Transfer 2, jaargang 19

Page 1

t ransfer

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Strijden om studieplek is in Europa heel gewoon

> numerus fixus

> les classes préparatoires

2

> swesat

> numerus clausus

> examen ministerie van onderwijs

> advanced levels

jaargang 19 | oktober 2011

strengere controles op bijklussende buitenlandse student  |  gouverneur theo bovens blikt terug  |  taalstrijd in medezeggenschapsraden/niet-europese

studenten mijden zweden  |  lotingstudies in trek bij internationale student


2 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar. Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Slappendel, Gerald Schut en Sam van den Eijnden (stagiair) Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Rob Burkhard, Han van der Horst, Martine Postma, Hans-Georg van Liempd, Robert Visscher, Martine Zeijlstra Beeld Marcel Antonisse/ ANP, Niels Bongers, Philip Driessen, Henriëtte Guest, Maarten Hartman, Peter Hilz/Hollandse Hoogte, Annabel Jeuring, Mark Leong/Redux/HH, Bert Spiertz /HH, Universiteit Twente/ITC, Verbeeld, iStock Redactieraad Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Nether), Riekele Bijleveld (Universiteit Twente), Patrick Cramers (Codarts), Madeleine Gardeur (Rijksuniversiteit Groningen), Joep Huiskamp (TU Eindhoven) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel.: 070 – 4260126 / 4260144 / 4260122 fax: 070 – 4260399 e-mail: eheuts@nuffic.nl, aslappendel@nuffic.nl, gschut@nuffic.nl website: www.transfermagazine.nl Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer. Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservice Postbus 681 3500 AR Utrecht tel.: 030 – 263 1089 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Omslag Christina Schürmann, Making Waves Transfer 3, jaargang 19, verschijnt op 17 november 2011

transfer

Onverdiend cadeautje ? De gelijkheidsdeken moet worden opgeschud, kondigde Annette Nijs, staatssecretaris voor het hoger onderwijs in het kabinet Balkenende I, in 2002 aan. Haar plannen voor selectie aan de poort en meer ruimte voor excellentie leverden haar een moeizame relatie op met de universitaire wereld. Selectie was toen nog een beladen begrip. Dat is het nu niet meer. Selectie is bespreekbaar geworden, getuige ook de plannen op dit gebied in de strategische agenda voor het hoger onderwijs. Onder druk van de hoge uitval, de steeds maar groeiende studentenaantallen en afnemende financiën, zal het in de toekomst steeds minder vanzelfsprekend zijn dat schoolverlaters automatisch kunnen doorstromen naar de studie van hun keuze. In veel Europese landen is het al jaren de praktijk dat studenten hun best moeten doen om een studieplek te bemachtigen. Zo selecteren Zweedse universiteiten sinds 1977 als gevolg van capaciteitsproblemen. Wie in Groot-Brittannië aan een topuniversiteit wil studeren, moet hoge cijfers kunnen laten zien en zeer gemotiveerd zijn. En ook in Duitsland bepalen cijfers wie toegang krijgt tot de beste en meest populaire universiteiten en hogescholen. Transfer brengt de situatie in een aantal Europese landen in kaart en vergelijkt. In zijn net voor de zomer verschenen strategische agenda stelde staatssecretaris Zijlstra vast dat het wettelijk onderscheid in titulatuur tussen hbo en wo moet verdwijnen, onder meer vanwege de internationale positie van hbo-afgestudeerden. Het leek of er een eind was gekomen aan de jarenlange titulatuurstrijd. Maar tijdens het debat in de Tweede Kamer over Zijlstra’s agenda vorige maand bleek dat zijn eigen partij hem hierin niet steunt. VVD-Kamerlid Lucas sprak van ‘een onverdiend cadeautje voor het hbo’ en PVV’er Beertema sloot zich daarbij aan. Beiden dienden een motie in met het verzoek aan Zijlstra met een ander voorstel te komen. De staatssecretaris voelt daar niets voor, liet hij tijdens het debat weten. Maar het laatste woord over de titels die hbo-afgestudeerden mogen voeren, is nog niet gesproken. els heuts eheuts@nuffic.nl


r

i n hou d

8

24-42

14

Europa doet niet moeilijk over selecteren Selectie aan de poort wordt in Nederland de laatste jaren steeds normaler. Voor Nederlanders een revolutionaire ontwikkeling, gezien het feit dat het onderwerp hier lange tijd taboe is geweest. Voor Europeanen veel minder spectaculair: selectie is in grote delen van Europa al heel lang doodgewoon. Transfer brengt de mate en manieren van selectie in Europa in kaart.

Werkende niet-EU-student hoeft niet echt te vrezen

16

24

De Arbeidsinspectie doet sinds vorig jaar onderzoek naar illegale bijbaantjes van niet-EU-studenten. Wie gepakt wordt, kan zijn verblijfsvergunning verliezen. Maar in de praktijk loopt het zo’n vaart niet, vertelt de projectleider aan Transfer. Vooral de bedrijven die de studenten werk verschaffen, moeten voor de controles van de Arbeidsinspectie vrezen.

‘Open Universiteit kan twee keer zo veel studenten aan’ In Spanje studeren is leuk. Maar samen met studenten uit andere landen via de computer een onderzoeksopdracht uitvoeren, kan een veel nuttiger internationale ervaring opleveren, vindt Theo Bovens. De ex-collegebaas van de Open Universiteit ziet tal van kansen voor de instelling die hij onlangs verliet. “Je kunt afstandsonderwijs inzetten om buitenlandse studenten op Nederland voor te bereiden.”

Zweden wil studenten van buiten Europa terugwinnen Studenten van buiten de Europese Unie moeten sinds dit studiejaar collegegeld betalen als ze in Zweden gaan studeren. Die maatregel heeft het aantal buitenlandse studenten fors doen dalen. “Als je ineens geld vraagt voor iets wat eerder gratis was, is het logisch dat de interesse afneemt.” Wat gaat Zweden doen om het tij te keren?

En verder 2 Colofon en redactioneel  4 Nieuwsberichten  12 Op college bij Martin Hunziker  13 Lotingstudies in trek bij buitenlandse studenten  19 Column Hans-Georg van Liempd  20 Internationalisering in medezeggenschapsraden  23 Vliegende Hollander  26 Pioniers in internationalisering  27 Agenda


n i euwsb er ic hten

Aantal mobiele studenten groeit minder De meerderheid van mobiele

Foto: Mark Leong/Redux/HH

studenten komt uit Azië.

Het aantal studenten dat in het buitenland gaat studeren, neemt wereldwijd nog steeds toe. Maar in 2009 was de groei minder groot dan de jaren daarvoor. Dat kan komen door de financiële crisis, schrijft de

OESO in Education at a Glance 2011. Meer dan de helft van de mobiele studenten koos Australië, Canada, Frankrijk, Duitsland, GrootBrittannië of de Verenigde Staten als bestemming.

Sinds het jaar 2000 groeide het aantal buitenlandse studenten wereldwijd met 77 procent, gemiddeld 6,6 procent per jaar. In 2008 bedroeg de toename zelfs 8 procent. Dat percentage daalde in 2009 naar 6,4. In dat laatste jaar volgden in totaal bijna 3,7 miljoen studenten een opleiding in een ander land. Een kleine meerderheid daarvan, 52 procent, was afkomstig uit Azië. Australië spant de kroon als het gaat om het percentage buitenlanders onder de studenten (ruim 21 procent), op afstand gevolgd door GrootBrittannië, Oostenrijk, Zwitserland en Nieuw-Zeeland (elk meer dan 14 procent). Nederland wijkt af: het percentage buitenlandse inschrijvingen was hier in 2009 (3,8 procent) niet hoger dan in 2004 (4,8 procent). Nederland had in 2009 een aandeel van 1,2 procent op de markt voor internationale studenten.  (AS)

Nederland oogst veel researchbeurzen Nederlandse onderzoekers hebben goed gescoord bij het binnenhalen van subsidies van de European Research Council (ERC). Zij sleepten dit jaar bijna 10 procent van de zogeheten Starting Grants in de wacht. Die beurzen ondersteunen getalenteerde onderzoekers die aan het begin van hun carrière staan. Van de 480 gehonoreerde voorstellen zijn er 47 afkomstig uit ons land. Daarmee is Nederland de nummer vier van Europa, na Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland. De Universiteit van Amsterdam kreeg dit jaar elf Starting Grants, tegen slechts één in 2009 en 2010.

4 | oktober 2011 | transfer

De grote stijging dit jaar komt mede door intensievere scouting en begeleiding vanuit Bureau Kennistransfer (BKT), zegt senior adviseur Bea Krenn. “Eerder moest ik het in mijn eentje doen, nu hebben we vier fulltime adviseurs in dienst.” De elf beurzen leveren in totaal ongeveer 16 miljoen euro op. BKT stelt zich ten doel om Europese subsidies onder de aandacht te brengen bij excellente, jonge onderzoekers. Volgens Krenn worden die nog vaak afgeschrikt door de vele Europese regels. “Wij houden ze voor: Brussel is niet eng en we ondersteunen ze bij het schrijven van een voorstel.”  (SvdE)


VVD keert zich tegen gelijke titulatuur staatssecretaris duidelijk blijven door de naam van de instelling: een hogeschool is geen ‘university’ maar een ‘university of applied sciences’.  (SVDE)

Foto: Peter Hilz/HH

Het voorstel van staatssecretaris Zijlstra om het wettelijk onderscheid tussen wo- en hbo-titels te schrappen, wordt niet gesteund door zijn eigen partij. Tijdens het overleg in de Tweede Kamer over de Strategische Agenda Hoger Onderwijs diende VVD’er Anne-Wil Lucas een motie in met het verzoek om met een ander voorstel te komen. Lucas noemde het plan van Zijlstra “een onverdiend cadeautje voor het hbo”. De PVV sloot zich aan bij de VVD, de overige partijen deden geen uitspraak over het onderwerp. De staatssecretaris gaat verder dan het advies van de commissie-Veerman, stelde Lucas. Daarin staat dat er meer lijn aangebracht dient te worden in de titulatuur en dat de internationale erkenning van hbo-titels verbeterd moet worden. Gelijkschakeling van alle opleidingen vindt de VVD echter een brug te ver. Een onderscheid in titulatuur is volgens Lucas geen oordeel over het niveau van de opleiding, het geeft een verschil in oriëntatie aan. “Het HBO is niet minderwaardig, maar wel anders.” Zijlstra hield voet bij stuk. “De gelijkschakeling van titulatuur is de essentie van het bachelor-/ master­systeem.” Het onderscheid zal volgens de

Anne-Wil Lucas.

‘Erasmus-budget moet twee keer zo hoog’ Een verdubbeling van het budget voor Erasmusbeurzen en een sociaal leenstelsel voor studenten die een master volgen in een ander EU-land. Dat kondigde eurocommissaris van Onderwijs Androulla Vassiliou aan bij de presentatie van de nieuwe EU-strategie voor hervorming van het hoger onderwijs. Die strategie is onderdeel van de concept-meerjarenbegroting van de Europese Commissie (EC) voor de periode 2014–2020. Het voorstel noemt concreet de verdubbeling van het aantal studenten, leraren en onderzoekers dat beurzen krijgt om in het buitenland een opleiding te volgen. Dat zijn er nu jaarlijks 400.000 en zouden er 800.000 moeten worden. Een woordvoerder van Vassiliou

zei in Times Higher Education dat dit bijna een verdubbeling van het Erasmus-budget zou betekenen. De EC schetst een toenemende vraag naar hoger opgeleiden. In 2020 zal 35 procent van de banen een hogeronderwijsdiploma vereisen, terwijl momenteel slechts 26 procent van de EU-bevolking hoger opgeleid is. In de Verenigde Staten is dat 41 procent, in Japan 44. De EC wil dat in 2020 40 procent van de jongeren hoger opgeleid is, tegen 33,6 procent nu. In de nieuwe meerjarenbegroting vraagt de Commissie ruim 15 miljard euro voor onderwijs, opleiding en jeugd. Dat is 73 procent meer dan in de periode 2007–2013.  (GS)

transfer | oktober 2011 | 5


ac htergron d

Britse universiteiten ‘bespioneren’ buitenlandse studenten Britse universiteiten geven maandelijks 1.500 buitenlandse studenten aan bij de immigratiediensten. Dit blijkt uit cijfers die de Engelse campagne-groep Manifesto Club verkreeg met een beroep op de Freedom of Information Act. De groep waarschuwt dat professoren geen spionnen moeten worden. Tussen maart 2009 en augustus 2010 hebben Britse universiteiten tegenover de UK Border Agency verdenkingen geuit over de visa-status van ruim 27.000 buitenlandse studenten. Dat meldt de BBC op basis van een rapport van de campagne-groep Manifesto Club. Josie Appleton van de Manifesto Club vreest voor de vertrouwensrelatie tussen student en professor en wijst erop dat veel van meldingen triviale zorgen betroffen zoals een student die niet op college verschijnt of een mail niet beantwoordt. Volgens The Daily Telgraph zijn Engels universiteiten verplicht verdachte studenten aan te geven en riskerenzij bij nalatigheid het intrekken van hun licentie om buitenlandse studenten te werven.  (GS) Diplomazwendel Indiërs in Parijs In Frankrijk is opschudding ontstaan over een grootschalige diplomafraude aan de privé-universiteit International Institute of Paris. Een Indiase studentenwerver verkocht voor duizenden euro’s per document valse diploma’s en inschrijvingsbewijzen aan minstens vierhonderd landgenoten, waarmee zij illegaal Franse visa konden krijgen. De man verdiende naar schatting 3 miljoen euro aan de zwendel, onthult Le Parisien. De Franse ambassade in India kwam de fraude eind vorig jaar op het spoor, door een opvallende stijging in het aantal visumaanvragen van steeds dezelfde privé-universiteit. De frauduleuze recruiter werkte ook voor andere Franse onderwijsinstellingen. Édouard Husson, vice-voorzitter van de koepel van universiteiten van Parijs, spreekt van een ‘kat-enmuis-spel’ met instellingen die verkeerde voorlichting geven over de waarde van hun diploma’s.  (GS) Kennissteden willen internationaler profiel Help ons bij het versterken van ons internationale profiel. Dat vraagt het Netwerk Kennissteden Nederland, dat vorige maand zijn ‘ambitiedocument’ presenteerde, aan het Rijk. In het netwerk bundelen stads- en instellingsbestuurders van de twaalf universiteitssteden hun krachten met de VSNU en de HBO-raad. Het kabinet kan volgens de kennissteden helpen door hinderlijke regelgeving aan te passen, onder meer op het gebied van de arbeidsmarkt, verzekeringen en internationale diploma-erkenning van beroepsopleidingen. Ook hoopt het netwerk op financiële steun voor voorzieningen als expatcentra, internationale scholen, sportfaciliteiten en Engelstalig cultuuraanbod. Het Rijk zou maatregelen kunnen nemen om het woningaanbod voor buitenlandse studenten, promovendi en onderzoekers te verruimen. De kennissteden willen verder samen met de Rijksoverheid het imago van Nederland in het buitenland verbeteren. Zo willen ze internationale onder­ nemers verleiden zich hier te vestigen.  (AS)

6 | oktober 2011 | transfer

Martin Paul.

Foto: Philip Driessen

Kort nieuws

UM wil zeker half Nederlands blijven De Universiteit Maastricht (UM) wil ook in de toekomst voor minstens 50 procent worden bevolkt door Nederlandse studenten. Dat komt in het nieuwe strategisch plan van de instelling te staan, zei collegevoorzitter Martin Paul bij de opening van het academisch jaar. Het afgelopen jaar telde Maastricht ruim 6.000 internationale studenten, 43 procent van de studentenpopulatie. Hiermee is de UM zowel absoluut als relatief veruit de meest internationale van de publiek bekostigde Nederlandse hogeronderwijsinstellingen, blijkt uit de recente Nuffic-publicatie Mobiliteit in Beeld 2011. De afgelopen vier jaar nam het aantal buitenlandse studenten in Maastricht met ruim 65 procent toe. Vorige maand laaide de discussie over bekostiging van EU-studenten met Nederlands publiek geld weer op. SP-Kamerlid Van Dijk stelde er Kamervragen over en zei in Nieuwsuur dat de bovengrens voor het aantal buitenlandse studenten aan een Nederlandse universiteit wat hem betreft ligt bij ongeveer de helft van de studentenpopulatie. De SP is bang dat EU-studenten Nederlandse studenten verdringen en dat door de vele buitenlandse studenten de onderwijskwaliteit daalt. Rick van der Ploeg, hoogleraar in Oxford en oud-PvdA-politicus, noemde de Universiteit Maastricht in dezelfde tv-reportage ‘entrepreneur op kosten van de Nederlandse belastingbetaler’.  (GS/AS)

Meer nieuws dagelijks op www.transfermagazine.nl


OCW onderzoekt

wat EU-student kost Staatssecretaris Zijlstra laat onderzoek doen naar de kosten en baten van buitenlanders die in Nederland studeren. Op basis van de resultaten, die hij nog dit jaar aan de Tweede Kamer voorlegt, wil hij bepalen of het beleid moet worden aangescherpt en welke Europese afspraken er te maken zijn. De staatssecretaris reageert hiermee op vragen over het groeiende aantal EU-studenten. Zij betalen, net als Nederlandse studenten, het wettelijke collegegeldtarief. De instellingen ontvangen ongeveer 6.000 euro bekostiging voor iedere EU-student. In 2009 werden ruim 28.000 Europese studenten bekostigd, veel meer dan het aantal Nederlandse studenten dat in het

buitenland een diploma probeert te behalen. Diverse media berichtten vorige maand dat de Nederlandse overheid jaarlijks 100 miljoen euro toelegt op EU-studenten. Volgens VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda is de belastingbetaler geen cent duurder uit als er meer studenten uit EU-landen naar Nederland komen. Aan het begin van een regeerperiode stelt de regering vast hoeveel geld er naar onderwijs gaat, aldus Noorda. “Dus of er nu 10.000 of 20.000 [EU-studenten, red.] komen, er gaat geen hoger bedrag van de belastingbetaler naar onderwijs. Hoogstens verandert de verdeling van geld tussen de universiteiten onderling.”  (AS/GS)

Instellingen

Foto: Bert Spiertz/HH

overschatten sociale media

Slechts 4 procent van de internationale studenten gebruikt sociale media om een buitenlandse universiteit te kiezen. Dat blijkt uit een enquête onder 150.000 internationale studenten aan 1.200 universiteiten. William Archer, directeur van onderzoeksbureau i-Graduate, maakte de cijfers bekend tijdens de EAIE-conferentie in Kopenhagen.

Archer zei dat universiteiten het belang van Facebook, Twitter en YouTube voor werving van internationale studenten schromelijk overschatten, meldt Times Higher Education. Bijna de helft (45 procent) van de internationale studenten bleek zich vooral door vrienden te laten beïnvloeden bij hun studiekeuze, 41 procent baseert zich allereerst op de universiteitswebsite. Andere factoren die studenten noemden zijn: de mening van ouders (genoemd door 32 procent), het promotiemateriaal (22 procent), ontmoetingen met huidige studenten (17 procent), advies door leraren (16 procent), rankings (16 procent) en een bezoek aan de instelling (11 procent). Een overweldigende meerderheid van de studenten vindt internet heel belangrijk bij het bepalen van de studiekeuze. Opvallend is dat slechts een op de zes ondervraagden universiteitsranglijsten noemde. De 23e conferentie van de European Association for International Education (EAIE) werd in september bezocht door 4.200 onderwijsprofessionals uit tachtig landen. De eerste conferentie was in 1989, in Amsterdam.  (GS)

transfer | oktober 2011 | 7


ac htergron d

n eder l an dse

stu dent

h eef t

r e l ati e f

ve e l

te

Selectie is in Europa heel normaal

k i ez e n

Selectie aan de poort raakt in Nederland nu pas uit de taboesfeer. Daarmee is ons land een uitzondering in Europa. Vrijwel alle Europese landen doen op veel grotere schaal aan selectie, en al veel langer. Transfer brengt de situatie in kaart en vergelijkt.

> numerus fixus

8 | oktober 2011 | transfer


“Hoe hoog is jouw numerus-clausus-score?” Onder In andere Europese landen is dat al veel langer niet schoolverlaters in Duitsland is dat een veelgestelde meer het geval. Daar is selectie al geruime tijd heel vraag. Hoe hoger het gemiddelde eindexamencijfer normaal en wordt er nauwelijks over gediscussieerd. dat je als middelbare-scholier haalt, des te groter is Uiteraard verschilt de manier van selecteren per land, immers de kans dat je wordt toegelaten bij de opleimaar grofweg wordt in het Europese hoger onderwijs ding van je keuze. In Groot-Brittannië gaat het precies geselecteerd op kwaliteit, waardoor topuniversiteiten zo. Wie aan een prestigieuze topuniversiteit zoals ontstaan, of is een numerus fixus noodzakelijk wegens Oxford wil studeren, moet met de hoogste cijfers van capaciteitsproblemen. school komen. In Nederland lijkt die situatie nog ver weg. Toch Eeuwenoude traditie komen ook hier het Duitse en Engelse voorbeeld dichDe bekendste voorbeelden van selectie op kwaliteit terbij. Jarenlang kon in Nederland vrijwel iedereen aan komen uit Engeland. Topinstellingen als Oxford en de studie van zijn of haar keuze beginnen. Slechts een Cambridge selecteren daar al sinds jaar en dag de aantal opleidingen, zoals geneeskunde, de hotelschool allerbeste studenten. Niet alleen op basis van cijfers. en kunstopleidingen, hanteerden een numerus fixus. Motivatie speelt ook een belangrijke rol. In Frankrijk De afgelopen jaren is daar verandering in gekomen. gebeurt selectie op kwaliteit bij de grandes écoles, Aan de TU Delft bijvoorbeeld stelden drie faculteiten de topinstellingen van het land, waar de elite wordt dit jaar een numerus fixus in. Zij onderwezen. Zowel Frankrijk als konden de groeiende stroom eersteEngeland heeft een eeuwenoude jaars niet meer aan. Dat geldt voor traditie van selectie aan de poort. In andere Europese landen meer opleidingen. Op dit moment Landen als Zweden en Duitsland wordt een numerus fixus gehanbegonnen er pas mee in de jaren wordt nauwelijks over teerd bij 53 universitaire en 44 hbozeventig van de vorige eeuw. Niet opleidingen. om universiteiten de mogelijkheid selectie gediscussieerd te geven het koren van het kaf te Zesjescultuur scheiden, maar vanwege capaciteitsDat zijn er nog steeds relatief weinig, als je bedenkt problemen. In beide landen nam het aantal studenten dat alleen al de universiteiten 432 bachelor- en 901 in die periode fors toe. Om te voorkomen dat opleimasteropleidingen aanbieden en de hogescholen 347 dingen overvol raakten, werd schiften toegestaan. opleidingen. Maar het aantal studies met een numerus In Duitsland spelen ook de afgelopen jaren weer fixus zal de komende jaren verder toenemen. Dat forse capaciteitsproblemen. Vooral de goed aangekomt doordat de studentenaantallen de pan uit rijzen. schreven universiteiten in het Westen en in en rond In 2008 waren er al twee keer zo veel studenten als Berlijn krijgen veel inschrijvingen. Selectie gebeurt in 1980. Dit jaar staan volgens het CBS ruim 656.000 daar weliswaar vanwege de beperkte capaciteit. Maar studenten ingeschreven en dat aantal zal volgens de aangezien er grotendeels op diplomacijfers wordt universiteitenvereniging VSNU tot 2020 met nog 37 geselecteerd, is het effect ook dat deze instellingen de procent toenemen. knapste koppen binnenhalen en zich daardoor kunnen Daarnaast is er steeds meer kritiek op de ‘zesjesculontwikkelen tot een soort topinstellingen. Ook Italië tuur’; de roep om excellentie wordt al jaren steeds selecteert op diplomacijfers. luider. Selectie is dan ook een belangrijk punt in de Rob Reneman zat in de jaren negentig in de commissie Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Ruim baan voor Talent, die experimenten met Wetenschap, die staatssecretaris Halbe Zijlstra eind selectie in het Nederlandse hoger onderwijs moest juni openbaar maakte. Zijlstra ziet selectie als ‘een beoordelen. De emeritus hoogleraar fysiologie van middel om uitval te voorkomen’ en als nuttig instrude Universiteit Maastricht vindt het niet vreemd dat ment bij ‘opleidingen met een beperkte capaciteit ten Nederland tot voor kort moeite had met het onderopzichte van de belangstelling’. werp, terwijl dat in andere delen van Europa allang Ook de Miljoenennota geeft aan dat het studieklimaat geaccepteerd was. “In Nederland is iedereen gelijk. aan het veranderen is: langstudeerders gaan veel meer Mensen mogen vooral niet boven het maaiveld collegegeld betalen, bollebozen worden juist gekoesuitsteken. Het heeft met onze calvinistische inborst te terd. In dat klimaat is selectie geen vies woord meer. maken”, meent Reneman.

transfer | oktober 2011 | 9


Nog altijd riant Maar het calvinisme kan niet het hele antwoord zijn. Duitsland en Zweden kennen een vergelijkbare achtergrond, maar doen toch al decennia aan selectie. Wellicht kan een verklaring voor de verschillen zijn dat Nederland in het verleden niet zulke ernstige capaciteitsproblemen heeft gehad als Duitsland en Zweden. Dat zou ook meteen verklaren waarom selecteren in ons land nu wel uit de taboesfeer komt: het onderwijs loopt ook hier tegen zijn grenzen aan. Toch is de situatie in Nederland nog altijd redelijk riant. Studenten hoeven nog steeds niet heel vaak te strijden om een plaats. Aangezien de onderwijs­ kwaliteit op alle universiteiten ongeveer gelijk is, hoeven ze ook niet bang te zijn om op een B-instelling terecht te komen. De Nederlandse student is, vergeleken bij zijn collega’s in de rest van Europa, nog altijd best verwend.

> ‘triple a’ -cijfers > motivatiegesprek

De Britten kennen de op een na oudste universiteit ter wereld (Oxford) en daarmee ook een van de eerste instituten die streng selecteren. Die lange traditie staat niet onder druk. Wie aan een topuniversiteit wil studeren, dient een voortreffelijke cijferlijst te overhandigen, is het credo in Engeland. Maar niet alleen cijfers tellen: ook een goede motivatie is van belang. Want de echte top, zoals Cambridge en Oxford, houdt ook daarmee rekening. Instellingen mogen volledig zelf bepalen wie ze toelaten. Wat de cijfers betreft, draait het in Engeland allemaal om de advanced levels – vergelijkbaar met ons vwo-diploma. Britten doen slechts in drie vakken examen. Wie driemaal de hoogste score haalt – de letter A – komt in aanmerking voor de top. Met twee A’s en een B nemen de kansen op de absolute top al af. Welke opleidingen in trek zijn heeft te maken met reputatie, maar ook met de rankings die al sinds de jaren tachtig worden

robert visscher

gehouden, bijvoorbeeld door de krant Times Higher Education. De opleidingen die het hoogst scoren in de rankings, worden gezien als de beste, en zijn het populairst.

> numerus clausus > helft instellingen selecteert > nieuws stelsel sinds 2005

> toegankelijke universiteiten > selectieve grandes écoles > classes préparatoires

In Duitsland heeft in theorie iedereen met een afgeronde

Frankrijk heeft gelijkheid nog altijd hoog in het vaandel

Abitur (vergelijkbaar met ons vwo) toegang tot een universiteit.

– dat moet ook wel met een nationale leus als ‘liberté,

Maar de praktijk is weerbarstiger. Selectie is al jaren schering

egalité, fraternité’. De Franse universiteiten zijn, net als de

en inslag. Selecteren is toegestaan sinds het Numerus-clausus-

Nederlandse, kwalitatief gelijkwaardig. Of iemand in Lille of

Urteil (1972), maar alleen als het noodzakelijk is, bijvoorbeeld

Marseille studeert, moet niet uitmaken voor het niveau van

door capaciteitsproblemen bij de instellingen.

onderwijs en onderzoek.

De afgelopen jaren zijn die problemen fors toe­genomen.

De grote uitzondering zijn de grandes écoles, de elite-universi-

Vooral de universiteiten in en rond Berlijn en in het Westen

teiten van Frankrijk. Hier studeert, sinds halverwege de acht-

van Duitsland zijn populair. Matthias Jaroch van het

tiende eeuw, de Franse crème de la crème. Wie aan een grande

Hochschulverband schat dat de helft van alle opleidingen selec-

école wil studeren, moet vaak een indrukwekkende cijferlijst

teert. Vooral universiteiten selecteren, maar een aantal hoge-

overleggen. Maar studenten dienen ook een speciale vooroplei-

scholen doet het ook.

ding te voltooien. Deze zogeheten classe préparatoire, die twee

Vanaf het wintersemester 2005–2006 bepalen drie criteria de

jaar duurt, wordt gevolgd na het eindexamen van de middelba-

selectie. De eerste 20 procent van de beschikbare plaatsen is

re school en bereidt de oud-scholieren voor op het competitieve

voor studenten met de hoogste cijfers. De volgende 20 procent

toelatingsexamen (‘concours’) van de grandes écoles.

is voor wie al het langste op een plek aan de opleiding wacht

Om doorstroom in het reguliere onderwijs te vergemakkelijken,

(en eerder dus niet werd geselecteerd). Voor de laatste 60 pro-

worden voor het concours 120 ECTS toegekend. Wie faalt, kan

cent wisselen de criteria per opleiding. Zo kunnen cijfers voor

daardoor zonder al te veel vertraging terecht bij een andere,

bepaalde vakken worden meegenomen, maar ook (beroeps)-

minder prestigieuze instelling. Ondanks de nationale nadruk op

ervaring of de score op een specifieke test.

gelijkheid staat dit systeem in Frankrijk niet ter discussie.

10 | oktober 2011 | transfer


> alleeen selectie bij dure opleiding > ‘staatsexamen’ > elitaire private universiteiten

In grote lijnen is de toegang tot het hoger onderwijs in Italië hetzelfde geregeld als in Nederland: studenten met een diploma van het lyceum krijgen toegang tot een hogeronderwijs­ instelling. Wel zijn er zijn een aantal uitzonderingen. Opleidingen waar dure laboratoriumapparaten wordt gebruikt, mogen bijvoorbeeld maar een gelimiteerd aantal studenten aannemen. Maar dat geldt ook voor opleidingen voor specifieke beroepen waar weinig vraag naar is. In Italië gaat het hierbij onder meer om medicijnen, chirurgie, tandheelkunde, logo­ pedie, fysiotherapie en bouwkunde. Ook opleidingen die zeer gewild zijn, mogen extra eisen stellen. Wie zich voor zo’n opleiding aanmeldt, moet een extra examen afleggen, dat door het ministerie van onderwijs is opgesteld. Het cijfer voor dat examen telt mee in de selectieprocedure. Ook aan studenten die naar een prestigieuze, private universiteit willen, worden extra eisen gesteld. Vanwege de vele aanmeldingen voor weinig beschikbare plaatsen, is het daar in de praktijk lastig om binnen te komen. Welke eisen precies worden gesteld, verschilt fors per instelling. Omdat de private universiteiten onafhankelijk zijn, wordt niet centraal bijgehouden hoeveel opleidingen een numerus fixus kennen.

> vooral populaire studies selecteren > juiste vakken vereist

In Zweden mogen universiteiten selecteren sinds 1977. De maatregel werd destijds ingevoerd vanwege capaciteits­problemen. Een Zweeds middelbareschooldiploma geeft in principe toegang tot een universiteit. Maar niet noodzakelijkerwijs voor een opleiding naar keuze, want bij alle opleidingen ligt het studenten­aantal vast. Zweden kent een ander middelbareschoolsysteem dan Nederland. Vakken worden gegeven voor de niveau’s A (het eenvoudigste) tot en met E (meest gevorderd). Wie naar een universiteit wil moet, afhankelijk van de toelatingseisen, cijfers halen op een bepaald niveau. In Zweden volgen scholieren programma’s, zoals een kunsten-, bèta- of linguïstisch programma. Daardoor wordt al vroeg bepaald wie voor welke studie in aanmerking komt. Zonder wiskunde kan iemand bijvoorbeeld geen bètastudies volgen. In tweederde van de gevallen waarin wordt geselecteerd, vormen middelbareschoolcijfers de basis. In de overige gevallen wordt een algemene test gebruikt, de zogenaamde SweSat. In de praktijk selecteren vrijwel alleen populaire ­opleidingen met capaciteitsproblemen, zoals rechten, politicologie, psychologie en medicijnen.  (RV)

transfer | oktober 2011 | 11


op

college

marti n

b ij

...

h u nzi ker

:

‘Lesgeven op Oostenrijkse

school geeft een kick’

Docenten vervullen een sleutelrol in het proces om het hoger onderwijs internationaler te maken. In deze rubriek vertellen zij wat ze op dat gebied ondernemen. Martin Hunziker, docent Nederlands aan de Marnix Academie in Utrecht, laat zijn pabostudenten lessen verzorgen op een Oostenrijkse

Foto: Maarten Hartman

basisschool.

Wat hebben Nederlandse pabostudenten te zoeken in het Oostenrijkse Krems? Een aantal jaren geleden zou Martin Hunziker misschien zijn schouders hebben opgehaald bij deze vraag. Tegenwoordig is hij nauw betrokken bij de organisatie van studiereizen naar Oostenrijk en ontwikkelt hij een nieuwe studiereis naar Zürich in Zwitserland. De reizen maken deel uit van de zogenaamde internationale weken van de Marnix Academie. In het tweede jaar worden alle pabostudenten gestimuleerd een week naar het buitenland te gaan. Onder begeleiding van docenten bezoeken de studenten een pabo (of vergelijkbare instelling) en basisscholen in het buitenland. Vroeger was internationalisering volgens Hunziker iets voor een beperkt aantal docenten en studenten. Maar de Marnix Academie is er de afgelopen jaren goed in geslaagd het onderwerp gemeengoed te maken, vindt hij. Er zijn Engelstalige minors, mogelijkheden om in het buitenland stage te lopen, en met de internationale weken lukt het tegenwoordig om maar liefst 85 procent van de tweedejaarsstudenten daadwerkelijk mee te krijgen naar het buitenland. Nu hij een aantal keren zelf mee is geweest, is Hunziker overtuigd van de waarde die zo’n internationale ervaring voor de studenten heeft.

12 | oktober 2011 | transfer

“Tijdens onze reizen naar Krems laten we onze studenten altijd een les verzorgen voor een klas op een basisschool”, vertelt hij. “De meeste studenten spreken geen Duits, de meeste kinderen geen Engels. Het gevolg is dat de studenten bloednerveus zijn en denken dat het niet zal lukken. Maar als het dan toch lukt om met handen en voeten een leuke les te verzorgen waarbij iedereen iets leert, dan zie je dat het ze gewoon een adrenalinestoot geeft. Ze hebben ontdekt dat zie iets kunnen waarvan ze dachten dat ze het niet konden.”

Zekerheden De docent vindt het inspirerend om te zien hoe tijdens de buitenlandse reizen allerlei zekerheden ‘op losse schroeven’ komen te staan. “De kennismaking met het onderwijssysteem in een ander land bevestigt soms de eigen ideeën over ons systeem, maar roept net zo vaak vragen op”, vertelt Hunziker. “Dat vind ik erg waardevol.” Een voorbeeld? “Dat kan iets heel basaals zijn, zoals de lestijden. In Oostenrijk zijn kinderen om half een ’s middags al klaar met school. Of de leerplicht, die begint in Oostenrijk pas bij zes jaar. Is dat een goed of een slecht idee? Daar eens over nadenken, dat is goed voor mensen die het onderwijs in ons land straks vorm moeten geven”, betoogt hij. “We zien graag dat studenten hun visie op onderwijs verbreden en verdiepen. We willen dat ze zien en horen hoe anderen het doen. Dat ze de verschillen en overeenkomsten zien. Dat ze ontdekken dat vanzelfsprekendheden niet altijd vanzelfsprekend zijn.”

rob burkhard


ac htergron d

Lotingstudies in trek

Foto: Marcel Antonisse/ANP

bij buitenlandse student

Het ministerie van Onderwijs ging tevergeefs tegen die uitspraak in beroep. Ook de Raad van State vindt dat er sprake is van indirect onderscheid. Praktische uitvoerbaarheid is daar geen rechtvaardiging voor, omdat een nauwkeurige individuele beoordeling niet nodig is. Het ministerie zou ook kunnen volstaan met een generieke vergelijking van cijfers. De zaak van de Limburgse moet DUO opnieuw beoordelen en het lotingstelsel moet worden aangepast.

Afschaffen Masterstudenten geneeskunde aan de VU.

Het percentage buitenlandse studenten bij lotingstudies is in vijf jaar verdubbeld. En dat aantal zal nog hoger worden door een uitspraak van de Raad van State. De raad vindt het niet terecht dat iedereen met een buitenlands diploma automatisch in lotingsklasse C terechtkomt, ongeacht de schoolprestaties.

Een Limburgse met een Vlaams diploma die werd uitgeloot voor geneeskunde spande vorig jaar een rechtszaak aan tegen DUO. Hoewel haar gemiddelde eindcijfer overeenkwam met een 8 of hoger, wat recht geeft op rechtstreekse toelating (lotingsklasse A), werd zij ingedeeld in klasse C. Dat doet DUO standaard bij buitenlandse diploma’s. De rechtbank in Roermond oordeelde toen dat er volgens de EU-wetgeving sprake was van indirecte of verkapte discriminatie op grond van nationaliteit, omdat aankomende studenten met een buitenlands diploma in de meeste gevallen geen Nederlander zullen zijn. Als zij – net als de Limburgse – aannemelijk kunnen maken dat hun gemiddelde eindcijfer vergelijkbaar is met een 8 of hoger in Nederland, moet DUO dat volgens de rechter laten toetsen. Daarvoor zou een wetswijziging nodig zijn.

Hoeveel studenten met een buitenlands diploma zich aanmelden voor een lotingstudie en dus net als de Limburgse wellicht ten onrechte zijn ingedeeld in klasse C, heeft DUO niet paraat. Wel werd onlangs bekend dat in 2010 meer dan 18 procent van de in totaal bijna 20.000 studenten die aan een numerus fixus-studie konden beginnen niet over de Nederlandse nationaliteit beschikte, en dus waarschijnlijk een buitenlands diploma had. Bij opleidingen waarvoor bij een specifieke instelling geloot moest worden, ging het om een kleine 11 procent van de ruim 56.000. In 2006 was nog maar 9 procent van de eerstejaars bij lotingstudies buitenlander. Overigens kondigde staatssecretaris Zijlstra deze zomer in zijn strategische agenda aan dat hij loting stapsgewijs wil afschaffen.

annelieke slappendel

vi j f

loti n g s cate g o r i e ë n

DUO hanteert vijf lotingsklassen voor studies met een numerus fixus. Eindexamencijfers van een 8 of hoger – klasse A – geven recht op directe toelating. Wie gemiddeld een 7,5 tot een 8 heeft, komt in klasse B. Klasse C omvat de eindcijfers tussen 7 en 7,5 én alle buitenlandse diploma’s, ongeacht de schoolresultaten. Klasse D loopt van een 6,5 tot een 7 en klasse E alles lager dan een 6,5. De kans om te worden ingeloot per klasse komt overeen met de verhouding B:C:D:E=9:6:4:3.  (AS)

transfer | oktober 2011 | 13


ac htergron d

we r kgevers

vor ig

ja ar

vo or

2,7

m i l j o e n

e u ro

b e b o e t

Inspectie controleert werkende niet-EU-student Studenten van buiten de Europese Unie zetten hun verblijfsvergunning op het spel als ze naast hun studie in Nederland te veel werken. Maar in de praktijk loopt het zo’n vaart niet. De Arbeidsinspectie, die op projectbasis controles uitvoert, richt zich vooral op de werkgevers. ‘Het gaat ons niet om de

Illustratie: Niels Bongers

studenten’, aldus de projectleider.

Een student uit Deventer met een ‘bijbaantje’ in Amsterdam. Als de Arbeidsinspectie op zo’n situatie stuit, gaan de alarmbellen rinkelen. “Die werkt dan zogenaamd drie uur per dag, tien uur per week aan de andere kant van het land. Dat is onzin. Zo iemand heeft in werkelijkheid vaak een veertigurige werkweek”, zegt Minjon van Heijningen. Zij leidt bij de Arbeidsinspectie het project ‘Studenten’. Nederland maakt het studenten van buiten de EU niet gemakkelijk om naast hun studie bij te verdienen, dat is

14 | oktober 2011 | transfer

bekend. Zij mogen maximaal tien uur per week werken óf fulltime tijdens de zomermaanden. En alleen als hun baas over een tewerkstellingsvergunning beschikt. Deze regels worden regelmatig overtreden, merkte de Arbeidsinspectie enkele jaren geleden. Ook had de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vermoedens dat sommige buitenlandse studenten eigenlijk hier waren om te werken. Reden voor de Arbeidsinspectie om, na een pilot in 2009, vorig jaar het project ‘Studenten’ te starten.


In 2010 werden binnen het project 170 bedrijven Iets meer dan een kwart van de studenten die geïnspecteerd. De bedrijven in kwestie waren geselecbetrokken waren bij een overtreding, kwam uit China. teerd op basis van IND-gegevens over buitenlandse Dat zegt volgens Van Heijningen niet veel. “Er komen studenten met een verblijfsvergunning, en gegevens sowieso veel Chinezen in Nederland studeren, dus dat van UWV Werkbedrijf over afgegeven tewerkstelis niet vreemd. Daarnaast hebben we veel controles lingsvergunningen. In juni maakte de Arbeidsinspectie gedaan bij buitenlandse keukens. Ik kan ik me voorde resultaten bekend: bij maar liefst 71 procent van de stellen dat studenten uit China vaak werk vinden in inspecties waren overtredingen geconstateerd, wat de Chinese restaurants.” bedrijven in totaal voor 2,7 miljoen euro aan boetes had Van Heijningen herinnert zich dat de Arbeidsinspectie opgeleverd. twee jaar geleden juist veel Surinaamse studenten In vrijwel alle gevallen waarin er iets mis was, ontbrak tegenkwam. “Die werkten bij callcenters, omdat een tewerkstellingsvergunning. Bij 8 procent van de ze Nederlands spreken. Zoiets kan een vertekend overtredingen werkten studenten meer dan toegestaan, beeld geven.” tot wel zeventig uur per week. Bij de overtredingen Vooral horecabedrijven krijgen inspecteurs over de waren ruim tweehonderd personen betrokken die een vloer, vertelt Van Heijningen, omdat veel studenten verblijfsvergunning voor studie hadden. Ook bij meer daar een bijbaantje hebben. Maar misbruik komt dan vijftig controles buiten het project bleken werkvolgens haar in alle sectoren voor, ook in bijvoorbeeld gevers zich niet aan de regels te houden. Die bedrijven de land- en tuinbouw, de schoonmaakbranche en bij hadden samen 121 buitenlandse studenten in dienst. uitzendbureaus. Toch denkt de projectleider dat veel “Het gaat ons niet om de studenten”, legt projectleider overtredingen voortkomen uit onwetendheid. Daarom Van Heijningen uit. “Wij richten ons in principe op beperkt de Arbeidsinspectie zich niet tot controles, de werkgever.” Hoewel de Arbeidsinspectie studenten maar vindt er ook voorlichting plaats. geen boete oplegt, kan het overtreden van de regels ook voor hen gevolgen hebben. Werken zij te veel, dan Weinig verbetering geeft de inspectie – in 2010 in bijna vijftig rapporten Behalve werkgevers worden ook onderwijsinstellingen – dat door aan de IND. Die neemt contact op met de daarmee benaderd. “Die zijn niet verantwoordelijk, onderwijsinstelling om na te gaan hoe de studievoortmaar zo bereiken we studenten die we niet een voor gang van de student is. een kunnen informeren.” Studenten “Mocht iemand veel werken en zouden overigens de regels al weinig studeren, dan kan hem dat “We gaan net zo lang door kunnen kennen, doordat die ook zijn verblijfsvergunning kosten”, op de achterkant van hun verblijfs­ zegt Van Heijningen. Maar dat tot het aantal overtredingen vergunning-pasje staan. gebeurt niet in alle gevallen. “Het Vooralsnog ziet de Arbeidsinspectie kan ook voorkomen dat iemand omlaag gaat” weinig verbetering; dit jaar ligt twaalf uur per week werkt in plaats het percentage overtredingen bij van tien en daarnaast prima studiecontroles binnen het project op 60. resultaten behaalt. Dan wordt een verblijfsvergunning Heel hoog, vindt Van Heijningen; bij andere inspecniet ingetrokken. De studievoortgang maakt veel uit. ties is dat gemiddeld 18 procent. Ze verklaart het grote ‘Beter je leven’, zeggen we tegen zo’n student.” aantal uit de gerichte aanpak die mogelijk is dankzij De IND wil niet zeggen van hoeveel studenten de de informatie van de IND. Waarschijnlijk wordt het verblijfsvergunning is ingetrokken. De Wereldomroep project Studenten in 2012 voortgezet. “Net zo lang tot berichtte vorig jaar over ongeveer dertig Surinamers het aantal overtredingen omlaag gaat. Want het is niet die te horen kregen dat ze het land moesten verlaten. ons streven om boetes uit te delen.” Een aantal van hen maakte daartegen met succes De projectleider ziet wel een lichtpuntje. “Er zijn ook bezwaar. best veel tewerkstellingsvergunningen afgegeven voor buitenlandse studenten.” In 2010 deed UWV Chinese restaurants Werkbedrijf dat voor meer dan 2.300 studenten, zo’n Studenten die binnen drie dagen na aankomst in 12 procent van de ruim 19.000 buitenlanders die in Nederland een baan vinden aan de andere kant van het 2010/2011 met een verblijfsvergunning in Nederland land, komen daarmee waarschijnlijk niet zo gemakstudeerden. “Het is vrij eenvoudig om een tewerkkelijk weg. “Daar heb ik vraagtekens bij”, zegt de stellingsvergunning te krijgen. Natuurlijk is het extra projectleider. “Die zijn hier vaak gekomen met andere moeite voor de werkgever, maar je moet er wat voor intenties dan studeren. Dat wordt verder uitgezocht, over hebben als je iemand zoekt die Chinees spreekt.” eventueel samen met de SIOD [Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, red.].” annelieke slappendel

transfer | oktober 2011 | 15


ac htergron d

sc h ei den d

ou

-vo

orzitter

th e o

b ove n s

‘Geen enkele universiteit ki In het steeds straffere studieklimaat moet de Open Universiteit zichzelf opnieuw uitvinden, vindt Theo Bovens. De man die sinds vorige maand collegevoorzitter-af is, ziet de OU ook als vangnet voor bijvoorbeeld langstudeerders. Maar ook op internationaliseringsgebied is er nog een wereld te winnen.

16 | oktober 2011 | transfer


Foto: Henriëtte Guest

iest voor leven lang leren’ De studenten zal hij het meest missen, zegt uitsluitend bevolkt door achttien- tot 23-jarigen.” Theo Bovens (1958). “Vaak zijn het mensen die offers In 2008 presenteerde de Europese universiteitenhebben moeten brengen om dat felbegeerde diploma koepel EUA een baanbrekend actieplan, waarin te halen. Van hun verhalen krijg ik nog steeds universiteiten in tien punten hun ‘sleutelrol’ bij een een warm gevoel.” Op een vrijdag in september leven lang leren formuleerden. Instellingen moeten nam hij afscheid van zijn ‘pioniers­universiteit’. zo worden ingericht dat jong én oud er kunnen Twee dagen later trad hij aan als commissaris van studeren. De koepel besefte dat het academisch de koningin in Limburg, een provincie die hij scholen van grote groepen mensen, verschillend “niet gemakkelijk” noemt. in leeftijd, achtergrond en behoefte, een enorme Bovens, tevens kroonlid en dagecultuuromslag vergt. De afgelopen lijks bestuurder van de SER, is al drie jaar werd op Europees niveau jaren een voorvechter van ‘een onderzocht welke strategieën “Er waart een leven lang leren’. Een begrip dat op universiteiten moeten volgen om beleidsniveau wordt omarmd want succesvol te worden met leven conservatieve geest door in een kenniseconomie is het van lang leren. Het rapport was eind essentieel belang dat burgers hun augustus klaar, maar lijkt geen het hoger onderwijs” kennis en vaardigheden voortduhot item binnen het Nederlandse rend ontwikkelen. Maar de praktijk hoger onderwijs. Bovens was er is anders. Over leven lang leren wordt veel gepraat, drie jaar geleden bij. “Aan de geringe deelname van maar van de grond komen doet het niet: het aantal Nederlandse onderwijsbestuurders kon je toen zien deeltijdstudenten is de laatste tien jaar alleen maar dat het plan niet op vruchtbare bodem terechtkwam. gedaald. Ik heb geen signalen van mijn dertien collega-univer“Het is meer leven lang leuteren”, vindt Bovens. “Het siteitsbestuurders dat het nu beter gaat”, zegt hij. is een onderwerp waar niemand tegen is, maar waar niemand pijn van in z’n buik krijgt als we op dit punt Zorgelijk van de OESO een rode kaart krijgen. Het lukt maar Het scholen van mensen op latere leeftijd lijkt voorniet om er meer mensen aan deel te laten nemen.” alsnog voorbehouden aan de Open Universiteit en commerciële instellingen. “Maar wij bedienen het Volstrekt normaal segment dat afstandsonderwijs volgt. Niet iedereen Het probleem is volgens Bovens dat Nederland bijna kan of wil ’s avonds achter de boeken zitten, als de uitsluitend investeert in het initiële onderwijs. De rest van het gezin voetbal kijkt. Bovendien hebben doelstelling dat 50 procent van de beroepsbevolking wij ‘maar’ vijftien opleidingen. Dus het is niet zo dat in 2020 een ho-diploma op zak heeft, zal daarom niet alleen de OU het leven lang leren voor haar rekening worden gehaald. “We redden dat fysiek nooit met moet nemen. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid de mensen die uit het voorgezet onderwijs komen. voor de rest van het publieke onderwijs.” Als mensen langer moeten doorwerken, moet je juist In zijn recente strategische agenda beloofde staatsinvesteren in het bijscholen van de beroepsbevolking secretaris Zijlstra dat hij de wet zal aanpassen om na hun dertigste. Dat thema leeft binnen Europa, maar flexibel en kwalitatief hoogwaardig onderwijs te in Nederland veel minder. In 2004 is de belastingaftrek kunnen bieden voor werkenden. Instellingen die zich voor studies die niet werkgerelateerd zijn, afgeschaft. op deze doelgroep willen richten, zal hij faciliteren. Dat heeft ons 20 procent aan studenten gekost.” Zeven hogescholen experimenteren hier al mee. Maar Bovens wijst op de verschillen tussen Nederland en Bovens heeft niet de indruk dat universiteiten ervoor de Verenigde Staten. “In de VS zijn dertigers en veerin de rij staan. “In de discussies over profilering van tigers in de collegebanken volstrekt normaal. Veel universiteiten naar aanleiding van het rapport van de mensen halen daar op latere leeftijd hun master. Daar commissie-Veerman zegt geen enkele universiteit: zouden we ook in Nederland over moeten praten. doe mij de leven-lang-leerders maar. Iedereen kiest Maar hogescholen en universiteiten zijn daar niet voor de mooiste masteropleidingen en de meest op ingericht. Nederlandse collegezalen worden bijna toonaangevende onderzoeksgebieden.”

transfer | oktober 2011 | 17


Diezelfde commissie-Veerman uitte scherpe kritiek op de Open Universiteit. Ze noemde het ‘zorgelijk’ dat de OU haar eigenlijke functie niet goed vervult. De instelling werd 27 jaar geleden opgericht om tweedekansonderwijs te bieden. Maar tweederde van de studenten heeft al een hogeronderwijsdiploma als ze zich melden in Heerlen. “Wij hebben inderdaad een aantal zaken laten liggen”, erkent Bovens. “We zouden veel meer groepen kunnen bedienen, zoals tweedekansers van allochtone afkomst en laaggeletterden. We hebben de drempel hoog gelegd. En we hebben het hoger beroepsonderwijs te lang laten liggen. Flexibele curricula, zoals wij die aanbieden, bestaan in hbo-land niet. Maar er is grote behoefte aan.”

Vangnet De in Nederland en Vlaanderen opererende instelling heeft zich, mede door het Veerman-rapport, bezonnen op haar toekomstige positie binnen het Nederlandse hogeronderwijsbestel. “Dit is een instituut met een zeer flexibel systeem van afstandsonderwijs dat maar voor een klein deel wordt benut. Met dezelfde infrastructuur zouden we het dubbele aantal studenten kunnen bedienen. Zo zou je ons afstandsonderwijs ook kunnen inzetten om buitenlandse studenten op het Nederlandse hoger onderwijs voor te bereiden. En we zouden het statistiekonderwijs voor de andere universiteiten kunnen verzorgen.” Bovens ziet meer mogelijkheden, mede als gevolg van het straffere studieklimaat. “Langstudeerders kunnen bij ons terecht, studenten met een negatief bindend studieadvies kunnen in de zomer via de OU hun achterstand wegwerken. Hoe selectiever het onderwijssysteem wordt, hoe groter de behoefte aan een goed functionerend vangnet.” Hij verwacht dat het studentenaantal in 2020 verdubbeld zal zijn. Een deel van de studenten zal een hbo-opleiding doen. Nu al werkt de OU samen met vier hogescholen voor de studie informatica. De student schrijft zich in bij de OU en krijgt begeleiding van de hogeschool. Ook zal het onderwijs een stuk internationaler zijn. “Onze masteropleidingen zullen ook Engelse varianten hebben. Niet omdat wij ons richten op buitenlandse studenten, maar omdat de beroepenmarkt het vraagt. Wij zullen geen complete Engelstalige stroom naast de Nederlandse zetten. Maar we werken wel aan

18 | oktober 2011 | transfer

een internationale infrastructuur en doen ook mee aan virtuele Erasmusprogramma’s. Onze studenten kunnen modules doen bij een buitenlandse open universiteit. Daarvoor zijn we in Europees verband programma’s aan het ontwikkelen. Het staat nog in de kinderschoenen, maar het wordt steeds belangrijker om ook de afstandsstudent internationale ervaring mee te geven.”

E-learning De internationale onderzoeksnetwerken van de OU worden steeds vaker gebruikt voor het onderwijs, vertelt Bovens. “Bij een paar masteropleidingen hebben we internationale studentengroepen samengesteld. Met studenten van andere open universiteiten wordt aan een onderzoeksopdracht gewerkt.” Een heel nuttig instrument in de internationalisering, vindt hij. “Je kunt een student wel naar Spanje sturen, maar de kans dat hij in zijn latere beroepsleven met een Spanjaard van doen heeft, is klein. Terwijl in het bedrijfsleven internationaal samengestelde groepen die op afstand samenwerken, heel gebruikelijk zijn.” Het reguliere hoger onderwijs zou daar ook veel meer op moeten inzetten, stelt Bovens. “Slechts een klein percentage van de studenten gaat naar het buitenland. Wat doet die andere 80 procent? Ze mogen blij zijn als er een Chinees, een Brit en een Duitser bij hen in de onderwijsgroep zitten. Maar doe je daardoor internationale studie-ervaring op?” Bovens vindt het een gemiste kans dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van e-learning. “Miljoenen zijn gestoken in de prachtigste blackboardsystemen. Maar ze worden vaak alleen gebruikt als geautomatiseerde prikborden en nauwelijks voor interactiviteit, internationalisering en verdieping.” In de rangorde, weet hij, staat fysiek contact veel hoger dan virtueel contact. “Bij universiteitsbestuurders en politici scoort de geïnspireerde docent die een hele collegezaal weet te pakken een tien. Maar hoeveel zijn er daarvan? Ik was verbaasd toen ik hoorde dat het aantal platte contacturen in het hoger onderwijs wordt verhoogd. Het zal zeker het rendement verhogen, maar het is niet de meest slimme en innovatieve manier. Er waart een conservatieve geest door het hoger onderwijs.”

els heuts


C

O

L

U

M

N

Leiderschap en

Foto: Erik van der Burgt / Verbeeld

internationalisering De EAIE-conferentie in Kopenhagen is achter de rug en de Nederlanders waren weer leidend in aantal. Met ruim vierhonderd waren we nog meer aanwezig dan het gastland. Bij de twee vorige conferenties in Nantes en in Madrid was het gastland het best vertegenwoordigd. Zegt dit iets over onze leidende positie als het gaat om de strategie, het belang en de positie van internationalisering in de hoger onderwijsinstellingen? Leiderschap is een thema dat in toenemende mate onderwerp van discussie is, bij de European Association for International Education (EAIE) en daarbuiten. Tijdens de conferentie waren er niet alleen de traditionele exchange coördinatoren, hoofden van international offices, admission officers en internationale marketeers maar ook (voormalig) rectoren, voorzitters, vicedecanen en andere leiders van instellingen. Deze zomer was het thema leiderschap opvallend vaak in het nieuws. Premier Rutte werd hevig bekritiseerd vanwege zijn afwezigheid daar waar aanwezigheid vanwege problemen in de wereld van een leider van het land verwacht mocht worden. Rutte dacht daar anders over en ging dansen. Aan de overkant van de oceaan blijkt het eerder charismatisch geroemde leiderschap van Obama flink aan erosie onderhevig. De eurocrisis deze (na)zomer liet zich ook niet onbetuigd als een fenomeen dat door krachtige leiders moet worden aangepakt. Maar welke minister van financiën of premier uit de eurozone toonde zich een visionair leider die de crisis definitief wist te keren? Ook hier ontbreekt het aan een leider die voorbij bekrompen sentimenten kijkt, verbindingen legt, communicatief excelleert en niet bang is voor impopulaire maatregelen. Premier Jens Stoltenberg van Noorwegen vormde deze zomer een uitzondering. Hoewel hij niet te boek stond als krachtdadig type, toonde hij zich rond het drama dat zich in

Noorwegen deze zomer voltrok een leider die het volk bijeen hield en door een emotionele periode heen sleepte. Een relatief oud artikel van Thomas Cronin, Teaching and Learning about Leadership (1984, Presidential Studies Quarterly) beschrijft inzichtelijk welke kwaliteiten iemand tot een leider maken. Om er een aantal te noemen: zelfkennis, zelfvertrouwen en zelfrelativering; een combinatie van visie, intelligentie en wijsheid; oordelings-, doorzettings- en uithoudingsvermogen; energie, durf en enthousiasme; integriteit en flexibiliteit en tenslotte een goed gevoel voor humor. Dat is nogal wat. En volgens velen is leiderschap niet aan te leren, maar alleen te ontwikkelen in een goede omgeving onder de juiste omstandigheden. De EAIE-conferentie in Dublin in 2012 zal een serie met sessies bieden rondom leiderschap. Dit is vanwege verschillende redenen van belang. Internationalisering mag dan wel in toenemende mate voor instellingen ‘inclusive’ of ‘comprehensive’ zijn, we zullen nog beter in staat zijn internationalisering echt in te bedden in onze instellingen als we meer leiders van hoger onderwijsinstellingen met elkaar en met de professionals van de werkvloer in debat laten gaan. De EAIE wil die professionals inzichten geven in leiderschap en ze de mogelijkheid bieden om hun eigen leiderschapskwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. Daarmee zijn we een voorbeeld voor de (internationale) studenten die we middels internationalisering willen opleiden tot toekomstige leiders. Zodat zij ons kunnen leiden door de vele crisissen die het leven nu eenmaal met zich meebrengt.

hans-georg van liempd Hans-Georg van Liempd is senior programme manager, verantwoordelijk voor het programma ‘international campus’ aan de Universiteit van Tilburg. Sinds september 2010 is hij vice-president van de European Association for International Education.

transfer | oktober 2011 | 19


ac htergron d

i nter nationaliser i ng

stokt

i n

m e d ez e g g e n s c h a ps ra d e n

Taalprobleem beperkt inspraak Litouwse

De Litouwse Egle Armonaite is het eerste Engelstalige lid van de faculteitsraad van de Erasmus School of Economics (ESE). Maar ondanks haar aanwezigheid vergadert de raad nog altijd in het Nederlands. Ook

Foto: Johannes OdĂŠ

andere universiteiten worstelen met de vraag wat de voertaal moet zijn in medezeggenschapsorganen.

20 | oktober 2011 | transfer


“Ik doe mijn best, maar ik

De negentienjarige Egle Armonaite verruilde vorig heb te weinig tijd om echt jaar haar thuis, de Litouwse kustplaats Klaipeda, voor een goed Nederlands te leren” andere havenstad: Rotterdam. Inmiddels zit ze in het tweede jaar van haar opleiding, de internationale bachelor Economics & Business Economics. Omdat ze wilde opkomen voor de belangen van internationale studenten, besloot ze zich verkiesbaar te stellen voor de faculteitsraad. Maar toen ze genoeg stemmen had verzameld om zitting te mogen nemen, volgde een verrassing: ze werd geacht tijdens vergaderingen Nederlands te spreken. “Ik had hier totaal geen rekening mee gehouden”, zegt Armonaite, nog steeds verbaasd. “Dit is toch een internationale universiteit? Ik volg ook een Engelstalige opleiding. Ik was ervan overtuigd dat alles in het Engels zou gaan.” In de Universiteitsraad van de Erasmus Universiteit gebeurde eerder dit jaar bijna hetzelfde. De Letse student Kristaps Matusevics deed mee aan de verkiezingen voor de raad. Hij maakte zich sterk voor de switch naar Engelstalig overleg. De universiteit stond open voor verandering, maar Matusevics kreeg in mei niet voldoende stemmen. Daardoor viel de noodzaak om de stap te nemen, weg.

Proefkonijn Voor het geval van Armonaite moest wél een oplossing worden gevonden. De Litouwse vindt dat de ESE goed met de situatie omspringt. “Ik ben een beetje een proefkonijn, voor de universiteit is dit ook nieuw. Zoiets hebben ze nog nooit aan de hand gehad.” De Erasmus Universiteit Rotterdam probeerde Armonaite nog vóór het begin van het academisch jaar voldoende Nederlands bij te brengen om zich in de raad te kunnen redden. “Tijdens de zomer kreeg ik drieëneenhalve dag intensief Nederlandse les, maar dat zakte weer weg toen ik een maand met vakantie ging naar Litouwen.” Nu krijgt ze op kosten van de faculteit twee keer per week individueel taalles. Of dit zoden aan de dijk gaat zetten, weet de Litouwse nog niet. “Ik doe echt mijn best, maar ik heb eigenlijk gewoon te weinig tijd

om goed Nederlands te leren. Bovendien is vergadertaal ook geen standaard Nederlands.” Ondanks de taalbarrière is het niet zo dat Armonaite niets in te brengen heeft. “De faculteitsraad bestaat uit zeven personeelsleden en zeven studenten. Met die studenten hebben we pre-meetings, waarin we de vergadering voorbereiden. We nemen dan in het Engels alle onderwerpen door die langs gaan komen, dus ik weet waar het over gaat.” Dat ze vervolgens niet direct kan reageren wanneer iemand in de raad iets zegt, noemt ze onhandig.

Ander verhaal ESE-decaan Philip Hans Franses is geen tegenstander van Engels als voertaal in de faculteitsraad, zegt hij. Maar het heeft voor hem een lagere prioriteit dan Engels in het onderwijs. “Wat betreft het onderwijs zou ik graag alles in het Engels doen. Het is dat de wet mij verplicht om één Nederlandstalige studie aan te bieden. Medezeggenschap vind ik een ander verhaal. Dat is niet eenvoudig, de betrokkenen moeten zich verdiepen in complexe zaken als CAO’s en onderwijs- en examenregelingen. Dat is toch wat anders dan een college in het Engels volgen.” Franses sluit niet uit dat de faculteitsraad in de toekomst overstapt op Engels. “Het is aan de raad zelf om dat te besluiten, maar ik zou het prima vinden.” Hij zou het ook toejuichen als notulen en andere vergaderdocumenten in het Engels zouden worden vertaald. Toch moet de universitaire gemeenschap zich volgens de decaan ook niet blindstaren op het Engels. “Als studenten die hier langer zijn, hardnekkig weigeren Nederlands te leren, dan zullen ze wel meer niet meekrijgen”, meent hij.

sam van den eijnden

Lees verder op de volgende pagina  >

transfer | oktober 2011 | 21


Helemaal Engels, half Engels, of toch Nederlands? Niet alleen in Rotterdam leeft de vraag in welke taal medezeggenschapsorganen moeten vergaderen. Ook andere instellingen hebben zich de afgelopen jaren al over het onderwerp gebogen. Met heel verschillende uitkomsten.

In Maastricht (UM), Wageningen (WUR) en aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) zijn de medezeggenschapsorganen overwegend op de Angelsaksische toer. Willemijn Sneller maakt als lid van de Studentenraad in Wageningen deel uit van een gemêleerd gezelschap. “Op dit moment hebben we twee Chinezen, een Duitser en een Roemeen in onze raad”, vertelt ze. De studentenraad zet zich volgens Sneller actief in om het Engels overal tot voertaal te maken, ook bij studieverenigingen. Dat is nodig, vindt ze. “De WUR heeft transparantie hoog in het vaandel en vindt het belangrijk dat belangrijke beslissingen door zowel Nederlandse als buitenlandse studenten kunnen worden gevolgd.” In de Maastrichtse Universiteitsraad – met zowel buitenlandse studenten als buitenlandse medewerkers – wordt in beginsel in het Engels vergaderd, maar de leden hebben altijd het recht om Nederlands te spreken. Dat wordt dan vertaald, zodat alle raadsleden dezelfde informatie hebben. Volgens griffier Manon Fokke heeft het Engels het Nederlands al bijna helemaal vervangen. “In de praktijk zijn de vergaderingen voornamelijk in het Engels en wordt niet of nauwelijks nog Nederlands gesproken.” Wel komt het soms nog voor dat nota’s van het college van bestuur in het Nederlands zijn. “Daarom kunnen buitenlandse medewerkers en studenten in de raad op kosten van de universiteit een cursus Nederlands volgen.”

Flexibel De Universiteit van Tilburg stelt zich in de kwestie flexibel op. “Zolang er geen niet-Nederlandstalige studenten of medewerkers in de raad zitten, mag er in het Nederlands worden vergaderd. Is dat wel het geval, dan wordt Engels gesproken”, legt raadssecretaris Thijs Pieters uit. Net als in Maastricht zijn ook in Tilburg tweetalige vergaderingen mogelijk. Grootste struikelblok voor vergaderen in het Engels

22 | oktober 2011 | transfer

zijn volgens Pieters de stukken van onder meer het college van bestuur, die nog in het Nederlands worden aangeleverd. Naast de instellingen die zich openstellen voor het Engels, zijn er ook nog een heleboel die voorlopig vasthouden aan het Nederlands als voertaal in veel van de medezeggenschapsorganen. Zoals de universiteiten van Groningen, Utrecht, Leiden, Nijmegen, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Open Universiteit en de drie technische universiteiten, in Delft, Eindhoven en Twente. Een veelgenoemde oorzaak is dat alle raadsleden van het orgaan in kwestie Nederlandstalig zijn. Zeker in het geval van de technische universiteiten is dat niet zo verwonderlijk: veel buitenlandse studenten komen daar voor een eenjarige master. Tegen de tijd dat de medezeggenschapsraad op hun radar is opgedoken, zit het jaar er vaak al op. Maar ook op andere instellingen blijven buitenlanders vaak buiten de raad. “Er is dus geen directe noodzaak om op het Engels over te stappen”, aldus Hilly Mast, voorzitter van de Groningse UR. Volgens de universiteiten zijn buitenlandse studenten en personeelsleden zeker welkom in de medezeggen­ schapsorganen. Of er dan direct Engels zal worden gesproken, is in elk geval in Utrecht niet gegarandeerd. “Aangezien alle stukken die de universiteitsraad ontvangt van het college van bestuur in het Nederlands worden geschreven, denk ik dat er eerder zal worden aangedrongen op een cursus Nederlands”, licht de Utrechtse UR-griffier Anne Marie Partridge toe. Ook Nijmegen denkt in die richting, laat secretaris medezeggenschap Pepijn Oomen weten.

Kip-of-ei-discussie Over het algemeen blijkt het leeuwendeel van de posities in medezeggenschapsorganen – ondanks de oprukkende internationalisering – nog altijd te worden ingevuld door mensen die Nederlands spreken. Veel instellingen voeren dat feit aan als belangrijke reden om de voertaal niet te veranderen. Toch kun je de situatie ook anders interpreteren, zoals het college van bestuur van de Universiteit Leiden vorig jaar deed in een overleg met de universiteitsraad: “Een extra rem voor deelname van internationale studenten aan de medezeggenschap zou kunnen zijn dat de voertaal Nederlands is.” Het lijkt een kip-of-ei-discussie: is de voertaal Nederlands omdat zo weinig internationale studenten en medewerkers zich aanmelden voor de medezeggenschapsraden, of melden zij zich niet aan omdat zij Nederlands moeten spreken?

sam van den eijnden


vl i egen de

holl an der

‘ Fietsen in San Francisco soms behoorlijk scary’ Luuk Lentferink (20) is vierdejaars Ruimtelijke Ordening en Planologie aan de Saxion Hogeschool. In San Francisco onderzocht hij samen met studiegenoot Daan Stortelder hoe de auto-minnende Amerikaan aan het fietsen kan worden gebracht.

Als Nederlander ben je in de ogen van een Amerikaan al snel een fanatieke fietser. Zelf gebruik ik de fiets inderdaad als hoofdvervoermiddel, en ik ben in het verkeer echt niet voor een kleintje vervaard. Maar in San Francisco vond ik het fietsen soms behoorlijk scary. Er zijn daar wel wat fietsstroken, maar die lopen dwars over de autobaan. Amerikaanse auto­ mobilisten zijn zelf geen fietsers en houden er daardoor geen rekening mee dat jij daar kunt rijden. Je moet kortom alles zelf doen, en soms zit je hem echt te knijpen.

Foto: Annabel Jeuring

Failliet

“Amerikanen zijn verslaafd aan olie”, constateerde oud-president Bush in zijn State of the Union van 2006. Tijdens onze stage in Amerika hebben Daan en ik het zelf kunnen zien: één auto per huishouden is normaal, het liefst hebben ze er twee. Maar in San Francisco leidt al dat verkeer tot onoverkomelijke opstoppingen. De stad is gebouwd op een schiereiland en is door zijn ligging compact: er wonen veel mensen op één vierkante kilometer. Als dat dan ook nog eens allemaal met de auto naar kantoor wil... De San Francisco Bicycle Coalition pleit daarom al een aantal jaren voor betere fietsvoorzieningen in de stad, naast het al aanwezige openbaar vervoer. Door onze stage via Clean Tech Twente dat – de naam zegt het al – wil bijdragen aan schone en duurzame technologie, konden wij de Amerikanen van advies dienen.

Het zal niemand verbazen dat we in de loop van ons onderzoek tot de conclusie zijn gekomen dat de Amerikanen op infrastructureel gebied heel wat van een fietsland als Nederland kunnen leren. De crux is het geld. De staat Californië is failliet, dus daar valt weinig van te verwachten. De Bicycle Coalition zou het bedrijfsleven aan zich moeten weten te binden, bijvoorbeeld door sponsoring. Daar zijn ze nu plannen voor aan het maken. Afgezien van het fietsen heb ik San Francisco als een erg relaxte stad ervaren. Doordat het omsloten is door de zee, waait er een frisse wind doorheen. Misschien dat de mensen daardoor wel zo ruim van geest zijn. Of je nou in je nette pak of op een skateboard naar je werk gaat, niemand kijkt je erop aan. Toch konden we er niet helemaal uit ons dak gaan. We hadden een werkplek op het Nederlandse consulaat, dus we moesten ons enigszins in acht nemen. Openbare dronkenschap werd niet op prijs gesteld, om maar iets te noemen. Als we al dronken hadden kunnen worden, want je mag daar pas drinken vanaf je 21e. Niet dat ik nou zo uit de band had willen springen, maar dat frustreerde me soms wel. Ik ga zeker nog eens terug als ik de leeftijd heb om bij een bar naar binnen te mogen.”

annemieke bosman

transfer | oktober 2011 | 23


ac htergron d

b e u rzen

en

b eter e

mar keti ng

mo e te n

h e t

ti j

k e r e n

Zweden uit de gratie bij niet-Europese student

Zweden laat studenten van buiten de Europese Unie sinds dit studiejaar collegegeld betalen. Dat is niet zonder gevolgen gebleven: het aantal buitenlandse inschrijvingen voor masterprogramma’s daalde met maar liefst 70 procent. Hoe gaat Zweden de niet-Europeanen terugwinnen?

De cijfers zijn overtuigend. Vier jaar geleden kregen nog 31.000 studenten van buiten de Europese Unie een plek voor een master aan een Zweedse hoger­ onderwijsinstelling. In de jaren daarna groeide dat aantal jaarlijks met 13 procent. Het aantal aanmeldingen lag nog hoger: 96.000 niet-Europeanen schreven zich vorig jaar in voor een Zweedse master. Maar de populariteit van Zweden bij die groep is tanende. Dit jaar meldden zich nog maar ongeveer 28.000 niet-EU-studenten aan. De oorzaak? Zij moeten sinds dit studiejaar in Zweden collegegeld betalen. De terugval in studentenaantallen is voor veel Zweedse universiteiten geen verrassing. Benny Lövström, voorzitter van de raad voor beurzen en collegegeld op Blekinge Tekniska Högskola, voorspelde een aantal maanden geleden in Transfer al grote problemen voor zijn technische hogeschool.

Foto: iStock

Niet goed afgestemd

Indiaas gezin in het oude centrum van Stockholm.

24 | oktober 2011 | transfer

Een master bij Blekinge kost niet-EU-studenten sinds dit studiejaar 100.000 Zweedse kronen (iets meer dan 11.000 euro). Vorig jaar trokken de master­ programma’s van de hogeschool nog zevenhonderd buitenlandse studenten, onder wie 550 van buiten de EU. Dit jaar zijn er nog maar zeventig niet-EUstudenten; het aantal studenten van binnen de EU nam toe, met dertig. “We hadden eerlijk gezegd verwacht dat het aantal nog lager zou worden”, zegt Lövström. “Onze marketing was nog niet goed op de situatie afgestemd. En de beurzen die studenten uit derdewereldlanden kunnen aanvragen, zijn verwaarloosbaar.” Zo dekken sommige beurzen die Zweden beschikbaar stelt, nog niet eens het bedrag dat bij Blekinge aan collegegeld moet worden betaald, en dat vergeleken bij


andere instellingen nog meevalt. De meeste Zweedse universiteiten vragen niet-Europeanen voor een jaar studeren tussen de 10.000 en 15.000 euro. Maar volgens het Swedish Institute, de Zweedse zusterorganisatie van de Nuffic, doet de hoogte van het collegegeld er voor studenten niet zo veel toe. “De bekendste universiteiten die het hoogste collegegeld vragen, hebben relatief de meeste aanmeldingen van internationale studenten gekregen”, zegt Niklas Tranaeus. Al geeft hij toe dat ook de instellingen met de beste reputatie, de aanmeldingen hebben zien teruglopen.

Gair denkt ook dat de problemen voor de Zweedse universiteiten op de langere termijn meevallen. Voor haar scriptie onderzocht zij wat er in Denemarken en Finland gebeurde nadat die landen collegegeld voor niet-EU-studenten hadden geïntroduceerd. “In Denemarken daalde het aantal internationale studenten in het eerste jaar ook dramatisch”, vertelt ze. “Maar in de jaren daarna steeg het weer langzaam. Na vier, vijf jaar is het weer ongeveer gelijk aan wat het was vóór de introductie van het collegegeld.” Toch kwam niet iedere Deense universiteit er even goed vanaf. “Een aantal universiteiten is er sterker uitgekomen”, vertelt Gair. “Dat waren de instelMinder vakken lingen die vanaf het begin een goede marketingstraHet lagere aantal buitenlandse studenten heeft grote tegie hadden en er veel tijd en moeite in staken om gevolgen voor de Zweedse universiteiten. Vooral de buitenlandse studenten te vinden en uitwisselingen technische universiteiten en hogete regelen. Universiteiten die deze scholen ondervinden er hinder zaken op hun beloop lieten, hebben van, omdat zij voor een groot deel nu nog steeds minder internationale “Als je ineens geld vraagt afhankelijk zijn van internatiostudenten.” nale studenten. In voorgaande Of Denemarken en Zweden vergevoor iets wat eerder gratis jaren kwam 20 procent van hun lijkbaar zijn, is niet zeker, zeggen studenten van buiten de Europese alle geïnterviewden. Er zijn volgens was, is het logisch dat de Unie. Technische vakken zijn onder hen zeker lessen te trekken. Maar Zweedse studenten niet populair. daarvoor is meer onderzoek nodig. interesse afneemt” Door het lagere aantal studenten zijn Zweden zal zich hoe dan ook er bij Blekinge Tekniska Högskola dit moeten aanpassen aan de nieuwe jaar minder vakken te volgen, vertelt Benny Lövström. situatie. “Het land heeft een heel andere concurrentieMaar het wegblijven van veel buitenlanders heeft positie gekregen dan het had vóór de invoering van het ook andere gevolgen. Zo zien hoogleraren het als een collegegeld”, zegt Gair. verschraling van hun colleges als er minder internationale studenten in de zaal zitten. Dat zegt Grace Gair, Op de goede weg medewerker van een consultancybedrijf op het gebied Universiteiten die volgend jaar meer Engelstalige van internationale wetenschap, onderzoek en acadecursussen en een minder krap budget willen hebben, mische strategie. Gair schreef haar masterscriptie, voor moeten volgens haar daarom alles op alles zetten in de de Hertie School of Governance in Berlijn, over de concurrentieslag om internationale studenten. aanloop naar de invoering van college­geld voor interLövström en zijn collega’s zijn wat dat betreft al op de nationale studenten in Zweden en de te verwachten goede weg. “We vergroten dit jaar onze activiteiten gevolgen daarvan. en recruitmentstrategieën, zodat we volgend jaar “Een hoogleraar die college geeft in internationale meer Zweedse, Europese én niet-Europese studenten economie, vindt het nuttig als ook studenten van hebben. Ook zetten we in op beurzen, programma’s buiten de Europese Unie die colleges volgen”, weet voor twee studies tegelijkertijd en opleidingen die zijn Gair. “Want zij kunnen meteen over de praktijk van de opgezet samen met bedrijven. Daarmee verwachten theorie vertellen.” we veel studenten te trekken.” Toch verwachten de meeste universiteitsmedewerkers dat de problemen op de lange termijn mee zullen martine zeijlstra vallen. “Het aantal internationale studenten is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Als je ineens geld vraagt voor iets wat eerder gratis was, is het logisch dat er eerst minder interesse is. Dat hebben we ook in andere landen gezien”, stelt staatssecretaris voor onderwijs Peter Honeth.

transfer | oktober 2011 | 25


p ion i ers

i n

i nter national i s e r i n g

Maatschappijkritisch oprichter van het ITC

Al lang voordat internationalisering in het hoger onderwijs werd wat het nu is, waren er personen die zich sterk maakten voor meer internationale samenwerking in onderwijs en wetenschap. Historicus en Nuffic-medewerker Han van der Horst portretteert pioniers in internationalisering. Deze keer Willem

Foto: Universiteit Twente

Schermerhorn, in 1950 oprichter van het ITC in Enschede.

Willem Schermerhorn (1894–1977) had veel om trots op te zijn: hij was de eerste premier van het naoorlogse Nederland. Hij was zijn tijd vooruit doordat hij de verzuiling wilde doorbreken op een moment dat het graniet nog niet verkruimeld was. Hij had voortreffelijk leiding gegeven aan de gemeenschap van hooggeplaatste gijzelaars die de Duitse bezetter in Sint Michielsgestel had bijeengebracht. Als voorzitter van de massaorganisatie Eenheid door Democratie (EDD) had hij al vóór de oorlog het gevaar van het fascisme doorzien. Schermerhorn maakte nog mee dat hij van de geschiedenis gelijk kreeg: de culturele omwenteling van de jaren zestig en zeventig had zijn volle sympathie. Toch probeerde hij nooit dat gelijk ook te halen. In zijn eigen ogen had hij maar één werkelijke prestatie geleverd: de opbouw van het ITC, in zijn tijd het International Training Centre for Aerial Survey, tegenwoordig de faculteit Geo-Information Science and Earth Observation van de Universiteit Twente.

Werkelijke onafhankelijkheid Schermerhorn was een pionier in de wetenschappelijke interpretatie van luchtfoto’s. Toen hij in 1926 aan de Technische Hogeschool een leerstoel kreeg, gaf hij in zijn onderwijs en onderzoek luchtfotografie de hoofdrol. Hij bracht allerlei vormen van samen-

26 | oktober 2011 | transfer

werking tot stand tussen de hogeschool, zijn eigen bedrijf in geodetisch onderzoek, de Duitse firma Zeiss Ikon, die de beste lenzen ter wereld leverde, en Rijkswaterstaat. Zo’n netwerk van onderwijs en bedrijfsleven zou tegenwoordig nóg bewondering wekken. Schermerhorn was niet alleen een zakelijk ingestelde hoogleraar. Hij was ook een maatschappijkritisch staatsburger die zich inzette voor democratie en sociale rechtvaardigheid. In de jaren dertig maakte hij kennis met Nederlands-Indië, waar hij een grote luchtkaarteringsopdracht moest uitvoeren. Daar zag hij in dat werkelijke onafhankelijkheid van de kolonie sterk belemmerd zou worden door gebrek aan wetenschappelijke kennis, bijvoorbeeld op zijn eigen vakgebied. Luchtfotografie is noodzakelijk om het grondgebied van een staat precies in kaart te brengen en om te kunnen vaststellen welke bodemschatten er zijn. Daarvoor moest een land niet afhankelijk zijn van buitenlandse experts met een eigen agenda, meende Schermerhorn. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij van de Verenigde Naties – waar hij dankzij zijn premierschap goede ingangen had – min of meer de opdracht hier zelf iets aan te doen. Het resultaat was het ITC, dat in 1950 te Delft werd opgericht met steun van de Nederlandse regering, die iets aan ontwikkelingshulp wilde gaan doen. Schermerhorn heeft het ITC tot zijn pensionering met veel liefde en inzet geleid. Hij was er trots op dat hij zoveel kader heeft kunnen vormen voor de gedekoloniseerde landen in Afrika en Azië. Voor hem was dat het enige wat telde, de rest was peanuts. Wie weet geeft de geschiedenis hem ook daarin gelijk.

han van der horst


A G E N D A

Alle onderdelen van internationalisering komen aan bod in de Oriëntatiecursus internationalisering van de Nuffic op 10 en 11 november. Beginnende internationaliseringsmedewerkers leren hier hun eigen werkzaamheden in het internationaliseringsbeleid van hun instelling te plaatsen. De cursus kost 695 euro. Meer informatie en aanmelden via www.nuffic.nl/cursussen

november

2011

Klompen beschilderen is traditioneel een van de populaire activiteiten tijdens de Dag van de Internationale Student (DIS) op 12 november in Den Haag. Maar er staan ook serieuze onderdelen op het programma, zoals een informatiesessie over het oprichten van een eigen bedrijf. Instellingen kunnen met korting kaarten bestellen. Meer informatie en aanmelden via www.dis2011.nl Vele keynote sprekers met international invalshoeken belooft de organisatie van het 15e Nationaal Hoger Onderwijs Congres op 29 en 30 november in Rotterdam. Een van de sessies is ‘Profilering met een internationale blik’, met onder meer collegevoorzitter Martin Paul van de Universiteit Maastricht. Meer informatie en aanmelden via www.hogeronderwijscongres.nl ‘Internationalisation revisited’ is het thema van het ACA European Policy Seminar op 2 december in Brussel. Daarbij staat de vraag centraal, wat we nu onder internationalisering verstaan en wat we ervan verwachten voor de toekomst. Zo geeft Eva Egron-Polak, secretaris-generaal van de International Association of Universities antwoord op de vraag of er een nieuwe definitie van internationalisering nodig is. Meer informatie en aanmelden via www.aca-secretariat.be

december

2011

Cultureel Verdrag-beurzen

China Programma

Veel landen bieden studie- en onderzoeksbeurzen aan voor Nederlandse studenten – met name laatstejaars – en pas afgestudeerden, vaak in het kader van een Cultureel Verdrag met Nederland om de samen­werking op cultureel, educatief en wetenschappelijk gebied te bevorderen. Via hun universiteit of hogeschool kunnen studenten bij de Nuffic een aanvraag indienen voor zo’n CV-beurs. Studenten in een eerder studiejaar komen alleen in aanmerking voor een zomerbeurs.

Het China-beursprogramma is bedoeld voor kwalitatief goede studenten die tijdens of na hun studie in Nederland minimaal een academisch jaar op bachelor( laatste fase), master- of PhD-niveau in China willen studeren. Sinds twee jaar komen studenten van alle disciplines in aanmerking voor een beurs. De deadline voor de volgende aanvraagronde is februari 2012.

Meer informatie, ook over andere landen die beurzen beschikbaar stellen, via www.nuffic.nl/cv

deadline aanvraag aanvang studie Duitsland, Kunstenaarsbeurs

1 november

oktober 2012

Zwitserland, Studiebeurs

15 november

1 oktober 2012

Israël, Studiebeurs 30 november

oktober 2012

Israël, ULPAN Zomerbeurs

30 november

juli/augustus 2012

Duitsland, Studiebeurs

15 november

1 oktober 2012

Duitsland, Zomerbeurs

15 november

juni/augustus 2012

Duitsland, Onderzoeksbeurs

15 november

1 oktober 2012

Finland, Studiebeurs

25 januari 2012

september 2012

Indonesië, Studiebeurs

25 januari 2012

India, Studiebeurs

1 februari 2012

juli 2012

Meer informatie vanaf november via www.nuffic.nl/ nederlandse-studenten/financiering/beurzen/chinaprogramma

Fairs Meer informatie via fairs@nuffic.nl OCSC Bangkok, Thailand Bangkok 29 – 30 okt Holland Education Fair (HEF)/EHEF, Indonesië Jogjakarta (EHEF) 8 nov Bandung 10 nov Jakarta 12 – 13 nov Medan 15 nov EuroPos, Brazilië Sao Paulo 19 – 20 nov

Edufairs, Turkije Ankara 20 nov Istanbul 26 – 27 nov en andere steden EuroPosgrados, Colombia Bogotá 25 – 26 nov Medellin 28 nov QS Worldgradschool Tour, India New Delhi 25 nov Mumbai 29 nov Bangalore 4 dec Chennai 6 dec

transfer | oktober 2011 | 27



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.