3 minute read

Sherman de Jesus

Interview Sherman de Jesus

Sherman de Jesus presenteert tijdens de Black Achievement Month zijn nieuwe film The Photograph. Daarin gaat de filmmaker op zoek gaat naar het verhaal achter de portretfoto die zijn opa in de jaren ’20 in New York liet maken. Natuurlijk was hij altijd wel benieuwd naar zijn grootvader Juan, maar pas toen hij een adres op de achterkant diens pasfoto vond, ging Sherman de Jesus echt op zoek. “Die pasfoto lag altijd bij ons in huis, maar ik wist niet veel over hem, behalve dat hij een zeeman was. Later ontdekte ik een stempel van de Gaynella Greenlee Guarantee Photo Studio op de achterkant. Dat bleek de portretstudio van James Van Der Zee te zijn, die in de jaren twintig en dertig de zwarte bevolking van Harlem fotografeerde. Dat maakte wel nieuwsgierig natuurlijk.”

Advertisement

De op Curaçao geboren De Jesus begon zo’n veertig jaar geleden als filmmaker bij de Wereldomroep en ontwikkelde tot een productief producent en regisseur. Samen met Cécile van Eijk produceerde hij als Memphis Film en Television onder meer de verzetsfilm Boy Ecury en Ida Does’ documentaire Nieuw licht – het Rijksmuseum en de slavernij. Zelf regisseerde De Jesus het bekroonde A Shtetl in the Caribbean en films over onder meer voetbal (Leve het bruine monster) en het migrantenbestaan in Nederland (De wijde wereld). Ook portretteerde hij verschillende kunstenaars, onder wie Jan Schoonhoven, Frank Martinus Arion en Hipólito Ocalia.

Na al die jaren werkt De Jesus liever niet meer met een nauwgezet plan. “Er is natuurlijk research en planning. Maar ergens moet je er ook op vertrouwen dat de film zichzelf maakt. Ik heb bijvoorbeeld verschillende nulkunstenaars geportretteerd, die werkten met gevonden materialen en verhieven het alledaagse tot kunst. Zo zie ik documentaires ook een beetje: de waarachtigheid van de film is belangrijker dan ik als maker. Of anders gezegd: hoe minder ik doe, hoe beter het voor de productie is.”

Het levert in het geval van The Photograph een bijzonder kleurrijke en frisse film op. Minutieus loopt De Jesus eerst de stappen van zijn grootvader na, om zich vervolgens onbevangen door de geschiedenis van Harlem te laten leiden: via Van Der Zee komen we bij Marcus Garvey uit en een ontmoeting met straatfotograaf Jamel Shabazz leidt tot het bezoek aan een Afro-Amerikaans helingsritueel op het strand van Coney Island.

The Photograph gaat ook over de samenkomst van twee werelden, aldus De Jesus. “Mijn grootvader groeide op op Curaçao toen de slavernij er nog niet zo lang was afgeschaft. Dat gebeurde in diepe armoede, want mogelijkheden om geld te verdienen waren er amper voor zwarte mensen. Je kon naar Cuba suikerriet kappen, op een plantage werken of zeeman worden op de vaart. Kan je je dus voorstellen wat voor indruk New York gemaakt moet hebben op hem? Al die overweldigende rijkdom en bedrijvigheid, hoe beleefde hij die?”

Die samenkomst culmineert voor de filmmaker in het moment dat zijn opa bij Van Der Zee op de stoel plaatsneemt voor zijn portret. “Juan moet over Harlem gehoord hebben, toen hij in New York aankwam. Dat Manhattan was in die tijd natuurlijk off-limits voor een zwarte man, maar in Harlem met zijn jazz, mode en avant-garde kunst, daar gebeurde het. Hoe zou hij het er gevonden hebben? En wat dacht hij toen hij die foto liet maken? Want uiteindelijk zie ik de film vooral als een verbeelding van het moment dat Juan bij Van Der Zee op de stoel plaatsneemt. Hij gaat zitten, de camera wordt opgesteld en dan die flits voor de foto. Wat er dan door zijn hoofd schiet. Dát moment is de kern van de film.”

Ook Sherman zelf werd gegrepen door de zwarte cultuur van Harlem en ontdekte tijdens het filmen hoe groot de band tussen New York en het Caribisch gebied eigenlijk is. “Ik had er nooit bij stilgestaan dat die band zo sterk was. En ook niet hoe belangrijk die migratie voor het culturele leven van New York is geweest. Er zaten bijvoorbeeld prominente figuren bij: Marcus Garvey kwam uit Jamaica, Malcolm X heeft een band met de Cariben, net als saxofonist Sonny Rollins. Je hoeft niet eens te goed te kijken om het te vinden, hoor. Ik zou bijna zeggen: als je de Caribische invloed uit New York haalt, blijft er weinig over.”