In het Kravaalbos werd een boommarter gespot en in de Hogedonk een bever. Slechtvalken vonden al langer een thuis in onze stad en in het stadspark hebben zeldzame orchideeën een plek gevonden. “Maar, één zwaluw maakt de lente niet”, zo waarschuwt Sabrina Courteaux met een toepasselijk gezegde. Sabrina werkt voor de dienst Leefmilieu van de stad. We ontmoetten haar in de Meersstraat in Gijzegem, waar de laatste hand werd gelegd aan een paddenoversteek. Net op de grens van Gijzegem en Mespelare ligt een ondergelopen stukje grasland, letterlijk een kweekvijver voor amfibieën. Amfibieën trekken van begin februari tot eind maart naar beken en poelen om er te paren en eitjes af te zetten. Niet zonder gevaar natuurlijk, veel dieren sterven bij het oversteken van straten. Om de paddentrek iets minder moordend te maken legt Stad Aalst voor het vijfde jaar op rij een 400 meter lange plastic keermuur aan, met daarvoor een aantal ingegraven emmers. De dieren die in de emmers belanden, worden door buurtbewoners, schoolkinderen en medewerkers van Natuurpunt veilig naar de overkant gebracht. Vorig jaar werden hier maar liefst 2 136 padden, 221 kikkers en 6 salamanders overgezet. Het is maar één van de vele acties die de stad onderneemt om de natuur op ons grondgebied een overlevingskans te geven. Sabrina: “Deze overzetplaats heeft zeker al haar nut bewezen. De populatie salamanders is hier vrij klein, maar één ervan was wel een zeldzame vinpootsalamander. Niet alleen hier doen we inspanningen. Op de hoek van de Blektestraat met de Vijverstraat in Hofstade legt de stad een ‘ecoduiker met looprichel’ aan, een tunnel voor de dieren onder de straat.” Mogen we stellen dat ons leefmilieu zich beetje bij beetje herstelt? Sabrina: “Er zijn recent toch enkele waarnemingen gedaan van diersoorten die al lang niet meer gezien waren op ons grondgebied. Maar het gaat natuurlijk om zeldzame verschijningen. Om deze kwetsbare soorten in stand te houden hebben ze ook een leefgebied nodig dat hen de gelegenheid biedt om zich te voeden en voort te planten.”
Stad Aalst legde een keermuur aan langs de Meersstraat.
Welke acties onderneemt de stad om de fauna en flora in stand te houden? Sabrina: “Eerst en vooral beheren we het openbaar groen op een natuurvriendelijke manier. Zo beheren we de graslanden in onze parken liever als hooiweide dan als gazon. Chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken we al jaren niet meer en we ondernemen soortgerichte acties ten voordele van vleermuizen, roofvogels, amfibieën en bijen, maar ook van bijzondere planten en bomen. Zo groeit de zeer zeldzame bergnachtorchis in ons stadspark en staan er in Nieuwerkerken en op de grens met Hekelgem nog enkele zwarte populieren, een boomsoort die met uitsterven wordt bedreigd.” Meer en meer burgers ondernemen zelf actie om de natuur ter hulp te snellen. Hoe kunnen zij op jullie steun rekenen? Sabrina: “We promoten kringlooptuinieren, geven advies bij heraanplantingen, of doen acties rond streekeigen beplanting. Onze samenwerking met het Regionaal Landschap Schelde-Durme speelt hierin ook een belangrijke rol. En niet te vergeten: we geven allerhande premies. Zo kun je via ons premies krijgen voor het onderhoud én het aanplanten van hagen, knotbomen, streekeigen bomen, heggen, houtkanten en poelen en voor het aanplanten van hoogstamfruitbomen.”
23