10 minute read

Leren voor de logistiek

Next Article
Cao-vraag

Cao-vraag

Leerzame variatie De Logistiek Medewerker

De logistieke sector blijft groeien. En dus blijven er mensen nodig om het werk te doen. In deel 2 van een serie over functies in de logistiek vertelt Klaas van der Veen uit het Friese Mantgum hoe hij het vak van logistiek medewerker onder de knie krijgt.

Advertisement

Klaas (22) werkt sinds anderhalf jaar bij Portena Logistiek in Heerenveen. Na zijn bbl-opleiding Logistiek Medewerker op het Friesland College ging hij hier aan het werk. Het bevalt hem zo goed dat hij hoopt op een vast contract.

WAT DOE JE PRECIES? “Als logistiek medewerker werk ik in de opslagloodsen. Ik heb verschillende taken. Bijvoorbeeld het laden en lossen van vrachtwagens of het klaarzetten van orders, per postcode, zodat de laadbrief gemaakt kan worden. Of ik zet met een reachtruck pallets in de stellingkasten. En dat is soms best hoog. De reachtrucks waarmee wij werken zijn vanwege de veiligheid begrensd op 11,5 meter hoogte.”

WAT HEB JE TOT NU TOE GELEERD? “Alles wat met het werk van een logistiek medewerker te maken heeft. En dat is veel. Bijvoorbeeld het werken met een scanner of een pompwagen. En orderpicken. Dat had ik nog nooit gedaan en heb ik hier stapje voor stapje geleerd. Tijdens mijn bbl-opleiding werkte ik ook al vier dagen in de week bij Portena Logistiek. Toen had ik een praktijkbegeleider en dat was heel prettig. Die wist altijd welke opdrachten ik voor school moest doen. En als er in de boeken iets stond dat ik niet begreep, legde hij het me uit.”

WAAROM KOOS JE VOOR PORTENA ALS LEER- EN WERKPLEK? “Het voordeel van een groot bedrijf als Portena Logistiek is dat je met veel verschillende werkzaamheden te maken hebt. We hebben hier een tiental loodsen en in elke loods ligt iets anders opgeslagen. Fietsen, verpakkingsmateriaal, melkpoeder, patisserie. Je kunt het zo gek niet bedenken of het staat hier. Je werkt dus met diverse goederen. En die variatie is heel leerzaam. Het zorgt ervoor dat je met veel kanten van het logistieke vak te maken krijgt.”

WAT VIND JE NOG MOEILIJK? “Het werken met het computersysteem en dan vooral het doorvoeren van wijzigingen. Hoe je dat goed invoert, weet ik nog niet precies. Het gebeurt een heel enkele keer dat we een pallet kwijt zijn en dan kun je dus op zoek naar de pallet met de juiste barcode. Meestal staat die wel in de buurt van waar hij hoort te staan. Vaak heeft een collega hem op vierhoog in de stellingkast geplaatst en per ongeluk op driehoog ingescand. Dan moet je dat in het computersysteem aanpassen, zodat we het de volgende keer direct kunnen vinden. Voor het doen van die aanpassingen vraag ik dan mijn voorman of een collega. Binnenkort wil ik dat zelf kunnen.”

WAT MOET JE NOG MEER LEREN? “Het werken met de reachtruck is nog steeds spannend. Je weet hoe een pallet reageert, maar niet altijd wat de lading, die erop staat, doet. En het maakt ook uit hoe hoog die lading is opgestapeld. Twee meter wc-papier reageert anders dan enkele doosjes karton. Extra lastig is het als er folie om een pallet gewikkeld is. Dat schuurt tegen een andere pallet met folie. Daar moet je allemaal rekening mee houden als je het op 10 meter hoogte in een stellingkast schuift. Je wilt niet dat de boel omvalt.”

WAT IS HET LEUKE AAN DIT WERK? “Geen dag is hetzelfde en dat vind ik geweldig. Omdat we zoveel verschillende werkzaamheden hebben, is er veel variatie. Je werkt elke dag met andere goederen, die iedere keer weer anders

verpakt zijn. Ook de werktijden variëren. De ene week werk ik vroeg, de andere week laat.

Vroeg betekent van halfzeven ’s ochtends tot halfvier in de middag. En laat is dan van halfvier tot het werk af is. Meestal is dat rond halfeen ’s nachts. Je

werkt niet iedere keer met dezelfde mensen en zo leer je ook veel

collega’s kennen. Wel heb je altijd dezelfde voorman. Dat vind ik prettig: dezelfde leidinggevende die je aanstuurt en waar je met vragen terecht kunt.”

HOE ZIE JIJ JE TOEKOMST? “Ik hoop dat ik een vast contract krijg bij Portena Logistiek. Ik wil hier graag blijven. Natuurlijk heb ik er over nagedacht om mijn groot rijbewijs te halen, maar dit werk bevalt me uitstekend. Als ze het me aanbieden, wil ik het best halen. Groot materiaal heb ik altijd al mooi gevonden. Vooral vrachtwagens. Dit jaar ben ik voor het eerst naar het Truckstar-festival geweest. Mijn hobby is het maken van modelvrachtwagens. De laatste tijd ben ik daar niet echt aan toegekomen. Met mijn vriendin heb ik net een huis gekocht en in de verbouwing is erg veel vrije tijd gaan zitten.”

Leerwerktraject Jongeren die een loopbaan in de wagen of in het warehouse leuk lijkt, kunnen via het leerwerktraject van Sectorinstituut Transport en Logistiek het vak in de praktijk leren. Met zo’n traject behaal je een mbo-diploma, terwijl je al meewerkt in een bedrijf. Je krijgt salaris, hebt een spaarregeling en krijgt tot 90 procent korting op je (rij)opleiding. Je kunt onder andere kiezen uit de volgende opleidingen: Chauffeur Goederenvervoer, Planner Wegtransport, Assistent Logistiek Medewerker, Logistiek Medewerker, Logistiek Teamleider, Logistiek Supervisor. Meer weten? stlwerkt.nl/lerenwerken

OP PAD MET…

Jessica Bruintjes

TUINTJE ‘LEEG DRAAIEN’

Naam: Jessica Bruintjes Leeftijd: 27 jaar Woonplaats: Ridderkerk Functie: kraanmachinist/bedrijfsleider Bedrijf: Ridderkerks Kraanwagenbedrijf

Je ziet ze niet veel:

vrouwen op een mobiele kraanwagen. Het zullen er een handjevol zijn. Eén van hen: Jessica Bruintjes. Dat zij kraanmachinist zou worden lag wel én niet voor de hand. Want: (klein)dochter van de eigenaars van het Ridderkerks Kraanwagenbedrijf. Maar ja … een meisje. Kan die dat wel? Probleemloos, zo blijkt als TON met Jessica op pad gaat. Een kleine klus vandaag. In het centrum van Rotterdam steigermateriaal en big bags uit een binnentuin halen. Of zoals Jessica zegt: “Een tuintje leeg draaien.” Want zo noemen ze werken met de kraan: draaien. En Jessica draait haar hand daar niet voor om.

Een lading steigermateriaal wordt aangeslagen.

Het steigermateriaal wordt gelost op de vrachtwagen.

Niet op kantoor Tijdens haar tienerjaren dacht zij nog aan een opleiding media en entertainment. Wat haar precies van gedachten deed veranderen, weet ze niet meer. Ze kwam regelmatig ‘op de zaak’ en dat triggerde haar interesse. Op een goede dag zei ze tegen haar moeder: “Ma, ik wil bij jullie komen werken.” Ma antwoordde dat ze niemand voor kantoor zochten. Maar dat wilde Jessica ook helemaal niet. Zij wilde op de kraan.

Extra gemotiveerd Haar vader vond: “Loop maar een maandje mee, dan merk je het wel.” Na die maand wist ze het helemaal zeker. Amper achttien haalde ze haar rijbewijzen en hijsbewijs en meteen na de havo ging ze met een 40 meter-torenkraan op pad. Eerst een half jaar op een renovatieproject in Dordrecht. Jongedame tussen bouwvakkers van de gestampte pot. Terugkijkend zegt Jessica: “Ik was wel extra gemotiveerd om niet te falen ten opzichte van mannelijke collega’s. Wat dat betreft heb ik altijd het gevoel gehad dat ik me extra moest bewijzen.”

Achter het aanrecht Zo’n tien jaar later hoeft dat niet meer. Ze staat haar mannetje, zoals dat dan heet. “Ik heb mijn mondje mee, anders red je het niet. Je komt op bouwplaatsen waar de mannen het leuk vinden, een vrouwelijke kraanmachinist. Waar ze klaarstaan om je schotten te tillen. Maar er zijn ook nog genoeg plekken waar ze je negeren en zeggen dat een vrouw achter het aanrecht hoort.” Tamelijk achterhaald, vindt zij. En daarbij: het vak is juist geschikt voor vrouwen. Jessica in de cabine op zo'n 30 meter hoogte. “Als je niet tegen hoogte kunt, ben je snel klaar op een torenkraan.”

Niet echt zwaar Want je bent dan wel met een machtige machine in de weer, echt zwaar is het werk niet. Bijna alles is geautomatiseerd. Opbouwen is op knoppen drukken: de kraan ‘vouwt’ zichzelf uit. De bediening gaat vanuit de cabine – op hoogte – met een aantal hendels. Of vanaf de grond, via een afstandsbediening met ‘joysticks’. Het meest fysieke deel is het sjorren met de schotten, waarop je de stempels plaatst zodat de kraan stabiel staat. Maar bij de grotere kranen heb je ook daarvoor een apart kraantje, waarmee je de schotten legt.

Grote verantwoordelijkheid Wat je nodig hebt om een goede kraanmachinist te worden? Jessica somt op: “Je moet met een grote machine kunnen rijden. De zwaarste kraan kan zo’n 84 ton wegen. Dat is echt wel een gevaarte.” Daarnaast moet je goed afstand kunnen inschatten. En diepte. “Toen ik op de kraan begon, kwam pas naar voren dat ik lenzen of een bril moest hebben.”

Geen hoogtevrees In de cabine van een torenkraan zit je al snel zo’n dertig meter boven de grond. Dus voor iemand met hoogtevrees valt een loopbaan in het verticale transport af. Jessica: “Als we bij ons mensen gaan opleiden, gaan ze eerst een dagje mee om te kijken of het wat voor ze is. Het komt wel voor dat iemand naar boven klimt en dan ontdekt dat hij helemaal niet tegen hoogte kan. Dan ben je snel klaar op een kraan.”

De schotten waarop de stempels komen, worden met een apart kraantje neergelegd.

Sociaal zijn Nog een belangrijke eigenschap: “Je moet sociaal zijn. Want je bent elke dag met andere mensen bezig. Klanten, particulieren, uitvoerders en bouwvakkers. Je hebt een grote verantwoordelijkheid, want je transporteert lasten op hoogte en dan is veiligheid altijd een issue. Dan moet je goed kunnen communiceren met de mensen op de grond. En je bent natuurlijk ook nog het visitekaartje van het bedrijf.” Zoals veel bedrijven in transport en logistiek, kan ook het Ridderkerks Kraanwagenbedrijf nieuw personeel gebruiken. Jessica: “We willen altijd mensen in opleiding hebben. En het zou leuk zijn als er ook meer vrouwen dit vak gaan uitoefenen. Dus die zijn ook zeer welkom.” Geen ladder, maar met de lift omhoog.

Gewoon stoer Wat er zo mooi is aan het vak van kraanwagenmachinist? “De vrijheid. Je werkt zelfstandig en bent verantwoordelijk voor hoe je een karwei aanpakt. En je ziet resultaat, zoals hier bij deze tuin die we ‘leegdraaien’. Daarbij is het ook gewoon stoer om met zo’n grote machine op pad te zijn. Op een mobiele kraan rijden vind ik fijner dan op een vrachtwagen. Het wiebelt minder en je zit niet zo hoog. Een kraanwagen is wel zwaarder, dus je moet rekening houden met je remweg. Het zou mooi zijn als de andere weggebruikers dat ook deden.”

Toch op kantoor Sinds een paar jaar combineert Jessica het ‘draaien’ op de kraan met werken op kantoor. “Op een gegeven moment ben ik een collega gaan vervangen die vertrok op de administratie. Nu ben ik zeg maar bedrijfsleider. En ik doe acquisitie. Daarbij is het een groot voordeel dat ik met de kraan op heel veel plekken geweest ben. Ik weet wat er komt kijken bij een klus, omdat ik het werk van de andere kant ken.” Op termijn wil Jessica samen met haar broer Arie het bedrijf overnemen. Al zal ze ook dan nog regelmatig achter het stuur van een kraanwagen te vinden zijn.

Jessica vindt een mobiele kraanwagen fijner rijden dan een vrachtwagen. “Stoer om met zo'n grote machine op pad te zijn.”

Drie generaties In 1963 richt Arie Dijksman het Ridderkerks Kraanwagenbedrijf op. Anno 2020 draait de derde generatie mee in het familie - bedrijf. Arie’s dochter Anita nam samen met haar man Erwin in de loop der jaren de leiding over. In de toekomst zullen kleindochter

Jessica en kleinzoon Arie het bedrijf leiden. Bij Ridderkerks Kraanwagenbedrijf werken 24 mensen. Er zijn 20 mobiele kranen in gebruik; elke machinist heeft zijn eigen wagen.

This article is from: