
19 minute read
Verpleegkundig specialisten en physician
VERPLEEGKUNDIG SPECIALISTEN EN PHYSICIAN ASSISTANTS NIET MEER WEG TE DENKEN UIT HET MAASSTAD ZIEKENHUIS
Tekst: Marjolijn Landman
Advertisement
Het Maasstad Ziekenhuis is een vernieuwend ziekenhuis. Dat geldt ook voor het inzetten van nieuwe beroepsgroepen. De verpleegkundig specialist (VS) en physician assistant (PA) zijn inmiddels ‘ingeburgerde’ beroepsgroepen. In 2003 startte de eerste verpleegkundig specialist in huis.
Het beroep verpleegkundig specialist (VS) (voorheen nurse practitioner) vindt zijn oorsprong in 1965 in de Verenigde Staten. In verband met een artsentekort in de eerste lijszorg werd gestart met het opleiden en aanstellen van nurse practitioners. Engeland en Australië volgden in 1980. De geschiedenis van de PA gaat nog verder terug, tot de Tweede Wereldoorlog en vloeit ook voort uit een tekort aan artsen. De opleiding ontstond in de jaren ‘60 in Amerika. In 2003 startte de eerste opleiding in Nederland.
Zoek de verschillen Een verpleegkundig specialist is een verpleegkundige met een NVAOgeaccrediteerde masteropleiding en ervaring op het niveau van expert 5, die wordt ingezet voor een omschreven groep patiënten waarmee zij individuele behandelrelaties aangaat. Hij of zij werkt in het verpleegkundige en het medische domein. Vanuit het perspectief van de patiënt worden ‘care’ en ‘cure’ geïntegreerd aangeboden om de continuïteit en kwaliteit van de verpleegkundige zorg en de medische behandeling te bevorderen. Hij voert medische taken uit binnen het medisch specialisme waarin hij werkzaam is, binnen de kaders van de gestelde protocollen en richtlijnen in samenspraak met de medisch supervisor.
De titel ‘Verpleegkundig Specialist’ is een wettelijk beschermde titel.

Monique Clarijs: “De verpleegkundig specialist spreekt de taal van de arts, maar door haar verpleegkundige achtergrond ook de taal van de patiënt. Dat is de meerwaarde.”
Jannigje Smit: “De verpleegkundig specialist vervult een ideale rol bij poliklinische HIV-zorg: goede, medische zorg dicht bij de patiënt.”
Kristel de Deugd: “De meerwaarde van mijn functie als physician assistant is dat ik een spil in het web van behandelaren en ondersteunende diensten ben en laagdrempelig benaderbaar voor overleg. Daarnaast ben ik een vaste waarde in het behandelteam binnen de reumatologie, waarbij er voor de patiënt en/of ondersteunende diensten altijd mogelijkheid is tot overleg met zijn specialist of de PA.” FREDERIEKE DE BRUIJNE: “DE VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST EN PHYSICIAN ASSISTANT LEVEREN EEN HOOGWAARDIGE EN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE AAN DE ZORG!”
De verpleegkundig specialist staat ingeschreven in het specialistenregister (Artikel 14) van de Wet BIG en is zelfstandig bevoegd tot het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen en het voorschrijven van medicatie.
Medisch zorg binnen deelgebied geneeskunde De physician assistant is opgeleid op HBO-masterniveau en verleent medische zorg binnen een deelgebied van de geneeskunde. Het gaat hierbij voornamelijk om het overnemen van (geprotocolleerde) medische taken van artsen (taakherschikking/ substitutie). De PA gaat daarbij uit van de richtlijnen en protocollen van het betreffende geneeskundig specialisme. Binnen deze kaders neemt hij/zij zelfstandig beslissingen over de behandeling van patiënten. Daarnaast levert deze zorgprofessional een bijdrage aan de kwaliteit van zorg, vooral waar het de continuïteit van die zorg betreft. Voor de PA geldt regelgeving zoals die ook voor artsen en andere zorgverleners geldt en hij of zij is zelfstandig bevoegd tot het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen en het voorschrijven van medicatie.
VSPA-groep De verpleegkundig specialisten en physician assistants hebben zich, in samenspraak met de toenmalige directeur zorg, in 2008 verenigd onder de naam ‘VSPA groep’. De VSPA groep heeft als voornaamste taak patiëntenzorg. Bij 18 specialismen tref je een VS of PA aan. Naast patiëntenzorg heeft de groep ook veel neventaken. Denk aan wetenschappelijk onderzoek, het publiceren van artikelen, het geven van onderwijs zowel in- als extern, presentaties op in- en externe symposia zowel in binnen- als buitenland, het organiseren van congressen en symposia en het schrijven van zorgpaden en zorginnovaties. Daarnaast hebben de meesten een bestuursfunctie, participeren in adviesraden, zitten in redacties of zijn leermeester voor de collega VSPA in opleiding.
Volwaardige professionals Onderzoek wijst uit dat beide beroepsgroepen zich hebben ontwikkeld tot volwaardige professionals met een zelfstandige rol en eigen handelingsvaardigheden en oriëntatie. De resultaten van dit praktijkonderzoek naar de introductie en de ontwikkeling van hun rol in de tweede- en derdelijnszorg in Nederland, weerspiegelen precies de ontwikkeling in ons ziekenhuis: beide beroepsgroepen zijn onderdeel van het medisch team en nemen medische en organisatorische taken over van medisch specialisten. Bovendien vernieuwen zij de zorg door onder andere het versterken van de samenwerking tussen medisch specialisten en verpleegkundigen, het verbeteren van de organisatie van de zorg en de versterking van de psychosociale begeleiding van patiënten en familieleden. Dit leidt tot een grote patiënttevredenheid en een hogere kwaliteit van zorg. De toekomst is veelbelovend. De groep breidt zich nog steeds uit, wordt professioneler en is een gesprekspartner in alle lagen van de organisatie.
Dubbel inzetbaar, dubbel werkplezier Gespecialiseerd verpleegkundige op de Intensive Care en de Spoedeisende Hulp
Nienke Schellenberg werkt als gespecialiseerd verpleegkundige op de afdeling Intensive Care en op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH). Een combinatie die haar prima bevalt. “Ik was na zeven jaar IC toe aan wat afwisseling. Het is leuk werk, hoog complexe zorg, gestructureerd met vaste tijden voor controles, visites en onderzoeken. De Spoedeisende Hulp

heeft mij altijd aangetrokken vanwege de dynamiek en variatie. Toen er werd gevraagd of IC-verpleegkundigen bereid waren een verkorte opleiding tot SEH-verpleegkundige te volgen, kwam dat mooi uit! Wel met de kanttekening dat ik wilde rouleren tussen beide afdelingen.”
Minder ernstige tot zeer ernstige hulpvragen Als belangrijkste werkzaamheden op de SEH noemt zij het zorg verlenen aan patiënten met minder ernstige tot zeer ernstige hulpvragen. Een schets van een willekeurige dag volgt. Een mijnheer met een trombosebeen, opgezwollen, maar verder is mijnheer stabiel. Ze bekijkt het been en roept de arts erbij, terwijl ze een praatje maakt en een kopje koffie aanbiedt. “Ik maak ook graag een grapje als de situatie dat toelaat.” Op de traumakamer behandelen ze patiënten die met de ambulance worden binnengebracht, de mensen die eerst op straat zijn gereanimeerd, of die ernstige bloedingen hebben, zoals een mevrouw die van de trap is gevallen. “Dat is veel intensiever. We handelen altijd via het ABCDprincipe, de ademweg, beademing, bloedcirculatie en neurologische situatie.”
Gekke dingen Of ze weleens gekke dingen meemaakt op de SEH? Ze lacht hartelijk en vertelt dat er regelmatig mannen en vrouwen onder invloed van drugs en alcohol komen die rare dingen roepen. Anderen hebben voorwerpen op bijzondere plekjes in hun lichaam gestopt die er niet vanzelf meer uitgaan … “We beschermen uiteraard de privacy en gaan discreet met zulke situaties om.”
Gastgerichtheid is superbelangrijk bij haar baan. Op de afdeling Intensive Care is die vooral op de familie van de patiënt gericht. Op de Spoedeisende Hulp hoort de ontvangst van de patiënten aardig te zijn: “Ik zou zelf ook aardig geholpen willen worden. Natuurlijk is het soms lastig

IC verpleegkundige en SEH verpleegkundige in opleiding Nienke Schellenberg: “Ik maak een praatje of – als de situatie dat toelaat – een grapje om het ijs te breken”
om vriendelijk en rustig te blijven als het druk is en je hebt iets al drie keer uitgelegd. Toch probeer ik dat.”
Hoog complexe zorg Van de Spoedeisende Hulp gaat het gesprek over naar de Intensive Care. “Wij zeggen altijd dat de SEH het begin is van de zorg. Terwijl op een afdeling IC die patiënten worden verpleegd voor wie een reguliere verpleegafdeling niet de vereiste intensieve zorg kan bieden. Daar verplegen we dus heel zieke mensen en dat kan heftig zijn. Ons ziekenhuis heeft een level III IC en biedt dan ook hoog complexe zorg met bijbehorende apparatuur en middelen. Dat is interessant voor een IC verpleegkundige. Leuk en uitdagend aan het werken op de twee verschillende afdelingen, is de breedte en uitbreiding van mijn kennis en ervaring. Op de IC speelt de bewaking van de patiënten een grote rol. Ze liggen vaak aan de beademing en medicatie en zijn meestal niet aanspreekbaar. Op de SEH kun je een praatje maken om het ijs te breken. Hier gaat het om kortstondige, intensieve zorg.” Nienke bekent dat kinderen behandelen nog wat onbekend terrein voor haar is: “Ik heb zelf een dochtertje en stel me voor dat zij gewond op de SEH terechtkomt of geprikt moet worden en dat vind ik best spannend.”
Verkorte opleiding SEH-verpleegkundige Ze werkt al vanaf 2004 in het Maasstad Ziekenhuis. “Mijn opleiding tot verpleegkundige en daarna tot gespecialiseerd verpleegkundige Intensive Care heb ik hier gevolgd.” Begin september is ze begonnen met de verkorte opleiding tot gespecialiseerd SEH verpleegkundige. Die bestaat uit theorieblokken bij het Albeda College. Verder zijn er praktijkopdrachten en het moeten beheersen van bepaalde verpleegtechnische handelingen, die worden afgetekend. Als alles goed gaat, is ze volgend jaar juli in het bezit van haar diploma. Opnieuw weer in de rol van leerling geplaatst zijn, vindt ze een uitdaging als ervaren IC verpleegkundige. “Ik ben gewend de leiding te nemen en te zeggen wat er moet gebeuren. Gelukkig behandelen ze me bij de SEH als een gelijkwaardige collega.”
Zo lang mogelijk op de werkvloer Zo lang het fysiek kan, wil Nienke op de werkvloer blijven werken, in de huidige combinatie IC/SEH. Op de IC organiseert ze veel scholingen, trainingen, refereeravonden en symposia. “Daar wil ik in de toekomst verdieping aan geven. Maar het liefst blijf ik ook verpleegkundige”, sluit ze af.
Business controller
Jaco van der Kooij:
“Niet alleen de nadruk leggen op de cijfers, maar ook op de zorg voor de patiënten. Het werk van een business controller valt in twee delen uiteen”, maakt Jaco van der Kooij duidelijk. Aan de ene kant is er de jaarlijkse planning & control-cyclus: “Hierbij stel je per eenheid samen met de zorgmanager en medisch manager een begroting op. We letten voornamelijk op de verhouding tussen kosten en productie. In de ideale situatie bewegen kosten namelijk mee met de werkhoeveelheid. Periodiek vergelijken we de realisatie met de begroting, bespreken we die en sturen zo nodig bij. De begroting is eigenlijk de huishoudportemonnee waar je het hele jaar mee moet werken. Wij nemen dan de rol op ons van klankborden, scherp houden en pro-actief adviseren.”
Aan de andere kant vindt er, ook door de business controllers, een oriëntatie plaats op de mogelijkheden van Value Based Health Care (VBHC). Dat is hét onderwerp dat prominent in het beleidsplan van ons ziekenhuis staat en vaak in de vakbladen terugkomt. “Hou dit in de gaten!”, merkt hij op. VBHC zou je volgens hem kunnen vertalen naar: waar de zorg voor de patiënt om draait. Je verbindt hierbij de verleende zorg aan de patiënt met de waarde die deze patiënt eraan hecht en dat zet je vervolgens af tegen de kosten. Deze driehoek bepaalt uiteindelijk welke zorgwaarde je als ziekenhuis levert en waar de zorgverzekeraar op inkoopt. Het vertrekpunt is altijd de patiënt. Zelf is hij bij twee vergevorderde pilots betrokken: de reumatologie en nefrologie.
Van kosten per zorgeenheid naar kosten per aandoening Het verschil tussen VBHC en de huidige financiële jaarcyclus, is dat deze cyclus nu is ingericht op de productie tegenover kosten van een specialisme/ eenheid. Iedereen kijkt naar zijn eigen stukje van de kosten in het zorgtraject terwijl de kosten van de behandeling van bijvoorbeeld een reumapatiënt op verschillende afdelingen worden gemaakt: op de poli, het lab, de dagbehandeling of op de OK. In de pilots bekijken ze hoe ze de kosten niet meer per specialisme/zorgproduct kunnen bundelen maar per zorgtraject. Dit kan door met de stopwatch te meten hoelang de verschillende handelingen/contactmomenten met de patiënt duren en hier kosten aan te verbinden. Ze kunnen ook gebruik maken van de huidige NZa zorgactiviteiten die via agenda’s worden geregistreerd (polibezoek, labonderzoek, operatie) en hier de kosten aan verbinden. “Voor VBHC vullen we dit aan met statistische codes voor bijvoorbeeld contacten door consulenten, medisch maatschappelijk werk en/of gespecialiseerd verpleegkundigen”, legt Jaco uit.
“Je moet het eigenlijk vergelijken met een bundel voor een telefoonabonne

ment. Hopelijk kunnen we in de toekomst met de zorgverzekeraar een prijs afspreken voor een aandoening in plaats van voor deeltrajecten. Dus geen aparte prijs voor het sms’en, mobiele data en telefonie, maar één prijs voor het gehele abonnement. Voor de reumapatiënt is er dan geen aparte prijs meer voor de polibehandelingen door de reumatoloog, de dure geneesmiddelen, de heupoperatie door de orthopeed en de revalidatie, maar één prijs voor het zorgtraject, los van het specialisme. Dit dwingt je om te kijken naar de patiënt met zijn of haar totale zorgvraag in plaats van de patiënt die op de lopende band in jouw hokje een behandeling krijgt en weer doorschuift naar het volgende hokje.”
Verbinding zoeken Jaco besteedt graag aandacht aan de teamleiders van de (zorg)afdelingen. Dit is een persoonlijke invulling van zijn functie, waarmee hij leert niet alleen naar de cijfers te kijken, maar ook naar de patiënt erachter. Een keer per half jaar loopt hij mee op een afdeling om het zorgproces te bekijken en te begrijpen hoe en waarom kosten worden gemaakt. “Dit doe ik puur om die verbinding te zoeken, zo kunnen we als financiële afdeling door de cijfers heen aan de patiënten denken. Als ik maar een klein beetje bij kan dragen aan het betaalbaar houden van de zorg… Ja dat drijft mij.”
AANDACHT VOOR AANDACHT
ADOPTIEKOFFERTJES VOOR
THUISLOZE BABY’S Neonatologieverpleegkundige Desiree Stuijt (l) en haar collega Elly Schumacher (r) laten een adoptiekoffertje voor een jongen en een voor een meisje zien.
Baby’s die direct na de geboorte ter adoptie worden afgestaan. Of die niet mee naar huis mogen omdat de Raad voor de Kinderbescherming heeft besloten dat de ouder(s) geen veilige, stabiele omgeving kunnen bieden. Het raakt neonatologieverpleegkundige Desiree Stuijt en haar collega’s altijd. “Zulke schrijnende situaties zijn er regelmatig op onze afdeling en de afdeling Verloskunde en dat vinden wij allemaal naar. Mijn collega Elly Schumacher en ik zijn daarom jaren geleden begonnen met het samenstellen van adoptiekoffertjes.”
Ze legt uit dat deze baby’s helemaal niets van zichzelf hebben die eerste dagen. “We kopen zelf speelgoedkoffertjes en in ieder daarvan stoppen we een rompertje, pakje, knuffeltje en een flesje. Er gaat ook een dagboekje bij waarin de verpleegkundigen hebben geschreven hoe de eerste dagen van de baby zijn gegaan, qua drinken en gewicht bijvoorbeeld. Dan hebben ze later een beeld van hoe hun leven begon. Het is toch beladen als je niet door je eigen ouders wordt opgevoed. Dan kan het fijn zijn dat je als puber of volwassene dit soort informatie hebt. Gelukkig komen de kindjes vaak direct bij lieve pleegouders terecht. Sommige pleegouders komen al naar het ziekenhuis om kennis te maken en de baby te verzorgen.”
Desiree verzamelt samen haar collega’s de kleertjes om de koffertjes te vullen. Ze zijn er in een jongens- en meisjesvariant en met baby-outfits in verschillende maten.

Wil jij babykleding doneren? Heb jij thuis nog babykleding over die je wilt doneren ten behoeve van de thuisloze baby’s? Desiree en haar collega’s kunnen altijd kleding gebruiken om de adoptiekoffertjes te vullen. Rompertjes, pakjes, jasjes, broekjes, jurkjes, shirtjes: vanaf maat 44 tot maatje 62 zijn gewenst. Nieuw of gebruikt het is allemaal welkom. Je kunt contact opnemen met Desiree via haar e-mailadres: VriesdeD@maasstadziekenhuis.nl
Aandacht voor Aandacht is een belangrijk thema in ons ziekenhuis. Daarom willen we ook graag met regelmaat op intranet, De Maasstadter en onze social media met iedereen delen welke mooie momenten er met collega’s en patiënten worden beleefd. Wil jij net zoals Desiree ook jouw verhaal delen? Neem contact op met communicatieadviseur Dominique Janssen via e-mail: janssend@maasstadziekenhuis.nl Zij neemt dan contact met je op. We horen graag van je!
Overlijdenskistjes In ons ziekenhuis gelden strenge hygiëneregels. Kindjes die te vroeg geboren worden en overlijden of dood geboren kindjes mochten tot voor kort in een rieten mandje gelegd worden om ze aan hun ouders te tonen. Ouders zagen dan dat er zorg en aandacht aan was besteed. Vanwege infectiepreventie mogen de rieten mandjes niet meer gebruikt worden. Desiree: “Ik heb zelf een kindje verloren en weet hoe erg dat is. Ik kan me zo inleven in het verdriet. Zo kwam ik op het idee om wijnkistjes ter vervanging van de mandjes te gebruiken omdat je deze kunt afsluiten. In mijn vrienden- en kennissenkring ben ik gaan vragen of ze houten wijnkistjes hadden. Met krijtverf maak ik deze wit en beplak ze met berenstickers en bloemen. Zo kan het kindje netjes in een kistje liggen en bij de ouders gebracht worden.”
Rinus de Boer Coördinator Bouwkunde IMTS en Technische Dienst:

Rinus de Boer is trots op de prachtig groen geverfde muur bij de afdeling Gynaecologie
Al bijna 20 jaar staat Rinus iedere ochtend om vijf uur op zodat hij stipt om kwart over zes uur van start kan gaan in ons ziekenhuis. 20 jaar geleden is hij aangenomen in het Zuiderziekenhuis en sindsdien komt hij door weer en wind op de fiets vanuit Vreewijk (Rotterdam-Zuid). Allereerst wordt de motor opgestart met een kopje koffie en daarna is Rinus er klaar voor. Gelukkig maar, want zo lost hij al veel storingen voor de eerste drukte op.
Zijn dag start met het openen van zijn mailbox. Daarna zijn de Topdesk- en Change-meldingen aan de beurt en is zijn ochtend al snel volgepland met een diversiteit aan acties. Iedere dag is anders en dat maakt zijn werk zo leuk. “Zo krijg ik ’s ochtends een melding dat bezoekers bij de SEH steeds door de verkeerde deur naar buiten willen gaan en sta ik ‘s middags op een afdeling waar een ontwerp van een maatkast moet worden gemaakt.” Vanuit Huisvesting komt er ook veel werk zijn kant op. Zo coördineert Rinus verhuizingen, zowel intern als extern, past hij kantoren aan en voert hij onderhoud uit op afdelingen. Een echte duizendpoot kunnen we hem dus wel noemen.
Pas om halftien komt hij toe aan zijn ontbijt. Keurig netjes neemt hij zijn boterhammen van huis mee. Een bruine boterham met kaas en een eierkoek, die hij snel achter zijn bureau op eet, want er ligt nog meer werk op hem te wachten!
De afdeling op voor onderhoud De meeste tijd gaat Rinus de afdelingen op voor het nodige onderhoud. Samen met de teamleider wordt een kwaliteitsronde gelopen en worden alle gebreken in kaart gebracht. Met elkaar stellen ze een plan op en bekijken kritisch of en waar er onderhoud nodig is. Zo worden onder andere het sanitair, deuren en verlichting \ nagekeken en de bedden onder de loep genomen en krijgen de muren zo nodig een likje verf. Trots is er vooral op het verzette werk op de afdeling Gynaecologie. “Daar hebben we voor het eerst een kleurtje op de muren geverfd.” Het resultaat mag er zijn, want er prijkt een prachtige groene kleur die de afdeling opvrolijkt.
Gezicht van de technische dienst Het meest geniet hij van het contact met de diverse mensen met wie hij samenwerkt. “Ik houd ervan om problemen op te lossen en service te verlenen. Als ik klaar ben op een afdeling en zij zijn tevreden, dan ben ik dat ook.” Vol lof is hij over de collega’s met wie hij vaak samenwerkt. Het bouwkundige team is meestal het gezicht van de Technische Dienst. Deze ploeg bestaat uit tien mensen die eigenlijk alle specialismen goed beheersen. De collega’s die zich bezighouden met luchtbehandeling en elektra werken vaak achter de schermen, maar verzetten daar ook goed en belangrijk werk.
Voor de toekomst ziet hij kansen. De magistraal zou hij ontzettend graag onder handen nemen. “Een leuk kleurtje en leuningen aan de wanden en we kunnen onze gasten netjes ontvangen.” Ook jeuken zijn handen als hij kijkt naar de liften en de wanden in de berging. Verder hoopt hij dat alle afdelingen van IMTS nog nauwer kunnen samenwerken, met Huisvesting is een goede start gemaakt. Als we een goed huwelijk kunnen creëren tussen alle IMTS afdelingen, denk ik dat dit goed is voor ons ziekenhuis. En het zou natuurlijk mooi zijn als dit gerealiseerd is voor mijn pensioen,” sluit hij met een knipoog af.
Om vier uur ‘s middags gaat Rinus weer richting huis. Iedere dag maakt hij samen met de gehele technische dienst ons ziekenhuis een stukje mooier en beter.

LINDA HERSBACHLAURENS
In de rubriek ‘Mijn kernwaarde, mijn drijfveer’ laten we medewerkers aan het Betrouwbaarheid staat bij haar hoog in ’t vaandel. “Persoonlijk, in mijn rol als teamleider, vind ik het heel belangrijk om betrouwbaarheid uit te stralen. Ik doe dit door mijn afspraken na te
woord over hun favoriete kernwaarde. voor mijn team”, aldus Linda.
Deze keer de kernwaarde van Linda Hersbach-Laurens. Zij werkt nu één jaar in Cardiologie - Poliklinieken en Functieafdeling. Voor Linda zijn uiteindelijk alle kernwaarden van toepassing en staan alle kernwaarden in relatie met elkaar.

Betrouwbaarheid komen, ik zeg wat ik doe, ik doe mij niet beter voor dan ik ben en kom op het Maasstad Ziekenhuis als teamleider
Ze durft te zeggen dat ze betrouwbaar is, stelt ze onomwonden. “Mijn deur staat altijd open, ik ben toegankelijk voor de medewerkers, probeer altijd samen te werken en bij problemen samen tot een oplossing te komen. Dat is belangrijk voor de relatie met de medewerkers en voor het team.” Anderzijds verwacht ze van de mensen in haar team dat zij betrouwbaar zijn. Je moet tenslotte op elkaar kunnen vertrouwen en betrouwbaarheid uitstralen naar patiënten en hun naasten. “Ik sta voor goede, betrouwbare patiëntenzorg. Ook naar de verwijzers toe is het belangrijk dat het ziekenhuis een betrouwbare samenwerkingspartner is.”
Een aantal collega’s van het team poliklinieken en functieafdeling Cardiologie Linda Hersbach-Laurens: “Werken moet ook leuk zijn met op z’n tijd een gezonde dosis humor!”
Verbindend Hoe zij de kernwaarden ambitieus en verbindend ziet? Ze is van mening dat de mensen in het ziekenhuis alles met elkaar samen zouden moeten doen, om uiteindelijk het beste resultaat te l everen op alle vlakken. Daarvoor is die verbinding zo belangrijk. “We kunnen optimale zorg leveren door samen te werken, je hebt elkaar nodig en daarbij hoort dat je elkaar als gelijke behandelt.” Ook de teamleiders zoeken onderling steeds meer de verbinding op. “Het maandelijks overleg met de teamleiders van alle poliklinieken is een goed voorbeeld van het steeds meer leggen van de verbinding”, vindt ze. Daarnaast doet het haar goed te zien dat de positieve ‘vibe’ die de teamleiders van het Hartcentrum met elkaar hebben, de verbinding steeds sterker maakt.
Ambitieus Het Maasstad Ziekenhuis wil ambitieus zijn, maar persoonlijk heeft Linda ook haar ambities. “Ik wil het beste halen uit wat erin zit. Dit geldt voor mijn eigen werk als teamleider, voor mijn team en de zorg voor onze patiënten”, sluit ze af.