16.
DE PUBERTEIT ONTGROEID: DE LATE JAREN NEGENTIG
D
e jaren tachtig en de vroege jaren negentig kunnen worden gezien als de pubertijd van de Nederlandse fysiotherapie. Het was een periode van groeistuipen, interne verdeeldheid en onzekerheid over de toekomst. Toch werd er ook een basis gelegd voor de latere ontwikkeling. De verwetenschappelijking en het kwaliteitsbeleid werden ingezet.
Ruim 15.000 fysiotherapeuten staan tegenwoordig ingeschreven in het CKR. Dat betekent dat het voor de patiënt zinvol is om na te trekken of de fysiotherapeut waar hij zich wil laten behandelen geregistreerd staat. Er is een netwerk van kwaliteitsdeelsystemen uitgerold, waar fysiotherapeuten verplicht aan moeten deelnemen willen ze hun inschrijving in het CKR behouden. Daarnaast zijn er momenteel achttien evidence based richtlijnen en is er nog een aantal in voorbereiding.
16.1. Veranderingen in het beroep fysiotherapeut De professionalisering van de fysiotherapie als gevolg van de verwetenschappelijking en het kwaliteitsbeleid had grote invloed op de fysiotherapeuten. In de jaren negentig moesten zij leren omgaan met een geheel nieuwe terminologie. In april 1993 was de eerste KNGFrichtlijn een feit, een belangrijke stap in de professionalisering. In 1998 verscheen voor het eerst een ‘lesbrief’ in het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Hierin werd uitleg gegeven over de principes van diagnostisch meten. In de voorgaande jaren verschenen al lesbrieven in FysioPraxis, vaak zoals deze werden gebruikt
binnen opleidingen. Dit was een manier om de praktiserende fysiotherapeut te informeren over de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Een grote verandering was de invoering van de verplichte bij- en nascholing. Hoewel begin jaren negentig was gebleken dat ruim 95% van de fysiotherapeuten nascholing had gevolgd, was dit geen verplichting en had het niet volgen van nascholing geen consequenties. Daarnaast bleek dat fysiotherapeuten minder nascholing volgden naarmate ze ouder werden. Hieraan kwam met de invoering van het kwaliteitsbeleid een einde. Door het KNGF vastgestelde richtlijnen gelden als leidraad voor de beroepsgroep. Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften. Ze beschrijven de meest actuele en wetenschappelijk onderbouwde aanpak van een aandoening. Ook in de uitoefening van de dagelijkse praktijk veranderde veel. De effectiviteit van veel traditionele behandelmethoden stond ter discussie, fysiotherapeuten moesten soms afscheid nemen van behandelingen waarvan ze altijd gedacht hadden (of nog dachten) dat deze de patiënt hielpen. Voor steeds meer aandoeningen kwamen richtlijnen en van de fysiotherapeut werd verwacht dat hij als een moderne zorgverlener te werk zou gaan, ofwel dat hij methodisch handelde. In het beroepsprofiel van de fysio-
157