Berghs Contact 1704 11-4-2017

Page 35

11 april 2017

Joris Bogaers Er zullen weinig auteurs zijn die op hun 91ste levensjaar mogen beleven dat er twee boeken van hem uitgegeven worden. Toch is dat geluk Joris Bogaers ten deel gevallen. Men zou Bogaers kunnen kennen van zijn vroege verhaaltjes voor de Engelbewaarder. Hij was als kleine jongen al overtuigd dat hij onderwijzer en schrijver wilde worden. Wellicht kent men Bogaers van zijn verhaal Post veur Jaanske, waarmee hij in 1994 de eerste dialectpenning voor beste verhaal won tijdens het Brabants Dialectenfestival in Lieshout. Toen zond hij zijn deelname in onder het pseudoniem Joris Kornelius. In 1998 won hij de bronzen triomfpenning voor gedichten met Ik maag zô geere. Vijf jaar later leverde hij met zijn verhaal Peer Luiten een mooie gesproken bijdrage aan de Kerstdubbel-cd Van goeie wil in de reeks Brabants op z’n Best. Op de prachtige site van Cubra zijn veertien verhalen van Joris Bogaers te vinden.

‘Brabants’ Kwartaalblad over Brabantse taal Een tijdschrift voor de liefhebbers van dialect, met verhalen, gedichten, wetenschappelijke artikelen, boekbesprekingen en muziekrecensies. Een jaarabonnement kost € 24,00. Informatie: www.stichtingbrabants.nl Contact: info@stichtingbrabants.nl

www.thuisinhetnieuws.nl

Wie is Joris Bogaers? Hij werd geboren oudste van acht kinderen, in hartje Tilburg. Vader werkte bij de post. Zoon Joris ging naar school bij de fraters. Bij hen deed hij ook de Mulo en de kweekschool. De school waar hij voor het eerst les gaf, stond in Broekhoven. Hij kreeg er een klas met 65 leerlingen. Ondanks de belofte van de pastoor, hoofd van het schoolbestuur, kreeg hij na zijn eerste arbeidsjaar geen vaste benoeming en ging daarom meteen per gehuurde tandem op sollicitatiegesprek in Vinkel. Daar leerde hij de onderwijzeres Leentje Huismans kennen, zijn latere echtgenote. “Ik voelde me goed thuis en was eigenlijk ook veel meer ’n dorpsmènneke.” Maar toen het hoofd der school begreep dat er liefde tussen zijn twee ‘onderdanen’ in het spel was, moest Joris een andere betrekking zoeken, want een verliefd stel voor de klas op dezelfde school was ongehoord. Joris vond zijn onderwijswerk in Lith en later in Nuland. Ze trouwden en kregen een huis in Nuland. Het stelletje had romantische ideeën en wilde eigenlijk naar Nederlands Indië vertrekken, maar dat werd door vader Huismans sterk afgeraden: “ge wordt er gehaat en ge loopt daar gevaar vermoord te worden.” “Dan gaan we naar Curaçao,” was de avontuurlijke conclusie. In het Katholiek Schoolblad stond begin jaren vijftig een vacature voor een katholieke onderwijzer op Aruba. De sollicitatiebrief moest gericht worden aan de Broeders in Heesch. Er waren weinig kandidaten en Joris kreeg de baan. Ze stapten samen op het vliegtuig dat er door allerlei tank- en tussenstops maar liefst 59 uur over deed om in Aruba te komen. Op Aruba kreeg Joris gezondheidsproblemen, omdat hij rookte als een ketter. Toen hij ermee stopte, hervond hij zijn gezondheid. Hij werkte er twintig jaar, tot aan zijn pensioen op zijn vijftigste en kwam daarna terug naar Nederland. Eigenlijk wilden de Bogaertjes niet weg uit de Antillen. “Goed volk, goede verdiensten en een prachtig klimaat; we blijven tot het einde onzer dagen…,” zo was de redenering, maar na vijftien jaren kwamen de toeristen en wat eerst een gulden waard was, kostte al gauw

pagina 35

een dollar. “Genoeg in florijnen, te weinig in dollars; dus toch maar terug naar Nederland.” Ze kwamen terecht in Limburg. Daar hebben ze nog veertien jaar met veel plezier gewoond en gewerkt. Toen ging meester Bogaers weer met pensioen en terug naar Brabant. “In Oss vonden we een woning die ons goed aanstond. En daar zit ik nou. Waar we ook gewoond hebben, mijn vrouw en ik hebben altijd samen Brabants gesproken, gelezen en bestudeerd. We waren weer thuis.” We zochten Joris op in zijn riante flat. Helaas is zijn vrouw in augustus 2011 overleden. Er zijn geen kinderen. En nu heeft nichtje Marie-Louise ervoor gezorgd dat er twee bundels van Bogaers tegelijk verschenen. Daarmee heeft ze de droom van haar oom verwezenlijkt. Een loffelijk initiatief! Het boek Lagerdonk (Ondergang van een dorpje) dat volgens de schrijver zelf ‘helemaal naar Brabant ruikt’ en de bundel Verhaaltjes van Joris (Van Brabants tot sprookje). Beide boeken hebben veel autobiografische elementen in zich, maar de fictie heeft zeker de overhand. Lagerdonk (124 pag.) is een kroniek over de ondergang van een fictief Brabants dorpje dat kort aan de Belgische grens onder Tilburg ligt. Het is een boeiend relaas dat alle elementen van een streekroman in zich heeft: de baron en z’n madam, de pastoor, Kromme Toon en z’n Keeke en hullie kiendje Willemke,


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Berghs Contact 1704 11-4-2017 by ThuisinhetNieuws Maggezien - Issuu