Architectuur Portfolio 2015-2020

Page 1

1

Architectuurportfolio Timothy Van Vlierden Selectie van werken


2


3

Architectuur in één woord samenvatten is onmogelijk. Het unieke eraan is hoe ze net allerlei verschillende aspecten bundelt in één geheel, één ontwerp waarbij je de opdracht met persoonlijke aspecten in een gebouw giet. Iedereen heeft hier ook een ander beeld over, verwierf andere inzichten en hanteert een andere stijl. Architectuur is de concretisering van onze persoonlijke gedachten en net dat maakt het vak zo mooi. Wanneer ik reflecteer over mijn studie- en ontwerptraject valt me de sterke evolutie op die ik doormaakte. Toch kan ik stellen dat er een vijftal kwaliteiten zijn die ik steeds probeer toe te passen binnen mijn ontwerpen en gedurende het voorafgaande proces. Aan de hand van referenties en een selectie van persoonlijke ontwerpen probeer ik deze weer te geven en definieer ik mijzelf als beginnend architect.


4


5

INHOUD PROFIEL KWALITEITEN

ruimtelijkheid pragmatische aanpak structuur genius loci contrasten

BACHELORPROJECTEN

01 kamers in/voor de stad 02 studentenhuisvesting Blindestraat 03 brickness (Frans Masereel Centrum) 04 bachelorpoef: het schoolplak als plek

MASTERPROJECTEN

05 studio urbanity 06 studio building culture 07 international design workshop week 08 masterproef


6


7

Timothy Van Vlierden 0492 04 83 45 vanvlierdentimothy@gmail.com

PROFIEL Mijn interesse voor architectuur heeft sterk te maken met de koppeling van de theorie aan de praktijk. Architectuur is overal aanwezig, iedereen komt er elke dag mee in contact. Ieder gebouw zegt wel iets over de ontwerper. Uitdagingen aangaan en de complexe puzzel die het ontwerpproces vaak is, proberen op te lossen, spreken me enorm aan. Ruimtes en sferen creĂŤren die uitnodigen tot interactie, is voor mij van essentieel belang. In dialoog gaan is iets waar we tijdens onze opleiding geregeld mee geconfronteerd worden. Dit gaat van dialogen met medestudenten -al dan niet teamgenoten- tot dialogen met de begeleiders. Het is elementair aan het vak en vormt vaak een bron van inspiratie, aangezien je nooit stopt met bijleren en nieuwe inzichten verwerven. Bij teamwerk is het steeds mijn doel dat het finale product een synthese is van ieders individuele kwaliteiten, wat leidt tot unieke en kwaliteitsvolle resultaten. Samenwerken en het daaraan gekoppelde sociale aspect is voor mij iets vanzelfsprekend gezien ik achttien jaar in de scouts zat, waarvan zes in leiding en groepsleiding. Dit heeft er mede voor gezorgd dat ik een plantrekker en organisatorisch sterk ben en graag het voortouw neem. Zo nam ik de organisatie en planning van een facultatieve studiereis naar Hamburg met onze Masterstudio op mij.


8

Ik zie mezelf als iemand die eerder pragmatisch in het leven staat. Dit manifesteert zich ook in mijn kijk naar architectuur. Ik ben van mening dat dat een kwaliteit is en voor een (toekomstig) architect een vereiste. Mijn ontwerpproces volgt steeds een gelijkaardig patroon, waarbij ik start van een doordacht en relevant concept dat na een onderzoekend proces resulteert in een gepast ontwerp. Ik geloof dat een goed ontwerp het resultaat is van een goede samenwerking in combinatie met innovatieve, kwalitatieve en contextuele waarden. HIerdoor transformeert een plek tot een unieke ruimte die beantwoordt aan de menselijke behoefte en de omgeving. Als startend architect zou ik naar de toekomst toe graag mijn referentiekader verbreden. Dit zorgt immers voor meer kennis en inzichten die ik vervolgens kan toegepassen op eigen ontwerpen.


9

KWALITEITEN In wat volgt, licht ik mijn visie op architectuur toe aan de hand van vijf kwaliteiten die ik belangrijk acht. Ik verduidelijk deze via het gebruik van referenties waarmee ik tegelijkertijd een zicht geef op architectuur die mij gedurende mijn opleiding heeft beĂŻnvloed. Vervolgens overloop ik mijn persoonlijke ontwerpen waarbij ik steeds verwijs naar deze kwaliteiten als ze een belangrijke impact hadden op het proces en het eindresultaat.


10

Ruimtelijkheid is voor mij een van de belangrijkste waarden binnen een ontwerp. Het is overal aanwezig en draagt bij tot de beleving van gebouwen. Met doordachte ingrepen krijg je interessante zichten en relaties die ruimtes verbinden die in eerste instantie geen onderlinge verbintenis hebben. Deze kunnen zowel horizontaal als verticaal zijn. Daarnaast kan ruimtelijkheid ook op grote schaal gezien worden. Bij een ontwerpopdracht ligt de focus vooral op de bebouwde ruimte, maar de onbebouwde, negatieve ruimte is minstens even belangrijk. Het spelen met leegtes tussen het ontwerp en de omgeving, maar even zeer binnenin het ontwerp zelf, verhoogt de kwaliteit van het geheel. Villa MĂźller is een typevoorbeeld wanneer het gaat over ruimtelijkheid. De ruimtelijke opbouw (Raumplan) is doorheen het hele ontwerp voelbaar en zorgt voor een unieke belevenis. Adolf Loos ontwerpt zijn ruimtes niet vanuit plannen, gevels of snedes. Er bestaat geen niveau 0, 1 of 2. Het hele ontwerp is opgebouwd uit continue en onderling verbonden ruimtes, gangen en terrassen. Dit leidde tot een zeer verruimende blik op ruimtelijkheid.

Villa MĂźller, Praag door Adolf Loos (1930)


11


12

Qua stijl zoek ik steeds naar een pure architectuur en hanteer ik een voornamelijk pragmatische aanpak, fit for purpose. Dit zie ik niet als een soort simplisme, het gaat erom dat een goed ontwerp voor mij ook goed in elkaar moet zitten en elke ontwerpbeslissing een gegronde reden moet hebben. Ornamentiek zal steeds een achterliggend motief en meer diepgang dan het puur esthetische aspect moeten hebben. Dit verzorgingstehuis door Sergison Bates architects geeft goed weer wat ik hiermee bedoel. De compacte vorm beantwoordt aan de vraag naar duidelijke en eenvoudige verbindingen tussen de verschillende ruimtes. Alle ruimtes hebben uitzicht op het landschap en de gemeenschappelijke ruimtes zijn met elkaar verbonden door brede circulatiezones. Deze creĂŤren een sociale sfeer en stimuleren de interactie. De keramische tegels in raamopeningen geven het project karakter en markeren afzonderlijke elementen van het gebouw. Hierdoor worden ze leesbaar voor bezoekers en bewoners. Ze zijn geen puur plastische keuze, maar refereren naar de gedecoreerde gordijnen in de omgeving van het ontwerp.

Care Home, Wingene door Sergison Bates architects (2016)


13


14

Ontwerpen vanuit de structuur van het gebouw is een kwaliteit die ik pas later ontdekte en die eerder duidt op het ontwerpproces. In mijn eerste ontwerpen zag ik structuur eerder als een obstructie, iets wat in de weg stond van een geplande visie. Ondertussen veranderde mijn kijk hierop en zie ik het als een fundamenteel element dat het ontwerp tevens kan versterken. Een goede structuur schept orde en vormt een essentieel onderdeel van de ruimte. Het heeft daarnaast ook een belangrijke impact op de levensduur van de gebouwen. Met een logische, duidelijke en aantrekkelijke structuur zet je een grote stap naar de realisatie van een intelligente ruïne. Dat je gebouw de tand des tijds en verschillende programma’s probleemloos kan doorstaan, is een enorm duurzame kwaliteit. Het voormalige hoofdgebouw van het 19de eeuwse Militair Hospitaal, de Generale Staf, werd volledig herbestemd tot kantoor en hotel. In mijn tweede master volgde ik een kijkstage bij AG Vespa en kon ik dit gebouw van binnenuit ervaren. Het fascineerde me hoe de bestaande structurele elementen een blijvende impact hadden op en een enorme bijdrage leverden tot de ervaring van het gebouw. Het nieuwe ontwerp doet eer aan de oorspronkelijke structuren en creëert tegelijkertijd een fascinerend nieuw geheel.

Generale Staf (Militair Hospitaal), Antwerpen door 360 architecten en B-bis architecten (2019)


15


16

In mijn ontwerpen probeer ik steeds rekening te houden met de genius loci: de geest van de plaats. Inplanting in de omgeving en context zijn zeer belangrijke aspecten binnen mijn ontwerpproces. Dit is uiteraard complexer dan ‘rekening houden met de kroonlijsthoogte’, maar draagt zeker bij tot de interessante puzzel die het ontwerpproces is. De invloed ervan reikt van de volumetrie tot de materialiteit en is daarom uiterst kenmerkend voor het finale product. De galerij door David Chipperfield Architects in Berlijn is gelegen op de footprint van een gebouw dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd verwoest. Het is een hedendaags gebouw dat reageert op zijn onmiddellijke historische context en verwijst naar het verleden zonder het na te bootsen. De locatie is uniek in die zin dat ze een einde maakt aan het stedelijke blokpatroon dat typisch is voor Berlijn en het startpunt betekent voor de verzameling grootschalige, onafhankelijke structuren op het Museumeiland. Op deze specifieke locatie werd de voortzetting van de stedelijke blokgevels binnen het plan enorm belangrijk geacht. Het gebouw heeft een hoogte die overeenkomt met die van zijn buren maar ontwikkelt tegelijkertijd een eigen beeldtaal.

Galeriehaus Am Kupfergraben, Berlijn door David Chipperfield Architects (2007)


17


18

Ik werk graag met contrasten om de ontwerpen aantrekkelijk en interessant te maken. Dit is uiteraard op allerlei manieren en niveaus toepasbaar. In het gevelvlak bijvoorbeeld realiseer je contrasten door muurdiktes, de positie en grootte van openingen, de materialiteit, ... Door middel van kleine nuances en verschillen binnen eenzelfde geheel, ontstaan spanningen die interesse wekken en leiden tot een innemend geheel. Het ontwerp van Gate 15 in Antwerpen brengt een groot deel van de voorgaande aspecten samen in ĂŠĂŠn project. Het Brussels kantoor BOB 361 slaagt erin een gevarieerd programma te plaatsen op een ingewikkelde site. Het geheel bevindt zich in een stedelijke context en moet rekening houden met een beschermd pand uit de 17de eeuw. Het intrigeert me hoe het bureau een multifunctioneel studentencomplex wist te ontwerpen dat perfect past in haar omgeving. De creatie van een overdekt plein geeft het ontwerp een waardevolle ruimte terug aan de buurt. Contrasten zijn aanwezig in het materiaalgebruik, de relatie tussen bebouwd en onbebouwd en in het gevelbeeld waar grote raamopeningen alterneren met gesloten vlakken. Daarnaast zijn elementen als ruimtelijkheid en de genius loci hier ook zeker van toepassing.

Gate 15, Antwerpen door BOB 361 architects (2014)


19


20


21

BACHELORPROJECTEN


22

01 kamers in/voor de stad 2de bachelor (nov. ‘16 - jan. ‘17) ruimtelijkheid - structuur - contrasten

Het huidige onthaalpaviljoen van het Rubenshuis volstond niet meer en dus werd gekeken naar een groter geheel aan de achterzijde van de binnentuin van het huidige museum. De ervaring van de ruimte is een fundamenteel uitgangspunt in dit ontwerp. Er was een beperkt functioneel programma, maar een duidelijke eis naar kwalitatieve plekken en ruimtes met betekenis. De aandacht ging zowel naar de samenstelling en betekenis van de verschillende zones zelf als naar de representativiteit van

het gebouw naar straat en stad. Er werd sterk gekeken naar dingen als maat en verhouding, lichtinval en structuur. De trap dient voor de fysieke verbintenis tussen beide niveaus en als een object dat er een ruimtelijk geheel van maakt. Door te werken met vides en een open plan ontstaan doorzichten van de straatzijde tot in de binnentuin en van de gelijkvloerse verdieping tot boven. Een glazen koepel zorgt voor natuurlijk, zenitaal licht, wat het geheel een aangename sfeer geeft en bezoekers aantrekt.


SN2

SN2

SN5

SN1

23

SN1

SN5 SN3 SN5

SN3

SN3

SN4 SN4

SN4

Niv 0 Niv 0

1500 1420

Ka Kamers in/voor DE STA Gro 1500

1500

1420

1420

Grondplan - 1 : 100 960

530

Arc Architectonisch Ontwerp - 2016-2017 Timo 13.0 Timothy Van Vlierden 13.01.2017 960

960

530

530

0

0

-400

-400

0

-400

SN2

SN1 SN2


24

02 studentenhuisvesting Blindestraat 2de bachelor (jul. ‘17 - sep. ‘17) ruimtelijkheid - pragmatische aanpak - genius loci - contrasten

Het perceel is midden in het centrum van de Antwerpse studentenbuurt gelegen en omgeven door gebouwen van de Universiteit Antwerpen. Dit zorgt voor redelijk wat passage doorheen de dag. In de avond is er dan weer minder te doen. Het gebouw opent zich naar de achterzijde en creëert door middel van een gelaagde afbouw meerdere terrasruimtes. Je hebt hier immers veel meer privacy en voldoende ruimte aangezien de universiteitsgebouwen ‘s avonds toch niet worden gebruikt. Via het uniforme materiaalgebruik binnenin het gebouw verkrijg je eenheid. Naast een betonnen structuur wordt ook bij

de afwerking vaak naar het materiaal teruggegrepen. Verschillende afwerkingen en toepassingen (polijsten, houtbekisting, tegels, gietvloer) zorgen voor interessante en gevarieerde prikkels. In combinatie met staal (gewoon of gegalvaniseerd) krijg je een industriële look die in contrast staat met de warmte van het hout. Deze uniformiteit en onderlinge verbanden zorgen ervoor dat de bewoner een thuisgevoel krijgt doorheen het volledige gebouw, een persoonlijk en rustig plekje in het broeierige centrum.


iv 0

25

SN4

• • • • • •

SN2

B St C D P G

SN3

SN1

SN4

Niv 1

SN3

Studentenkoten Blind Snedes - 1 : 100

SN1


26

03 brickness (Frans Masereel Centrum) 3de bachelor (nov. ‘17 - jan. ‘18) ruimtelijkheid - pragmatische aanpak - structuur - genius loci - contrasten

Het Frans Masereel Centrum is een complex gelegen in de landelijke Antwerpse Kempen, bestaande uit een bolvormig atelier van de hand van Lou Jansen en negen kunstenaarsverblijven. Het is een uniek geheel vanwege de combinatie van het grote aantal residerende kunstenaars, het gemeenschappelijke grafischh atelier, de landelijke ligging en de verschillende tentoonstellingen en workshops. Voor deze uitbreiding zijn er twee duidelijke doelgroepen: De bezoekers die de verschillende kunstwerken willen bezichtigen en de kunstenaars die kunst willen produceren en nieuwe technieken ontdekken. Dat je je als bezoeker vlakbij het productieproces bevindt, kan tot een leerrijke interactie leiden wat een enorm pluspunt is. Het was mijn bedoeling deze twee elementen samen te brengen in flexibele ruimtes waarin kunstenaars

hun eigen kunst en het ontwerpproces kunnen presenteren, maar ook in alle rust kunnen werken en ontwerpen. Door het ontbreken van een grens tussen de ateliers en de tentoonstellingsruimte wordt de nieuwsgierigheid van de bezoekers aangewakkerd. Ze zijn vrij om de ateliers uitgebreid te verkennen of enkel toe te kijken vanop afstand. De gekozen geometrie en regelmatige opbouw van de structuur vloeien voort uit het radiale grid van het bestaande gebouw. Door rekening te houden met de bestaande context en erop verder te bouwen, zorgt het ontwerp ervoor dat het niet ervaren wordt als een nieuwe, vrijstaande toevoeging, maar eerder als een vanzelfsprekende vervollediging. Het ontwerp en de dimensionering van de structuur in het nieuwbouwproject zorgen voor een duidelijke zonering van de ruimten zonder werkelijk iets af te bakenen.


27

P

10

AA' 150

1m

1 : 200

Voor

5m

10m


28

04 bachelorproef: het schoolplak als plek 3de bachelor (jul. ‘18 - sep. ‘18) ruimtelijkheid - pragmatische aanpak - genius loci - contrasten

Bij het ontwerpen van een project in een stedelijke omgeving moet met meerdere factoren rekening worden gehouden. De relatie tussen bebouwing en omgeving is hier heel belangrijk. De site van het schoolplak is gelegen in een levendig gedeelte van de Seefhoek aan de Handelstraat. Met een metro- en bushalte maar ook een velostation en commerciële ruimtes zijn er allerlei voorzieningen die leiden tot een bruisende buurt met veel passage. Het ontwerp moet hier dus goed op inspelen om zo deze levendigheid te bewaren en zelfs te versterken door het stimuleren van interactie. Er moet een goed evenwicht worden gevonden tussen openheid naar de buurt toe, zonder in te boeten op gebied van privacy. Het ontwerp omvat een heel uitgebreid programma. Naast 37 appartementen is er ook plaats voor, twee cohousingprojecten, drie commerciële ruimtes, een ontmoetings-

centrum en een metro-ingang. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen een woontypologie en (semi-)publieke ruimtes. Om al deze aspecten onderling te verbinden, wordt er gestreefd naar een vorm van collectiviteit. Dit kan gezien worden op verschillende schalen. Enerzijds tracht ik bewoners van het volledige project en ruimer gezien de hele buurt, onderling in contact te laten komen op het maaiveld. Interessante publieke buitenruimtes kunnen dit stimuleren. Door te werken met verschillende pleintypologieën, die verschillende doelgroepen aanspreken, kan iedereen wel een plekje naar wens vinden. Anderzijds wordt deze collectiviteit ook aangemoedigd op gebied van de bouwblokken waarbij individuele bewoners onderling in contact kunnen komen. Deze verschillende vormen van collectiviteit zorgen voor een aangenaam en kwalitatief geheel.


29

CIRCULATIEKOKERS

NIVEAU 0 1/2 2/3

Cohousing Commerciële ruimte

3/4

Plakzaal

4/5

Room Circulatie

5

10


30


31

MASTERPROJECTEN


32

05 studio urbanity 1ste master (okt. ‘18 - jan. ‘19) i.s.m. Liesbeth Broothaers ruimtelijkheid - pragmatische aanpak - genius loci - contrasten

Met de toekomstige overkapping van de Ring van Antwerpen ontstaan nieuwe groenzones waarrond kwaliteitsvolle bebouwing gerealiseerd kan worden. Voor dit project wordt gekeken naar de site tussen het Kielpark en de Jan de Voslei. Deze wordt beïnvloed door enerzijds de Tentoonstellingswijk, getypeerd door de opeenvolging van gelijkaardige woningen, en anderzijds de torens en hoogbouw rond het park. Dit ontwerp probeert deze twee types te verenigen in één ontwerp door te werken met twee systemen. Een deel van de ruimte tussen de bestaande hoogbouw wordt ingevuld met kleinschaligere woningen. Noordelijker wordt dan weer geopteerd

voor hoogbouw met appartementen die verwijst naar de bestaande torens. Door het overnemen van de oriëntatie en het grid van de bestaande gebouwen wordt een coherent geheel gecreëerd. De toegevoegde appartementsgebouwen zorgen ervoor dat een gelijkaardige korrel en het ritme aan de straatzijde bewaard blijven. De toevoeging van de woningen binnen het bestaande geheel zorgt ervoor dat een buitenruimte zonder kwaliteiten duidelijker wordt afgebakend en dus ook indirect wordt toegekend aan de omwonenden. Voorgaand was dit immers slechts een grijze zone tussen autoweg en het park waar niemand verantwoordelijkheid voor nam.


33


34

06 studio building culture 1ste master (feb. ‘19 - jun. ‘19) i.s.m. Lieselotte Crijns, Simon Lievens & Sofie Vandeneynde ruimtelijkheid - pragmatische aanpak - structuur - genius loci - contrasten

Het probleem in een stedelijke omgeving is geregeld het gebrek aan ruimte. Horseshoegebouwen zorgen door middel van een inwaartse beweging voor een toename van geveloppervlak. Op deze manier heb je in plaats van slechts een voor- en achtergevel nog een extra zone die positief kan bijdragen aan elementen als licht en ruimtelijkheid. Daarnaast stond deze studio in het teken van structuur en moest door middel van een drietal structuren een gebouw ontworpen worden zonder dat het programma gekend was. Een intelligente ruïne was dus een vereiste, wat ervoor zorgde dat er veel meer nadruk gelegd werd op de ruimtes die volgden uit deze structuur. Wanneer je immers een goede structuur hebt die flexibel en toegankelijk is, zou het geen probleem moeten vormen er een programma in verwerkt te krijgen. We werkten met drie structuren (kern - betonskelet - staalskelet) die in de drie volumes steeds verschillend werden toegepast. In het massieve volume bestaat de kern uit vier massieve wanden rond een open kern,

daarrond bevindt zich een zwaar betonnen skelet en ten slotte een stalen erker op zo’n schaal dat ze volwaardige ruimtes bevat. Het slanke volume bestaat uit een gesloten, functionele kern met daarrond een slanker betonskelet. Het staal komt hier enkel aan de tuinzijde terug in de vorm van kleinschalige balkons. Het tuinpaviljoen bestaat uit een stalen frame dat zich volgens een grid uitstrekt naar de achterzijde van het perceel. Deze structurele opbouw is op ieder niveau, in ieder volume sterk aanwezig wat zorgt voor een vorm van herkenning en uniformiteit. Daarnaast zorgt deze opbouw ervoor dat een reeks verschillende sferen ontstaan wanneer je door het gebouw wandelt, een afwisseling van compressie en decompressie. Hoewel er toch duidelijke contrasten zijn tussen de drie volumes, krijg je nooit het gevoel je in een nieuw gebouw te bevinden. Deze contrasten zorgen net voor een interessante spanning en ze doorbreken de repetitie op een unieke manier.


35


36


37


38

07 international design workshop week 2de master (feb. ‘20 ) i.s.m. Tuur De Schepper, Figaro Nuitten en Raf Pessers structuur - genius loci

Deze projectweek stond in teken van commons, de gemeenschappelijke ruimte die zal ontstaan bij het overkappen van de Ring rond Antwerpen. Twee wijken, Lambrechtshoeken (Merksem) en Luchtbal die enorm van elkaar verschillen worden fysiek verbonden door deze overkapping. Aan de hand van 17 workshops werd onderzocht hoe deze verbinding bevorderd kon worden en dit steeds vanuit een andere invalshoek. In commoning through animals werd onderzocht hoe dieren deze verbindende factor konden zijn. Hoe kon een tijdelijke

interventie meerdere gebruikers of doelgroepen aantrekken, uitdagingen op buurtschaal aanpakken en hen ondertussen informeren over de buurt en haar natuur? Velen interpreteerden deze opgave uit het standpunt van de mens en zochten naar oplossingen om bezoekers aan te trekken. Wij bekeken de opdracht als een manier om de natuur aan te trekken zodat die op haar beurt geĂŻnteresseerden kon aantrekken. Onze boomhut had als doel insecten en vogels te lokken door in de dikte van de muur een gevarieerde opbouw te realiseren.


39


40

08 masterproef 2de master (sep. ‘19 - jun. ‘20) i.s.m. Figaro Nuitten ruimtelijkheid - pragmatische aanpak - structuur - genius loci - contrasten

De vzw Stad aan de Stroom en de ontwerpwedstrijden in 1990-1994 gelden als een belangrijk keerpunt in ontwikkeling van het hedendaagse stadsontwerp in Vlaanderen. Door voornamelijk op het Antwerpse waterfront te focussen, volgde Stad aan de Stroom de trend van de tijd. Verschillende Europese steden gaven opnieuw versterkte aandacht aan de waterkant: een rehabilitatie en renovatie van oude haveninfrastructuren en dokken. Manuel de Sola Morales zette met zijn deelplan van Stad aan de Stroom de toon voor het Eilandje. Het plan kende veel varianten en resulteerde uiteindelijk in het masterplan Eilandje en in één van de eerste actuele beeldkwaliteitsplannen in Vlaanderen. Voor onze masterproef werd teruggekeken naar dit canoniek moment in de recente geschiedenis van onze stadsontwikkeling. Het eerste deel van het onderzoeksproject bestond uit een analyse van het stadsdeel, gaande van Gilbert van Schoonbeke tot de meest recente ontwikkelingen. In een tweede deel ontwierpen we een monolithisch stadsgebouw op de kavel B6’ aan de rand van de Cadixwijk. De ambitie was om op deze plek een gebouw van 3500 m² te ontwerpen dat garant stond voor een gevarieerd aanbod van (socio-) economische functies. Het eindresultaat moest een economisch knooppunt zijn dat de Cadixwijk een sprekend en levendig uithangbord geeft op de kruising van twee boulevards.

Het concept voor dit project volgt rechtstreeks uit de vorm van het perceel. We hebben in de plint geopteerd voor een driehoekig grid dat als een asymptoot naar de hoeken verkleint. We willen de unieke en toch wel complexe vorm van het perceel niet ontkennen, integendeel. De schuine zijdes van het grid benadrukken dit net en ze worden uitgespeeld als een kwaliteit binnen het ontwerp, in plaats van ze te verdoezelen achter valse wanden. Dit resulteert op haar beurt weer in interessante ruimtelijke relaties en zichten tussen de verschillende niveaus. Het asymptotisch grid resulteert in verschillende overspanningen die afhankelijk van de afstand anders worden ingevuld. Dit gaat van verdiepingshoge vierendeelliggers tot balken die afhankelijk van het programma kunnen dienen om een niveauverschil te overbruggen, of net als balustrade. Ook op de bovenliggende niveaus komen de vierendeelliggers terug. Vanwege het toekomstige programma en de gewenste volumetrie waarbij in de oksel lager wordt gebouwd, zijn deze anders georiënteerd. Door het gebruik van deze opbouw ontstaat een duidelijk contrast tussen open en structuurvrije verdiepingen.


41


42


43


44


45


46


47


48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.