1 minute read

Examentraining

Gebruik: bron 1. 2p 1 Was er in Haarlem tussen 1860 en 1910 sprake van industrialisatie? Verklaar je antwoord. Doe het zo: Er was in Haarlem (kies uit: wel / geen) sprake van industrialisatie, want … (geef een verklaring).

3p 2 Drie uitspraken over een verbod op kinderarbeid: 1 ‘Als de overheid kinderarbeid verbiedt, is er minder vrijheid voor fabrikanten (die dan geen kinderen meer mogen inhuren) en dat is verkeerd.’ 2 ‘Volgens de Bijbel moeten mensen opkomen voor zwakkeren in de samenleving. Daarom willen we een verbod op kinderarbeid.’ 3 ‘Kinderarbeid is vreselijk, maar een verbod zou sommige van onze aanhangers een nieuw probleem geven: zij hebben het geld dat de kinderen verdienen, hard nodig.’

Vier groepen: confessionelen, feministen, socialisten, liberalen. Geef per uitspraak aan welke groep daarbij hoort. Let op! Elke groep mag maar één keer worden gebruikt. Er blijft één groep over. Doe het zo: Bij uitspraak 1 horen de … (vul groep in). Bij uitspraak 2 horen de … (vul groep in). Bij uitspraak 3 horen de … (vul groep in).

Gebruik: bron 2. 2p 3 Vier begrippen: communisme, districtenstelsel, verzuiling, constitutionele monarchie. Maak de zin af. Dit vaandel past bij het best bij … (kies begrip), omdat … (geef uitleg).

Gebruik: bron 3. 1p 4 Hoe heet de politicus die deze brief geschreven heeft?

Gebruik nogmaals bron 3. 1p 5 De bron gaat over een wijziging van de grondwet. Welke wijziging stond in deze grondwet? Kies het juiste antwoord. A Voortaan is er algemeen mannenkiesrecht. B Voortaan wordt er gestemd via evenredige vertegenwoordiging. C Voortaan is de koning onschendbaar. D Voortaan hebben vrouwen passief kiesrecht.

2.000 kW

1.500

1.000

500

0 1860 1870 1880 1890 1900 1910 jaar

De hoeveelheid energie die stoommachines in fabrieken in Haarlem leverden.

bron 2 bron 2

Vaandel (vlag) van trein- en trampersoneel uit Gouda. ‘R.K.’ betekent rooms-katholiek.

bron 3

Een politicus schrijft aan zijn vrouw (12 april 1848): “Mijn lieve vrouw! Ik heb gisteravond het nieuwe ontwerp voor een wijziging van de grondwet opgesteld. Het ontwerp wordt nu gedrukt en morgen moet ik dat misschien nog aanpassen. Daarna zal ik het ontwerp aan de koning geven.”