3 minute read

gaan”

Stoppen met rijden als je met pensioen gaat? Jan Elsinghorst moet er niet aan denken. Hij rijdt vier dagen per week als internationaal vrachtwagenchauffeur voor de Winterswijkse locatie van logistiek bedrijf DFDS. Niet voor het geld, maar omdat hij er energie van krijgt.

Jan: “Ik heb altijd tegen mijn jongens gezegd ‘Als je chauffeur wordt, stop dan vóór je dertigste om een gezin te stichten. Want je raakt verslaafd aan je werk en komt er nooit meer vanaf.’ Mijn zoons hebben goed geluisterd, maar ik niet.” Jan heeft drie kinderen. Twee zoons gingen op de vrachtauto rijden en stopten rond hun dertigste. Wel bleven ze in het transport werken. Zoon Danny (49) reed acht jaar op de vrachtwagen en was daarna chef werkplaats bij DFDS Winterswijk. Sinds een jaar is hij met een team verantwoordelijk voor het wagenpark: de inkoop van trucks, koelmachines, banden en brandstof.

Advertisement

Alleen maar op het asfalt

Danny: “We hebben hier tien pensionado’s die regelmatig rijden. Ik vind dat deze mannen een hoop ervaring en een goede mentaliteit meebrengen. De meeste rijden op het binnenland, maar pa is een van de weinige die nog op het buitenland rijdt.”

Van zijn achttiende tot achtendertigste werkt Jan als internationaal chauffeur. Hij is daarna vijf jaar buschauffeur, heeft met zijn toenmalige vrouw een zalencentrum/kegelbaan en rijdt vanaf 2000 voor TNT Duiven door heel Europa.

Jan: “Met twee man reden we bijvoorbeeld naar Barcelona of Oslo. Als de een reed, sliep de ander. Je zat alleen maar op het asfalt en zag niemand. Nu rijd ik gekoelde goederen, vaak vlees, naar Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Ik heb vaak wel tien losadressen. De klanten zijn allemaal blij als je komt.”

Grote smile

Danny: “Maar dat komt ook echt door jou. Jij komt met een grote smile binnen en doet het als hobby. Dat is heel wat anders dan iemand die uit bed móet.” Jan: “Ik heb nooit zin in zeuren. Ik zeg altijd ‘het glas is halfvol’. Dan blijft het werk ook leuk. Ik wil graag een positiever beeld van chauffeurs neerzetten.”

Liever fulltime

TNT nam afscheid van Jan toen hij 70 werd. Danny: “Dat is het beleid. Maar waarom? Mijn vader mankeert niets. Ik stel hem voor om als internationaal chauffeur bij DFDS te gaan rijden.”

Jan: “Ik zou liever vijf dan vier dagen rijden, maar dat vindt mijn vriendin niet leuk. Ik begin op maandagmorgen en heb dan een korte rit. Dinsdag is mijn vrije dag. Dinsdagavond­ of nacht vertrek ik voor een lange buitenlandrit en ben dan donderdag weer thuis. Op vrijdag heb ik weer een korte dagrit.”

Niet voor het geld

Jan: “Voor het geld hoef ik het niet te doen. Ik doe het echt als hobby. Het fijne is ook dat dit een heel sociaal bedrijf is. Als jongens een dag vrij willen hebben voor hun gezin of familie, kan dat. De balans tussen werk en privé is in het chauffeursvak nu veel beter geregeld dan vroeger.”

Danny: “En lichamelijk kun je het nog makkelijk aan.”

Jan: “Ja, fysiek voel ik me top. Ik leef gezond, rook niet en zwem en tennis. Ik kom nooit moe thuis van mijn werk. Elk jaar laat ik mijn gezondheid checken. Dan doen ze een ogentest, ze meten je bloeddruk en controleren eventuele medicijnen. Ik voel me nog een jonge vent. Vaak als ik achter het stuur zit, denk ik ‘ik kan zo nog wel tien jaar doorgaan’.”

Blindschijf

In Jans beginjaren op de vrachtwagen moest je jezelf veel meer zien te redden, zegt Danny: “Je had geen mobiele telefoon. Nu is alles elektronisch. Veel mooier, die goeie ouwe tijd.”

Jan: “Nou, ik vind dat je toen veel harder moest werken dan nu. In de oostbloklanden, waar ik voor transportbedrijf Raben op reed, werd niet gepraat over een tachograaf. Je moest wel een schijf hebben, maar dan stopten we er een blindschijf in, waar ze niets op konden lezen. De autoriteiten daar geloofden het allemaal wel. Maar je was daardoor dus veel meer uren achter elkaar aan het rijden. Bovendien had je in die tijd nog onbegrensde auto’s.”

Danny: “Toen reden de trucks zo’n 170.000 kilometer per jaar. Nu houdt het bij de meesten met 120.000 kilometer wel op. Het was veel meer gewoon gas geven en rijden met dat ding.”

Ook kleinzoon in het transport?

De volgende generatie staat ook al klaar om in het transport te gaan werken. Kenji (16), de oudste zoon van Danny, is twee avonden in de week in de washal van DFDS te vinden. Hij wil geen chauffeur worden, maar meer “zoiets wat mijn vader nu doet.” Intussen zegt Jan: “Kom over vijf jaar maar eens kijken of ik nog steeds rijd.”

This article is from: