Transfer 2, jaargang 21 (nov. 2013)

Page 1

t ran sfe r

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Buddy doorbreekt internationale bubble

2

jaargang 21 | november 2013

edwin van rest (studyportals): ‘wereldwijde transparantie ultieme droom’ |

cultureel verdrag-beurs nauwelijks in trek | amsterdam krijgt technologisch topinstituut | joris luyendijk over zijn buitenlandse studieverblijf


2 Transfer is een onafhankelijk vakblad over internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt acht keer per jaar. Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Zandvliet en Ralph Aarnout Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Alexandra Branderhorst, Xander Bronkhorst, Han van der Horst, Bram Logger, Yvonne van de Meent en Martine Postma Beeld Guy Ackermans, Svetlana Balashova, Caro Bonink, Wiktor Dabkowski/ ZUMApress.com, Roger Dohmen/HH, Guus Dubbelman/HH, Henriëtte Guest, Michel de Groot/HH, Peter Hilz/HH, Nicolas Maeterlinck/ANP, Bart Mühl/ HH, Bart van Overbeeke, Paul van Riel/ HH, Bram Saeys, Alexander Sergunin, Vanoutrioe/HH, Herman Wouters/HH Redactieraad Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Fontys), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam), Joep Huiskamp (TU Eindhoven), Erwin Ploeger (Unesco-IHE) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070-4260126/4260144/4260122 fax 070-4260399 e-mail eheuts@nuffic.nl, azandvliet@nuffic.nl, raarnout@nuffic.nl Website: www.nuffic.nl/transfer Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.nuffic.nl/transfer. Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservice Postbus 681 3500 AR Utrecht tel. 030 – 263 1089 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Verloop, Alblasserdam Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Omslag Nederlandse buddy wijst buitenlandse studente de weg. Foto: Henriëtte Guest Transfer 3, jaargang 21, verschijnt op 19 december

transfer

Schoolvoorbeeld Er zijn genoeg kansen voor internationale studenten op de Nederlandse arbeidsmarkt, vindt Fadli Gunawan. De Indonesische bachelorstudent ­business administration is een schoolvoorbeeld van hoe je die kansen verzilvert. Hij verdiepte zich in de eisen en wensen van Nederlandse werkgevers en begon meteen na aankomst in ons land de taal te leren. Hij deed zijn uiterste best om een stageplek te bemachtigen en dat lukte. “Als je in Nederland een baan wilt vinden, moet je werkervaring opdoen”, weet Gunawan. 70 procent van de internationale studenten wil hier aan het werk, maar slechts 27 procent blijft daadwerkelijk na de studie. De kloof tussen de behoefte van de arbeidsmarkt en het potentieel aan buitenlandse afgestudeerden blijkt groot te zijn. Daarom wordt in november het landelijke actieplan Make it in the Netherlands gelanceerd, waarin maatregelen worden voorgesteld hoe internationaal talent aan ons land kan worden gebonden. Transfer neemt in dit nummer een voorschot op het actieplan en brengt in kaart hoe vier andere Europese landen dit aanpakken. Want niet alleen Nederland worstelt met dit probleem. Maar we kijken ook in eigen land naar de hightech-regio rond Eindhoven, waar een tekort aan technici is. Daar is een aantal initiatieven ontwikkeld om vraag en aanbod van internationaal talent bij elkaar te brengen. Een eerste struikelblok is dat slechts 7 procent van de buitenlandse studenten kiest voor een techniekstudie. Dat percentage zou flink opgevoerd moeten worden. Maar er blijkt ook een aansluitingsprobleem te zijn. Werkgevers in de Brainport-regio geven aan dat internationale studenten vaak de sociale vaardigheden missen om goed in het bedrijf mee te kunnen draaien. Voor veel mkb-bedrijven is het een probleem dat zij geen Nederlands spreken. De taal leren en stages aanbieden zodat buitenlandse studenten werkervaring kunnen opdoen, is daarom een eerste belangrijke stap. Het programma Brabant Talents laat internationale studenten via verschillende activiteiten kennismaken met bedrijven. Zo wordt de stap naar een stage minder groot. Want niet iedere student is zo ondernemend als Fadli Gunawan, die bewust voor een studie en loopbaan in Nederland koos en daarbij zijn eigen weg uitstippelde. els heuts eheuts@nuffic.nl


r

i n hou d

24-42 14–23

10

24

Binding van buitenlandse studenten Hoe zorgt Nederland ervoor dat talentvolle buitenlandse studenten na hun afstuderen hier blijven werken? Die vraag – en alles wat samenhangt met het beantwoorden daarvan – zal de komende tijd in Transfer vaker aan de orde komen. In dit nummer vier artikelen over dit actuele onderwerp. Want wat zijn bijvoorbeeld de ervaringen met buitenlands talent bij innovatieve bedrijven in de technologieregio rond Eindhoven? Hoe binden buddyprojecten studenten aan Nederland? En wat doen andere Europese landen om buitenlands talent te behouden voor hun kenniseconomie?

‘StudyPortals kijkt verder dan Europa’ De Europese studievergelijkingssites van StudyPortals trekken maandelijks meer dan 1 miljoen bezoekers. Maar het bedrijf, dat in zes jaar groeide tot een onderneming met veertig medewerkers, weet nog van geen ophouden. Transfer sprak met oprichter Edwin van Rest over zijn verdere ambities. “Onze ultieme droom is wereldwijde transparantie van universitaire opleidingen.”

Onbekende cv-beurs is heus de moeite waard Studiebeurzen in het kader van culturele verdragen tussen landen – zogeheten cv-beurzen – zijn steeds minder populair. Veel studenten weten niet dat ze bestaan en studenten die dat wel weten, moeten zich door een papierwinkel heen worstelen. Toch breken kenners een lans voor de cv-beurs: “De kans op toewijzing is meer dan 50 procent.”

En verder 2 Colofon en redactioneel  4 Nieuwsberichten en actueel  13 Aanpakken: internationaliseerders aan het werk  27 Sorry? Pardon! over misverstanden in buitenland  28 Amsterdam krijgt technologisch topinstituut  30 Gelezen  31 Onbekend terrein: Joris Luyendijk over zijn buitenlandse studieverblijf


n i euws

dutch days Foto’s: Alexander Sergunin en Svetlana Balashova

Carrière en poëzie. Beide kwamen aan bod tijdens de Dutch Days of Higher Education, afgelopen maand in Moskou, Sint-Petersburg en enkele andere steden. Voor Russische alumni was er gelegenheid om kennis te maken met Nederlandse bedrijven. Het 'Feest der Poëzie' bracht vele Russische studenten en docenten Neerlandistiek bijeen. Een conferentie en matchmaking tussen onderwijs­ instellingen maakten ook deel uit van het drie weken durende programma, waarmee het einde van het Nederland-Rusland-jaar in zicht kwam.

Vingerafdruk tegen fraude bij IELTS IETS, de internationale toetsinstantie voor Engelse taalvaardigheid, zet in de strijd tegen fraude nieuwe middelen in. Van alle kandidaten wordt een foto gemaakt en waar mogelijk ook vinger­a fdrukken genomen. Klanten, waaronder veel Nederlandse hogeronderwijsinstellingen, kunnen in een digitale database de persoonsgegevens verifiëren. De toetsen worden in 130 landen afgenomen. Zo’n 8.000 hogeronderwijsinstellingen wereldwijd stellen, naast een regulier diploma, een IETLS- of

4 | november 2013 | transfer

gelijkwaardig certificaat verplicht voor internationale studenten. Kandidaten worden getoetst op lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid. Aanvankelijk moesten kandidaten zelf een pasfoto aanleveren op hun examendag. Deze foto werd afgedrukt op het behaalde certificaat. Om de mogelijkheid van fraude te verkleinen, maakt IELTS in plaats daarvan nu zelf foto’s op de examendag. In landen waar dit is toegestaan, worden vanaf nu bovendien vingerafdrukken genomen. Klanten van IELTS die de toets als

ingangseis stellen, kunnen de persoonsgegevens verifiëren in een online database. Wie zich niet laat fotograferen of geen vingerafdrukken wil afstaan, kan voortaan geen examen meer afleggen, zo laat IETLS weten. De toetsinstantie, die eigendom is van de British Council, IELTS Australia en Cambridge Language Assessment, houdt zich bij haar nieuwe richtlijn aan Britse privacywet­ geving.  (RA)


1.152

Eenvoudig inloggen bij buitenlandse partners Studenten en medewerkers van de Technische Universiteit Eindhoven hebben in de toekomst geen apart account meer nodig om in te loggen op applicaties van buitenlandse partneruniversiteiten. Dat meldt Cursor, de nieuwssite van de universiteit. Na twee jaar voorbereiding is een succesvolle pilot afgerond waarbij het eigen netwerk is gekoppeld aan dat van technische instellingen in Denemarken, Zweden en Italië, die zich eveneens bezighouden met duurzame energie. Hun gezamenlijke Virtual Campus Hub is bedoeld om aan te tonen dat de technologie er klaar voor is, vertelde Frank Vercoulen van het Onderwijs en Studenten Service Centrum van de Tu/e aan Cursor. “Het is nu wachten op concrete samenwerkingsver-

:

shanghai

e

w

es higher

r a n g l ij s eld t

ldr

a n g l ij

a n g lij s t:

r a n g lijs eld t

st :

Leiden :

Utrecht qs

qs

Groningen st

:

tim

s*

st

es higher

es higher

De drie beste Nederlandse universiteiten in vier verschillende rankings 2013

p o r ta l

Tilburg

Rotterdam tim

u dy

Delft

73

r

ld r

69

tim

re

e

Leiden

Groningen

r

e

:

w

e

r

r a n g lijs t eld

w

w

qs

w

e

w

re

81

shanghai

:

UvA

st :

67

:

st

e

a n g l ij

Leiden

92

r

r a n g lijs t eld

a n g lij

w

ldr

74

shanghai

ld r

74

re

e

Utrecht

re

w

52

w

st

e

a n g l ij

e

ldr

58

re

nieuwsberichten, opiniestukken en columns verschenen er sinds 2008 op www.transfermagazine.nl. Deze website wordt sinds 22 oktober jl. niet meer bijgewerkt en per januari 2014 opgeheven. Nieuws over internationalisering van het hoger onderwijs vindt u voortaan op www.nuffic.nl/actueel

banden in onderwijs en onderzoek die er gebruik van willen maken.” Dat kan bijvoorbeeld door het delen van een elektronische leeromgeving, een samenwerkingsomgeving of een laboratorium op afstand. Het volgen van keuzevakken bij partneruniversiteiten wordt zo eenvoudiger. Karen Ali, hoofd van het Studenten Service Centrum, noemde de Virtual Campus Hub in Cursor een ‘onmisbaar instrument’. Volgens haar wil de TU/e de pilot uitrollen, zodat er een duurzame onderwijsomgeving komt voor structurele samenwerking met andere onderwijsinstellingen. De Virtual Campus Hub kwam mede tot stand met Europees geld vanuit het Zevende Kaderprogramma en medewerking van SURFnet.  (AZ)

u dy

p o r ta l

s*

VU st

u dy

p o r ta l

s*

* Studyportals geeft het oordeel van internationale studenten weer

transfer | november 2013 | 5


n i euws

De beurs van…

Studiepunten voor volgen MOOC

jack obonyo (32)

masterstudent museologie aan de ahk in amsterdam

Wat is jouw achtergrond?

“Ik ben een van de oprichters van het Peace Museum in Kenia, vlakbij Lake Victoria. We hebben een geweldige etnografische collectie. Van votiefbeeldjes tot kleding tot gereedschap. En niet te vergeten een schat aan verhalen van de Kenianen zelf.”

Waarom ben je naar Nederland gekomen?

“Als ik in Amsterdam naar het Rijks ga, zie ik buiten al een lange rij staan. Jullie musea bieden de bezoeker een totaalervaring: je kunt er lunchen of naar de souvenirwinkel, ook als je de collectie zelf niet bekijkt. Het museum staat op die manier middenin de samenleving. Die functie moet ons Peace Museum ook krijgen, met natuurlijk een aansprekende presentatie van ons culturele erfgoed.”

Zitten Kenianen op de Hollandse aanpak te wachten?

“Lake Victoria wordt bevist door Kenianen, Oegandezen en Tanzanianen. De concurrentie op het water leidt vaak tot fricties. Het Peace Museum fungeert nu al als platform om wederzijds begrip te kweken. Je slaat iemand niet zo gauw de hersens in als blijkt dat je gemeenschappelijke culturele waarden hebt, nietwaar. De Hollandse aanpak, waarbij het museum nog nadrukkelijker een samenbindende factor wordt, is dus meer dan welkom.”  (AB) 6 | november 2013 | transfer

Foto: Caro Bonink

Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwikkelingslanden naar Nederland met een NFP-beurs. Wie zijn zij en wat doen zij?

Twee Massive Open Online Courses (MOOCs) van Duitse universiteiten leveren studenten studiepunten op, als zij met goed gevolg het examen afleggen op de betreffende universiteit. Volgens University World News zijn de Universiteit van Osnabrück en de Fachhochschule Lübeck de eerste instellingen die ECTS koppelen aan hun gratis online colleges. Half oktober ging bij de Fachhoch­ schule Lübeck de collegereeks

Fundamentals of Marketing van start, die acht weken duurt en goed is voor vijf ECTS. Volgend jaar april biedt de Universiteit van Osnabrück een cursus Algorithms and Data Structures aan van zestien weken, waarmee zes ECTS te behalen zijn. Iversity, een Duits platform dat ruim twintig MOOC aanbiedt, wil daar in de toekomst veel meer studiepunten aan toekennen.  (EH)

Vrees voor ‘cum laude- inflatie’ in Leiden De Leidse universiteitsraad maakt zich zorgen over de cum laude-regeling bij het eigen university college. De daaraan verbonden voorwaarden zijn volgens de raad aan de lage kant in vergelijking met de reguliere opleidingen, zo staat in een brief aan het College van Bestuur. Daardoor vreest de raad ‘cum laude-inflatie’. Het argument dat de regeling zorgt voor een betere aansluiting op andere Nederlandse university colleges en het internationale systeem, overtuigt de universiteitsraad niet.

Internationaal worden immers meerdere systemen gehanteerd die van elkaar afwijken, zoals dat van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Volgens universiteitskrant Mare is de regeling van het ­university college, dat scores van A tot F toekent, dit jaar al aangepast. Eerst was een gemiddelde van omgerekend een 6,5 of hoger voldoende voor het predicaat ‘cum laude’, inmiddels moet dat een 7,7 of hoger zijn. Bij andere Leidse opleidingen is een 8,5 het minimum.  (AZ)

U-raad EUR spreekt Engels op proef De universiteitsraad van de Erasmus Universiteit vergadert sinds kort op proef in het Engels. De kersverse raad besloot daar in september toe vanwege twee niet-Nederlandstalige leden. Bovendien kunnen andere internationale studenten en staf zo eenvoudiger volgen wat er in de universiteitsraad wordt besproken. Vorig jaar waren er ook al twee internationals lid, maar toen werd een tolk ingeschakeld. Volgens

universiteitsblad EM was destijds de vrees, dat het niveau van de debatten zou afnemen als iedereen zich in het Engels moest uiten. Dat is nu overigens niet het geval als er geen anderstalig lid of publiek aanwezig is. Na drie Engelstalige vergadercycli evalueert de universiteitsraad de proef. Verschillende Rotterdamse faculteitsraden zijn al op het Engels overgestapt.  (AZ)


Onderwijsminister Pascal Smet van Vlaanderen (midden) bij de opening van het academisch jaar in Gent.

Het mag niet de ambitie van Vlaanderen zijn om tot de Europese middenmoot te behoren. Dat staat in het actieplan Brains on the Move, dat onlangs door het Vlaamse kabinet werd goedgekeurd en deze maanden in verschillende provincies wordt gepresenteerd. Het bevat maatregelen om te bewerkstelligen dat een op de drie Vlamingen die in 2020 afstuderen, internationale ervaring heeft opgedaan. En 33 procent daarvan moet afkomstig zijn uit ondervertegenwoordigde groepen. Daarbij wordt vrij soepel gerekend. Waar de EU een minimum van 15 ECTS stelt aan de 20 procent mobiliteit in 2020

die zij nastreeft, neemt Vlaanderen genoegen met 10 studiepunten. Met betere registratie valt al winst te behalen, is het idee. Bijvoorbeeld via een generiek stelsel van mobiliteitsbeurzen, die studenten ook daadwerkelijk stimuleren om naar het buitenland te gaan. Daarnaast wordt een collectief systeem van reis- en bijstandsverzekeringen onderzocht en laat de overheid problematiek rondom stages inventariseren. Universiteiten en hogescholen moeten hun best practices op het gebied van informeren, adviseren en begeleiden breder met elkaar gaan delen. Het is ook de bedoeling dat zij een mobility

window opnemen in hun curricula. Verder is er subsidie beschikbaar voor summerschools of intensieve programma’s en voor het opzetten van joint degrees met buitenlandse instellingen. Er komt een tool om de kwaliteit van partnerschappen te monitoren. Vlaanderen streeft bovendien naar evenwicht tussen uitgaande en inkomende mobiliteit. Dus ook buitenlandse studenten komen aan bod in het actieplan. Een expertgroep moet belemmeringen bij toegang, verblijf en huisvesting in kaart brengen en een quality charter ontwikkelen. Internationale topstudenten hoopt Vlaanderen aan te trekken met beurzen. De hoogte daarvan is nog niet bekend. De overheid trekt er jaarlijks in totaal 750.000 euro voor uit en hoopt dat instellingen hun bursalen geen collegegeld in rekening brengen. Alle inspanningen ten spijt zal de overgrote meerderheid van de Vlaamse studenten niet naar het buitenland gaan. Deze groep moet het hebben van internationalisering van het curriculum, gestimuleerd door studiedagen, ­counselors en een handboek. Het actieplan noemt het verdienen van studiepunten door mee te draaien in een buddyproject als mogelijkheid.  (AZ)

actiegr promotiestud@bursaal_nee

“De faire betaling van PhD studenten in Nederland is een belangrijk argument om talentvolle buitenlandse studenten naar Nederland te halen.” actiegr promotiestud@bursaal_nee

Onze petitie tegen het bursalenstelsel heeft al meer dan duizend handtekeningen! Teken hem hier http://www. ipetitions.com/petition/promotiestudent

en

u -b e r z

cv

Foto: Nicolas Maeterlinck/Belga Photo

Hoe Vlaamse mobiliteit boven middenmoot moet uitstijgen

beurs

deadline

start studie/onderzoek

Zwitserland, studiebeurs

15 nov

okt 2014

Israël, studiebeurs

30 nov

okt 2014

Israël, ULPAN zomerbeurs

30 nov

jul/aug 2014

Duitsland, studiebeurs

1 dec

jun/aug 2014

Duitsland, lang onderzoek

1 dec

okt 2014

Meer informatie op www.wilweg.nl/cv

transfer | november 2013 | 7


n i euws

Beloning voor buitenlandse studiepunten Het Deense ministerie van Onderwijs wil hoger­ onderwijsinstellingen belonen voor uitgaande mobiliteit. Hoeveel buitenlandse studenten zij ontvangen, speelt dan geen rol meer bij de financiering. Dit plan moet de boete vervangen die instellingen nu wordt opgelegd bij een ‘overschot’ aan internationale uitwisselingsstudenten. Sinds 2012 krijgen Deense universiteiten en hogescholen alleen geld voor studiepunten die hun buitenlandse uitwisselingsstudenten hebben behaald, voor zover daar studiepunten van Deense studenten in een ander land tegenover staan. Is het aantal ECTS van de inkomende studenten hoger, dan wordt dit overschot in mindering gebracht op het bedrag voor de instelling.

Het ministerie van Onderwijs wil deze ‘balansregel’ nu schrappen en de financiering volledig baseren op de buitenlandse ECTS van Deense studenten. Dat blijkt uit het eerste deel van een nieuwe internationaliseringsstrategie. Een van de doelstellingen daarvan is, dat meer Denen in het buitenland gaan studeren of stage lopen. In 2020 moet minimaal de helft van de afgestudeerden buitenlandervaring hebben, terwijl dat in 2011 nog 17 procent was. University World News citeert onderwijsminister Morten Østergaard, die zegt dat het huidige model uitgaande mobiliteit niet beloont. Het is niet in het belang van Denemarken om meer gasten binnen te halen, vindt hij, al zullen universiteiten daar misschien anders over denken.  (AZ)

Foto: Peter Hilz

Betere reputatie door internationale wetenschappers

De Radboud Universiteit wil haar internationale reputatie opvijzelen door gerenommeerde wetenschappers uit het buitenland aan te trekken voor een half tot twee jaar. Een private stichting stelt jaarlijks 2 miljoen beschikbaar voor dit Radboud

8 | november 2013 | transfer

Excellence Initiative. Het is collegevoorzitter Gerard Meijer een doorn in het oog dat zijn universiteit niet hoger scoort in de internationale rankings, vertelde hij aan universitair magazine Vox, terwijl er met de kwaliteit niets mis is.

Daarom wil hij buitenlandse wetenschappers aantrekken op voordracht van Nijmeegse onderzoekers die bijvoorbeeld een Vidi- of Vici-subsidie, ERC Grant of Spinoza-premie in de wacht hebben gesleept. Meijer denkt aan twintig postdocs en twee hoogleraren per jaar. Het is de bedoeling dat de eerste begin 2014 arriveren. “Als we vijf jaar verder zijn, hebben we ruim honderd wetenschappers te gast gehad die hier meewerken en publiceren”, aldus de collegevoorzitter in Vox. In het universitair magazine verwijst Meijer naar een vergelijkbaar systeem van de Duitse Alexander von Humboldt Stiftung. “Duitsland had na de Tweede Wereldoorlog niet zo’n beste reputatie”, legt hij uit. “Dit programma is in het leven geroepen met maar één doel: die reputatie te verbeteren. Gerenommeerde wetenschappers werden uitgenodigd in Duitsland onderzoek te doen. Ze kregen taalles en leerden over de Duitse cultuur.”  (AZ)


Foto: Wictor Dabkowski

Europese onderzoekers werken nog weinig samen

Eurocommissaris Geoghegan-Quinn van Onderzoek, Innovatie en Wetenschap (rechts).

Er moet nog heel wat gebeuren voordat er gesproken kan worden van een gemeenschappelijke Europese onderzoeksruimte (ERA). Lidstaten moeten hun onderzoeksbeleid beter op elkaar afstemmen en barrières voor internationale samenwerking wegnemen. Dat concludeert de Europese Commissie in haar ERA Progress Report. Al sinds haar aantreden in 2009 is de vorming van de European Research Area topprioriteit voor Eurocommissaris Máire GeogheganQuinn. Net zoals er in de Europese Unie vrij verkeer is van personen en goederen, moet er in de wetenschap probleemloos internationaal samengewerkt worden. Europese leiders hebben 2014 als deadline gesteld voor de vorming van de ERA. Door

barrières weg te nemen, moet de Europese wetenschap de wereldwijde competitie beter aankunnen en moet verspilling van wetenschapsgeld voorkomen worden. Hoewel er vooruitgang wordt geboekt bij de vorming van de ERA, moet er nog heel wat gebeuren, concludeert de Europese Commissie in haar rapport. Dat er nog maar weinig internationaal wordt samengewerkt, blijkt uit het feit dat slechts 3,8 procent van de nationale onderzoeksbudgetten terecht komt bij onderzoek dat vanuit meerdere lidstaten wordt gecoördineerd. De Europese lidstaten moeten hun bekostigingssystemen en hun onderzoeksbeleid beter op elkaar afstemmen, zodat zij gezamenlijk strategische doelen nastreven, stelt het rapport.

Ook moet het voor onderzoekers eenvoudiger worden om binnen meerdere nationale programma’s tegelijk te werken. Nu nog zijn onderzoekssubsidies veelal aan één land gebonden. Andere aanbevelingen uit het rapport zijn dat onderzoekers eenvoudiger toegang moeten krijgen tot onderzoeksfaciliteiten in andere lidstaten, dat er meer publicaties openbaar toegankelijk worden gemaakt en dat meer academische vacatures centraal worden gepubliceerd. Van de Euraxessvacaturebank wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt. De Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers is volgens de Commissie nog onvoldoende op verdiensten gebaseerd. Dat blijkt onder meer uit het feit dat er nog maar weinig vrouwen senior­f uncties bekleden (anno 2010 slechts 19,8 procent), waardoor veel talent onbenut blijft. Ook concludeert de Europese Commissie dat de nationale investeringen in onderzoek achterblijven. De totale uitgaven aan onderzoek in de EU-lidstaten bedroeg in 2011 niet meer dan 1,47 procent van de totale overheidsuitgaven – het laagste percentage in bijna tien jaar.  (RA)

enda ag

datum

organisator

evenement

locatie

meer informatie

12 nov

Nuffic

And now Africa!

Utrecht

www.nuffic.nl/actueel/agenda

5 dec

ACA

Mobility windows and the internationalisation of the curriculum

Brussel

www.aca-secretariat.be

10 dec

NA-LLL

lancering Erasmus+

Utrecht

www.na-lll.nl/agenda

12 dec

Nuffic en Flanders Knowledge Area

Good practices workshop

Mechelen

www.flandersknowledgearea.be

transfer | november 2013 | 9


i ntervi ew

stu dyportals

-o

pr ic hter

edwi n

va n

r e st

:

Foto: Bart van Overbeeke

‘Onze websites zijn een

tweesnijdend zwaard’ 10 | november 2013 | transfer


Edwin van Rest was zes jaar geleden een pionier met de Europese studievergelijkingssites van StudyPortals. Inmiddels beperkt hij zich niet meer één werelddeel. “De ultieme droom is wereldwijde transparantie van universitaire opleidingsmogelijkheden.”

Het is bijna tien jaar geleden dat Edwin van Rest (31), de Rising Star Award. “Die prijs is een fantastisch destijds student technische bedrijfskunde aan de TU mooie pluim voor mij persoonlijk, maar vooral voor Eindhoven, naar het Japanse Osaka vertrok. “Een mijn team. De EAIE waardeert klaarblijkelijk dat buitenlandverblijf was een verplicht onderdeel van StudyPortals de studiemogelijkheden van studenten mijn studie. ‘Dan maar meteen naar transparanter heeft gemaakt en een land met gewoontes die heel tegelijkertijd de internationale ver van me af staan’, dacht ik. Osaka “We kijken nu voor het promotie van universiteiten effecheeft bovendien een topuniversiteit tiever heeft gemaakt.” en Japanse fabrikanten zijn tooneerst ook naar opleidingen Van Rest herinnert zich hoe het aangevend in mijn vakgebied.” destijds begon. “Eenmaal terug uit Het studiejaar in Japan werd een in Noord-Amerika en Japan werden mijn vrienden heel “levensveranderende periode” en enthousiast van mijn verhalen”, zou een belangrijke inspiratiebron Australië” vertelt hij. “Maar waar ik nog in het vormen voor de oprichting van oude systeem van vijfjarige studies StudyPortals. In 2007, twee jaar na zat, kregen zij te maken met de zijn terugkomst uit Azië, stond Van Rest aan de wieg consequenties van Bologna. Binnen een master van van het bedrijf dat is uitgegroeid tot de ‘Tripadvisor twee jaar kun je niet langdurig naar het buitenland, voor het Europese hoger onderwijs’. vond de universiteit. Als je toch weg wilde, moest je Maandelijks bezoeken meer dan 1 miljoen studenten een hele master in het buitenland gaan doen. Maar uit de hele wereld de verschillende websites van wat voor master dan? En waar dan?” StudyPortals. Die bieden informatie over zo’n Volgens Van Rest wijzen tal van onderzoeken uit dat 40.000 opleidingen van 1.300 universiteiten, maar studenten die keuze bij uitstek online voorbereiden. ook over korte cursussen en beurzen. Het aanbod van “En toch besteden universiteiten nog steeds veel StudyPortals groeit nog altijd. Onlangs kwam er een aandacht en geld aan print.” Dat vindt hij vreemd. portal voor online studies bij, binnenkort volgt er Als vice-voorzitter van de professional section een specifiek voor talenopleidingen. Ook het persoMarketing & Recruitment van de EAIE probeert Van neelbestand van StudyPortals groeit: op het kantoor Rest universiteiten daarom te overtuigen van het nut in Strijp S, de hotspot voor de creatieve industrie in van online marketing. Eindhoven, werken inmiddels veertig mensen. Er zijn acht vacatures. Wat is het geheim van dat succes? Te ‘budgetgedreven’ Toen hij enige tijd student-assistent was bij het Fantastisch mooie pluim International Office van de TU/e zag hij hoe moeiVolgens Van Rest is StudyPortals een tweesnijdend zaam de universiteit contact legde met potentiële zwaard: goed voor studenten én universiteiten. Het studenten in andere landen. “Dan gingen er weer verbaast hem dan ook nog steeds dat grote uitgevers twee medewerkers naar een beurs ver weg. Dat kostte zich nooit in deze nichemarkt hebben gestort. Dat allemaal verschrikkelijk veel tijd en geld en niemand studenten behoefte hebben aan inzichtelijke online wist of dat nu echt resultaat had.” informatie over studiemogelijkheden in het buitenVergeleken met Angelsaksische instellingen is de land, is volgens hem overduidelijk. internationale studentenmarketing van ‘Europese’ Dat zien ook andere partijen. Tijdens een confeuniversiteiten volgens Van Rest nog te ‘budgetgerentie van de European Association for International dreven’. “Universiteiten kijken eerder naar de kosten Education (EAIE) in Istanbul kreeg Van Rest onlangs dan naar de baten. Ze denken: ‘Ik heb zo veel geld en

transfer | november 2013 | 11


daar ga ik dit, dit en dat mee doen.’ Ik laat dan zien hoe ze het bereik en het resultaat kunnen vergroten, of de kosten verlagen.” “Als je het hele traject van bekendheid bij een potentiële student, via het eerste contact tot en met de uiteindelijke inschrijving goed in beeld hebt, weet je welke marketinginstrumenten werken en welke niet. Online is alles te meten. Als iets niets oplevert, hoef je daar ook geen geld meer in te steken.” De ondernemer denkt overigens dat studenten wel degelijk behoefte blijven houden aan het persoonlijke contact dat universiteiten nu bieden via internationale beurzen. Hij is er alleen van overtuigd dat zulke face-to-face ontmoetingen in de nabije toekomst ook virtueel zullen plaatsvinden. Zijn websites spelen daar al op in door te experimenteren met chatsessies en webinars.

Commerciële motieven Met StudyPortals geeft Van Rest universiteiten een instrument om de online marketing te verfijnen. Universiteiten betalen het bedrijf op basis van resultaat: geïnteresseerde studenten die zich via de websites van StudyPortals melden. Door extra te betalen kunnen universiteiten zich extra profileren, bijvoorbeeld met een logo. De vraag rijst in hoeverre Van Rest nog gedreven is door idealen en in hoeverre door commerciële motieven. Waarom probeert zijn bedrijf bijvoorbeeld studenten te verleiden zich te registreren? Gaan universiteiten straks persoonlijke advertenties sturen? “Dat zou kunnen, maar het zal op onze site altijd duidelijk zijn wie de afzender van een boodschap is. Ons doel is vooral de dienstverlening aan studenten te verbeteren. Databases met gegevens over onze bezoekers kunnen daarbij helpen.” Van Rest vertelt over een enquête die het bedrijf dit jaar heeft gehouden onder de eigen medewerkers. “Iedereen bleek te vinden dat StudyPortals er in de allereerste plaats is om studenten te helpen bij de belangrijke keuzes die zij moeten maken. We zouden meer geld verdienen als we onze prijzen verhoogden tot het niveau van die van Google of van de agenten die worden ingeschakeld. Of als we geen gratis listing (gratis vermelding op websites, red.) meer aanboden.”

Heel andere doelgroep Europa is inmiddels te klein geworden voor StudyPortals. Onlangs begon Van Rest een nieuw platform voor online studies, met als partners de EADTU (het Europese netwerk voor open en flexibel hoger onderwijs), de ICDE (de internationale raad

12 | november 2013 | transfer

voor onderwijs op afstand) en Unesco. Meer dan 250 instellingen hebben zich al aangesloten. “Die markt groeit enorm snel. We kijken nu voor het eerst ook naar opleidingen in Noord-Amerika en Australië waar dit type onderwijs al veel verder ontwikkeld is. We werken aan onze ultieme droom: wereldwijde transparantie van universitaire opleidingsmogelijkheden.” Van Rest is niet bang dat de nieuwe site gaat concurreren met de bestaande sites. “Het gaat hier om een heel andere doelgroep. We mikken niet op de traditionele 22-jarige student die een buitenlandervaring zoekt. Distance learning is vooral interessant voor wat oudere mensen die naast een baan willen studeren. Maar ook jongeren uit de opkomende middenklasse in Engelstalig Afrika tonen belangstelling. Die zouden niet snel naar de VS of Europa kunnen komen.” Een portal voor talenopleidingen is in de maak. Volgens Van Rest past dit initiatief in een trend waarin universiteiten eisen dat studenten vóór het begin van hun studie deficiënties wegwerken. “Universiteiten zeggen nu tegen Chinese studenten: kom een paar maanden eerder om je IELTS-score te verhogen.” Maar de nieuwe portal moet ook het leren van de lokale talen onder de aandacht brengen. “Dat is van groot belang voor de binding van studenten met het land waar ze studeren.”

Leermeester Ook Van Rest ziet hoe studenten in het buitenland vaak weinig meekrijgen van de lokale samenleving. “Zelf vinden ze dat niet eens zo’n probleem, als ik zo de ervaringen op onze sites lees. Maar als je wilt dat topstudenten en -promovendi in Europa blijven, zul je wat moeten doen aan de sociale integratie." Van Rest herinnert nog eens aan zijn eigen buitenlandervaring. “In Japan werd ik onder de hoede genomen door een sempai, een oudere student die een soort mentor of leermeester voor me was. Dat past misschien niet in de Nederlandse cultuur, maar je kunt wel denken aan gemengde introducties en activiteiten van studentenverenigingen die het contact met Nederlanders aanmoedigen.” Met instemming nam Van Rest dit jaar kennis van het SER-voorstel om meer internationaal talent te behouden en aan te trekken. “Nederland mag best wat hoger van de toren blazen. We hebben hier heel goede en aantrekkelijke opleidingen voor buitenlandse studenten, maar elders in de wereld weten ze dat vaak niet. Kijk, als je naar Harvard kunt, moet je natuurlijk naar Harvard gaan. Maar voor de league daaronder ben je in Nederland echt veel beter uit.”

xander bronkhorst


a a n pakken

‘DS- en ECTS-label

zijn een basisvoorziening’

Fred Jonker is een van de zes Bologna-experts die

het land om instellingen te adviseren over het

moeten alle hogescholen en universiteiten voldoen aan de kwaliteitseisen van het diplomasupplement. Een groot aantal instellingen blijft dus in gebreke. Daar is nog heel wat werk aan de winkel”, vertelt Jonker.

diplomasupplement en ECTS, vertelt hij in deze

Terughoudend

het hoger onderwijs telt. Hij reist regelmatig door

Foto’s: Guy Ackermans, Paul van Riel/HH, Michel de Groot /HH

aflevering van de rubriek Aanpakken.

Studenten zo goed mogelijk informeren over de inhoud van hun opleiding. Dat vindt Fred Jonker, beleidsmedewerker informatievoorziening bij Wageningen Universiteit, heel belangrijk. Het heeft ook duidelijk raakvlakken met zijn werk als Bolognaexpert, waar Jonker op jaarbasis ongeveer tien dagen voor beschikbaar heeft. “Ik zit vooral aan de praktische kant en houd me bezig met de implementatie van het diplomasupplement – het DS - en ECTS”, legt hij uit. Het diplomasupplement en het European Credit Transfer System (ECTS) zijn belangrijke instrumenten in het Bolognaproces dat in 1999 van start ging, met de bedoeling om de nationale hoger­ onderwijssystemen van een aantal Europese landen op elkaar af te stemmen en transparant te maken. Instellingen die deze twee zaken goed op orde hebben, kunnen twee kwaliteitskeurmerken aanvragen: het DS- en het ECTS-label. Tot nu toe hebben alleen de universiteiten van Wageningen en Groningen beide labels weten te bemachtigen. Zes andere instellingen beschikken over het keurmerk voor het diplomasupplement. “Volgens de wet

“Veel mensen denken dat ECTS alleen een systeem is waarmee studiepunten die elders zijn behaald, kunnen worden erkend. Maar het is veel meer. Het beschrijft de leeruitkomsten en de inhoud van alle opleidingen in het Engels. Hetzelfde geldt voor het diplomasupplement. Het gaat dus over je hele onderwijsorganisatie. In mijn ogen is het een basisvoorziening.” Jonker denkt dat de labels te lang in het hoekje van internationalisering hebben gezeten. “Instellingen zagen het belang er niet zo van in en waren daarom terughoudend." Maar dat is aan het veranderen. “Sinds de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie, de NVAO, veel aandacht besteedt aan leeruitkomsten en dat bij accreditaties aan de orde laat komen, is er veel meer interesse.” Het is uiteindelijk Brussel dat de aanvragen voor een label beoordeelt. Het Bolognateam, dat uit zes experts bestaat en twee student-leden telt, bekijkt de aanvragen van tevoren, geeft advies en stelt verbeteringen voor. “Veel van mijn collega’s zijn internationaliseerders. Ik kom uit de hoek van de informatievoorziening en dat is een goede mix. Ik vind het leuk en belangrijk om instellingen hierover te informeren en fungeer graag als vraagbaak.”

els heuts transfer | november 2013 | 13


Foto: Roger Dohmen/HH

b i n di ng

bu iten l an dse

stu d e nte n

Een Iraanse student luchtvaartonderhoudstechniek aan het werk in het Aviation Competence Center op Maastricht Aachen Airport.

n i et

alleen

stu di e

b epa alt

ba a n ka n s e n

k e n n iswe r ke rs

‘Wij hebben ­behoefte

aan assertieve werknemers’ Meer internationaal talent aan Nederland binden, zoals het kabinet wil? Het lijkt een koud kunstje: 70 procent van de buitenlandse studenten wil na de studie blijven en innovatieve bedrijven zitten te springen om kenniswerkers. Toch is het zo eenvoudig niet, leert de ervaring in de technologieregio rond Eindhoven.

14 | november 2013 | transfer


“Wij hebben weinig openstaande vacatures, maar we binden, zodat de investeringen in hun studie ten moeten wel steeds meer moeite doen om geschikt goede komen aan de Nederlandse economie. Dat lijkt personeel te vinden”, vertelt Frank Leermakers, een koud kunstje, want 70 procent van de internaexpert human resources bij Bosch Nederland. Bosch – tionale studenten wil graag hier aan de slag, terwijl niet te verwarren met het bedrijf dat onder dezelfde maar 27 procent daadwerkelijk blijft. Een kwestie naam consumentenelektronica produceert – heeft van internationaal talent in contact brengen met in Nederland negen technologiebedrijven, waarvan bedrijven. Of niet? er vijf in Brabant staan. Zij produceren onder meer De werkelijkheid is een stuk weerbarstiger, leert auto-onderdelen, verpakkingsmachines en bewade ervaring in Brabant. Bedrijven als Bosch zoeken kingssystemen. Wereldwijd heeft het Duitse techvooral werktuigbouwers, elektrotechnici en ict’ers en nologieconcern 300.000 medewerdie studies zijn onder internationale kers; bij Bosch Nederland werken studenten nog minder in trek dan ongeveer 4.000 mensen. “Het gat tussen wat bij Nederlandse studenten. Bijna de Voor staffuncties zijn genoeg helft van de buitenlandse diplomagekwalificeerde Nederlanders te internationale studenten studenten volgt een economische vinden, maar de 150 tot tweerichting, slechts 7 procent kiest honderd technici die jaarlijks bieden en wat werkgevers voor techniek. Yvonne van Hest, nodig zijn, moet Bosch deels uit programmamanager bij Brainport het buitenland halen. “Een op de verwachten, is erg groot” Development, vindt het opvoeren drie technische vacatures zal via van het aantal internationale de internationale weg opgevuld techniekstudenten dan ook een moeten worden”, schat Leermakers. Bosch trekt belangrijk speerpunt. “Ik hoop dat er in Make it in the ingenieurs uit Spanje, Turkije en Ierland aan. “Maar Netherlands een streefpercentage staat. Van mij mag soms ook uit Taiwan en Noord-Amerika. We moeten dat 14 procent worden, liever nog 21 procent.” steeds meer investeren om deze vacatures vervuld te Het vergroten van het aandeel techniekstudenten krijgen.” belooft vooral een uitdaging te worden voor het hbo, want Engelstalige techniekprogramma’s zijn daar Weerbarstiger schaars. “De masteropleidingen van de TU’s trekken Bosch hoopt daarom, net als andere Brabantse highredelijk veel buitenlandse studenten, maar hogetech-bedrijven, vaker een beroep te kunnen doen op scholen werven nauwelijks internationaal techniekhet internationale talent dat in Nederland studeert. talent”, weet Frank Leermakers. Brainport Development, de ontwikkelingsmaatschappij die samen met bedrijfsleven, overheden Afwachtend en (hoger)onderwijsinstellingen de technologieMarjolein Schooleman, beleidsadviseur van het regio rond Eindhoven wil versterken, probeert met college van bestuur bij Avans Hogeschool, geeft het programma Brabant Talents [zie kader] vraag dat ruiterlijk toe. “Het gros van onze internationale en aanbod van internationaal talent bij elkaar te studenten volgt een business- of finance-opleiding. brengen. Het programma wordt gesubsidieerd door Maar we zijn een paar jaar geleden begonnen met de provincie Noord-Brabant, de vijf grote Brabantse twee Engelstalige techniekopleidingen: sustaigemeenten en de Kamer van Koophandel. Het loopt nable energy en maintenance. Die programma’s zijn vooruit op het landelijke actieplan Make it in the ontwikkeld in overleg met het bedrijfsleven in WestNetherlands dat volgende maand wordt gelanceerd. Brabant. Ze sluiten naadloos aan bij de economische In dat actieplan worden maatregelen voorgesteld speerpunten in deze regio.” Avans werft voor deze om meer internationaal talent aan Nederland te techniekstudies in de BRIC-landen, maar het loopt

transfer | november 2013 | 15


Foto: Bram Saeys

nog niet storm. “We zijn ook net begonnen”, relativeert Schooleman. “Zoiets heeft tijd nodig.” Maar ook als er internationaal meer techniektalent wordt geworven, is het aansluitingsprobleem nog niet opgelost. Zo missen de internationale stagiairs bij Bosch volgens Leermakers vaak de sociale vaardigheden die nodig zijn om je te handhaven in het bedrijf. “Internationale studenten komen meestal uit een hiërarchische cultuur. Ze zijn vaak afwachtend, nemen geen initiatief. Wij hebben juist behoefte aan assertieve werknemers die voor hun mening durven uit te komen.”

“Het gat tussen wat internationale studenten te bieden hebben en wat werkgevers verwachten, is erg groot”, beaamt Jenny Krebbers, tot voor kort afdelingshoofd bij Kennisklik, de kennistransfer-organisatie van de Universiteit van Tilburg. Kennisklik zet studenten via stages en adviesopdrachten in bij bedrijven en non-profitorganisaties. Voor internationale studenten die hier willen blijven, is werkervaring broodnodig. Daarom heeft Krebbers regelmatig geprobeerd internationale studenten te plaatsen bij werkgevers die met een vraag aankloppen bij Kennisklik.

‘Genoeg kansen voor internationale student’ “Veel internationale studenten vinden

Het bedrijfje is nog in de opstartfase

tuur. In Indonesië bepalen sociale en

een stage niet nodig, omdat ze in hun

en heeft Gunawan in de arm genomen

etnische afkomst de verhoudingen op

eigen land ook geen stages kennen.

om de online-marketing op te zetten.

de werkvloer. Er zijn allerlei omgangs-

Maar als je in Nederland een baan

Dat hij uit Indonesië komt is een

regels waardoor je je niet vrij kunt

wilt vinden, moet je werkervaring

mooie bijkomstigheid, want WithLocals

uitspreken. Die belemmeringen heb je

opdoen”, weet Fadli Gunawan. De

richt zich op Zuidoost-Azië.

in Nederland niet.”

Indonesiër volgt een bachelorpro-

Gunawan vond het niet heel moeilijk

Hij verdiepte zich goed in eisen en

gramma business administration aan

om een stageplaats te vinden. “Ik

wensen van Nederlandse werkge-

de Universiteit van Tilburg en heeft

heb ongeveer tien sollicitatiebrieven

vers en begon bijvoorbeeld meteen

zijn uiterste best gedaan voor een

geschreven en mijn cv op internetsites

na aankomst in Nederland de taal

stageplaats. Het is gelukt. Hij werkt

geplaatst. Ik kreeg bijna overal goede

te leren. Zijn boodschap voor andere

drie dagen in de week bij WithLocal.

reacties. Werkgevers gaven ook seri-

internationale studenten: “Als je

Deze organisatie wil reizigers in vakan-

euze feedback op mijn sollicitaties.”

goed weet wat je wilt, zijn er in

tielanden in contact brengen met de

De Indonesiër koos bewust voor een

Nederland kansen genoeg. Je moet

lokale bevolking, zodat die een graan-

studie en loopbaan in Nederland. “Ik

zorgen dat je iets extra’s te bieden

tje mee kan pikken van het toerisme.

hou van de open Nederlandse cul-

hebt.” (YvdM)

16 | november 2013 | transfer


“Dat was een moeizame aangelegenheid”, verzucht ze. “Je loopt tegen cultuurverschillen en taalproblemen op. Internationale studenten spreken over het algemeen geen Nederlands en dat is voor veel mkb-bedrijven in deze regio een probleem. Het is een keer gelukt met een Canadese studente die vloeiend Engels sprak. Maar een plaats vinden voor een Chinese student die moeite heeft zich in het Engels verstaanbaar te maken, is lastig. Chinese studenten knikken ook vaak ja terwijl ze niet echt begrijpen wat er wordt gezegd. Dat is een cultuurkwestie, maar dat maakt het wel lastig om op de Nederlandse arbeidsmarkt te functioneren.”

Koudwatervrees Internationale studenten die in Nederland willen blijven, zullen de taal moeten leren, vindt Krebbers. “Zij krijgen hier in Tilburg bij binnenkomst een taalvoucher die ze kunnen inzetten om hun Engels te verbeteren, maar ook om Nederlands te leren. Daarvan wordt steeds vaker gebruikgemaakt.” Studenten die naar Nederland komen met het idee dat ze hier willen gaan werken, beseffen volgens Krebbers al dat kennis van het Nederlands essentieel is (zie kader). “Maar we proberen het nut van die taalcursussen nog actiever onder de aandacht brengen, want er zijn ook studenten die pas aan het eind van hun master ineens bedenken dat ze willen blijven.” Om internationale studenten de noodzakelijke arbeidsmarktervaring te laten opdoen, overweegt de Universiteit van Tilburg stages verplicht te stellen. “Maar daarvoor moeten opleidingen dan plaats maken in het programma. Die is er nu vaak niet, zeker niet in de masterfase die maar een jaar duurt, terwijl daar wel het leeuwendeel van de buitenlandse studenten studeert”, stelt Krebbers. “En bedrijven moeten dan wel over hun koudwatervrees heen komen en stages voor internationale studenten gaan aanbieden. Daarom is Brabant Talents zo’n mooi project. Dat brengt bedrijven en internationale studenten met elkaar in contact en dat werkt echt drempelverlagend.” Bij de TU Eindhoven zijn stages al verplicht. Ook kunnen internationale studenten er al langer Nederlands leren. “Dit jaar hebben we voor het eerst een zomercursus verzorgd voor aankomende studenten. Die zat lekker vol”, vertelt Karen Ali, directeur onderwijs & internationalisering van de TU/e. Vorige maand ging verder het CareerCenter van start. Dat doet niet alleen actief aan arbeidsbemiddeling, maar stelt internationale studenten ook in staat de professionele vaardigheden op te doen waar bedrijven als Bosch om vragen.

Brabant talents Het opbouwen van een duurzaam kennisnetwerk waarin bedrijven en studenten elkaar op de juiste manier en op het juiste moment kunnen vinden via een aantal concrete activiteiten, dat is de bedoeling van Brabant Talents. Doelgroepen van het programma, dat in juni van start ging, zijn studenten en werkgevers. Internationale studenten in hun (voor)laatste studiejaar met het profiel ‘engineer’, ‘ict’ of ‘economics & finance’ staan voorop. De werkgevers kunnen grote bedrijven zijn, maar ook het MKB en kennisinstellingen in Brabant. Studenten uit verschillende steden en diverse studierichtingen denken mee over geschikte activiteiten, waarbij studenten kennismaken met het Brabantse bedrijfsleven en direct in contact komen met werkgevers voor stages en banen. Zoals een groot evenement in februari, waar beide groepen met elkaar kunnen speeddaten. Maar ook op kleinere schaal, in de vorm van bedrijfsbezoeken en gastcolleges. Volgend jaar moet het duurzame kennisnetwerk een feit zijn. Blijkt het project succesvol, dan wordt het misschien uitgebreid naar heel ZuidNederland of zelfs nationaal niveau. (AZ)

Erg kort Al tijdens de studie kunnen internationale studenten deelnemen aan netwerkbijeenkomsten, bedrijfspresentaties en loopbaanworkshops. “Ze kunnen bijvoorbeeld leren hoe je je presenteert in Nederland”, vertelt Karen Ali. “Bij ons wordt een zekere assertiviteit verlangd. Het wordt bijvoorbeeld op prijs gesteld als je tijdens een sollicitatiegesprek zelf met vragen komt. Dat zijn Aziatische studenten niet gewend. Daar moet je ze echt attent op maken en ze moeten er ook mee kunnen oefenen. Dat kan in het CareerCenter.” Maar de universiteit gaat nog een stapje verder. Om te voorkomen dat studenten hierheen worden gehaald die het niet redden in de Nederlandse bedrijfscultuur, gebruikt de universiteit bij de selectie psychologische tests om te onderzoeken of de gewenste ‘professional skills’ aanwezig zijn. Ook kijkt de TU naar de ontwikkelmogelijkheden van een student, vertelt Karen Ali. “Want je moet je realiseren dat zaken als ambitie tonen, lef hebben en ondernemend zijn, in het buitenland niet altijd gebruikelijk zijn. Een student moet dat wel tijdens de studie kunnen leren.” Dat is niet voor alle internationale studenten weggelegd, stelt Jenny Krebbers. “Een masteropleiding van een jaar is wel erg kort om Nederlands te leren én werkervaring op te doen. Internationale studenten zijn nooit volledig toegerust voor de Nederlandse arbeidsmarkt. De perfecte match blijft altijd lastig te maken.”

yvonne van de meent

transfer | november 2013 | 17


bu iten l an dse

bu iten l an dse

stu d e nte n

b est

p racti c e s

vo o r

b i n d i n g

De kunst afkijken

concurrenten Niet alleen Nederland wil graag buitenlandse afgestudeerden behouden voor de arbeidsmarkt. Ook landen als Duitsland, Denemarken, Finland en Zweden zijn druk bezig met het thema binding. Wat kan Nederland van hun ervaringen leren?

Analyseer de beleidsplannen en initiatieven die andere landen ontplooien om buitenlandse studenten na hun afstuderen te behouden. Die opdracht gaf Agentschap NL vorig jaar aan Hans de Wit, lector internationalisering aan de Hogeschool van Amsterdam, en Nannette Ripmeester van Expertise in Labour Mobility en I-Graduate. De Wit en Ripmeester kozen voor Duitsland, Denemarken, Finland en Zweden. Duitsland omdat dit land de belangrijkste speler op de Europese arbeidsmarkt is en de voornaamste handelspartner van Nederland. De andere drie omdat ze volgens de onderzoekers qua omvang en ontwikkelingen vergelijkbaar zijn met Nederland. In hun analyse schetsen De Wit en Ripmeester ook enkele best practices. Transfer geeft een voorbeeld uit elk land.

Duitsland: ‘Make it in Germany’ ‘Wist je al dat Duitsland verborgen kampioenen herbergt? Naar schatting 1.200 Duitse ondernemingen zijn wereldleider in hun sector.’ Met feiten als deze proberen onze oosterburen bezoekers van Make-it-in-Germany.com warm te maken voor hun land als walhalla voor internationaal talent. Op de webportal van de overheid staat een korte introductie over onder meer de Duitse cultuur, politiek en keuken (‘Duitsland is meer dan brood en bier’). Daarnaast vindt de bezoeker er een quick check. Die geeft, nadat je enkele vragen hebt beantwoord, oppervlakkig inzicht in je carrièrekansen. Voor mensen die al overtuigd zijn, biedt een stappenplan houvast bij het zoeken van een baan, het regelen

18 | november 2013 | transfer

stu d e nte n

bij

van een werkvergunning, de verhuizing, settling en mogelijkheden voor het gezin. Een overzicht van vacatures mag natuurlijk niet ontbreken op de portal. Duitsland blijkt vooral baankansen in de techniek en de gezondheidzorg te hebben, maar ook treinmachinisten zijn gewild. Verder worden onder meer mogelijkheden genoemd om Duits te leren, zijn er portretten van mensen die het al hebben 'gemaakt’ in Duitsland en kan de bezoeker Duitse instanties in eigen land zoeken. Dat Nederland een voorbeeld kan nemen aan deze portal, blijkt al uit de naam die de SER koos voor zijn advies omtrent binding van buitenlandse studenten: Make it in the Netherlands. www.make-it-in-germany.com

Denemarken: bedrijven aan zet Lego, Maersk, Carlsberg en Arla zijn enkele van de achttien grote bedrijven die in Denemarken het initiatief hebben genomen om buitenlandse brains aan te trekken en te behouden. Dit Consortium for Global Talent doet dat door de omstandigheden voor kennismigranten en hun gezinnen te verbeteren. Denemarken moet een van de beste plekken worden om te wonen, werken en studeren. Het consortium volgt de politieke agenda op de voet en neemt actief deel aan politieke initiatieven die relevant zijn voor kennismigranten. Het biedt een digitaal ‘welkomstpakket’ aan: een portal met allerlei praktische informatie en links naar nuttige websites. Een concreet project is ‘Invest in International Interns’. Omdat Deense bedrijven maar weinig buitenlandse stagiairs hebben, zet het gelijknamige rapport op een rijtje welke voordelen die kunnen hebben. De auteurs hopen dat het rapport bedrijven aanmoedigt stageplaatsen aan te bieden aan internationale studenten. Vorig jaar tekende het consortium een verdrag met Danske Universiteter, de Deense evenknie van de VSNU, om gezamenlijk aan zijn doelstellingen te werken. www.consortiumforglobaltalent.dk

Foto: Vanoutrive/HH

b i n di ng


viseerd om studenten te wijzen op vrijwilligerswerk als laagdrempelige manier om werkervaring op te doen in Finland. Bij ‘samenwerking met werkgevers’ wordt het belang van marketing en vaste contactpersonen aan de instelling benadrukt. Door bedrijven en organisaties duidelijk te maken wat de universiteit of hogeschool te bieden heeft, kan samenwerking ontstaan. Bijvoorbeeld in de vorm van een project – de toolkit levert een stappenplan om zoiets op te zetten. www.studentintegration.fi

Zweden: grote recruitmentbeurs

Lego is een van de bedrijven die in Denemarken het initiatief namen om buitenlands talent aan te trekken en te behouden.

Finland: toolkit voor instellingen Valoa is Fins voor ‘licht’. Dat was de naam van een driejarig project, gecoördineerd door de universiteit van Helsinki. Het project had als doel vast te stellen tegen welke problemen internationale studenten in Finland aanlopen en daarvoor oplossingen aan te dragen. Een van de opbrengsten is een toolkit ter onder­­steuning van medewerkers bij hogeronderwijsinstellingen die met buitenlandse studenten werken. Deze toolkit bestaat uit drie delen: integratie, loopbaanbegeleiding en samenwerking met werkgevers. Bij ‘integratie’ valt onder meer te lezen dat kennis van de Finse taal helpt bij het vinden van een baan. Maak het vak Fins onderdeel van het curriculum bij internationale opleidingen, is dan ook een advies. Een ludieke tip is ‘reizen vanuit de leunstoel’, waarbij buitenlandse studenten in het Fins een presentatie geven over hun land van herkomst. Onder ‘loopbaanbegeleiding’ wordt onder meer gead-

Ongeveer 1.500 bezoekers trok Working for Change, een nationale conferentie en recruitmentbeurs in Stockholm vorig jaar. Het waren vooral buitenlandse werkzoekenden. “Tussen 2010 en 2025 verlaat 44 procent van de werknemers in de publieke sector de arbeidsmarkt; dat zijn ongeveer 640.000 mensen. De huidige toestroom is goed voor zo’n 465.000 professionals. Dan blijven er circa 175.000 vacatures open”, rekende Rodrigo Garay uit. Met deze boodschap probeerde sociaal ondernemer Garay studenten te interesseren voor het van origine particuliere initiatief Working for Change. Acht universiteiten sloten zich aan bij de organisatie van het evenement, waarvoor internationale studenten zich gratis konden aanmelden. Deelnemende bedrijven kregen tegen betaling toegang tot hun profielen en konden een afspraak maken met interessante studenten. Ondanks de hoge opkomst was het succes van deze best practice volgens Ripmeester en De Wit matig. Er waren relatief weinig werkgevers aanwezig en veel werkzoekenden zeiden in de discussies dat ze niet of nauwelijks weten hoe ze succesvol werk kunnen zoeken in Zweden. De beurs krijgt dit jaar geen vervolg. Op workingforchange.se/en staat nu informatie over ‘de grootste health, welness & fitness fair van Scandinavië’.

annelieke zandvliet

transfer | november 2013 | 19


b i n di ng

bu iten l an dse

zi n

en

onzi n

stu d e nte n

van

b u d dyp roj e cte n

‘Je hebt mensen nodig

die je verwelkomen’ Als buitenlandse studenten beter geïntegreerd zijn in de Nederlandse samenleving, zullen ze na hun afstuderen sneller hier blijven werken, denkt de overheid. Die verwacht daarom veel van buddyprojecten, waarbij Nederlandse studenten buitenlanders wegwijs maken. Transfer ging kijken bij twee van zulke projecten, in Wageningen en in Utrecht.

Geroezemoes klinkt in de zaal, groepjes studenten voeren geanimeerde gesprekken. Ze zitten aan gedekte tafels waarop kaarsen in lege wijnflessen de sfeerverlichting vormen. De international kitchen die de Wageningse internationale-studentenorganisatie IxESN op 18 september organiseert, serveert dit keer Russische kost. De voertaal is Engels, maar een Nederlandse studente probeert een Colombiaan in het Nederlands ‘eet smakelijk’ te leren. Lachend probeert hij het na te zeggen. Aan veel tafeltjes zitten zogeheten buddy families. Dat zijn groepen internationale studenten, geleid door twee mentoren – de ‘ouders’ – die al wegwijs zijn in Nederland. Meestal zijn dat Nederlandse studenten, maar ook de Chinese Wei Chunyue is momenteel ‘mama’ van een buddy family. Zij begon een jaar geleden met de master Food Technology in Wageningen. “Vorig jaar miste ik mensen om ’s avonds en in het weekend leuke dingen mee te doen”, vertelt ze, terwijl ze de Russische kippensoep weglepelt. Ze raakte bevriend met studiegenote Femke Stolp. Dit jaar zijn ze samen ‘mama’ van een buddy family met ‘kinderen’ uit Frankrijk, China, de VS, Indonesië, India en Griekenland. De International Kitchen in Wageningen. Stolp vindt het erg

20 | november 2013 | transfer

leuk om op deze manier op te trekken met buitenlandse studenten. "Binnen ons groepje ontdekken we hoe dingen in andere landen werken en wat voor gewoontes de mensen daar hebben.”

Kaaskorst Sommige verschillen zijn heel grappig, vinden de studenten. Zo wist niemand dat Chinezen heet water drinken, nooit koud. Ook verbaast het iedereen dat Nederlanders bij het afwassen het sop niet van de glazen en borden spoelen. En de Chinese Zhang Yifan, een van de ‘kinderen’ uit de groep, zorgde laatst voor hilariteit toen ze een stuk kaas had opgegeten met korst en al. “Ik hoorde pas later dat het gele deel plastic was.” De internationale uitwisseling is nuttig, vindt Wei. “De kans dat je later in een internationale omgeving komt te werken, is groot. Het is daarom goed om je nu al bewust te worden van de verschillen in bijvoorbeeld communicatie.” Voor medemama Stolp voelt de buddy family als reizen. “Ik leer telkens nieuwe dingen over andere culturen, en het is fijn dat we erover kunnen praten.” Daarnaast heeft ze dankzij het buddyproject haar vriendenkring uitgebreid. Ook Wei zegt dat het project haar persoonlijk positief beïnvloedt. “Een vriend vertelde me laatst dat ik opener ben geworden.” De buddy’s doen van alles samen: onlangs nog aten ze met zijn twaalven, in augustus zijn ze een dag naar het strand geweest, ze hebben gekanood in Utrecht en zaten een weekend in een blokhut op de Hoge


Foto’s: Guy Ackermans

Veluwe. Het is echt net als een familie, zegt Zhang. “Je bent ver van huis en je hebt mensen nodig die je verwelkomen en helpen. En die je vertellen waar je wat kunt kopen, en of je de korst van de kaas kan eten”, lacht ze.

Niet altijd een steun IxESN – de Wageningse afdeling van het Erasmus Student Network (ESN) – werkt sinds vorig jaar met buddy families. Die worden tijdens de introductie gevormd. De interesse groeit: afgelopen zomer werden veertig groepen ingedeeld, met circa tachtig ‘ouders’ en 650 ‘kinderen’. Daarvan kwamen er uiteindelijk vierhonderd opdagen. De Nederlandse mentoren hebben vaak zelf in het buitenland gestudeerd, vertelt coördinator Jeanne Boekhorst. Zijzelf ook. “Tijdens een Erasmusuitwisseling in het Spaanse Cordoba maakte ik kennis met ESN. Terug in Wageningen miste ik de internationale contacten.” Hoewel buddysystemen op veel plaatsen goed werken, weten ze nog lang niet alle internationale studenten te bereiken. Dat blijkt uit recent onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Van 667 ondervraagde internationale studenten had slechts 15 procent een buddy. Die waardeerden ze met gemiddeld 3,5 punt op een schaal van 5. Niet altijd was de buddy overigens een steun: sommige studenten zeiden in de enquête dat ze er een toegewezen hadden gekregen, met wie ze vervolgens nooit contact hadden gehad. Toch vindt LSVb-voorzitter Jorien Janssen dat iedere studentenstad een buddyprogramma zou moeten

hebben, al moet er volgens haar ook weer niet alleen daarop worden ingezet. “Buddysystemen zijn niet de enige manier om te zorgen dat mensen zich welkom voelen”, zegt ze. Janssen pleit vooral voor meer integratie in het onderwijs. “In de international ­classroom moeten docenten stimuleren dat studenten in gemengde groepen werken. Ook moeten ze inzetten op meer uitwisseling.”

Effectiever Dat laatste vindt ook Tatevik Manuchawan uit de Verenigde Staten. Zij volgde in 2011 enkele vakken aan de Universiteit Utrecht (UU) en meldde zich aan bij het buddyproject BuddyGoDutch, omdat ze de Nederlandse taal en cultuur beter wilde leren kennen. Het werd geen succes. “Je buddy werd automatisch toegewezen en ik had geen klik met de mijne. We hebben elkaar op facebook toegevoegd, maar nooit meer gezien.” Sinds deze ervaring is Manuchawan, inmiddels international liaison officer bij de LSVb, sceptisch over buddyprojecten. “Blijvende vriendschappen maak je tijdens college of bij studentenorganisaties.” Dat merkte ze althans toen ze in Utrecht de master European Law deed en het honours-masterprogramma Young Leaders League volgde. “Bij groepsopdrachten probeerde ik altijd met Nederlanders samen te werken. Zo creëer je vriendschappen, dat is veel effectiever.” Toch zoeken sommige internationale studenten juist bewust contacten buiten hun studiekring. Zoals de studenten die elkaar begin oktober

transfer | november 2013 | 21


“Sommige buddy’s willen vooral bier drinken, maar je kunt er veel meer uithalen”

ontmoeten in bruin café de Nieuwe Dikke Dries in Utrecht. Buiten is het koud, maar binnen is het warm, vol en gezellig. Vanavond is er een ontmoetingsavond voor nieuwe buddykoppels, van studenten die zich hebben opgegeven voor BuddyGoDutch. Dit buddyproject werd vier jaar geleden opgericht door studenten van de UU, de Hogeschool Utrecht (HU) en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) Een van de aanwezigen is de Ier Eoghan Casey, bachelorstudent Liberal Arts & Sciences aan het University College Utrecht. “Op de campus leef je in een soort internationale bubble. Ik wil weten waar de locals naartoe gaan en een indruk krijgen van wat zij doen”, verklaart hij. Een week eerder ging hij naar de speeddate-avond voor buddy’s, waar hij aan de praat raakte met een Nederlandse eerstejaars. Het klikte; beiden waren bovendien blij om tussen de vele meisjes een andere jongen te vinden. Nu zijn ze officieel gekoppeld als buddy’s. Het eerste wat ze samen gaan doen? Naar een biercantus of een rugbywedstrijd.

Veel praten BuddyGoDutch heeft de speeddates voor potentiële buddy’s afgelopen jaar ingevoerd. De kandidaten zitten aan lange tafels, spreken elkaar enkele

minuten, schuiven door en stellen uiteindelijk een topvijf op van buddy’s die hun leuk lijken. “Zo hebben de studenten zelf meer de regie en kunnen ze kijken of er een persoonlijke klik is”, verduidelijkt voorzitter Esmee Luesink, vierdejaars psychologie. Net als bij IxESN groeit het aantal aanmeldingen bij BuddyGoDutch. Waren er bij de start vier jaar geleden vijftig inschrijvingen, dit jaar zijn het er 280: 120 Nederlandse en 160 internationale studenten. Sommige Nederlanders nemen twee buddy’s tegelijk voor hun rekening. Volgens Luesink gaat dat heel goed: “Het kost niet veel tijd en je kunt er zelf invulling aan geven.” In het café begroeten de kersverse buddy’s Kei Igarashi (uit Japan) en de Nederlandse Lianne Blondeau elkaar als verloren gewaande vriendinnen. Kei studeert Games & Interaction Design aan de HKU en wil Nederland beter leren kennen. Blondeau is vierdejaars Communication & Multimedia Design aan de HU. Zij gaat binnenkort tien dagen naar Japan voor haar studie en zocht om die reden een Japanse buddy. Op hun eerstvolgende afspraak gaan ze vooral veel praten, zeggen de twee. En in de toekomst willen ze samen naar concerten en tentoonstellingen. Blondeau: “Sommige buddy’s zijn niet zo geïnteresseerd in cultuur en willen vooral bier drinken, maar je kunt er veel meer uithalen.”

alexandra branderhorst

22 | november 2013 | transfer


o p i n i e

e lco

van

no ort

(tu

delft

):

‘Neem verantwoordelijkheid voor

huisvesting internationals’ Het was een gewaagd besluit, maar het pakt goed uit aan de TU Delft. Sinds de universiteit zich intensiever bemoeit met de huisvesting van internationals, zijn de kosten daarvan omlaag gegaan. Meer instellingen zouden deze stap moeten zetten, vindt Elco van Noort. “Internationale en Nederlandse studenten profiteren ervan én het is goed voor de universiteit.”

“Helemaal tot nul zal het tekort nooit gereduceerd worden, maar dat is ons streven ook niet. Huisvesting van internationals mag wat kosten, vinden we aan de TU Delft. Toch ben ik, natuurlijk, gelukkig dat we het tekort op deze post hebben kunnen terugbrengen van ruim 8 ton in 2009 tot bijna 2,5 ton nu. En dat terwijl het aantal gehuisveste internationals in die periode steeg van 1.200 tot zo’n 1.700. Waarmee onze universiteit inmiddels tweederde van de internationals onderdak biedt. Veel hogeronderwijsinstellingen durven het niet aan om internationals te huisvesten. Het financiële risico bij leegstand is ze te groot – dat laten ze liever bij een corporatie. Die angst is begrijpelijk, maar in wezen ongegrond. Onderwijsinstellingen hebben nu eenmaal beter inzicht in de wensen van hun internationals dan corporaties en kunnen flexibeler inspelen op wisselende aantallen. Bijvoorbeeld door promovendi onder te brengen in woningen die voor studenten bedacht waren. Aanvankelijk werden ook wij zenuwachtig van de verantwoordelijkheid. Maar dat bleek al gauw onnodig. We krijgen steeds beter in de gaten wat internationals belangrijk vinden. De bezettingsgraad van onze woningen en de tevredenheid van de studenten is alleen maar gestegen.”

Foto: Henriëtte Guest

Krokusvakantie “Om die bezettingsgraad te verhogen, hebben we een aantal fikse ingrepen gepleegd. Allereerst hebben we de krokusvakantie verplaatst. Het personeel was gehecht aan de ‘knip’ in het semester. Maar door de

Elco van Noort

vakantie tussen de semesters te plaatsen, kregen we ruimte om wisseling van huurders mogelijk te maken en een bescheiden introductieprogramma te organiseren. Daarnaast zijn we huurders gaan verplichten een heel jaar te huren. En, misschien wel het belangrijkst: in samenwerking met huisvester DUWO zijn we online meer informatie gaan verstrekken over de beschikbare woningen. Eerder wezen we studenten een kamer toe, nu konden we ze laten kiezen. Dat levert veel tevredener huurders op. Niet alleen de internationals, maar ook het imago van de universiteit vaart wel bij de ingreep op de woningmarkt. Als er internationals in tentjes op de stadscamping staan, dan staat dat direct op de sociale media in China en India. Precies wat je niet moet hebben als universiteit. Maar ook Nederlandse studenten profiteren. We willen internationals en Nederlandse studenten zoveel mogelijk gemengd huisvesten. Onze gemengde complexen zijn onder internationals al verreweg het populairst. Op die manier bieden we ook Nederlandse studenten een kans op een echte internationale studietijd in Delft.”

elco van noort Elco van Noort is hoofd Central International Office aan de TU Delft transfer | november 2013 | 23


ac htergron d

a anvrager moet tij dig pl a n n en en veel papi er en r egele n

ma ke n

Cultureel verdrag-beurs

in trek

De papierwinkel waar aanvragers van een cultureel verdrag-beurs zich doorheen moeten ploeteren is berucht. Maar wie doorbijt, heeft vijftig procent kans op succes. Toch vragen steeds minder studenten een cv-beurs aan voor een taalcursus, studie of onderzoek in het

Twee jongeren worden tijdens de Masterbeurs bij een stand van een Deense universiteit geïnformeerd.

24 | november 2013 | transfer

Foto: Bart Muhl/HH

buitenland. “Jammer, zo’n taalcursus geeft echt een boost.”


nauwelijks Op 17 mei 1961 ondertekende minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns een cultureel verdrag met Duitsland. Daarin werd afgesproken dat de beide landen studiebeurzen zouden gaan verstrekken aan elkaars ‘onderdanen’. Ruim vijftig jaar later kunnen Nederlandse studenten en onderzoekers nog steeds zo’n Duitse beurs aanvragen. Hoeveel er worden toegekend hangt af van de kwaliteit van de aanvragen. Dit jaar kregen de tien Nederlanders die hoopten op een beurs voor een langdurig studieverblijf in Duitsland, nul op het rekest. Enkele onderzoekers haalden wel een toelage binnen. Naast Duitsland zijn er nog twaalf landen die beurzen aanbieden. Denemarken, Hongarije, Polen en Zwitserland hebben net als Duitsland niet vastgelegd hoeveel studietoelagen er beschikbaar zijn. Griekenland, India, Indonesië, Israël, Japan, Mexico, Rusland en Tsjechië stellen ieder twee tot tien beurzen beschikbaar, samen 38 per jaar. Hoewel ze allemaal worden aangeduid als ‘cv-beurzen’, zijn de onderlinge verschillen groot. Zo heeft Tsjechië twee toelagen voor Nederlandse studenten die in de zomermaanden een taalcursus willen volgen, terwijl Hongarije ook een volledig PhD-programma van drie jaar financiert. Duitsland heeft bij sommige beurzen specifieke doelgroepen op het oog: kunstenaars en architecten. En Indonesië trekt alleen geld uit voor Nederlandse studenten die zich specialiseren in Indonesische talen, dans of muziek.

Hoge eisen Het aantal aanvragen neemt gestaag af (zie grafiek), voor de Deense beurzen was er dit jaar zelfs helemaal geen belangstelling. Duitsland is met zo’n 25 aanvragen per jaar veruit de populairste bestemming. Petra Bijlsma, programmabeheerder cv-beurzen bij de Nuffic, vindt de dalende belangstelling een raadsel. “Het is een beperking dat de meeste beurzen voor het laatste studiejaar zijn”, weet ze wel. “Hbo-studenten, die dan vaak stage lopen, vallen zo al snel buiten de boot.”

“Cv-beurzen zijn te weinig bekend bij onze studenten”, stelt Klaartje van Genugten, hoofd international office van Fontys. Zij kan zich alleen enkele aanvragen herinneren uit de kunstensector. De timing van de zomerbeurzen vindt ze niet zo gelukkig. Voor Mexico kunnen de hoge eisen meespelen die het land stelt, denkt Bijlsma van de Nuffic. Slechts wie tot de top 5 van zijn vakgebied behoort en een 8 heeft als gemiddeld cijfer, komt in aanmerking voor een beurs van zo’n 420 euro per maand. Bij de Universiteit van Amsterdam zijn de cv-beurzen wel bekend: een op de drie aanvragen kwam dit jaar daar vandaan. Maar het gaat om slechts zestien aanvragen, relativeert Femke ten Bloemendal, coördinator international office bij geesteswetenschappen, die de cv-aanvragen voor de hele universiteit in haar portefeuille heeft. De zomerbeurzen voor taalcursussen komen goed van pas bij opleidingen als Slavische talen en culturen. Daarom zijn de cv-beurzen bij haar faculteit relatief populair, denkt ten Bloemendal. “Docenten wijzen al in het eerste jaar op het belang van die zomercursussen en presenteren ze als een must.” Studenten trekken daardoor tijdig hun plan. “Dat is de crux”, zegt Ten Bloemendal. “Je moet er vlot bij zijn.”

Referentiebrieven Ten Bloemendal helpt studenten door de papierwinkel heen waar cv-beurzen berucht om zijn. De procedure leidt nogal eens tot gezucht, vertelt ze. “Voor een deel gaat het om standaard documenten, maar de aanvraagformulieren verschillen.” Toch denkt Ten Bloemendal niet dat de administratieve rompslomp studenten afschrikt. “De kans op toewijzing is meer dan fifty-fifty, dus is het de moeite waard voor studenten om zich er doorheen te ploeteren.” Arne Duijndam, masterstudent filosofie aan de Radboud Universiteit, herinnert zich hoe hij ‘dozen vol papier’ moest verzenden toen hij een aanvraag

transfer | november 2013 | 25


120 100 80 60

indiende voor India. “Uit jarenlange fascinatie naar de ambassade op die ene dag in de week dat daar voor dat land wilde ik daar het laatste jaar van mijn visa kunnen worden afgehaald. “We hadden toen bachelor doen.” Bij het international office hoorde nummer 112, terwijl ze die dag niet verder kwamen hij over de cv-beurzen. “Daar kreeg ik hulp bij de dan nummer 110. Gelukkig konden we de volgende aanvraag, zoals het regelen van referentiebrieven.” dag alsnog terecht bij de ambassade.” Maar toen de papierwinkel op orde was, ging het feest toch niet door. Duijndam kreeg geen visum Gratis les voor India. De verklaring was nogal obscuur, vindt de De Rusland-reis was alle moeite zeker waard, vindt filosofiestudent: politieke redenen. Duijndam. “We kregen een maand lang gratis les, Deze negatieve ervaring weerhield hem er niet van onderdak en een kleine beurs erbij. Nu heb ik de als masterstudent weer een aanvraag in te dienen basisvaardigheden van het Russisch onder de knie.” voor een cv-beurs. “Een vriend vertelde dat hij een Hij zou andere studenten ook zeker aanraden een zomerbeurs had aangevraagd om aanvraag voor een cv-beurs in te Russisch te leren. Dat leek mij ook dienen. Zelfs voor India. wel tof.” De Russische aanvraagpro“Docenten presenteren Maar hij vindt wel dat de informacedure bleek minder ingewikkeld. tieverstrekking beter zou kunnen. “Ik moest twee A4-tjes invullen en zomercursussen al in eerste “Voor Rusland was niet duidelijk een paar pasfoto’s bijvoegen. Daar wat er precies bij de beurs hoorde. had ik geen hulp bij nodig.” jaar als een must” Ook de Nuffic wist dat niet echt. Maar toch werd het weer spanDat kan met het land te maken nend. “Hoewel de deadline voor hebben. In Rusland zelf hadden de aanvraag al in februari was, kregen we pas eind we eveneens moeite om informatie te krijgen. Bij de juni, een week voor vertrek , de mede­deling dat het receptie van het taleninstituut sprak niemand Engels, doorging.” Met de uitnodiging togen de studenten Duits of Frans.” Verder is de filosofiestudent kritisch over de deadlines voor de aanvragen. “Die vind ik vrij arbitrair, als je ziet hoe laat er pas een beslissing a a n ta l l e n a a n v r a g e n e n wordt genomen. En daarna moet je halsoverkop van toeken n i ngen cv-b eu rzen vanaf 2006 alles regelen.” Ook Ten Bloemendal vindt het jammer dat studenten de uitslag pas laat horen. “Daar kan de Nuffic niets aanvragen aan doen, het ligt aan de ambassades.” De reden voor toekenningen afwijzingen blijft doorgaans helemaal uit. “Heel soms krijgen we te horen dat het dossier onvolledig was.” Petra Bijlsma van de Nuffic noemt Polen als positief voorbeeld: dat land honoreerde tot nu toe alle aanvragen voor een zomerbeurs. Naast de vraag naar cv-beurzen neemt ook het aanbod af. Een van de laatste afvallers is Ierland, door de economische crisis. “Als er meer beurzen verdwijnen, is dat jammer voor onze faculteit”, zegt Ten Bloemendal. “Zo’n taalcursus geeft echt een boost.”

annelieke zandvliet

40 20 0

**

’06–’07 * ’07–’08 * ’08–’09 * ’09–’10

’10–’11

’11–’12

* inclusief China Programma ** nog niet alle uitslagen bekend

26 | november 2013 | transfer

’12–’13

’13–’14


s o r ry

?

par d on

!

Slapeloze nachten in Shanghai Dat het pittig zou worden, had ze wel verwacht – maar niet dat ze zó op de proef gesteld zou worden. Toch had Sophie Peeters, masterstudent Finance aan Tilburg University, haar semester in Shanghai voor geen goud willen missen, vertelt ze in deze nieuwe rubriek over uitglijers en misverstanden in het buitenland.

Foto: Bram Saeys

Daar sta je dan met al je koffers. Niet voor het hotel dat je hebt geboekt, maar voor een krot in een buitenwijk van Shanghai. De taxichauffeur is verdwenen en niemand begrijpt waar je naartoe moet. Zo begon de studieperiode van Sophie Peeters in China. “De eerste twee weken waren echt een enorme cultuurshock. Ik moest zelf huisvesting zoeken en onderhandelen met een Chinese makelaar. Niet bepaald eenvoudig als je de taal niet spreekt.” Vorig jaar september vertrok de derdejaars student naar Shanghai. Eigenlijk had ze naar Boston willen gaan, maar omdat daar zoveel belangstelling voor was, viel die mogelijkheid af. Ze

besloot het over een compleet andere boeg te gooien. “Ik had gehoord dat Shanghai de meest westerse stad van China was. Toch wordt er nauwelijks Engels gesproken. Ja, in het zakendistrict wel. Maar in de wijk waar ik woonde, kon niemand mij verstaan.” Miscommunicatie was dan ook aan de orde van de dag. Niet alleen aan de universiteit, maar ook bij officiële instanties sprak vrijwel niemand Engels. Dat leverde een hachelijk avontuur op, toen Peeters een visum moest aanvragen en haar paspoort ‘zoek raakte’ op het stadhuis. Alleen met behulp van een tolk lukte het haar het document terug te krijgen. “De ambtenaren haalden er hun schouders over op en dat was het. Maar ik heb er slapeloze nachten van gehad!” Toch had Peeters de periode voor geen goud willen missen. “Je bent compleet op jezelf aangewezen. Dat is zó leerzaam!” Inmiddels heeft ze een bijbaan bij het International Office van haar eigen universiteit en heeft ze bijna dagelijks contact met Chinese studenten die in Nederland willen studeren. Ze weet inmiddels precíes wat voor cultuurschok hen staat te wachten.

els heuts

transfer | november 2013 | 27


ac htergron d

n i euw

topi nstituut

moet

é é n

maste ro p l e i d i n g

k r i j ge n

Amsterdam als levend la In mei 2010 hoopten zich stapels vuil op in de

Foto: Herman Wouters

Amsterdamse binnenstad als gevolg van een staking.

Amsterdam wil zichzelf internationaal op de kaart zetten met een nieuw technologisch topinstituut. Dat zal worden opgezet door het Amerikaanse MIT, de TU Delft en Wageningen Universiteit. Wat betekent het nieuwe instituut voor het internationale studieklimaat in Nederland? En: wat gaan studenten ervan merken?

Matthijs van Nieuwkerks ogen glommen ervan. Het Massachusetts Institute of Technology (MIT), misschien wel de meest prestigieuze technische universiteit ter wereld, komt naar Amsterdam! Als derde universiteit in de hoofdstad, naast de UvA en de VU. Bij hem aan tafel in de studio van De Wereld Draait Door zaten de Amsterdamse wethouder Carolien Gehrels (Economische Zaken) en topwetenschapper Robbert Dijkgraaf te glunderen. Het zit zo. Vorig jaar schreef Amsterdam een prijsvraag uit. Universiteiten en bedrijven konden een voorstel doen voor een nieuw technologisch topinstituut. Vijf inzendingen werden geselecteerd, waaronder samenwerkingsplannen van de VU en de UvA met Columbia University en Stanford. Maar de jury, onder leiding van Dijkgraaf, koos half september voor het voorstel van de TU Delft, Wageningen Universiteit en MIT. Ook bedrijven als Shell, KPN en Cisco doen mee in het project dat voorlopig AMS heet: Amsterdam Institute

28 | november 2013 | transfer

for Advanced Metropolitan Solutions. Het onderzoek van het nieuwe instituut gaat zich toespitsen op grootstedelijke vraagstukken als: hoe verplaatsen we ons door de stad van de toekomst, hoe pompen we het drinkwater rond en hoe ruimen we onze rommel op. Amsterdam en de betrokken universiteiten zijn blij met de plannen, maar om te zeggen dat MIT naar Nederland komt, dat gaat te ver. Het is een samenwerkingsverband, en de omvang van een universiteit krijgt het instituut niet, verduidelijkt TU-bestuursvoorzitter Dirk Jan van den Berg. “Het instituut krijgt een onderzoeksafdeling die vooral door bedrijven en subsidiegeld wordt gefinancierd, met plaats voor honderd tot 150 onderzoekers. Daarnaast komt er vanaf 2015 een nieuwe, tweejarige master engineering sciences.”

Gezamenlijk diploma Hoe een en ander eruit gaat zien, staat in een 120 pagina’s dik plan van aanpak. In 2022 moet het insti-


ab voor internationaal onderzoek tuut bijvoorbeeld jaarlijks 200 tot 250 masterstudenten trekken. Zij zullen door Wageningen en Delft worden geselecteerd op basis van prestaties en motivatie. Het eerste jaar kunnen studenten van over de hele wereld colleges volgen via internet. Na een intensieve summer course gaan ze in het tweede masterjaar aan de slag bij een van de onderzoeksprojecten. Die moeten concreet toepasbare oplossingen opleveren waarmee bedrijven de boer op kunnen, of waarmee nieuwe bedrijfjes kunnen worden opgericht. Afgestudeerden krijgen een gezamenlijk diploma van de TU Delft en Wageningen Universiteit. De rol van MIT blijkt beperkt. Docenten uit Boston zullen gastcolleges geven en bij sommige onderzoeksprojecten is ook MIT betrokken. Daarnaast heeft het Amerikaanse instituut vooral een adviserende rol. “Voor MIT is dit een interessant experiment”, zegt Van den Berg. “Zo’n samenwerking is nieuw voor hen.”

De deelnemende universiteiten hopen daarnaast ruim 63 miljoen aan subsidiegeld te werven, bijvoorbeeld van de EU, NWO, het topsectorenbeleid van Economische Zaken of van goededoelenloterijen. Bedrijven investeren 85 miljoen euro in AMS, waarmee hun eigen researchafdelingen toegang krijgen tot data, kennis en het netwerk van de universiteiten. De universiteiten uit Delft, Wageningen en Boston dragen 50 miljoen bij, vooral in natura, door docenten vrij te maken voor onderwijs en lesmateriaal te ontwikkelen.

Projectencarrousel

De gemeente vergelijkt het project graag met instituten in Singapore en New York die zich ook toeleggen op metropolitan solutions. Helemaal terecht is dat niet, stelt stadseconoom Willem van Winden, lector Amsterdamse kenniseconomie aan de Hogeschool van Amsterdam en criticus Stedelijke stofwisseling van het topinstituut. “In die instituten gaat veel De stad Amsterdam dient als ‘levend laboratorium’. meer geld om, AMS is kleiner. Voordeel is wel dat Onderzoekers moeten bijvoorbeeld aan de slag kunnen de gemeente Amsterdam relatief goedkoop uit is, met data van overheidsdiensten. Van den Berg: “We met een investering van maximaal 5 miljoen per jaar. doen onderzoek naar de hele stedelijke stofwisseAls het goed uitpakt, kun je van AMS een projecten­ ling. Amsterdam is daarvoor heel carrousel maken die veel ondergeschikt. Het is een echte metropool, zoeksgeld genereert. En als dat niet je hebt er alles, maar wel op een “De betrokkenheid van MIT lukt, is het door de verbondenheid hanteerbare schaal. Mexico-stad zou van een grote naam als MIT toch te groot zijn.” zorgt in elk geval voor goede goede city-marketing.” Waarom wil Amsterdam eigenlijk zo In eerste instantie was juist de graag een levend laboratorium zijn? city-marketing” betrokkenheid van MIT reden voor Het belangrijkste argument blijkt scepsis bij Van Winden. Hij wijst economisch. “Amsterdam had in op een voorbeeld uit 2000, toen de 2008 veel banen in de financiële sector. Door de crisis gemeente Dublin tientallen miljoenen uittrok voor is dat aanzienlijk minder geworden”, zegt Bas Bruijn, een Ierse MIT-vestiging. Maar samenwerking met Ierse woordvoerder van wethouder Gehrels. “We maken universiteiten kwam niet van de grond en na vijf jaar daarom een beweging naar een diverse economie met vertrok MIT weer. “Wat dat betreft is het positief dat meer aandacht voor technologie. Daar zit de komende de rol van MIT in AMS vrij klein is.” jaren economische groei en werkgelegenheid. De En dan zijn er nog die andere Amsterdamse univerkomst van een technologisch instituut past goed in siteiten. “We voelen ons niet gepasseerd”, reageert deze ontwikkeling.” Yasha Lange namens de UvA, “maar jammer is het AMS moet straks niet alleen onderzoekers werk wel.” Mogelijk sluiten VU en UvA alsnog aan bij AMS. bieden, maar ook studenten helpen met het opzetten Daarnaast overwegen de Amsterdamse instellingen van eigen bedrijfjes. In totaal hoopt AMS twee tot hun eigen plan – gezamenlijk onderzoek en onderwijs vijf nieuwe bedrijven naar de hoofdstad te halen, en op het gebied van stedelijke technologie – alsnog uit te zestig tot zeventig start-ups van de grond te krijgen. voeren. Amsterdam trekt daarom de komende tien jaar 20 tot 50 miljoen euro voor het nieuwe instituut uit. bram logger

transfer | november 2013 | 29


g e lezen

Harde boodschap over Erasmus

Over internationale samenwerking in het hoger onderwijs wordt veel gepubliceerd. Historicus Han van der Horst bespreekt in elke Transfer een werk dat hem is opgevallen. Deze keer een artikelenbundel over de vraag of het Erasmusprogramma wel bijdraagt aan de opbouw van een Europese kennissamenleving.

Onderzoekers kunnen al op jeugdige leeftijd zeer geleerd doen. Dat blijkt maar weer uit de bundel The Erasmus Phenomenon – Symbol of a new European Generation? Maar wie door de verbale gewichtigheid van de artikelen heenkijkt, ontdekt interessante studies. De auteurs van de veertien artikelen in de bundel hebben allemaal dankzij Erasmus een tijdje in het buitenland gestudeerd. Nu publiceren zij studies over het programma en de effecten daarvan op studenten. Ze baseren zich meestal op archiefstudie en kwalitatief onderzoek. De invalshoeken lopen zeer uiteen: van lichaamstaal en interculturele misverstanden tot de ontwikkeling in de beleidsdoelstellingen van het programma, en van de Europese kennissamenleving tot de cultuurschok. Toch hebben alle bijdragen iets gemeen.

Vrome wens Het vraagteken uit de boektitel duikt in vrijwel elke conclusie op: kan Erasmus wel een adequate rol spelen bij de opbouw van de Europese kennissamenleving? Gaan alle deelnemende studenten er wel Europeser door denken? Is de kans niet groot dat Erasmus for all een vrome wens blijft, omdat het nieuwe programma (dat inmiddels Erasmus+ heet), net als het oude, onvoldoende toegankelijk is voor studenten uit lagere milieus en bepaalde disciplines? Heeft Erasmus wel gezicht gegeven aan een ‘Europees’ denkende, voelende en handelende generatie?

30 | november 2013 | transfer

In een reflectie achteraf opperen Feyen en Krazklewska dat studenten deelnemen aan Erasmus omdat zij al Europeser denken dan de thuisblijvers. Zij benadrukken daarbij dat het gevoel Europeaan te zijn complementair is aan de nationale en lokale identiteit en daar geenszins een vervanger van is of zou moeten zijn. Ook heeft dat gevoel maar beperkt te maken met liefde voor de EU. Wie culturele verwantschap voelt, hoeft daar nog geen politieke consequenties uit te trekken. Toch geloven de auteurs dat een generatie intellectuelen met Erasmus-ervaring een gunstige invloed kan hebben op het Europese eenwordingsproces. Dat wil zeggen: als de bestaande knelpunten inderdaad verdwijnen. De slotzin van de bundel is een opdracht aan iedereen die zich bezighoudt met het nieuwe Erasmusprogramma: “What the ERASMUS programme needs is more inclusiveness, more investment in inspiring active citizenship among its participants, al well as new tools for political and social engagement. Then it will remain a symbol of the new European generation.” Het is netjes geformuleerd, maar eigenlijk is het een harde boodschap: er moet nog heel wat gebeuren om Erasmus meer te maken dan een programma dat geïnteresseerde studenten helpt hun horizon te verbreden.

han van der horst The ERASMUS Phenomenon – Symbol of a New European Generation? Volume I. Benjamin Feyen/Ewa Krzaklewska (eds.), Frankfurt am Main 2013. ISBN 978-3-631-62719-8. Bestellen o.m. via www.peterlang.com.


o n b eken d

ter r ei n

‘Amerikaans optimisme was cruciaal voor mijn ontwikkeling’

Om zijn studie sociologie aan de Universiteit van Amsterdam wat uitdagender te maken, besloot Joris Luyendijk naar Egypte te gaan. Hij leerde Arabisch en schraapte het geld bij elkaar dat nodig was om ten minste een jaar weg te blijven. Het werd een ‘waanzinnig zwaar jaar’, dat van grote invloed zou

Foto: Guus Dubbelman/HH

blijken op zijn carrière.

De angst voor de geheime politie aan de universiteit. Het totale onbegrip van zijn medestudenten voor zijn opvattingen over democratie, liefde en seks, de positie van vrouwen. Een huisbaas die hem maandenlang in een vervallen appartement met alleen koud water liet zitten en hem verwenste toen hij de huur kwam opzeggen en het lef had zijn borg terug te vragen. De ervaringen die Joris Luyendijk als student opdeed in Egypte, waren van grote invloed op zijn kijk op de wereld én op zijn carrière als journalist en schrijver. Hij leerde hoe het is om in een land te leven dat in de greep is van armoede en corruptie. Waar geen rechtszekerheid bestaat. En waar iedereen totaal anders denkt dan hij. Direct nadat hij zijn Egyptische ervaringen te boek had

gesteld in Een goede man slaat soms zijn vrouw (1998), kon Luyendijk aan de slag als correspondent voor het Midden-Oosten bij de Volkskrant en de NOS. En toch was een eerdere buitenlandervaring nóg belangrijker voor hem, vindt Luyendijk zelf: het jaar na zijn middelbareschooltijd dat hij in Kansas studeerde. “Ik kwam ongelofelijk zelfverzekerd terug uit de Verenigde Staten. Niet alleen doordat ik alles zélf had moeten regelen, en door de keuzevrijheid die ik in de VS aan de universiteit had. Maar ook doordat Amerikanen nooit why vragen, maar alleen why not? Ik was achttien en zó bevattelijk. Dat optimisme is absoluut cruciaal geweest voor mijn ontwikkeling.” Bij de effectiviteit van grootschalige beurzenprogramma’s, zoals Erasmus, heeft Luyendijk zijn bedenkingen. “In Nederland, en in heel Europa trouwens, zijn we vooral bezig om voor studenten hindernissen weg te nemen. Een beetje op weg helpen, oké. Maar volgens mij moeten we ze vooral stimuleren om zélf zoveel mogelijk hindernissen te overwinnen. Wat heeft een student die eigenlijk zijn grenzen niet wil verleggen eraan om drie maanden pizza’s te eten in Grenoble?” Uiteindelijk is het volgens hem de vraag hoe je mensen ertoe kunt bewegen een “gewatteerd paradijs” als Europa te verlaten. “Misschien moet de crisis nog veel heftiger worden, voordat we geïnteresseerder raken in de wereld daarbuiten.”

ralph aarnout

transfer | november 2013 | 31



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.