Delta TU Delft

Page 15

DELTA. 17 20-05-2010

15

Opinie

Niet doorschuiven maar aanschuiven Opvallend aan de bezuinigingsplannen is het doorschuiven van problemen van de ene naar de andere faculteit, stelt or-lid Joanna Daudt. De bestuurders van de universiteit zouden de komende weken moeten aanschuiven in de kantines om de visie van TU-medewerkers te horen. “Ga in discussie en geniet.” xJOANNA DAUDT De TU Delft moet bezuinigen en we noemen dat herijken. Elke faculteit en elk domein binnen de universiteitsdienst heeft een bezuinigingsopdracht gekregen en we hebben de lijst met besparingsplannen kunnen lezen in Delta 15

van 21 april 2010. Wat opvalt aan de lijst is natuurlijk het ontbreken van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW). We weten nu hoe dit komt. De decaan van TNW vertrekt. Reorganisatiedoelstellingen en bezuinigingen die niet van tevoren bekend waren, zijn een kat in de zak voor een nieuwe decaan. Wat ook opvalt op de lijst is het doorschuiven van problemen. Om maar eens te beginnen met het doorschuiven van Wiskunde naar TNW. Kunt u verzinnen welke problemen dit oplost voor de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI), TNW of de afnemende faculteiten? Welke besparingen zal dit opleveren en welke problemen creëer je hiermee en voor wie? Ook de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) noemt het afstoten van dienstverlenend onderwijs. Zij willen deze activiteit doorschuiven door meer onderwijs in te kopen. Inhuur van derden voelt schijnbaar goedkoop. De vorige organisatieverandering (OOD) heeft niet alleen heel veel gekwalificeerd personeel laten gaan, maar heeft ook, zeker in de

eerste jaren, zeer veel gekost doordat veel externe derden zijn ingehuurd. De baten van deze externe inhuur waren vaak niet duidelijk. Het is nu tijd om ook de kosten en baten van uitbesteed werk opnieuw te herijken. Het is goed mogelijk dat het laten maken van Engelse vertalingen door deskundige en gekwalificeerde medewerkers van de TU goedkoper en effectiever is dan het

De werkvloer heeft u meer te vertellen dan u denkt uitbesteden hiervan aan de Universiteit van Amsterdam. Dit geldt ook voor het geld (ruim een miljoen euro per jaar) dat de TU besteedt aan het inhuren van coaches. Terwijl je voor minder geld ook personeelsadviseurs kunt aanstellen die een veel groter aantal mensen kunnen bereiken en begeleiden en die ook beter op de hoogte zijn van de werkelijke situatie binnen een bepaalde afdeling of dienst. Nog een voorbeeld van doorschui-

ven is de hoeveelheid vierkante meters die sommige faculteiten willen afschuiven (EWI, Industrieel Ontwerpen, Civiele Techniek en Geowetenschappen). Dit levert de TU als geheel niets op. Tenzij je natuurlijk besluit om die ruimtes in te richten als learning centre. In het herinrichten van bestaande ruimtes zijn we als TU de laatste jaren erg goed geworden. Kijk naar de resultaten bij Bouwkunde en bij de bibliotheek. Laten we die expertise gebruiken om een keten van aantrekkelijke learning centres binnen de faculteiten te maken. Nu betekent herijken niet alleen bezuinigen, maar ook het bepalen van kansrijke projecten die op de lange termijn veel geld en inspiratie kunnen opleveren. Hier heb ik nog weinig over gehoord en gelezen. Het is mogelijk dat hiervoor nog te weinig ideeën zijn, maar dat kan veranderen als elke bestuurder weer gaat denken aan de TU Delft en met oprechte belangstelling aanschuift bij de eettafels van de werknemers. Van doorschuiven naar aanschuiven lijkt een kleine handeling, maar is een groots gebaar voor bestuurders

Groen versus Geel Jarenlang groeide het aantal zetels van Oras in de studentenraad. Het komende jaar zijn wij de enige deelnemers aan de verkiezingen. Dit ervaren wij niet als een overwinning van Oras, maar als een verlies voor de studentenraad omdat wij een grote meerwaarde in het meerpartijenstelsel zien. xMICHAEL VAN LITH Wat is de rol van Oras bij het creëren van een meerpartijenstelsel? Een antwoord op die vraag begint bij het democratische karakter van de studentenraad. Studenten moeten zelf kunnen kiezen wie hen het beste vertegenwoordigt, daar ligt ook de noodzaak tot een meerpartijenstelsel. Niet alle studenten zullen achter de standpunten van Oras staan en juist die studenten moeten de achterban vormen van een tweede partij. Die redenering verklaart ook waarom Oras zich niet opsplitst of zelf een tweede partij begint. Een tweede partij moet ontstaan uit stu-

denten die een andere visie hebben dan Oras. Een splitsing van Oras in ‘Oras Groen’ en ‘Oras Geel’ is niets meer dan een kunstmatige manier om een meerpartijenstelsel te creëren. De oplossing ligt bij studenten die het fundamenteel niet met Oras eens zijn. Tegen hen zeg ik: kies ervoor om studenten te vertegenwoordigen die zich niet bij Oras thuis voelen. Oras staat voor de student die, door actief en gemotiveerd

De oplossing ligt bij studenten die het fundamenteel niet met Oras eens zijn te zijn binnen en naast de studie, zichzelf ontplooit. Is het dan wel mogelijk om naast Oras succesvol te zijn in de studentenraad? Er wordt gesteld dat kleine partijen geen schijn van kans hebben en dat de enige oplossing het afschaffen van het partijenstelsel is. Ik zie juist wel kansen voor een partij naast Oras. Kleine partijen kunnen, zoals Paul Rullmann van het college van bestuur ook aankaartte, een duidelijke bijdrage leveren aan de studentenraad. Ik zeg niet dat het makkelijk is. Een tweede kleinere partij kan namelijk niet alle onderwerpen aanpakken en moet dus moeilijke keuzes maken. Bovendien moet de achter-

ban betrokken raken bij de nieuwe beweging. Als dat lukt, heeft een gespecialiseerde partij goede kans om zich in de studentenraad te manifesteren en uiteindelijk uit te bouwen. Terug naar de rol van Oras. Hoewel de oprichting van een tweede partij daar niet onder valt, voelt Oras zich wel verantwoordelijk om bij te dragen aan een klimaat waarin studenten dit kunnen ondernemen. Zo gaat Oras werken om de zichtbaarheid van de studentenraad te vergroten. Daarnaast zal Oras ook essentiële kennis overdragen bij de oprichting van een tweede partij. Het vertrek van een partij is een natuurlijk democratisch proces dat bij een studentenraad hoort. Gedurende het komende jaar is er dan ook veel ruimte voor nog een zodanig proces: het ontstaan van een nieuwe partij. Tot die tijd zet Oras zich met tien personen volop in voor de studentenraad. Studenten moeten ook blijven laten zien dat zij het belangrijk vinden dat hun mening wordt meegenomen, in het bijzonder door de ingrijpende beslissingen die volgend jaar zullen worden genomen aan de TU. Blijven stemmen dus! Michael van Lith is fractievoorzitter van studentenraadspartij Oras.

die snel willen handelen met zo min mogelijk discussie. Een groots gebaar dat een flinke emotionele bonus zal opleveren. Mijn voorstel aan alle bestuurders van de TU Delft is om de komende weken zo veel mogelijk aan te schuiven aan de eettafels in alle kantines die de TU Delft rijk is. Ga in discussie, creëer draagvlak en geniet. De werkvloer heeft u meer te vertellen dan u denkt. De collectieve intelligentie van de universitaire gemeenschap is groot en u kunt heus leren hoe u die optimaal kunt gebruiken. Joanna Daudt, voorzitter Democratisch beleid, de onafhankelijke fractie van de or van de TU Delft.

brieven We bestaan Via deze weg wil ik reageren op het stuk ‘Twijfels over besparingen’ dat is verschenen in Delta 16 van 29 april 2010. Zowel in deze versie als in eerdere versies van Delta, onder meer het stuk waarin de plannen voor de bezuinigingen worden besproken, valt het me op dat de onderdeelscommissie van het OTB volkomen genegeerd wordt. Het is alsof we niet bestaan. Daarom wil ik u erop wijzen dat, ofschoon het college van bestuur (cvb) plannen heeft om ons onder te brengen bij de faculteit Bouwkunde, het OTB op dit moment een zelfstandige beheerseenheid is met een eigen odc. De plannen van het college hebben voor het OTB verstrekkende gevolgen, omdat het onderzoeksinstituut na 25 jaar haar positie als zelfstandige beheerseenheid zal verliezen. Daarnaast wil het cvb dat we fors gaan bezuinigen. Sylvia Jansen (voorzitter onderdeelscommissie OTB).

Verhoog aanvullende beurs De komende verkiezingen zijn bepalend voor de toekomst van de studiefinanciering. GroenLinks, PvdA en D66 willen de basisbeurs afschaffen. PvdA en D66 pleiten voor een leenstelsel, waardoor je na je studie met een schuld van minstens 25 duizend euro wordt opgezadeld. GroenLinks pleit voor een studieheffing, waardoor studenten na hun studie minstens zes procent extra belasting gaan betalen. Beide voorstellen komen neer op een forse rekening na je opleiding. Het aantal studenten zal afnemen, want één op de drie jongeren ziet af van een studie als je alles moet lenen. Waarom de studiefinanciering zomaar overboord gooien? De basisbeurs is bedoeld om studeren minder afhankelijk te maken van je ouders. Voor studenten uit een gezin met een laag inkomen, is er ook nog de aanvullende beurs. Die wordt betaald uit de belastinginkomsten, aangezien iedereen belang heeft bij een goed opgeleide bevolking. Wie later meer gaat verdienen, betaalt meer belasting en die wordt weer gebruikt voor de studiefinanciering. Simpeler kan het niet. Bij een studieheffing en een leenstelsel wordt de rekening voor honderd procent bij de student gelegd. Jongeren uit een gezin met een laag inkomen zullen ervoor kiezen om te gaan werken in plaats van studeren. De kenniseconomie wordt een lege huls. Natuurlijk kan de studiefinanciering wel verbeterd worden. Daarom stelt de SP voor om de aanvullende beurs te verhogen, zodat de toegankelijkheid van het onderwijs nog verder toeneemt. Jasper van Dijk is SP-Kamerlid.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.