Bijbel als basis
2 vmbo-t havo vwo
2 vmbo-t havo vwo
Pauline Buit
Erica Kemperman
Geertje Plug
Irene Prins-Munting
Jante Rittersma (eindredactie)
2 VMBO-T/HAVO/VWOBijbel als basis is een lesmethode voor het vak godsdienst en levensbeschouwing in de klassen 1, 2 en 3 havo/vwo en klas 1, 2, 3 en 4 vmbo.
Bijbel als basis laat leerlingen nadenken over levensbeschouwelijke thema’s, zodat ze op basis van de Bijbel een zinvol leven kunnen leven.
Dit boek is onderdeel van het LRN-line-pakket Bijbel als basis met ISBN 978 90 06 33156 1
Vormgeving: Reclamers, Tom Lamers, Veghel
Omslag: Voorgrond: Shutterstock / Kartinkin77, achtergrond: Rijksmuseum Amsterdam, Farao’s dochter vindt Mozes, schilder: Johannes Voorhout
Illustraties: Josje van koppen, Rotterdam; Cartogafie: EMK, Deventer
Opmaak: Crius, Hulshout
Dyslexie
In de opmaak hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met dyslectische leerlingen.
Over ThiemeMeulenhoff
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt slimme flexibele leeroplossingen met een persoonlijke aanpak. Voor elk niveau en elke manier van leren. Want niemand is hetzelfde.
We combineren onze kennis van content, leerontwerp en technologie, met onze energie voor vernieuwing. Om met en voor onderwijsprofessionals grenzen te verleggen. Zo zijn we samen de motor voor verandering in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs.
Samen leren vernieuwen.
www.thiememeulenhoff.nl
ISBN 978 90 06 33166 0
LRN-line editie (tweede druk), eerste oplage, 2023
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2023
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Beste leerling,
Voor je ligt het boek Bijbel als basis 2 vmbo-t/havo/vwo. Dit boek laat je nadenken over levensbeschouwelijke onderwerpen. Dit gebeurt aan de hand van het Oude Testament in de Bijbel.
Een hoofdstuk bestaat altijd uit dezelfde onderdelen. Op de eerste bladzijde staat een inleiding op het onderwerp van het hoofdstuk. Hier staan ook de leerdoelen voor het hele hoofdstuk.
Iedere paragraaf begint met de leerdoelen voor de paragraaf. Daarna is er een Om te beginnen-opdracht. Dat is een opdracht waarin je nadenkt over wat het thema van het hoofdstuk voor jou betekent. Of het is een opdracht waarmee je bekijkt wat je al weet over het onderwerp.
De meeste paragrafen sluiten af met een Leef je in-opdracht. Je gaat dan het geleerde uit de paragraaf toepassen.
Ieder hoofdstuk eindigt met de paragraaf Tot slot. In deze paragraaf kun je meestal digitaal een samenvattende opdracht maken. Door middel van een QR-code kun je een overzicht met de begrippen bij het hoofdstuk downloaden.
Deze paragraaf eindigt altijd met een grotere opdracht waarin je met de stof uit het hele hoofdstuk aan de slag gaat. In dit boek staan ook pictogrammen.
Doe de opdracht met een medeleerling.
Doe de opdracht in een groepje.
Doe de opdracht met de klas.
Gebruik internet.
Denk na over wat dit voor jou betekent.
Een uitdagende opdracht.
Dit boek kun je samen met de digitale leeromgeving gebruiken in de les. Dit boek is van jou persoonlijk, dus je mag er aantekeningen in maken. Na dit schooljaar mag je het boek houden. Het is ook een persoonlijk document dat weergeeft hoe je op dit moment tegen bepaalde levensbeschouwelijke thema’s aankijkt.
Wij wensen je veel succes en plezier met dit deel van Bijbel als basis.
Dit deel van Bijbel als Basis gaat over het Oude Testament. Het gaat over het begin van alles dat lang geleden is opgeschreven. Om de verhalen, gedichten en profetieën te begrijpen, moet je iets weten over hoe de wereld er toen uitzag en wat de mensen belangrijk vonden. Toch blijft het moeilijk voor mensen in onze tijd en onze cultuur om te begrijpen wat er precies bedoeld werd. De Bijbel geeft niet overal antwoord op, maar je kunt ontdekken wie God is en hoe Hij de wereld heeft bedoeld. Dat kan je helpen om antwoord te vinden op jouw vragen.
In dit hoofdstuk leer je:
• hoe het Oude Testament en het Nieuwe Testament samenhangen;
• dat de Bijbel een verzameling is van verschillende soorten boeken;
• in welke context de verhalen van het Oude Testament zich afspelen;
• over de belangrijkste tijdvakken van het Oude Testament;
• over de omgeving en het klimaat waarin de mensen in de tijd van de Bijbel leefden;
• dat de Bijbel over God gaat en dat je Hem daardoor leert kennen;
• dat je antwoorden kunt ontdekken voor jezelf in hoe God de wereld heeft bedoeld;
• wat de hoofdlijn van de verhalen in het Oude Testament is;
• hoe de Bijbel is verweven met onze eigen context.
• hoe het Oude Testament en het Nieuwe Testament samenhangen;
• dat de Bijbel een verzameling is van verschillende soorten boeken.
Je gaat een stukje tekst voorlezen aan je groepje. De anderen moeten raden wat voor soort tekst het is.
Werk in een groepje van vier.
Pak je telefoon en zoek een stuk tekst dat je wilt voorlezen.
• Maak het de anderen niet te makkelijk. Kies een website, bijvoorbeeld een webshop, een gedicht, dagdicht, nieuwsbericht, De Speld, …
• Lees om de beurt een stukje voor.
Noteer wat je hebt voorgelezen en wat werd geraden.
Voorgelezen:
Geraden:
In deel 1 van Bijbel als Basis ging het over het Nieuwe Testament. Dit deel gaat over het Oude Testament. Het Nieuwe Testament gaat vooral over Jezus. Hij is de Messias die in het Oude Testament beloofd wordt.
Wat weet jij al van het Oude Testament? Waar of niet waar?
1 39 van de 66 Bijbelboeken horen bij het Oude Testament.
2 Het Oude Testament bestaat uit vijf delen.
3 Het eerste deel van het Oude Testament heet: Wijsheid van Mozes.
4 De Bijbel is een geschiedenisboek.
5 De oudste geschreven Bijbeltekst die is gevonden komt uit de 7e eeuw voor Christus.
6 De Joden gebruiken het Oude Testament ook als heilig boek.
7 Het heilige boek van de Joden heet de Tora.
8 Het Oude Testament werd geschreven in het Grieks.
9 De Bijbel bestond lange tijd uit boekrollen die werden voorgelezen.
10 De eerste Bijbel in het Nederlands, de Statenvertaling, kwam op de markt in 1637.
waar niet waar
De Bijbel begint met de geschiedenis van het volk Israël. In de vijf boeken van Mozes lees je over het ontstaan van de aarde en het volk Israël. Daarna volgen de historische boeken. Het boek Jozua vertelt hoe het volk het beloofde land Kanaän intrekt. In de boeken Rechters, Ruth, Samuël, Koningen en Kronieken kun je lezen hoe het volk steeds in de problemen komt en uiteindelijk wordt weggevoerd naar Babel.
Lange tijd werden de verhalen doorverteld. Delen ervan werden ook opgeschreven in boekrollen, zoals de wetten. Pas vanaf ongeveer 600 voor Christus zijn de geschiedenisverhalen zoals ze in de Bijbel staan opgeschreven. De schrijvers zitten dan met hun volksgenoten in Babylon. Ze weten dan al dat het verhaal van hun volk eindigt ver weg van hun eigen land.
In de geschiedenisboeken van Ezra en Nehemia gaat het over de terugkeer van een deel van het volk Israël naar Kanaän. Rond die tijd wordt ook het boek Ester geschreven, dat gaat over haar leven in ballingschap.
De manier van schrijven is anders dan de geschiedenisboeken die nu geschreven worden. De schrijvers willen hun lezers door de verhalen leren hoe ze goed moeten leven.
Wie schreef de boeken van Mozes?
Volgens de overlevering heeft Mozes de eerste vijf boeken van de Bijbel geschreven. Het kan ook zijn dat de geschiedenis en het onderwijs van Mozes pas later zijn opgeschreven.
Naast de historische boeken staan er poëtische boeken en profetische boeken in het Oude Testament.
De poëtische boeken zijn Psalmen, Hooglied en de wijsheidsboeken Job, Spreuken en Prediker. De schrijvers gebruiken verschillende dichtvormen en beeldspraak om te beschrijven wat leven met God betekent. De uitspraken in de wijsheidsboeken zijn bedoeld om de lezers inzicht te geven en te leren hoe ze goed kunnen leven.
Je ziet in de Bijbel vooral aan de opmaak van poëtische boeken dat het poëzie is. Dat komt omdat de poëzie is vertaald en in het Hebreeuws andere vormen voor poëzie worden gebruikt dan in het Nederlands.
Aan het eind van het Oude Testament staan de profetische boeken. Elk boek heet naar de schrijver, de profeet. Via de profeten laat God zijn volk weten wat Hij belooft en wat Hij van hen verwacht. Vaak waarschuwen de profeten het volk, omdat ze geen rekening met God houden.
Vul de ontbrekende Bijbelboeken in.
boeken van Mozes
Exodus
Leviticus
Numeri
historische boeken
Jozua
Ruth
1 en 2 Koningen
poëtische boeken
Job
Hooglied
profetische boeken
grote profeten kleine profeten
Hosea
Jeremia (Klaagliederen) Joël
Ezra
Ester
Daniël
Obadja
Jona
Nahum
Habakuk
Sefanja
Haggai
Zacharia
a Verbind de Bijbeltekst met de juiste boeksoort.
‘Ook Set kreeg een zoon, die hij Enos noemde. In die tijd begon men de naam van de HEER aan te roepen.’
‘Erger je niet aan slechte mensen, wees niet jaloers op wie kwaad doen, zij verdorren snel als gras, zij verwelken als het jonge groen.’
‘Voordat de dag van de HEER aanbreekt, die groot is en ontzagwekkend, stuur Ik jullie de profeet Elia en hij zal ervoor zorgen dat ouders zich verzoenen met hun kinderen en kinderen zich verzoenen met hun ouders. Anders zou Ik het land volledig moeten vernietigen.’
b Waarom lees je de ene Bijbeltekst anders dan de andere?
• • poëtisch boek
• • profetisch boek
• • historisch boek
c ‘Ik ben als een uil in de woestijn, een steenuil in een verlaten bouwval. Slaap ken ik niet, ik ben eenzaam als een vogel op het dak.’
Hoe lees je deze tekst? Leg uit waarom.
d Staan er poëtische boeken in het Nieuwe Testament?
Licht je antwoord toe.
a Zoek op internet een mooie Bijbeltekst. Noteer de tekst die je hebt gekozen.
b Schrijf kort op waarom je deze tekst hebt gekozen.
c Maak een groepje van vier.
Lees om de beurt de gekozen tekst voor en vertel waarom je het een mooie tekst vindt.
d Zoek de tekst die jij hebt gekozen op in de Bijbel.
Hoe denk je dat de schrijver deze tekst bedoeld heeft?
e Vind je dat jouw uitleg van de Bijbeltekst klopt met hoe de tekst bedoeld is?
Leg je antwoord uit.
• in welke context de verhalen van het Oude Testament zich afspelen;
• over de belangrijkste tijdvakken van het Oude Testament;
• over de omgeving en het klimaat waarin de mensen in de tijd van de Bijbel leefden.
Als je iemand voor het eerst ontmoet, wil je graag weten met wie je te maken hebt. Wat is het voor persoon? Om daar snel achter te kunnen komen, vragen oudere mensen in dorpen graag: Van wie ben jij er één? Er zitten heel veel vragen achter die vraag, zoals wie je ouders zijn, welk beroep ze hebben, waar je woont en wie je voorouders zijn.
a Wie zijn jouw ouders?
b Welk beroep hebben je ouders?
c Waar woon je?
d Uit welke familie(s) kom jij?
e Denk terug aan de antwoorden die je hebt genoteerd.
Wat zegt deze informatie over jou?
f Maak groepjes van vier.
Deel de informatie die je over jezelf hebt genoteerd.
Leren jullie elkaar beter kennen door deze informatie?
De verhalen in het Oude Testament gaan over gewone mensen die op allerlei manieren en onder allerlei omstandigheden God leren kennen. Als je de verhalen leest, ontdek je hoe God is en hoe Hij met mensen om wil gaan.
Om de verhalen te begrijpen, moet je iets weten over de context. De context is het verband, het grotere plaatje, waarbinnen de verhalen spelen. Een voorbeeld: Een man zegt tegen zijn bezoek: ‘Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen'. (Genesis 18:4) Wie zegt er nou tegen zijn gasten dat ze hun voeten moeten wassen? Bij ons zou dat inderdaad vreemd zijn, maar in de tijd van de Bijbel liepen mensen met open sandalen over droge, stoffige wegen. Daar krijg je behoorlijk vieze voeten van. Hoe smerig en ongemakkelijk zou het zijn om zo over iemands tapijt te lopen! Het is dan juist heel gastvrij om water aan te bieden om voeten te wassen.
Voor een goed beeld van de context heb je informatie nodig over hoe de wereld er toen uitzag. Denk daarbij aan de tijd waarin de verhalen spelen, de schrijver, de bedoeling van de schrijver, de personen in het verhaal, de eerste lezers. Zelfs als je dat allemaal onderzoekt, kan het nog lastig zijn om te begrijpen hoe de mensen toen dachten. Soms geeft de Bijbel daar zelf ook informatie over, bijvoorbeeld als het op meerdere plekken over hetzelfde onderwerp gaat.
De schepping
De aartsvaders
Nomaden in de woestijn
De wet
Koning
De ark van Noach
aartsvaders rechters Israël in Egypte
Babylonische Rijk
± 2000 v. Chr Abraham
Schepping ± 1900 v. Chr Isaak
Noach en de zondvloed
Toren van Babel
± 1850 v. Chr Jakob
± 1800 v. Chr Jozef
tussen 1470 en 1250 v. Chr Uittocht uit Egypte onderleiding van Mozes
±
tussen 1400 en 1200 v. Chr Intocht in Kanaän onder leiding van Jozua
± 1100 v. Samuël
Koning David
Scheuring van het rijk
Ahasveros
Babylonische ballingschap
Tijd van waarschuwingen
Jeremia
Geboorte van Jezus
Pinksteren
De tempel van Salomo
± 1025 v. Chr
Saul
± 1010 v. Chr
David
Salomo v. Chr
± 970 v. Chr
Samuël
Romeinse Rijk Assyrische Rijk
Jesaja Elia
Elisa
Amos
± 722 v. Chr
Wegvoering Israël
Perzische Rijk Griekse Rijk
± 930 v. Chr
Scheuring van het rijk
Jeremia
Ezechiël
± 602, 597 en 587 v. Chr Wegvoering van Juda
± 538 v. Chr Terugkeer onder Cyrus
± 458 v. Chr
Tweede groep
komt terug met Ezra
± 445 v. Chr
Derde groep komt terug met Nehemia
± 0 Geboorte van Jezus
Testament is een ander woord voor verbond. In het Oude Testament sluit God een verbond met het volk Israël. In het Nieuwe Testament wordt dat verbond door het offer van Jezus vernieuwd en uitgebreid naar alle volken.
Bekijk de tijdbalk en beantwoord de vragen.
a Wanneer vond de zondvloed plaats?
b Hoe heet de periode voor de periode van de koningen?
c Wat was het machtigste rijk in de tijd van koning Hizkia?
d Wat gebeurt er met het volk Israël na koning Salomo?
e Welke profeet was betrokken bij de herbouw van Jeruzalem en de tempel?
Aan het begin van de tijdbalk staan geen jaartallen. Afhankelijk van hun wereldbeeld geven mensen een ander antwoord op de vraag wanneer de schepping en evolutie hebben plaatsgevonden.
a Bespreek met elkaar de vragen. Wanneer was het begin?
• Welk antwoord zou een theoloog geven op deze vraag?
• Welk antwoord zou een natuurkundige of bioloog geven?
• Welk antwoord zou een Neerlandicus geven?
Noteer kort wat er is besproken.
b Is het voor jou belangrijk om precies te weten wanneer de schepping plaatsvond?
Licht je antwoord toe.
Je kunt op verschillende plekken in de Bijbel lezen over de zorg voor kwetsbare mensen, zoals weduwen, kinderen zonder vader en vreemdelingen. In de teksten die je hierover gaat lezen, ontdek je dat de Bijbel steeds dezelfde boodschap heeft.
a Lees Psalm 82:3-4.
Wat is volgens de dichter de ideale situatie?
b Lees Jesaja 58:7.
Wat is de oproep van de profeet?
c Lees Leviticus 19:9 en 10.
Over welke regel gaat de tekst?
d Lees Deuteronomium 15:10 en 11.
Welke houding is volgens de schrijver belangrijk?
e Je hebt op verschillende plekken in de Bijbel gelezen over zorg voor kwetsbare mensen.
Wat is volgens jou de boodschap van de Bijbel over dit onderwerp?
f Lees Ruth 2:5-10.
Waarom is dit een goed voorbeeld van de zorg voor armen?
Noem twee redenen.
De verhalen van het Oude Testament spelen zich af in het gebied van Egypte tot Mesopotamië. Mesopotamië komt grotendeels overeen met het huidige Irak, maar bevat ook delen van Syrië, Turkije en Iran. Verder liggen het huidige Libanon, Jordanië, Palestina en Israël in het gebied. Al zolang men weet, loopt een karavaanroute van Mesopotamië naar Egypte.
In het gebied heerst een droog klimaat. Het landschap bestaat voornamelijk uit graslanden en woestijn. Langs de Middellandse Zeekust is het landschap en klimaat afwisselender. Er zijn maar een paar grote rivieren in het gebied: de Nijl, de Eufraat, de Tigris en de Jordaan. Langs de rivieren is de grond vruchtbaar. In het binnenland werd water voor de landbouw en drinkwater voor mensen en dieren uit bronnen gehaald.
Mesopotamië, ook wel Tweestromenland, ligt rond de twee grote rivieren de Eufraat en de Tigris. Het noordelijke deel van Mesopotamië wordt vaak Assyrië genoemd, het zuidelijke deel Babylonië.
Het Oude Testament 1
Zet de namen op de juiste plaats.
Zoek op internet of in een atlas op waar de landen, plaatsen en rivieren liggen.
Kies uit: Egypte - Eufraat - Israël - Jordaan - Mesopotamië - Nijl - Syrische woestijn - Tigris.
Denk aan:
• de tijd, hoe het schoolleven van vandaag eruitziet;
• de omgeving, welke invloed de omgeving heeft op wat je doet;
• hoe goed je je klasgenoten kent, hoe je met elkaar omgaat en welke dingen je samendoet.
b Maak een groepje van vier. Bedenk samen een korte scène waarin een gebrek aan informatie over de context op school leidt tot een misverstand.
Gebruik de volgende elementen:
• De scène speelt zich af op school.
• Eén speler mist informatie, die de andere spelers (en de kijkers) wel hebben.
• De ene speler trekt de verkeerde conclusie, dat zorgt voor een (grappig) misverstand.
• Een oplossing voor het misverstand.
Speel de scène voor de klas.
TIP Speel bijvoorbeeld een scène, waarin een docent niet weet dat er instructie gegeven moet worden, of waarin een klasgenoot informatie mist over hoe je je gedraagt in saaie lessen.
Je leert:
• dat de Bijbel over God gaat en dat je Hem daardoor leert kennen;
• dat je antwoorden kunt ontdekken voor jezelf in hoe God de wereld heeft bedoeld.
a Met welk dier ben jij goed te vergelijken?
Leg ook uit waarom.
b Met welk fruit ben jij goed te vergelijken?
Leg ook uit waarom.
c Welke kleur past goed bij jou?
Leg ook uit waarom.
d Welke sport past goed bij jou?
Leg ook uit waarom.
e Wat zou het ergste zijn om te horen, dat je dom, saai, lui, gierig of lelijk bent?
Leg ook uit waarom.
f In de antwoorden die je hebt genoteerd staan verschillende eigenschappen van jou. Je
krijgt een beetje een beeld van hoe jij in elkaar zit.
Wat mis je nog?
Noteer dat.
g Werk samen met een klasgenoot.
Deel je eigenschappen met je klasgenoot.
Weet je klasgenoot nog nieuwe of andere eigenschappen van jou?
Noteer deze.
We leven niet alleen in een andere tijd en omgeving, ook onze cultuur en manier van denken is anders. Het lezen van de Bijbel roept daarom vragen op. Die vragen hebben vaak te maken met de kloof tussen ons wereldbeeld en het wereldbeeld van de schrijvers van de Bijbel.
In onze tijd speelt wetenschap een belangrijke rol. We onderzoeken graag dingen en proberen patronen te ontdekken om de werkelijkheid te begrijpen en te beïnvloeden. Deze manier van kijken past niet bij de Bijbel. Je kunt van God niet een model of formule ontdekken. Je kunt de Bijbel dan ook niet lezen als een wetenschappelijk boek.
De Bijbel gaat over God: God die alles heeft gemaakt en ervan houdt. Als je de Bijbel leest, ontdek je wat God belangrijk vindt. Zo vind je vaak toch een antwoord op je vragen als je naar het karakter van de Bijbel kijkt. Iedereen begrijpt dat de Bijbel geen antwoord geeft over wat je op social media zet, maar de Bijbel is wel duidelijk over hoe je op een goede manier met elkaar omgaat.
a Lees deze Bijbelteksten over de aarde.
1 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. (Exodus 20:4)
2 Hij brengt bijeen wie uit Israël verdreven waren, de vluchtelingen uit Juda brengt Hij samen, van de vier uiteinden van de aarde. (Jesaja 11:12)
3 U hebt de aarde op pijlers vastgezet, tot in eeuwigheid wankelt zij niet. (Psalm 104:5)
Welk beeld roepen deze Bijbelteksten bij jou op?
Maak voor jezelf een beeld in je hoofd. Beschrijf of teken wat je voor je ziet.
b Werk in een groepje van vier. Hoe kan het dat de Bijbel dit beeld over de aarde geeft? Geef drie redenen.
c Je hebt ervaren dat je Bijbelteksten beter begrijpt als je het wereldbeeld van toen weet. Ga je de Bijbel hierdoor anders lezen?
Als je in de Bijbel geen letterlijk antwoord vindt op je vraag, kun je kijken naar het karakter van een tekst.
a ‘Wie zijn medemens kleineert, heeft geen verstand, iemand met inzicht zwijgt.’ (Spreuken 11:12)
Schrijf in je eigen woorden op waar de tekst over gaat.
b ‘Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’ (1 Samuël 16:7)
Schrijf in je eigen woorden op waar de tekst over gaat.
c Welke aanwijzingen kun je uit de gelezen teksten halen voor gedrag op social media?
De Bijbel gaat over God. God wil dat de mensen Hem leren kennen. In de Bijbel wordt God bijvoorbeeld vergeleken met dieren, zodat de mensen kunnen begrijpen hoe Hij is.
a Lees Deuteronomium 32:11.
Op welke manier lijkt God op het dier in deze tekst?
Zoals een ,
b Lees Matteüs 23:37.
Op welke manier lijkt God op het dier in deze tekst?
Zoals een ,
c Lees Jesaja 31:4.
Op welke manier lijkt God op het dier in deze tekst?
Zoals een ,
d Wat leer je uit deze teksten over het karakter van God?
e Bedenk zelf een vergelijking van God met een dier.
Zoals een ,
In een karikatuur worden eigenschappen vergroot en verkleind. Teken een karikatuur van jezelf.
Doe het zo:
• Teken een groot hoofd. Maak kenmerkende eigenschappen groter. Overdrijf! Maak minder opvallende kenmerken kleiner of laat ze weg.
• Teken een klein lichaam. Maak hier kenmerkende eigenschappen groter en kies kleding die bij jou past.
• Vul de tekening aan met voorwerpen die nog duidelijker maken dat het om jou gaat.
• Laat je tekening zien aan anderen. Herkennen ze jou meteen?
Beoordeel je werk.
Ik heb mijn kenmerkende eigenschappen vergroot.
Ik heb eerlijk naar mijzelf gekeken en ook mijn mindere kanten laten zien.
Mijn karikatuur is herkenbaar.
Mijn karikatuur ziet er verzorgd uit.
Je leert:
• wat de hoofdlijn van de verhalen in het Oude Testament is.
Om de verhalen van het Oude Testament te begrijpen, is het handig als je de hoofdlijn kent.
De eerste hoofdstukken gaan over het ontstaan van de wereld en hoe God alles bedoeld heeft. God schiep mensen die op Hem lijken en om een relatie mee te hebben. Maar dan gaat het mis. Er komt kwaad in de wereld en dat kwaad wordt steeds groter. Zo ontstaat de wereld, zoals die nu is. De relatie tussen God, mensen en de schepping is verstoord.
God wil de wereld weer bevrijden van het kwaad en alles herstellen zoals het bedoeld is. God kiest Abraham voor zijn plan en sluit een verbond met hem en zijn nakomelingen. Via hen wil God alle volken zegenen. God belooft hun een eigen land: Kanaän.
Om te ontkomen aan een hongersnood gaat de familie van Abraham in Egypte wonen. Daar groeit de familie uit tot een groot volk: het volk Israël. De farao voelt zich bedreigd en laat het volk als slaven werken. Onder leiding van Mozes bevrijdt God het volk uit Egypte. Onderweg naar het land Kanaän vernieuwt God het verbond met het volk en geeft tien regels om goed te leven. Tijdens de reis blijkt dat het de Israëlieten niet lukt om uit liefde voor God te gehoorzamen aan zijn regels. Voor straf trekken ze veertig jaar door de woestijn. In die tijd maken ze de tabernakel, een tent waar ze God kunnen dienen.
God kiest Jozua als opvolger van Mozes. Hij brengt het volk naar Kanaän. Als ze in het beloofde land wonen, zijn de Israëlieten steeds opnieuw ongehoorzaam en houden ze zich niet aan Gods regels. God geeft hun rechters, leiders die het volk moeten leren om te gehoorzamen uit liefde voor God.
Het blijft misgaan. Het volk vraagt God om een koning. De eerste koning is Saul, gevolgd door koning David die alle vijanden verslaat en vrede brengt. Koning Salomo, de zoon van David, bouwt een tempel voor God. Onder hem wordt het koninkrijk groter. Na de regering van Salomo valt het rijk uiteen in twee rijken: Israël (het noordrijk of tienstammenrijk) en Juda (het zuidrijk of tweestammenrijk).
Ondanks de waarschuwingen van profeten luisteren de mensen in beide rijken steeds minder naar God. Onder leiding van slechte koningen kiezen veel mensen voor een leven zonder God, zijn egoïstisch en doen kwade dingen. Eerst wordt het volk Israël weggevoerd in ballingschap naar Assyrië, later Juda naar Babylonië. Jeruzalem en de tempel worden verwoest.
Ook in ballingschap zorgt God voor zijn volk. Hij stuurt profeten om hen tot inkeer te laten komen en te troosten, bijvoorbeeld Daniël die aan het hof in Babel werkt. Bijna zeventig jaar nadat de eerste mensen uit Juda zijn weggevoerd, zorgt God ervoor dat een deel van het volk terugkeert naar Kanaän. De Israëlieten zijn niet meer de baas in Kanaän, maar ze mogen wel de tempel en de muren van Jeruzalem herbouwen.
In het Oude Testament belooft God dat het verbond vernieuwd wordt. Daarover kun je lezen in het Nieuwe Testament. Het nieuwe verbond begint op het moment dat Jezus sterft aan het kruis en weer opstaat uit het graf: Jezus overwint het kwaad en vergeeft de zonden van alle mensen, die Hem daarom vragen. Vanaf dat moment kunnen alle mensen weer een relatie met God hebben. Dat is het begin van het herstel. Als Jezus terugkomt, zal de hele aarde vernieuwd worden en al het kwaad verdwijnen.
Het Oude Testament speelt zich af in verschillende tijdvakken. In deze opdracht zoek je informatie over hoe de mensen in die periode leefden.
Maak groepjes van vier.
Verdeel de onderwerpen over de groepjes.
1 Nomadenvolk in de woestijn
2 Farao in Egypte
3 Koningen van Israël
4 Babylon tijdens de ballingschap
5 Assyrië tijdens de ballingschap
6 Rijk van Meden en Perzen
7 Opkomst van het Romeinse rijk
Maak een presentatie van vijf minuten van jullie tijdsbeeldonderzoek.
• Onderzoek bij jullie onderwerp hoe het dagelijks leven (denk aan: kleding, wonen, eten) en de omgeving (denk aan: kaart, klimaat, landschap) eruitzagen.
• Denk na over de zoekwoorden die je wilt gebruiken. Voeg bijvoorbeeld Bijbel, Israël of namen uit het tijdvak toe, zoals Nebukadnessar of Abraham.
• Gebruik tekeningen en foto’s in de presentatie.
• Houd de presentatie voor de klas.
Beoordeel de presentatie.
In onze presentatie wordt duidelijk hoe het dagelijks leven er toen uitzag.
In onze presentatie wordt duidelijk hoe de omgeving er toen uitzag.
In onze presentatie gebruiken we passende afbeeldingen.
Ik heb goed samengewerkt tijdens het tijdsbeeldonderzoek.
Maak groepjes van vier. Speel met elkaar het tijdlijnspel.
1 Schud de kaartjes en leg deze op een gedekte stapel op tafel.
2 Draai het bovenste kaartje om en leg deze op tafel.
3 Het groepje dat aan de beurt is, pakt de bovenste kaart van de stapel.
4 Overleg met elkaar en leg de kaart op de juiste plek: voor, na of tussen de kaartjes die al op tafel liggen, zodat van links naar rechts een tijdlijn ontstaat van het Oude Testament.
5 Zodra het groepje de kaart loslaat, mogen de andere groepjes reageren. Vindt een groepje dat de kaart niet op de juiste plek ligt, roept het groepje: Moment! Het groepje dat het eerst roept, mag de kaart verplaatsen.
6 Het spel eindigt als de kaarten op zijn. Het groepje dat de meeste kaarten op de juiste plek heeft gelegd, wint het spel.
Je leert:
• hoe de Bijbel is verweven met onze eigen context.
De Bijbel is verweven met onze context: je komt de Bijbel in het dagelijks leven vaker tegen dan je denkt.
Werk in een groepje van vier.
Maak een collage waarin jullie laten zien dat de Bijbel op allerlei manieren is verweven met onze context.
Let op de volgende dingen:
• Kijk terug naar dit hoofdstuk, maar denk ook aan verhalen uit het Nieuwe Testament.
• Denk na over dagelijkse dingen waarin je iets van de Bijbel herkent (musea, films, boeken, namen, voorwerpen, sieraden).
• Gebruik foto's en afbeeldingen en vul deze aan met woorden.
• Zorg ervoor dat de collage duidelijk is en er verzorgd uitziet.
Beoordeel jullie collage.
Onze collage laat duidelijk zien hoe de Bijbel is verweven met onze context.
De collage is duidelijk en ziet er verzorgd uit.
Ik heb actief meegedaan in het groepje.
Ik kan voor mijn mening uitkomen in het groepje.
Ga naar eDition voor de samenvattende opdracht en een oefening met de begrippen.
Scan de QR-code voor een overzicht met begrippen bij dit hoofdstuk.
Bijbel als basis
Godsdienst en levensbeschouwing
Pauline Buit
Erica Kemperman
Geertje Plug
Irene Prins-Munting
Jante Rittersma (eindredactie)