Cursor 11 - jaargang / year 58

Page 1

11 4 February 2016 | year 58

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

14 | TU/e: in English please! Snijd het onderwerp ‘Engelstalig bacheloronderwijs’ aan en je bent verzekerd van een pittige discussie. Maar hoe je het ook wendt of keert; eind 2017 zijn bijna alle colleges en practica aan de TU/e in het Engels.

6

Linked through Carnival

‘Iedereen is gelijk, hoe gek je ook doet’

11 Brainmatters

Ik word altijd wakker met een wijsje in mijn hoofd

12

Where can I park my bike?

Is er wel genoeg plek of zijn TU/e’ers te laks?

22

An ode to Humans of New York

Humans of TU/e


2 | Vooraf

CURTOON

4 februari 2016

Colofon

Taalstrijd

Gekochte inspraak

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven Myrthe van der Putten (stagiaire)

Medewerkers Angela Daley Tiny Poppe Tim Gerth

Fotografie Tom Hessels Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak

Op deze plek heb ik ongetwijfeld al eerder geklaagd over het geringe activistische Han Koning s, vermogen van onze studenten. Dan heb hoofdredac teur ik het niet over hun inspanningen voor de vele verenigingen of binnen de diverse studententeams. Daar zit het wel goed mee. Het gaat mij meer om hun interesse/ bemoeienis met beleidszaken, of met brede landelijke discussies zoals over het rendementsdenken. Deels is dit natuurlijk geklaag uit eigenbelang, want als er meer discussie en kritiek opborrelt levert het Cursor stukken op die wat sappiger zijn en waarvan je hoopt dat ze bijdragen aan gezonde opinievorming. Zijn onze studenten dan zo volgzaam, of zijn ze gewoon redelijk tevreden met hoe het hier geregeld is? Of staan studenten hier realistischer in het leven als het gaat om wat wel en wat niet te verwezenlijken is? Heeft het te maken met Brabantse of Limburgse gemoedelijkheid, of interesseert het ze überhaupt geen fluit? In de Tweede Kamer werd deze week gewedijverd voor meer inspraak voor studenten. CDA-Kamerlid Michel Rog zei dat met het inleveren van poen - de basisbeurs - de student wel meer rechten - bijvoorbeeld een adviesrol bij de benoeming van de collegevoorzitter - verdiend heeft. Of onze studenten hier nu heel warm voor lopen? Ik denk het niet. Nu maar hopen dat iemand bewijst dat ik er volledig naast zit.

Wat vind je er nu zelf van, vraagt de rector me, als we een halfuur hebben gesproken over het Judith van Gaal Engels als voertaal in de bachelor. Ik val even stil, denk na, en kom tot de slotsom dat ik geen uitgesproken voor- of tegenstander ben. Na heel veel meningen te hebben gehoord, snap ik beide kanten. Voorstanders hebben een goed punt als ze zeggen dat het goed is als studenten al op tijd in een internationale omgeving leren werken. En ik kan me de vrees van tegen­ standers dat de onderwijskwaliteit achteruit holt ook goed indenken. Waar ik wel een uitgesproken mening over heb, is dat ik vind dat opleidingen goed moeten nadenken over waaróm ze een bepaalde voertaal willen en wannéér ze overstappen. Of waarom ze dat voorlopig niet doen. En daar ook discussies over moeten faciliteren en docenten alle hulp moeten bieden bij de voorbereiding en eventuele omscholing. Dat alles in de richting van Engelstalig onderwijs gaat, daar valt weinig aan te veranderen. Maar wel aan de weg er naartoe.

Natasha Franc

Vertalingen Annemarie van Limpt Benjamin Ruijsenaars

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Clmn

De multitask mythe

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Multitasken is leuk, maar niet efficiënt. Een paar weken terug vertelde prof.dr. Paul Kirschner in de Blauwe Zaal al dat multitasken effectief niet mogelijk is. Het brein bevat slechts één verwerkingscentrum, waardoor het niet meer dan één denk- of informatie verwerkend proces tegelijk kan uitvoeren. De cijfers onderstrepen zijn beweringen; een taak kost ongeveer tachtig procent langer om uit te voeren als deze afgewisseld wordt met een andere taak. Toch lijken we de laatste jaren alleen maar meer te gaan multitasken. “Natuurlijk kan dat wel!”, aldus een willekeurige vriendin. Mensen veranderen nou eenmaal niet gemakkelijk van mening, zeker niet wanneer hun gedrag in overeenstemming is met hun overtuiging. “Je kunt gewoon alles door elkaar doen, behalve als je iets heel moeilijks moet doen.” Dat is redelijk in overeenstemming met de praktijk. Simpele taken, zoals lopen of praten, kun je prima tegelijkertijd uitvoeren, zonder echt tijd te verliezen. Het probleem ontstaat wanneer je aanspraak moet maken op dat ene verwerkingscentrum. Wanneer je bijvoorbeeld een lastige som

moet oplossen, zul je ook meer moeite krijgen deze makkelijke taken foutloos uit te voeren. Het meest treffende bewijs dat Kirschner presenteert, is de vergelijking van automobilisten die A) niet afgeleid worden, B) telefoneren tijdens het rijden (handsfree), en C) dronken zijn. Het verschil tussen groep A en C Jessica Ve rm blijkt vrij klein, terwijl groep B vele Scheikundi eer, studente ge Techno logie malen slechter presteert. Zodra je een gesprek voert met iemand buiten jouw eigen omgeving, gaat de primaire taak op de automatische piloot. Als de bewijzen zo duidelijk en onontkoombaar zijn, waarom verandert ons gedrag dan niet? Zelf maak ik me ook dagelijks schuldig aan een poging tot multitasken. Mijn telefoon ligt alleen ’s nachts en tijdens het sporten buiten handbereik. Multitasken blijkt behalve inefficiënt ook zeer verslavend te werken. Met informatie komt een positieve prikkel en een behoefte die terug­ kerend optreedt. Bewustwording lijkt mij de eerste stap naar genezing. Zo, nu kan ik weer verder met mijn college voorbereiden terwijl ik mijn mail doorlees en de volgende aflevering van Making a Murderer kijk.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Bouw ijsbrug Finland na kleine week weer opgepakt Studenten van onder meer de TU/e zijn in de nacht van 31 januari op 1 februari in Finland weer begonnen met het spuiten van vezelversterkt ijs op hun beoogde ijsbrug. De bouwwerkzaamheden lagen een kleine week stil, omdat het te warm was in Juuka. Min vierendertig graden was het een paar weken terug nog in Finland; te koud haast om überhaupt buiten te kunnen werken. Maar het kan verkeren; de afgelopen dagen lag de temperatuur rond het vriespunt.

TU/e-studenten bouwen eerste bierkrattenbrug over water Studenten van de TU/e gaan in april proberen de eerste bierkrattenbrug over water te bouwen. Ze mikken op een brug met een overspanning van tenminste 27 meter, waarmee het huidige record van de Delftse concurrentie (uit 2015) met 5 meter zou worden verbroken. De brug moet klaar zijn op zaterdag 23 april, halverwege het driedaagse jubileumfestival van de TU/e. De brug moet een plek krijgen over de Dommel tussen het Limbopad en de fietsbrug. En die locatie brengt de nodige extra beperkingen en daarmee uitdagingen met zich mee - om te beginnen voor de steigerconstructie van waaraf de brug moet worden gebouwd, die niet in het water mag staan. Ook moet voorzichtig worden omgegaan met de eerste meters van de oevers, ter bescherming van flora en fauna.

Nieuwe campusautomaten: oplos­koffie eruit, bonenkoffie erin Uit alle warme-drankenautomaten op het TU/e-terrein komt vanaf begin mei bonenkoffie. Na een uitgebreid aanbestedingstraject gaat de universi­ teit opnieuw in zee met leverancier Maas - de enige partij die uiteindelijk een offerte uitbracht. Dat laatste tot spijt van Dienst Interne Zaken, die koffie­drinkers aan de TU/e graag actief had willen betrekken in het keuzeproces. In april kunnen TU/e’ers op een centrale plek op de campus, waarschijnlijk in MetaForum, gratis proeven van de nieuwe koffie.

gebruikt om de temperatuur van

3 graden te bereiken. Na 5

adem­halingsoefeningen daalde het zuurstofniveau van de studenten tot 38% (98% is gebruikelijk). De dapperste student hield het 6 minuten vol in het ijskoude water. (TG)

You’re as cold as ice 35 dare devil students took a dive in 2 bath tubs filled with ice cubes last Tuesday night at a Studium Generale workshop. 8 bags of ice cubes were added to the water in the bath to reach a temperature of 3 degrees. After 5 breathing exercises the oxygen level in the students’ bodies lowered to 38% (98% is normal). The bravest student managed to stay in the bath tub for 6 minutes. Photo | Bart van Overbeeke

Michael Boot appointed as TU/e Fellow Michael Boot can call himself TU/e Follow. Boot, assistant professor in the research group Multiphase & Reactive Flows, focuses on research into clean combustion concepts and clean fuels. As with previous TU/e Fellows. He will be appointed for a period of four years. As TU/e Fellow in the field of ‘Designer Fuels’ his aim is to develop new, sustainable fuels based on a detailed understanding of the desired combustion behavior.

Stukafest Eindhoven kent gevarieerd programma De zevende editie van Stukafest Eindhoven, het studentenkamerfestival waar het publiek in drie rondes heel dicht bij diverse artiesten kan komen, wordt gehouden op 23 februari. Verschillende artiesten zijn: Tom Lash, performers (V)rauw en het Noord Nederlands Toneel. In principe gebeurt het in studentenkamers, tussen de bierkratten en boekenkasten. Dit jaar zijn er dertien studentenkamers. Eén act vindt plaats op de campus; in de Common Room zal danser Rocco Vermijs een ‘eenmansdans’ opvoeren die ‘Hier en nu’ is genoemd. Via de website van Stukafest kun je tickets kopen en in de week vóór Stukafest is dat ook mogelijk in het Auditorium en bij het Studentensportcentrum.

IJskoude training bij Studium Generale 35 studenten waagden zich dinsdagavond 2 februari in 2 ijsbaden. 8 zakken ijsblokjes zijn

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN Dienst Personeel en Organisatie | Employabilityfonds: vergroot je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt Wil jij een opleiding of training volgen die buiten de scope van je huidige functie valt, maar erop is gericht om je positie op de arbeidsmarkt duurzaam te verbeteren? Mogelijk kun je voor de financiering gebruik maken van het Employa­ bilityfonds. Kijk voor meer informatie op de intranetpagina’s van DPO of informeer bij je HR-adviseur.

TU/e Graduate School | Master Months Wil je je nu alvast oriënteren op een master? In februari en maart organiseert de TU/e Graduate School speciaal voor tweede- en derdejaars studenten de ‘Master Months’. Tijdens de Master Months organiseert iedere master op een ander moment een voorlichting. Op deze manier kun je alle voor­ lichtingen die je interessant vindt bezoeken. Kijk voor meer informatie over de Master Months op education guide.tue.nl/mastermonths.

TU/e Graduate School | Master Months Are you planning to enroll in a master’s degree program after your bachelor? In February and March the TU/e Graduate School is organizing ‘Master Months’ especially for second and last-year TU/e bachelor’s degree students. During the Master Months each master’s program organizes an information session. These sessions are all scheduled on different days. This way you will be able to attend all presentations you are interested in. Check educationguide.tue.nl/ mastermonths for more information about the program.

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Intreerede prof Vinju Vrijdag 12 februari, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr. J.J. Vinju (W&I) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Automatische software­ analyse in context”

4 februari 2016

Promoties Donderdag 4 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie E. Khademi MSc (B) Promotoren: prof.dr. H.J.P. Timmermans en prof.dr. T.A. Arentze Voorzitter: prof.ir. E.S.M. Nelissen Titel proefschrift: “Effects of pricing strategies on dynamic repertoires of activity-travel behaviour”

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Woensdag 10 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie P. DasMahapatra MSc (EE) Promotor: prof.dr. K.A. Williams Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Ring resonator based integrated photonic circuits” Dinsdag 16 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. T.M.M. Laarhoven (W&I) Promotor: prof.dr. T. Lange Voorzitter: prof.dr. W.H.A. Schilders Titel proefschrift: “Search problems in cryptography From fingerprinting to lattice sieving” Woensdag 17 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. F.M.J.H. van de Wetering (TN) Promotor: prof.dr. V.Y. Banine Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: “Formation and dynamics of nanoparticles in plasmas”

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Advertenties

KWF Kankerbestrijding gelooft in de dag dat niemand meer hoeft te sterven aan kanker. Samen kunnen we deze dag dichterbij brengen. Kijk wat jij kunt doen op kwf.nl.

Amino: ‘Ik ben gevlucht uit Somalië. Nu wil ik graag weer studeren.’ Geef om talent en maak deze studie mogelijk! Kijk op www.uaf.nl Studie en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen

Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens (cursor@tue.nl).

We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sneller zwemmen in Tongelreep TU/e in gesprek dankzij TU/e-onderzoek met mogelijke Four TU/e researchers reel koper Bunker in Marie Curie grants een voortbewegend lichaam in water In het vernieuwde trainingsbad van De Tongelreep is een systeem verwerkt van TU/e-promovenda Josje van Houwelingen. Voor haar promotieonderzoek bij de vakgroep Werveldynamica van de faculteit Technische Natuurkunde ontwierp Van Houwelingen - zelf een fanatiek zwemster - een visualisatiesysteem waarmee de wervelingen rondom

kunnen worden geanalyseerd. Ze ontwierp een buizenstelsel waaruit controleerbaar luchtbellen naar boven borrelen die door een zwemmer in beweging worden gebracht. Daarbij hoort een camerasysteem om de bellen te volgen.

Cum laude voor wiskunde van quantumgassen Jaron Sanders promoveerde 28 januari cum laude op zijn onderzoek waarin hij wiskundige modellen losliet op fysische fenomenen, zoals Rydberg-gassen, en zo eigenhandig een brug sloeg tussen de wis- en natuurkunde. Hij voerde zijn onderzoek uit binnen de faculteit Wiskunde en Informatica onder begeleiding van Johan van Leeuwaarden en Sem Borst. Hij publiceerde twéé keer een artikel

publiceren in het natuurkundige toptijdschrift Physical Review Letters.

Van de acht partijen die reageerden op een aanbod studentencentrum de Bunker te kopen, zijn er in december zeven afgewezen. Met één is Dienst Huisvesting het gesprek aangegaan in de hoop dat deze aan TU/e’s wensen kan voldoen op zakelijk gebied en wat betreft het historisch erfgoed. Het College van Bestuur hoopt dat er eind april een goed plan ligt. Er is nog weinig bekend over de plannen voor de Bunker. Collegelid Jo van Ham: “Het kan nog alle kanten op, maar er wordt wel gesproken over een woontoren op het parkeerterrein. Met behoud van de karakteristieken van de Bunker natuurlijk.”

Four researchers have each acquired a personal grant from the Marie Skłodowska Curie Actions (MSCA) of the European Horizon 2020 subsidy program. The grants range from between 166,000 and 178,000 euros for two years. There were different projects: Concern nanoparticles by Dr. Junhong Yan. He will be investigating how exactly nanoparticles in biological fluids such as blood attract protein happens by labeling proteins with DNA and monitoring their interaction. Fighting tumors on the spot by Dr. Nathan van Zee. A highly promising new therapy to tackle tumors is to administer a drug in an inactive form and then activate it through a chemical reaction at exactly the location of the tumor. Organic spintronics by Dr. Chidambar Kulkarni. While most research tends to focus on inorganic materials as active components, Kulkarni will be investigating ‘organic’ variants in the form of supra­ molecular assemblies. And at last optimum decision-making in the biotech industry by Tugce Martagan. Martagan will develop optimization models to help decision-making in the biomanufacturing industry.

Don Quishoot en Fellenoord openen nieuw clubhuis

Handzame test voor vroegtijdig opsporen nierschade Een vijftienkoppig team van TU/e-studenten wil dit jaar een handzame test ontwikkelen om nierfalen in een vroeg stadium op te sporen. Met deze zogeheten biosensor nemen ze deel aan de nieuwe studentencompetitie SensUs 2016, waarin multidisciplinaire studententeams van vijf Europese universiteiten biosensoren ontwerpen, bouwen en testen. Deze competitie is op 9 en 10 september dit jaar. Op dit moment kunnen de controles naar de nierfunctie alleen gedaan worden in een laboratorium, bijvoorbeeld in het ziekenhuis. De handzame test die TU/e-studenten willen ontwikkelen, kan de kosten en belasting voor patiënt en zorgverlener verkleinen.

De lang verwachte oplevering van het clubhuis van E.S.H.V. Don Quishoot en E.S.T. Fellenoord is eindelijk aangebroken. Officieel gaat het gebouw 4 februari open en in de carnavalsvakantie wordt de inboedel verhuisd. Een nieuwe plek om na de hockey- of tenniswedstrijd een biertje te nuttigen is echter niet het enige waar de hockeyers van Don Quishoot op hopen. Ze vechten ook al jaren voor een tweede hockey­veld. Die wens lijkt ook dichterbij te komen.

De mens achter het nieuws

Interview | Myrthe van der Putten Foto | Myrthe van der Putten

Student Technische Natuurkunde Marijn Kruijsse (22) heeft als voorzitter van de Eindhovense Studenten Hockey Vereniging Don Quishoot dit bestuursjaar veel meegemaakt: de realisatie van een vernieuwd paviljoen en de gesprekken over de aanleg van het tweede hockeyveld.

Hebben jullie hard moeten werken voor een nieuw clubhuis en het tweede hockeyveld? “De renovatie van het paviljoen stond al op de planning van het Studentensportcentrum aangezien het oude gebouw nogal vies en krakkemikkig was. Dus daar hebben zowel wij als tennisvereniging Fellenoord - waarmee we het paviljoen delen - niet veel extra moeite ingestoken. Don Quishoot is al jaren bezig om een tweede hockeyveld te krijgen. Onze club is enorm gegroeid en we zijn door de jaren heen een stuk professioneler geworden. Daarmee hebben we aan het Studentensportcentrum laten zien dat we capabel genoeg zijn om een grote club te worden.”

Marijn Kruijsse

Nog even wennen aan het nieuwe clubhuis

Het paviljoen was al gesloten voor verbouwing toen jouw bestuursjaar begon, hoe was dat? “Ik heb het meegemaakt als lid mét clubhuis en het oude bestuur had al gezegd dat we het als bestuur heel chill zouden hebben zonder clubhuis. Maar we moesten elke week verschillende dingen regelen zoals: ergens eten op zondag, een feestje of een activiteit af en toe op de club, een tent, een buitenbar, etc. Maar vooral de normale zaken die je als bestuur moet regelen.”

Wat is er allemaal veranderd nu het nieuwe clubhuis er is?

“Er komt een manager die een aantal taken overneemt. Hij zal de inkoop onder zijn hoede nemen, en ook het barpersoneel aansturen. Dat is vooral een logistieke schakel die gaat veranderen. Verder zijn de kleedkamers nu vier externe cabines geworden. Het is een noodlokaal, maar het ziet er allemaal netjes uit. De kassa is elektronisch geworden en er komt een bestuurshok, dat we delen met het bestuur van Fellenoord.”

Ben je tevreden met het resultaat van het clubhuis? “Het ziet er mooi uit, maar het vergt nog wel tijd om te wennen. Het was echt ons eigen clubhuis en als studenten willen we daar bier kunnen drinken. Nu is het wat strakker en serieuzer, meer zoals het Studentensportcentrum het wil. Daarom kost het denk ik nog wat tijd om het tot ons ‘eigen’ clubhuis te maken.”

Hoeveel tijd heb je in het realiseren van het clubhuis en het tweede hockeyveld gestoken? “Met het tweede hockeyveld aanvankelijk niet zo veel, want daar bemoeide een commissie zich mee. De laatste twee weken heb ik gesprekken gehad met sportcentrumdirecteur Wim Koch en de voorbereidingen die ik daarvoor heb getroffen, hebben wel veel tijd gekost. Nu ben ik bezig met het onderzoeken van de verschillende hockeyvelden van andere clubs. Bij het realiseren van het paviljoen heb ik vooral veel vergaderingen bijgewoond. Ik denk dat ik er vijf uur per week mee bezig ben geweest.”


6 | Gelinkt

4 februari 2016

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n dertienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds een aantal van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

‘Iedereen

k j i l e g is

hoe gek

t e o d k o o je


Linked | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Twee mensen van verschillende carnavalsverenigingen, hoe vieren zij dit feest? Secretaresse bij Electrical Engineering Marieke van Riet (42) en de kersvers afgestudeerde Jelle Leermakers (24) vergelijken met veel interesse hun verenigingen en gewoontes tijdens carnaval. Stiekem zijn er nog best veel verschillen, maar uiteindelijk gaat het wel allemaal om hetzelfde: iedereen is gelijk, hoe gek je ook doet. Met de carnavalskleding voor de foto nog in de tas ontmoeten Jelle en Marieke elkaar. Marieke is secretaresse Signal Processing Systems aan de faculteit Electrical Engineering en Jelle is net afgestudeerd aan de master Operations Management & Logistics. Ze kennen elkaar niet, maar tijdens het omkleden vragen ze elkaar gelijk vol enthousiasme de oren van het hoofd over hun outfit en de verschillende manier van carnaval vieren. Jelle is dit jaar prins bij C.V. de Huifnarren in zijn dorp Wintelre met zijn neef als adjudant. “We hebben maar één carnavalsvereniging, daarom ben ik automatisch prins van Wintelre”, verduidelijkt hij. Marieke zit bij V.V. de Schäöpkes, de wijkvereniging in Weert, en bij V.V. de Rogstaekers, de stadsvereniging in Weert. Haar man is adjudant van de landheer van V.V. de Schäöpkes:

“Wij hebben als wijkvereniging geen prins, maar een landheer”, vertelt Marieke. Als prins moet Jelle veel officiële gelegenheden afgaan. Hij moet aanwezig zijn bij recepties van carnavalsverenigingen van omliggende dorpen, krijgt de sleutel van de burgemeester overhandigd voor tijdens carnaval en is bij de ‘ouderenmiddag’ voor 55+’ers. “Daar staat de muziek niet zo hard, op die manier kunnen mensen van 79 ook carnaval vieren”, legt Jelle uit. Marieke loopt vooral mee in het gevolg van de adjudanten. Zij gaan ook naar recepties: van een buurtprins tot de stadsprins en helpen mee met de activiteiten die de vereniging organiseert. Dit geldt voor Jelle en Marieke niet alleen de week van carnaval; dit gaat heel het jaar door.

Jelle viert ook al heel zijn leven carnaval en is sinds zijn achttiende actief bij de raad van elf. Allebei vinden ze ‘samen zijn’ het leukste aan carnaval. “Niets is te gek, je kan iedereen aanspreken en over niets een gesprek hebben”, aldus Marieke.

Van kinds af aan carnaval

Veel verschillen lijken er in het carnaval vieren tussen Limburg en Brabant niet te zijn. Vooral de verenigingen verschillen onderling. Wel draaien ze in Limburg echt Limburgse muziek en in Brabant hoor je meer ‘Hollandse’ muziek, zoals Marieke de standaard carnavalsplaatjes noemt. “Ik ken alleen maar ‘Hollandse’ muziek van vroeger, zoals ‘Mien waar is mijn feestneus’”, lacht Marieke. Jelle bevestigt dat zij alleen maar ‘Hollandse’ muziek draaien en geen muziek waarin dialect wordt gezongen: “Dat is denk ik het

Carnaval is er bij Marieke met de paplepel ingegoten. Ze heeft van kinds af aan, op één jaar na, carnaval gevierd. “Ik zat een jaar in Amerika en heb gelijk gezegd ‘dat doe ik nooit meer’”, vertelt Marieke. Toen was ze nog niet zo actief als nu, maar ze miste de verbroedering en de tolerantie van het carnaval.

Of er verschil zit in de generatie van Jelle en Marieke tijdens carnaval? Ze zijn het allebei meteen met elkaar eens: “Nee, absoluut niet!”. Jelle vertelt dat de jeugd van elf tot en met zeventien jaar het wel apart viert, maar dat de ouderen samen een biertje drinken. Bij Marieke is het iets anders, daar hebben de jonge leden een ouder lid als ‘buddy’. Dit ouder lid neemt het jonger lid mee naar recepties en zorgt dat zij ook betrokken zijn bij activiteiten. “Op die manier proberen we jong en oud te mengen”, vertelt ze.

‘Everyone’s equal, no matter how crazy you act’ Two people of different carnival clubs - how do they celebrate the winter festival? Secretary at Electrical Engineering Marieke van Riet (42) and newly-grad Jelle Leermakers (24) visibly enjoy comparing their clubs and habits during the celebration. Although it turns out they touch on quite a few differences, it all comes down to one thing: everyone’s equal, no matter how crazy you act.

Carnival outfits for the upcoming picture still in their bags, Jelle and Marieke meet for the first time. Marieke is secretary of Signal Processing Systems at the Depart­ ment of Electrical Engineering, and Jelle recently graduated from Operations Management & Logistics. They may not know each other, but while changing into their costumes they immediately start bombarding each other with questions about their outfits and

the way they celebrate carnival. Jelle is Prince Carnival at Carnival Club De Huifnarren in Wintelre, with his cousin as his adjutant. “As we only have a single carnival club, I’m automatically Wintelre’s prince as well, he clarifies. Marieke is a member of De Schäöpkes, a neighborhood club, and de Rogstaekers, Weert’s city club. Her husband is adjutant of the landlord of De Schäöpkes Marieke grew up celebrating

grootste verschil tussen Limburg en Brabant”. Hier op de TU/e zitten Marieke en Jelle niet met carnaval in hun hoofd. Marieke luistert graag carnavals­ muziek, maar tijdens werk is dit not done. Zodra ze carnavalsmuziek hoort, kan ze zich niet meer concentreren. Zo vertelt ze dat ze tijdens het werk plotseling echte ‘Limburgse’ carnavalsmuziek hoorde. “Ik werd daar zo vrolijk van, dat ik niet meer stil kon staan”. Het bleek om een receptie in Walhalla te gaan, daar werkt ze vlak boven. Gelukkig stond ze net op het punt om naar huis te gaan en ving ze nog een glimp op van het feestje.

Creatief met carnavalsoutfits

Bij carnaval horen natuurlijk ook de carnavalskostuums. Marieke heeft twee soorten kostuums: één met de vrouwen van de adjudanten en één als ze zonder het gevolg van de adjudanten carnaval viert. De outfit met de dames (zie foto) hebben ze zelf bedacht, geïnspireerd door een voorbeeld op internet. “Deze hebben we laten maken, maar eigenlijk wil ik snel op naailes zodat ik zelf carnavalskostuums kan maken”, vertelt ze. Omdat Jelle al vanaf zijn achttiende bij de raad van elf zit en dit jaar prins is, heeft hij altijd een pak van zichzelf en toebehoren van de carnavalsvereniging gehad. (zie foto) Na de week van carnaval gaat Jelle zich oriënteren op een nieuwe baan, hij wil graag een baan in IT en advies. Marieke gaat de carnaval voor volgend jaar alvast voorbereiden. Maar voor nu zeggen ze: Alaaf! Interview | Myrthe van der Putten Foto | Bart van Overbeeke

Voor Jelle werkt het ook niet om met carnavalsmuziek te studeren en hij is er op de TU/e ook niet echt mee bezig. “Toen ik gevraagd werd om prins te zijn, moest ik ook even goed nadenken. Ik wilde gaan afstuderen”, zegt Jelle. Uiteindelijk heeft hij het afstuderen goed kunnen combineren met het prins-zijn en is hij nu vlak voor de carnaval afgestudeerd. “Dat heb ik bewust zo gepland.”

TU/e: a home away from home for about thirteen thousands of employees and students. The community is a relatively small one, with infinite connections between its members, be they professional or private. In ‘Linked’, community members talk about their mutual relationship and their connection to the university.

carnival. She’s been celebrating carnival every year, save one, since she was a kid. “I was residing in the US that one time and told myself I would never do that again”, Marieke says. She wasn’t as active as she is today, but she just missed the solidarity and tolerance of the celebration. Jelle has been celebrating carnival his whole life as well. When he turned eighteen, he joined the Council of Eleven. What they both like best about carnival is the sense

of togetherness. “You can’t be wacky enough, and you strike up a conversation about absolutely nothing with anyone”, says Marieke. After carnival, Jelle will be concen­ trating on finding a new job in IT and consultancy. Marieke will start preparing for next year’s carnival. For now, however, they bid you alaaf!


8 | Student

Aanschuiven bij

4 februari 2016

het Clarissenklooster

Wat is dit voor een huis? Het is helemaal geen huis. Het is een voormalig klooster, gebouwd in 1950 voor de zusters van Clarissen. Een gesloten klooster nog wel, waar de nonnen, die er tot juli 2015 woonden, niet in fysiek contact mochten komen met mensen uit de buitenwereld. Het is ommuurd en er zit een gracht omheen. Nu wonen Joren Wintjes (derdejaars student Technische Bedrijfskunde) en Pjotr Boers er, op uitnodiging van de hulpbisschop van bisdom ’s-Hertogenbosch. Joren geeft een rondleiding en adviseert een jas aan te doen: “Het is hier groot en buiten het deel waar we wonen, kóud.” Het is héél groot voor twee studenten. Veertig logeerkamertjes, een keuken zo groot als een collegezaal, een kapel. In de voormalige eetzaal staat in een hoekje een pingpongtafel. Er is een naaikamer, een bibliotheek en een werkplaats met een zaagmachine, oude planken en medicijnpotjes vol spijkers. “Moeder overste was erg handig, heb ik van horen zeggen”, zegt Joren.

Recept

Wat mag je hier niet? “Zolang we netjes en respectvol met het gebouw omgaan, mag eigenlijk alles”, zegt Joren.

Heilige hosties met soepele salade

Heb je wel onderlinge huisregels afgesproken toen je besloot hier samen in te trekken? Nou nee, maar Pjotr kan ze wel terplekke verzinnen. “Je moet de spelcomputer goed opruimen.” En “Je mag niet in Pjotrs studeerstoel gaan zitten.” Joren gaat van de weeromstuit dan ook maar een regel maken: “De etenswaren van Pjotrs moeder mogen niet rondslingeren.” Hoe komt het dat je hier mag wonen? Joren: “Bij een zeilkamp dat georganiseerd werd door het bisdom was ik zeilinstructeur en sprak ik met monseigneur Mutsaerts.” Hij zei: ‘ik heb nog een klooster over, wil je daar wonen in anti-kraak-vorm?’ Ik zocht er een medebewoner bij en vond die in Pjotr.” Kennen jullie elkaar goed? “Heel goed. Al negen jaar zijn we bevriend. We hebben samen in een jongerenkoor gezeten in Wijchen en we hebben met elkaar de wereldjongerendagen in Madrid in 2011 meegemaakt.” Wat doen jullie na het eten? “We spelen een potje pingpong, studeren, kijken een beetje televisie en ‘gamecuben’ af en toe. Daarnaast hebben we onze eigen activiteiten.” Pjotr studeert in Tilburg (psychologie) en volleybalt daar ook. En hij heeft daar commissiewerk en roeiverenigingsactiviteiten. Wel drie avonden in de week is hij er te vinden. Joren speelt bij Don Quishoot in het ESHG-team en is actief bij het Eindhovens Studenten Corps.

Vul twee pitabroodjes per persoon met pesto en kaas en leg ze tien minuten in de oven. Bak 300 gram kipfilet in stukjes tegelijk met een rode paprika in blokjes. Maak een salade door 250 gram verse spinazie te mengen met een mango in stukjes en de afgekoelde kip en paprika. Klop een dressing van balsamicocrème, olijfolie en peper en zout. Strooi er stukjes zachte geitenkaas over.

Eet smakelijk

Recipe Holy wafers and smooth salad For two peope, fill four pitas with pesto and cheese and put them in the oven for ten minutes.

@ het Clarissenklooster It’s not a house at all, actually. It’s a former monastery that was built in 1950 for the nuns of Poor Clare. A monastery closed to the public at that, as the nuns, who lived there until 2015, weren’t allowed to be in touch with people from the outside. It’s walled and surrounded by an actual moat. Today, the monastery’s residents are Joren Wintjes (third-year Industrial Engineering) and Pjotr Boers (a student of Psychology at Tilburg University). They were invited by the auxiliary bishop of the diocese of ‘s-Hertogenbosch. Joren is our tour guide and urges us to wear a coat:

Brown 300 grams of diced chicken breast. Add a diced red pepper. “It’s a big place and apart from the areas we live in, it’s downright cold.” It’s enormous for two students. Forty small guest rooms, a kitchen the size of a lecture theater, and a chapel. The former dining area now features a foosball table. Joren and Pjotr are allowed to live in the monastery because they know the bishop who manages the building from a sailing camp. By inhabiting the place, they prevent squatters from entering.

Would you and your roommates like to feature in this item? Let us know at cursor@tue.nl

Make a salad: mix 250 grams of fresh spinach leaves with a diced mango, the chicken (cooled), and pepper. Whip up a salad dressing of cream of balsamic vinegar, olive oil, salt and pepper. Sprinkle with soft goat’s cheese.

Interview | Norbine Schalij Photos | Bart van Overbeeke


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

En hoe is het in ...?

Berlijn |

Berlijn, de stad van Currywurst en de Ampelmännchen. Ik ben sinds september op stage bij het Duitse ingenieursbureau Schlaich Bergermann Partner voor mijn master Bouwkunde. Schlaich Bergermann Partner is verantwoordelijk voor vele voetbalstadions, gekromde glasdaken en bruggen over de wereld. Een aantal van deze staan ook in Berlijn, zoals de Berlin Hauptbahnhof. Naast de ontworpen gebouwen van mijn stageadres zijn er tal van musea, leuke barretjes en monumenten te bezichtigen. Met mijn kamer op steen-­ worp afstand van waar oorspronkelijk de Mauer lag, word ik dagelijks geconfronteerd met de grens tussen het vroegere Oost- en West-Berlijn. Het is wennen dat hier veelal op de straat gefietst wordt. Maar dat weerhoudt velen er niet van om op de fiets te stappen. Op die manier leer je de stad veel beter kennen; zo merk je wanneer je in Oost-Berlijn bent dat je moet oppassen om niet in een tramspoor te komen, WestBerlijn heeft daarentegen geen tram.

jaar steeds hipper geworden. Zo is in het centrum minder dan de helft van de bewoners oorspronkelijk Berlijns. Het is een aantrekkelijke internationale stad waar je de meest uiteenlopende types kunt leren kennen. Do’s Contact leggen met lokale Berlijners, hoewel ze af en toe typisch zijn, is het leuk om met ze uit te gaan en je Duits te oefenen. Daarnaast de fiets of de benenwagen pakken. Met alleen de U-Bahn is het snel en efficiënt reizen, maar dit geeft maar een beperkt beeld van de stad. Daarnaast de vlooienmarkten, parken en de omliggende meren niet vergeten! Don’t Alleen de typische toeristenplekken bezoeken. Juist op de momenten dat ik doelloos met vrienden door de stad struinde, kwam ik onverwachts de leukste plekjes tegen. Bas Rongen, masterstudent Architecture & masterstudent Structural Design

Al snel leer je de echte Berlijners kennen, norse en in zichzelf gekeerde types. Als op-twee-na grootste stad van de EU is Berlijn de laatste tien

And how are things in ...?

TU/e students go abroad more and more for their study. Be it for an internship of for doing research. They write in Cursor about all their experiences abroad.

Boston |

Or as the Bostonians say: “How’s Bahstin?”. The city where 20 cm of snow is ‘dusting’, where you eat lobstah and get your coffee at Dunkies. The city of the Sox and the Pats, where you’d better not say the words New York out loud and where you take the T from Southie to North End. But for now, it’s mostly the city that is my home for six months during my research internship at the Brigham and Women’s Hospital. Boston itself is only small and most of the time people also refer to the many surrounding cities, that seemlessly melt together. I live in Cambridge, where Harvard and MIT are also based, on the other side of the Charles River. Metropolitan Boston is ‘wicked smaht’ with more than a hundred universities and colleges, which makes it a lively place to live, and paradise for BME students, as Boston is a hotspot in the field of medical research. It is also a good base to make trips in the surrounding area (or a little further away): Canada is very doable and I’d recommend anyone to escape the cold and fly to Mexico during Christmas break. But in between all the fun stuff I also make time to freeze pork kidneys and to calculate the temperature during this process with help of MRI scans.

With no sign of a Snowpocalypse like last year yet, I am still biking around, a nice challenge. Drivers - ‘Massholes’ - are known for their temper. Turn signals are a sign of weakness and being cut off is part of the Boston experience, just like the chaos of one way streets at weird angles and identical street names on the complete other side of town. Old folklore tells that early city planners only looked at where the cows walked to lay out the road network. The vast amount of hills also keeps you fit, but beautiful views of the skyline of Boston are offered as a reward. At the moment I’m enjoying my last month in Boston, after which I will travel in the US for another month to properly end my adventure. See you soon Holland! Lisanne Kok, Master’s student Medical Engineering

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


10 | Human Interest

? De Vragenbank Wie of wat ontroert je het meest? “In het NOS Journaal was onlangs een item waarbij medewerkers van het Rijksmuseum tekenles verzorgden in een verzorgingstehuis. Daarin bleek dat juist die mensen die heel dement zijn de mooiste tekeningen maken. Meestal komen demente­ renden in het nieuws met datgene wat ze niet meer kunnen, deze keer ging het eens over wat ze nog wél kunnen, namelijk iets heel moois maken. Van zoiets ogenschijnlijk kleins, maar puur menselijks, krijg ik tranen in mijn ogen.”

Welke ‘to-do’ staat bovenaan je bucketlist? “Ik heb geen bucketlist, omdat ik vind dat je zoveel mogelijk dingen waar je gelukkig van wordt op het moment zelf moet doen. Sowieso word ik diepongelukkig van bungeejumpen, Afrikaanse dans of ijsscooteren. Maar ik kan erg genieten van buiten zijn en daarom heb ik onlangs een wandeltripje geboekt naar de Azoren. En ga ik bij mijn nieuwe huis een moestuintje aanleggen. Daar word ik blij van.”

4 februari 2016

Deze keer trekt Lilian Halsema (52), clusterleider Onderwijs bij DAZ, volgens haar vijf leuke vragen uit de hoed: “Zo krijg je nog eens een goed gesprek.” Wat is je grootste angst?

Van welke fout heb je het meest geleerd?

Je huis staat in brand en je kunt maar één ding redden. Wat is dat?

“Dat er iets met mijn zoon gebeurt. Bijvoorbeeld als hij op reis gaat, ben ik bang dat er iets gebeurt. Het houdt me altijd bezig of het wel goed gaat met hem. Ik vraag me af of hij wel de juiste keuzes maakt. Maar dat is meer kunnen loslaten waarschijnlijk? In ieder geval wil ik natuurlijk het beste voor hem en dat hij gelukkig is.”

“In deze nieuwe baan als clusterleider onderwijs worden andere vaardigheden van me gevraagd dan ik als opleidingsdirecteur nodig had. Daarin was ik vooral bezig met problemen oplossen. Omdat de processen op bestuurlijk gebied heel anders verlopen en ik draag­ vlak moet proberen te vinden binnen de hele universiteit word ik nu heel erg aangesproken op mijn tactische en mondelinge vaardigheden. Soms maak ik daar fouten in en gebruik ik niet de juiste woorden. Daar kan ik me nog verder in ontwikkelen. Maar dat is ook het leuke van een nieuwe baan.”

“Heel stom, maar ik denk als eerste aan mijn bed, want daar slaap ik heerlijk in. Ik heb nog nooit zo’n lekker bed gehad. Het was wel ontzettend duur, maar omdat ik altijd heel goedkope modellen heb gehad, vond ik dat het tijd werd voor een serieus bed; een Auping met een goede spiraal eronder en een turquoise board. Dus als het me zou lukken, neem ik als eerste mijn bed mee.”

Interview | Tiny Poppe Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat Who or what moves you the most? “In the NOS news I recently saw an item involving employees of the Rijksmuseum giving drawing lessons in a care home. It turned out that severely demented people in particular make the most beautiful drawings. Usually demented patients are presented in the news with a focus on what they are no longer capable of doing, and this time the attention was devoted to what they still can do, which is creating something really beautiful. Such an apparently minor item, which is pure humanity, brings tears to my eyes.”

Which to-do item is at the top of your bucket list? “Firstly, I don’t have a bucket list, because I think you should seize every moment to do whatever makes you happy. Especially saddening to me are things like bungee jumping, African dance or ice scootering. I can sincerely enjoy being outdoors, so I have recently booked a hiking trip to the Azores. And at my new house I’m going to lay out a vegetable garden. That makes me happy.”

This time Lilian Halsema (52), cluster leader of Education at General Affairs (DAZ), is picking five fun questions from the top hat: “That’s a good start for a proper discussion.” What is your greatest fear?

Which mistake did you learn the most from?

Your house is on fire and there is only one thing you can save. What is it?

“That something should happen to my son. For example when he goes traveling, I’m afraid that something might happen. It always occupies my mind whether he is all right. I wonder whether he is actually making the right choices. Still, that probably means I have to let go of him more, doesn’t it? In any case I naturally want the best for him, I want him to be happy.”

“In this new job as cluster leader for education, other skills are required of me than those I needed as Program Director. There I was mostly busy solving problems. Now, as processes in the administrative area proceed very differently and I have to try and create support within the whole university, there’s a very strong demand on my tactical and verbal skills. Sometimes I make mistakes in that respect, by not using the right words. I can develop further on that point. Still, that’s one of the fun things in a new job.”

“Silly though this may sound, but the first thing I’m thinking of is my bed, because I sleep so soundly in it. I’ve never had any bed like it. It was very expensive indeed, but because I always used to have cheap models, I thought it was time for a proper bed, an Auping with a good spring mattress and a turquoise headboard. So if I could manage it, my bed would be the first thing I would salvage.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Ik word altijd wakker met een wijsje in mijn hoofd Met carnaval zijn we allemaal in gevaar. Nee, niet vanwege bezopen Brabanders, lallende Limburgers of handtastelijke mannen in een clownspak. Ik doel op de desastreuze ‘diersoort’ genaamd ‘de oorwurm’. Dit fenomeen, ook wel involuntary musical imagery genoemd, behelst dat één of meerdere regels van een liedje zich alsmaar in je hoofd blijven afspelen. Alsmaar. Vooral tijdens carnaval kruipen de onvrijwillige wurmpjes rond, op zoek naar een auditieve cortex om zich te huisvesten. Thuisblijven

is dus een veilige optie, hoewel naar een liedje luisteren niet de enige manier is om een oorwurm op te lopen… HEB JE EVEN VOOR MIJ? Inderdaad, als je de titel van een nummer leest is de oorwurm snel binnennnnnnnn! Tegelijkertijd kan het oplezen van zo’n titel ook een remedie zijn voor een reeds rondkruipende oorwurm. Wat veroorzaakt dit alles? De precieze werking van de oorwurm is niet helemaal bekend, maar het hangt af van de muziek zelf, de persoon en de bezetting van iemands werkgeheugen. Zo lijkt het erop dat simpele melodieën met een

Brain matters

kenmerkende haak blijven hangen, zeker als er een ongebruikelijk ritme in zit. Zo zit er in Bauers Heb je even voor mij? - sorry hiervoor - een Zuid-Amerikaanse drumpartij, waar westerlingen vatbaar voor zijn.

Het ligt niet alleen aan de muziek Het blijkt dat zo’n 95 procent van alle mensen last hebben van een oorwurm, waarbij het ‘risico’ afhangt van je leeftijd, emotionele

stabiliteit, geslacht en muzikaliteit - jonge, neurotische, vrouwelijke muzikanten hebben veelal langer last van een repeterend deuntje. Ook blijkt dat de oorwurm samenhangt met mentale controle - de baas zijn over je gedachten helpt, bijvoorbeeld je vermogen om andere dingen te visualiseren. Dit is gelijk een mogelijke remedie; iets visualiseren of ergens diep over nadenken. Op die manier houd je je werkgeheugen bezet en is de kans aanwezig dat de oorwurm wordt verbannen. Op een vergelijkbare manier blijken kaakbewegingen

ook helend te werken; een studie suggereerde onlangs dat kauwgom kauwen het aantal oorwurmen vermindert, zoals het ook andere cognitieve en perceptuele processen kan verstoren. Dit is meteen ook het enige advies dat ik kan meegeven. Mocht je nou echt carnaval willen gaan vieren, neem dan een kauwgompje mee; voor de ander én jezelf.

Alain Starke is promovendus bij Human-Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

I just can’t get you out of my head The upcoming carnival season poses a significant threat to all. No, I do not allude to drunk Dutch or sexually repressed men dressed up as clowns, waddling around in an awkward polonaise. Instead, we are at risk of being ‘attacked’ by an ‘earworm’. This phenomenon, also known as involuntary musical imagery, concerns the ongoing repetition of one or more lines of music, stuck in one’s head.

Earworms are especially ‘out and about’ during the carnival season, looking for an appetizing auditory cortex. Staying at home thus seems to be a reasonable option to ward off the little insects, although one can also become infected in other ways, to an extent that you utter: I just can’t get you out of my head. Indeed, reading a text can induce an earworm, whilst also serving as a remedy if you already suffer from one… heeeeeey Macarena! Anyway, what can provoke an

earworm? Science still investigates the phenomenon, but it seems to depend on the music available at hand, the person itself and specifically that person’s working memory. For instance, we are especially prone to simple melodies that contain a rather unusual rhythm. Just think of non-Western songs, such as oppa Gangnam Style. Sorry about that, by the way. Picking up one of these little buggers does not solely depend on the song. It appears that 95 percent of people are susceptible to an earworm,

depending on age, neuroticism, gender and musicality - young, emotionally unstable, feminine musicians seem to be especially at risk when listening to I just can’t get enough. In addition, an earworm is also related to mental control, such as one’s ability to visualize imagery. This mental control can also serve as a remedy to an earworm. Deep thought and mental imagery can take up one’s working memory in an attempt to drive away unwanted thoughts and songs. In a similar fashion, a recent study suggested

that chewing gum also helps to get rid of an earworm, as moving one’s jaw distorts cognitive and perceptual processes. Perhaps this is the only ‘sound’ advice that I can provide. If you really must go and celebrate carnival, which you should as part of your cultural exploration, please bring a pack of chewing gum; for your own sanity, as well as that of your one-night stand. Alain Starke is a PhD student at Human-Technology Interaction


12 | Focus

4 februari 2016

Compacte campus | Als de renovatie van het Hoofdgebouw in 2018 klaar is, betekent dit dat de volledige TU/e-gemeenschap in de compacte campus is ondergebracht. Het aantal fietsparkeer­ plaatsen moet dan 50 procent van het aantal bewoners (medewerkers én studenten) bedragen, waarvan de helft beveiligd. Campus 2020 gaat uit van circa 15.200 studenten/medewerkers. Dat betekent rond de 7.600 fietsenstallingen. Momenteel zijn er al 7.018 fietsenstallingen op de campus aanwezig. Beveiligde fietsenstallingen | Zowel studenten als

Probleem: de stalling aan de zuidkant staat vaak te vol, door de gemakkelijke bereikbaarheid vanuit het zuiden en de zogenaamde weesfietsen die hier een min of meer permanente parkeerplaats innemen. Oplossing: de deuren aan de westkant van de stallingen van zowel de zuid- als de noordkant staan sinds kort open zodat fietsers vanaf het fietspad rechtstreeks toegang hebben tot de stalling. Vooral de fietsers uit het noorden kunnen nu nog gemakkelijker parkeren aan de noordzijde van het Auditorium. Deze nog weinig gebruikte ruimte biedt parkeergelegenheid aan 544 gewone fietsen en twintig bakfietsen of fietsen met een brede mand. In het afgesloten deel kunnen 168 fietsen gestald worden, er zijn 6 oplaadpunten voor elektrische fietsen en er is een fietsreparatiezuil. De cijfers: Noord: 544 overdekte fietsparkeerplaatsen, waarvan 168 beveiligd Zuid: 565 overdekt, niet beveiligd.

medewerkers kunnen hun fiets dag én nacht kwijt in een van de beveiligde stallingen die plaats bieden aan 1.825 fietsen. De campuskaart fungeert als ‘sleutel’ voor de afgesloten stallingen. De fiets kan beveiligd gestald worden in Vertigo (uitsluitend voor Bouwkundestudenten en -medewerkers), Helix, Traverse, Flux, Auditorium, Gemini, IPO en Paviljoen.

Verwijssysteem naar vrije fietsparkeerruimte | Het plaatsen van meer fietsenrekken garandeert volgens Bert Verheijen (Dienst Huisvesting) niet dat studenten en medewerkers hun fiets ook daadwerkelijk in deze rekken parkeren. Uit esthetisch oogpunt heeft het plaatsen van meer borden die verwijzen naar andere plaatsen geen voorkeur. “We verwachten meer van een systeem van stimulering en handhaving waarbij we de fietsers kunnen bewegen hun fietsen goed te parkeren. We hopen voor het begin van het nieuwe collegejaar daarvoor een oplossing te hebben bedacht.”

Hoofdgebouw De cijfers: 131 fietsparkeerplaatsen (aan de achterzijde van het Hoofdgebouw)

Gemini / MetaForum

Campusbewoners van de TU/e worden - op weg naar een ‘duurzame campus van nationaal belang met internationale allure’ - volop gestimuleerd om met de fiets naar de campus te komen. Maar sommige fietsenstallingen lijken - ondanks het recent toegenomen aantal plekken -uit hun voegen te barsten. Zijn er (nog steeds) te weinig fietsenstallingen, is het onduide­ lijk waar er voldoende ruimte is om te parkeren of hebben studenten en medewerkers geen zin om een eindje te lopen?

Zuidkant Auditorium

Text | Tiny Poppe Illustration | Sandor Paulus

Probleem: de beveiligde stalling onder Gemini staat heel vol omdat zowel medewerkers uit Gemini als MetaForum hier hun fiets willen stallen. Dit zorgt zowel bij de beveiligde als de buitenstalling voor overbelasting. Gebruikers van de buitenstalling parkeren hun fiets vaak buiten de rekken. Als er zich een calamiteit voordoet, zijn de traforuimten moeilijk bereikbaar voor de hulpdiensten. Oplossing: bij de niet-beveiligde buitenstalling zijn al rekken bijgeplaatst en voor een betere bereikbaarheid is een deur gemaakt die aansluit op de loopbrug tussen Gemini en MetaForum. Ook de stalling bij Flux biedt meer dan voldoende ruimte. Van daaruit loop je gemakkelijk naar de westkant van Gemini. In de beveiligde fietsenstalling is onlangs een dubbellaags fietsparkeersysteem geplaatst dat extra plaats biedt aan 120 fietsen. Ook is de fietsenstalling tussen MetaForum en Gemini-Noord onlangs uitgebreid. De cijfers: 939 buiten fietsparkeerplaatsen, niet beveiligd 252 beveiligde overdekte parkeerplaatsen

Weesfietsen | De firma Heijmans voorziet twee keer per jaar, in mei en oktober, de fietsen die niet meer worden gebruikt van een sticker. Als deze fietsen er na zes weken nog staan, haalt het bedrijf ze op en plaatst ze in de fietsenstalling in Traverse waar ze nog een half jaar blijven staan tot de rechtmatige eigenaar het rijwiel ophaalt. Daarna brengt de firma deze zogenaamde weesfietsen naar de Grote Beek. Het gaat om zo’n 300 fietsen per jaar die met name in de stalling aan de zuidkant van het Auditorium en bij Vertigo achterblijven. Nieuw type fietsenrekken | Alle bestaande fietsenrekken worden op termijn vervangen door fietsenrekken met een ‘ruimere aanbindverbinding’. Er zijn verspreid over de campus al tweeduizend van deze fietsenrekken geplaatst bij Flux, Auditorium Noordkant, Vertigo, Kranenveld. Over deze rekken is niet iedereen tevreden. Fietsen met manden of brede sturen kun je er moeilijk in kwijt - een aandachtspunt voor het mobiliteitsteam - en bovendien is het aanbinden en losmaken van het slot erg lastig als er al andere fietsen staan geparkeerd.

Vertigo

De probleemgebieden >> Probleem: veel fietsen worden tegen de gevel geplaatst omdat de afstand tussen de parkeerplaatsen aan de oostkant van Vertigo ten opzichte van de ingang als te ver wordt ervaren. Oplossing: Fietsers kunnen, door iets verder te lopen, hun fiets kwijt in de stalling aan de zijkant van het gebouw en ook tussen Vertigo en bij Matrix. Eind 2015 zijn er (tijdelijk) extra rekken geplaatst tussen Vertigo en Matrix. De cijfers: 125 beveiligde overdekte parkeerplaatsen 480 buiten fietsparkeerplaatsen, niet beveiligd (oostzijde gebouw) 564 buiten fietsparkeerplaatsen, niet beveiligd tussen Vertigo en Matrix/ Helix


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

Laplace

Paviljoen

Waar laat ik mijn fiets op de compacte campus? Probleem: de rekken staan erg vol bij tentamenperiodes. Oplossing: er zouden fietsenrekken bijgezet kunnen worden op het plein voor de huidige stalling. De cijfers: 468 overdekte stallingen waarvan 96 beveiligd.

Probleem: voor het gebouw is er geen beveiligde fietsparkeermogelijkheid. Oplossing: De beveiligde kelder onder Traverse, die plaats biedt aan 287 parkeerplaatsen, wordt nu maar voor de helft gebruikt en is ook voor fiets­ parkeerders van Laplace toegankelijk. De cijfers: 445 buiten fietsparkeerplaatsen bij Laplace 287 beveiligde overdekte fiets­ parkeerplaatsen (onder Traverse)

Where do I park my bike on TU/e’s compact campus?

TU/e campus residents are actively stimulated to come to campus by bike - all in light of a ‘sustainable campus of national importance with international appeal’. Yet despite the recently increased number of bike racks, some bicycle parkings seem chock full of bikes. Do we still lack parking spaces for bikes, are cyclists unaware of places they can leave their bikes, or are staff and students unwilling to walk from their bikes to where they need to be?

Compact campus When the renovation of the Hoofdgebouw is completed in 2018, the entire TU/e community will have a place on the compact campus. The number of bike parkings should be fifty percent of the number of residents (staff and students) by then, and half of those must be guarded. Campus 2020 has calculated there will be approximately 15,200 students/staff members by then, meaning they need 7,600 bicycle parkings. The current number of bike parkings is 7,018 already.

Guarded bicycle parkings Students as well as staff members can park their bikes in one of the guarded areas 24/7. There will be 1,825 guarded spots. The campus pass will work as a key for the locked parking areas. Bikes can be locked away in Vertigo (Built Environment students and staff only), Helix, Traverse, Flux, Auditorium, Gemini, IPO, and Paviljoen.

Signs pointing to free bicycle parking Adding extra bicycle racks does not guarantee students and staff will park their bikes there at all, says Bert Verheijen of DH. And from an aesthetic point of view, putting up more signs pointing to free parking space is undesirable. “We’re more excited about a system of incentive and enforcement in a way we can convince cyclists to park their bikes properly. We hope to have found a solution to the problem by the start of the new academic year.”


14 | Uitgelicht

4 februari 2016

Op weg naar compleet Engels­talig onderwijs Tekst | Judith van Gaal Foto’s | Bart van Overbeeke en iStockphoto

Snijd het onderwerp ‘Engelstalig bacheloronderwijs’ aan en je bent geheid verzekerd van een pittige discussie. Voorstanders promoten een internationale werkomgeving, meer studenten en betere aansluiting op het masteronderwijs. Tegenstanders vrezen voor de kwaliteit van het onderwijs en de teloorgang van het Nederlands. Hoe je het ook wendt of keert; eind 2017 zijn bijna alle colleges en practica aan de TU/e in het Engels.


Uitgelicht | 15

See for news www.cursor.tue.nl/en

Stap je nu bij een willekeurig college of practicum binnen op de campus dan is de kans groot dat je Engels hoort. Stap je in september 2017 binnen, dan is het haast uitgesloten dat je nog Nederlands hoort. Het College van Bestuur heeft begin van dit collegejaar de decanen te kennen gegeven dat ál het bacheloronderwijs Engelstalig moet worden. Wannéér, dat hebben ze niet opgelegd, maar toch blijkt dat de meeste opleidingen die nog in het Nederlands zijn eind volgend jaar de overstap maken. Vraag je het rector Frank Baaijens, dan duurt het géén tien jaar meer voor álle docenten het Nederlands hebben ingewisseld voor het Engels. Baaijens noemt twee belangrijke redenen voor de gewenste overstap. “We willen studenten opleiden om in een internationale omgeving te leren werken. In de wetenschap en in de meeste bedrijven waar TU/e’ers terechtkomen, wordt volop Engels gesproken. Als internationale studenten hier hun bachelor kunnen doen, komen ze eerder in aanraking met Nederlandse gewoontes als ‘direct zijn’ en zijn ze beter voorbereid op het werken in het bedrijfsleven. Een tweede reden is dat we topwetenschappers uit de hele wereld dan voor het bacheloronderwijs kunnen inzetten.” Baaijens benadrukt dat de werving van meer internationale studenten om de instroom te vergroten duidelijk geen reden is. “We hebben al behoorlijk wat meer studenten gekregen en willen ook weer niet te hard doorgroeien. Het is voor ons geen argument om op het Engels over te stappen.” Met die opvatting ligt het College op één lijn met de landelijke politiek.

Minister Jet Bussemaker van Onderwijs liet eind vorig jaar weten ‘het niet passend te vinden als hogescholen en universiteiten voor het Engels kiezen, enkel en alleen om buitenlandse studenten te trekken’. Daarbij stelt ze: ‘Engels mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs, colleges moeten wel gegeven worden in goed Engels. Als de taal ten koste gaat van de nuance, van de diepgang van de stof, dan kunnen we het beter laten’. Zij benoemt een ‘spanningsveld tussen internationalisering en taalbehoud’. Baaijens erkent dat voor de meeste docenten geldt dat ze de lesstof beter, genuanceerder, in het Nederlands kunnen overbrengen. Toch weegt dit mogelijk nadeel volgens hem niet op tegen de eerder genoemde voordelen. Van de vijftien bacheloropleidingen zijn er inmiddels acht in het Engels en ook de bachelor Data Science, die in september van start gaat, zal Engelstalig zijn. Technische Natuurkunde, Technische Wiskunde, Werktuigbouwkunde en Scheikundige Technologie zijn van plan om per september 2017 te switchen. Werktuigbouwkunde gaat keuze­ vakken en al het OGO van jaar 2 en 3 in het Engels aanbieden vanaf studiejaar 2016. Bij Technische Bedrijfs­kunde ‘is de discussie gaande’ en bij Biomedische Technologie en Medische wetenschappen en Technologie stappen ze voorlopig niet over. De opleidingen hebben verschillende redenen om al dan niet Engels als voertaal in te voeren. De faculteit Scheikundige Technologie neemt binnenkort het definitieve besluit om vanaf 1 september 2017 Engels als voertaal te gebruiken in de

bacheloropleiding, laat decaan Jaap Schouten weten. “Allereerst is Engels de taal van de internationale wetenschap, met name natuurlijk ook van de technische wetenschappen. Onze faculteit is sterk internationaal georiënteerd, vooral in het onderzoek met onder meer een groot aantal internationale wetenschappers. Enige tijd geleden zijn we overgestapt op het Engels in onze masteropleiding, waarmee we ons konden richten op de instroom van internationale studenten. Het is een logische stap om vervolgens de hele opleiding Engelstalig te maken, waardoor instromende internationale masterstudenten gemakkelijk nog relevante bachelorvakken kunnen volgen in een eventueel homologatietraject. Tot slot kan een Engelstalige bacheloropleiding helpen bij het vergroten van de instroom in het eerste jaar door het gericht werven in landen als Engeland en Duitsland.” Bij de opleiding Technische Bedrijfskunde hebben ze de knoop nog niet doorgehakt. Ingrid Heynderickx, decaan bij IE&IS: “We werken nu met een tussenvorm: de meeste colleges zijn Nederlands­ talig, het meeste collegemateriaal is Engelstalig. We realiseren ons dat overgang naar een Engelstalige opleiding op termijn gewenst is. Je wil studenten een internationale context bieden omdat ze die daarna in hun loopbaan vaak nodig hebben en je kan uit een grotere pool goede docenten selecteren als de opleiding Engelstalig is. Tegelijkertijd wordt naar verwachting de opleiding Technische Bedrijfskunde nog groter door de internationale instroom als we ze Engelstalig maken, en we willen de groei in de opleiding dusdanig goed blijven

bewaken dat we goed, kleinschalig onderwijs kunnen geven.”

“Moet je voor een kleine groep studenten aan kwaliteit inboeten?” Bij Biomedische Technologie en Medische wetenschappen en Technologie zien ze voorlopig nog geen reden om van het Nederlands af te stappen, vertelt decaan Peter Hilbers. “De noodzaak is er op dit moment niet. We zijn formidabel gegroeid, maar vooral met Nederlandse studenten. Bovendien kunnen de meeste docenten zich beter in het Nederlands uitdrukken, ook al is hun Engels erg goed. Moet je dan voor een kleine groep studenten aan kwaliteit inboeten? Als de Nederlandse instroom laag wordt vanwege demografische ontwikkelingen kan het nodig zijn, maar dat is nu niet aan de orde. We bieden een vak overigens wel in het Engels aan als een interna­ tionale masterstudent in z’n vrije keuzeruimte een bachelorvak wil volgen.” Volgens Hilbers lopen de meningen binnen de faculteit behoorlijk uiteen, zo bleek onder meer tijdens de beleidsdagen voor hoogleraren. Ook bij andere opleidingen lopen de gemoederen soms hoog op. Zo ook bij Technische Natuurkunde, waar Jom Luiten (hoogleraar) en Paul van der Schoot (universitair hoofddocent) een mailing rond­ stuurden met tegenargumenten

en opriepen tot discussie nadat bekend was geworden dat zij en hun collega’s hoogstwaarschijnlijk vanaf september 2017 bij bachelorvakken in het Engels moeten doceren. Het zit de twee docenten hoog dat er naar hun gevoel nauwelijks discussie over dit onderwerp is gevoerd, ook niet na hun oproep daartoe. Luiten: “We hebben al grote onderwijsveranderingen gehad en nu komt dit weer. Als ik collega’s hoor zeggen dat ze bepaalde woorden niet meer in het Nederlands kennen, schrik ik daar van. Mijn Engels is goed genoeg, maar je mist de flexibiliteit om de lesstof op verschillende manieren uit te leggen.” Van der Schoot: “Een van de impliciete leerdoelen is dat we studenten fatsoenlijk Engels leren spreken en we zouden ze dadelijk dan op het niveau van het Engels moeten beoordelen. Ik weet dadelijk niet als ik een fout antwoord zie bij een tentamen of een student onvoldoende kennis heeft van het Engels of dat hij of zij de leerstof niet goed heeft begrepen. Het onderwijs wordt er zo niet beter van.”

“We dachten er misschien te gemakkelijk over” Opleidingsdirecteur Ton van Leeuwen laat weten dat hij had ingeschat dat er meer consensus over zou zijn - “we dachten er misschien te gemakkelijk over. We willen in elk geval goed inventariseren wat er moet

De voertaal in bedrijven Een veelgehoord argument van voorstanders is dat Engels volop in het bedrijfsleven wordt gebruikt. Veel TU/e-alumni komen te werken bij ASML, Philips en Shell. ASML-woordvoerder Jojanneke Meewis laat weten dat het bij haar bedrijf ‘absoluut belangrijk’ is om als medewerker goed in het Engels te kunnen communiceren. “We werken wereldwijd met 97 nationaliteiten. Op intranet is alles in het Engels en ook op de werkvloer wordt meestal Engels gesproken. Als bij een vergadering alleen Nederlanders zijn, wordt er een enkele keer Nederlands gesproken. Een goede kennis van het Nederlands is ondergeschikt aan een goede kennis van het Engels. Ook stagiaires zullen bij ons vooral in het Engels communiceren.”

in woord en geschrift. In Pernis/Moerdijk, waar onze raffinaderij is, is Nederlands het uitgangspunt. Alle Shell-medewerkers krijgen tijdens hun loopbaan volop kans cursussen of opleidingen te volgen. Ook een talencursus Engels behoort tot de mogelijkheden.” Philips-woordvoerder Nanda Huizing: “Philips opereert wereldwijd en daarmee is Engels wereldwijd de voertaal binnen het bedrijf, verbaal maar ook schriftelijk. Een goede beheersing van het Engels is essentieel. Een goede beheersing van het Nederlands kan belangrijk zijn voor bepaalde functies in Nederland, met name als ze gericht zijn op de Nederlandse markt.”

Ook bij Shell wordt hoofdzakelijk in het Engels gecommuniceerd, al is het daar afhankelijk van de locatie. Woordvoerder Jeanette Hamster: “Op het Shell Technology Centre in Amsterdam bijvoorbeeld hebben we zo’n 45 verschillende nationaliteiten en Engels is daar de voertaal,

>>


16 | Uitgelicht

gebeuren en kijken hoe we docenten goed kunnen helpen.” De belang­ rijkste reden om te switchen is om een meer internationale omgeving voor studenten te scheppen, stelt Van Leeuwen. “Verder is het belangrijk dat internationale studenten ook vakken bij Technische Natuurkunde kunnen volgen.” Bert Blocken, hoogleraar bij Bouwkunde, heeft de overstap vrij recent meegemaakt. Het omzetten van het collegemateriaal viel in zijn geval mee. “Mijn slides waren al in het Engels en ik vroeg altijd aan studenten of ze daar geen problemen mee hadden en dat bleek nooit het geval. Collega’s hebben hulp gekregen van vertalers. Ik had en heb geen uitgesproken voor- of afkeur voor een taal. Aan de ene kant wordt het onderwijs steeds internationaler en zijn er steeds meer niet-Nederlandstalige studenten en -docenten. Anderzijds blijft het gemakkelijker om jezelf in je eigen taal uit te drukken.” Blocken, die ook in Leuven deeltijd-hoogleraar is, ziet dat ook daar langzaamaan de tendens verschuift naar het Engels. “Wel langzamer, daar begint het in de masteropleidingen.”

“Studenten moeten gratis cursus kunnen volgen om hun Engels bij te spijkeren” Cursor tekende onlangs nog uit de mond van de universiteits­ hoogleraren uiteenlopende reacties op. Zo voorziet Maarten Steinbuch dat de instroom van buitenlandse studenten er een enorme boost mee krijgt en Will van der Aalst ziet dat niemand in zijn vakgebied iets

4 februari 2016

in het Nederlands schrijft. Wat hem betreft wordt de hele universiteit Engelstalig. Bert Meijer is echter faliekant tegen en gaf zelfs aan ooit in een column te hebben geschreven dat als hij zijn colleges niet meer in het Nederlands mag geven, hij ontslag neemt. “Wie zijn kind onderwijs in het Engels wil geven, moet ze naar Engeland of Amerika sturen. Onze missie is om de Nederlandse student die van de middelbare school komt op een zo hoog mogelijk niveau onderwijs te bieden in de eigen taal. Ik zou er de noodzaak pas van in zien als onze halve wetenschappelijke staf Engelstalig was.” Jan-Jaap Koning, coördinator ontwerpersopleiding DTI, gaat nog een stapje verder. Hij pleitte er in een ingezonden brief in Cursor 9 zelfs voor om ook het vak ‘Nederlandse taal’ voor internationale studenten op te nemen. Rector Frank Baaijens ziet dat de overstap behoorlijk wat stof doet opwaaien. “We hebben de opleidingen bewust geen deadline opgelegd. De docenten hebben al een hoge werkdruk. En er moet ook zeker over de voor- en nadelen kunnen worden gediscussieerd.” En hoe zit het met bachelorstudenten? Baaijens: “Het zal voor sommige studenten best moeilijk zijn, met name voor de zij-instromers, maar in het algemeen verwacht ik daar geen grote problemen mee.” Tamara Schouten, onderwijs­ commissaris bij Industria over Technische Bedrijfskunde: “De meeste studenten die ik spreek zouden het niet erg vinden als de bachelor Engelstalig wordt. Ik vind wel dat studenten gratis cursussen moeten kunnen volgen om het niveau bij te spijkeren.” Volgens Baaijens gaat dat in principe niet gebeuren. “Als je van het vwo komt, moet je Engels van voldoende niveau zijn.” Studenten kunnen nu overigens wel cursussen Engels volgen, maar daarvoor moeten ze betalen. Bij Industrial Design zijn ze niet anders gewend. Onderwijscommissaris Lei Nelissen: “We hebben veel

Voertaal bacheloropleidingen TU/e Automotive

Engels

Architecture Urbanism and Building Sciences

Engels

Computer Science & Engineering Software Science

Engels

Computer Science & Engineering Web Science

Engels

Electrical Engineering

Engels

Industrial Design

Engels

Innovation Sciences - Psychology & technology

Engels

Innovation Sciences - Sustainable innovation

Engels

Data Science

Wordt Engels bij start.

Technische Natuurkunde

Wil vanaf september 2017 overstappen op het Engels.

Scheikundige Technologie

Wil vanaf september 2017 overstappen op het Engels.

Technische Wiskunde

Wil vanaf september 2017 overstappen op het Engels.

Werktuigbouwkunde

aat keuzevakken en al het OGO van jaar 2 en 3 G in het Engels aanbieden vanaf studiejaar 2016. Wil vanaf september 2017 overstappen op het Engels.

Technische Bedrijfskunde

Discussie is gaande.

Biomedische Technologie

Nederlands. Stapt voorlopig niet over.

Medische wetenschappen en Technologie

Nederlands. Stapt voorlopig niet over.

internationale (master)studenten, en aangezien er moet worden samengewerkt, denk ik dat het belangrijk is dat studenten al in de bachelor worden geconfronteerd met zowel geschreven als gesproken communicatie in het Engels.” Stan de Bie, onderwijscommissaris bij CHEOPS (Bouwkunde): “Ik denk dat elke Nederlandse student het onderwijs liever in het Nederlands krijgt. We hebben echter wel gemerkt dat er veel meer leerstof beschikbaar is gekomen sinds we naar het Engels zijn gegaan, waardoor vakken verbeteren. Studenten vinden het al vrij snel niet meer eng om Engels te praten. Ik denk dat ‘op prijs stellen’ overdreven is, maar ze zien er de voordelen van in.” Emma van de Vreugde (GEWIS) over Wiskunde: “Sommige studenten vinden het passen bij het interna­ tionale karakter van de faculteit en de universiteit. Tegenstanders zijn bang dat het mensen afschrikt en

dat er binnen de groep docenten onvoldoende kennis is van Engels waardoor de colleges mogelijk geforceerd over kunnen komen, terwijl er nu vaak ruimte is voor spontane dingen en grappen.” De meeste studenten lijken tevreden over het niveau van het Engels of vinden het niet erg als het hier en daar rammelt. Lei Nelissen (ID): “Af en toe wordt eens een gekscherende opmerking gemaakt bij een kromme zin, maar alle docenten zijn in staat om hun boodschap in het Engels over te brengen.” Troy Oude Bekke (Japie, Scheikundige Technologie): “De studenten weten dat de professoren de Engelse taal goed kundig zijn. De voertaal in hun vakgebied is voornamelijk Engels, dus de professoren hebben hier veel ervaring mee.” Baaijens laat weten dat “we docenten die voor het eerst in het Engels gaan doceren graag persoonlijk advies geven over eventuele bijscholing.

Dat wordt via het Bachelor College georganiseerd”. De opleidingen zullen de kosten van de overgang uit de bestaande middelen moeten bekostigen. Baaijens: “Ik verwacht dat ze dat ook kunnen, door de groei hebben ze best wat ruimte in het budget.” De voorlichting naar Nederlandse scholieren toe hoeft wat Baaijens betreft niet in het Engels. “Als maar duidelijk is wat de voertaal van de opleiding is.” Studievoorlichter Marjan van Ganzenwinkel vertelt dat tijdens voorlichtingsactiviteiten altijd specifiek wordt vermeld welke voertaal de opleidingen hebben. “En als ze horen dat het Engels is, trekken scholieren daar zelden wit van weg. Ook ouders stellen er weinig vragen over. Bovendien schieten scholen met tweetalig onderwijs als paddenstoelen uit de grond en zie je steeds vaker internationale scholen.”


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

On the way to comprehensive Englishlanguage education If you broach the subject ‘English-language Bachelor education’ you are sure to get a feisty discussion. Advocates promote an international working environment, more students and better alignment with the Master’s program. Opponents are afraid this will jeopardize the quality of education and result in the loss of Dutch. No matter how you look at it: by the end of 2017 nearly all lectures and practicals at TU/e will be in English. At the beginning of this academic year the Executive Board informed the deans that all the Bachelor education must become English. Even though the Board did not impose a date, it does appear that most programs which are still in Dutch today will switch to English by the end of next year. If you ask Rector Frank Baaijens, it will take less than a decade before all lecturers have exchanged Dutch for English. Baaijens mentions two important reasons for the desired switch. “We want to train students to work in an international environment. In the world of science and in most companies where TU/e graduates end up, English is truly the language of communication. When interna­ tional students can follow their Bachelor’s programs here, they will get in touch more quickly with Dutch customs like ‘being direct’ and they will be better prepared for working in the business community. A second reason is that we can then deploy top scientists from all across the globe for Bachelor education.” Baaijens emphasizes that the

recruitment of more international students to increase the intake is clearly not a reason. “We have already received a considerably larger number of students and we do not intend to keep growing too fast. That is not an argument for us to switch to English.” Baaijens acknowledges that it is true for most lecturers that they can convey the curriculum better in Dutch, with more nuances. Still, this potential drawback for him does not outweigh the benefits mentioned before. Out of the fifteen Bachelor programs, eight are meanwhile being taught in English and the Bachelor’s program Data Science, which is scheduled to start in September, will also be in English. Applied Physics, Applied Mathematics, Mechanical Engineering and Chemical Engineering and Chemistry are planning to switch by September 2017. Mechanical Engineering will as of academic year 2016 present elective courses and all the Design-Based Learning of years 2 and 3 in English. At Industrial Engineering and Innovation Sciences

‘the discussion is ongoing’ and at Biomedical Engineering and Medical Sciences and Technology they will not be making the switch for the time being.

“English is the language of science” Before long the Department of Chemical Engineering and Chemistry will make a definitive decision to use English as the language of instruction in the Bachelor’s program as of September 1, 2017, dean Jaap Schouten informs us. “Firstly, English is the language of international science, especially of engineering and technology, of course. Our department has a strong international orientation, particularly in research involving a large number of international scientists, among others. Some time ago we switched to English in our Master’s program, which allowed us to focus on the intake of international students. It makes absolute sense subsequently to adopt English as the language of instruction for the whole program, so that international Master students enrolling can follow relevant Bachelor subjects more easily in a possible special program to eliminate deficiencies. Finally, an English-language

Bachelor’s program may help increase the intake in the first year through focused recruitment in countries like England and Germany.” Industrial Engineering and Innovation Sciences has not yet cut the knot. Ingrid Heynderickx, dean at IE&IS: “We realize that the transition to English-language education is desired in due course. You want to offer students an international context because they often need it afterwards in their professional careers and it allows you to select from a larger pool of good lecturers when the program is taught in English. At the same time, expectations are that the Industrial Engineering and Innovation Sciences program will be even bigger as a result of the international intake if we make it fully Englishlanguage, and we wish to keep monitoring the growth of the

program closely enough to enable us to present good, small-scale education.” At Biomedical Engineering and Medical Sciences and Technology they see no reason for now to abandon Dutch, says dean Peter Hilbers. “At this moment there is no such need. Although we have witnessed formidable growth, most students were Dutch. Besides, most lecturers can express themselves better in Dutch, even though their English is quite good. Should you lose quality then for a small group of students? If the Dutch intake dwindles too much due to demographic developments it may be necessary, but that is not at issue now. We do offer subjects entirely in English, for that matter, if international students want to follow Bachelor subjects within their optional courses.”

Working language in companies A frequently heard argument of advocates is that English is widely used in the business community. Lots of TU/e alumni have found jobs at ASML, Philips and Shell. ASML spokeswoman Jojanneke Meewis says that within her company it is ‘absolutely crucial’ for employees to be able to communicate properly in English. “Worldwide we count 97 nationalities among our workforce. On the intranet everything is in English and on the shop floor most people speak English also. When there are only Dutch people attending a meeting, Dutch is spoken occasionally. A good command of Dutch is also of lesser importance than a good command of English. Trainees, too, will mostly communicate in English within our company.” At Shell also most communication is in English, although it depends on the location there. Spokeswoman Jeanette Hamster: “At the Shell Technology Centre in Amsterdam

for instance we have some 45 different nationalities and English is the working language there, both orally and in writing. In Pernis/Moerdijk, where our refinery is located, Dutch is the point of departure. All Shell employees are given ample opportunities during their careers to attend courses or training. An English language course is one of the options available.” Philips spokeswoman Nanda Huizing: “Philips is a global player and consequently English is the working language within the company, orally as well as in writing. A good command of English is of the essence. A good command of Dutch may be important for certain jobs in the Netherlands, particularly when they are focused on the Dutch market.”


18 | Onderzoek

4 februari 2016

Interview | Tom Jeltes Photos | Bart van Overbeeke

Een brein in het klein

Hoe ons brein werkt, is in veel opzichten nog een mysterie. Driedimensionale stukjes hersenweefsel op een chip zouden onderzoek naar hersenaandoeningen als Alzheimer, Parkinson en epilepsie veel eenvoudiger maken. Microtechnologe Regina Luttge werkt daarom aan speciale micro-bioreactoren voor hersencellen, als platform voor een ‘brain-on-a-chip’. Onlangs kreeg ze een Europese Proof of Concept Grant om één van haar vindingen verder uit te werken.

Dat ze van de European Research Council (ERC) een Proof of Concept van anderhalve euroton krijgt, ziet Regina Luttge, universitair hoofddocent in de groep Microsystems (Werktuigbouwkunde), vooral als een erkenning voor de resultaten die ze de afgelopen vier jaar heeft behaald. Met een Starting Grant die ze in 2011 ontving van diezelfde Europese wetenschapsfinancier, zoekt ze naar manieren om stukjes hersenweefsel in een kunstmatige omgeving (in vitro) op te kweken in drie dimensies. Dat zou een doorbraak betekenen, legt ze uit.

1) Left: microbioreactor for 3D cell cultures. Right: microelectrode array for detection of neural activity.

“Neurowetenschappers die werken met in vitro-modellen, zijn nu nog aangewezen op celkweekjes in petrischaaltjes. Dat zijn feitelijk tweedimensionale systemen, van hooguit enkele cellagen dik.” Hoger worden ze niet, doordat de onderste cellagen verstoken blijven van het voedsel dat aan de bovenkant van het schaaltje wordt toegevoegd. Echte hersenen hebben juist een complexe driedimensionale structuur; een plat plakje hersenweefsel in een schaaltje kan daarom moeilijk een optimaal modelsysteem van ons brein worden genoemd.

De kanaaltjes zijn net zo groot als haarvaten

Regina Luttge with student Teun van Nunen.

Luttge, die veel ervaring heeft met het maken van zogeheten microfluïdische systemen - waarin vloeistoffen door microscopische kanaaltjes worden geleid -, realiseerde zich dat deze kanaaltjes ongeveer net zo groot zijn als de haarvaten waardoor zuurstof en voedings­ stoffen naar de cellen in onze organen wordt vervoerd. Ze besloot te proberen een soort microfluïdisch platform te maken waarin cellen kunnen uitgroeien tot echte driedimensionale stukjes weefsel. Ze ontwierp een cilindervormige micro-bioreactor (zie afbeelding 1), met een doorsnede en hoogte van enkele millimeters, waarin de cellen

gevoed worden via een microkanaal langs de omtrek van de cilinder. Het kanaal staat via een speciaal membraan in verbinding met een geleiachtige substantie binnenin de cilinder - de zogeheten scaffold-, waarin de hersencellen kunnen groeien. Ook de binnenste cellen, in het centrum van de cilinder, bevinden zich zo nog dicht genoeg bij de voeding om te overleven; in een cilinder met een grotere doorsnede zou je ook nog kanaaltjes moeten aanbrengen in de scaffold. Maar met zo’n kale micro-bioreactor ben je er nog niet. De essentiële eigenschap van hersencellen is namelijk dat ze met elkaar communiceren met elektrische signaaltjes: dat is de fysiologische basis van ons denken en handelen. Wil je iets kunnen zeggen over, bijvoorbeeld, het effect van een medicijn op de hersenen, dan moet je die elektrische stroompjes kunnen meten. “Neurowetenschappers maken daarvoor al decennia gebruik van zogeheten microelectrode arrays”, legt Luttge uit. “Dat is typisch een raster van zestig of honderdtwintig elektrodes, die je in contact brengt met de onderkant van de cellen in de kweek, en die je met een computer kunt uitlezen.” Een belangrijk nadeel van dit meetsysteem is volgens haar dat de elektroden in het raster verbonden zijn met platte cellen. “Er zijn echter sterke aanwijzingen dat de functie van cellen afhankelijk is van hun morfologie en hun micro-omgeving. Daarom wil je juist aan driedimensionale cellen meten.”

De hersencellen voelen zich thuis in de putjes Om dat probleem op te lossen, fabriceerde Luttge met haar team een siliciumplaatje voorzien van minuscule poriën, gelijkmatig verdeeld over het oppervlak. “De poriën hebben de vorm van een omgekeerde piramide”, legt de Duitse uit. “Ze vormen een soort


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

zeef met putjes die precies de juiste grootte hebben om per putje een enkele hersencel te vangen.” De hersencellen nestelen zich in de putjes en voelen zich daar bijzonder goed thuis, zo blijkt. “De cellen in onze putjes blijven meer dan een week in leven; ze behouden hun natuurlijke, driedimensionale vorm en ontwikkelen uitstulpingen waarmee ze contact proberen te maken met cellen in naburige putjes.” (zie afbeelding 2) Door de putjes te voorzien van elektrodes wordt het mogelijk om de elektrische activiteit van deze ‘gezonde’ cellen te meten, aldus Luttge. “Bovendien kun je, door juist elektrische signaaltjes naar de cellen toe te sturen, in principe op een heel gecontroleerde manier het systeem verstoren, en vervolgens kijken

A miniature brain

The workings of our brain are still a mystery, to a great extent. Three-dimensional pieces of brain tissue on a chip could make research into brain diseases such as Alzheimer’s, Parkinson’s and epilepsy much simpler. That is why micro technologist Regina Luttge is working on special microbioreactors for brain cells, as platforms for a ‘brain-on-a-chip’. Recently she has been awarded a European Proof of Concept Grant in order to elaborate one of her findings further.

hoe het weefsel daarop reageert.” Helaas is het nog niet gelukt om in de micro-bioreactor elektrisch gedrag te observeren in het hersenweefsel, vertelt ze. “Dat kan nog niet met de gekweekte cellijnen die we meestal gebruiken om de opstelling te testen. Voor het meten van elektrische signalen is het gebruikelijk om zogeheten primaire cellen uit rattenhersenen te nemen, en we hebben maar beperkte toegang tot dit soort unieke cellen. Maar zo’n proof-ofprinciple is uiteraard nog wel een doel voordat dit Starting Grantproject in september afloopt.” Luttge is geen neurowetenschapper, zo benadrukt ze meermalen, maar een ingenieur op zoek naar een micro-platform voor onderzoekers die meer willen leren over hoe

het brein functioneert. Ze praat daarom veel met de potentiële gebruikers van haar creaties, om te leren waar haar producten aan moeten voldoen. “Ik heb bijvoorbeeld contact met Albert Aldenkamp, een hoogleraar bij Electrical Engineering die onderzoek doet naar epilepsie. Die is erg geïnteresseerd in ons werk. Elektromagnetische stimulatie van de hersenen heeft een positief effect, maar ze weten nog niet zo goed waaróm. Aldenkamp en zijn collega’s zouden heel graag willen beschikken over een platform waarmee ze heel precies individuele cellen in een neuraal netwerk kunnen stimuleren en die metingen kunnen vergelijken met een nagenoeg identiek controleweefsel. Zo’n platform voor ze maken, dat blijft een uitdaging die ik graag wil oppakken.”

That the European Research Council (ERC) has awarded her a Proof of Concept Grant amounting to 150,000 euros, Regina Luttge, Associate Professor in the Microsystems (Mechanical Engineering) group, regards first and foremost as a recognition of the results she has achieved in the past four years. A Starting Grant which she received in 2011 from the same European science funder has enabled her to search for ways of culturing pieces of brain tissue in an artificial environment (in vitro) in three dimensions. That would signify a breakthrough, she explains.

A flat selection of brain tissue can hardly be an optimal model of our brain “Neuroscientists working with in vitro models at present still have to make do with cell cultures in petri dishes. Those are actually two-dimensional systems, with a thickness of at most a few cell layers.” They cannot grow any higher, as the bottommost cell layers remain devoid of the nutrition that is added at the top of the dish. Real brains in fact have a complex three-dimensional structure; which is precisely why a flat section of brain tissue in a dish can hardly be said to be an optimal model system of our brain. Luttge, who has vast experience in making so-called microfluidic systems - in which fluids are led through microscopic channels -, realized that these channels are about the same size as the capillaries through which oxygen and nutrients are transported to the cells in our organs. She decided to try and construct a kind of microfluidic platform in which cells can grow into genuine three-dimensional pieces of tissue.

2) Scanning Electron Microscopic image of a brain cell in a pit on a silicon plate.

She designed a cylindrical microbioreactor (see figure 1), with a diameter and height of several millimeters, in which the cells are fed via a microchannel along the circumference of the cylinder. Via a special membrane the channel is connected with a gelatinous substance inside the cylinder - the so-called scaffold -, in which the brain cells can grow. In this way even the innermost cells, located in the center of the cylinder, are still close enough to the nutrition to survive; in a cylinder with a greater diameter you would also need to create microchannels in the scaffold itself. In order to be able to measure the electric activity of the brain cells, Luttge and her team manufactured a silicon plate provided with minuscule pores, evenly distributed across the surface. “The pores are in the form of an inverted pyramid”, the German scientist explains. “They form a kind of sieve with pits that have exactly the right size to catch a single brain cell per pit.” The brain cells nestle in the pits and feel very comfortable there, it appears. “The cells in our pits stay alive for more than a week; they retain their natural, three-dimensional shape and develop protuberances by means of which they try to make contact with cells in neighboring pits.” (see figure 2) By putting electrodes into the pits it becomes possible to measure the electric activity of these ‘healthy’ cells, says Luttge. “Moreover, by sending electric signals to the cells, it becomes possible in principle to disturb the system in a quite controlled manner, and subsequently you can see how the tissue reacts to that.”


20 | Onderzoek/Research

4 februari 2016

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Videospel herkent ADHD ADHD-patiënten hebben vaak een problematische perceptie van tijd. Op basis van die observatie maakte de Thaise promovendus Pongpanote Gongsook een videospel voor jonge kinderen, dat die tijdsbeleving ongemerkt meet. In bijna negen van de tien gevallen blijkt het spel, Timo’s Adventure, correct te voorspellen of de speler ADHD heeft. Timo is een robot die van ruimte­ reizen houdt. Op een dag landt hij op aarde, en moet hij op zoek naar brandstof voor zijn raket. Dat doet hij in zes minigames, waarin ongemerkt telkens een ander aspect van tijdsperceptie wordt gemeten door de speler dingen in een bepaalde volgorde te laten doen, dingen te laten onthouden, reactietijd te meten, of te kijken of hij in staat is om geduldig af te wachten tot het juiste moment om te reageren. Ondertussen lopen er allerlei robotjes en andere afleiders door het beeld. “Het idee is dat kinderen met ADHD daar meer last van hebben, dan kinderen zonder die aandoening”, aldus Gongsook.

Een belangrijk voordeel van het spel boven reguliere tests, is dat de kinderen niet eens doorhebben dat ze worden getest, legt hij uit. “Dat betekent dat ze zich ook niet anders gedragen dan normaal; ze spelen gewoon een leuk spel, dat ze bovendien altijd winnen.”

Het spel scoort beter dan de reguliere tests De Thaise promovendus ontwikkelde samen met psychologen van neurologisch centrum Kempenhaeghe het spel voor vier- tot achtjarigen. Om zijn kennis over het ontwerpen van ‘serious games’ bij te spijkeren, bracht hij een jaar door aan de universiteit van Genua. Ook kreeg de informaticus assistentie van een professionele ontwerper. Bij iedere stap in het ontwerpproces moest worden overlegd of die relevant was voor de diagnose, of het paste in het spel, en of het praktisch

Home Stretch Video game recognizes ADHD Patients suffering from ADHD often have a problematic perception of time. Based on that fact, PhD student Pongpanote Gongsook from Thailand made a video game for young children, in which their time perception is measured without them noticing. It turns out that in almost nine out of ten cases, this video game, called Timo’s Adventure, recognizes players with ADHD.

Timo is a robot who likes space travel. One day, he arrives on earth and has to find fuel for his spaceship. His search comprises six mini games that each evaluate an aspect of the player’s perception of time by having them perform actions in a certain order and to remember things, by measuring their reaction time, and by assessing if the player is able to wait patiently until they should act. Meanwhile, various robots and other ‘distractors’ appear on screen. “The idea is that children with ADHD will experience more problems with the distractors than healthy children”, Gongsook says. According to him, an important advantage of the video game over traditional tests, is that the children are unaware of being tested. “That means they will behave like they always would: they simply

Pongpanote Gongsook

te programmeren was. Daarvoor was veel overleg nodig, vertelt Gongsook, waarbij hij de spil was tussen de psychologen en zijn begeleiders bij Industrial Design. “Ik werkte daarom elke week twee dagen bij Kempenhaeghe.” Al dat werk lijkt resultaat te hebben: uit een evaluatie bleek dat Timo’s Adventure in staat is om voor 88 procent van de kinderen correct vast te stellen of hij of zij ADHD heeft of niet - en dat is beter dan de reguliere tests. Opvallend genoeg

blijken de ADHD-kinderen in één van de minispelen, waar het draait om reactietijd, juist beter te presteren dan hun ‘gewone’ leeftijdsgenoten. “Dat roept de vraag op of er niet ook voordelen vastzitten aan ADHD, die je door behandeling mogelijk ook kwijt­ raakt.” Gongsook had met een Erasmus Mundus Doctorate Scholarship slechts drie jaar voor zijn promotie­ project. Hij gelooft dan ook dat er nog veel ruimte voor verbetering

is aan het spel. “Ik denk dat je met wat aanpassingen nog beter de diagnose zou kunnen stellen. Als er vanuit Kempenhaeghe financiering voor zou komen, dan zou ik graag nog met dit project doorgaan. Het zou prachtig zijn als Timo’s Adventure kan worden gebruikt bij de behandeling van ADHDpatiënten.”

Interview | Tom Jeltes Photo | Rien Meulman

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

play a fun game in which they always win at that.” The Thai PhD student developed the video game for children aged four to eight in cooperation with psychologists from the Kempen­ haeghe Center for neurological learning disabilities. In order to improve his knowledge of designing ‘serious games’, he spent a year at the University of Genoa. In addition, the computer scientist received help from a professional designer. Each step in the design process had to be evaluated for its relevance toward a successful diagnosis. How it would fit into the game and whether every design idea could be programmed were other issues that had to be figured out. It obviously required a lot of consultation, Gongsook says, him being the pivotal figure

between the Kempenhaeghe psychologists and his supervisors at the Department of Industrial Design. “That’s why I spent two days a week at Kempenhaeghe, and three at TU/e.”

Children are unaware of being tested But the hard work payed off: an evaluation shows that Timo’s Adventure can be used to diagnose children with ADHD correctly and more adequately than traditional tests. Interestingly, children with ADHD perform better than their ‘healthy’ peers the mini game that

measures their reaction time. “It makes you wonder if ADHD might come with certain benefits that are lost after treatment.” Gongsook was granted a European Erasmus Mundus Doctorate Scholarship for his research project, but that meant he had to finish his project in three years. He thinks the video game could have been better if he was allowed to spend more time on it. “Just a few adaptations could further improve its diagnostic qualities. It would be nice if Kempenhaeghe found the money for me to continue. I think it would be great to see Timo’s Adventure be used for the treatment of ADHD.”


Student | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

University Racing Eindhoven wil terug in de top met URE11 University Racing Eindhoven (URE) borduurt met zijn nieuwste elektrische raceauto, de URE11, bovenal voort op de wagen van vorig jaar. De URE10 was wél radicaal anders dan zijn voorgangers en uit dat concept valt volgens de TU/e-studenten nog heel veel meer te halen dan ze in 2015 konden laten zien. In Gemini-Zuid onthulde het team vorige week het ontwerp van zijn nieuwe auto: de URE11. Met deze auto hopen de Eindhovense studenten zich terug te vechten in de top van de Formula Studentcompetitie. Vorig jaar moesten ze in Duitsland - de grootste race binnen de competitie - genoegen nemen met de negentiende plaats (van de veertig); tijdens de laatste wedstrijd in Spanje werden de Eindhovense studenten achtste. “Er zat dus wel een stijgende lijn in”, aldus teammanager Oscar Meijer. Volgens de Werktuigbouwkunde­ student had het team, na het gereedkomen van de auto begin juli, domweg veel te weinig tijd gehad om zijn bolide te testen. Hierdoor moesten tijdens de eerste wedstrijd bijvoorbeeld nog relatief eenvoudige kinderziektes worden getackeld. “We hebben lang niet alles eruit gehaald wat erin zat, maar ook juryleden zeiden: ‘Dit is een auto die in de top-vijf hoort’.” Het concept van de URE10 was dus goed, “het zou zonde zijn om nu een heel andere auto te gaan bouwen”. Naar aanleiding van de eigen bevindingen en die van de juryleden tijdens verschillende wedstrijden, is het huidige team daarom per onderdeel gaan kijken waar verbeterkansen lagen.

Eén van de wijzigingen schuilt in de inwheel assembly, middels een efficiëntere en lichtere tandwieloverbrenging. “Er komt een speciale coating om de tandwielen, waardoor minder wrijving ontstaat en ze langer meegaan.” Ook verwacht het team per wiel 2,5 kilo aan gewicht te besparen, wat het uiteindelijke gewicht van de auto op 180 kilo brengt. Hierop was de vorige racewagen óók gespecificeerd, “maar bij de productie sloop er uiteindelijk nog zo’n tien kilo in. Daar gaan we dit jaar scherper op letten”. Een andere verandering betreft de bevestiging van de vleugels aan de auto; niet meer aan de ophanging, wat onwenselijke speling opleverde, maar aan het chassis. Verder zijn er lichte wijzigingen in het design van de auto. Zo is de radiateur die op de achterkant van de URE10 zat, weggehaald. In plaats daarvan komen twee radiateurs, weggewerkt onder kappen, aan weerszijden van de wagen. Deze moeten voor meer koeling zorgen en onder meer mogelijk maken dat de wagen de complete 22 kilometer lange endurance-race op vol vermogen kan rijden. De plaatsing van de radiateurs aan de zijkanten heeft consequenties voor de aerodynamica, “daardoor kun je minder downforce halen uit de zijkant van de auto. Dit compenseren we met een net iets andere voorvleugel en achter­ vleugel, zodat de auto aerodynamisch gezien stabiel blijft”.

seizoen maakt dat veel meer van de accu wordt gevraagd dan voorgaande jaren, verduidelijkt Meijer. Hij wijst op het onderdeel autocross binnen de Formula Student, waarbij twee coureurs van hetzelfde team twee keer een zo snel mogelijke tijd mogen proberen te klokken op het circuit. “Onze tweede coureur kon maar één rondje rijden, toen was het batterijpakket te warm geworden en sloot het systeem af.”

Deze competitie is meer dan ‘Spielerei’

De productieplanning van de URE11 is strak: op 1 april moet de auto klaar zijn, drie maanden éérder dan de URE10 vorig jaar. De geplande extra testtijd moet de Eindhovense studenten helpen zich in de top-drie van de competitie te vechten, zo is de ambitie. Die competitie start op 9 juli op het circuit van het Britse Silverstone. Meijer spreekt van een haalbaar streven, al is het volgens hem altijd afwachten waarmee de concurrentie straks aan de start verschijnt. Hij zegt “niks geks” te verwachten, maar wijst op enkele concepten die nog nooit zijn toegepast, waarmee op uiteenlopende vlakken veel winst kan worden geboekt. “Maar het echt góed toepassen daarvan is vaak een meerjarenplan.” URE wil dit seizoen nadrukkelijker

dan ooit het belang van de Formula Student onder de aandacht brengen. Want de competitie is méér dan ‘Spielerei’ voor mannen die van snelheid en spanning houden, beklemtoont de teammanager: “Bijna alle technologieën en systemen die in consumentenauto’s worden toegepast, komen uit de auto- en motorsport, zijn dáár ontwikkeld en getest.” Een grotere Nederlandse vertegenwoordiging naast Eindhoven en Delft gaan dit jaar voor het eerst ook teams uit Arnhem/Nijmegen, Groningen en Den Haag meedoen - kan de algemene beeldvorming zeker ten goede komen, stelt Meijer.

Interview | Monique van de Ven Illustratie | URE

Ook het batterijpakket van de URE11, iets groter en zwaarder dan dat van de URE10, wordt met ventilatoren gekoeld. De switch naar een vierwielaandrijving vorig

University Racing Eindhoven wants to return to the top with URE11

In Gemini-Zuid the team last week revealed the design of its new car: the URE11. This is the car with which the Eindhoven students hope to regain a place in the top of the Formula Student competition. Last year in Germany - the venue of the biggest race in the competition – they had to be content with the nineteenth place (out of forty); during the last race in Spain the Eindhoven students ended in eighth position. “So they were moving upward”, says team manager Oscar Meijer. According to the Mechanical Engineering student the team, after the car had been completed early in July, had simply had far too little time to test its car. As a result, relatively straightforward teething troubles had to be tackled even during the first match. “We never got the most out of it when it was there, but members of the jury also said: ‘This is a car that should be in the top five.”

University Racing Eindhoven (URE) is mostly elaborating on last year’s car with its latest electric racing car, the URE11. The URE10 was in fact radically different from its predecessors and according to the TU/e students there is a great deal more to be had from that concept than they could show in 2015.

The concept of the URE10 was good, then, “it would be a shame to go and build an entirely different car now”. On the basis of its own findings and those of the jury members during various matches, the present team has therefore undertaken the task of checking per component where the opportunities for improvement were to be found.


22 | Zoom in

4 februari 2016

Humans Interviews | Angela Daley Photos | Bart van Overbeeke

Liesbeth Delissen (52), Librarian at IEC

They say imitation is the sincerest form of flattery - which is why I chose to do something a little different this week and pay homage to my one of the most amazing websites out there, Humans of New York. I hope you enjoy this get-to-know-you glimpse at our very own humans on campus. www.humansofnewyork.com

What was the best thing that has ever happened in your life? “Having a little brother was really good. That was even better than having a daughter. (But don’t tell my daughter!) You don’t have the trouble, just all the fun. You don’t have to change diapers or anything. It was just the playing and that was wonderful when you’re a big sister.”

Marjan Reijbroeck (54), hairdresser at TU/e since 15 years

Mark Mietus (47), Innovation Lab, business development Energy

“We never decided to DO have kids. That’s different. Most people don’t ask. I think they think it might be uncomfortable. Because there are some people who’d like to have kids but can’t have them. So many people don’t ask about it. For me, it was never uncomfortable.”

Nina Oosterhaven (23), master’s student Human-Technology Interaction

Where will you be in ten years? “I’m just living in the moment right now.”

“I like to paint. I like to draw. This painting means rest. Just rest. Take a rest in time. That’s very important. A year ago now, I was busy with everything going on. Do I stay here on the campus? Is it possible to stay? Yes, no? Yes, no? And then suddenly I was working and my life was standing still. It was a blackout. It was almost my last customer. I was here, then I was there. And then I couldn’t talk. I couldn’t do anything. I just stopped. It was not that the lights went out. It wasn’t dark. It just all stood still. I couldn’t speak. I couldn’t say anything. I went to the hospital and they thought I had something in my brain. But it was that I was too busy. I was so scared. It was just too much stress. But I didn’t feel that. After that I kicked everyone out. Only my customers can come in. And I started taking lunch. Stopping for lunch. Now I take my rest. You need your rest. Even if it’s just 20 minutes. And now that I’m doing that, I feel very good.”

Marcella Gomez (29), applying for a PhD position at Electrical Engineering

“I like a lot girly hobbies. I took a course to do nail art and to cut hair. And I worked in a bakery, making bread by hand. And I like making jewelry. And that’s something nobody at TU/e knows. It’s something not for my classmates, but only for myself. It makes me feel like I’m a woman - that I’m not just an engineer or a machine. It lets me feel like I also have a life outside engineering. Because otherwise I would only be thinking about theoretical problems and maybe not enjoying other kinds of people. I’d only be with people who are going in the same direction as me professionally but not necessarily entirely share other ideas about life. And I like to meet all kinds of people.”


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

of TU/e Hjalmar Mulders (36), university lecturer at Applied Physics

Pradeep Reddy (25), master’s student at Mechanical Engineering

“I was lying in a hot pool in Iceland and I heard a couple bickering about a physics question. So I floated myself nearby and solved their problem. And then five years later, I was stuck in Australia because an Icelandic volcano - Eyjafjallajökull - erupted and I desperately needed a place to stay. And what do you know? This couple lived in Australia so I moved myself into their house.”

Dutch food? “Dutch food? More healthy, less tasteful.”

Haoying Cheng, master’s student Innovation Science

Sebastiaan Hooijschuur (21), bachelor’s student Industrial Engineering, board member of Industria

“How old are you?” “Um, can I keep that a secret?”

“Can I ask what’s on your neck?” “Naaaaahhh. That’s from last night. From my girlfriend.”

Jacques Korten (55), Merge Healthcare, located on the TU/e campus

“I sing in a choir and we had this big event going on and there was really a lot of people looking at us. Over 1,000 people. And the applause was very, very, very rewarding.”

Shyam Chickkarasampalayam Jayakrishnan (29), PDEng student at Industrial Design

“I didn’t really do anything stupid until I moved to the Netherlands. I’ve done many things in the last year but one thing I did was call a friend of mine fat. I said it to a girl. I was being totally honest, like being Dutch honest. I would’ve never done that before. And I didn’t just say it to one. Actually, I told three women they’re too fat. I didn’t realize that what I was saying wasn’t really appropriate. I feel like the cognitive processes that tell me what to say were more precise back home. Somehow it went away when I moved here. I think people make a joke of everything over here. If someone is going through a divorce, people are making fun of it. If someone’s going through a painful situation, they’ll make fun of it. It’s like everything is fun and it’s okay to say things. But I did make a mistake. That was the point that I realized that I’ve changed a lot. I came here for cultural exploration. I wanted to get myself immersed into a different culture. I know I’m doing some sort of an experiment. And I guess casualties are also a part of that experiment. In the process of this personal evolution, I guess this is the one casualty I’ve had.”


Overal waar dagelijks in groten getale mensen komen, raken dingen kwijt. Zo ook aan de TU/e. Cursor speurt de hokken en portiersloges af waar deze kwijtgeraakte spullen terechtkomen. We zijn vooral benieuwd naar het verhaal achter deze eenzame kwijtgeraakte wezen, maar hey: we zijn de beroerdste niet. Als rechtmatige eigenaren hun eigendommen herkennen, zorgen wij ervoor dat je het terugkrijgt. Tips? Mail naar cursor@tue.nl

Waar gevonden: Portiersloge Gemini Wat is het: Draak/krokodil Waarom: Of ‘n draak van ’n krokodil. It’s rather safe to say dat het een carnavalspak is, en komt dat nu goed uit, want komend weekend barst dat los beneden de rivieren. Dus, als je geen inspiratie hebt of krap bij kas zit: komt halen dit pak daar. Maar waarom ligt dit daar? Twijfelde je of dit wel de juiste outfit was en dacht je op het laatst: neeeee, toch maar niet. Of kwam je in dit pak aan op de TU/e, maar je had wel die afspraak met je afstudeerbegeleider dus keilde je ‘m maar weg? Of je vierde carnaval in je studieverenigingshok en daarna weet je het niet meer, want je was: stomdronken, lazarus, strontbezopen, ladderzat, helemaal kachel, beneveld, te diep in het glaasje gekeken hebbende, zwaar aangeschoten, beschonken, lam, in de olie, in de lorum, teut, laveloos, ver weg blauw, bepimpeld, in de olie, wappie, dronkoe, stuk in de kraag hebbende, teut, tipsy, straal, oftewel: onder invloed. Van drank ja, maar ook van carnaval, da’s een subtiel verschil.

Dream and Dare

In 2016, TU/e celebrates its 60th anniversary. Sixty years of dreams big and small, and challenges for staff and students present and past. This Cursor item ties in with the Dream and Dare anniversary theme, and asks TU/e folk to challenge themselves and others with exciting assignments.

Cosmos Whether it’s the living room on the ground floor of MetaForum, good times and bad, experiences, food: Cosmos prides itself on the fact they have room to share. No wonder the international study association’s monthly Potluck Dinner on Fridays is themed Sharing is Caring. All guests prepare dishes that are typical of their home countries and share them with the people at their tables. The latest potluck - a night of much-needed relaxation after weeks of exam stress, according to Cosmos chairman David Chen - featured something else, too: a dare from Cursor. The Cosmos Board had picked a dare from the list prior to the night: ‘Write a poem about 60 years of TU/e of exactly sixty words and have it recited by a TC (TU/e celebrity)’. All guests were asked to jot down a line or two about the university anniversary. “That way everyone had a chance to contribute, drawing from their own experiences, so it wouldn’t reflect the thoughts of the board exclusively”, David says. Now, we don’t know what happens during these potluck dinners in the Common Room on Friday nights when we’’re not there, but the first draft included ‘murder’, ‘just lick it off’ and ‘fun on a bun’. Nevertheless, after strict selection, writing, counting and erasing, the fifth Cosmos Board that had to make sense out of it all managed to create a wonderfully versed dessert. A “piece of art”, as David put it unabashedly. ‘Rainy days bring you to the Common Room, where awesome people help you escape gloom. When you go to the sports center, scan your card before you enter. We all know Paviljoen is a maze, getting out could take days. On the bright side, Flux has Spar, along with 2 exquisite bars. All Cosmos wants to say TU/e, Happy Birthday!”

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis

Poem: check. TU/e’s birthday? Check. Sixty words: check. Time to find a TU/e celebrity. Getting Jan Mengelers to recite the poem seemed a little too ambitious on such short notice. But wait, isn’t there an even brighter star at the international TU/e sky? We’re referring to Willem van Hoorn, policy consultant of internationalization and “the go-to person for most TU/ newbies. He’s invaluable for the international community and is one of few people who actually stay in the picture and involved after first contact”, David says, praising him even more. “It’s an honor having him read our poem.” Want to hear Van Horn’s recital? Check https://youtu.be/w5PuSC-_L_o Cosmos nominates student theater club Doppio to take on the next dare in our series.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.