
3 minute read
niemand haalt mij in
by Solidaris
De Nationale Spelen van Special Olympics Belgium vonden plaats tijdens het Hemelvaartweekend. Een moment dat elk jaar met stip in de agenda van Wouter (31) staat. Want het sportevenement is heilig voor deze atleet. Als een editie ten einde loopt, telt hij al af naar volgend jaar. “Nog enkele trainingen en dan wil ik weer kampioen worden!” beste vriend Igor. Die springt in dezelfde categorie. Al vindt Wouter dat geen probleem. Hij kijkt ernaar uit en gunt zijn kompaan de winst even hard.
Special Olympics en regels
Daarnaast beoefent Wouter softbal (‘light’ versie van kogelstoten met een lichtere kogel). In die competitie verging het hem vorig jaar minder goed. Hij werd gediskwalificeerd. “Ik was te sterk. Ik gooide te ver”, legt hij uit. Hoezo, kan je té goed zijn? “Vooraf moet elke deelnemer een maximumtijd of -afstand doorgeven, gebaseerd op zijn kunnen. Zo worden categorieën gemaakt”, vertelt Michel. “Tijdens wedstrijden geldt de 20 %-regel. Haal je normaal 1 meter? Dan mag je niet verder springen dan 1m20 of je wordt gediskwalificeerd.” Dat doet pijn, maar regels zijn regels, ook bij Special Olympics.
Elke maandag staat er atletiektraining op het programma in Schoonderhage, het dagcentrum te midden van de uitgestrekte weides van het Oost-Vlaamse Herzele waar Wouter zit. Onder het toeziend oog van zijn 2 (sportieve) begeleiders: trainer Tom en coach Michel. Verspringen bijvoorbeeld. Wouter springt vanuit stand. “Je strekt je armen, zwaait ze naar achteren en springt”, zegt hij. 1m20 ver in zijn geval. Misschien wil hij zich later nog toeleggen op verspringen met aanloop. “Dat is moeilijker, maar ik kan het proberen hé”, klinkt het.
Met zo’n 10 deelnames aan de Nationale Spelen van Special Olympics op zijn naam heeft Wouter ervaring. En hij heeft een duidelijk doel: hij wil zijn titel op de 50 meter sprint verlengen. “Ik wil kampioen worden en mijn trainer gaat daarvoor zorgen”, grapt hij. “Ik ben de snelste, niemand haalt mij in.” Maar hij staat dus ook zijn mannetje in het verspringen. In 2022 pakte hij zilver. Dit jaar kampt hij mogelijk tegen zijn
Zo immens als de euforie bij zijn gouden en zilveren medaille, zo groot was Wouters ontgoocheling na het softbal. Maar als hij later het podium op mag met álle atleten, is dat snel vergeten. Want niet alleen goud, zilver en brons, maar álle atleten worden in de bloemetjes gezet.
Special Olymics = bewegen en plezier maken
Daar draait het om: samen gezond bewegen én een fijne tijd beleven. Op woensdag voor de Nationale Spelen vertrekken de atleten van Schoonderhage naar hun overnachtingsplek. Toch altijd een momentje van stress voor Wouter, die hoopt dat hij niet bij snurkers slaapt. “Ik kan echt niet tegen snurken. Als ik slaap, moet het stil zijn.”
Tijdens de openingsceremonie verschijnt de hele ploeg – dit jaar 35 atleten – trots in dezelfde rode outfit. “Ze vormen een hechte groep”, weet Tom. “Ze vangen elkaar op. De mensen die voor het eerst gaan, worden wegwijs gemaakt door diegenen die het al kennen.”
Tijdens de Nationale Spelen van Special Olympics zijn ze elkaars grootste fans. “Ik ga kijken naar mijn vrienden en ik supporter hard. Maar ik kijk ook graag naar andere atleten, vooral de meisjes”, knipoogt Wouter.
Gezonde atleet
’s Ochtends houdt Wouter vast aan een traditie. “Elke dag maak ik de rest wakker met het koekoekslied! Dan even douchen, zodat ik fris aan de start sta. Daarna is het tijd voor een goed ontbijt, belangrijk. Een paar boterhammen met een eitje.”
Ook al is het niet altijd makkelijk, toch probeert hij op zijn voeding te letten. “Ik vul mijn drinkbus met water. Voor de wedstrijd drink ik niets anders. Ik neem wel een suikerwafel mee, voor als ik extra kracht nodig heb.” Na de wedstrijd mag het wel wat losser. “Dan drink ik een goed pintje”, lacht Wouter. Het einde van de Nationale Spe- len van Special Olympics viert de groep traditioneel met een feestmaal. Barbecue, pizza’s … even geen sportmaaltijd dan.
Supporters op post
“Special Olympics zijn het allerbelangrijkste. Vandaag en in de toekomst”, knikt Wouter. Zenuwachtig is hij nooit. Hij gaat er gewoon voor, aangemoedigd door een vaste supporterskern. Zijn ouders zakken altijd af en zijn broer komt kijken als hij kan. Ook dit jaar zullen zijn mama en pluspapa van de partij zijn. “Mét een spandoek!”, zegt hij. Van elke deelname houdt Wouter zijn rug- en buiknummer bij. “Ze hangen in mijn slaapkamer, met mijn medailles. En er mogen er nog veel bijkomen!”
