Tourspecial 2011

Page 72

Tourhistorie: Steven Rooks, de eerste Nederlandse bergkoning

“Dit had ik nooit willen missen!”

E

Eindelijk heeft ons land met Robert Gesink weer iemand, die mee kan strijden voor een podiumplaats op de Champs Élysées. Een renner, die zich met de allerbeste klimmers kan meten. Bergen hebben we in Nederland niet, goede klimgeiten hebben we in het verleden desondanks wel gekend. Tweemaal won een landgenoot zelfs het bergklassement in de Tour de France: Steven Rooks in 1988 en Gert-Jan Theunisse een jaar later. Tour Special legde eerstgenoemde een aantal foto’s voor en keek met hem terug naar zijn glanzende carrière.

Amstel Gold Race “Ah, de Amstel Gold Race. Welk jaar weet ik zo niet (1988; red). Ik leid hier voor Criquielion en Bauer. ‘De Amstel’ was altijd een mooie koers; nu nog trouwens. In 1986 won ik ‘m. In de finale kwamen we met een select gezelschap van zes man voorop. Op de Cauberg heb ik ’t alleen geprobeerd, maar bovenop kwamen de anderen weer terug. Verderop ging Zoetemelk in z’n wereldkampioenstrui als eerste. Na een tijdje reed ik ernaartoe en zo kwam ik met hem voorop. Hij had alles al gewonnen wat er te winnen viel, behalve de Amstel Gold Race. Zoetemelk was er dus extra op gebrand om te winnen. We waren allebei niet rap, maar ik was normaliter toch sneller dan Joop. Maar toen kwam Jan Raas, zijn ploegleider, langs en zei dat ie geen kop meer mocht overnemen. Dat deed Zoetemelk dus ook niet meer. Ik besloot toch maar op kop te blij- ven rijden, weliswaar niet volle bak, maar hield er wel ’n beetje het tempo in. Als ik dat niet zou doen, waren de anderen zeker teruggekomen. Ik gokte op m’n betere eindsprint.

Er stond best wat wind en dat was natuurlijk in zijn voordeel. In de finale, die was toen nog in Meerssen, legde ik ’n grote versnelling op, omdat ik die sprint zelf moest aangaan. Zoetemelk zat wat lichter. Op driehonderd meter voor de finish demarreert ie uit m’n gat en sloeg gelijk ’n gaatje. Ik moest alle zeilen bijzetten om hem nog te kloppen. Dat lukte met een laatste jump, met een banddikte. Dan ben je winnaar van zo’n klassieker en het was natuurlijk m’n tweede na de Luik-Bastenaken-Luik van ’83. Op Nederlandse bodem winnen voor een Nederlandse firma is natuurlijk fantastisch. Dat waren mooie jaren bij PDM. In ’86 begonnen we als derde Nederlandse ploeg, naast die van Post en Raas. We waren erop gebrand om ons als kleine ploeg te manifesteren, vooral in de grootste wielerwedstrijd van ons land. Nou, dat was dus aardig gelukt!”

De Tour van ‘88 “Mooie foto is dit. Alpe d’Huez ’88. Ik zit met Delgado voorop. Het was aan het eind van een lange, slopende etappe. Ik ging voor het bergklassement en was nog niet zo bezig met het geel. De trui van het combinatieklasse- ment, die ik hier aanheb, interesseerde me ook minder. In voorgaande dagen had ik wat tijd ver- loren door pech, ook in de ploegentijdrit. Door mee te gaan in de ontsnapping wilde ik punten veroveren voor de bergtrui en misschien nog wat opschuiven in het klassement. Ik dacht: we zien wel waar het schip strandt. Delgado had vanaf de Glan- don het werk gedaan en kreeg zicht op de gele trui; ik op een ritzege. Daarmee zou mijn Tour helemáál geslaagd zijn. We hoorden dat Parra onderweg was met Gert-Jan en dus was het zaak om samen te proberen hem voor te blijven. Ze wisten toch aan te sluiten, maar verderop ben ik een keer gegaan. Ik had nog aardig wat power en kreeg een gaatje. Dat gaatje werd een gat en dan komt er iets uit dat meer voor me was dan een grote droom: winnen op l’Alpe 80

d’Huez. Het was fantastisch! Achter ons was het een slagveld. Op de Glandon had de Reynolds-ploeg van Delgado enorm op kop gesleurd en daardoor sneuvelden renners als Fuerte, Fignon, Mottet, Breukink en Kelly. Peter Winnen reed die dag volgens mij ook goed (9e; red). Wat voor verzet ik reed? Dat varieerde van 41 x 22 tot 41 x 17 op enkele stukken. Tegenwoordig doe ik het natuurlijk veel rustiger aan en heb ik er vaak 39 x 25 of iets dergelijks op liggen... Het rondewerk lag me wel. Als amateur reed ik in etappewedstrijden ook al vaak bij de eerste vijf. In ’86 had ik bij de profs al de Ruta del Sol gewonnen; ik klopte toen o.a. de jonge Indurain in de tijdrit. In de Tour van ’86 was ik beschermd renner met Delgado en eindigde als negende. Dat was een openbaring, daar was ik al zeer tevreden mee. Ik hoopte toen ooit nog eens top-5 te rijden. Je moet namelijk groeien als ronderenner met z’n lange tijdritten en enkele zware bergritten achter elkaar. Dat ik nog eens tweede zou worden had ik nooit kunnen dromen.” TOUR SPECIAL 2011


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.