Maaibeheer geeft nieuwe kansen aan bloemen en bijen
Laat het gras maar groeien De stad beheert ruim 100 hectare grasvelden. Sinds 2013 zijn er plekken waar maar tweemaal per jaar een grasmachine langsrijdt. En daar is een goede reden voor: biodiversiteit. Het gras gewoon laten groeien komt met name de bloemetjes en de bijtjes enorm ten goede. Het gras mag zijn gang gaan op in totaal 20 hectare - zo’n 20% van de hele grasoppervlakte. Dat is bijvoorbeeld zo op de ring, aan de Abdij van Park, de Abdij van Vlierbeek en de Sportoase. Jan Vandyck, hoofd van de dienst groenbeheer: ‘We maaien er natuurlijk wel paden door, zodat voorbijgangers niet door kniehoog gras moeten waden en honden niet hoeven te huppelen als konijntjes.’ ‘Ook op de Stadsbegraafplaats, op plaatsen waar niet begraven wordt, maaien we een stuk minder vaak. We hebben er wilde bloemenmengsels met klaprozen gezaaid en wat bankjes geplaatst. Eerst dachten we nog: een begraafplaats moet net en ordelijk zijn, want dat ligt gevoelig. Maar als mensen zien waarom we dat doen, dan volgt er begrip. We krijgen zelfs spontaan fijne 16
reacties.’ De laatste jaren worden steeds grotere oppervlaktes verhard of versteend, vooral in de steden. Daardoor blijven er maar weinig groene plekjes over voor insecten. Die evolutie probeert de stad te keren door meer groen aan te leggen. En dan gaat het niet om strak afgemaaide gazons, maar om hoog gras, dat een prima leefomgeving creëert voor bijen, vlinders en andere insecten. Rond sommige bomen wordt zelfs helemaal niet gemaaid, omdat veel insecten er overwinteren in holle stengels. In de lente kunnen ze dan weer uitzwermen.
HET WERKT
Uit een onderzoek van de vereniging Natuurpunt blijkt dat in
België 375 soorten bijen leven. 109 komen voor in Leuven, 35 daarvan zijn bedreigd. Vooral wilde bijen hebben het lastig. Maar minder intensief maaien helpt. Intussen zijn de zandbijen en wespbijen goed vertegenwoordigd in Leuven. Er duiken ook zeer zeldzame soorten op, zoals de blauwzwarte houtbij - een kanjer die voor het eerst werd gespot in een tuintje in Kessel-Lo - en de koolzwarte zandbij, die graag in de kruidtuin vertoeft. En ook de wilde bloemen doen het weer goed. Zo duiken er de laatste jaren steeds meer bloeiende planten op in de graslanden: margrieten, rolklavers, korenbloemen en de knautia, een erg zeldzame plant. Zij brengt de knautiabij mee, want de twee kunnen niet zonder elkaar.