Luuk van der Wielen
‘Een duurzame maatschappij tot wasdom laten komen’ Professor Luuk van der Wielen is hoogleraar bioscheidingstechnologie bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW). Hij is tevens bestuursvoorzitter van BE-Basic Foundation, het internationale publiek-private samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van groene technologieën. In 2012 werd hij benoemd tot ‘Distinguished Professor’ omdat hij al jarenlang met veel succes kennis naar de maatschappij weet te brengen. “Ik heb altijd over grenzen heengekeken, van mijn vakgebied, van de universiteit en van de academische wereld.”
Wat is een distinguished professor precies? We kenden al de universiteitshoogleraren, een bijzondere functie voor toonaangevende hoogleraren. Zij krijgen die titel vooral op basis van hun wetenschappelijke kwalificaties en prestaties. Er zijn ook hoogleraren die via een andere route, zoals valorisatie, op een overeenkomstige manier hebben bijgedragen aan de TU Delft en hun vakgebied. Met deze benoeming creëert het College van Bestuur nu dus een vergelijkbare positie van waaruit ik dat meer geformaliseerd kan doen. Hetzelfde geldt trouwens voor professor Sybrand van der Zwaag van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Hij is benoemd tot distinguished professor in de materiaalkunde. Ik zie die benoeming vooral als waardering voor mijn werk op het gebied van de biogebaseerde economie, vanuit mijn leerstoel maar ook leerstoel-overschrijdend, en zowel binnen als buiten de TU Delft.
Hoe breng jij kennis naar de maatschappij? Op verschillende manieren. Een deel van wat ik doe is gericht op onderwijs. In Delft bereiden we jonge mensen van over de hele wereld voor op hun
maatschappelijke carrière, die vaak buiten de wetenschap zal liggen. Zo ben ik al vijftien jaar betrokken bij de ontwikkeling van onze PDEng-opleidingen, de postmasterprogramma’s waarin we trainees opleiden tot ontwerp-specialisten voor de industrie en ander bedrijfsleven. Ik begeef me ook al heel lang op de interface tussen wetenschap, technologieontwikkeling en ontwerp en hoe die in het maatschappelijk veld tot uitwerking kan komen. Via adviescommissies en netwerken neem ik deel aan allerlei projecten, denk bijvoorbeeld aan de vergroening van de Rotterdamse haven. Recent was ik betrokken bij het consortium dat het topsectorenbeleid op het gebied van de biogebaseerde economie in moet vullen. We hebben een programma van in totaal een miljard euro voor vijf jaar opgesteld waarmee we die biogebaseerde economie over de volle breedte kunnen ondersteunen. De industriële partners, die de helft van dat bedrag voor hun rekening willen nemen, zijn zeer enthousiast over de plannen. BE-Basic is trouwens het grootste onderzoeksprogramma ter wereld op het gebied van de biogebaseerde economie. BE-Basic is een belangrijk platform voor valorisatie van Delftse kennis. Dat willen we de komende tijd nog verder
43 | Highlights
professionaliseren, zonder afbreuk te doen aan wetenschappelijke kwaliteit. Ik ben ervan overtuigd dat dat kan.
Dat klinkt als meer dan één dagtaak, klopt dat? Dat klopt wel, ja. Als hoogleraar moet je niet alleen toponderwijs geven, je moet door allerlei hoepels heen om je onderzoeksprojecten gefinancierd te krijgen, dat is al een dagtaak op zich. Als je excelleert in onderzoek, is het vaak niet haalbaar om je ook nog al te zeer met valorisatie bezig te houden. Het is goed dat ik nu voldoende ben vrijgespeeld om dat wel op een professionele manier te kunnen doen. Dan moet je je tijd nog steeds zorgvuldig indelen, maar bij een functie op dit niveau ben je gewoon meer dan veertig uur in de week kwijt als je het goed wilt doen. Dat vind ik ook niet erg.
Je kijkt veel over grenzen heen, zeg je… Onze Delftse innovatie komt meestal op de een of andere manier in het buitenland terecht. Via investeringen van onze industriële partners, via onze afgestudeerden of via internationaal onderzoekstalent dat een tijdje in Delft verblijft. De Nederlandse economie is bovendien voor een belangrijk deel