14 minute read

Houvast vinden bij kanker

Hoe gaat een mens om met de diepe emoties die een kankerdiagnose teweegbrengt? Heel wat organisaties en initiatieven bieden professionele steun en expertise. Niet enkel aan patiënten, maar ook aan wie naast hen staat. Want kanker heb je nooit alleen.

Door Heleen Driesen

Advertisement

‘Hoe vertel ik het aan de kinderen? Wat betekent dit voor de relatie met mijn partner? Wanneer kan ik terug aan het werk? Zal ik ooit nog kinderen kunnen krijgen?’ Patiënten die het verdict ‘kanker’ krijgen, worden geconfronteerd met vragen op alle levensdomeinen. Iedere vraag over kanker is een heel persoonlijke vraag, weet Annabelle Kievit, die als oncopsycholoog verbonden is aan het Imeldaziekenhuis in Bonheiden. “Welke reacties en emoties de ziekte bij mensen oproept is afhankelijk van diagnose tot diagnose en van ieders persoonlijke situatie en voorgeschiedenis. Als psycholoog proberen we het verschil te maken door gedachten en gevoelens te herkennen, te benoemen en alternatieven aan te reiken.”

De psychologische ondersteuning die vanuit het ziekenhuis geboden wordt is geheel vrijblijvend, vertelt Annabelle Kievit. “We laten mensen zoveel mogelijk in hun eigen kracht. Patiënten beslissen zelf of ze al dan niet een beroep op ons doen. Wel proberen we de drempel zo laag mogelijk te houden. Zowel de patiënt als de partner, goede vriendin of dichte buur kan bij ons terecht. In elke fase van de verwerking proberen we om vragen en zorgen bespreekbaar te maken. Spreken heeft een zekere regulerende functie: vanaf het moment dat mensen hun emoties uitspreken, vallen die vaak ook beter te hanteren.” Nochtans is praten over kanker soms allesbehalve evident, erkent de oncopsycholoog. Niet voor de patiënt, noch voor de naaste omgeving. “Mensen gaan directe conversaties vaak uit de weg om de ander te sparen, terwijl het net heel belangrijk is om met elkaar te blijven spreken van partner tot partner of van vader tot dochter”, aldus Kievit. “Zeker in een palliatief traject nemen mensen elkaar vaak in bescherming. Toch kan het bijzonder mooi en waardevol zijn om samen te spreken over welke muziek er gespeeld mag worden op de begrafenis of wie er allemaal een kaartje moet krijgen. Levenseinde bespreekbaar maken is óók zorgen voor elkaar.”

Het gezin van kankeronderzoeker dr. Johan Swinnen werd ruim tien jaar geleden zelf getroffen door een bikkelharde diagnose. Bij zoon Pieter (25), toen 13 jaar, werd een uitgezaaide hersentumor vastgesteld. Pieter ging door ettelijke operaties, chemotherapieën en bestralingen. Het was een erg zware en ingrijpende periode, vertelt dr. Johan Swinnen. “Vandaag zijn we enorm gelukkig dat we onze zoon nog bij ons hebben. Voor Pieter komt het wel met een prijs: hij heeft evenwichtsproblemen en kan niet ver stappen, heeft problemen met zijn gezicht en gehoor en voelt zich vaak misselijk en vermoeid. Zijn droom om burgerlijk ingenieur te worden heeft hij moeten opbergen. Toch wil hij zich absoluut zinvol inzetten voor de maatschappij. Hij is nu creatief tekenaar in een activiteitencentrum, waar hij cartoons tekent in opdracht van diverse organisaties, onder andere voor kankercounteren.be. Daar haalt hij veel plezier en voldoening uit. Ik kan er als ouder alleen maar fier en met bewondering naar kijken.”

Geleidelijk aan heeft zijn zoon zijn ziekte leren aanvaarden, ziet dr. Johan Swinnen. Daar heeft zijn positieve ingesteldheid veel mee te maken, maar ook de steun die het gezin van vele kanten mocht ontvangen. “Pieter heeft onder andere veel gehad aan de buddywerking voor jongeren met kanker. Hij heeft ook heel wat vrienden gemaakt tijdens wandelbabbels met leeftijdsgenoten met kanker, georganiseerd door Kom op tegen Kanker. Zelf hebben mijn vrouw en ik veel kracht gehaald uit contacten met ouders van lotgenoten. Dankbaar zijn we ook voor een vzw als Villa Rozerood in De Panne, waar gezinnen met een langdurig ziek kind even op adem kunnen komen. Heel mooie initiatieven zijn verder de inloophuizen, de zorghuizen voor alleenstaande patiënten, de Levenslopen van de Stichting tegen Kanker of de Kankerlijn van Kom op tegen Kanker.”

Om steun en verbondenheid te creëren zet dr. Johan Swinnen zich actief in voor nieuwe initiatieven. Tijdens corona lanceerde hij nog de actie ‘Hou(t) me vast’, waarbij mensen een figuurtje van hout kunnen opdragen aan een kankerpatiënt. “Elk van de bijna 2000 ‘hou(t) vastjes’ die intussen geschonken zijn, wil mensen met kanker een hart onder de riem steken: we denken aan jou nu je het moeilijk hebt.” Kankerlijn

De Kankerlijn van Kom op tegen Kanker biedt een luisterend oor, deskundig advies en informatie aan mensen die zelf de diagnose van kanker kregen of die in hun naaste omgeving getroffen werden door de ziekte. Op het nummer 0800 35 445 kunnen (ex-)patiënten en hun naasten in alle vertrouwelijkheid terecht met hun vragen over de medische, psychologische, sociale en juridische aspecten van kanker. De Kankerlijn is elke werkdag bereikbaar van 9u tot 12u en van 13u tot 17u.

100 vragen en antwoorden over kanker

Wat is het risico dat ik kanker krijg? Kan ik kanker voorkomen? Hoe vraag ik na een diagnose een tweede mening? Waar vind ik ondersteuning bij en na kanker? Johan Swinnen, kankeronderzoeker aan de KU Leuven en gekend van zijn looptochten naar Compostela en Rome, beantwoordt in Kanker – 100 vragen en antwoorden uitgebreid de meestgestelde vragen over kanker. Het boek is gemaakt in samenwerking met het Antikankerfonds en Kom op tegen Kanker.

Gerust in je vertrouwde omgeving.

Met een traplift van Comfortlift geniet je nog jaren van je volledige woning en je vertrouwde omgeving. Op een veilige en comfortabele manier kan je elk moment samen koesteren. Comfortlift biedt je opnieuw toekomstperspectief en de zekerheid dat je nog een hele tijd in je huis kan blijven wonen.

Bel voor gratis prijsofferte

0800 20 950

comfortlift.be

Gezocht puppy pleegouder(s)

Verkeerd geparkeerde auto’s, wegenwerken, vuilnis op de stoep… De meesten onder ons ontlopen dit met gemak, maar voor een slechtziende of blinde persoon maken deze obstakels het dagelijks traject ontzettend moeilijk. De stoep wordt als het ware een hindernissenparcours. Het Belgisch Centrum voor Geleidehonden helpt personen met een visuele beperking door geleidehonden op te leiden. Een geleidehond geeft stoepranden aan, ontwijkt hindernissen, zoekt oversteekplaatsen, bushaltes of trappen en zorgt ervoor dat de gebruiker veilig kan deelnemen aan het verkeer.

Het Belgisch Centrum voor Geleidehonden koopt en kweekt honden met een goede slaagkans en bezorgt hen een opleiding door professionele trainers. Geleidehonden opleiden is echter niet mogelijk zonder de hulp van de uiterst belangrijke pleeggezinnen die deze honden opvangen, socialiseren en huisvesten. Minder pleeggezinnen betekent minder puppy’s kweken of aankopen. Minder puppy’s betekent minder geleidehonden voor personen die hier echt nood aan hebben.

Daarom is het Belgisch Centrum voor Geleidehonden op zoek naar vrijwilligers die helpen met het opvoeden en opvangen van de pups of de honden in training. Geïnteresseerden kunnen op basis van hun beschikbaarheid kiezen welke vorm van pleeggezin het best bij hen past: tijdens het eerste levensjaar van de pup of enkel tijdens vakantieperiodes, ’s avonds en in het weekend als opvanggezin voor de honden in training of voor de moederhonden zelfs gedurende hun volledige leven. Pleeggezinnen krijgen ondersteuning en begeleiding van de puppyinstructeurs van het BCG. Alle medische kosten, voeding, mand en trainingsspeeltjes worden vergoed.

Het opleiden van die geleidehonden is erg tijdsintensief. Dit komt onder meer omdat we de effectieve training tot geleidehond pas starten als de honden 14 maanden oud zijn. Door het lange traject kost een geleidehond zo’n 20.000 tot 25.000 euro. De meeste geleidehondgebruikers maken aanspraak een toelage van de overheid, maar deze is ontoereikend. Toch bieden wij de hond gratis aan aan personen met een visuele beperking. Aangezien wij afhankelijk zijn van giften, schenkingen en nalatenschappen, hebben we uw hulp nodig om dit te kunnen blijven doen.

Wil u meer weten over het centrum, de werking, over hoe u ons kan steunen of over hoe u zelf een actie kan organiseren? Neem contact met ons op op via 012 23 43 19 of kijk op www.geleidehond.be.

Heb je interesse om pleeggezin te worden? Surf dan naar

www.puppyzoektpleeggezin.be, scan de QR-code of neem contact op via 012/23 43 19. We nodigen je graag vrijblijvend uit op een infosessie.

Meerwaarde van ziekteverzekering was nog nooit zo duidelijk

Dat een goede gezondheid zowat het meest kostbare is waar we als mens over kunnen beschikken, werd tijdens de coronapandemie meer dan ooit benadrukt. De afgelopen twee jaar beheersten besmettingscijfers en de bezettingsgraad van ziekenhuisbedden de actualiteit. Mede hierdoor staan we met zijn allen net iets vaker stil bij onze eigen fysieke en mentale toestand.

Dat geldt uiteraard niet in het minst voor de pechvogels die in deze periode zelf in een ziekenhuisbed belandden. In die context kwam de werking van het gezondheidszorgsysteem duidelijk in de spotlights te staan. Hoewel dit mechanisme uiteraard niet onfeilbaar is, heeft België hoe dan ook een van de best uitgebouwde systemen ter wereld. Ons land behoort tot de wereldtop wanneer het gaat over medische expertise en infrastructuur. En laat ons eerlijk zijn, de organisatie van de vaccincampagne en vaccinatiecentra was top. De opvangkracht van het medische en paramedische vangnet is met andere woorden bovengemiddeld, en daar mogen we terecht fier op zijn.

Dit systeem is kostbaar, maar heeft uiteraard ook zijn prijs. Zo blijkt uit cijfers van het RIZIV en de OESO dat onze gezondheidszorg in 2018 (laatst gekende en gevalideerde jaar) ongeveer 31 miljard euro kostte. Dat komt neer op 2700 euro netto per Belg per jaar. Uit berekeningen blijkt dat er van elke 100 euro die we aan belastingen betalen 14,2 euro rechtstreeks naar de gezondheidszorg gaat. Die inkomsten zorgen ervoor dat vandaag zo’n 76 procent van de volledige kost van dit systeem wordt betaald door de publieke overheid. Dat betekent dat 24 procent van het totale kostenplaatje betaald wordt door de patiënt zelf. Uiteraard bestaan ook voor dit luik verschillende systemen die ervoor zorgen dat de patiënt dit niet zuiver vanuit de eigen portemonnee moet bijdragen. Men kan deze kosten in de praktijk voor een belangrijk deel opvangen door het afsluiten van (gezondheids-)verzekeringen. Zeker in deze financieel onzekere tijden waarin het leven bovendien alsmaar duurder wordt door de enorme inflatie en energiecrisis kan dit een erg kostbaar en kostenbesparend instrument zijn.

Een indirect gevolg van de coronapandemie is dat we de ontegensprekelijke meerwaarde van deze producten duidelijker zijn gaan inzien. Dat blijkt ook op het terrein. “We zien dat het aantal mensen dat hun ziekenfondsbijdrage niet betaalt sinds de uitbraak van de pandemie duidelijk is afgenomen”, vertelt Wim Van Hecke, algemeen directeur van het Neutraal Ziekenfonds Vlaanderen. “Daarnaast zien we dat het aantal mensen dat een extra gezondheidsverzekering afsluit zeer duidelijk in de lift zit. Hier gaat het dan meestal om een hospitalisatieverzekering, maar ook om ambulante of tandverzekeringen.”

Met andere woorden: we zetten met zijn allen steeds meer de stap richting extra verzekeringen rond onze eigen gezondheidsproblematiek. Een concreter bewijs van het feit dat we meer waarde zijn gaan hechten aan onze gezondheid is nagenoeg ondenkbaar. “Wij zien uiteraard deze evolutie. En omdat we denken dat we onze maatschappelijke rol nog beter kunnen vervullen, investeren we als ziekenfonds ook zelf in deze verzekeringsproducten”, gaat Van Hecke verder.

Het is dan ook precies die maatschappelijke insteek die centraal staat voor het Neutraal Ziekenfonds Vlaanderen. “Zo weigeren wij voor onze producten niemand op basis van hun medische voorgeschiedenis. Dat is een belangrijk verschil met private hospitalisatieverzekeringen. We zien ook dat heel wat verzekeringen via de werkgever worden afgesloten. Niet iedereen heeft echter het geluk om over een werkgever te beschikken die een hospitalisatieverzekering kan aanbieden. Ook deze mensen moeten kunnen beschikken over solide gezondheidsverzekeringen”, verduidelijkt Van Hecke.

Anders dan voor bepaalde andere commerciële verzekeringspakketten, beoogt het Neutraal Ziekenfonds Vlaanderen geen winst met zijn producten. Van Hecke: “Wij stellen de toegankelijkheid, prijs-kwaliteit van de polis en persoonlijke aanpak centraal. Met onze producten proberen wij steeds een antwoord te bieden op de specifieke noden van iedere klant, en dat aan een marktconforme prijs.” Die bewuste persoonlijke aanpak gecombineerd met sterke polissen werkt. Dat blijkt ook uit het oordeel van consumentenorganisatie Test-Aankoop. “Uit een van hun meest recente vergelijkende studies komen onze hospitalisatieverzekeringen zeer duidelijk naar voren als een van de beste leerlingen van de klas. Daar zijn wij, als een van de kleinere ziekenfondsen in Vlaanderen, uiteraard erg fier op”, besluit Van Hecke.

Met onze producten bieden wij steeds een antwoord aan de specifieke noden van iedere klant, en dat met sterke polissen aan een marktconforme prijs.

— Wim Van Hecke

Wim Van Hecke

Algemeen directeur

Het Neutraal Ziekenfonds Vlaanderen (NZVL) wil de gezondheid verzekeren en zorg- en gezondheidsdiensten aanbieden aan zoveel mogelijk inwoners in Vlaanderen. Dat doen ze op een warme familiale, ondernemende en transparante manier. Het Neutraal Ziekenfonds Vlaanderen beschikt over een uitgebreid aanbod diensten en voordelen en betaalbare ambulante, hospitalisatie-, en tandverzekeringen. Het NZVL houdt enkel rekening met de belangen van zijn klanten, is neutraal en maatschappelijk geëngageerd.

Prof. Marc Peeters

CEO, Universitair Ziekenhuis Antwerpen

Digital Healthcare: van zorg tot zegen

Digitaal is het nieuwe normaal. Ook in de gezondheidszorg. Nieuwe technologieën effenen daar het pad naar een efficiëntere én nog betere zorgverlening. “E-health komt zowel de arts als de patiënt ten goede”, klinkt het bij Marc Peeters, CEO van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

Wie vandaag een ziekenhuis binnenstapt, merkt hoe sterk onze zorg de voorbije jaren veranderde. Net als de hele maatschappij werd ook de medische wereld steeds digitaler. “Een tendens die werd aangewakkerd vanuit de overheid die steeds meer aanstuurt op thuiszorg en kortere verblijven in de ziekenhuizen”, vertelt professor Peeters, CEO van het UZA. “Daardoor wordt er meer participatie van de patiënt zelf verwacht en is er nood aan heldere communicatie tussen die patiënt, zijn thuiszorgnetwerk en het ziekenhuis. Dat vraagt om een digitale transformatie van onze gezondheidszorg.”

Ook de coronapandemie versnelde de digitalisering van onze zorg. “Patiënten werden opgevolgd via hun smartphone, symptomen werden gerapporteerd op patiëntenplatformen, we deden raadplegingen op afstand, …”, somt professor Peeters op. Al voegt hij er meteen aan toe dat die digitale opmars vandaag weer iets vertraagt. “Deze nieuwe technologieën worden geïmplementeerd in een eerder conservatieve medische wereld: zowel de arts als de patiënt blijft veel belang hechten aan persoonlijk contact. Digital healthcare heeft dus vooral zijn waarde in de stappen voor en na dat contact.”

Delen van data

Vandaag krijgt iedere patiënt al, direct of indirect, met die toenemende digitalisering te maken. Denk maar aan de online afspraaksystemen of aanmeldkiosken die in steeds meer ziekenhuizen opduiken. “De meeste ziekenhuizen hebben ook al een elektronisch patiëntendossier, of ze zijn toch bezig met de overschakeling van papier naar digitaal”, vult professor Peeters aan. “In het UZA hebben we ook een patiëntenportaal waarop we teleconsultaties doen en gebruiken onze specialisten bijvoorbeeld applicaties om hun patiënten vanop afstand te monitoren.”

De verdere digitalisering van de zorg zal zowel voor de patiënt als de zorgverlener voordelen opleveren, klinkt het in het UZA: “Je structureert alle medische data, waardoor ze vlotter gedeeld kunnen worden met alle zorgpartners - van huisarts, over thuisverpleger, tot apotheker. Bovendien krijgen we zo een immense hoeveelheid data van een brede groep patiënten ter beschikking. Daarop kunnen we onze zorg afstemmen en zo de kwaliteit - die in België eigenlijk al erg hoog is - verder bewaken en zelfs nóg verbeteren.”

Van reactief naar preventief

Met digitale zorg kunnen we dus evolueren van een eerder reactieve naar een preventieve gezondheidszorg op basis van data. Zorgverleners zullen gericht medische gegevens kunnen verzamelen via apps en het gedrag van de patiënt snel kunnen bijsturen, waarna ze de verzamelde data op grote schaal kunnen delen om globale gezondheidstrends of epidemieën te detecteren.

Vandaag moet er dan ook vooral gefocust worden op die data-verzameling, klinkt het bij professor Peeters: “Kijk ik naar het UZA? Dan wil ik onze huidige toepassingen voor digitale zorgverlening ziekenhuisbreed implementeren. Ongeacht om welke medische dienst het gaat, ze zouden allemaal die digitale innovaties meer moeten uitdragen. Maar we willen - moeten zelfs - het breder zien dan enkel ons ziekenhuis. We zijn in onze Antwerpse regio aan het bekijken hoe we een soort netwerk van gezondheidsdata kunnen creëren, zodat we een groot representatief volume aan medische data bereiken, waarop de gezondheidszorg zich dan zal kunnen baseren.”

Medische data kunnen vlotter gedeeld worden met alle zorgpartners - van huisarts, over thuisverpleger, tot apotheker.

Voortrekkersrol

Om de voordelen van de digitalisering straks ten volle te benutten, moeten echter ook nog enkele praktische hordes worden genomen - zoals over de financiering ervan: “De overheid mag dan een groot voorstander van meer thuiszorg zijn, ze gaat toch nog moeten bekijken hoe ze dit gaat financieren. Als ze daar niet snel knopen in doorhakt, zullen de goede voornemens rond digital healthcare een maat voor niets zijn”, waarschuwt professor Peeters die meteen ook ‘informatiemanagement’ op de agenda zet. “Wie is eigenaar van de verzamelde data? Wat mogen we er precies mee doen? Hoe gaan we ze beschermen? Het datamanagement zal onder strikte regels moeten gebeuren, maar ik ben ervan overtuigd dat België een voortrekker kan zijn om zo’n beleidskader te creëren. Veel van onze ziekenhuizen zijn immers aan het digitaliseren en, onder impuls van onze overheid, zullen we ook versneld met die data aan de slag kunnen gaan. We staan klaar om straks binnen Europa de lead te nemen.”

This article is from: