Boek

Page 1

Maaike Leyn



Er is een overkill aan beelden waardoor beelden eigenlijk geen betekenis meer hebben. Mijn werk is een terugkeer naar het ambachtelijke, en op een manier is dat een algemene tendens.


4 Binnen twee weken heb je dus je eerste solotentoonstelling in Galerie S&H De Buck in je thuisstad Gent. Is dat je eerste solotentoonstelling?

Maaike Leyn

Arabic Spring, 2011

Nee, eigenlijk. Ik heb al in Kiëv en Yerevan solo tentoongesteld. Het is heel vreemd op zo’n opening omdat er vooral mensen zijn die je niet kent, of nog maar pas kent. Na de opening neem je het vliegtuig terug naar huis, je laat je kinderen achter. En dat is het dan. Het waren heel bijzondere ruimtes, grote gebouwen uit de tijd van het communisme die je langs hier niet vindt. En mijn grote tekeningen kwamen daar wel heel erg tot hun recht.


Een soort van raadselachtige sfeer

Ben je opgewonden voor de tentoonstelling die er straks komt? Zijn je werken al klaar? Ja, mijn werken zijn af. Ik heb eventjes schrik gehad want een deel van mijn werken zaten nog in Moskou. De Moskouse galerij had me beloofd dat de werken in december zouden terugkomen, maar die terugkeer datum werd steeds uitgesteld. Midden december werd eind december, maar begin januari waren mijn werken nog steeds niet aangekomen. Dan was het midden januari, eind januari. Maar zaterdag kreeg ik uiteindelijk telefoon van een transportfirma en ’s namiddags zijn ze de werken bij mij thuis komen leveren. Dat was een grote opluchting.

5

waarin je verloren loopt.

Blackdog 1 , 2010

Het was interessant om daar te mogen experimenteren. Niemand kent je, dus heb je geen schroom om fouten te maken. Hier in Gent is het een beetje gevaarlijker. Iedereen kent je en zal het onthouden. (lacht) Maar ook plezanter omdat alle vrienden en familie komen kijken. Ik heb ook al andere solotentoonstellingen gemaakt in Gent, zoals vorige zomer in Loods 21 op de Muide. Maar deze tentoonstelling “After barking” is mijn eerste solotentoonstelling in een Gentse galerie.


6 In de perstekst las ik dat je een vijf-tal jaar geleden begonnen bent met het maken van monumentale houtskooltekeningen op doek. Het is geen toeval dat je werkt met deze basismaterialen want je ziet het als een rebellie tegen de nieuwe mediamaatschappij. Rebellie is een groot woord. Ik heb moeite met de snelheid en de vluchtigheid van de mediamaatschappij. Er is een overkill aan beelden waardoor beelden eigenlijk geen betekenis meer hebben. Mijn werk is een terugkeer naar het ambachtelijke, en op een manier is dat een algemene tendens. Mensen willen opnieuw kleren of meubels die met de hand gemaakt zijn. Ik denk dat heel wat mensen verlangen naar objecten die zoals vroeger met liefde en zweet gemaakt zijn. Ik vind het belangrijk om met mijn handen te voelen waar ik mee bezig ben. Ik wil een direct contact met de materie. Als je filmt of in 3D werkt, is dat contact meer uitgesteld. Tussen het idee en de creatie heb je een grote voorbereidingsfase. Je moet locaties zoeken of materiaal verzamelen. Zelfs als je schildert, is de voorbereiding groter.

Blackie, 2010


Een soort van raadselachtige sfeer

Bridge, 2010

waarin je verloren loopt.

7


Boxing, 2008

8

Je werkt zowel in de Leopoldskazerne – de ateliers van Nucleo te Gent - als thuis. Wat is het grote verschil tussen thuis werken of in een atelier? Dat je in een atelier echt in een soort van cocon kruipt weg van de wereld? Thuis is het veel gezelliger: Je bent niet helemaal alleen, er is een keuken, je kan in de zetel zitten, een boekje nemen, eventjes je mails bekijken, het is lekker warm, de katten kijken toe. Als je klaar bent, neem je een douche. Die luxe is er niet op mijn atelier. Maar er is ook geen afleiding: enkel jezelf en je werk.


Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt.

Ik luister. We gaan er geen oppervlakkig interview van maken hé. Vanwaar die weemoed? Die is er altijd al geweest. In het echte leven doe ik graag zot, maar in mijn tekeningen vind ik het wel spannend om op zoek te gaan naar de schoonheid in het trieste. Ik vind het bijzonder om in november moederziel alleen over een kerkhof te lopen en te kijken naar de oude graven. Ik hou van het unheimliche, van wat we niet mogen weten of zien. Ik hou zelfs van donkere dagen, als het regent en grauw is. Ik denk niet dat ik in LA zou willen wonen, waar de zon altijd schijnt. Ik heb slavistiek gestudeerd en ben lerares Russisch. Doordat ik vaak Russisch spreek, ben ik niet alleen Gents, maar ook een beetje Russisch. Dat weemoedige is heel erg aanwezig in de Russische taal en literatuur.

9


10

Vind je weemoed spannend omdat je die te weinig terug vindt in onze koude, koele maatschappij? Ik hou wel van diepgang. Ik vind onze maatschappij niet echt koud, wel heel gematigd en braaf. In Rusland durven mensen veel extremer zijn: Intens blij of verdrietig. In het westen zijn we minder intens. Extreme gevoelssituaties vermijden we liever en zien we als te confronterend. Jij bent ook een beetje Russisch, Hilde!

In the sky 2, 2019


Je werk is eigenlijk een reactie op het platvloerse, het commerciële, waar alles mooi is en perfecte mensen met altijd blije gezichten? Ik kan me niet voorstellen dat ik poppy werk zou maken met heel veel kleuren. Ik zou dat wat fake vinden, alsof alles happy is terwijl er ook altijd een trieste onderlaag is. Die trieste onderlaag vind ik eigenlijk veel poëtischer en rijker. Maar je hebt soms wel grapjes nodig om alles een beetje te verzachten. Zo heb je mijn tekeningen met zwaarlijvige Oekraïnse boerenvrouwen die op kleine beentjes vooruit getorst worden. Ergens is dat humor zoals in een stripverhaal.

Je tekende inderdaad een hele serie Oekraïnse boerenvrouwen. En die waren, zo las ik, een ode aan het imperfecte, aan het door het leven getekende lichaam omdat het van een andere schoonheid is. Omdat we niet houden van aftakeling en verval. Je ziet die oude gezichten als een landschap en de bizarre lichaamsvormen als een sculptuur. Ja, inderdaad. Aan die serie Oekraïnse boerenvrouwen begon ik vijf jaar geleden. De tekeningen die ik nu toon bij Galerie S&H De Buck zijn ook gebouwen, maar net als bij die vrouwen heb je aftakeling en verval.

11


12

Voor je naar het Kask ging, heb je Oosteuropese talen en culturen gestudeerd aan de universiteit in Gent. Maar op je dertigste ben je terug gaan studeren. Hoe voelde het om als oudere tussen jongere studenten te zitten? Want het was niet evident om op je dertigste terug voltijds te studeren. Was dat zo’n sterk verlangen? Want je kon eigenlijk al tekenen en schilderen. Kon je niet gewoon als autodidact verder doen? Waarom had je zo veel nood aan een voltijdse opleiding? Het was nooit de bedoeling om nog verder te studeren. Na mijn studies slavistiek, gaf ik les. Ik tekende en schilderde, specialiseerde me in Russische kunst, ging kunstenaars opzoeken in Moskou. Ik organiseerde ook tentoonstellingen met werk van Russische kunstenaars. In 2005 werkte ik een heel jaar aan een tentoonstelling voor Europalia Rusland in de Brusselse openbare ruimte. Het was een boeiende ervaring, maar ik voelde me tegelijkertijd wat gefrustreerd omdat ik geen tijd meer had voor mijn eigen werk. Na die tentoonstelling heb ik beslist om honderd procent te kiezen voor mijn eigen werk.

Young farmerwoman, 2008


Een soort van raadselachtige sfeer

Wat heb je aan het Kask geleerd of “afgeleerd”?

waarin je verloren loopt. Father with daughter, 2008

13


14

Ik las ook ergens dat je wil dat de kijker zich verliest in je tekeningen, zoals ze zich verliest in een decor. Vandaar waarschijnlijk die echt grote tekeningen. Welk gevoel wil je daarbij oproepen? Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt. Ik vind een beeld sterk als je geprikkeld bent en het vragen opwekt.


Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt.

Je bent nog maar net afgestudeerd, maar je bent al direct opgepikt door een galerie. Ben je zelf je werk gaan presenteren? In juni had ik een tentoonstelling gemaakt in Loods 21 op de Muide, samen met Hans Theys, die mijn mentor was op het Kask. En ik had onder andere Hermine van galerie S&H De Buck uitgenodigd om te komen kijken. Ze stelde me voor om bij haar in de galerie te komen.

Hoe ga je eigenlijk te werk? Ik heb een groot fotoarchief van foto’s die ik zelf ooit maakte, meestal op reizen. Daaruit pik ik beelden die me op een gegeven moment prikkelen. Vaak combineer ik verschillende beelden, bijvoorbeeld van een zelfde onderwerp maar uit een ander perspectief. En dan ga ik al schetsend op zoek. Wat kan ik daarmee doen? Wat spreekt me aan? En zo probeer ik tot een beeld te komen, dat ik daarna uitvergroot.

15


Dog with bag, 2008

16

Man of Sarig Sep 2, 2012


Een soort van raadselachtige sfeer

Man with cat, 2008

waarin je verloren loopt.

17


18

Dogs Mmmm, 2011


Een soort van raadselachtige sfeer

Eigenlijk wel. Een tekening is op een manier eerlijker, het is directer. Onder de verf kan je veel meer verdoezelen. Een tekening zie ik een beetje als een naakt schilderij. Een onafgewerkte Rubens waar je nog de krijtlijnen ziet, vind ik eigenlijk wel boeiend. Alhoewel, de tekeningen die ik de laatste jaren maak, zijn meer en meer schilderijen. Geen lijnen maar vlekken. Maar dan met pastelkrijt en houtskool. Het verschil is alleen dat je met droog pigment werkt in plaats van met nat pigment.

19

waarin je verloren loopt.

Wat maakt er voor jou een tekening sterker dan een schilderij dat veelal kleurrijk is? Is dat de fragiliteit? Kijk je sneller bij andere kunstenaars , bijvoorbeeld bij Rembrandt - naar de tekeningen dan naar de schilderijen?


20

Papillon, 2014


Een soort van raadselachtige sfeer

21

waarin je verloren loopt.

Big white mushroom, 2016


22

Ik las ook ergens dat je wil dat de kijker zich verliest in je tekeningen, zoals ze zich verliest in een decor. Vandaar waarschijnlijk die echt grote tekeningen. Welk gevoel wil je daarbij oproepen? Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt. Ik vind een beeld sterk als je geprikkeld bent en het vragen opwekt.


Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt.

Stacked cars, 2011

23


24

Je kan je werk moeilijk hedendaags noemen. Je hebt nu wel een paar hippe tekenaars maar Ik ben nu nu nog eens door je portfolio aan het bladeren... Prachtig trouwens, proficiat! Je blijft werken met klassieke figuratie: mensen, dieren, wat landschap, gebouwen. Waarom denk je dat iedereen daar naar teruggrijpt? Dat is eigenlijk al duizend keren gedaan. Wat hoop jij dan eigenlijk met je klassieke onderwerpen nog toe te voegen aan de Belgische kunst? Want je zou zo kunnen zeggen het is een beetje in het verlengde van Permeke of Gustave De Smet? Is dat om iets niet te vergeten, zoals bijvoorbeeld anderen foto’s maken om niet te vergeten?


Een soort van raadselachtige sfeer

Ik vind het op zich niet belangrijk om constant vernieuwend te zijn, dat is geen streefdoel. Ik heb ooit een reportage gezien met Picasso en die zei: Eigenlijk is er helemaal niks veranderd sinds Altamira. Ik probeer gewoon te doen wat ik denk te moeten doen, wat ik zelf aan voel. Maar je leeft sowieso in een andere tijd. De ervaringen die ik binnenkrijg zijn anders dan de ervaringen die Permeke binnen kreeg. Ik teken dan misschien wel gelijkaardige dingen, maar toch is het anders. Daar zit ook juist de spankracht. Op het eerste zicht denk je: dit is een beeld van 150 jaar geleden, maar daarna constateer je dat het niet klopt. Bijvoorbeeld die oude vrouwtjes hebben plastiekzakken van de Lidl bij. Dat kan dan geen tekening van 150 jaar geleden zijn en op dat moment gaat het wat wringen.

Floor, 2011

25

waarin je verloren loopt.

Hedendaags werk?


26

Plus die formaten zijn enorm groot. In het verleden waren tekeningen op groot formaat als voorbereiding van een schilderij om te verdwijnen onder verf. Ook het ruwe, onaffe karakter van het materiaal dat ik gebruik is hedendaags. In de klassieke kunst of bij de Latemse school werden wel vieze dingen afgebeeld, maar de presentatie was uiteindelijk altijd proper. Mijn werken zijn onopgepannen doeken die wat uitrafelen: er zijn andere stukken doek op gekleefd, je ziet voetsporen, de doeken worden met nageltjes in de muur geslagen.

Curtain 3, 2018


Is dat het voordeel van de hedendaagse kunstscène (in België) dat alles kan en mag? Dat ook het figuratieve en het klassieke weer in is? Ik denk niet dat alles kan en mag. Er zijn ook nu heel wat taboes. Maar ik ben absoluut niet mee bezig met wat in is of zo. Ik vind het ook leuk om juist niet in te zijn.

27


28


Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt.

Maar toch moet je meedraaien met de hedendaagse scene? Op de één of andere manier moet je toch wel een aansluiting vinden? Ik vind het niet belangrijk om mee te draaien. Als mensen me niet hedendaags genoeg vinden, dan is dat gewoon zo. Ik probeer gewoon dingen te maken waar ik zelf in geloof, die ik zelf wil maken. Desnoods sta ik dan naast de hedendaagse scene. Het belangrijkste is dat ik mezelf kan verwonderen.

Is het een reactie voor het conceptuele of naast de koude installaties die je vaak tegenkomt in musea? Misschien is het hiervoor een tegenwicht?

City tree, 2015

Ik ben wel bezig met wat er leeft, ik ga naar heel wat tentoonstellingen. Maar ik streef er niet naar om zaken te maken die daar bij aansluiten. Onbewust ben ik wel beïnvloed, maar ik maak wat ik zelf wil maken. Ik wil niet nog eens een kloon maken van wat er op dit moment “in” is. En ja, ik voel me nauwer verwant met een “ouderwetse” Thierry De Cordier, dan met een coole Jeff Koons. Wat conceptuele kunst betreft, ik ben een typische beelddenker. Ik denk in beelden niet in woorden. Als ik naar een tentoonstelling ga, wil ik kijken, geen woorden vertalen naar beelden of beelden naar woorden. Dat doe ik al hele dagen in het gewone leven!

29


30

Je lijkt heel erg beïnvloed door de Duitse Käthe Kollwitz. Is dat jouw grootste inspiratiebron of zijn er ook nog andere kunstenaars? De link naar Käthe Kollwitz is gemakkelijk gelegd omdat ze ook met houtskool tekende. Toen ik nog een kindje was, ging ik nu en dan kijken naar het treurend ouderpaar, twee beelden van haar die bij ons op het oorlogskerkhof in Vladslo stonden. Het zijn stevige beelden die recht naar het hart gaan. Zo leerde ik haar werk al op vroege leeftijd kennen. Maar het is zeker niet mijn belangrijkste inspiratiebron. Mijn invloeden kunnen heel divers zijn. Ik hou van de hardheid, de intensiteit van Martin Kippenberger, maar tegelijkertijd van de zachtheid en wazigheid waarmee Gerhard Richter schildert. Ik werk zelf in zwart-wit, maar hou evenzeer van de kleurrijke snippers van Guy Mees. Of van de manier waarop René Heyvaert kleuren en vormen onderzocht.

Stairs, 2013


Een soort van raadselachtige sfeer waarin je verloren loopt.

Het werk van Cecily Brown vind ik zeer erotisch, bij Baselitz kom ik dan weer heel heftige, ontroerende composities tegen. Het vuile, het menselijke trekt me ook heel erg aan, werk waar zweet en bloed aan kleeft. Ik denk aan Philippe Vandenberg of Louise Bourgeois. Vorige week was ik op een lezing van fotograaf Geert Goiris. Hij gebruikt vaak een overload aan wit, dat heb ik ook een paar keer gedaan. Een bepaalde hoeveelheid wit kan zeer mystiek zijn, helend zoals bij James Turrell.

31

Bossom, 2008


32

Je expo heet “After Barking”. Je tekent met houtskool, maar je versnijdt ook je doeken en je maakt op die manier een soort puzzel om een gelaagdheid te hebben. Hoe ben je er bij gekomen om honden uit te beelden? Is dat iets uit je persoonlijke leefwereld Of is dat door toeval? Omdat honden sterke dieren zijn met een sterke kop? Voor mijn eerste serie zocht ik mijn inspiratie in Oekraïne. Maar ergens stelde ik me de vraag of het wel noodzakelijk was om vreemd te gaan, of ik niet gewoon een onderwerp kon zoeken bij de deur. En dat heb ik letterlijk gedaan. Naast mijn atelier, in het Citadelpark, is er een hondenasiel. Ik vond dat een vreemd, mysterieus gebouw. Een witte kubus in het midden van het park waaruit hondengeblaf komt. Ik was eigenlijk wel benieuwd wat er achter die muren gebeurde. Uiteindelijk ben ik daar binnen geweest en heb ik mij een lidkaart gekocht van het hondenasiel. Ik ging wandelen met de meest zielige honden van het asiel, echt sukkelaars met zweren op hun hoofd en manke poten.

Dog with line, 2010


Een soort van raadselachtige sfeer

Confrontation, 2011

waarin je verloren loopt.

33



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.