HOOGBEGAAFDHEID
REIS MEE DOOR DE WERELD VAN HOOGBEGAAFDHEID, INTENSITEIT EN SCHOOLTRAUMA
Een intense reis “Ik kan beter weglopen. Ik ben toch anders dan iedereen en hoor toch nergens bij”. We zaten onder de overkapping buiten in de tuin en mijn zoon was in tranen. Na een zoektocht van jaren en na meegesleurd te zijn van hulpverlener naar hulpverlener was hij helemaal op. Hij was ervan overtuigd dat er iets mis met hem was. “Als er zoveel mensen naar mij kijken en niets helpt. Dan moét er toch wel iets mis zijn met mij?” Maar wás er ook iets mis met hem? Inmiddels helaas wel. Hij was kapot gemaakt door een niet-passend onderwijssysteem en hulpverlening die niet had aangesloten op wat hij nodig had. School voelde voor hem als een toxische omgeving. Hierdoor was zijn window-of-tolerance zeer klein geworden en schoot hij meerdere keren per dag “uit zijn raampje”. ANDERS OPGROEIEN Ons zoontje ontwikkelde zich al als baby ontzettend snel. Hij was nog geen 5 minuten oud en hij tilde al zijn hoofd op om rond te kijken wat de wereld te bieden had. Ook bij het consultatiebureau zagen ze al dat hij voorliep. Hij kon sneller dan andere kinderen figurenpuzzels maken en praatte sneller in hele zinnen. Ze schreven op dat hij een heerlijk ventje was en ik was trots! Alles ging prima. Hij leefde héérlijk intens, vol energie en ontdekte de wereld op volle kracht. Hij keek dan ook enorm uit naar de basisschool. We hebben nog een foto van die eerste dag. Hij was er helemaal klaar voor in zijn nette shirtje met zijn rugzak op zijn rug. Als we toen
“Veel hoogbegaafde mensen ervaren prikkels intenser dan andere mensen, omdat de hersenen hier daadwerkelijk anders op reageren.” hadden geweten welke reis ons te wachten stond, hadden we hem vast niet met zoveel enthousiasme gebracht! Op de basisschool ging het namelijk al snel bergafwaarts. Er werd weliswaar snel een ontwikkelingsvoorsprong geconstateerd (bij hele jonge kinderen spreekt men nog
niet van hoogbegaafdheid, maar van een ontwikkelingsvoorsprong), maar de focus lag vooral op zijn gedrag: niet zo wiebelen, hou op met politieagentje spelen, hou je emoties onder controle, enzovoorts. Van onze leergierige, avontuurlijke zoon met zijn mooie pretoogjes was binnen de kortste tijd niets meer over. Tegen de tijd dat hij in groep 3 zat, zat onze zoon dan ook al op zijn derde basisschool. Op deze school kwam al na het ‘wennen’ de vraag of we hem al hadden laten testen. “Testen? Waarop?” vroegen we. “Hij kan dingen die niet normaal zijn voor zijn leeftijd.” We wisten wel dat hij dingen snel oppakte, maar dat dat misschien niet normaal was, daar hadden we nooit bij stilgestaan. Zo kon hij in de kleuterklas al klokkijken. Dat vonden we eigenlijk nog niet eens zo bijzonder. Tot we op een gegeven moment een stemmetje achter in de auto hoorden zeggen: “Papa, we moeten nog 43 minuten rijden voor we bij opa en oma zijn.” Hij had op basis van de door het navigatiesysteem berekende aankomsttijd uitgerekend hoeveel minuten we nog moesten rijden. Toen hebben we elkaar wel even vol verbazing aangestaard. Gebeurde dit nou echt? Aan hoogbegaafdheid hadden we dus eigenlijk nooit echt gedacht, maar toch bleek school dit goed gezien te hebben! MEER DAN EEN HOOG IQ Helaas eindigde de kennis van school op het gebied van hoogbegaafdheid na deze signalering. Ze waren zich niet bewust van het feit dat hoogbegaafdheid veel meer omvat dan een hoog IQ.
Overexcitabilities Te, te, te... Dat beschrijft veel hoogbegaafden. In de jaren zestig van de vorige eeuw was er een Poolse psycholoog en psychiater genaamd Kazimierz Dąbrowski, die ontdekte dat veel hoogbegaafde mensen bepaalde prikkels intenser ervaren. Hij noemde dit overexcitabilities en herkende vijf verschillende gebieden waarin dit optreedt, namelijk op psychomotorisch, zintuiglijk, intellectueel, creatief en emotioneel vlak. Veel hoogbegaafde mensen ervaren prikkels op een of meerdere van deze gebieden intenser dan andere mensen, omdat de hersenen hier daadwerkelijk anders op reageren. Dat stukje ‘te’ is dus iets dat bij hoogbegaafdheid hoort,
TCC Magazine | 43