
7 minute read
Lokale oplossingen voor
De coronapandemie legde de structurele handicaps van de globalisering ongenadig bloot. Maar onderhuids sluimerde de ban op internationale handelsstromen al een tijdje. Is lokale productie het juiste antwoord? En welke gevolgen brengt dat met zich mee?
Advertisement
Internationale productieketens haperden, aanvoerlijnen stokten, havens verstikten in de opgestapelde containers. De coronapandemie legde de kwetsbaarheid van het wereldwijde handelsverkeer bloot. Zowat 75 procent van de wereldhandel bestaat uit onderdelen die producenten elkaar toespelen, blijkt uit het ‘Globalization in Transition’-rapport van McKinsey Global Institute. Zowat 1 op de 5 Belgische jobs is rechtstreeks gelinkt aan de internationale handel, in Vlaanderen is dat zelfs 1 op de 3.
Die wereldhandel is niet meer dan een ingewikkeld raderwerk waar een kleine zandkorrel voldoende is om het tandwiel bruusk te stoppen. De voorbije vier jaar waren er meerdere zandkorrels die zorgden voor defecten in de machine. In 2019 stak het coronavirus voor het eerst de kop op, wat het begin inluidde van een ongeziene wereldwijde pandemie met gigantische gevolgen die we tot vandaag met ons meeslepen. In 2020 zorgde de brexit voor hevige erupties tussen het Europese vasteland en het Verenigd Koninkrijk, en dan moest de Ever Given in maart 2021 nog eens gedurende een week het Suezkanaal blokkeren, met een enorme file van containerschepen tot gevolg. Van een andere orde is de oorlog in Oekraïne, die naast het vele menselijke leed ook – andermaal – zware economische gevolgen heeft. De mix van al die opeenvolgende gebeurtenissen verklaart de tekorten aan goederen en de forse prijsstijgingen voor tal van producten. Heeft de globalisering haar limieten bereikt?
“De globalisering zoals we die tot nog toe kenden in elk geval wel”, zegt Kevin Verbelen, expert internationale handel bij technologiefederatie Agoria. “Maar eigenlijk was er onder de radar al een tijdje iets aan het sluimeren. In 2015 was er al het ‘Made in China 2025’-plan van de Chinese overheid. Streefdoel was om kerntechnologische sectoren te identificeren en intern verder te ontwikkelen”, duidt Verbelen. China staat daarmee niet alleen: kijk maar naar de ‘Make America Great’-campagne. Dichter bij huis heeft ook Europa met zijn ‘open strategic autonomy’ een eigen industrieel beleid in de steigers gezet. “Er broedt dus duidelijk iets op het vlak van internationale handel. Er wordt veel strategischer nagedacht over samenwerking met de rest van de wereld”, aldus Verbelen.
“Toch is het niet duidelijk in hoeverre dit alles daadwerkelijk van invloed zal zijn op de manier waarop handel wordt gedreven of hoe de markten functioneren”, zegt Koen De Leus, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis. Globalisering is op zich een vrij recent fenomeen in de economische geschiedenis. Ze kwam pas na 1980 tot volle wasdom, onder impuls van technologische vooruitgang. De ICTevolutie maakte dat delen van het productieproces uit elkaar gehaald konden worden, om te produceren daar waar arbeid goedkoop was. “Maar vandaag is ‘just in time’ vervangen door ‘just in case’”, zegt Koen De Leus. “Bedrijven moeten zich wapenen tegen geopolitieke strubbelingen. Alles wijst erop dat regionalisering, en niet globalisering, de toekomst is. Ook de hogere loon- en energieprijzen maken dat het weinig zinvol is om producten met lage marges over de hele wereld te verschepen.”
Bovendien zal de drang naar strengere milieu- en sociale normen meer meespelen. “De zogeheten nearshoring, waarbij een deel van de productie of diensten uitbesteed wordt aan nabijgelegen landen in plaats van verre lagelonenlanden, zal opgang maken”, voorspelt De Leus. “Al zal China een van de belangrijkste productiehubs van de wereldeconomie blijven”, meent De Leus. Die zogeheten ‘local for local strategy’ maakt steeds meer opgang, bevestigt Verbelen. “Lokaal produceren voor een lokale afzetmarkt klinkt op het eerste gezicht niet slecht. Maar besef dat ons land met zijn open economie veel baat heeft bij internationale handel. Er moet bijgevolg ook rekening gehouden worden met jobdestructie”, aldus Verbelen.
Het heeft gewoon geen zin om producten met lage marges over de hele wereld te verschepen.
– Koen De Leus, BNP Paribas Fortis
– Kevin Verbelen, Agoria
Meer automatisering, minder risico in je supplychain

Een Brexit, een pandemie, een schip dat het Suezkanaal blokkeert, een tekort aan computerchips, een gebrek aan schepen en containers,… De afgelopen vijf jaar is er meer gebeurd in de wereld van de supplychain dan in de voorgaande honderd. Bedrijven houden niet van onzekerheid en proberen de impact van dat soort risico’s in te perken. Al kun je ook niet elk risico uitsluiten.
Tot recent speelde supplychainoptimalisatie heel erg in op het inperken van kosten, zegt Tim Hoebeek, managing partner van Quinaptis, een Belgische IT-consultant die zich in logistiek en automatisatie heeft gespecialiseerd. Tegenwoordig gaat het spectrum veel breder. “Nu consumenten een razendsnelle levering van hun e-commerce eisen, moeten bedrijven daarin een nieuw evenwicht zoeken. Veel mensen beseffen het niet, maar leveren binnen de 24 uur is vaak een ongelooflijke tour de force, waar een navenant prijskaartje aan kleeft. Maar je moet als onderneming meedoen, anders verlies je klanten.”
Een mogelijke oplossing die school maakt, is bijvoorbeeld gedeeltelijk lokaal sourcen, zegt Hoebeek. “Dat geeft je meer controle en dus minder risico. Een eigen fabriek neerpoten in China kan ook, maar dan geef je weer een stuk controle op en zit je er allicht decennia aan vast.”
Zoals in zoveel sectoren is er ook in de supplychain een stevige hausse in het gebruik van IT-systemen en intelligente platformen. Die worden onder meer ingezet om aan risico-inperking te doen. “Door het analyseren van data en door het gebruik van artificiële intelligentie krijg je diepgaande inzichten in je supplychain”, zegt Tim Hoebeek. “Zoals onder meer waar de zwakke schakels in je ketting zitten, bijvoorbeeld omwille van de locatie waar je produceert.”
Door de coronapandemie werd nog een andere deugd van automatisering duidelijk. “Er waren gewoonweg niet genoeg mensen om de werkvloer te bevolken”, legt Hoebeek uit. “Door te automatiseren kun je de beschikbare werkkrachten anders inzetten, veelal in jobs met meer toegevoegde waarde en meer jobvoldoening.”
Dat laatste aspect, arbeid meer toegevoegde waarde meegeven, is sowieso een van de hoofdvoordelen van software, aldus de managing director. “Repetitief werk schaalt slecht bij mensen. Software kan dat veel beter. Je moet ook in de gaten houden dat de mens niet de bottleneck in je bedrijf wordt, bijvoorbeeld in het bedienen van de klanten. Zo riskeer je winst en groei te missen, want de klantenervaring is een essentiele reden waarom mensen voor een bepaald bedrijf kiezen.”
We hebben het de laatste jaren al zo vaak gehoord, maar het blijft een nagel waarop gehamerd moet worden: veel bedrijven zitten op een berg data waar veel te weinig mee gebeurt. “Niet alleen zijn de data vaak onderbenut, ze zijn dikwijls ook niet kwalitatief genoeg”, meent Hoebeek. “De traditionele ERP-systemen zijn daarnaast heel gericht op puur operationele zaken. De focus ligt op een efficiënte uitvoering van individuele processen, ze leggen geen statistische verbanden over heel de keten.”
Met bijvoorbeeld technieken als process mining kom je al een stuk verder. Daarmee kun je visualiseren en analyseren hoe bedrijfsprocessen worden afgehandeld en hier anomaliën in opsporen. “Een heel simpel voorbeeld is het aankopen van een goed: je stuurt een order, je neemt het goed in ontvangst, je krijgt een factuur en je betaalt. Zo zou het moeten lopen. Maar door daar datagedreven procesanalyse op los te laten, merk je dat er in je bedrijf 36 varianten van die logische afhandeling bestaan. Soms wordt er betaald voor een goed binnenkomt, soms wordt er geen order opgemaakt, soms is er een factuur voor een order en ga zo maar door. Met process mining kun je nagaan hoe dat komt. Is er een machine uitgevallen en moest er administratieve rompslomp ingehaald worden? Gebeurt een bepaalde uitzondering altijd bij dezelfde leverancier? Telkens de logische volgorde niet gevolgd wordt, vertraagt dat je eigen logistiek proces.”
Tot slot: ondernemers moeten weten dat risico inherent is aan de supplychain, zegt Hoebeek. Alles voorspellen of uitsluiten, kan niet. “Had een AI-systeem kunnen voorspellen dat de Ever Given het Suezkanaal zou blokkeren? Tuurlijk niet. Toyota is de chipschaarste tijdens de pandemie goed doorgekomen omdat het bedrijf een strategische voorraad had aangelegd. Maar dat heeft wel een pak geld gekost, en intussen is hun voorraad op en haalt ook Toyota haar targets niet meer. Het is allemaal een kwestie van afwegen.”

Tim Hoebeek
Managing Partner
Quinaptis levert ondernemingen inzichten in hun globale supplychain, verhoogt hun wendbaarheid door hun logistiek te laten excelleren en innoveert met de meest baanbrekende technologie. Het bedrijf combineert datagedreven inzichten met de implementatie van o.a. SAP logistieke systemen en zet technologie slim in om te innoveren en de time to value te verkorten. Quinaptis is gevestigd in Wilrijk.