
1 minute read
Het aanbrengen van lagen
De eerste laag van je kleding moet je direct op je huid dragen. Deze laag moet zowel isoleren als zorgen dat het vocht van je huid weggeleid wordt. Water kan namelijk warmte 25 keer sneller van je lichaam afvoeren dan lucht, dus het is belangrijk dat je kleding het vocht van je huid afvoert.
De tweede laag van je kleding moet meer lucht vasthouden dan de eerste laag en is meestal zwaarder. Meestal heb je een tweede laag voor je torso nodig en niet voor je benen.
Je kunt een derde laag toevoegen voor extra warmte en flexibiliteit, bijvoorbeeld een gebreide wollen trui, fleecejack of lichtgewicht synthetische donsjas. Je kunt deze laag over de eerste en/of tweede laag dragen. Het voordeel van een lichte synthetische donsjas is dat de buitenste stof sneeuw goed afvoert, terwijl sneeuw aan wol en fleece blijft plakken. Je kunt deze donsjas ook alleen over de eerste laag dragen als buitenlaag. Een synthetische donsjas zal ook snel drogen wanneer die nat wordt.
Buitenlaag
Het is belangrijk om een winddichte buitenlaag over je lagen kleding heen te doen. Zo blijft de warme lucht tussen je kledinglagen zitten en houd je de kou buiten. Een buitenlaag beschermt ook tegen vocht en sneeuw en voorkomt slijtage van je thermische lagen.
Je kunt kiezen voor een winddicht materiaal zoals katoen, Ventile of GoreTex. Zorg ervoor dat je jas ruim genoeg is om er meerdere lagen onder te dragen en dat er genoeg ruimte is voor handschoenen, mutsen en andere spullen in de zakken.
Wist je dat?
Een riem kan helpen om warmte vast te houden rond je middel en een ruime kap met een bontrand houdt de warmte rond je gezicht vast.
Voor broeken is het minder belangrijk om ademend materiaal te hebben, omdat je minder snel zweet op je benen. Maar als je lang in de sneeuw moet zijn, is een stevige broek van Gore-Tex een goede keuze. Het is belangrijk dat de broek hoog genoeg zit, zodat je onderrug niet onderkoeld raakt. Bretels kunnen helpen om de broek op zijn plek te houden.

