Transfer 5 (mei 2015)

Page 26

26

opinie

‘Internationa­lisering is nog niet goed doordacht’

Foto: Henriëtte Guest

Het belang van internationalisering is onvoldoende onderbouwd, vindt Robert Coelen. Volgens hem wordt het tijd om duidelijke leeruitkomsten te formuleren.

Mag ik op deze plek eens een heel basale vraag stellen? Namelijk: waar is internationalisering van het onderwijs nou eigenlijk goed voor? We bereiden leerlingen en studenten voor op de samenleving en de arbeidsmarkt van de toekomst, hoor je vaak. Dat klinkt goed en nuttig. Maar daarmee zijn we er nog niet. Wat moeten jongeren precies weten en kunnen als ze uit de collegebanken komen? Op die vraag hebben we nog geen helder antwoord. En dus kunnen we óók niet goed beargumenteren wat het belang van internationalisering precies is. We zijn, kortom, nog nauwelijks gewend om in termen van leeruitkomsten over onderwijs te praten. Daar moeten we iets aan doen. Begin dit jaar heeft staatssecretaris Dekker het Platform #Onderwijs2032 gelanceerd. Een prachtig initiatief, dunkt mij, om de inhoud van het basis- en voortgezet onderwijs nog eens goed tegen het licht te houden. Wat willen we onze jeugd nu precies bijbrengen? En waarom? Dat EP-Nuffic werkt aan een strategische agenda voor 2020 sluit prachtig aan op de plannen van Sander Dekker. Waarom sturen we studenten naar het buitenland? Waarom halen we buitenlandse studenten hiernaartoe?

mei/juni 2015 | transfer

Wat willen we daarmee bereiken? En kunnen we die doelen op een andere manier niet veel efficiënter bereiken? Op al die vragen moeten we helder antwoord kunnen geven, waarbij leeruitkomsten centraal staan.

“Studenten in het buitenland hun Engels laten verbeteren, is dat logisch? Is het niet logischer om al op de basisschool aan die taalvaardigheid te werken?”

Misschien moeten we zelfs rekening houden met wat je “afleeruitkomsten” kunt noemen. Een van onze doelen is om interculturele competenties van studenten te bevorderen. Maar hebben kleine kinderen die niet van nature in huis, net als creativiteit? Dan zou ons doel moeten zijn: zorgen dat ze die competenties niet kwijtraken! Dat het Europees Platform en de Nuffic zijn samengegaan is waardevol, in het licht van deze discussie. Als je internatio­nalisering serieus neemt, kun je het je niet veroorloven om het per onderwijssector te benaderen. Studenten naar het buitenland sturen om hun Engelse taalvaardigheid

te verbe­teren, bijvoorbeeld. Is dat logisch? Is het niet veel logischer en effectiever om al op de basisschool aan die taalvaardigheid te werken – zodat je later in een leercarrière tijd en energie hebt voor andere zaken? Het is een simpel voorbeeld, maar dit illustreert wel waarom het zo belangrijk is dat de onderwijssectoren samenwerken. In Nederland beginnen we kinderen zo’n beetje vanaf hun twaalfde vreemde talen bij te brengen. En wanneer loopt hun taalgevoelige fase ten einde? Als ze twaalf zijn! Zulke dingen storen mij. We roepen allemaal dat we internationalisering belangrijk vinden, maar onderling overleg? Ho maar! Het Platform #Onderwijs2032 en de strategische sessies bij EP-Nuffic bieden een prachtige kans om te formuleren wat nou eigenlijk onze doelen zijn met internationalisering. En hoe we die doelen samen kunnen bereiken. Die kans moeten we grijpen. Nú is het moment om een nieuwe stap te zetten met de internationalisering van het onderwijs.

robert coelen Robert Coelen is lector Internationalisation of Higher Education bij Stenden Hogeschool.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.