ERKEN EN THEATERS RELIGIE VERSUS PROFAAN TONEEL LUC OH000HE Godsdienst en theater hebben het, aLthans in de geschiedenis van West-Europa, ze[den goed met eLkaar kunnen vinden, dit niettegenstaande hun gemeenschappeLijke worteLs. Toch hebben retigieuze ritueLen en ruimteconcepten een grote invLoed gehad op het theater van de twintigste eeuw, voornameLijk op het vLak van de participatie. Genesis
Scheiding van reLigie en theater
Het antieke Griekse theater dankt haar ontstaan aan de reUgieuze ritueen binnen de gemeenschap naar aaneiding van speciaLe Een aantaL van deze gebeurtenissen, zoaLs geboorte, dood, huweLijk ritueLen zijn geLeideLijk vergroeid tot spektakeL, waarbij de deeLnemers zich verkLeden in goden of in bovennatuurLijke krachten. Dat is onder
In de Loop van de eeuwen die hier op volgen, ontwikkelen deze oorden zich tot monumentale burgerlijke amfitheaters voor dramatische kunsten. Bij de Romeinen krijgen tempel en theater een speciale plaats in de stad, aansluitend aan het forum. De open structuren verdwijnen achter monumentale gevels met centrale inkompartij: theater en religie komen als zelfstandige entiteiten rechtstreeks onder het gezag van de keizer te staan.
. . .
(‘“[
.
.
.
.
..
..
..:....
Theater van Dionysos Athene
meer het geval voor de feestelijkheden ter ere van Dionysos, de god van de vruchtbaarheid, de wijngaard, de akkerbouw en de jacht. Ze vinden plaats op het land, buiten de stad, niet in een tempel maar tegen een berghelling ernaast. Tempels zijn immers verblijfplaatsen van
Theater van Marcettus, Rome 15-1 1 vC
Het is pas wanneer het christendom door de keizer erkend wordt dat de eerste kerkgebouwen in de stad verschijnen. En tegelijk ook de spelregels en de misbruiken. Zo krijgt men meerdere malen te lezen1 in verordeningen van concilies en geschriften van kerkvaders, dat bisschoppen of geestelijken geen “feesten mogen arrangeren in de kerk, tenzij het er om gaat aan reizigers gastvrijheid te betonen. Ook zal men zoveel mogelijk verhinderen dat leken hun banketten in de kerk houden.” (Derde conciUe van Carthago, anno 397). Meer dan vierhonderd jaar later acht men het nodig deze verordening’ te herhalen tijdens het concilie van Aken (816), er uitdrukkelijk bij
Griekse tempets
de goden en mogen aLLeen door priesters betreden worden. Rond een geïmproviseerd aLtaar worden met muziek, zang en dans, fragmenten uitgebeeLd uit de mythoLogie en de geschiedenis van het voLk zeLf. Met de tijd krijgen deze plekken een architecturaLe basisuitrusting, zoals speelvlak en zitplaatsen voor publiek, en evolueert het spel tot een dialoog tussen het religieuze en het profane, met betrekking tot de essentiële vragen over de gangbare spelregels in de maatschappij.
Panthean, Rame 125 nC
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS
5