Insectenbrochure

Page 8

Een wonderwereld van insecten: ook in jouw tuin!

steenhommel

Onbekend is onbemind, dat geldt zeker voor insecten. Eerlijk, wat weet je echt van de kriebeldiertjes die in de meeste tuinen regelmatig of zelfs talrijk voorkomen? Wist je bijvoorbeeld dat insecten een onmisbare schakel vormen voor het natuurlijke evenwicht, ook in jouw tuin? Ze helpen actief mee om afval te verteren, bloemen en bloesems te bestuiven, lastige ondiertjes te verdelgen, en nog zoveel meer. Bovendien zijn het wonderlijke wezentjes om te bekijken en hun - vaak onvoorstelbaar boeiende - leefwijze te leren kennen. Laat je meeslepen in de wonderwereld van de insecten. In jouw eigen tuin! Zilvervisjes horen bij de meest primitieve insecten. Ze kunnen acht tot tien jaar worden: zeer respectabel voor een insect! Je komt ze zelden tegen, maar toch komen ze in vrijwel elke keuken, zolder of kelder voor. Zilvervisjes houden van donker en vochtig, ze lusten ongeveer alle organische stoffen in huis: suiker, papier, lijm, leer, stof, kruimeltjes, ‌ Echt schadelijk zijn ze nooit. Zilvervisjes kunnen niet vliegen, maar zijn wel supersnel, je krijgt ze moeilijk te pakken. Ze vervellen ook als volwassen diertje, wat andere volgroeide insecten nooit doen. Mannelijke zilvervisjes zijn zeldzaam. Daarom plan-

ten de vrouwtjes zich vaak voort zonder bevruchting. Is er wel een mannetje in de buurt, dan blijken zilvervisjes een opwindend seksleven te hebben. Het mannetje spint in een hoekje wat draden en deponeert daaronder een druppeltje sperma. Het vrouwtje wordt vervolgens onder de draad gelokt, ze draait zich om en begint een soort ballet waarbij mannetje en vrouwtje dezelfde bewegingen maken. Het mannetje probeert daarbij het vrouwtje met haar achterlijf net boven zijn druppeltje zaad te krijgen, zodat ze bevrucht wordt. Springstaarten zijn erg klein, je krijgt ze niet gemakkelijk te zien. Toch leven ze in grote aantallen op organisch afval, zoals bladval en plantenresten. Het zijn belangrijke opruimers in de natuur! Zelf prijken ze dan weer op het menu van loopkevers en andere roofinsecten, spinnen, tuinvogels (mezen, heggemus, winterkoning, roodborst) en andere insecteneters (spitsmuizen, egels). Laat daarom zoveel mogelijk bladafval en strooisel liggen. Zo krijg je heel wat leven in de tuin! Libellen en waterjuffers zijn nauwe verwanten. Libellen zijn fors gebouwd en houden hun vleugels in rust steeds open gespreid. Waterjuffers zijn erg slank en meestal kleiner, in rust houden ze hun vleugels naast het lichaam. De larven van beiden leven altijd in het water. Een poel is dus onmisbaar om deze sierlijke diertjes naar de tuin te lokken. Zowel de larve als het volwassen dier zijn volleerde rovers. De larve jaagt op muggenlarven in het water, de volwassen insecten op vliegende muggen en vele andere insecten. Die vangen ze met hun poten, waarmee ze een vangnetje maken. Voor mensen zijn libellen en waterjuffers echter compleet ongevaarlijk. Het volksgeloof - dat ze kunnen steken - berust helemaal op niets. Wie libellen en waterjuffers in de tuin wil, houdt er in de tuinvijver liefst geen (grote) vissen op na. De diertjes hebben ook nood aan voldoende waterplanten om als volgroeide larve uit het water te klauteren, uit de larvehuid te kruipen en als volwassen insect te verschijnen. Eens de vleugels uitgestrekt en gedroogd zijn kan het dier zijn vliegkunsten demonstreren. Veldsprinkhanen hebben korte voelsprieten en eten enkel planten. Ze verkiezen grotere tuinen met INSECTENBROCHURE P.08


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.