
2 minute read
Pesten is niet zomaar een ruzietje tussen leerlingen
We spreken over pesten als aan drie kenmerken wordt voldaan: (1) herhaling, (2) intentie en (3) machtsonbalans. Pesten is namelijk herhaaldelijk uitgevoerd, doelbewust agressief gedrag van een dader richting een – zwakker – slachtoffer (Olweus, 1993). Pesten kan op verschillende manieren gebeuren, variërend van fysiek (zoals duwen) en materieel (zoals spullen beschadigen) tot verbaal (zoals uitschelden) en relationeel (zoals roddelen en buitensluiten), en kan zich ook in de digitale wereld afspelen (cyberpesten).
gevallen buiten het bewustzijn van leerkrachten afspeelt (Atlas & Pepler, 1998). Mede hierdoor heb je niet altijd een goed beeld van de sociale klassendynamiek. Bovendien weten we dat zelfs wanneer leerkrachten een beeld hebben van de pestdynamiek in hun klas, het in meer dan een kwart van de situaties niet goed lukt om het pesten te stoppen. Dit is natuurlijk zorgwekkend.
Handelingsverlegenheid van leerkrachten bij het ingrijpen in verstoringen van de
JEROEN PRONK
(Vrije Universiteit) doet onderzoek naar pesten en het gebruik van Augmented Reality voor gedragsregulatie
WILMA JONGEJAN
(Vrije Universiteit) werkt bij de VU-Lerarenacademie en doet onderzoek naar docentprofessionalisering
TIRZA BOSMA
(Vrije Universiteit) doet onderzoek naar docentprofessionalisering en leidt Lesson Studybegeleiders op
SUI LIN GOEI
(Vrije Universiteit/ Windesheim) doet onderzoek naar het ontwerpen van gedragslessen met Lesson Study klassendynamiek volgt niet alleen uit deze twee oorzaken. Het is soms moeilijk om de situatie, of de ernst ervan, correct in te schatten. Zo wordt relationeel pesten niet altijd opgemerkt, of het wordt gezien als minder ernstig dan fysiek of verbaal pesten. Relationele pestvormen, zoals buitensluiting, kunnen echter de mentale gezondheid van leerlingen het sterkst negatief beïnvloeden. Ten slotte wordt pesten door leerkrachten soms gezien als onderdeel van de normatieve ontwikkeling. Leerlingen moeten ‘gewoon’ leren hoe ze omgaan met – de gevolgen van – het pesten. Onbedoeld wordt zo het signaal afgegeven dat pesten geaccepteerd wordt. Voor het welzijn van alle leerlingen is het uitermate belangrijk dat je een actieve rol neemt in het groepsproces door correct te interveniëren en de veiligheid te herstellen.
Dynamiek In Beeld
Hoe krijg je als leerkracht inzicht in de klassendynamiek? Het antwoord komt van een onderzoeksprocedure die in de jaren 90 is ontwikkeld om het pestgedrag in schoolkassen voor onderzoek inzichtelijk te maken (Salmivalli et al., 1996). Leerlingen geven informatie over elkaars gedrag door elkaar te nomineren voor de verschillende pestrolgedragingen. De informatie komt hierdoor van de directbetrokkenen, de leerlingen, die – in tegenstelling tot de leerkracht – meestal aanwezig zijn wanneer er wordt gepest. Door gebruik te maken van de deze informatie komt de klassendynamiek nauwkeurig in beeld.
PestPlotter op school afnemen?
De PestPlotter is op dit moment nog niet breed beschikbaar voor de onderwijspraktijk, maar kan op aanvraag bij jou op school worden afgenomen. Voor meer informatie, zie www.pestplotter.nl of neem contact op met Jeroen Pronk (j.pronk@vu.nl).
Figuur 1 – Sociaal netwerkweergave van wie pest (rode pijlen) en wie helpt wie (blauwe lijnen). Kleuren corresponderen met verschillende rollen (bijvoorbeeld rood voor pesters, blauw voor verdedigers en geel voor slachtoffers) en geometrische vormen met sekse (vierkanten voor jongens en cirkels voor meisjes)
Op basis van deze procedure is aan de Vrije Universiteit Amsterdam in 2016 de PestPlotter ontwikkeld voor de Nederlandse onderwijspraktijk. De PestPlotter is door leesvaardigheidsvereisten van deelnemers geschikt voor de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Bovendien maakt het ontwikkelingsniveau van leerlingen in de onderbouw van het basisonderwijs een complexer pestrollenonderscheid minder goed mogelijk. De PestPlotter onderscheid zich van andere inventarisatiemethodes voor de sociale klassendynamiek door leerkrachten een totaalbeeld te geven van: (1) klassenfrequenties van alle verschillende pestrollen en pestgerelateerd gedrag, (2) de unieke klassendynamiek gebaseerd op deze pestrollen met behulp van sociale netwerken (zie figuur 1) en (3) de sociometrische klassenpositie van leerlingen met behulp van een sociogram (wie zijn aardig en/of populair?). Op basis van deze informatie wordt de bredere sociale dynamiek in je klas visueel inzichtelijk. Je krijgt actuele informatie op maat over je klassendynamiek.