Cursor 3 - jaargang / year 58

Page 1

3 1 October 2015 | year 58

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

6 | De kick en de flow TU/e students find pure bliss at the top of the mountain

3

Maaike Kroon verlaat de TU/e

‘Science talent 2015’ leaves for Abu Dhabi

12

Eindhovense nieuwe(n)

How are our new students coping?

18

De vinger op de zere plek

Pressure sores don’t take instruments of torture

22

When home is where your heart is

What to do when you are homesick?


2 | Vooraf

CURTOON

1 oktober 2015

Colofon

De Diederikjes van VW

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven

Medewerkers Angela Daley Tiny Poppe

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Vier jaar geleden liep in Tilburg sociaal psycholoog Diederik Stapel tegen de lamp. Hij had stevig gesjoemeld met zijn onderzoeksresultaten en ze soms volledig uit de duim gezogen. De complete academische gemeenschap viel over hem heen en zijn vakgebied liep zware averij op. Hadden zijn vakbroeders en -zusters al de mooie resultaten überhaupt wel eens gecheckt?

Coverbeeld

De afgelopen twee weken zakte autofabrikant VW krakend door de assen. Alle mooie beloftes over schone en innovatieve diesel­ motoren bleken gestoeld te zijn op gemanipuleer met software. De onthulling kwam uit de VS, maar in Europa bleek al veel bekend te zijn over deze stinkende praktijken. Ik vroeg me af of hier ook een taak ligt bij de wetenschappers die hier onderzoek naar doen. Philip de Goey, onze hoogleraar verbrandings­ technologie, zegt hard te werken

aan toekomstige verbrandings­ concepten, waarbij emissies lager zijn en het rendement hoger. Zijn groep is geen TNO, dus doet ook geen metingen naar de uitstoot van stikstofoxiden en roet, inclusief de nabehandelingstechnieken die fabrikanten vaak toepassen. Met dat laatste doelt hij niet op de sjoemelsoftware, neem ik aan. Toch vraag ik me af of de academische wereld niet kritischer moet kijken naar al die prachtige resultaten die het bedrijfsleven ons vaak voor-

Han Koning s

spiegelt. De banden tussen de universiteit en dat bedrijfsleven worden namelijk steeds hechter. Blijft het kritisch vermogen van de onderzoeker dan nog steeds sjoemelbestendig?

Dylan Connole

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Annemarie van Limpt Benjamin Ruijsenaars

Clmn

Het Stufi-effect

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Op 24 september visten sjaarzen achter het net: de nieuwe lichting eerstejaars ontving geen studiefinanciering meer (stufi voor vrienden). Volgens menig leenstelsel-profeet (lees: student of SP/CDA-lid) zou studeren daardoor onbetaalbaar worden. Het Limbopad zou worden kapotgetrapt door boys uit Baarn met gouden Rolexen, overschaduwd door chicks uit Chaam met wapperende Oilily-sjaaltjes en vervuild met Björn Borgs die boven laaghangende broeken uittorenen. Of zou dat laatste gewoon bij de leeftijd horen? Hoe dan ook, de voorspellingen van leenstelsel-profeten, experts en AstroTV-kijkers liepen uitéén. Soms zou één op tien studenten niet meer gaan studeren, soms maarliefst één of vijf. Soms zou het studentenleven verdwijnen, soms slechts de bierconsumptie. Soms zou er niks gebeuren, soms dreigde een voorzitter van een actiecomité: “Ze maken een gigantische fout, daar komen ze nog wel achter.” Hoe profetisch waren al die voorspellingen? De eerste instroomcijfers geven aan dat de instroom op het wo nagenoeg gelijk is gebleven, op de TU/e zelfs toegenomen met zo’n 10 procent. Ook het studentenleven is

niet weggevaagd, aangezien de ledenaantallen van studenten­ verenigingen stabiel zijn gebleven. Komt dat door het leenstelsel? Nee, dat is ondanks het leenstelsel, stupid! Alain Starke , De kamer van verenigingen, net Human-Tec promovendus bij hnology In teraction als het E.S.C. en Demos, waren er namelijk als de kippen bij om te vertellen wat voor verschil hun inspanningen hebben gemaakt. Alle feuten zijn per-fect voorgelicht over de serieuze kant van het studentenleven. Dat heeft ‘het negatieve effect’ van de invoering van het leenstel natuurlijk ongedaan gemaakt. Zo zijn er nog tientallen verklaringen mogelijk en zijn we terug bij af: we hebben aantallen, maar moeten nog als Lingo-deelnemers raden hoe die tot stand komen. En die 7 tot 10 procent daling van de hbo-instroom dan? Leenstelsel, duh! 10 procent toename op de TU? Eh, haar uitstraling, harde werk en voorlichters compenseerden het leenstel, wellicht? Het is not done om te beweren dat het leenstelsel geen effect heeft. Maar, ik doe het toch: het maakt geen klap uit voor de instroom. Dat is mijn voorspelling.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Science talent Kroon to transfer to Abu Dhabi Professor of Separations Technology Maaike Kroon, who was awarded the title New Scientist Science Talent of the Year last week, will be ending her career as full-time professor at TU/e on December 1. She will continue at the Petroleum Institute in Abu Dhabi (UAE). Kroon will remain affiliated with TU/e to supervise four of her PhD candidates until January 2017. Four other PhD students will be assigned to her colleagues, and one of them will join Kroon in Abu Dhabi.

TU/e-team wint prijs Best Innovation in Measurement iGEM Het iGEM-team van de TU/e heeft maandag 28 september de Best Innovation in Measurement Special Prize gewonnen. Tijdens de ‘Giant Jamboree’ in het Amerikaanse Boston liet het Eindhovense studententeam in deze categorie zo’n tweehonderd ‘undergraduate’ teams achter zich. Daarnaast verdiende het team nominaties voor de prijzen voor Best New Application en Best Education & Public Engagement.

Sharing real-time information could save the transport sector billions A European research project led by TU/e makes real-time information available for the whole transport chain for the first time. The new software platform, which is being presented on 1 October, enables a flexible response to unforeseen circumstances, making transport faster, more environmentally friendly and cheaper each year by many billions. The researchers are confident that the total fuel consumption in the EU can be reduced by some 2 billion liters and CO2 emissions cut by 6.5 million annually by improving the use of environmentallyfriendly means of transport and cutting the number of ‘empty’ trucks on the road.

of goods, how busy the road is, the weather conditions and more. This kind of information is currently lacking and planning is made in advance.

This ‘GET Service platform’ makes real-time information available for every transporter, about the location

Het team ontwierp een biosensor op basis van eiwitten die ze aanbrachten in de bacterie E. coli. De basis wordt gevormd door speciale eiwitten die worden ingebracht in het buitenmembraan - de ‘huid’ - van de bacterie. Aan deze membraaneiwitten kunnen vervolgens allerlei moleculen worden ‘vastgeklikt’, al naar gelang de gewenste toepassing.

De wereld rond met Pulse STORM Eindhoven onthult donderdagavond 1 oktober zijn elektrische toermotorfiets: Pulse. In 2016 gaat het 27-koppige team hiermee op wereldreis, goed voor 26.000 kilometer. Topsnelheid van de 340 kilo zware motor is 160 kilometer per uur; de range bedraagt 380 kilometer bij een compleet accupakket van 24 cartridges.

Around the world with Pulse On Thursday evening, October 1, STORM Eindhoven will be releasing its electrical motorbike Pulse. In 2016, the team of 27 will take it around the world on a 26,000-kilometer trip. The motorcycle weighs in at 340 kilograms has a top speed of 160 km/h. Carrying a complete battery pack (24 cartridges), its range is 340 kilometers. Photo | Bart van Overbeeke

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en

TU/e to start student biosensor competition TU/e honors students are to organize a new international student compe­tition, SensUs, for which competing teams must develop a biosensor. SensUs is a project of the Molecular Health Sensors Challenge honors track, supervised by Professor Menno Prins. Teams are required to develop a biosensor that is able to detect a specific biomarker (a molecule that contains information about diseases or health) in blood, urine, or saliva, for example. Which biomarker the teams will be searching for exactly, and where, won’t be revealed until January 4: only then will the biosensors specs be made available to the teams. The competition finale will be held in Eindhoven on September 9 and 10, 2016.


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN SAI | Invitation diploma award ceremony SAI 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute (SAI) invites you to the diploma award ceremonies for the User System Interaction program on Friday 2 October 2015 and the Process and Product Design on Thursday 15 October 2015. During the ceremonies the design engineers will receive their diploma, a Professional Doctorate in Engineering (PDEng) degree. The festive presentation of diplomas will take place in the Blauwe Zaal in the Auditorium at Eindhoven University of Technology at 15:00 hrs. The presentation will conclude with a reception. Centraal Stembureau | Verkiezingen TU/e 2015 Dit jaar vinden de ‘integrale verkiezingen’ plaats voor zowel de verkiezing van de geleding studenten van de Universiteitsraad en de Faculteitsraden, als voor de verkiezing van de geleding personeel van de Universiteitsraad, de Faculteitsraden en de Dienstraad. Deze verkiezingen geschieden voor beide geledingen door middel van elektronisch stemmen.

Op maandag 5 oktober t/m woensdag 7 oktober 2015 liggen de kiezersregisters ter inzage, zowel schriftelijk (in MF 3.072 van 9:00 tot 12:00 en van 14:00 tot 17:00) als elektronisch. Kiesgerechtigden zullen hierover een e-mailbericht ontvangen. Met de daarin opgenomen link wordt hen bovendien de mogelijkheid geboden (via internet) kennis te nemen van de voor hen van toepassing zijnde gegevens zoals deze zijn opgenomen in het kiezersregister. Gedurende genoemde periode bestaat ook de mogelijkheid om verzoeken tot verbetering in te dienen. De termijn van de kandidaatstelling is vastgesteld op dinsdag 20 oktober t/m donderdag 22 oktober 2015. Het elektronisch stemmen vindt plaats op dinsdag 1 december en woensdag 2 december 2015. De stemmodule staat gedurende deze periode continu open, van 00:00 uur op de eerste dag tot 24:00 uur op de tweede dag (Nederlandse tijd). Voor meer informatie: intranet.tue.nl/verkiezingen Elections TU/e 2015 This year elections will be held for the student sections of the University Council and the Department Councils and also for the section of the staff members, elections will be held for

1 oktober 2015

For further information: intranet.tue.nl/elections

UNIVERSITEITSBERICHTEN

the University Council, the Department Councils and the Services Council. These elections will take place by means of electronic voting. On Monday 5 October thru Wednesday 7 October 2015 the electoral register is available for inspection in written (in MF 3.072 from 9:00 to 12:00 and from 14:00 to 17:00 hours) or electronic. Electors will receive an e-mail about this. With the included links they are provided the opportunity (via the Internet) to take note of the details that apply to them as they are included in the electoral register. During that period it is also possible to submit enhancement requests. The period of nomination has been set for Tuesday 20 October thru Thursday 22 October 2015. Electronic voting will take place on Tuesday 1 December and Wednesday 2 December 2015 and is continuously available, during the first day from 00:00 until 24:00 on the second day (Dutch time).

Schrijf je in vóór 30 oktober op www.techniekbedrijven.nl

Advertenties

13 november Beurs-WTC Rotterdam

Het landelijk carrière evenement voor de techniek- en bètastudent

MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 1 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. P.A.J. Donkers (TN) Promotor: prof.dr.ir. O.C.G. Adan Titel proefschrift: “Experimental study on thermochemical heat storage materials” Maandag 5 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie J.V. Fletcher MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Mechanistic Pathways of the High Temperature Fischer-Tropsch Synthesis” Woensdag 7 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie Y. Xu MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Titel proefschrift: “Granular media as a fluid - granular cratering and viscosity” Woensdag 7 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie T. Leonova MSc PDEng (W&I) Promotor: prof.dr. M.G.J. van den Brand Titel proefschrift: “Film Blowing Modeling to Enhance Film Property Prediction” Donderdag 8 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Tetteroo MSc PDEng (ID) Promotor: prof.dr. P. Markopoulos Titel proefschrift: “End-User Adaptable Rehabilitation Technology” Donderdag 8 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. L.L.C. Olijve (ST) Promotor: prof.dr. E.W. Meijer Titel proefschrift: “Freeze tolerant soft matter” Maandag 12 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie A. Sarkar MSc (TN) Promotoren: prof.dr. J.D.R. Harting en prof.dr. A.A. Darhuber Titel proefschrift: “Quantification for micromixing using the lattice Boltzmann method” Maandag 12 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie Y. Cui MSc (TN) Promotor: prof.dr. E.P.A.M. Bakkers Titel proefschrift: “High-efficiency Nanowire Solar Cells” Dinsdag 13 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie R. Yu MSc (B) Promotor: prof.dr.ir. H.J.H. Brouwers Titel proefschrift: “Development of sustainable protective ultra-high performance fibre reinforced concrete (UHPFRC) Design, assessment and modeling”

ZES

Woensdag 14 oktober, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. O.R. van der Meulen (B) Promotoren: prof.ir. F. Soetens en prof.ir. H.H. Snijder Titel proefschrift: “Local buckling of aluminium beams in fire conditions” Woensdag 14 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie A.C.H. Pape MSc (BMT) Promotor: prof.dr. E.W. Meijer Titel proefschrift: “Ureidopyrimidinone-based Supramolecular Networks for Biomedical Applications”

STUDENT GO Green Office | Vacancy Sustainability Change Agent The GO Green Office is the platform where students and employees with fresh minds shape innovative sustainable ideas and launch projects, all with the objective to stimulate TU/e’s sustainable development, and we are now officially hiring students! Are you passionate about Sustainability? Do you see opportunities to make our Eindhoven University of Technology more sustainable? Do you want to co-create the City of Tomorrow? Are you able to inspire, engage and empower both staff and students at the TU/e to act? Join the team! www.tue.nl/gogreenoffice

DIVERSEN Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Innovatiechallenge: bedenk een gezonde stad Het ministerie van Infrastructuur en Milieu start met een Innovatie­ challenge om het leven in de stad gezonder en aangenamer te maken. Tot 30 oktober 2015 kunnen univer­si­ teiten, hogescholen, ondernemers en maatschappelijke organisaties hun slimme ideeën hiervoor aandragen. Dat kunnen nieuwe manieren zijn voor het schoner en stiller verplaatsen van goederen en mensen in de stad. Andere ideeën kunnen richten op een betere luchtkwaliteit of minder geluidsoverlast. Uit alle inzendingen worden de zes meest vernieuwende ideeën onder de aandacht gebracht. Daarbij krijgen drie inzenders uiteindelijk een geldbedrag van maximaal tien- tot vijftienduizend euro om de ideeën verder uit te werken. www.rijksoverheid.nl/doe-mee/ lopende-projecten/innovatiechallenge-slimme-en-gezonde-stad Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studenten slaan brug tussen online en offline shoppen

TU/e voted best Dutch university of technology

Een brug tussen online en offline winkelen: die hopen vier TU/estudenten te slaan met Findur. Via deze app kun je struinen door het kleding- en schoenenaanbod van honderden winkels, checken welke filialen in de buurt dat ene mooie bloesje in jouw maat op voorraad hebben, items eventueel tijdelijk laten achterhouden, om ze vervolgens in de winkel te gaan passen. Op het moment zijn zes winkelketens, samen goed voor circa vijfhonderd filialen, bij Findur aangehaakt: Dolcis, Chasin’, Invito, Scapino, Score en Pro Shoes. De app heeft daarmee nu zo’n tweeduizend artikelen in de digitale schappen, maar dit aanbod moet snel groeien. De studenten zijn met verschillende andere retailers in gesprek, waaronder Didi, Superstar en Steps.

TU/e is the best university of technology in the Netherlands according to the weekly magazine Elsevier in its annual publication of Best Studies. Not only that, but TU/e is also the favorite of professors and associate professors, 57% of whom agree that Eindhoven has the most top studies. In addition, Eindhoven students (54.5%) are, after Wageningen University (78.9%), the most satisfied with their own university. Four of the seven technology studies reviewed at TU/e were

Wibi Soerjadi speelt op afscheidsconcert dirigent Auletes

Jos Schroevers, dirigent van TU/e’s harmonieorkest Auletes, neemt op 18 december afscheid met een concert in Muziekgebouw Eindhoven waarbij pianist Wibi Soerjadi solist zal zijn. Op het programma staan Rachmaninovs tweede pianoconcert en een bewerking van Rachmaninovs symfonische dans. Schroevers verlaat Auletes na zeven jaar.

of Bachelor and Master studies, level of lecturers and scientific publications.

Schroevers gaat zijn dirigentencarrière verder ontwikkelen in de professionele wereld. Er staan al losse projecten in zijn agenda bij het Nationaal Jeugd Orkest en philharmonie zuidnederland.

TU/e assigns sports professor TU/e has appointed Dr. Steven Vos part-time professor in the new ‘Design & Analysis of Intelligent Systems for Leisure Time Sports & Vitality’ chair whose focus is to promote public health by offering predominantly less experienced sportsman new, smart resources to stay healthy and exercise in a healthy way. One of the keys to this is our ability to derive knowledge from the ever growing stream of data

designated ‘top study’. In other words, a study ranked first by professors and associate professors in the Elsevier Faculty Rating (EFR). The studies that excel in Eindhoven are Computer Science and Engineering, Chemical Engineering, Industrial Engineering and Management Sciences, and Applied Mathematics. The assessment considers the qualitative mix

that are becoming available via smartphones and apps, for example, about our sport and exercise behavior. The new professor, Steven Vos (1976), has been a lecturer at the ‘Move to Be’ lectorate at Fontys Sports College in Eindhoven since 2012. In addition, he is a researcher in the Sport & Movement policy research group at the KU Leuven.

LoL-toernooi als kickoff voor nieuwe studenten­ sportvereniging De TU/e is een sportvereniging rijker. Studenten die in competitieverband willen gaan gamen, kunnen vanaf nu terecht bij de Eindhovense Studenten eSport Vereniging Zephyr. De zes oprichters hopen hiermee het imago van gamers te verbeteren. Als kick-off organiseren ze een League of Legends-toernooi in november, de finale is in het Gaslab. Zephyr kreeg onderdak in het gebouw op sportpark De Hondsheuvels, waar twintig studenten terecht kunnen met hun eigen computer.

De mens achter het nieuws

Interview | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke

De nieuwe leerstoel ‘Design & Analysis of Intelligent Systems for Leisure Time Sports & Vitality’ is voor de Vlaming Steven Vos. Hij zal zich (bij Industrial Design) bezighouden met het bevorderen van de volksgezondheid door het aanbieden van nieuwe slimme hulpmiddelen (zoals apps) aan minder geoefende sporters. We spreken hem per telefoon als hij van zijn Belgische woonplaats naar Eindhoven rijdt.

Welke sport doet u zelf?

Sporthoogleraar Steven Vos

“Ik ben fanatiek op mijn niveau”

“Ha, momenteel ben ik herstellende van een achillespeesblessure. Maar ik probeer te lopen en te fietsen en dat te combineren in een duathlon. Ik loop daarvoor gemiddeld 40 kilometer in de week en ik fiets ongeveer 150 tot 200 kilometer per week als training. Ik ben fanatiek op mijn niveau. En mijn niveau ligt in de ‘achterste regionen’, zeg ik altijd.”

Tweehonderd kilometer fietsen kost heel veel tijd. Waar haalt u die tijd vandaan? “Ik ben elke dag laat thuis. Daarom fiets ik veel op een indoor fietstrainer. En ik slaag erin om dat te combineren met het kijken naar televisie en af en toe ook het lezen van stukken voor mijn werk. Iedereen moet zoeken naar wat hem drijft en wat mogelijk is. En daar wil ik juist met mijn onderzoek bij helpen. Ik vind dat we meer rekening moeten houden met het dagpatroon van de sporter.”

Hoe weet een app of iemand een zware dag heeft gehad? “We kunnen meerdere databronnen tegelijk gebruiken, bijvoorbeeld agenda’s en beweegpatroon. Het is niet prettig als je op een fout moment een aansporing krijgt. Neem mezelf nu op dit moment. Ik draag een smartwatch die gericht is op sport. Ik zit nu bijna een uur in de auto en krijg de suggestie dat ik wat moet gaan bewegen. Het uurwerk zou mij onderhand moeten kennen. De techniek maakt het mogelijk. Door Industrial Design, elektrotechniek, gedrags­ wetenschappen en bewegingswetenschappen te combineren kunnen we slimme hulpmiddelen ontwerpen.”

Kent u de topsporters van de TU/e en het Studentensportcentrum? “Helaas moet ik bekennen dat ik de topsporters nog niet ken. Mijn onderzoek richt zich trouwens niet op topsport, integendeel. Ik ken het studentensportcentrum en directeur Wim Koch wel. Ik werk al drie jaar samen, onder andere bij de Eindhovense marathon. Dan doen we onderzoek om de lopers beter te begrijpen en maken beeldanalyses om de loophouding te bestuderen.”

U bent onderzoeker aan de KU Leuven, aan de TU/e en bij Fontys Sporthogeschool in Eindhoven. Waar zou u het liefst als student rondlopen? “Ik zie overal de kracht en ik durf echt niet te kiezen. Ik ben een sociaal psycholoog die per toeval in de sportsector terecht is gekomen. Nu rol ik in de technische hoek en ik vind de combinatie boeiend.”


6 | Gelinkt

1 oktober 2015

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n dertienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds een aantal van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Camiel Beeren liep al van jongs af aan tijdens vakanties naar het hoogste topje van de berg om van het uitzicht te genieten. Pieter van Loon raakte op zijn tiende verslingerd aan het sportklimmen. Camiel loopt en klimt als alpinist vooral op ijs en sneeuw, Pieter gaat de strijd aan met de rotswand. Een gesprek over de zware fysieke en mentale inspanning, het ultieme geluk op de top en de flow tijdens de klim, de mooie landschappen en de rust. Sinds Pieter van Loon (19), eerstejaars student Bouwkunde, op een kinderfeestje in aanraking kwam met klimmen is hij zes tot tien uur per week te vinden in de klimhal en kijkt hij zo vaak mogelijk tegen een verticale of overhangende rotswand aan in hoge klimgebieden. “Het doel is om zonder hulpmiddelen boven te komen, hoewel je altijd gezekerd bent aan een touw. De routes zijn van te voren duidelijk afgebakend en hebben een bepaalde moeilijk­ heidsgraad. Het is een grote fysieke uitdaging om een route van twintig, dertig meter omhoog af te leggen op eigen kracht.” Camiel Beeren (23), masterstudent Innovation Management en office manager bij Tech United, is net terug van een week klimmen in de Zwitserse Alpen voor de stichting ‘Naar de Top voor KiKa’ (Stichting Kinderen Kankervrij). “We genieten met een hechte groep van prachtige tochten in de Alpen en tegelijkertijd zamelen we geld in voor het onderzoek naar kinderkanker. Ik ben geen

arts of onderzoeker dus het enige wat ik kan doen, is mijn eigen gezonde en fitte lichaam inzetten en al klimmend mijn bijdrage te leveren.”

“Bovenop een berg staan, da’s ultiem geluk” Bij hem ontvlamde het vuurtje voor de bergsport tijdens vakanties in zijn jeugd. Hij herinnert zich de eerste keer dat hij van zijn ouders - op zijn zestiende - in Noorwegen alleen de berg op mocht. “Ik had me compleet vergist, deed er in plaats van de verwachte twee uur zeven uur over om de berg op en af te gaan. Ik had geen eten en drinken bij me, geen bereik met mijn telefoon en mijn ouders waren heel erg ongerust, maar ik vond het fantastisch daar bovenop de berg. Je hoort helemaal niks, je komt geen mensen tegen en het uitzicht is geweldig. Ultiem geluk. Het is een geweldige beloning voor al je fysieke en mentale inspanningen.”

Het ultieme geluk op “Maar hoogte zegt niets over de moeilijkheidsgraad van een klim. Die berg loop je, als je een goede conditie hebt, vrij gemakkelijk op. Maar als alpinist zit je aan anderen vast met touwen en loop je op grote hoogte met stijgijzers in sneeuw en ijs. Dat is technisch veel moeilijker en gevaarlijker ook. ” Deze zomer deed hij een - vanwege het warme weer mislukte - poging de Mont Blanc te beklimmen. “Het was veel te warm. De permafrost begon zelfs te smelten en dan kan de sneeuw gaan schuiven. Ook kunnen de sneeuwbruggen die normaal over de gletsjerspleten liggen instorten. Rotsblokken die normaal vastgevroren zijn, kunnen naar beneden komen. Omdat het veel te gevaarlijk was, zijn we uitgeweken naar Mont Blanc du Tacul (4.248m, red.).”

De klimwereld is heel relaxed Pieter verbleef de eerste helft van het afgelopen jaar in Geyikbairi (Turkije), Fontainebleau en in Céüse (beide Frankrijk). “De klimwereld is heel relaxed. Ik ging er in mijn eentje naartoe en binnen de kortste keren maakte ik vrienden. Je zit samen op een camping, je klimt en je leeft samen. Mijn sportklimniveau heb ik daar goed kunnen verkennen en ik heb een heel fijne tijd gehad.”

Pieter ziet de uitdaging in de compe­titie met zichzelf als een van de aantrekkelijkste kanten van de klimsport. “Je bent constant je eigen kracht en inzicht aan het testen en je probeert jezelf steeds te overwinnen. Een heel moeilijke route gaat bijna nooit in een keer goed. Je moet steeds kijken waar je je kunt vasthouden. Dat is een hele puzzel en vereist inzicht waar haalbare mogelijkheden zijn om me vast te houden. Maar eenmaal in een flow ben ik alleen maar aan het klimmen, verder niets. Dat is geweldig.” Camiel heeft vooral een goede conditie en een geacclimatiseerd

Pieter van Loon

Naast vele bergtochten in diverse landen in Europa beklom hij met een vriend samen in 2013 de Kilimanjaro, met 5.895 meter zijn hoogste berg tot nu toe.

Pure bliss at the top, flow during the climb When he was a young boy, Camiel Beeren always used to walk up to the top of the mountain to enjoy the view. Pieter van Loon got hooked on professional climbing when he was ten years old. Being an alpinist, Camiel climbs ice and snow mostly, whereas Pieter battles cliffs. Ever since Built Environment freshman Pieter van Loon (19) became acquainted with climbing at a kids’ party, he can be found at the boulder gym six to ten hours a week. Apart from that, he tries to climb vertical or overhanging cliffs in mountainous areas as often as possible as well. “The idea is to reach the top without using any tools, although you’re always secured. It’s a great challenge


Linked | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

de top en de flow tijdens de klim lichaam nodig om de tien tot twaalf uren die een tocht in de bergen gemiddeld duurt te kunnen volbrengen. “Het is altijd maar afwachten hoe je lichaam op de hoogte reageert. Tot 3.000-3.500 meter valt het wel mee, maar boven de 4.000 meter speelt dat wel. Op de Mont Blanc kreeg ik last van een verhoogde hartslag, gebrek aan eetlust en wat hoofdpijn door de geringe acclimatisatie. Gelukkig gingen de klachten snel over.”

grip. Ook kun je daardoor vinger­ blessures oplopen of je gaat te gehaast klimmen en bestaat de kans dat je je zekeringen niet goed doet. Bij hoge temperaturen klim ik ook liever niet.”

Bij Pieter speelt hoogteziekte geen rol omdat zijn klimgebieden zich nooit boven de 2.000 meter bevinden, maar regen heeft wel grote invloed. “Dan is de rots nat en heb je geen

Beiden zijn voor hun veiligheid van zichzelf, maar ook van anderen afhankelijk. Pieter: “Ik ben gezekerd aan mijn partner op de grond. Het touw dat ons verbindt maak ik om

“Je moet elkaar kunnen vertrouwen”

de 2/3 meter vast aan een haak. Zo kan ik me concentreren op de rots zelf en ben ik niet zozeer bezig met veiligheidstechnieken.” Maar ondanks alle veiligheids­ maatregelen is er altijd een risico verbonden aan het klimmen. “Als je drie meter boven je haak staat en er gaat iets mis, dan kun je zes meter vallen, op een richel bijvoorbeeld.” Camiel: “Toen ik op de Aiguille d’Entrèves stond, dacht ik: “Als ik nu val, kunnen de andere twee waarmee ik aan het touw vastzit, me nooit houden en dan zijn we allemaal verloren. Natuurlijk bouwt de gids, die voorop loopt, zoveel mogelijk zekerheden in door het touw om een rots te slaan of

ergens aan vast te maken. Maar al val je maar 5 meter, ook dan ben je gewond. Je moet elkaar kunnen vertrouwen en de veiligheidsregels goed opvolgen.”

zaterdag 18 april 2016 wordt gehouden. “Maar op de langere termijn wil ik graag de Alpen in, want ik snap de kick die Camiel krijgt heel goed.”

Camiel focust de komende paar jaren op het beklimmen van een uitdagende Alpentop, bijvoorbeeld de Matterhorn. “Deze icoon van een berg is technisch heel moeilijk, maar die moet elke bergsporter wel gedaan hebben. Maar om dat te realiseren, moet ik nog veel dergelijke tochten maken. Het is de vraag of dat qua geld en tijd haalbaar is.” Pieter stelt deelname aan het Nederlands Studenten Klim Kampioenschap tot doel dat op

Text | Tiny Poppe Photos | Dylan Connole and Camiel Beeren

Camiel Beeren

TU/e: a home away from home for about thirteen thousands of employees and students. The community is a relatively small one, with infinite connections between its members, be they professional or private. In ‘Linked’, community members talk about their mutual relationship and their connection to the university.

physically to climb a route that goes up twenty to thirty meters using nothing but your own strength.” Camiel Beeren (23), graduate student of Innovation Management and office manager at Tech United, still remembers the first time his parents allowed him to climb (and descend) a mountain all by himself. That was in Norway. “I loved it at the top. You don’t hear a thing, there are no people and the view is breathtaking. Pure bliss.” He’s done mountain hikes in a number of countries in Europe and in 2013 he climbed Mount Kilimanjaro with a friend. For their safety, both climbers depend on themselves as well

as others. Pieter: “I’m secured to my partner, who’s on the ground. Every two to three meters I fasten the rope that connects us to a hook.” Still, climbing remains a risky enterprise. Camiel: “When I was on the Aiguille d’Entrèves, I figured that if I fell, my two companions I shared the rope with would never be able to hold me. We’d all be lost.” Pieter considers the individual challenge to be one of the most appealing aspects of climbing. “You’re constantly testing your own strength and judgment, and try to improve all the time.” For Camiel, hikes are all about stamina and proper altitude acclimatization, considering an average mountain hike lasts about ten to twelve hours.


8 | Student

1 oktober 2015

Aanschuiven bij Stratumseind 75 Wat is dit voor een huis? “Het is hét activiteitenhuis van SSRE”, omschrijft Puck Kirsten, vierdejaars Bouwkunde (21), het huis waar hij samen met twee vrouwen, waarvan één niet thuis en drie andere mannen (niet thuis) woont in de gezelligste straat van Eindhoven. De bewoners, allemaal liefhebbers van de goede keuken, zijn lid van drie disputen die van lekker eten houden, vooral Jerry Pollux kookt graag en goed. “Hij pakt de pan uit je handen als je aan het koken bent”, lacht Felix Dols, vierdejaars Bouwkunde (21). Behalve Bram Pals, zesdejaars Technische Bedrijfskunde Fontys (24), zit iedereen in het bestuur van SSRE. “Ik heb dat twee jaar geleden gedaan dus dat is wel typisch voor dit huis.” In dit huis wordt veel georganiseerd en er is veel aanloop. “Dat komt omdat we hier met leden van meerdere disputen bij elkaar wonen. Soms kom ik thuis en dan zit hier twintig man aan de waterpijp”, aldus Felix. Volgens Bram is hun huis zo populair bij andere SSRE’ers vanwege hun riante woonkamer op de eerste verdieping. “Tijdens Koningsdag, carnaval en nieuwjaar hebben we hier een prachtig uitzicht, we staan droog en het bier is goedkoop. En als je zin hebt je even in de massa te storten, sta je er zo tussen.”

Gehaktballetjes in tomatensaus, gegrilde groenten en nacho’s

Huisregels “We poetsen weinig omdat we veel tijd doorbrengen in de Bunker voor het bestuurswerk”, vertelt Emma terwijl ze groenten snijdt aan het aanrecht in een vrij schone keuken. De badkamer is nog nat van een verse schoonmaakbeurt en de woonkamer oogt erg opgeruimd. “Maar dat is speciaal voor Cursor”, aldus Emma die hoopt dat het beter lukt alles schoon te houden nu het er zo netjes uitziet. Hebben jullie nog bijzondere details die jullie willen delen? Gast aan tafel Annelieke Arents, vierdejaars Technische Bedrijfskunde (21), memoreert dat de wc boven een keer vier maanden verstopt is geweest na een feest. Bram twijfelt erover of de achterburen een striptent runnen of dat het een burlesque ‘toko’ is - “Ik ben er wel eens geweest maar ze hebben altijd netjes kwastjes op de tepels”. Felix wijst op de oranje onderbroek en de stropdassen in de lamp afkomstig van leden van andere verenigingen. “We hadden er eerst meer, maar bij feestjes worden ze er weer uit gevist.”

‘Chefkok’ Jerry Pollux, vijfdejaars Bouwkunde en Emma Strien, vierdejaars Technische Bedrijfs­ kunde, maken dit recept ‘uit de losse pols’ voor zes personen, waarvan vijf bewoners en één tafelgast Bestrijk de plakken van een aubergine en een courgette met olie en kruiden­ mengsel, grill deze in een speciale grillpan voor de mooie zwarte strepen

Waar komt de naam vandaan? “Cervix is de baarmoederhals, het begin van al het leven”, licht Bram toe terwijl hij het beeldje erbij pakt. Verder weten ze weinig over de naam. “Het staat wel in ons logo”, wijst hij op een groepsfoto aan de wand in de woonkamer.

‘Knijp’ ronde gehaktballetjes uit vier gekruide varkensworstjes en bak deze in de boter. Voeg er een pakje knoflook/tomatensaus, zout, peper, scheutje ketjap en ketchup aan toe en laat het een tijdje sudderen

Kennen jullie tradities? “Een keer in de maand hebben we huisavond. Iedereen is aanwezig, we koken lekker en dan eten we samen. Daarna zetten we het met zijn allen op een drinken. De eerstvolgende avond staat voor eind oktober op de agenda. Het huisfeest van afgelopen zomer was een groot succes, daar willen we ook een traditie van maken. Dat wordt waarschijnlijk in de lente gehouden”, aldus Bram.

Maak een sausje van een grote beker crème fraîche en chilisaus Snijd een avocado in kleine stukjes, voeg daar een in kleine stukjes gesneden tomaat, een teentje knoflook, een in kleine stukjes gesneden rode ui, beetje citroensap en (eventueel) een rood pepertje, koriander, peper en zout aan toe. Meng alles door tot een smeuïge guacamole Vervolgens gaat de oven aan en begint het stapelen: strooi de taco’s (drie tot vier zakken voor zes personen) op een plaat met bak­ papier, verdeel de guacamole en chilisaus, de kleingesneden ui en tomaat erover en rond af met 2 zakken geraspte belegen kaas. Dit gaat een minuut of tien, tot de kaas is gesmolten, in de oven.

Dinner @ Stratumseind 75 Fourth-year Built Environment student Puck Kirsten (21) says Cervix House, located in “the most entertaining street of Eindhoven”, is the most active house of SSRE. All nine residents enjoy a good meal and they’re members of three different SSRE chapters. ‘Chef’ Jerry Pollux (fifth-year Built Environment) and Emma Strien (fourth-year Industrial Engineering) are throwing together a meal for six without using a recipe. We count five residents and a guest. Apart from Bram Pals (24), sixth-year Industrial Engineering at Fontys, everyone is on the SSRE board. “I was on the board two years ago, so I guess it’s a Cervix thing.”

Would you and your roommates like to feature in this item? Let us know at cursor@tue.nl

Do you have any traditions? “We have a Cervix night once a month where everyone is present for a nice dinner. After that, it’s booze time. Our next Cervix night is set for late October. The house party we threw last summer was a smash hit, so that could become a tradition as well. The next one will be held in spring, probably”, says Bram. Where does your name come from? “Well, the cervix is where life begins”, says Pals, and he grabs the statuette. They don’t know too much about the name other than that. “It’s in our logo, though.”

Text | Tiny Poppe Photos | Rien Meulman


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

En hoe is het in ...?

Dalian | Na een bezoek aan de pilot plant van Dalian Institute of

Chemical Physics zit ik weer terug in de bus naar het kantoor in de bergen. Met de Chinese radio op de achtergrond geniet ik van de heldere blauwe lucht. Ik ben erg blij dat ik stageloop in Dalian, een stad met erg weinig smog. Mijn collega’s hebben hun ogen dicht. Niet heel ongewoon als je beseft dat ze vaak een middagdutje doen. Ik kan oprecht zeggen dat ik deze dutjes ben gaan waarderen. Het lijkt namelijk de enige tijd dat ik niet word aangekeken met verbazing, enthousiasme of soms zelfs met een beetje afschuw. Mensen blijven je aanstaren en er worden selfies met je gemaakt door giebelende meiden, iets wat ik zeker niet gewend ben bij Chemical Engineering. Mijn tip voor alle westerlingen die dromen van een stage in China: leg contact met de locals. Het is niet alleen erg gezellig, ze zijn ook een soort van bescher­ming tegen starende mensen. Ondanks dat ik een kop groter ben dan de gemiddelde Chinees voel ik me net een rockster beschermd door bodyguards.

Het blijft nog wel even wennen, maar ik heb zeker geen spijt van mijn keuze om naar China af te reizen. De omgeving is prachtig, het eten is heerlijk en je leert meer over jezelf en een andere cultuur. Ik had dan ook nooit gedacht dat ik nu al prima met stokjes kan eten. Ik schrik zelfs niet meer wanneer ik gebruik moet maken van een gat in de grond in plaats van een westerse wc. Wie weet ben ik straks wel diegene die de briefjes op de TU/e moet opvolgen: ‘Niet op de wc-bril staan’. Eén ding is zeker, ik ga nog even verder genieten van mijn stage in Dalian. Bianca Backx, masterstudent Process Engineering

And how are things in ...?

Edinburgh |

For my semester abroad I’m residing in Scotland, the country of castles, whisky, the highlands, sheep, rugged landscapes and wilderness. To be more specific I’m residing in Edinburgh, the capital of Scotland, a beautiful old historic city and the birth place of Harry Potter, where I study at Napier University. On the introduction day of Napier University we had a social event during the day where they immediately pulled out the Haggis, Scottish treats and of course the whiskey, so the international students could get well acquainted with Scotland. Napier University consists of three campuses which are all located outside the city centre. The center of the city is Edinburgh Castle, on top of a volcanic rock. It can be seen from everywhere in the city and therefore directions are often given on the basis of the castle. The first primitive Scots lived at the foot of this volcanic rock and the castle had been conquered and reconquered throughout the centuries. Now Edinburgh Castle is connected with the Scottish parliament through the Royal Mile, the touristic main street.

TU/e students go abroad more and more for their study. Be it for an internship of for doing research. They write in Cursor about all their experiences abroad.

Besides the castle there are lots of thing to do and see in Edinburgh, such as the Harry Potter tours! Edinburgh is seen as the birthplace of Harry Potter because J.K. Rowling wrote her famous books here and got the inspiration for her characters and Hogwarts from the city; one of the sights visited during the tour is ‘Voldemort’s grave’. And of course it is also possible to drink a cup of coffee in The Elephant House, where they are very proud that J.K. Rowling wrote the books in their café. You don’t have to worry about food or drinks, in Edinburgh there are 732 pubs. Enough choices if you would like to grab a beer or have some dinner in the pub. Slàinte mhath! (Cheers! To your health!)

Samantha Peeters, Masterstudent of Human Technology Interaction

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


10 | Human Interest

1 October 2015

? De Vragenbank

Guus Pemen (54), universitair hoofddocent bij Electrical Energy Systems (faculteit Electrical Engineering), pakt vijf vragen uit de hoge Cursorhoed. Eén legt hij terug: ‘Geloof je in buitenaards leven’ is geen serieus antwoord waard.

Focus je liever op vandaag of op morgen?

Wat is je slechtste eigenschap?

Kies: al je herinneringen verliezen óf nooit meer nieuwe maken.

Als je zou moeten verhuizen naar een ander continent, waar ging je dan heen?

Wat had je liever niet willen weten?

“Ik ben een ongeduldig type en focus liever op vandaag. Ik houd van aanpakken en zal problemen niet bewaren, maar oplossen. Maar…. aan de andere kant kijk ik ook graag verder dan mijn neus lang is. In mijn werk ben ik zeer nieuwsgierig en ik wil graag weten hoe de energievoorziening er over twintig jaar uitziet. Ik zou graag over vijftig, honderd en tweehonderd jaren willen terugkijken op de TU/e, maar ook op mijn woonstraat in Breda, hoe het daar dan gaat. Ik houd erg van tijdreizen.”

“Ten eerste is dat mijn ongeduld. Dat is lastig voor de mensen om mij heen. Het zijn niet de beste momenten wanneer ik al in de auto zit om te gáán en mijn vrouw of kinderen willen eerst nog naar het toilet.” Wachten is moeilijk voor Pemen: “Ik ben geen hangijzer.” Verder noemt hij zich niet altijd een goede luisteraar: “Ik zou wat vaker iemand moeten laten uitpraten”, en straalt hij ongeduld uit met een derde slechte eigenschap: duimendraaien en met vingers op het tafelblad tikken.

“Ik wil mijn herinneringen houden én nieuwe maken. Al mijn herinne­ ringen zijn me dierbaar. In het werk is een van de dingen die ik koester, zelfs een voorrecht vind, dat ik aan de lopende band met jonge mensen te maken krijg. Ik ga de komende jaren zeker nog mensen ontmoeten die ik me zal blijven herinneren. Dat is een pluspunt van werken aan een universiteit.”

Zonder aarzeling: “Azië. Want Japan is een heerlijk land om te zijn.” Pemen komt er twee of drie keer per jaar, altijd voor werk. “Via universi­teiten heb ik er veel goede vrienden. Er zijn mooie moderne steden, prachtige oude steden zoals Kyoto en er is een mooi landschap. De mensen vind ik geweldig: rustig, ingetogen, elkaar de ruimte gevend en ze hebben iets met techniek. Techniek is overal zichtbaar, zit tot in de toiletbril. En de keuken! Rauw, puur, geen sausjes, heerlijk.”

Dit is een moeilijke vraag, “want ik ben enorm nieuwsgierig”. Na nadenken: “ik had liever niet willen weten dat Flux een rumoerig gebouw is. Ik mis hier rust.” En de gelegenheid te baat nemend koppelt Pemen hier nog een ergernis over de campus aan. “Onze campus is momenteel zo’n nette aangeharkte omgeving dat ik het gevoel krijg dat ik nergens aan mag komen. Volgens mij moeten op een universiteit vrijplaatsen zijn. Die zijn er niet meer. In Corona hebben we mooie dingen gedaan. Als ergens een spijker in een muur moest, dan kwám die er. Die vrijheid is weg.”

Interview | Norbine Schalij Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

Gijs Pemen (54), associate professor of Electrical Energy Systems at the Department of Electrical Engineering, answers five of Cursor’s questions. He swaps one: ‘Do you believe in extraterrestrial life?’ isn’t worth a serious answer.

Do you rather focus on today or tomorrow?

What’s your worst quality?

Choose one: have all your memories erased or never make new ones.

If you were to move to another continent, where would you go?

Is there something you know you rather didn’t?

“I’m impatient, so I tend to focus on today. I’m a hands-on person and won’t save problems for later if I can solve them. Having said that, I’m happy to see what’s around the corner. Professionally, I’m very curious, and I’d love to know what energy supply will be like in twenty years. I’d like to be able to look back on TU/e in fifty, a hundred, and two hundred years, and the same goes for the street I live in Breda. I enjoy time travel.”

“That would be my impatience. It’s tough for the people around me. Waiting for my wife or children to go to the bathroom while I’m in the car and ready to go is just not something I’m very good at.” Waiting is a challenge for Pemen: “I’m not a pothook.” He adds he isn’t the best listener, either: “I should let people finish more often”. He demonstrates his impatience with a third bad habit: twiddling his thumbs and tapping the table.

“I want to keep my memories as well as make new ones. I cherish all my memories. One of the things I appreciate in my work is the fact I get to work with young people. It’s a privilege, really. In the future, I will meet people I will remember for sure. That’s one of the benefits of working at university.”

Without hesitation: “Asia. It’s wonderful to spend time in Japan.” Pemen visits Japan twice or three times a year for work. “I’ve made many good friends at universities there. The country has beautiful modern cities, and gorgeous old ones like Kyoto. The landscape is breathtaking, too. I love the Japanese: composed, quiet, and they let each other be. And they love technology; it’s everywhere, right down to their toilet seats. Oh, and Japanese cuisine! Raw, pure, no sauces - delicious.”

That’s a hard question, “because I’m extremely curious”. After some thinking: “I wish I didn’t know Flux is such a noisy building. I miss the peace and quiet.” And while he’s on the subject, Pemen touches on another campus frustration. “Our campus is such a clean, spotless place these days I feel I can’t set foot anywhere anymore. I believe a university needs free zones where you can do what you want. They’ve all gone. We did some great things in Corona back in the day. If we needed a nail in the wall, we’d get a nail in the wall. That freedom is gone.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Computer verslaat mens maar wint desondanks niet In een poging om onderzoeks­ revenuen te genereren, doen wetenschappers soms rare dingen. De eerste verzoeken om sponsoring van experimenten zijn gesignaleerd op Kickstarter en Indiegogo, soms verzint iemand zijn eigen data, en Chris Snijders doet een gooi naar het grote geld via de App Store en Google Play. Het begon als een onderzoeks­ opdracht, samen met collega Ad Kleingeld van Industrial Engineering. De toeloop van patiënten bij de dermatoloog met verdachte plekjes

op de huid die uiteindelijk niets bijzonders bleken te hebben, moest worden gestopt. ‘Het ligt aan de huisartsen’, zeiden de dermatologen, ‘die kunnen niet diagnosticeren.’ Twee afstudeerders en wat analyse­ werk later was een werkend model geboren, dat zowel actinische keratose als basaalcelcarcinoom heel aardig kon voorspellen, op basis van de antwoorden op twaalf vragen over het huidplekje en de persoon waar het op zit. Dat dat aardige voorspellen überhaupt kan, daar zal geen enkele

Brain matters

ingenieur zich over verbazen - die geloven over het algemeen nogal in de kracht van data boven de menselijke intuïtie. En als je de literatuur er op na slaat, zul je inderdaad vinden dat een computer­ model zo goed als nooit verliest van een menselijke expert met dezelfde inputgegevens (http://psycnet. apa.org/journals/pas/12/1/19/). Toen de weerbarstige werkelijkheid. Hoewel nut, noodzaak en de baten van ons knutselwerk boven iedere twijfel zijn verheven, bleek het onmogelijk het model waar dan ook

te implementeren. Huisartsen hebben het te druk, dermatologen geloven niet dat het model het echt beter doet (“zo’n ding ziet de patiënt toch helemaal niet?”), hoofden dermato­logie zien problemen met de aansprakelijkheid, en verpleeg­ kundigen durven de verantwoor­ delijk­heid van de beslissing niet goed aan. We hadden het kunnen weten: zelfs een ruime overwinning van de computer voldoet niet om de koppige volharding van het geloof van mensen in zichzelf te doorbreken.

De inventieve onderzoeker in ons zag echter zijn kans schoon. Inmiddels is OddSpot verkrijgbaar voor zowel iOS als Android op de App Store en Google Play. Voor 80 cent, nog niet de prijs van een halve cappuccino in de kantine, ben je voorzien van de laatste inzichten beter dan je eigen huisarts het zou kunnen. We noemen het vierdegeldstroomonderzoek! Laat het schip met geld maar binnenkomen.

Chris Snijders is hoogleraar Sociologie van Techniek en Innovatie

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Computer beats human yet doesn’t win When they want to generate research revenue, scientists can get quite creative. The first sponsoring requests for experiments have appeared on Kickstarter and Indiegogo already. Sometimes, scientists make up their own data. Chris Snijders aims for the big bucks via the App Store and Google Play. It all started as a research assignment with colleague Ad Kleingeld of Industrial Enginee­ ring: the number of patients that

met with dermatologists for suspect lesions that turned out to be harmless had to decrease drastically. Dermatologists blamed the family doctors, as they don’t know how to diagnose properly. Enter two graduate students and their analyses. Soon, they had developed a working model that could pretty accurately predict both actinic keratosis and basal cell carcinoma, based on the answers to twelve questions concerning the lesion and the patient in question.

The fact these predictions were rather convincing is unsurprising to most engineers, who tend to believe in the power of data over that of intuition. And literature on the subject will tell you that computer models, provided with the same input data, hardly ever lose to human experts (http://psycnet.apa.org/journals/ pas/12/1/19/). But we forgot about reality. Although we proved the use, need, and benefits of our project, it also

proved impossible to implement it anywhere. Family doctors are too busy, dermatologists don’t believe the model could possibly do a better job (“that model doesn’t even get to see the patient”), heads of dermatology fear liability issues, and nurses are afraid to take responsibility for the program’s decisions. We should have known: even a landslide victory by the computer won’t have us break free from the dogged belief in our own abilities. Yet, being the innovative researchers

we are, we saw an opportunity. OddSpot is now available for iOS and Android through the App Store and Google Play. For 80 cents, which is about the price for half a cup of cappuccino in the cafeteria, it will provide you with the latest information - it’s better than your doctor. We’ve dubbed it fourthparty revenue research! Bring in the big bucks. Chris Snijders is professor of Sociology of Technology and Innovation


12 | Student

1 oktober 2015

Dit collegejaar zijn zeker 2.592* studenten aan de TU/e gestart. Cursor is benieuwd hoe het hen vergaan is in deze eerste weken van hun nieuwe levensfase. Hebben ze aanpassingsproblemen, zijn ze al bij een vereniging aangesloten en wat missen ze van hun vorige leven? Wat zouden ze niet meer anders willen en wat moet er juist wél snel veranderen? We vroegen het aan drie starters en krijgen het idee dat ze dik tevreden zijn en vol plannen zitten. *STU heeft nog 138 studenten (waarvan 66 internationale) extra in de pijplijn zitten, dat wil zeggen dat ze wel een inschrijfpakket naar de TU/e hebben gestuurd, maar dat nog niet alles in orde is.

Eindhovense nieuwe(n) Interviews | Norbine Schalij Photos | Bart van Overbeeke

Romee den Boer (18), Bouwkunde

In het diepe gegooid Romee de Boer uit Oosteind (bij Breda) koos voor een studie Bouwkunde omdat ze het mooi vindt om mee te werken aan een leefomgeving waar mensen zich prettig voelen. In haar examentijd schreef ze zich al in bij Kamernet en ook via facebook zocht ze woonruimte in Eindhoven. Na vier kijkavonden had ze beet en nu heeft ze 14 m2 ter beschikking voor 215 euro. Ze woont er met vijf andere studenten, voornamelijk van de Fontys. Ze is nog geen lid geworden van een vereniging, want “dat kost zo veel tijd. Studenten die ik ken die bij een studentenvereniging zijn gegaan lopen volgens mij nu al achter met de studie. Dat zou ik niet willen.” Wat ze wel wil, is ontdekken welke sportvereniging bij haar past. “Zo veel keuze hier.” Wel is ze al lid van CHEOPS en daar wil ze zich actief gaan inzetten: “Ik heb me al ingeschreven voor de feestcommissie.”

Waar moest je aan wennen? “Ik ben echt in het diepe gegooid. Twee dagen na het eerste college op maandag 1 september moest ik al een zelf ontworpen kubus van MDF inleveren. Dat was nog wel duidelijk, maar bij de groeps­ opdracht op vrijdag wisten we niet goed wat de week erop van ons verwacht werd.” Kun je het allemaal nog bijbenen? “Nou, druk is het wel. Ik moet projecten doen, calculus bijhouden, tekeningen maken. De werkstukken moet ik maken in eigen uren in de werkplaats in Vertigo. Maar tijdens de openingsuren hebben wij college. Een beetje stress heb ik al wel. Maar dat is wel goed. Je raakt er dan meteen aan gewend dat je door moet werken en dat je niet te perfectionistisch kunt zijn.” Van de middelbare school mist de eerstejaars vooral de pauzes waarin je even niets hoeft te doen. Maar

Pim van de Ven (18), Automotive

“Voor mij is het een thuiswedstrijd” In eerste instantie aangetrokken door de auto’s zag Pim tijdens de verkenning van zijn studiemogelijk­ heden dat bij Automotive precies die natuurkunde en wiskunde werd gegeven die hij leuk vindt. De Eindhovense Pim heeft zich voor een kamer aangemeld bij Vestide maar woont nog bij zijn ouders op tien minuten fietsen van de TU/e. Daar woont zijn tweelingbroer Daan ook nog. Daan studeert Technische Bedrijfskunde aan de TU/e. Kans op eigen woonruimte dit collegejaar is niet groot, “ik heb nul afstands­ punten”, maar misschien vindt hij in zijn tweede jaar iets op de particuliere markt. Hoe heb je je de eerste weken aan de TU/e beleefd? “Het was een snelle start. Geen eindeloze inleidingen, maar meteen gas erop. Het valt me wel zwaar om drie uur achter elkaar naar dezelfde leraar te luisteren. Je moet blijven focussen. Er is soms wel een

kwartiertje pauze, maar dat is eigenlijk te kort om te ontspannen. Aan het Engels hoef ik niet te wennen, mijn Engels is minstens zo goed als dat van de docenten. Dat komt misschien ook doordat ik Cambridge Engels volgde op de middelbare school.” Wat is de beste verandering vergeleken met vorig jaar? “De totale vrijheid om te doen wat ik wil. Ik kan zelf beslissen of ik een college ga missen om de tijd te besteden aan zelfstudie voor een toets en later het college ga inhalen. Er is weinig controle of ik mijn werk heb gedaan. Maar dat is tegelijk een valkuil. Het gemak waarmee het leren ging op de middelbare school is hier wel voorbij.” Pim noemt de overstap van middelbare school naar de universiteit geen supergrote sprong. De TU/e heeft hem niet

het is een klein gemis vergeleken bij wat ze ervoor terug kreeg: “Vrijheid! Nu ik zelfstandig woon, beslis ik zelf wat ik ’s avonds ga doen en omdat ik nu in een grote stad woon, is er altijd wel wat te doen. Het is altijd gezellig om me heen.”

Als ze één ding kon veranderen aan de TU/e zou het de openingstijden van de werkplaats in Vertigo zijn. “Ik zou willen dat studenten in pauzes alle machines en materialen tot hun beschikking hebben.” Romee zit vol plannen. Een heel ambitieuze

daarvan: “Ik wil in één jaar mijn P halen om aan mijn ouders te bewijzen dat ik niet alleen maar feest.”

in het diepe gegooid, “maar dat komt misschien omdat ik al bekend was met de campus en met de stad. Voor mij is het een beetje een thuiswedstrijd.” De automotivestudent wilde lid worden bij zaalvoetbalvereniging

Totelos, maar dat lukt niet doordat de trainingen samenvallen met die van zijn veldvoetbalclub Brabantia. “Volgend collegejaar ga ik het wel doen.” Pim heeft nog meer plannen: “Het is mijn streven om in één jaar mijn P te halen, hoewel dat wel een

flinke kluif is. Ik wil in ieder geval zoveel mogelijk studiepunten. Heel graag wil ik ook bij een studententeam om een bijzondere auto te bouwen. Mooi om naast leerwerk aan een eindproduct mee te werken.”


Student | 13

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sanket Kolhe (23), Embedded Systems

Smaakpapillen moeten ook wennen Indiër Sanket stapte 5 augustus voor het eerst op Hollandse bodem. Vanuit de trein tussen Amsterdam en Eindhoven had hij al gezien dat er veel wordt gefietst in Nederland. Iets wat hij al acht jaar niet meer had gedurfd in het overvolle Mumbai. Hij zag de fietspaden, kocht een fiets en bleef anderhalf uur genieten op zijn rijwiel. Voor de TU/e had hij - met een bachelor diploma Electronic Engineer in zijn bagage - gekozen omdat bij de opleiding Embedded Systems precies die softwarefocus zat die hij zocht. Bovendien is er in de omgeving veel werkgelegenheid die bij hem past. De universiteit hielp Sanket bij het vinden van een kamer bij Vestide. Nu woont hij in Hemelrijken en hij hoewel het maar tien minuten lopen is naar MetaForum, gaat hij toch op de fiets. Welke verschillen zijn er tussen Eindhoven en Mumbai? Hier is het zo rustig. Weinig mensen,

geweldige infrastructuur, weinig herrie. Wat studie betreft is hier goede begeleiding, maar mag ik zelf mijn keuzes maken. In Mumbai moest ik me houden aan het programma dat de universiteit had uitgestippeld. En hier zijn de deuren van de professoren open, wat ik erg waardeer.”

Sanket ervaart nauwelijks aanpas­ singsproblemen. Een truc leerde hij al van zijn zus die in München studeert: “In de eerste maand dat ik voor mezelf kookte, maakte ik mijn eten elke dag minder pittig. Dan is het Nederlands voedsel beter

te accepteren.” In de Intro maakte hij kennis met sporten waar hij heel enthousiast over is: zeilen en paardrijden. Hij zou graag bij die verenigingen gaan, en ook bij de wielrenclub, maar voorlopig gaat studie voor. Met zijn studieadviseur

heeft hij een plan gemaakt om dit jaar 65 studiepunten te halen. En daarnaast wil hij Nederlands leren, iets waar hij al een aardig eind mee op weg is.

Welke problemen ben je al tegengekomen? “Geen! De universiteit hielp me bij de start met het regelen van bankzaken, verzekeringen, bankzaken. I was amazed how nicely it was organised. In een minuut was het meeste geregeld. Indische vrienden die naar de VS of Duitsland verhuisden zijn daar meer dan een week mee bezig geweest. Heel veel over Eindhoven heb ik geleerd van mijn introparents. De problemen die ik mijn eerste maand tegenkwam, zijn heel snel verholpen. Zoals die keer dat het warm water ophield. Eén telefoontje naar Vestide en het werd opgelost.”

Eindhoven’s latest

Sanket Kolhe (23), Embedded Systems

A challenge for the taste buds This academic year, at least 2,592* students started at TU/e. Cursor is curious how their time at TU/e has been so far. Did they have trouble adjusting, have they joined any club or association, and what do they miss from their previous lives? Are there things about their new situation they wouldn’t want to change for the world? Things that need to change fast? We asked three first-time TU/e students, who all seem quite happy and ambitious. Here you can find the story of Indian student Sanket Kolhe.

* There are another 138 potential new students, which means STU has sent them the necessary paperwork, but they have not registered properly yet.

Indian student Sanket stepped onto Dutch soil for the very first time on August 5. On the train from Amsterdam to Eindhoven he noticed the many cyclists outside right away. He hadn’t ridden a bike in eight years because he was scared to Mumbai streets are just too crowded. Here, he saw the bicycle lanes, bought a bike, and biked around for an hour and a half straight. He has a BA in Electronic Engineering and opted for TU/e because the Embedded Systems program offers exactly the focus on software he was looking for. Besides, there are lots of job opportunities for him in the greater Eindhoven area. The university has helped Sanket to find a room through student housing corporation Vestide. He found a home in Hemelrijken, but even though it’s only a ten-minute walk to MetaForum he always goes by bike.

What are the differences between Eindhoven and Mumbai? “It’s really quiet here. Few people, amazing infrastructure, little noise. As far as my studies are concerned I think there’s great supervision here while you still get to make your own choices. In Mumbai, I had to follow a strict program outlined by the university. And professors will always make time for you, which I greatly appreciate.” Have you run into any problems? “None! TU/e has helped me take care of banking issues and insurance. I was amazed at how well it was organized. Everything was taken care of in no-time. It took some of my Indian friends who are studying in the US or Germany more than a week. My Intro parents taught me most things I know about Eindhoven. The issues I faced in the first month

were easily solved. Like the time I had no hot water. A single phone call to Vestide took care of it.” Sanket hasn’t experienced any major problems adjusting since he’s been here. His sister, who’s currently studying in Munich, taught him a trick. “The first month I cooked for myself, I made my food less spicy every day. That way, eating Dutch food now is not as bad anymore.” During the Intro, he learned that TU/e offers sports he’s very excited about: sailing and horse riding. He’d love to join their clubs as well as the cycle racing club, but his academic career comes first for now. His study advisor and he have made a plan for Sanket to score 65 EC this year. And he plans on learning Dutch, which he’s not too bad at already.


14 | Uitgelicht

1 oktober 2015

Basisbeurskraantje dicht, Tekst | Judith van Gaal Foto’s | Bart van Overbeeke

De eerste lichting studenten krijgt nu geen beurs meer, maar moet lenen. Hoe komen zij rond, hoeveel lenen ze en hoe bezwaarlijk vinden ze een studieschuld? Studenten die wij spraken hebben begrip voor de invoering van het leenstelsel, maar hekelen de slechte communicatie vanuit de overheid en vragen zich af waar het geld heengaat. Cursor portretteerde vijf studenten die nu moeten lenen of net ‘aan de dans zijn ontsnapt’.

De huidige studenten behouden de basisbeurs voor de duur van hun opleiding. Universitaire bachelorstudenten krijgen slechts drie jaar basisbeurs, geen vier jaar omdat dat vierde jaar voor hun master was bedoeld. TU/e-studenten die voor 1 augustus al hun vakken voor de bachelor binnen hadden, konden zich nog onder de oude voorwaarden inschrijven voor een master aan onze universiteit en daarmee de basisbeurs behouden.

In de vergadering van de universi­ teitsraad op 15 juni is de Voorjaarsnota 2016 behandeld, waarin de TU/e het strategisch kader voor investeringen in de komende jaren schetst. Dit kader volgt de strate­ gische keuzes in de afgelopen jaren en stelt de prioriteiten voor 2016 en verder. Binnen het onderwijs ligt de prioriteit bij financiering van groei in studentenaantallen om kwaliteit te waarborgen, verdere ontwikkeling van het Bachelor College, inrichting van de Graduate School en beheersing van werkdruk, ict-investeringen en digitalisering voor kwaliteit van het onderwijs en ontwikkeling van specifieke vakken. Op basis van die uitgangspunten wordt de begroting 2016 voorbereid en daarin wordt zichtbaar hoe de TU/e invulling geeft aan de genoemde prioriteiten. Die begroting wordt behandeld in de vergadering van de universiteitsraad van eind november.

• Oud-studenten mogen het terugbetalen van hun studie­ schuld over 35 jaren uitsmeren, dat is 20 jaar langer dan voorheen. De maandelijkse aflossing bedraagt nooit meer dan vier procent van het inkomen.

De universiteiten en hogescholen hebben zich gezamenlijk gecommitteerd aan voorinvesteringen voor een totaalbedrag van 200 miljoen euro per jaar, voor de jaren 2015/ 2016/2017. De universiteiten reali­seren 76 van die 200 miljoen per jaar.

• Op termijn levert deze bezuiniging honderden miljoenen euro’s op voor het hoger onderwijs. Met dat geld moeten hogescholen en universiteiten de kwaliteit van hun onderwijs verbeteren. Universiteiten hebben de minister toegezegd vanaf 2015 uit eigen middelen te investeren in onderwijskwaliteit. De minister van OCW verwacht pas vanaf 2018 enige extra middelen te kunnen verstrekken aan universiteiten.

• Uit het Nibud Studentenonderzoek 2015 blijkt dat ruim de helft van alle studenten geld krijgt van zijn ouders, gemiddeld 179 euro per maand. Daarnaast betalen veel ouders het collegegeld en de zorgverzekering van hun kinderen.

• De Tweede Kamer heeft 11 november 2014 ingestemd met het wetsvoorstel voor het invoeren van het leenstelsel. Op 20 januari 2015 is het wetsvoorstel besproken en aangenomen in de Eerste Kamer. Sinds september van dit jaar krijgen studenten geen basisbeurs meer als ze aan een bachelor- of masteropleiding beginnen.

• Eén op de drie studenten blijft thuis wonen vanwege het verdwijnen van de basisbeurs. Van de studenten die nu al geen basisbeurs meer ontvangen, geeft

34 procent aan dat ze om die reden thuis zijn blijven wonen, terwijl ze eigenlijk op kamers hadden willen gaan. 30 procent van de studenten die nu wel nog een basisbeurs ontvangt, is ook van plan om die reden thuis te blijven wonen. (Bron | Nibud Studentenonderzoek 2015) • Eén op de drie studenten leent om de spaarrekening te spekken. Een derde van de lenende studenten zegt dat ze best minder zou kunnen lenen. Ook geeft 1 op de 3 aan dat ze maximaal leent ‘omdat het kan’. (Bron | Nibud Studentenonderzoek 2015) • 36 procent van de hbo- en wo-studenten leent bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs). 33 procent van hen leent onder andere om dit geld na de studie achter de hand te hebben, sommigen ook voor de aankoop van een eigen woning. Dit blijkt uit het Nibud Studentenonderzoek 2015. • Nederlandse studentenverenigingen tellen iets meer nieuwe leden dan vorig jaar. Groot is het verschil niet: de verenigingen verwelkomden opgeteld 9.885 nieuwe leden - dat zijn er 121 meer dan vorig jaar. In Eindhoven zijn de cijfers wisselend; het E.S.C groeit, het ledenaantal bij SSRE daalt licht, Demos blijft stabiel. De vereni­ gingen dachten dat nieuwe studenten, uit angst voor studievertraging, misschien geen lid zouden durven worden van een studentenvereniging. Ze krijgen immers geen basisbeurs meer.

Lex Dedding (18), eerstejaars bachelor Technische Natuurkunde

“Het is bullshit dat ze met het geld het onderwijs gaan verbeteren” “Mijn ouders hebben altijd gezegd dat ze mijn collegegeld en mijn boeken zouden betalen en daar verandert het leenstelsel niets aan. Ik moet het geld alleen terugbetalen als ik niks uitvoer en teveel colleges skip. Ik voel me wel bevoorrecht dat ik niet mee hoef te betalen aan mijn studie en niet per se op kamers hoef, omdat ik dicht bij de universiteit woon. De meeste mensen die ik ken, lenen en dat snap ik ook wel, de rente staat laag. Ik leen zelf 0 euro en ben niet van plan te gaan lenen. Mijn moeder waarschuwde ervoor dat de schuld kan meetellen als je later een hypotheek afsluit. Bovendien weet je nooit of de regering de regels weer gaat veranderen. Als ik op kamers ga, verwacht ik dat zelf te kunnen betalen en dat ik er niet voor hoef te lenen. De kamers in Eindhoven zijn best betaalbaar en ik ga binnenkort twee dagen in plaats van een dag per week werken. Ik ben niet van plan om een bestuursjaar te doen of nog extra activiteiten te ondernemen, omdat je die tijd dan niet aan je studie kunt besteden. Het is nu al best lastig om studie, sport - ik roei bij Thêta - en werk te combineren. We hebben op de middelbare school een presentatie gehad over het leenstelsel en mijn ouders hebben zich erin verdiept. Ik zie de invoering van het leenstelsel als een bezuinigingsmaatregel. Ze kunnen wel zeggen dat ze het onderwijs daarmee willen verbeteren, maar dat is bullshit. Bovendien zijn die investeringen pas over een paar jaren merkbaar voor mijn generatie. Wij hebben er niets aan. Ik ben bang dat studeren iets elitairs wordt.”


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Uitgelicht | 15

andere kraantjes open

Lucas Otten (21), vierdejaars bachelor Technische Bedrijfskunde

“Bestuurservaring was van onschatbare waarde” “Ik ben drie jaar stufi misgelopen, zo’n tienduizend euro. Ze zeiden eerst dat bachelorstudenten die uitloop hebben niet de dupe zouden zijn. Maar uiteindelijk zie je dan ergens in een klein berichtje iets staan als je inlogt bij DUO - en wie logt daar nu zomaar in. Het is erg slecht gecommuniceerd. Ik ging het sowieso niet meer halen om mijn bachelor op tijd af te ronden, het lukt niet om anderhalf jaar studie in een halfjaar te proppen. Ik ben twee jaar actief geweest bij de Eindhovense Studentenraad. Achteraf gezien was het misschien beter geweest om dat maar één jaar te doen, maar aan de andere kant had ik dat ook voor geen goud willen missen. Die ervaring is van onschatbare waarde. Toen ik het eenmaal wist, heb ik me er maar snel bij neergelegd. Het was altijd al mijn plan om wat langer over de bachelor te doen en mijn master wil ik wel binnen twee jaar doen. Verder krijg ik 80 euro aanvullende beurs en leen ik 120 euro. Dat is zodat ik niet met niks sta na mijn studeren, maar ik leen ook niet maximaal omdat dat gewoon niet nodig is. Via een app houd ik mijn uitgaves bij. Mjin ouders betalen mijn collegegeld en dat vind ik meer dan genoeg. Verder heb ik een paar bijbaantjes waar ik mijn geld mee verdien. Dat zijn uiteenlopende baantjes die allemaal helpen en nodig zijn om ook nog wat te kunnen sparen. Ik heb wel rekening gehouden met mijn uitgaves. Ik ben bijvoorbeeld niet op vakantie gegaan in de zomer. De motivatie voor de invoering van het leenstelsel vind ik nog best redelijk. En omdat ze het geld aan docenten gaan besteden, is het een investering in je eigen toekomst. Het is alleen nog nergens terug te lezen hoe ze het precies in het onderwijs steken.”


16 | Uitgelicht

1 oktober 2015

Marcella Gunther (22), vierdejaars bachelor Automotive

“Ik ben kritischer op mijn uitgaves geworden” “Ik liep nominaal en moest nog één vak halen. Maar dat is niet gelukt, waardoor ik nog niet aan mijn master kon beginnen. Ik had al een paar herkansingen gedaan voor het vak Vehicle networking en ik mocht nog een mondeling doen. Daar ben ik al niet zo sterk in en ik heb het niet gehaald. De invoering van het leenstelsel was een extra stimulans om mijn vakken te halen, maar het is ook weer niet heel erg dat het niet is gelukt. Er is uiteindelijk niet veel aan te doen en het was ook nauwelijks te voorkomen geweest. Ik liep bijna nominaal en heb tussendoor wel parttime bestuur gedaan bij Totelos, maar dat was goed te combineren met mijn studie. Ik kies er nu wel minder snel voor om veel tijd aan iets als een bestuur te besteden, omdat het me geld kost. Aan de andere kant: als ik echt iets graag wil, ga ik het er niet voor laten. Gelukkig heb ik wel een aanvullende beurs en ik leen nu maximaal. Verder ben ik iets meer gaan werken; eerst gaf ik alleen bijles en nu werk ik ook acht uur per week bij de Spar. Als ik meer speelruimte had, dan zou ik minder lenen. Lenen kost geld zeggen ze altijd, hè. Ik betaal alles zelf en ben vooral geld kwijt aan mijn studie en aan mijn rijlessen. Bovendien ben ik op kamers gegaan, omdat ik het te ver reizen vind vanuit Arnhem. En ik wil sparen om op buitenlandse stage te gaan. Dit is een heftige periode: collegegeld betalen, boeken, contributie voor het sporten. Ik snap de invoering van het leenstelsel wel, ze moeten ergens op bezuinigen. Het voelt alleen niet helemaal eerlijk. Ik maak me totaal geen zorgen om mijn toekomst. Als ik nu maar rond kan komen, ik kijk niet zover vooruit. Het scheelt dat we met onze generatie allemaal dezelfde ‘problemen’ hebben. Ik ben wel iets minder gul geworden en dat zie ik ook bij andere studenten. Eerst hoefden studenten echt niet mee te betalen als ze kwamen eten, nu is het sneller ‘wie betaalt wat’. Ik ben wat kritischer op mijn uitgaves geworden.”

Björn Schulpen (21), tweedejaars bachelor Industrial Design

“Ik heb die mensen nooit gesnapt die van maand tot maand plannen” “Ik had al drie jaar stufi gehad, waardoor ik dit jaar onder het leenstelsel val. Ik heb studievertraging opgelopen, onder meer doordat ik van Informatica naar Industrial Design ben geswitcht. In de praktijk valt het allemaal wel mee. Ik krijg een aanvullende beurs en omdat ik in een overgangsregeling zit, krijg ik wat extra. Het enige waar ik van baalde, is dat ik lange tijd niet wist waar ik aan toe was. Ik heb heel veel gegoogled om de informatie te achterhalen en als die ook nog eens tegenstrijdig is, wordt het best lastig. Pas in mei of juni is het precieze bedrag vastgesteld. Ik ben benieuwd waar het geld naartoe gaat. Ze zeggen dat het naar docenten gaat, maar dan is mijn kritische vraag of we er dan wel kwalitatief goede docenten voor kunnen krijgen. En ik ben ook nieuwsgierig hoe de kamermarkt zich ontwikkelt, of studenten minder snel op kamers gaan. Ik leen 0 euro en ik ga kijken of ik dat op die manier kan volhouden. Ik betaal alles zelf en krijg dankzij een aanvullende beurs toch nog iets aan studiefinanciering. Het is tot nu toe te doen om van ongeveer 100 euro per maand rond te komen. Ik ben net van werkgever gewisseld, dit levert ook weer wat kleine voordeeltjes op. Als het moet dan leen ik, maar ik doe het liever niet. Ik ben bezig met een bedrijf op te zetten en ik weet nog niet hoe het met de financiering zit als je een schuld hebt. Ik woon op kamers en daar besteed ik het geld van mijn aanvullende beurs aan en mijn loon besteed ik grotendeels aan mijn levensonderhoud. Ik ben opgevoed met het idee dat het belangrijk is om een goede back-up te hebben en goed vooruit te plannen. Ik heb die mensen nooit gesnapt die van maand tot maand plannen. Ik woon in een studentenhuis met één andere student en we komen toe met 60 euro aan boodschappen in de week. En ik heb ook wel geld voor iets extra’s. Ik ga op stap als ik het geld ervoor heb en dan moet ik ook wel een rondje kunnen geven. Als ik slechts een tientje kan meenemen, dan ga ik niet. Ik vind het leenstelsel geen slechte ontwikkeling. Studenten die het geld niet hebben, kunnen altijd nog een aanvullende beurs krijgen.”

Marc Vervuurt (21), masterstudent Biomedische Technologie

“Ik heb een paar rondjes door het huis gedanst” “Ik heb mijn bachelorvakken nét op tijd afgerond. Het was wel even spannend. Ik had mijn eindproject gehaald en moest toen alleen nog het vak Chemische Biologie halen. Het duurde drie weken voor ik de uitslag had: een 7,3. Toen heb ik wel een paar rondjes door het huis gedanst. Het was erg fijn dat de universiteit en de opleiding hebben meegedacht en een extra examenzitting hebben ingelast eind juli. Het was ook geen ramp geweest als het niet gelukt was, maar het scheelt wel een paar duizend euro. Ik heb er geen weken voor in de boeken gezeten, mijn motivatie aan het einde van het jaar ligt sowieso wat lager. Maar mooi dat het toch is gelukt. Zo kreeg ik ineens twee bewijzen van inschrijving voor mijn master: een voor de maand augustus en een voor de rest van het jaar. Het was vervelend dat er van tevoren veel tegenstrijdige informatie was. Vanuit de overheid werd iets anders gezegd dan vanuit de universiteit. Je hoort wel eens over studenten die maximaal lenen en het geld wegzetten. Dat zou ik niet doen; om zoveel winst gaat het dan niet en dan denk ik ook ‘daar is het niet voor bedoeld’. Ik krijg een uitwonende basisbeurs van 273 euro en ik krijg nog wat inkomsten voor mijn werk als studievoorlichter en als lid van de faculteitsraad. Mijn ouders springen incidenteel bij. Ik vind het frappant dat ze bij de invoering van het leenstelsel hebben gezegd dat ze extra investeren in het onderwijs, maar dat ze geen concrete plannen hebben. Nu gaan studenten betalen en krijgen ze er niks voor terug.”


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

No more free money • The House of Representatives accepted the bill on the loan system on November 11, 2014. On January 20, 2015, the bill was discussed and accepted in the Senate as well. Since September of this year, students will no longer receive a basic grant in they start an undergraduate or graduate program. Students who started their studies before September of this year keep their basic grant. Academic bachelor students are entitled to only three years of government support, not four - the fourth year is meant for their master track. TU/e students who passed all required courses prior to August 15 of this year could register for a master track at TU/e under the old conditions, and so keep their basic grant.

This year, the first batch of Dutch students will not receive a basic grant anymore, but will have to take out a student loan instead. What rules do they have to follow, how did the Dutch government come to this decision, and what are the consequences of the implementation of the loan system?

•A lumni must repay their student debt/loan within 35 years, a period 20 years longer than it used to be. Monthly payments will never exceed four percent of their income. • I n the long run, the change will generate hundreds of millions of euros for higher education. The money is earmarked for universities and universities of applied sciences to improve their educational systems. Universities have promised the minister that, starting 2015, they will invest in the quality of education themselves as well. The Minister of Education, Culture, and Science expects extra financial means will not become available until 2018.

On June 15 last, the University Council discussed the 2016 Spring Memorandum, in which TU/e outlines the strategic framework for future investments. The framework follows strategic decisions made over the past years, and sets priorities for 2016 and onwards. Within education, priorities are financing student influx while maintaining high educational standards, further development of the Bachelor College, organizing the Graduate School and limiting the workload, ICT investments and digitalization to benefit education, and the development of specific courses. The 2016 budget will be drawn up based on these starting points, and then we’ll know how TU/e will interpret those priorities.

The budget will be discussed during the University Council meeting in November. • According to the 2015 Nibud Student Survey, more than half of all students receive financial aid from their parents: 179 euros a month, on average. Many parents also pay their children’s tuition fees and health insurance. • One in three students will remain with their parents because the student grant is cut. Students who are no longer receiving a student grant now, 34 percent says they’re staying with their parents for that reason when they really wanted to find a room. 30 percent of students who are currently receiving a student

grant indicate they will stay at their parents’ house for the same reason. (Source | 2015 Nibud Student Survey) • One in three students has a loan to be able to deposit money into their savings account. One-thirds of students with a loan say they could do with a smaller loan. One in three students says they’ve taken out the maximum loan ‘because they can’. (Source | 2015 Nibud Student Survey)

Text | Judith van Gaal Photo | Bart van Overbeeke


18 | Onderzoek

1 oktober 2015

Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

De vinger op de zere plek Doorligwonden? Dat is toch iets voor oude, doodzieke of verlamde mensen, die huidwonden krijgen doordat ze dagen achtereen in dezelfde houding liggen? Dat beeld is niet helemaal terecht, zo blijkt. Een drukwond kan al binnen enkele uren ontstaan, mits de druk hoog genoeg is. En daar heb je geen martelwerktuig voor nodig. Een harde stoel is voldoende, vertelt expert Cees Oomens. “Probeer maar eens tien minuten echt stil te zitten op een harde stoel; dat lukt je niet”, zegt de hoogleraar. En dat is dus maar goed ook. Door de druk kunnen cellen razendsnel afsterven. Zo kan een wond zich van binnenuit vormen (dicht bij het bot) en zich vervolgens binnen een paar dagen naar buiten werken, tot er een vuistdiep gat ontstaat. “Verplegers zetten soms mensen die bedlegerig zijn overdag in een stoel. Want de hele dag in bed liggen, dat is zielig. Maar op die stoel lopen ze dus decubitus op.” Drukwonden zijn lang een onder­ geschoven kindje geweest, vertelt Oomens. “Het is geen sexy onder­werp. Het ziet heel naar uit, en de wonden kunnen behoorlijk stinken. Bovendien wordt decubitus gezien als een complicatie, die kan optreden na een operatie, bij couveuse­ kinderen, of bij mensen met een dwarslaesie. Een probleem dus van de verpleging, niet van de specialist.”

Touching the spot

Het probleem is daardoor volgens hem lange tijd min of meer genegeerd. “Daar is de laatste vijftien jaar gelukkig wel verande­ ring in gekomen, maar nog steeds is het veel moeilijker om geld te krijgen voor onderzoek naar decubitus, dan voor hart- en vaatziekten, kanker of aids. Daar gaan mensen namelijk aan dood, hoewel je ook kunt sterven aan decubitus. Je kunt sepsis ontwikkelen, een soort wondvergiftiging, en dat kan dodelijk zijn.”

De schade kan ook diep onder de huid beginnen, en zich razendsnel naar buiten vreten Op dit moment zijn er in Nederland tussen de twaalf- en vijftienduizend mensen met een doorligwond. Daarbij wordt de lichtste categorie, een geïrriteerde, rode plek op de huid, niet eens meegeteld. In het tweede stadium krijg je blaren, daarna is de huid echt kapot, en soms kan de wond zich uitbreiden tot diepere weefsels, tot op het bot - dat ook nog aangetast kan zijn.

En er bestaat dus ook de boven­ genoemde variant waarbij de schade diep onder de huid ontstaat, bij het bot, en zich razendsnel als het ware naar buiten vreet. Juist aan de laatste variant doen Oomens en zijn collega’s veel onderzoek. “Als je pech hebt, kan zo’n wond zich binnen enkele uren ontwikkelen, bijvoorbeeld terwijl je op de operatietafel ligt. Vanaf het ontstaan tot het moment dat de huid openbarst heb je zo’n 48 uur de tijd om de schade te beperken. Het vroegtijdig signaleren van zo’n onzichtbare, beginnende drukwond is dan ook een belangrijk onderzoeks­­ doel voor ons.” Dat decubitus zo snel kan ontstaan, was ook voor de onderzoekers een verrassing. Oomens, als fysicus in de jaren tachtig aan de Universiteit van Twente gepromoveerd op dit onderwerp, hervatte halverwege de jaren negentig het onderzoek naar drukwonden. Samen met onder meer Carlijn Bouten, het huidige hoofd van de groep Soft Tissue Biomecha­nics & Tissue Engineering waar ook Oomens onderdeel van uitmaakt, toonde hij aan dat je cellen kunt doden door ze enige tijd relatief zacht in te drukken, zonder dat de zuurstof- en voedselvoorziening verandert. “Men dacht dat decubitus altijd ontstaat door zogeheten ischemische celdood: doordat je de bloedvaten dichtdrukt,

Pressure ulcers or bedsores, which are called decubitus in medical jargon, form a major problem for numerous patients in hospitals and nursing homes. Biomechanical engineer Cees Oomens is an expert in the field of pressure ulcers. Last month he was granted an ‘Experienced Investigator Award’ by the European Pressure Ulcer Advisory Panel for his merits in this area, and since September 1 he has been promoted personal professor of Biomechanics of Soft Tissues.

Bedsores? Is that not an ailment which only elderly, critically ill or paralyzed people get due to lying in the same position for days on end? It appears that this impression is not entirely justified. Indeed, pressure ulcers may develop within a time span of several hours, provided the pressure is high enough. And it does not take any instruments of torture. A hard chair will do the damage, as expert Cees Oomens explains. “Just try to sit really still on a hard chair for ten minutes at a stretch; you won’t manage that”, says the professor. Which is just as well. The pressure may cause cells to die in less than no time. In this way, a wound may develop on the inside (close to the bone) and subsequently grow outwards within a few days until a fist-deep hole becomes visible. “If you are unfortunate, such a wound may even develop within a couple of hours, for example while undergoing surgery on an operating table. From the time of its genesis until the moment when the skin bursts, there is a period of some 48 hours available to limit the damage. For this reason,

Druk- of doorligwonden, in het medische jargon aangeduid als decubitus, vormen een groot probleem voor talloze patiënten in zieken- en verpleeghuizen. Biomechanicus Cees Oomens is een expert op het gebied van deze aandoening. Afgelopen maand kreeg hij van de European Pressure Ulcer Advisory Panel een ‘Experienced Investigator Award’ voor zijn verdiensten op dit vlak, en sinds 1 september is hij bevorderd tot persoonlijk hoogleraar Biomechanics of Soft Tissues.

kan er geen zuurstof en voeding meer bij de cel komen. Maar dat proces duurt uren, en niet enkele minuten, zoals wij zagen. Er bestaat naast ischemische schade dus een andere, snelle vorm van schade, puur door deformatie, zo leek het.” Destijds dachten de TU/e’ers nog dat die snelle schade te maken had met het gekweekte weefsel dat ze gebruikten, maar nadere ‘in-vivo’studies toonden aan een dergelijke effect ook bij mensen optreedt, bij weefselvervormingen die in de praktijk veel voorkomen. Een echte Eindhovense vinding dus, zegt Oomens, die zich sindsdien heeft ontwikkeld tot een internationaal gelauwerd onderzoeker op dit gebied. Zijn hoogleraarschap ziet hij als een

bekroning van zijn carrière, maar zeker niet als eindpunt. “Mijn toekomstdroom, waar ik de komende zes jaar tot mijn emeritaat aan wil werken, is een sensor, die je kunt verwerken in wondverband of nachtkleding, die de conditie van de huid in de gaten houdt. Dat kan onder meer door lactaten in het zweet te meten; dat is nu al mogelijk. We zouden dat graag aanvullen met metingen van cytokinen, dat zijn stoffen die betrokken zijn bij wond­heling. Die zijn echter lastiger te detecteren, omdat ze in zulke lage concentraties voorkomen. Met zo’n sensor zou je preventief kunnen ingrijpen.” Want ook voor drukwonden geldt: voorkomen is beter dan genezen.

De stadia van decubitus.

the early detection of such an invisible, beginning pressure ulcer is an important research goal for us.” That decubitus can occur so rapidly was a surprise to the researchers as well. Oomens, who in the 1980s obtained a doctorate on this subject as a physicist at the University of Twente, resumed his research into pressure ulcers in the mid-1990s. Together with other researchers including Carlijn Bouten, who is currently head of the Soft Tissue Biomechanics & Tissue Engineering group of which Oomens forms part as well, he demonstrated that cells can be killed even through relatively mild, short-lived compression, without any change in the supply of oxygen or nutrition. “It was thought that decubitus always occurs as a result of so-called ischemic cell death: by compressing the blood vessels, no more oxygen and nutrition can get to the cell. However, that process takes hours rather than just a few minutes, as we saw. So apart from ischemic damage there is another, faster form of damage, which is caused purely by deformation.” For the period until his emeritus status Oomens nourishes further ambitious plans: “My dream for the future is a sensor that you can build into a wound dressing or nightclothes, which monitors the condition of the skin. This can be done among other things by measuring lactates in the sweat; this is possible even today. We would like to add to this option by measuring cytokines, i.e. substances involved in wound healing. Cytokines are more difficult to detect, though, because they occur in very low concentrations. By means of a sensor you could intervene preventively.” For what is true for other disorders applies to pressure ulcers too: prevention is better than cure.


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Op de monitor: in het lab gekweekt spiertje voor onderzoek naar schade door druk en zuurstofgebrek.

Onderzoek | 19


20 | Onderzoek/Research

1 oktober 2015

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Rijden met één pedaal Remmen met het gaspedaal. In elektrische auto’s is dat dé manier om energie te besparen. Door op de motor te remmen, kun je namelijk remenergie terugleveren aan de accu. Afstudeerder Joost van Boekel zocht naar de optimale combinatie van efficiëntie en remgevoel voor dat ene allesbepalende pedaal. Van Boekels studieobject was de Lupo EL, een conventionele Volkswagen Lupo 3L die enkele jaren geleden in het Automotivelab van de TU/e is omgebouwd tot superzuinige elektrische testauto. “De Lupo functioneerde al jaren heel goed”, vertelt de kersverse ingenieur. “Daarom mocht ik in principe niets aan de hardware veranderen.” Gelukkig kun je in moderne auto’s heel veel veranderen zonder dat er een schroevendraaier of soldeerbout aan te pas komt. Door een laptop aan te sluiten op de boordcomputer kun je met een druk op de knop bepalen wat er gebeurt als je bijvoorbeeld het gaspedaal indrukt. Het is zelfs mogelijk om de auto zo hard op de motor te laten remmen als je het pedaal loslaat, dat de echte

rem in de meeste gevallen overbodig is: one-pedal-driving heet dat.” “Alleen bij een echte noodstop heb je het echte rempedaal nog nodig”, aldus Van Boekel. “In principe kun je de Lupo met 4 m/s2 laten remmen op de motor.” Dat is een bijna half ‘g’ - genoeg voor een serieuze remactie, en zelfs te heftig om met het gaspedaal te doen.

Je wil geen kettingbotsingen veroorzaken als je het pedaal te ver op laat komen Daarom beperkte Van Boekel de remkracht van het ‘gas-rempedaal’ tot de helft van die waarde. Hoe hard de auto remt, maakte hij afhankelijk van de snelheid: je wilt op de snelweg geen kettingbotsingen veroorzaken als je per ongeluk het pedaal te ver op laat komen. Bij snelheden van zo’n vijftig kilometer per uur is de remkracht maximaal - voldoende

Home Stretch One-pedal driving Braking with the gas pedal. In electric cars this is the way to save energy. Regenerative braking means you can give brake energy back to the battery. Newly graduated engineer Joost van Boekel searched for the optimal combination of efficiency and brake feel for that one pedal on which everything hinges.

Van Boekel’s study object was the Lupo EL, a conventional Volkswagen Lupo 3L which several years back was converted into a super-economical test vehicle in the TU/e Automotive lab. “The Lupo had been functioning very well for a number of years”, says the new engineer. “That’s why in principle I could not change anything about the hardware.” In modern cars there is fortunately a great deal you can change without needing a screwdriver or a soldering bolt. By connecting a laptop to the board computer, a push on a key allows you to determine what happens when you press the gas pedal, for instance. It is even possible to use the motor to brake the car so hard when you release the pedal, that in most cases the real brake is superfluous: that is called one-pedal-driving.”

Joost van Boekel

om snel af te remmen als er iemand van rechts komt binnen de bebouwde kom. Om het rijden zo zuinig mogelijk te maken - het hoofddoel van zijn afstudeeropdracht - programmeerde Van Boekel een relatief ruime range in de pedaalstand (tussen het gasgedeelte en het remgedeelte) waarin de motor helemaal niets doet, en de auto uitrolt zonder energie te gebruiken. Het effect van zijn one-pedal-drive-systeem: de Lupo rijdt binnen de bebouwde kom 7% zuiniger dan dezelfde auto zonder one-pedal-drive. Bovendien

‘kruipt’ de Lupo niet meer als je vanuit stilstand de rem loslaat een bekend en hinderlijk fenomeen bij (elektrische) automaten. Revolutionair is de oplossing van Van Boekel niet, geeft hij toe. Veel elektrische auto’s remmen al grotendeels op de motor, maar in zijn ervaring overtreft eigenlijk alleen de BMW i3 het rijgemak en pedaalgevoel van de Lupo EL. “En in de BMW zit natuurlijk wel voor miljoenen aan ontwikkelingskosten.” Zijn project is in ieder geval

niet onopgemerkt gebleven. Een verslaggever van de Volkskrant probeerde de Lupo en schreef een groot verhaal, en Van Boekel was te gast bij BNR Nieuwradio en Radio 1 om het principe uit te leggen. Wellicht komt die publiciteit nog van pas bij zijn zoektocht naar een baan. Hoewel hij het liefst naar Duitsland wil - hét autoland bij uitstek. “Ik heb stage gelopen bij Daimler in Stuttgart, en het Duitse leven beviel me wel.” Interview | Tom Jeltes Photo | Rien Meulman

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

“Only in case of a genuine emergency stop do you need the real brake pedal”, says Van Boekel. “In principle you can decelerate by 4 m/s2 in a Lupo by using the motor to brake.”

pile-up when you release the pedal too much unintentionally. At speeds of some fifty kilometers per hour the braking force is maximal - enough to brake rapidly for someone coming from the right within the built-up area.

You don’t want to cause a pile-up

In order to make driving as economical as possible - the chief goal of his final project - Van Boekel programed a relatively broad range in the pedal position (between the gas section and the brake section) in which the motor does nothing at all, and the car rolls on without using any energy. The effect of his one-pedal-drivesystem: within the built-up area the Lupo is 7% more economical than the same car without one-pedal-drive. Moreover, the Lupo no longer ‘crawls’ when you release the brake from a standstill – a familiar and annoying phenomenon in (electric) automatics. Van Boekel admits that his solution

That is nearly half a ‘g’ – enough for a serious brake action, and is even too strong to do so by means of the gas pedal. This is why Van Boekel reduced the braking force of the ‘gas-brake pedal’ to half that value. He made the braking force of the car dependent on the speed: on the motorway you don’t want to cause a

is not revolutionary. While many electric cars already largely use the motor to brake, in his experience it is actually only the BMW i3 which exceeds the driving convenience and pedal feel of the Lupo EL. “Of course, the BMW comes with many millions of research costs under the bonnet.” Anyway, his project has not gone unnoticed. A reporter from the Volkskrant tested the Lupo and wrote a big story about it, and Van Boekel was a guest at BNR Nieuwsradio and Radio 1, where he explained the principle. Perhaps that publicity will come in handy in his search for a job. Although he would really prefer to go to Germany - the pre-eminent country for cars. “I did a traineeship at Daimler’s in Stuttgart, and I rather liked the German way of life.”


Student | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Text | Judith van Gaal Photo | Bart van Overbeeke

Ben je besluiteloos over je studierichting of heb je vragen over je toekomstige werkveld? Dan kun je vanaf nu met je vragen ook terecht bij een TU/e-alumnus. De universiteit is onlangs begonnen met het Alumni Coach Network, een online community waarbij masterstudenten en jonge alumni aan ervaren alumni worden gekoppeld. Tijdens de Graduate School Week kregen beide doelgroepen uitleg.

Alumni als coach voor studenten

Zal ik het bedrijfsleven ingaan of ga ik voor een promotietraject? Welke vakken kan ik het beste kiezen en welke vaardigheden zijn belangrijk op de arbeidsmarkt? Vragen waar veel studenten mee zitten. Bij Scheikundige Technologie is in maart een pilot gestart waarbij alumni als vraagbaak dienen voor studenten en ze helpen bij hun carrière-oriëntatie. Die pilot is nu TU/e-breed uitgerold. Het Alumni Coach Network richt zich op masterstudenten, PDEng-trainees, promovendi en jonge alumni (maximaal drie jaar geleden afgestudeerd). Via de online community (tue.nl/coachnetwork) maken zij zelf een keuze uit de alumni die zich online als mentor hebben aangemeld. Studenten hoeven daarbij niet te kijken binnen hun faculteitsgrenzen. De alumnus coacht de ‘mentee’ volgens afspraken die ze onderling maken.

studeren en te gaan werken met een ingenieursdiploma op zak. Het Alumni Coach Network is een laagdrempelige manier om alumni als coach in te zetten voor onze studenten”, aldus De Kort.

Volgens Ingrid de Kort, senior communicatieadviseur Alumni Relaties, was het idee van het Alumni Coach Network al eerder geboren, maar kreeg het vastere vormen toen vorig jaar het projectteam Coaching, guidance & professional skills binnen de opzet voor de Graduate School van start ging. “Alumni zijn waardevolle ambassadeurs die de nieuwe generaties studenten - dus de toekomstige ingenieurs - kunnen inspireren. Zij weten als geen ander hoe het is om aan de TU/e te

Ard Koeken is een van de alumni die zich eerder heeft aangemeld als coach, bij de pilot. Hij studeerde van 1997 tot 2003 Scheikundige Technologie, deed aansluitend een promotietraject en van 2007 tot 2009 was hij postdoc-onderzoeker aan de TU/e. Hij werkt nu als research engineer bij Dow Chemical. Koeken: “Het leek me erg leuk om te doen; voor de afwisseling en om mijn ‘mentorkant’ te ontwikkelen. Ik heb altijd binding gehouden met de academische wereld en ben geïnteresseerd in wat studenten

Student Ria Sijabat in a video conference with her coach Ard Koeken.

Can’t seem to make up your mind on what study course you should follow? Questions about your future career? From now on you can ask alumni for help through the Alumni Coach Network, an online community where graduate students and young alumni are linked to experienced TU/e alumni. In the Graduate School Week, held last week, both groups could learn more about the network.

Alumni as coaches for students

Vorige week, tijdens de Graduate School week, waren er voor zowel alumni als studenten workshops. Studenten leerden hoe ze een goede coach kunnen vinden en hoe ze een afspraak met hun coach kunnen voorbereiden. De ervaren alumni leerden hoe ze het beste kunnen coachen.

“Coach helpt me bij moeilijke beslissingen”

Should I enter the business world or go for a PhD? What are the best

Ria Sijabat is een van die twee studenten. Ze koos Ard Koeken als mentor omdat hij ervaring heeft als promovendus en postdoc in de ‘wetenschappelijke wereld’ en nu actief is in het bedrijfsleven. “Ik twijfel tussen een wetenschap-

pelijke carrière of gaan werken in een bedrijf. Dat vind ik een erg moeilijke beslissing en Ard helpt me stap voor stap om te bedenken wat ik zelf wil in plaats van te kijken naar waar mensen me goed in vinden. Een van die stappen was aanschuiven bij een bedrijfsdiner en ik heb ook met mijn professor gesproken. Het belangrijkste doel is om zoveel mogelijk voor- en nadelen op een rijtje te zetten van

het bedrijfsleven ingaan of te promoveren. Omdat Ard in Terneuzen woont, hebben we vooral via videoskype contact gehad. Het mentorprogramma heeft me meer opgeleverd dan ik had verwacht. Zo heeft Ard me met mijn cv geholpen en hij heeft me goed op weg geholpen met nadenken over wat ik wil.”

courses for me and which skills are important in the job market? These are the types of questions almost all students ask themselves at one time or another. In March, the Department of Chemical Engineering and Chemistry launched a pilot project in which alumni serve as a resource for students and help them in their career orientation. The pilot has now been rolled out to the rest of TU/e. Through an online network (tue.nl/coachnetwork), students can choose from the alumni who

have registered online as a coach. The alumnus coaches the student according to agreements they’ve made together. According to Ingrid de Kort, senior communications advisor for Alumni Relations, the idea for the Alumni Coach Network was conceived a while ago but the concept gained momentum last year with the start of the Graduate School’s Coaching, Guidance and Professional Skills project team. “Alumni are valuable ambassadors who can inspire new generations

of students - our future engineers. They know better than anyone what it’s like to study at TU/e and to go out into the work world with an engineering diploma. The Alumni Coach Network is an accessible way to use alumni as coaches for our students.”

beweegt. Ik heb nu verschillende keren contact gehad met twee studenten en heb het idee dat ik ze goed op weg heb kunnen helpen.”


22 | Zoom in

1 October 2015

When home is where your heart is Text | Angela Daley Photos | Bart van Overbeeke What do university students, soldiers and a 12-year old at summer camp all have in common? They are all at risk for experiencing homesickness - a melancholy sense of nostalgia that can overtake anyone when they’re far from home. For students like Industrial Design undergraduate Lorenzo Giunta (21) homesickness is something that’s become almost an integral part of his daily life: “I really hate living in the Netherlands. Mostly, I miss my family but I also miss Italian food and our sense of community.”

For some, the idea of being homesick may seem rather childish. Isn’t that something we only feel when we’re very young and missing mama and papa? While it’s true that our first taste of homesickness often occurs in childhood - a sleepover at a friend’s house or a vacation in an unfamiliar place - many adults also experience it and, for some, it can have a profound effect on their contentment, and even health. Homesickness isn’t a modern concept. Literary references go back as far as Homer’s Odyssey, but the modern term - heimweh (heim for home + weh for pain) - was coined in German in the 17th century to describe the feelings of Swiss mercenaries who longed for their homeland while fighting elsewhere in Europe. Much in demand for their skills and bravery, it was said that they were banned from singing Swiss songs on the basis that nostalgia would overwhelm them, leaving them useless.

Missing home at TU/e In the centuries since the Swiss gave us the term, globalization has given us cause to use it more often. Gone are the days when the majority of us live and die in the same hometown. It’s increasingly common to spend our childhood in multiple places, jet off to study in another country and move again and again

as we build our careers. Such a globetrotting life can be exciting but it does have its drawbacks says Emilija Lazdanaite (21) an undergraduate studying Electrical Engineering, “When I first arrived in the Netherlands, I wasn’t happy about not participating in the life going on at home. I was missing my friends and missing the community that we create in Lithuania. And I felt like I was betraying my heritage. Lithuania is so small. I felt like I was taking away from what the country could be by leaving it.” Emilija is a member of Cosmos, TU/e’s international student association. The group regularly organizes student potluck dinners, like they did on Friday, 25 September. When you’re an international student and far from home, gatherings like this aren’t just about hanging out with some friends on a Friday night. They can also be a way to alleviate the occasional bouts of homesickness that flow in and out of their lives, explains Giunta. “I like these events because I like to cook. And it’s always nice to chat with different people and exchange information about where to find certain products (from home, ed.). You build a community and feel like you’re not alone.” Anqi Li (27) is a master’s student in the Industrial Design Department. She was born in China but her family moved to Germany when she was nine years old. She also attended Friday’s potluck dinner and said her occasional longings for

home swing back and forth between two countries: “Depending on the season or the people I’m with, I can feel more homesick for China than for Germany. Right now, it’s the mid-Autumn festival in China and it’s the time for eating moon cakes.” She then quickly adds with a smile, “Oh but I didn’t make those for tonight. They’re WAY too hard to make.”

Homesickness can actually make you sick In the late 90s, Dutch researcher Miranda van Tilburg conducted one of the few studies ever done on homesickness with 231 Dutch women and discovered that it can, indeed, impact the health of those who experience it. According to her paper on the topic, ‘Adults also seemed to be at risk of developing mental (in particular depression) and physical diseases including diabetes mellitus and other such immune related disorders after a move. Homesick persons feel miserable and depressed. They are apathetic and listless. Various minor and major pains and aches are felt, mostly stomach and intestinal complaints, appetite loss, sleep disturbances, crying, and headaches’. Eindhoven-based psychologist Paul Post says those longings could hinder students in their academic lives: “It will undermine your

thoughts. You can’t concentrate. You can’t focus, you’re less capable to socialize, because your thoughts will often be elsewhere. And it can undermine your health physically: fatigue, mood swings, a worse immune system, and so on.” According to a CNN article on the topic, Josh Klapow, a clinical psychologist and associate professor at the University of Alabama’s School of Public Health, explains that homesickness actually isn’t really about home: “It stems from our instinctive need for love, protection and security - feelings and qualities usually associated with home. When these qualities aren’t present in a new environment, we begin to long for them - and hence home.” So, what’s the best way to cope with these longings? How do we fulfill our needs for love, protection and security when we’re far away? Therapist Paul Post is an advocate of using different forms of social media as a way to stay connected with home. “Not only for serious conversations at regular times (via Skype, for example, with your parents), but also on a daily basis by texting, for example, that you’ve been to fitness class and that it was nice to be there. The small talk, chit chat. But I have one important remark: your time on social media has to be in balance with the real time spent in the new environment.” Petar Stoykov (26) of Bulgaria (Department of Mathematics and Computer Science) has only been


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

here for one month but says he knows one thing that will help him cope if and when homesickness hits, “It’s too early for me to get homesick but I know how it will feel if I do. I spent time in the US and

there I missed my language. But at TU/e, I have other Bulgarians that I can talk to. That will help.” Anqi Li thinks you shouldn’t only hang out with other international

students if you really want to combat your heimweh: “Go hang out with the locals. Adapt as much as you can. Go make Dutch friends! That helped me. They take you in.” And Emilija Lazdanaite offers both

philosophical and practical advice for dealing with homesickness: “I think you have to live through it instead of ignoring it. And you have to realize that the place you’re in is temporary. Your life is an experi-

ence and nothing is final. And if you want to be sad, come be sad with us! We’re all homesick at Cosmos!”


Overal waar dagelijks in groten getale mensen komen, raken dingen kwijt. Zo ook aan de TU/e. Cursor speurt de hokken en portiersloges af waar deze kwijtgeraakte spullen terechtkomen. We zijn vooral benieuwd naar het verhaal achter deze eenzame kwijtgeraakte wezen, maar hey: we zijn de beroerdste niet. Als rechtmatige eigenaren hun eigendommen herkennen, zorgen wij ervoor dat je het terugkrijgt. Tips? Mail naar cursor@tue.nl

Waar gevonden: Common Room Metaforum Wat is het: een klokje, toch? Waarom: Dingen kwijtraken is nimmer leuk, maar dit klokje ziet er bijna uit als een erfstuk, gekregen van je opa op zijn sterfbed die nog één keer vertelde van reizen naar de diepe jungles van Indonesië toen hij op een olifant zat en bij de rivier een kindje zag spelen. Plots kwam er een Sumatraanse tijger uit de jungle geslopen en opa verzaakte niet. Hij sprong van zijn olifant af, mikte met dit klokje op een punt tussen de ogen van de tijger, raakte hem en de tijger schrok en sloeg op de vlucht: zo’n klokje dus... Zo’n erfstuk is rijp om getaxeerd te worden bij Tussen Kunst en Kitsch, alhoewel de vinders in de Common Room denken dat het geen klokje is maar een heuse time machine. Er zijn daar zelfs lieden die beweren dat het een truth teller is uit een parallel universum waar een kwade genius met elementaire deeltjes experimenteert, maar dat is vergezocht, toch?

Dream and Dare

Zestig jaar bestaat de TU/e in 2016. Zestig jaar vol dagelijkse kleine en grote dromen en uitdagingen voor de mensen die er stude(e)r(d)en en werk(t)en. Cursor haakt graag aan op het ‘Dream and Dare’-lustrumthema van de universiteit met deze fonkelnieuwe rubriek, waarin TU/e’ers zichzelf en elkaar uitdagen met prikkelende opdrachten.

Tuna Ciudad de Luz Kijk. De heren van Tuna Ciudad de Luz kun je tenminste om een boodschap sturen. Ruim twee weken terug kregen de muzikanten Cursors dare-stokje toegeworpen door de schrijvers van de satirische TU/e-nieuwssite De Slash. Om er gretig mee te gaan lopen. Want de dares op de lijst van Cursor, “die vielen eigenlijk allemaal wel mee”, vindt Bart ‘Diez y Ocho’ van Lith, secretaris van de vereniging. “Misschien kunnen we er wel een páár doen, weet je wat, we doen er zés, dat past mooi binnen het thema.” Bam. Binnen het gestelde tijdsbestek van twee weken pasten die ambities helaas net wat minder mooi. En oh ja, er moest in die periode ook nog een stevig mopje gemusiceerd worden, tijdens het tweedaagse festival Noche de Tuna. Kiezen was dus alsnog het devies - maar dan kiezen de heren tuno’s ook gepást: ‘Maak een moderne, levende TU/e-versie van het schilderij ‘De Nachtwacht’ op een willekeurige locatie op de campus’. “Wij zijn tenslotte zélf de nachtwachten, de mannen die doorfeesten en de avond afsluiten”, verklaart Van Lith. “Effe ploeteren” was het wél, op de zondagavond na twee nachten muzikaal (en vast ook anderszins) doorhalen. Maar met een plaatje van de originele Nachtwacht bij de hand, wat extra verlichting en een hobby-fotograaf binnen de gelederen, was het tafereeltje binnen een uur dan toch vastgelegd - de wapens van Rembrandts originele Nachtwacht vervangen door hun eigen muzikále ‘wapens’, de TU/e-schoorsteen op de achtergrond. Wie denkt dat de grootste uitdaging het in een jurk praten van één der heren was, komt bedrogen uit - daarvoor strikten de heren Ineke Honings, lid van La Tuniña. Nee, het meeste werk schuilde in bestuursvoorzitter Max van Lith, die op de voorgrond poseert als ware hij kapitein Frans Banninck Cocq. “Daar ligt toch de focus op, die moest echt perféct zijn”, aldus broer Bart. Eén dare met verve vervuld - maar helemaal lekker zat het de tuno’s nog niet. Een telefoontje naar het Communicatie Expertise Centrum werd gepleegd, een evenementje verzonnen en zo vond er maandagavond in de markthal een heuse Meet & Greet met ‘de helden van Tuna Ciudad de Luz’ plaats. Met op het grote led-scherm boven de trappen

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis

De spelregels (jawel, dare nummer twee): hún Nachtwacht. Dat het ontmoeten en groeten beperkt bleef tussen de muzikanten en twee verslaggevers van Cursor, mocht de pret geenszins drukken. Twee dares in één klap - kom daar maar eens overheen, beste genomineerden van studentenpaardensportvereniging Concorde. Hup, in het zadel en go!

• heb plezier! • breng jezelf of anderen niet in gevaar • maak niets stuk wat niet van jou is • steel niets • fotografeer (en eventueel ook film) alles, want we willen wel bewijs zien! • vervul je uitdaging binnen de gestelde tijd


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.