9 minute read

1.1 Biologie, wat heb je eraan?

Aan het eind van deze paragraaf kun je: • • • • uitleggen waar biologie over gaat. uitleggen welke onderwerpen in je eigen leven met biologie te maken hebben. uitleggen hoe biologie samenhangt met andere vakken. uitleggen waarom biologisch onderzoek voor jouw leven belangrijk is.

STARTOPDRACHT

1 Jouw idee over biologie

Alle woorden hieronder hebben te maken met biologie. Welke woorden horen volgens jou bij elkaar?

Maak combinaties met de volgende woorden: beweging - dier - klimaat - landbouw - leven - mens - plant - voedsel - ziekte

Vergelijk je combinaties met die van een klasgenoot.

Je mag zoveel combinaties maken als je wilt (er is dus niet één goed antwoord per combinatie). Leg aan elkaar uit waarom jij deze woorden bij elkaar vindt horen.

© Shutterstock / Panumas Yanuthai

THEORIE

Je hele leven is biologie

Je bent eigenlijk je hele leven bezig met biologie, vaak zonder dat je het doorhebt. Je bent ermee bezig als je een plant water geeft of de hond uitlaat. Je bent zelfs met biologie bezig als je naar school fi etst (zie fi guur 1). Sterker nog: voor je geboorte ging het al over biologie. Het vak biologie gaat namelijk over leven. Bij het vak biologie bestudeer je alles wat met leven te maken heeft. Als je meer over biologie weet, kijk je bewuster naar je eigen leven en alles wat om je heen leeft.

© ANP / David Rozing

Figuur 1 Je bent zelfs met biologie bezig als je naar school fi etst.

Een wereld vol leven

Je leeft in een wereld met heel veel verschillende soorten levende wezens. Van planten, dieren en mensen tot schimmels en bacteriën. Er is een enorme verscheidenheid aan levende wezens. Van potvissen die meer dan 40.000 kilo kunnen wegen tot micro-organismen die je alleen met een hele goede microscoop kunt zien. Er zijn bontgekleurde dieren, zoals de ijsvogel met zijn prachtige, opvallende veren. Maar je hebt ook dieren die hun best doen om juist niet op te vallen, zoals het groentje: een vlinder die je bijna niet ziet tussen groene bladeren. En dan zijn er ook nog dieren die hun kleuren aanpassen aan de omgeving. Bijvoorbeeld de kameleonspin die van geel naar wit en omgekeerd kan verkleuren (zie figuur 2).

© Shutterstock / Super Prin © Shutterstock / Marek Mierzejewsk

© Shutterstock / Jordon Sharp

Figuur 2 Een ijsvogel, een groentje en de kameleonspin op verschillende bloemen

© Shutterstock / Karolsejnova

Al die levende wezens hebben een eigen plaats om te leven. Sommige dieren leven vooral in de lucht, zoals vogels en vleermuizen. Andere leven in water, zoals orka’s, sponzen en algen. Er zijn ook dieren en planten die op het land leven, zoals kamelen en klaprozen.

In leven blijven

Bij het vak biologie kom je veel te weten over levende wezens, hoe zij leven tussen al die andere levende wezens, hoe zij zich voortplanten en hoe zij hun best doen om in leven te blijven.

Elk levend wezen is afhankelijk van zijn lichaam. Daarom onderzoek je bij biologie hoe het lichaam in elkaar zit en hoe het werkt. Als je dit weet, kun je begrijpen wat het lichaam nodig heeft om gezond te blijven. Je leert welke effecten voeding en bewegen hebben op het lichaam en hoe het lichaam zichzelf beschermt tegen beschadiging en ziekte.

Een levend wezen kan alleen in leven blijven in de juiste omgeving. Dit noem je zijn leefomgeving (of milieu). Ook voor jou is de leefomgeving van levensbelang. Het mag om je heen bijvoorbeeld niet te warm of te koud zijn. En er moet voldoende water en voedsel zijn. Een mens kan slechts drie tot vier dagen overleven zonder water en drie weken zonder voedsel.

Mensen hebben hun leefomgeving aangepast om te overleven. Je woont misschien in een goed geïsoleerd huis met verwarming. Je kleren beschermen je tegen kou of juist tegen felle zon. Om voldoende voedsel te hebben zijn mensen gewassen gaan verbouwen en dieren gaan fokken. Tegenwoordig is er op grote schaal landbouw en veeteelt.

De leefomgeving bepaalt dus of je kunt overleven én hoe je dat doet. Bij biologie onderzoek je daarom niet alleen het levende wezen zelf, maar ook zijn leefomgeving.

© Shutterstock / Davdeka Figuur 3 Je huid beschermt je lichaam.

De natuur bestuderen

Biologie, natuurkunde en scheikunde zijn drie natuurwetenschappen. Ook aardrijkskunde valt daar soms onder. Bij deze vakken bestudeer je verschijnselen van de natuur. Wat is eigenlijk het verschil tussen deze vakken?

Bij het vak biologie leer je vooral over de levende natuur. Je verdiept je in levende wezens, in welke omgeving ze leven en hoe ze leven. Bij natuurkunde verdiep je je in de natuurwetten. Je leert bijvoorbeeld over zwaartekracht en geluidsgolven. Bij scheikunde leer je hoe stoffen zijn opgebouwd en hoe ze met elkaar reageren. En bij aardrijkskunde leer je onder andere over het klimaat en de bodem. Bij deze drie vakken gaat het dus over de niet-levende natuur.

Elk van deze vakken heeft kennis uit de andere vakken nodig, want de levende en de niet-levende natuur zijn sterk met elkaar verbonden. Je leert bij biologie bijvoorbeeld hoe levende wezens op warmte en droogte reageren en welke invloed zwaartekracht heeft op de groei (= natuurkunde). Ook leer je bij biologie hoe speeksel in je mond reageert met zetmeel uit een stukje brood (= scheikunde) en welke planten en dieren leven in een gebied met een zeeklimaat (= aardrijkskunde).

© EMS

Figuur 4 Bij biologie verdiep je je in levende wezens, ook in hun gedrag.

Onderzoek door biologen

In je dagelijks leven kom je regelmatig ontdekkingen tegen die door biologen gedaan zijn. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de frietjes die jij eet zo lekker zijn? Onderzoekers gebruiken hun biologische kennis om uit te vinden welke aardappels de beste zijn om friet mee te bakken en hoe ze knapperig worden in plantaardige olie.

Biologen doen ook onderzoek naar medicijnen. Je hebt dus voordeel van het werk van biologen wanneer je een paracetamol inneemt tegen hoofdpijn. Of wanneer je een vaccinatie krijgt tegen een ziekte, zoals het coronavirus of HPV (zie figuur 5).

Er zijn veel verschillende soorten biologen en andere professionals met biologische kennis. Ze voeren allemaal andere onderzoeken uit, zoals DNA-onderzoek of onderzoek naar virussen. Ook is er biologische kennis nodig bij onderzoeken naar bijvoorbeeld de invloed van klimaatverandering of de effecten van giftige stoffen op levende wezens.

© ANP / Koen van Weel Figuur 5 Dankzij biologisch onderzoek is er vaccinatie tegen HPV.

WIST JE DAT?

Insecten

In 2050 zijn er naar schatting 10 miljard mensen op de wereld. Die mensen moeten allemaal eten om in leven te blijven. Maar is er dan wel voldoende voedsel op aarde? Biologen over de hele wereld houden zich hiermee bezig. Medewerkers van Wageningen University & Research onderzoeken hoe je insecten als meelwormen en sprinkhanen kunt gebruiken als voedsel. Hier zitten veel voordelen aan. Insecten stoten veel minder broeikasgassen uit dan het vee dat we nu eten. Ze planten zich snel voort en hun vlees is net zo voedzaam als dat van koeien of varkens. Maar hoe zorg je ervoor dat mensen een broodje sprinkhaan gaan bestellen?

© Shutterstock / nicemyphoto

Gefrituurde meelwormen zijn in Thailand een heel gewone snack.

OPDRACHTEN

2 Het vak biologie

In deze opdracht denk je na over het vak biologie.

a Waar gaat het vak biologie over?

b Doe deze opdracht met een klasgenoot. Blader door de hoofdstukken van Vivo.

Praat samen over de volgende vragen.

• • Welke onderwerpen lijken je interessant om over te leren? Waarom? Welke vragen komen in je op als je naar de hoofdstukken van Vivo kijkt?

3 Verscheidenheid

Er zijn heel veel verschillende soorten levende wezens op deze wereld.

Maak een mindmap over de verscheidenheid in levende wezens op aarde.

Denk hierbij aan grote, kleine, opvallende en gecamoufleerde wezens. Denk ook aan de wezens in het water, op het land, in de lucht en in de grond. En vergeet niet dat planten ook levende wezens zijn.

verscheidenheid in levende wezens op aarde

4 Wat is leven?

Biologie gaat over leven. Wat is leven eigenlijk precies? In deze opdracht bespreek je dit met je klasgenoten. Bekijk de foto en lees de tekst over het robothondje Aibo.

Sony’s robothond Aibo beweegt op een natuurlijke manier. Hij eet en hij loopt, net als een echte hond. Aibo kan met kunstmatige intelligentie zelfs leren van zijn baasje en een eigen karakter ontwikkelen. De robothond ontwikkelt zich op basis van hoe zijn baasje hem beloont, aait of straft. Hij leert je ook herkennen en gaat zelf terug naar zijn oplaadmandje.

Aibo de robothond

Bespreek in tweetallen de stelling: “Aibo is een levend wezen”. • • • Bedenk zoveel mogelijk argumenten vóór en tegen de stelling. Probeer elkaar te overtuigen. Wat is jullie conclusie?

© Getty Images / NurPhoto / Oleksa

5 Biologie in jouw leven

a Kijk eens uit het raam. Wat zie je buiten gebeuren dat te maken heeft met het vak biologie?

b Kijk eens rond in het klaslokaal. Wat zie je binnen gebeuren dat te maken heeft met

het vak biologie?

6 Verbanden: biologie en andere vakken

Biologie is een natuurwetenschap. Het vak hangt samen met andere natuurwetenschappen, zoals natuurkunde en scheikunde, en ook met aardrijkskunde. In deze opdracht benoem je de overeenkomsten en verschillen tussen biologie en de andere vakken.

Met cirkels kun je verschillen en overeenkomsten weergeven.

Tip: Je mag internet gebruiken.

Pak drie vellen papier. Teken op elk vel twee overlappende cirkels zoals in het voorbeeld.

Schrijf in het overlappende deel de woorden die met beide vakken te maken hebben. Schrijf in de buitenste gedeeltes wat de verschillen zijn tussen de twee vakken. Doe dit voor de volgende vakken:

• • • biologie en natuurkunde biologie en scheikunde biologie en aardrijkskunde

7 Biologie in andere beroepen

Je hoeft geen bioloog te zijn om met biologie te maken te krijgen. In andere beroepen kun je ook te maken hebben met biologie. Lees de profielen.

Karsu Dönmez is een bekende zangeres, pianiste en televisiekok. Haar gerechten komen vooral uit de Turkse keuken.

Bertie Steur heeft een akkerbouwbedrijf in Zeeland. Ze verbouwt daar onder andere tarwe, vlas, graszaad, chicorei en suikerbieten. Ook lopen er varkens, kippen en paarden op haar boerderij.

Diederik Gommers is arts in het Erasmus-ziekenhuis. Hij behandelt daar patiënten op de intensive care. Tijdens de coronacrisis lichtte hij mensen voor over het coronavirus en over wat hij zag op de intensive care.

Hanne Tersmette is boswachter. Via social media neemt ze kijkers mee in haar werk. Ze maakt video’s over bijvoorbeeld het spotten van ijsvogels en het helpen van insecten. Ook laat ze zien wat er uniek is aan natuurgebieden in Nederland, zoals Dwingelderveld.

Omschrijf voor ieder beroep welke biologische kennis diegene (nodig) heeft.

AFSLUITING

8 Biologie, wat heb je eraan?

De grote vraag van dit hoofdstuk is: ‘Biologie, wat heb je eraan?’

Wat is jouw antwoord op deze vraag?

Gebruik in je antwoord de informatie van deze paragraaf.