Longyearbyen | The entire building is built on pillars, you’re required

to take of your shoes upon entering, and there’s a student weapon collection. Welcome to the world’s most northernmost university: University Center in Svalbard (UNIS). Arriving at Svalbard Airport, the first thing you notice is the triangular warning sign: danger - polar bears. Before students start their lectures, they all attend mandatory safety training on how to scare away bears, and shooting lessons. The lectures are an interesting mix of theories and excursions in the Spitsbergen area. Temperatures are close to zero, so waterproof and windproof clothing are no unnecessary luxury. Longyearbyen is a small village in an arctic desert, and is surrounded by former coalmines. The rugged environment is the perfect location for beautiful walks over mountain tops and glaciers. And because of the midnight sun, you sometimes lose your sense of time completely. Apart from being a great holiday destination and a gorgeous place to study, Spitsbergen happens to be perfect for research: biologists, physicists, and geologists abound.

TU/e students go abroad more and more for their study. Be it for an internship of for doing research. They write in Cursor about all their experiences abroad.

The climate is changing faster in Spitsbergen than elsewhere and that generates a lot of attention, too. Dutch researchers are important in this field of research, witness recent polar expedition SEES.nl. UNIS consists of many foreign students of various nationalities. I’m taking a course in arctic infrastructures and climate change, because I’m interested in climate change and public transportation. And because I’ve always wanted to visit Spitsbergen, of course. My classmates are Norwegians, Germans, Russians, and there’s a Canadian. Professors don’t mind flying in from Switzerland to teach at this extraordinary location, either. And with a weekly social where practically all students gather, there’s quite some fun to be had as well! Visiting Spitsbergen is a unique experience as the focus is not on man, but on nature. It’s a fragile environment that answers to only one: the polar bear!

Richard Both, graduate student Industrial & Applied Mathematics

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


10 | Human Interest

17 September 2015

? De Vragenbank

Jill Vervoort (21), masterstudente Building Physics and Services (Bouwkunde) én Sustainable Energy Technology (Werktuigbouwkunde) pakt vijf vragen uit de hoge Cursorhoed. Bij een ernstig bewaar zou ze er één mogen wisselen. Maar deze energieke duizendpoot beanwoordt alle vragen zonder aarzelen.

Wat zou je doen als je een dag zonder technologie zat?

Wie bewonder je het meest?

Waar ben je het meest trots op?

Welk ritueel kun je niet missen?

Wat is het belangrijkste dat je deze week moet doen?

“Ik zou meer tijd aan mijn hobby’s besteden, want daar word ik erg blij van. Bij mooi weer kies ik voor een buitenrit te paard. Bij slecht weer ga ik tekenen en schilderen. Vooral vanwege mijn studie doe ik meer met technologie dan ik zou willen. We kunnen niet meer zonder onze smartphone en laptop, maar eigenlijk heb ik er niet zoveel mee, het neemt erg veel tijd in beslag en je wordt er erg door afgeleid.”

“Toen ik nog bij mijn ouders in America (in Limburg, red.) woonde, mocht ik altijd bij een goede kennis voor zijn paarden zorgen. Voor mij was dit mijn tweede thuis. Ik mocht er doen en laten wat ik wilde en hij vertelde me de leukste verhalen over vroeger. Daardoor is hij voor mij mijn ‘tweede opa’ geworden. Hij deed veel voor me en is dan ook de grote kracht achter mijn paardrijdkunsten. Zelfs toen zijn vrouw dement werd, bleef hij sterk. Het doet veel pijn als je je geliefde twee keer gedag moet zeggen. Ik heb bewondering voor het feit dat hij nog steeds die lieve en behulp­ zame man is zoals ik hem ken.”

“Ik ben trots op mijn leven. Toen ik hier begon te studeren had ik dat niet verwacht. Naast het volgen van twee masterstudies werk ik bij de ICT helpdesk van Scheikundige Technologie en ben ik actief bij de studievereniging van Bouwfysica waarvoor ik samen met anderen onlangs een studiereis naar China heb georganiseerd. Ook ben ik lid van Team Energy waarmee ik nu een congres aan het organiseren ben, zie ik graag mijn vrienden hier en in America en ik sport minimaal drie keer per week. Daarnaast ga ik nog graag richting mijn ouders om familie en vrienden te zien.”

“Ik moet sporten. Squashen, kickboksen, paaldansen, hardlopen of paardrijden, het maakt me niet uit. Het móet gewoon. Als ik niet kan sporten, voel ik me niet fit. Het eerste studiejaar kwam het er weinig van, maar op het eind van het jaar voelde ik me daar helemaal niet goed bij. Dan voelt het alsof ik niet voluit leef. Als ik sport, kan ik ook beter studeren. Ik heb het nodig om alles even helemaal los te laten. De reden dat ik zoveel verschillende sporten doe, is omdat ik niet kan kiezen, ik vind ze allemaal leuk.”

“Vanwege mijn twee masters moet ik mijn eigen studieprogramma samenstellen en dat moet ik deze week voorleggen aan een commissie. Daarnaast moet ik op zoek naar twee afstudeerbegeleiders vanuit beide faculteiten die het zien zitten om samen met mij een afstudeerproject op te zetten. Ik wil de mastertrack Energy Technology doen, maar daar hebben zich teveel studenten voor aangemeld. Bij de Graduate School willen ze druk op de afstudeerrichtingen goed verdelen, dus wordt maar een beperkt aantal studenten per groep toegelaten. Dat vind ik echt onzin. Als student zou ik toch mijn keuze moeten kunnen volgen.”

Interview | Tiny Poppe Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

Jill Vervoort (21), graduate student of Building Physics and Services (Built Environment) and Sustainable Energy Technology (Mechanical Engineering) grabs five questions from the Cursor hat. If she really objects, she’s allowed to swap a single question, but this jack-of-all-trades full of energy answers every dilemma without hesitation.

What would you do if you had to be without technology for a day?

Who do you admire the most?

What are you most proud of?

What’s a ritual you couldn’t do without?

What’s the most important thing you have to do this week?

“I’d spend more time on my hobbies, as they make me really happy. If the weather allows, I’d go horse riding. Otherwise I’d go draw or paint. Because of my studies, I’m preoccupied with technology more than I’d like to be. We can’t live without our smartphones or laptops, but I have to admit I don’t really care for them. It’s time-consuming and very distracting.”

“When I still lived with my parents in America (a village in Limburg, ed.), I took care of a friend’s horses. It was my second home. I could do as I pleased, and he used to tell me the best stories from when he was younger. He became my second grandfather, so to speak. Even when his wife started suffering from dementia he remained strong. It’s immensely painful if you have to greet your loved one twice. He’s helped me where he could and is the reason I know how to ride a horse. I admire the fact he’s still the same loving and helpful man as ever.”

“I’m proud of my life. When I came here for my studies, I would have never expected that. Apart from doing two graduate programs I work for the Chemical Engineering ICT helpdesk, and I’m an active member of the study association for Building Physics, for which I recently organized trip to China. I’m also a member of Team Energy - we’re currently setting up a symposium. I also enjoy meeting up with my friends here and in America, and I work out at least three times a week. And I still like to stay at my parents’ regularly so I can see friends and family.”

“Sports. Be it racket ball, kickboxing, pole dancing, running, or horse riding. I don’t care, I need it. If I can’t work out, I don’t feel fit. During my first year at university I barely found the time, but by the end of the year it just didn’t feel right anymore. Working out improves my academic skills, too. I need it to let go for a bit. The reason I do so many different kinds of sports is because I can’t choose. I like them all.”

“Because I’m doing two graduate programs I have to set up my own study program, which I have to present to a committee this week. I also have to start searching for two supervisors who are willing to guide me during my graduation project. I want to do the Energy Technology master track, but too many students signed up. As the Graduate School wants to distribute graduate students more or less evenly over the number of master tracks, they only allow a limited number of students per group. That doesn’t make sense to me at all. ”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

TUssen de oren

Méér dan lesgeven Als je een student vraagt wat mijn baan is, krijg je als antwoord dat ik docent ben. Als ik op een verjaar­dags­ feestje vertel wat ik voor mijn werk doe, zeg ik dat ik onderzoeker ben aan een univer­siteit. Studenten zien vaak maar één kant van mijn baan, maar het is nuttig om te beseffen dat we meestal méér doen dan lesgeven. Gisteren wandelde ik door een zonnig Bern in Zwitserland. Ik schrijf deze column net na het

geven van een presentatie over hoe we wetenschap opener en betrouwbaarder kunnen maken, op uitnodiging van de Swiss National Science Foundation. Vanavond vlieg ik terug, zodat ik morgenochtend op tijd ben om Introduction to Psychology & Technology te geven aan ongeveer tweehonderd eerstejaars. Ik vroeg al die studenten onlangs hoeveel van mijn tijd ik volgens hen

aan onderwijs besteedde, en het was duidelijk dat de mogelijkheid dat dit niet honderd procent was nog niet bij deze eerstejaars was opgekomen. Deze combinatie van onderwijs en onderzoek maakt een universiteit een leuke plek om te leren. Je docenten verspreiden niet alleen kennis, maar vergaren ook nieuwe kennis. Zo zijn jullie altijd op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen.

Vraag je docenten eens naar hun onderzoek Maak daar vooral gebruik van. Vraag je docenten eens iets over hun eigen onderzoek - je zult zien dat ze niet snel ophouden met praten! Hou er ook rekening mee -

docenten zijn dus niet altijd beschikbaar, en als je ze buiten hun colleges nodig hebt, moet je soms wat geduld hebben. En wie weet spreekt die combinatie van activiteiten je wel aan, en lijkt het je een leuke baan voor jezelf na je studie! Daniël Lakens is universitair docent Toegepaste Cognitieve Psychologie bij de afdeling Human Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Brain matters

More than teaching Ask a student what my job is, and they’ll tell you I’m a teacher. Whenever I’m at a birthday party and tell people what I do, I tell them I’m a researcher at university. Students tend to see only one side of my job, but it might be a good thing to realize we often do more than just teach. Yesterday, I was walking through a sunny Bern, Switzerland. You see, I’m writing this column

after having given a presentation on how to make science more accessible and more reliable, for which I was invited by the Swiss National Science Foundation. I’ll be flying home tonight, so I’ll be back in time to teach Introduction to Psychology & Technology in front of some two hundred first-year students. I recently asked all of them how much time they think I spend

on teaching, and it was very clear the possibility of it not being all the time hadn’t occurred to these brand new students. The combination of research and education is what makes universities a fun place to learn. Not only do your lecturers spread knowledge, but they also gather knowledge. To make sure you’re always up to speed as far as the most recent developments are concerned.

Ask your professors about their research Ask your professors about their research - you’ll notice they won’t shut up about it lightly! Also bear

in mind that professors are not always available. So if you need them outside lectures, you might have to practice patience. Who knows, the combination of activities could appeal to you, and you might end up doing what we do after graduating! Daniël Lakens is assistant professor of Applied Cognitive Psychology at the Department of Human Technology Interaction


Op Prinsjesdag kon Jet Bussemaker letterlijk schitteren met de hoed en op de sleehakken kon ze in principe rennen. De outfit mag ze niet houden, die wordt tentoongesteld tijdens de Dutch Design Week, van 17 tot en met 25 oktober.

Tijdens het ontwikkelen van de outfit hebben de minister en het team ‘leuk contact’ gehad, volgens Van Dongen. “De minister was erg geïnteresseerd in het hele proces. Halverwege heeft ze zelf meegeholpen aan de belijning van haar jurk. Ze heeft ook de vorm van de halslijn en de lengte bepaald.” De jurk is met behulp van een 3D body scan op maat gemaakt.

Modeontwerpster Pauline van Dongen, industrieel ontwerpster Leonie Tenthof en de Amerikaanse schoenen- en modeontwerper Troy Nachtigall ontwierpen jurk, hoed, schoenen en clutch waarmee Bussemaker innovatief voor de dag wilde komen. Van Dongen is promovenda in wearable technology, Tenthof studeerde in 2014 af op kledingontwerp met 3D body scans, en Nachtigall doet bij ID onderzoek naar adaptive and responsive wearables.

Ook de vrouw die verantwoordelijk is voor beleid op hoger onderwijs moet elke ochtend beslissen wat ze aantrekt. Op Prinsjesdag koos minister Jet Bussemaker voor ‘be-tween’, een outfit ontworpen door ontwerpers en onderzoekers van de TU/e.

Text | Norbine Schalij Photos | Tomas Mustaers and OCW

De jurk van Jet zit als gegoten

werd een rechte lap grijsgroene cupro jersey, een zijde-achtige elastische stof, gemanipuleerd tot een driedimensionale vorm die past bij lijf en leden van Jet Bussemaker. Het witte lijnenpatroon is met ‘puff inkt’ op de stof gezeefdrukt in Van Dongens werkplaats ArtEZ in Arnhem. De bedrukte stof is door een hittetunnel geschoven om de inkt te laten zwellen. “De lijnen komen daardoor meer bovenop de stof te liggen en trekken die tot een driedimensionaal oppervlak van plooien”, legt Van Dongen uit.

Een onderonsje tussen lichaam en materiaal | Met wiskundige formules

Niet stilzitten | Als de minister haar hoofd beweegt, zie je bepaalde delen soms niet, en andere delen weerkaatsen spetters van zonlicht. Dat komt door de stroken van prismatische folie waarvan de hoed is gemaakt. Op bijzondere wijze wordt het licht gebroken, waardoor stroken transparant worden en andere tegelijkertijd reflecterend. Van Dongen: “De lichtinval is bepalend voor wat je ziet. Beweging en standpunt van de kijker hebben dus ook effect op het uiterlijk en expressieve karakter van de hoed.” Er kwam een lasersnijmachine aan te pas en de stroken zijn met dunne metalen draden aan elkaar gezet.

12 | Focus 17 september 2015


hoge hakken waar je op kunt lopen”, zegt Troy Nachtigall. Met behulp van voet-scans van Jet Bussemaker zijn bij SLEM, het schoeneninnovatie- en educatie-instituut in Waalwijk waar Nachtigall technisch directeur is, de schoenen uit de printer gerold. Ze bestaan uit één type materiaal (makkelijk bij recyclen) en hebben daardoor geen naden. De hakken hebben een andere dichtheid dan de andere delen; stevig en stabiel versus zacht en rekbaar. Van Dongen: “Er zitten openingen en compartimenten in de schoenen die zorgen voor een airflow op het moment dat er gewicht op het elastische materiaal komt. Zo wordt warme lucht naar buiten gedrukt en koele lucht van buiten opgezogen.”

Airflow | “Dit zijn de eerste 3D-geprinte schoenen met

minimalistische vorm”, zo omschrijft het ontwerpersteam de handtas die minister Bussemaker op Prinsjesdag mag gebruiken. Hij is gemaakt van hetzelfde materiaal als de schoenen: een thermoplastische elastomeer. Een Ultimaker desktop printer vormde er de clutch van.

Geen schooltas | “Een kleine

Movie? http://tiny.cc/ocmf3x

Shoes | These are the very first 3D-printed high-heeled shoes you can actually walk around in. They are made of a single material (for recycling purposes), and contain openings and compartments that create airflow when walking.

Clutch | The designer team describes Bussemaker’s clutch as having “a small, minimalist shape”. It was made from the same material as her shoes: a thermoplastic elastomer in grey.

was manipulated into a three-dimensional shape that fits Bussemaker’s body.

Dress | A straight piece of graying-green cupro jersey, a silk-like, elastic fabric,

reflect sunbeams. It has to do with the prismatic foil the hat is made of.

Hat | If the minister moves her head, some parts become invisible, whereas others

On Prinsjesdag, Jet Bussemaker was shining with her glitzy hat, and she could practically run in her high-heeled shoes. She can’t keep her outfit, because it will be on display during the Dutch Design Week (October 17-25).

During the design process, the minister and the design team have been in touch, says Van Dongen. “Halfway though, she even helped determine the lining of the dress. She also helped with the shape of the dress’ neckline and its length.” The dress was tailored using a 3D body scan. Bussemaker’s feet were also scanned for the shoes.

The woman who is responsible for higher education policy has to decide what to wear every day just like we do. On the third Tuesday in September (‘Prinsjesdag’), Minister Jet Bussemaker wore ‘be-tween’, an outfit designed by Industrial Designers at TU/e. Fashion designer Pauline van Dongen, Industrial designer Leonie Tenthof, and US shoe and fashion designer Troy Nachtigall designed the dress, hat, shoes and clutch Bussemaker wore to appear innovative.

Jet’s dress fits like a glove

“De hoed is heel bijzonder. Het is eigenlijk een kraag boven mijn hoofd met elementen die met licht spelen. Hij past heel mooi bij de rest. Ik ben erg tevreden”, zegt ze. “Ik hoop dat mijn collega’s en het brede publiek nieuwsgierig worden. Dat ze willen weten hoe het gaat om digitale technieken te gebruiken bij het ontwerpen van een jurk. Wat kan er nog meer? Als zij zich die vraag stellen, heb ik bereikt wat ik wil.”

Wat vindt de minister van de outfit? |

See for news www.cursor.tue.nl/en

Focus | 13


14 | Achtergrond

17 september 2015

Text | Judith van Gaal Photos | Bart van Overbeeke

Het wij-gevoel aan de TU/e versterken

Niet ik, niet jij, maar wíj Horden studenten trekken ’s ochtends rond 08.45 uur via het Limbopad naar de TU/e, om vervolgens in de collegezaal neer te strijken om nieuwe kennis op te doen. Rond diezelfde tijd komt het personeel de campus op. Bij mooi weer vind je de campusbewoners in de pauze buiten, bij de vijver, bij Flux of wandelend langs de Dommel. ’s Middags tegen 17.00 uur gaat het huiswaarts en tegen 23.00 uur kun je meestal een kanon afschieten op het terrein. Een campus die 24/7 bruist, hebben we niet, maar dat hoeft en kan ook niet à la minute - zo stellen college­ voorzitter Jan Mengelers en TU/e-hoogleraar Yvonne de Kort als voorzitter en lid van de stuurgroep Wellcomm@TU/e. We moeten er volgens hen wél voor zorgen dat we elkaar weten te vinden, dat er een

hechte gemeenschap blijft, dat iedereen zich thuis voelt en dat nieuwkomers zich welkom voelen. Het Studentensportcentrum, het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) en de stuurgroep Graduate School waren onafhanke­ lijk van elkaar al met dit onderwerp bezig. De stuurgroep brengt die verschillende initiatieven nu samen en zet het onderwerp campusbreed op de kaart. Is dit initiatief geboren uit noodzaak? - is de vraag aan Jan Mengelers. Nee, dat is het niet, benadrukt de collegevoorzitter. “We doen het goed als relatief kleine universiteit. Buitenlandse studenten beschrijven onze universiteit als sociaal en zorgzaam, informeel, hulpvaardig, vriendelijk en collegiaal. De lijntjes zijn kort. Maar we groeien en we willen voorkomen dat we in de

toekomst een minder hechte gemeenschap zijn. We gaan versterken waar we sterk in zijn.” De Kort vult aan: “We gaan zaadjes planten en mensen uit de tent lokken om het wij-gevoel te versterken.”

“Zaadjes planten en mensen uit de tent lokken om het wij-gevoel te versterken” Een goed sociaal netwerk heeft een positieve invloed op het welzijn van mensen, ze vallen minder snel uit en zetten betere prestaties neer. Dit is vaker uit onderzoek gebleken, vertelt Yvonne

Voelen nieuwkomers zich meteen welkom op onze campus? Zijn er genoeg activiteiten die veel medewerkers en studenten trekken? Moeten we massaal overgaan op het Engels? Hoe maken we de campus bedrijviger? Vragen die de leden van de stuurgroep Wellcomm@TU/e volop bezighouden. Hun doel: het gemeenschapsgevoel aan de TU/e verder versterken en ervoor zorgen dat ‘nieuwkomers’ zich snel thuis voelen op onze campus.

de Kort, die hoogleraar Omgevings­ psychologie aan de TU/e is. Zij keek met andere TU/e’ers hoe we een (nog) hechtere gemeenschap kunnen krijgen - in eerste instantie binnen de doelgroep van de Graduate School. Het plan werd vervolgens naar een hoger niveau getild, omdat het niet alleen binnen de Graduate School belangrijk was, maar feitelijk voor de hele TU/e. Daar kwam bij dat verschillende partijen met soort­ gelijke plannen bezig waren. Zo heeft het Studentensportcentrum een plan opgesteld om ‘dienst­ verleningen en programma’s te verbinden die alle leden van de TU/e-community kunnen helpen bij het maken van gezonde keuzes en bij hun persoonlijke ontwikkeling’. Kortom: ervoor zorgen dat mensen zich gezonder en vitaler voelen en dat niet alleen binnen de muren van het sportcentrum maar campusbreed.

STU schreef vorig jaar een advies na een onderzoek hoe internationale en Nederlandse studenten nader tot elkaar kunnen komen. De Kort hield eerder dit jaar brainstormsessies met andere TU/e’ers en dat leverde een hoop ideeën op. Een selectie daaruit: een grote afstudeerceremonie, een olympiade tegen andere universi­ teiten, een picknick, een centrale bar, een sportdag en barbecue­ faciliteiten. Ook het sportcentrum zette concrete ideeën op papier, waaronder wandelroutes op de campus en ontmoetingsplaatsen voor onder meer jeu de boules, tafeltennis en volleybal. STU adviseert onder meer om nationaliteiten meer te mengen bij groepsopdrachten en om Nederlandse en internationale studenten aan elkaar te koppelen vanaf de Intro. Lees verder op pagina 16 >>


Achtergrond | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TU/e’ers over een hechte(re) community

Glenn Bergmans, voorzitter van de Federatie Studie­verenigingen Eindhoven: “Geef verenigingen meer mogelijkheden om activi­teiten te organiseren”

Pascal van Beek, masterstudent Biomedische Technologie: “Maak een levensgroot schaakspel”

Marcia Bakermans, voormalig bestuurslid Personeelsvereniging: “Meer steun voor het bestuur van de Personeelsvereniging (PV)”:

Adam Siemieniuk (Polen) en Dongjin Son (Zuid-Korea), bachelorstudenten Electrical Engineering: “Leer ons wat meer over de Nederlandse cultuur”

“Het slechten van grenzen tussen verenigingen lijkt mij niet nodig. De studieverenigingen werken veel samen en sommige activiteiten zijn openbaar. We hebben jaarlijks één dag een gezamenlijke activiteit, zoals een grote buitenborrel. Je ziet dat de verenigingen een beetje moeten wennen aan de internatio­ nalisering, maar dit komt meer en meer. Ze bieden steeds meer informatie in het Engels aan. Wil je een levendigere campus, dan helpt het als je verenigingen meer mogelijkheden geeft om iets te organiseren. Denk aan langere openingstijden van gebouwen en verenigingsruimtes en aan het vrij mogen organiseren van activiteiten in Forum.”

“Schaken is populair bij veel TU/e’ers vanwege het uitdagende karakter, het is bij alle culturen bekend en vriendschappen kunnen er gemakkelijk door ontstaan. De drempel om iemand aan te spreken om een potje te spelen is vrij laag. De markthal lijkt me er de ideale plaats voor; er is plek zat en het is overdekt. Een volledig schaakspel kost tussen de vijfhonderd en duizend euro. Het is dus eerder de vraag of de universiteit daar het geld voor over heeft. Wie het moet realiseren, weet ik niet. Het enige probleem: Hoe ga je om met studenten die het een goed idee vinden om een schaakstuk mee naar huis te nemen op donderdag­ avond na de borrel? Je zult een plek moeten hebben waar je de mat en schaakstukken kunt opbergen aan het einde van de dag.”

“De PV heeft de intentie om voor ieder wat wils te organiseren en de bindende factor te zijn. Daartoe wil de PV maar al te graag meepraten, meedenken en meefinancieren. De leden organiseren al jaarlijks de TU/e Meerkamp, het Sinterklaasfeest en de familiedagen. Ze zouden graag meer medewerkers betrekken zodat er meer feesten en barbecues kunnen komen. De ideeën zijn er. Het lastige is dat we met vrijwilligers werken en dat die moeilijk te vinden zijn.”

“Tijdens de introductieweek leer je veel praktische zaken en je ontmoet andere mensen. Dat is al goed. Ze zouden wel Nederlandse en internationale studenten nog wat beter mogen mixen. Verder zou het handig zijn als je bijvoorbeeld een keer naar de supermarkt wordt genomen om wat basiswoordjes Nederlands te leren.” Dongjin: “Ik had graag eerder geweten dat Nederlanders een directere manier hebben om mensen te benaderen. En er zouden meer activiteiten met andere faculteiten mogen komen. Denk aan het bezoeken van bedrijven.”


16 | Achtergrond

17 september 2015

De Kort groepeerde de ideeën binnen tien categorieën. Dat zijn onder meer het opzetten van een online platform, activiteiten buiten het onderwijs faciliteren, successen vieren en laten zien waar we goed in zijn. Een van de eerste actiepunten wordt de realisatie van een portal. Nieuwkomers moeten daarop informatie kunnen vinden over relevante verenigingen, diensten en activiteiten en het moet een virtuele community zijn waarbij iedereen met elkaar in verbinding staat. De komende tijd wordt binnen de stuurgroep verder gekeken naar de prioritering van actiepunten - waar overigens geen extra geld voor wordt uitgetrokken. Mengelers en De Kort benadrukken dat het geen statische lijst is, maar dat naar gelang wat er speelt bepaalde zaken voorrang kunnen krijgen.

“Het moet evolutionair, niet revolutionair” Een ding staat voor Mengelers en De Kort voorop: ‘We gaan niets afdwingen’. De Kort: “Wij kunnen geen vriendschappen tussen mensen organiseren. We gaan medewerkers niet verplichten een buitenlandse collega mee naar huis te nemen. We dwingen studieverenigingen niet tot samenwerking. En als mensen zich binnen groepen thuis voelen, dan gaan we dat echt niet doorbreken. Het moet evolutionair en niet revolutionair.” Mengelers: “Wat we hebben, moeten we koesteren.” Wat ze dan wel gaan doen? Initiatieven aanwakkeren en warm houden en de mindset van TU/e’ers proberen om te buigen. De Kort: “We hebben bijvoorbeeld onlangs met de opleidingsdirecteuren gesproken over een buddysysteem, waarbij studenten of medewerkers nieuw­ komers wegwijs maken. Sommige faculteiten doen dat al, andere nog niet. Of en hoe ze daar dan gehoor aan geven is aan hen: of nu een Spanjaard aan een Spanjaard wordt

De kunst afkijken

Hoe pakken andere universiteiten het aan om studenten zich snel thuis te laten voelen? We vroegen het TU/e-studenten die op dit moment voor stage of studie in het buitenland zijn.

Elke Aarts, Biomedische Technologie: “Boston University heeft een heel overzichtelijke, duidelijke site, waar je met een paar klikken precies de verenigingen kunt vinden die jou interesseren, of de things to do als culturele en sportieve uitstapjes. Je krijgt bij aankomst een visum-oriëntatie, waarin je mensen leert kennen en een globaal praatje krijgt over de universiteit. Wat ook goed werkt, zijn alle Facebookgroepen en mijn vakgroep betrekt me overal bij.” Stefan Jorna, Operations Management & Logistics: “Hier in Daejeon in Zuid-Korea worden cultural classes gegeven. Je kunt je onder meer aanmelden voor pianoles met Koreanen, klimmen in de bergen, dansles en een tempelstay tussen de monniken. Het leuke hieraan is dat je activiteiten met Zuid-Koreanen en andere internationale studenten onderneemt. De TU/e zou meer traditionele Nederlandse activiteiten kunnen organiseren.” Bianca Backx, Process Engineering: “Zodra ik was aangekomen op het vliegveld werd ik naar mijn appartement gebracht. Hier stond een student op me te wachten om Dalian (China) aan me te laten zien. Zij heeft me ontzettend veel geholpen, laten zien waar de supermarkten zijn, waar ik kan eten, me aan nieuwe mensen voorgesteld en ze helpt me met mijn experimenten. Dit heeft me heel erg geholpen aangezien je meteen een aanspreekpunt hebt en iemand die je de cultuur sneller kan laten zien.”

gekoppeld of een Spanjaard aan een Nederlander. Het gaat er maar om dat iemand zich over hem of haar ontfermt en dat het de aandacht heeft van faculteiten.” Mengelers: “We horen vaak van studenten die op stage naar het buitenland zijn geweest dat ze dan pas beseffen hoe het is om als nieuwkomer te komen. Dat is ook een stukje bewustzijn dat er moet komen. Ook kunnen we eens kijken naar het aanbod van kantines en de Spar. Dat mag wel veelzijdiger gezien alle nationaliteiten op de campus én gezonder, als we het welzijn van medewerkers en studenten belangrijk vinden. Zonder dat af te dwingen, maar we kunnen het wel onder de aandacht brengen. Het zou ook goed zijn als er een betere verbinding met de stad is. Daar heb ik al gesprekken over met de gemeente hoe we dat kunnen realiseren. En is er een betere samenwerking mogelijk tussen studieverenigingen?”

“We zijn er nog niet als we een woontoren en supermarkt plaatsen” Een ander punt op de agenda is de levendigheid op de campus. De Kort: “We zijn er nog niet als we een woontoren en supermarkt plaatsen. We moeten kijken hoe we meer activiteiten kunnen faciliteren.” Wat ook kan helpen om tot een hechtere gemeenschap te komen, is het gebruik van één gemeenschappelijke taal. Mengelers: “Die discussie voeren we, maar die is niet gemakkelijk. Je kunt niet ineens alles in het Engels doen. Maar het is belangrijk om het bespreekbaar te maken. Het hoeft niet van vandaag op morgen.” De Kort: ”Het is tweerichtingsverkeer. Het is niet voldoende als we allemaal in goed en verstaanbaar Engels communiceren. We moeten buitenlandse studenten ook de kans bieden en stimuleren om Nederlands te leren.”

Willemijn Steens, Operations Management & Logistics: “Op de TU/e voel ik me niet zozeer een TU/e’er maar eerder een Industria- en E.S.C-lid. Terwijl iedereen zich hier op de Polytechnique Montréal als iemand van ‘de Poly’ voelt. Dit heeft denk ik drie redenen. Het is een veel kleinere universiteit. Naast alle kleinere studieverenigingen is er één grote vereniging waar alles onder valt, en er zijn geen commissies per studie. Tenslotte zijn er meerdere universiteiten in de stad, waardoor er een onderlinge strijd is.” Tom Tacken, Technische Natuurkunde: “Hier aan de Tecnológico de Monterrey in Puebla is een Mexicaanse ‘buddy’ aan ongeveer vijf uitwisselingsstudenten gekoppeld. Aan de TU/e heb je je introgroepje, maar er zijn geen mensen waar je naartoe kunt gaan voor informatie over verhuizen, mensen leren kennen en activiteiten. Ik zou daar best bij willen helpen.” Sjoerd van Bavel, Technische Wiskunde: “De DTU in Kopenhagen doet redelijk epische dingen, waar ze trots op zijn. Toen laatst Andreas Mogensen, de eerste Deense astronaut, de spaceshuttle aan het ISS vastkoppelde, was het overal live te volgen. De docent stopte het college ervoor. Verder blijven de buddy groups na de intro actief en de universiteit stimuleert dat.”


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

Strengthening solidarity at TU/e

Not me, not you, but us Do newcomers feel welcome at our campus right away? Are there enough events for staff and students? Should we all switch to English? What can we do to make campus more lively? These are all questions that members of steering committee Wellcomm@TU/e are trying to find an answer to. Their aim: strengthening solidarity at TU/e and making sure newcomers feel at home at our campus in no time. We might not have a campus that’s bustling 24/7, but that’s okay and doesn’t happen overnight, say Executive Board chairman Jan Mengelers and TU/e professor Yvonne de Kort, chairman and member of steering committee Wellcomm@TU/e, respectively. We do have to make sure we know where to find one another, create a close-knit community, and make newcomers feel welcome. Was this initiative born out of necessity? Jan Mengelers stresses it wasn’t. “We’re doing fine, being a relatively small university. Foreign students describe TU/e as being a socially conscious and informal, helpful, friendly, and amicable. People are easily approachable. Still, we’re growing and we want to make sure we don’t lose our sense of solidarity. We’ll be reinforcing what we’re good at.” A solid social network benefits people’s well-being: they stay home less often and perform better. Research has shown its importance more than once, says Yvonne de Kort, professor of Environmental Psychology at TU/e. She and other TU/e people studied how to create an even more close-knit community, initially starting at the Graduate School. The plan was then expanded to cover the whole of TU/e, as it obviously does not concern the Graduate School only. It also turned out more parties were busy working on the same issue.

Cursor asked around at TU/e: how does our community become (even more) close-knit?

For example, the Student Sports Center has drawn up a plan to ‘connect services and programs that may help all members of TU/e in making healthy choices, and their personal growth’. Last year, STU issued an advice based on a study into ways international and Dutch students could come together. Earlier this year, De Kort organized brainstorming sessions with other people from TU/e, and those have resulted in many ideas. A selection: a major graduation ceremony, an Olympiad against other universities, a picnic, field day, and barbecuing facilities. SSC also presented a number of concrete ideas, including campus walking trails, and boules, table tennis, and volleyball areas. STU advises to mix nationalities for group assignments more often and connect national and international students right from the Intro.

“We’re going for evolutionary, not revolutionary” De Kort has grouped all ideas into ten categories. These include the creation of an online platform, facilitating non/academic activities, celebrating successes, and showing what we´re good at. One of the first items on the agenda is the realization of a portal for newcomers to find information regarding relevant clubs and associations, services, and activities. It´s supposed to become a virtual community where everyone´s connected. Soon, the steering committee will prioritize all actions - for which there will be no extra funds. Mengelers and De Kort stress the list will not be a static one:

depending on what’s most pressing, some actions might be prioritized over others after all. Mengelers and De Kort agree strongly one one thing: ‘We’re not going to enforce anything’. De Kort: “We’re going for evolutionary, not revolutionary”. So, what will they be doing? They plan on inciting initiatives and keeping them going as well as trying to bend the mindset of people at TU/e. De Kort: “We’ve been meeting with study program managers about a buddy system where students or faculty members show newcomers the ropes. Some departments have already incorporated that system, other haven’t. It’s up to each department whether or not they choose to participate.”

What will be the common language? Mengelers: “It might not be a bad idea to meet with our cafeterias and supermarket. Considering the number of nationalities on campus meals could be more diverse, and our offer more healthy - if we value our community’s health. We won’t enforce anything, but we can definitely point to certain issues.” Another item on the agenda is hustle and bustle on campus. De Kort: “Erecting a student flat and a supermarket doesn’t get us there. We need to find ways to facilitate more events.” Another thing that might contribute to a stronger sense of community could be the use of a common language. Mengelers: “We’ve been talking about it, but you can’t just implement English everywhere. Still, it’s important to keep our options open. Rome wasn’t built in a day.” De Kort: “It’s a two-way street. Being able to communicate in English properly is one thing, but we should motivate international students to learn Dutch as well.”

Glenn Bergmans, chairman of the Federation of Student Associations Eindhoven: “Enable clubs and associations to organize more events” “I don’t think we should try to erase the differences between associations. They already work together often, and some events are public. Associations need some time to get used to the internationalization at TU/e, but they’re getting there. More and more information is available in English. If you want a livelier campus it might help if associations were allowed to organize events more often. Think extended opening hours for buildings and common rooms, and being allowed to organize activities in Forum.” Pascal van Beek, graduate student of Biomedical Engineering: “Make a giant game of chess” “Chess is a popular sport at TU/e: it’s challenging, known the world over, and it can create friendships. It’s not that scary to ask someone to play, either. I think the market hall would be a perfect spot, as it’s covered and spacious.”

Adam Siemieniuk (Poland) and Dongjin Son (South-Korea), both undergraduate students of Electrical Engineering: “Teach us about Dutch culture” “The Intro covers lots of practical issues, and it’s a good way to meet many people. That’s great. I think international and Dutch students could mix some more, though. Another thing that might be helpful is a trip to the grocery store and teaching us a number of basic Dutch words.” Dongjin: “I wish I’d known the Dutch are more direct earlier on. I also think there should be more cross-departmental activities, like field trips to companies.”


18 | Onderzoek

17 september 2015

Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

Plannen voor de perfecte pitstop

Een haperende lithografiemachine kan honderdduizend euro per uur kosten. Voor dergelijke hightech-apparatuur is het dus zaak om de beschikbaarheid van reserveonderdelen goed op orde te hebben. Hoogleraar ‘Maintenance & Reliability’ Geert-Jan van Houtum schreef hierover met zijn voormalige promovendus Bram Kranenburg een boek dat aandachtig lezende multinationals miljoenen kan opleveren.

Voor producenten van hightechapparatuur, zoals ASML, Océ, Vanderlande, IBM en Airbus, wordt het leveren van ondersteunende diensten aan hun afnemers steeds belangrijker. Een aanzienlijk deel van de inkomsten is tegenwoordig afkomstig uit onderhoudscontracten met zogeheten ‘service level agreements’, waarbij de producent verantwoordelijk is voor het onderhoud en functioneren van de apparatuur. Hoe snel een vastgelopen apparaat weer aan de praat kan worden gekregen, hangt voor een groot deel af van de beschikbaarheid van reserveonderdelen. Voorraadbeheersing van deze onderdelen wordt dan ook steeds belangrijker, en is nu een prominent logistiek vraagstuk waar ook de onderzoekers van Operations, Planning, Accounting, and Control (OPAC) zich over buigen. Geert-Jan van Houtum is hoofd van deze onderzoekgroep binnen de faculteit IE&IS. Hij en zijn collega’s aan de TU/e stonden aan de wieg van nieuwe planningsmodellen, die rekening houden met zogeheten laterale verzendingen - het versturen van reserveonderdelen tussen verschillende lokale magazijnen. “Je moet je voorstellen dat een bedrijf als ASML servicemonteurs in dienst heeft voor alle fabrieken waar hun lithografiemachines staan’, legt Van Houtum uit. “Voor reserveonderdelen heeft ASML één centraal magazijn per continent, en een hele serie lokale magazijnen in de buurt van de fabrieken van klanten. Wanneer één van hun machines stilligt vanwege een mankement, dan is vaak een reserveonderdeel nodig. Als dit onderdeel niet in het dichtstbij­ zijnde magazijn ligt, wordt in de praktijk gekeken of die in een ander magazijn in de regio wel aanwezig is. Dan is het onderdeel er sneller dan wanneer het uit een centraal magazijn moet komen.” Geert-Jan van Houtum

Maar in de voorraadplanning werd geen rekening gehouden met dergelijke laterale verzendingen - tussen lokale magazijnen dus. En dat terwijl je veel kosten kunt besparen door de duurdere onderdelen strategisch over de lokale magazijnen te verdelen. Met minder voorraad (en dus kosten) kun je zo dezelfde service blijven bieden, zo berekenden Van Houtum en zijn collega’s. Of, zoals bedrijven het liever formuleren, met hun geavanceerdere planningsmodellen kun je een betere service bieden tegen dezelfde kosten.

ASML had voor honderden miljoenen aan reserveonderdelen liggen

“Toen wij in 2002 bij ASML aan de slag gingen, hadden die wereldwijd voor enkele honderden miljoenen euro’s aan onderdelen liggen, benadrukt Van Houtum de omvang van het ‘probleem’. “En als een chipmachine stil komt te liggen, dan kan dat wel honderdduizend euro per uur kosten.” Zijn promo­ vendus Bram Kranenburg inventa­ riseerde de situatie bij ASML en maakte een planningsmodel toegespitst op de situatie van ’s werelds grootste chipmachinefabrikant. Tot hun grote tevredenheid, want de effecten waren spectaculair. De kosten voor de reserveonderdelen in de lokale magazijnen konden volgens het model met dertig procent terug­ gebracht worden. Nadat ASML de nieuwe planning in 2006 in had ingevoerd, bleek ook de daadwerkelijke impact groot te zijn.


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

“De service is enorm verbeterd en de kosten zijn met vele miljoenen gereduceerd”, aldus Van Houtum. De voorraadbeheersing van reserveonderdelen is een cruciaal onderdeel van de after sales business - tegenwoordig bij veel hightech-bedrijven goed voor twintig tot veertig procent van de omzet. Voor de winstgevendheid is de after sales dus zeker zo belangrijk als de R&D-afdeling waar fysici, werktuigbouwers en elektrotechnische ingenieurs met man en macht de volgende technologische doorbraak proberen te forceren. In de hightech-sector gaat de meeste aandacht vanouds naar die technische mensen, weet ook Van Houtum. Het belang van een goedlopende after sales wordt volgens hem nog te vaak onderschat. “In de Formule 1 zijn degenen die de snelste motor ontwikkelen de helden. Maar als de auto een minuut moet wachten bij een pitstop om een kapot onderdeel te vervangen, dan win je ook niet. Zo gaat het in de hightech-sector ook met de after sales.” Die speelt een dienende rol op de achtergrond, maar is daarom niet minder belangrijk, vindt hij. “Het is prima dat de technologische doorbraken meer aandacht krijgen, maar voor het functioneren van de bedrijven is onze tak van sport tegenwoordig ook essentieel.” Van Houtum ziet de Eindhovense bijdrage aan de spare parts planning als de vervolgstap op een ontwikke­ling die eind jaren zestig is ingezet door Craig Sherbrooke,

Plans for the perfect pit stop

die als eerste voorstelde om bij voorraadmodellen niet de beschikbaarheid van de individuele onderdelen als kerndoel te formuleren, maar de beschikbaarheid van de machines als geheel. “Die systeemaanpak heeft een grote vooruitgang betekend”, zegt Van Houtum.

Miljoenen verdienen met aandachtig lezen

Regular shipment ~ 1 hour Regular local warehouse General replenishment ~ 2 weeks Main local warehouse Central warehouse

Lateral transshipment ~ 5 to 10 hours

“Begin jaren negentig is er een boek verschenen van Sherbrooke dat een klassieker is geworden binnen het vakgebied. Uitgeverij Springer heeft Bram en mij benaderd om onze theorie ook in boekvorm uit te werken, met als basis zijn proefschrift, dat in 2007 is verkozen tot het beste in Europa binnen ons vakgebied, de operations research.” Dat boek, met de titel Spare Parts Inventory Control under System Availability Constraints, wordt op 21 september officieel gepre­ senteerd op de TU/e-campus. Het is voornamelijk bedoeld voor masterstudenten en promovendi. En voor specialisten uit het bedrijfsleven natuurlijk, die er door aandachtig te lezen zomaar miljoenen mee kunnen verdienen voor hun werkgever…

A failing lithography machine can cost one hundred thousand euros per hour. So it is vital that the availability of spare parts for such high-tech equipment is duly warranted. Professor of ‘Maintenance & Reliability’ Geert-Jan van Houtum wrote a book on the subject together with his former PhD candidate Bram Kranenburg which may yield millions for multinationals reading thoroughly.

For producers of high-tech equipment, such as ASML, Océ, Vanderlande, IBM and Airbus, the provision of support services to their buyers is becoming ever more important. Nowadays a substantial chunk of their income is generated by maintenance contracts including so-called ‘service level agreements’, whereby the producer is responsible for the maintenance and proper functioning of the equipment. How rapidly one can get a failing device to start again depends largely on the availability of spare parts. Therefore, inventory control of these parts is becoming increasingly important, and is now a prominent logistics issue which the researchers of Operations, Planning, Accounting, and Control (OPAC) are focusing on as well. Geert-Jan van Houtum is head of this research group within the Department of IE&IS. He and his colleagues at TU/e were at the cradle of new planning models, which take into account so-called lateral shipments - the dispatch of spare parts between different local warehouses. “For spare parts ASML has one central warehouse per continent, and a whole series of local warehouses in the vicinity of factories of its customers”, Van Houtum explains. “When one of their machines stops due to a failure, in many cases a spare part is required. If such a part is not available in the nearest warehouse, it is common practice to check whether another warehouse in the region does stock it. In that case the part is available faster than when it needs to come from a central warehouse.”

Main local warehouse

Regular local warehouse

Emergency replenishment ~ 36 hours

The service supply chain at ASML.

De boekpresentatie is op maandag 21 september van 16:00 tot 18:00 in het Paviljoen. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Christel van Berlo (eSCF@tue.nl)

However, the stock planning did not make allowance for such lateral shipments - between local warehouses, that is. Even though huge cost savings may be realized by strategically distributing the more expensive parts among the local warehouses. Van Houtum and his colleagues calculated that the same service could thus be maintained with lower stocks (and hence lower costs). Or, if formulated in the way companies prefer, with their more state-of-the-art planning models you can provide better service at the same costs.

ASML had hundreds of millions worth of spare parts in stock “When we started our investigation at ASML in 2002, it had several hundred million euros worth of stocks worldwide”, as Van Houtum underlines the extent of the ‘problem’. “And when a chip machine stands idle, this may cost as much as a hundred thousand euros per hour.” His PhD candidate Bram Kranenburg took stock of the situation at ASML and designed a planning model tailored to the situation of the world’s largest chip machine manufacturer. Which was to their utmost satisfaction, for the effects were spectacular. According to the model the costs for spare parts in the local warehouses could be reduced by thirty percent. After ASML had implemented the new planning in 2006, the actual impact also turned out to be big. “The service has improved enormously and the costs have been reduced by many millions”, says Van Houtum. The presentation of the book Spare Parts Inventory Control under System Availability Constraints written by Kranenburg and Van Houtum has been scheduled for Monday September 21 from 16:00 to 18:00 hours in the Paviljoen. Anyone interested can register at Christel van Berlo (eSCF@tue.nl)


20 | Onderzoek/Research

Sluitstuk

17 september 2015

In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Van havo naar Harvard Bij veel ziektes gaat er iets mis in het complexe samenspel tussen genen, eiwitten en andere mole­ culen in ons lichaam. Voor biologen is het door die complexiteit vaak lastig om door de bomen het bos nog te zien. Informaticus Kasper Dinkla helpt ze daarbij met zijn visualisatiesoftware. Het bracht de voormalige havist naar het Mekka van de hedendaagse wetenschap: Harvard University. Kasper Dinkla is voor zijn promotieceremonie een weekje over uit Massachusetts, USA, waar hij al voor de zomer is begonnen als postdoc. Geen voor de hand liggende positie voor iemand zonder vwo-diploma, geeft hij zelf toe. “Eigenlijk is het absurd hoe het gelopen is. Op de middelbare school had ik veel moeite met talen, daarom heb ik havo gedaan. Ik zag het nut ervan destijds niet echt in, maar ik heb inmiddels wel geleerd dat taal heel belangrijk is. Taal bepaalt namelijk hoe je denkt.” Een essentieel onderdeel van zijn promotieonderzoek bestond uit het inzichtelijk maken van de bevindingen van biologen. Dat deed Dinkla door de verbanden tussen genen en eiwitten te visualiseren in diagrammen. “Het lastigste was om helder te krijgen wat de biologen precies

bedoelden. Als je afkomstig bent uit een verschillend vakgebied, spreek je als het ware een andere taal. Dat was een grote uitdaging.” Na een jaartje Informatica aan

“Ik geloof niet dat ik zo extreem goed ben” Fontys Hogescholen, stroomde Dinkla door naar diezelfde studie aan de TU/e. Tijdens zijn afstuderen specialiseerde de Eindhovenaar zich in het visualiseren van complexe data. Dat ging hem zo goed af dat een promotietraject volgde. Hierin werkte hij onder meer samen met biologen van de Vrije Universiteit en bio-informatici van het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) in Amsterdam. “Zij onderzoeken hoe een bepaald virus de ontwikkeling van kanker bevordert. Dat doen ze door de productie van allerlei verschillende eiwitten te meten in aan- en afwezigheid van het virus.” Met behulp van de beeldtaal van Dinkla ontdekten de biologen nieuwe verbanden in de meet­ gegevens die ze al hadden geanalyseerd. “Op basis van die inzichten

Home Strech From havo to Harvard Many diseases result from some kind of miscommunication in the complex interplay between genes, proteins and other molecules in the human body. This complexity often makes it difficult for biologists to see the wood for the trees. Computer scientist Kasper Dinkla helps them with his visualization software. It took the former havo pupil to the Mecca for modern science: Harvard University.

Kasper Dinkla is home for a week for his PhD ceremony, back from Massachusetts, USA, where he started a postdoc job before the summer. Not an obvious position for someone without a pre-university diploma, as he is ready to admit. “Truth be told, it’s absurd how things have gone. At secondary school I had great trouble learning languages, which led me to follow high school (havo). At the time I really could not see the use of languages, but I’ve now learnt how important language skills are. Language actually determines how you think.” An essential part of his PhD research involved providing insight into the findings of biologists. This Dinkla did by visualizing the connections between genes and proteins in diagrams. “The trickiest bit was to obtain clarity about what

Kasper Dinkla

hebben ze hun hypotheses aangepast. Dat toont de toegevoegde waarde van visualisaties.” Toen het einde van zijn promotie­ traject naderde, bleek Harvard op zoek naar een postdoc in zijn vakgebied. Volgens Dinkla sloot deze positie precies aan bij zijn achtergrond. “Dat is ook de voornaamste reden dat ze voor mij hebben gekozen”, zegt hij

bescheiden. “Ik geloof niet dat ik nu zo extreem goed ben.” Dat een avontuur aan de hoogst aangeschreven universiteit ter wereld goud waard is voor een succesvolle wetenschappelijke carrière zegt hem ook niet veel. “Eerlijk gezegd ben ik helemaal niet met een carrière en de toekomst bezig; ik ben echt intrinsiek gedreven door de

wetenschappelijke vragen. Het gevoel dat mijn werk bijdraagt aan de medische wetenschap motiveert me enorm. In Amerika werk ik nu veel samen met wetenschappers uit de farmaceutische industrie en ook bij hen zie ik dat gelukkig.” Interview | Tom Jeltes Photo | Rien Meulman

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

biologists meant exactly. When your background is in a different discipline, it’s as if you speak another language. So that posed a big challenge.”

“I don’t believe that I’am such an extremely good scientist” After having studied Computer Science at Fontys Hogescholen for a year, Dinkla transferred to the same study at TU/e. During his graduation the student from Eindhoven specialized in the visualization of complex data. Which he managed to do so well that it was followed by a statutory

PhD. During this track he worked together with biologists from VU University Amsterdam and bioinfor­ matics specialists from the Center for Mathematics and Computer Science (CWI) in Amsterdam. “They investigate how a specific virus promotes the development of cancer. They do so by measuring the production of all kinds of different proteins in the presence and absence of the virus.” By means of Dinkla’s visual language the biologists discovered new connections in the measurement data which they had already analyzed. “On the basis of those insights they adjusted their hypotheses. This clearly demonstrates the added value of visualizations.” As the final stage of his statutory PhD came within sight, it turned out that Harvard was looking for a

postdoc in his area of expertise. Dinkla explains that this position dovetailed exactly with his background. “Which is the main reason they selected me”, he says with modesty. “I don’t believe that I am such an extremely good scientist.” Nor does it mean a great deal to him that an adventure at the most reputed university in the world is invaluable for a successful scientific career. “To be honest, I’m not really thinking hard about a career and the future; I just have a genuine intrinsic drive to find answers to the questions posed by science. The feeling that my work contributes to medical science is tremendously motivating for me. In America I now cooperate a lot with scientists from the pharmaceutical industry and it makes me happy to see that in them as well.”


Universiteitsberichten | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

ALGEMEEN SAI | 3TU.SAI Design Café ‘Building a rewarding career as a design engineer at Shell’ Wednesday 23 September 12:4513:30 (Filmzaal De Zwarte Doos) The aim of the SAI Design Café is to facilitate the (informal) exchange of knowledge about design and thus inspire (potential) designers and anyone who wants to find out more about design. This edition Octavian Partenie PDEng, an alumnus of the Process and Product PDEng programme, shares his experience with the PPD programme, how it benefitted his career and what it’s like to work as a Design Engineer at a Multinational like Shell. More information and registration: https://educationguide.tue.nl/ programs/graduate-school/ graduate-school-week/ www.3tu.nl/sai

MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 17 september, 16:00 uur, CZ4: promotie H. Makki MSc (ST) Promotoren: prof.dr. G. de With en prof.dr. R.A.T.M. van Benthem Titel proefschrift: “Modeling and

physical study of weathering of a polyester-urethane coating”

Logistics Fleet planning, routing and scheduling problems”

Donderdag 17 september,16:00 uur, CZ5: promotie R.L.J. Sprangers MSc (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Titel proefschrift: “Towards Increased Understanding of LowPower Induction and Synchronous Reluctance Machines Harmonic Modeling of Complex Electro­ magnetic Phenomena”

Woensdag 23 september, 14:00 uur, CZ5: promotie D. Septanti MT (B) Promotoren: prof.ir. J.M. Post en prof.dr. B.J.F. Colenbrander Titel proefschrift: “Functionality and Adaptability of Coastal Low Income Houses in Java Indonesia”

Maandag 21 september, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Yang MSc (B) Promotor: prof.dr. H.J.P. Timmermans Titel proefschrift: “Effects of Energy Price Increases on Individual Activity-Travel Repertoires and Energy Consumption” Dinsdag 22 september, 14:00 uur, CZ4: promotie A. Dinapradipta MBEnv. (B) Promotoren: prof.ir. J.M. Post en prof.dr. B.J.F. Colenbrander Titel proefschrift: “Office Building Facades for Functionality and Adaptability in Humid Tropical Cities: Multi-case Studies of Office Buildings in Jakarta - Indonesia” Dinsdag 22 september, 16:00 uur, CZ4: promotie A. Franceschetti MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr. T. van Woensel en prof.dr.ir. J.C. Fransoo Titel proefschrift: “Sustainable City

Woensdag 23 september, 16:00 uur, CZ5: promotie R. Kisnarini MSc (B) Promotoren: prof.ir. J.M. Post en prof.dr. B.J.F. Colenbrander Titel proefschrift: “Functionality and Adaptability of Low Cost Apartment Space Design. A Case of Surabaya Indonesia” Donderdag 24 september, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. N. Speelman (W) Promotor: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Model development for ionization phenomena in premixed laminar flames” Donderdag 24 september, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. M. van Heijningen - Ramaekers (BMT) Promotor: prof.dr. E.W. Meijer Titel proefschrift: “Supramolecular biomaterials based on ureidopyrimidinones and cucurbiturils” Maandag 28 september, 16:00 uur, ZD/FZ: promotie R. Tieben MSc (ID) Promotoren: prof.dr. B.A.M. Schouten en prof.dr.ir. J.H. Eggen

Titel proefschrift: “Activating Play a design research study on how to elicit playful interaction from teenagers” Maandag 28 september, 16:00 uur, CZ4: promotie O. Baskan MSc (TN) Promotor: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: “AdvectiveDiffusive Scalar Transport in Laminar Periodic Flows An Experimental Investigation” Maandag 28 september, 16:00 uur, CZ5: promotie L. Veldpaus MSc (B) Promotor: prof.dr. B.J.F. Colenbrander Titel proefschrift: “Historic urban landscapes Framing the integration of urban and heritage planning in multilevel governance” Dinsdag 29 september, 16:00 uur, CZ5: promotie E. Feru MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. M. Steinbuch Titel proefschrift: “Auto-calibration for Efficient Diesel Engines with a Waste Heat Recovery System” Dinsdag 29 september, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. T. Huiskamp (EE) Promotoren: prof.ir. W.L. Kling (wijlen) en prof.dr. U.M. Ebert Titel proefschrift: “Nanosecond Pulsed Power Technology for Transient Plasma Generation”

Woensdag 30 september, 16:00 uur, CZ4: promotie I.M.J. de Krom MSc (ST) Promotoren: prof.dr. C. Müller en prof.dr. D. Vogt Titel proefschrift: “2-(2’Pyridyl)-4, 6-diphenylphosphinine: Synthesis, characterization and reactivity of novel transition metal complexes based on aromatic phosphorus heterocycles” Woensdag 30 september, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. J. Michielsen (W) Promotoren: prof.dr.ir. I. Lopez Arteaga en prof.dr. H. Nijmeijer Titel proefschrift: “Low-frequency acoustic optimization of a doublewall panel by means of vibration absorbers”

STUDENT Footloose | Reünie Footloose 25 jaar ESDV Footloose bestaat dit jaar 25 jaar! Om deze mijlpaal te vieren organiseren we op 3 oktober een grote reünie (natuurlijk met een dansavond) voor alle (oud-) leden in de Bunker. Je vindt meer informatie over de middag en avond op http://reunie.esdvfootloose.nl/.

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Advertentie

Learn all about innovations in engineering education at the TU/e Innovation Day

1 October 2015 - More info intranet.tue.nl/cee

cursor-tu/e 150915.indd 1

15-09-15 14:33


22 | Zoom in

17 September 2015

Peace be upon you: a profile of TU/e’s Muslim community Look at media coverage of ISIS, Boko Haram, or the Taliban and you might be tempted to conclude that Islam is a frightening and violent religion. However, TU/e’s Muslim students will passionately tell you otherwise. Who are they and what do they believe? And what’s life like for them here? Jumana Mundichipparakkal, 24, (Department of Mathematics and Computer Science) considers the university her haven: “TU/e has been a great blessing in my life. Indian women are not so free when they are Muslim. But TU/e offered me a scholarship. If it wasn’t for that, I wouldn’t be here.”

Though it’s impossible to define any religion in just a few lines, here’s a brief primer: • Muslims believe that Islam is a faith that has always existed and was gradually revealed to humanity by a number of prophets. However, the final and complete revelation of the faith was made through the Prophet Muhammad in the 7th century CE. During the last 22 years of his life, beginning at age 40, Muhammad reported revelations that he believed to be from God conveyed to him through the archangel Gabriel. Muhammad’s companions memorized and recorded the content of these revelations, known as the Qur’an. • Muslims are expected to follow five basic acts - the pillars of Islam that are considered obligatory for all believers. They are (1) the creed which says “I testify that there is no god but God, Muhammad is the messenger of God,” (2) daily prayers, (3) almsgiving, (4) fasting during Ramadan and (5) the pilgrimage to Mecca at least once in a lifetime. • The religion is divided into two major branches - Sunni and Shia. While the two groups share the most fundamental Islamic beliefs, their division dates back to Muhammad’s death and the

question of who was to take over the leadership of the Muslim nation. • Islam is now the second most popular religion on the planet with more than a billion followers. According to the Pew Research Center in the US, lslam is the world’s fastest-growing faith and will leap from 1.6 billion (in 2010) to 2.76 billion by 2050. Ataur Rahman, 23, is from Bangladesh and an undergraduate student in the Electrical Engineering Department. He says the nature of his faith is partly revealed by how Muslims greet each other: “When we meet another Muslim we say ‘asalaam alaykum’ (peace be upon you, ed.). We start our day with peace and most of the time, I do find peace in practicing this religion. Islam directs me to the proper way of life. It shows me the right path.” Mahmood Mirzakhalili, 22, of Tehran, Iran is a master’s student in the Mechanical Engineering Department and thinks philosophically about Islam’s troubled image in the West. “Any religion is neither peaceful nor violent - it’s the people that bring that to the religion. There are a lot of good Muslims but you don’t see them because they don’t get media coverage.”

“I wanted to be free” One of Islam’s most problematic images is one of extreme inequality between the sexes. Whether it’s the wearing of a burka or ISIS’s manifesto stating that women should work outside the house only in “exceptional circumstances”, many non-Muslims might wonder why the faith so severely subjugates its women. However, all is not what it seems - the topic of equality is a hotly-debated subject within the religion itself and forms part of the struggle between fundamentalist rigidity and a pluralist, inclusive faith. Before coming to the Netherlands, Jumana Mundichipparakkal also strove to free herself from what was expected of her as a woman. “I used to dream of doing simple things like biking or running but that wasn’t allowed in my home. I wanted to be free. I’ve been away from home since I was 15, studying in different places. My parents have had to answer people’s questions: why are you sending her there? Aren’t you afraid that she’ll be over-qualified for a girl?”

Mahmood Mirzakhalili explains one aspect of Islam that’s considered by many non-Muslims to be anti-woman: “Do you know why the Prophet said men could have four wives? You have to look at the historical context of when the Qur’an was written. At that time, war had killed many men and boys and the Prophet was trying to protect women and children from being left alone without anyone to take care of them.” Ataur Rahman explains the perspec­ tive of Islamic fundamentalists further: “The way they interpret the Qur’an is different than how we interpret it. In Christianity, you also have people who interpret the Bible more literally. We have that, too.”

Islam and TU/e Mahmood Mirzakhalili consciously chose the Netherlands for his studies. “I first chose this country and then looked for the university I wanted to attend. I find that the Dutch are very open people and they don’t really hold anything against you unless you’re bothering them.” Ataur Rahman agrees. “The people here are open-minded. They might have criticisms (of Islam, ed.) in

their mind but they don’t actually stop you from practicing the religion. This culture might be a bit atheistic and you might feel uncomfortable discussing religion, but they certainly don’t restrict you from doing what you want.” Though Rahman is generally happy with his life at TU/e, he does level one criticism at the university. “In Islam, men and women are not allowed to pray together. The university provides us with a “silent room” (a place where any student can pray or meditate, ed.), but there’s only one room. There used to be two. TU/e should try its best to accommodate various cultural needs to further strengthen its international outlook.” Jumana Mundichipparakkal looks around her at the university and wonders why she doesn’t see more Dutch women on campus. “In India, many girls aren’t encouraged to go further with a technical education. I see Dutch women being so free and it’s so sad to me that there are so few women studying technology. It would be nice for TU/e to take more steps in getting girls into technology. I would like to be a part of that.”

Text | Angela Daley Photo | Bart van Overbeeke


See for news www.cursor.tue.nl/en

Zoom in | 23


Overal waar dagelijks in groten getale mensen komen, raken dingen kwijt. Zo ook aan de TU/e. Cursor speurt de hokken en portiersloges af waar deze kwijtgeraakte spullen terechtkomen. We zijn vooral benieuwd naar het verhaal achter deze eenzame kwijtgeraakte wezen, maar hey: we zijn de beroerdste niet. Als rechtmatige eigenaren hun eigendommen herkennen, zorgen wij ervoor dat je het terugkrijgt. Tips? Mail naar cursor@tue.nl

Waar gevonden: boom in moestuin tussen IPO en Paviljoen Wat is het: een doorzichtig buisje met groene dop en inhoud Waarom: voor sommigen ‘n hype, voor anderen oude koek Toen ik het eerst zag, dacht ik aan een tijdcapsule met een boodschap erin. Of toen m’n conspiracy-mind ging werken een gestolen buisje uit een scheikundelab met atoombomgeheimen. Maar buisjes kun je openmaken en een heuse website kon opgezocht worden. We hebben het over geocaching; een buitensport en spel, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gps-ontvanger of telefoon met deze functie om ergens ter wereld een zogenaamde cache (verstopplaats) te vinden. Spoorzoeken 2.0 zeg maar. Ik maakte het open en er zat een logboek in en de laatste gebruiker was ene Smattie op 7 september 2015. Edoch ook de waarschuwing dat ‘Dit buisje onderdeel is van een spel, graag laten liggen, of speel mee!’ Nou, dan spelen wij van Lost and Found toch mee. Ergens op de TU/e ligt dit buisje verstopt nu. Zoekt en gij zult vinden…

Dream and Dare

Zestig jaar bestaat de TU/e in 2016. Zestig jaar vol dagelijkse kleine en grote dromen en uitdagingen voor de mensen die er stude(e)r(d)en en werk(t)en. Cursor haakt graag aan op het ‘Dream and Dare’-lustrumthema van de universiteit met deze fonkelnieuwe rubriek, waarin TU/e’ers zichzelf en elkaar uitdagen met prikkelende opdrachten.

Godgeklaagd is het. Dag in, dag uit hebben ze het hoogste woord en de wijsheid in pacht. Zijn ze onze interlokale beste stuurlui aan wal, met immer een satirische sneer paraat. En vormt Cursor hun grootste bron van inspiratie. En dat vinden we, collegiaal als we zijn, príma. Maar stuur ze om een boodschap en ziedaar - de ploeg van De Slash (‘voor al uw irrelevant TU/e-nieuws’) blijkt opeens zo stoer niet meer. Een enthousiast ‘ja’ rolde aanvankelijk onze digitale brievenbus binnen. Helaas gaf het merendeel van de toezeggers zijn ja-woord vanaf een constitutieborrel - een stemmig treffen waarbij de tap al een poosje had opengestaan en niet alleen de drank, maar ook de overmoed rijkelijk vloeide. En toen werd het stil. En stond schrijver S. Lagerlöf (pseudoniem van Cursor-columnist Alain Starke, van wie bijna iedereen wel weet dat al schrijvend vreemdgaat bij De Slash) er eigenlijk keihard alleen voor. Het lijstje met potentiële Cursor-dares danste bij het openen van zijn mailbox steeds opnieuw hinderlijk voor zijn ogen. Dan maar iets minder megalomaan dan gehoopt. Gelukkig was daar de easy-does-it-dare: ‘Regel dat je zelf achter het stuur van één van de TU/e-brandweerwagens mag kruipen en maak tenminste één rondje over de rotonde aan het Laplaceplein.’ Én was daar gebouwbeheerder Twan Aarts van het IPO (waarin Starke als promovendus hardnekkig-doch-tevergeefs poogt zich los te weken van het studentenbestaan), tevens actief als vrijwilliger bij de TU/e-brandweer. Aarts, redder van Lagerlöf, op zijn beurt redder van de eer van de ganse Slash. Een toer met de gróte brandweerwagen, dat ging ‘m niet worden. Want Starke zonder benodigd vrachtwagenrijbewijs laten rondrijden op “zo’n grote truck, dat is misschien niet helemaal het goede signaal”. Maar een rondje rotonde in een compacter exemplaar, daaraan wilde de brandweer wel meewerken. En zo cirkelde Starke donderdagmiddag 10 september weinig The Stig-like over de campusklinkers (video: http://tinyurl. com/ol6etmt). Met aan zijn zij dat ene - wél anonieme en daarom vermomde - redactielid van De Slash dat potdorie nog ergens een plukje fatsoen vandaan had gepeuterd en collega Lagerlöf níet aan zijn lot overliet.

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis

Teleurgesteld in zijn De Slash-genoten is hij wel een beetje. “Jammer dat we niet iets groters, iets vetters hebben kunnen doen.” Gunstig wel voor de opvolgers in deze rubriek: taking things to the next level is in dit dare-feuilleton vooralsnog een peulenschil. Starke alias Lagerlöf nomineert het bestuur van SSRE voor de vólgende dare. De studentengezelligheidsvereniging laat echter weten middenin haar bestuurswissel te zitten en daaraan voor nu even genóeg uitdaging te hebben. Maar geen paniek; Starkes vrienden van Tuna Ciudad de Luz staan paraat. “De Tuna is niet laf; wij doen mee!”, zo reageert voorzitter Max ‘El Monito Aullador’ van Lith van de studentenmuziekvereniging vrolijk. Take it away, Tuna!

De spelregels • heb plezier! • breng jezelf of anderen niet in gevaar • maak niets stuk wat niet van jou is • steel niets • fotografeer (en eventueel ook film) alles, want we willen wel bewijs zien! • vervul je uitdaging binnen de gestelde tijd


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.