
5 minute read
Het profiel van... Piet Fransen
from Schakelen 161
Bewegen en niet gaan zitten…
Ik was werkzaam bij Vriens transportbedrijf in Goirle in dienst als onderhoudsschilder.
Advertisement
Op een bepaald moment, ik was 57 jaar en stond op een 4 meter hoge ladder, je weet wel zo’n puntladder die je aan twee kanten kunt beklimmen. Om een of andere reden zakte de ladder in elkaar terwijl ik er helemaal bovenop stond. Aanvankelijk leek het nogal mee te vallen en had ik die dag gewoon, na van de schrik te zijn bekomen, nog doorgewerkt. Maar hoe meer de dag verstreek meer pijn ik kreeg aan mijn arm en kon hem ook niet meer boven mijn schouder krijgen.
Dus toch maar naar het ziekenhuis gegaan en daar bleek dat ik de arm redelijk gecompliceerd gebroken had. Ziektewet dus. Daar heb ik een half jaar in gezeten met ondertussen allerlei therapeutische behandelingen. Maar hoe ik ook probeerde mijn arm boven mijn schouder krijgen was er niet meer bij. Ook de tweewekelijkse controle was een verplicht nummer zonder dat er enige verbetering was. Uiteindelijk was ik geheel afgekeurd en daar zat ik dan. Na hele dagen thuis zei mijn vrouw, Piet je moet iets gaan doen want zoals het nu is, is voor jou ook niet goed.
Toevallig stond in de krant een artikel over een fietsclub in Tilburg en ze zei ga daar eens kijken, fietsen vind je leuk en misschien is dat wel wat voor je. Dat was in 1999 dus nu ongeveer 22 jaar geleden. Dit bleek wel een beetje mijn ding te zijn want fietsen deed ik al behoorlijk veel. Ik voetbalde namelijk in Gilze bij KSV oftewel de Katholieke Sportvereniging Gilze. Als ik dan op de camping de Rosep in Oisterwijk stond ging ik op de fiets naar
Gilze en speelde daar een wedstrijd in het 1e elftal en soms als ze iemand te kort kwamen dezelfde middag nog een wedstrijd in het 2e elftal. Op zo’n dag had ik er dan ook nog 60km fietsen op zitten. Daar draaide ik mijn hand niet voor om.
Zo ben ik bij de fietsclub gekomen het is leuk om met een groep te fietsen ondanks dat ik vaak als laatste man in de groep fiets en dan vaak met niemand naast mij. Ik vind dat prima omdat ik de groep in de gaten wil houden om te zien of alles wel gaat zoals het gaan moet en soms fiets ik ook wel snel naar voren om te zeggen dat het voor sommige fietsers te snel gaat of voor andere dingen. Ook het praatje onderweg, het terrasje, even onderweg stoppen om een appeltje of wat anders te eten. Kortom het groepsgevoel spreek mij wel aan en dat is wat ik nu op dit moment met corona een beetje mis. We fietsen in kleine groepjes, nu op dit moment trouwens helemaal niet, ook met z’n allen op een terras zitten is op dit moment niet altijd mogelijk en dan merk je dat het groepsgevoel ook een beetje aan het verdwijnen is. Dat is jammer. Hopelijk komt dit na het coronatijdperk weer terug.
Vervolg Piet Fransen...
Wel zou ik het als een verbeterpunt vinden als bij de start de groepen niet zo ver van elkaar fietsen. Nu zie je de groep die voor je rijdt niet en ik vind het toch leuker om mekaar te blijven zien. Ik weet dat corona hier een rol in speelt maar 3-4 minuten tussen de groepen zou volgens mij ook 1 minuut mogen zijn. Het is geen bemoeizucht maar ik ben altijd al wel bij de fietsclub betrokken geweest. Ik heb bij verschillende fietsfestijnen vaak als vrijwilliger met hand en spandiensten meegewerkt. Ook heb ik 14 jaar lang, nadat Ad van Stiphout er mee was gestopt, het blad Schakelen rondgebracht na een oproep van de oud-voorzitter van Oudheusden. Ook voor het Hart van Brabant fietsfestijn, later de Tilburgse Fiets4Daagse heb ik jaren de folders rondgebracht. Dat hoorde naar mijn gevoel ook wel bij het clubgevoel. Na de digitalisering van dit blad was het niet meer nodig.
Fietsen is wel mijn hobby geworden en ik denk dat als ik alle km’s bij elkaar optel ik tussen de 7 en de 8 keer de wereld heb rondgefietst. Tussen de 20.000 en de 21.000 km’s per jaar was voor mij geen uitzondering. En dan ging ik nergens naar toe, ik pakte de fiets en ik zag wel waar ik terecht kwam. Altijd in mijn eentje, dus ik kon linksaf of rechtsaf wanneer ik wou. Ik reed wel altijd vrij snel met een snelheid van 27-28 km per uur. Dit op een gewone fiets een zogenaamde “tienspeed” oftewel met
30 versnellingen. Zat ik op een grootste verzet dan vond ik tijdens het fietsen vervelend dat ik niet door kon schakelen want ik had vaak reserve over. Ik ben nu 80 en mijn conditie is niet veel minder geworden en fiets nog steeds tot de dag van vandaag zonder elektrische ondersteuning en dat komt denk ik omdat ik nooit gerookt heb, nooit alcohol heb gedronken en veel, heel veel in beweging ben geweest en nu nog steeds. Als ik niet fietst dan kun je me ook vinden bij een of ander zangkoor zoals Zangvereniging Ratjetoe, Effe Aanders in de Reeshof of de Kruikenzangers. Ik zong en zing altijd 2e stem en ik heb begrepen dat er niet veel mannen zijn die 2e stem zingen want ik werd ook vaak gevraagd om bij andere koren in te vallen als er weer iemand uitgevallen was. Bij de Kruikenzangers ben ik nog steeds en zing mijn toontje mee. Maar mijn muzikaliteit houdt hier niet mee op want ik speel, wel voor mezelf, ook nog accordeon.

Ik kan geen noot lezen maar ik speel op het gevoel en het gehoor en ik kan er redelijk mee uit te voeten. Maar dat is een hobby voor als ik thuis zit en ik heb er zin in, dan pak ik mijn accordeon en speel een gedeelte van mijn repertoire af. En ga ik er eens een nootje van af dan doe ik alleen mezelf een beetje zeer.
Door Rob Vennix