4 minute read

ONTWIKKELINGEN IN DIERTRANSPORT EN REGELGEVING

Europese regels vastgelegd in diergezondheids- en transportverordening

Sinds 21 april 2021 geldt de Europese Diergezondheidsverordening (AHR). De regels uit deze verordening moeten uitbraken van dierziekten binnen de Europese Unie voorkomen en verspreiding van dierziekten tegengaan. Daarnaast moeten de welzijnsregels voor het vervoer van levende dieren in acht genomen worden. Deze zijn Europa-breed vastgesteld in de transportverordening (Verordening (EG) Nr. 1/2005). De regels variëren voor verschillende diersoorten en voor verschillende reisafstanden. De meeste regels gelden voor runderen, schapen, geiten, varkens en (niet-geregistreerde) paarden.

In de verordening staat onder andere beschreven: op welke manier de dieren behandeld moeten worden, wanneer de dieren niet geschikt zijn om te vervoeren, hoe de vervoersmiddelen ingericht moeten zijn en welke reisschema’s gehanteerd moeten worden.

Aanpassing van de Europese dierenwelzijnsregelgeving in 2023

“De Europese Commissie werkt momenteel aan een aanpassing van de Europese dierenwelzijnsregelgeving waaronder de transportverordening”, verteld veterinair directeur Van Dongen. “De verwachting is dat de Europese Commissie eind 2023 met een voorstel voor wijziging van de transportverordening komt. Vervolgens moet er overeenstemming komen over het voorstel met de Europese Raad - waar de lidstaten in vertegenwoordigd zijn - en het Europees Parlement. De aanbevelingen die nu door het Europees Parlement zijn aangenomen, zullen de inzet zijn van het Europees Parlement bij de onderhandelingen over het voorstel van de Europese Commissie”.

Rapport met aanbevelingen levert zorgen en discussie op Een adviesgroep van het Europees Parlement die bestaat uit dierwelzijnspartijen (EFSA) heeft een rapport geschreven met aanbevelingen voor de toekomst over stahoogtes, beladingsgraden en temperatuur grenzen die een stuk strenger zijn dan de normen die nu gehanteerd worden. “In de aanloop naar een nieuwe transportverordening levert dit veel zorgen en discussie op”, aldus Van Dongen. “Deze ontwikkelingen kunnen hele grote gevolgen hebben voor de sector”.

Transporttijden beperken, een verbod op export naar derde landen, camera’s om het laad- en losproces in beeld te brengen, transport van sperma of embryo’s in plaats van fokdieren en transport van karkassen en vlees in plaats van slachtdieren. Dat zijn een aantal voorbeelden van aanbevelingen die staan beschreven in het rapport. Ook staat beschreven dat nationale autoriteiten alleen transporten zouden moeten toestaan wanneer de weersverwachting tussen de 5°C en 30°C is. En naast temperatuur zouden luchtvochtigheid en ammoniak gemeten moeten worden in de voertuigen. Van deze voorstellen is een deel niet aangenomen, en staat een deel nog ter discussie.

Voor wat betreft het transporteren van sperma of embryo’s in plaats van fokdieren, en vlees in plaats van slachtdieren roepen leden van het Europees Parlement de Europese commissie op om niet later dan 2023 te komen met een actieplan om deze transitie te ondersteunen. Vee&Logistiek Nederland ondersteunt deze transitie niet en levert samen met andere lidstaten tegenargumenten aan bij de Europese Commissie.

Wijziging regelgeving exportcertificaten naar landen buiten de Europese Unie.

Er gaan grote veranderingen aankomen op het gebied van export naar niet-EU-landen voor levende dieren. Er zullen met ingang van 1 januari geen bindende bilaterale exportcertificaten meer worden afgegeven door de aangescherpte regelgeving. Exporteurs van levend vee in de diercategorieën varkens, runderen en kleine herkauwers vallen met ingang van 1 januari 2024 terug op de Europees geharmoniseerde afspraken van de Europese Commissie. Deze afspraken gelden voor de landen Moldavië, Armenië, Rusland, Belarus en Kazachstan en het Verenigd Koninkrijk. Voor alle andere landen zoals Albanië en Servië zal er vanaf 1 januari met een overgangsperiode van enkele weken wel op verzoekcertificaten geëxporteerd kunnen worden. Hoe het werken met verzoekcertificering er voor de sector uit gaat zien wordt in overleg met de overheid in de komende maanden duidelijk.

Brancheorganisatie en ketenpartners steken de koppen bij elkaar

Vee&Logistiek Nederland heeft via UECBV (The European Livestock and Meat Trades Union) en met de Nederlandse ketenpartners gezamenlijk opgetrokken om het Europees Parlement te beïnvloeden. Belangrijke onderdelen waren de leeftijd van ongespeende dieren, het exporteren naar derde landen en de transportduur. Daarnaast een pleidooi voor een wetenschappelijke basis voor het bepalen van nieuwe normen. “Dit blijft ook de inzet richting de Europese Commissie om de voorstellen te beïnvloeden”, aldus Van Dongen. “Het beïnvloeden gebeurt door brieven vanuit UECBV richting de Europese Commissie. Maar ook door te reageren op questionnaires van de Europese Commissie en Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), door onderzoeken aan te halen die onze standpunten onderschrijven en door praktische input te leveren in werkgroepen van de Europese Commissie”.

Verantwoord Diertransport Bij Hitte

De huidige Europese regelgeving verbiedt transporteurs vee te vervoeren bij buitentemperaturen van boven de 35 graden Celsius. Vervoerders nemen bij extreme omstandigheden maatregelen. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit een aangepaste beladingsgraad en/of uitstel van transporten. In geval van extreme warme temperaturen is het sectorprotocol van kracht. In dit protocol worden richtlijnen gegeven voor het vervoeren van vee bij extreme temperaturen.

Het belang van langeafstandtransporten in vier kernpunten

Langeafstandstransporten van dieren staan onder vuur om verschillende redenen, waaronder ethische, dierenwelzijnsen milieukwesties. Echter is er belang bij langeafstandtransporten van dieren. Veterinair directeur Van Dongen benoemt het belang van langeafstandtransporten in vier kernpunten.

1. Om te zorgen dat landen op termijn kunnen voorzien in hun eigen zuivel- en vleesproductie, is het nodig dat er dieren naar die landen worden geëxporteerd. Het duurt een aantal jaren voordat de basis van een bedrijf staat en ook is soms uitbreiding nodig.

Lianne van Dongen Veterinair directeur

Vee&Logistiek Nederland

2. De Nederlandse melkkoeien staan wereldwijd bekend om hun goede kwaliteit. Ze zetten relatief weinig voer om in goede melk en hebben daarmee ook een relatief lage footprint. In het kielzog van die koe gaat er ook heel veel andere kennis en producten mee. Denk aan stalbouw, kennis over dierhouderij en ook sperma en embryo’s .

3. In directe en indirecte zin wordt bijgedragen aan het levensonderhoud van boeren in deze landen. De bijbehorende zuivel- en vleessector zorgt voor werkgelegenheid. Door de lokale productie op een hoger niveau te brengen wordt ook een bijdrage geleverd aan het terugdringen van de ongelijkheid tussen landen, regio’s en geslacht.

4. En tenslotte, door de lokale productie te stimuleren levert dit uiteindelijk een kortere kringloop op. Wat weer bijdraagt aan de klimaatopgave.

Wat vandaag goed is, kan morgen beter. Persoonlijke ontwikkeling staat bij VAEX hoog op de agenda. We leggen de lat hoog en willen het beste uit de handel, uit de organisatie en uit onszelf halen. Leren, beter worden en groeien. We zeggen niet voor niks: Altijd verder, altijd vooruit. Met die gedachte is drie jaar geleden het interne trainingstraject ‘Zicht’ ontwikkeld. Waarbij de focus ligt op persoonlijke ontwikkeling. Henk Swinkels en Ineke Verheijen zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van dit trainingstraject.

Samen met hen zoomen we in op het trainingstraject en intern opleiden.