Rapport Integrale Opdracht

Page 49

8

Menging Meng gekozen soorten niet individueel, maar plant ze in groepjes van dezelfde soort. Kies voor een ruim plantverband, bijvoorbeeld één exemplaar per twee of drie vierkante meter, of hanteer een driehoeksverband van 2 x 2 x 2 m. Een uitzondering geldt voor Corylus avellana. Deze kan wel individueel uitgeplant worden. Deze heester kan als solitair uitgroeien tot een struik met een doorsnede van 8m breed, maar daar hoeft bij het planten geen rekening mee gehouden te worden. Een plantafstand van 3m is voldoende. Voorkomen beter dan genezen Met de aanleg van een diepe greppel naast het struweel zorgt u ervoor dat de struiken niet de kans krijgen met de wortels het gras- of bouwlandperceel in te groeien.

Kwaliteit en kosten

Beheer

Door ‘niets te doen’ op een strook grond waar u een struweel wilt hebben ontstaat dit op een gegeven moment vanzelf. Dit is de goedkoopste manier van aanleg, maar de duurste als het om beheer gaat. Ook het gewenste eindbeeld laat op deze wijze lang op zich wachten. Dat wil echter niet betekenen dat de aanleg een zeer kostbare aangelegenheid hoeft te zijn. Ook betekent dit niet dat er geen ruimte is voor spontane ontwikkeling, integendeel.

Het behouden van een ecologische bosrand vraagt beheer, met name omdat op den duur boomvormers de overkant kunnen krijgen en lagere heesters kunnen overgroeien. Ingrijpen blijft dan ook altijd noodzakelijk. Beheer kan echter zeer gefaseerd plaatsvinden in perioden van ca. 5-15 jaar. De eerste jaren - totdat een zeker evenwicht is ontstaan - moet echter ook gecontroleerd worden op uitval of het ontstaan van monoculturen van onkruid.

Voor de aanleg, ontwikkeling en instandhouding van ecologische bosranden moet gezocht worden naar een ‘gulden middenweg’ tussen kosten, gewenst eindbeeld en de termijn waarbinnen dit eindbeeld bereikt moet worden. Door te werken met groot (en kostbaar) plantmateriaal is eerder een dicht beeld te bereiken, maar de uitval is relatief groot. Jonge spillen (één- of tweejarig plantmateriaal) slaan sneller aan en halen meerjarig plantmateriaal vaak al na een jaar of twee in wat groei betreft. Als we kijken naar het kostenplaatje, is de besparing dusdanig groot, dat aangeraden wordt om te werken met een combinatie van spillen en meerjarig materiaal, waarbij het meerjarige materiaal puur vanuit recreatief oogpunt wordt toegepast. Kosten plantmateriaal Bij een gemiddelde kostprijs van 3,60 euro per plant en een gemiddelde plantafstand van 1 plant per 2,5m2, komt de prijs per 100m bosrand (gemiddeld 20m diep) op 360,euro.

Tijd

De eerste twee à drie jaar na aanleg van een bosrandvegetatie is het beeld dat van een pas aangelegde beplanting. Het plantmateriaal is nog weinig vertakt en steekt de energie in de ontwikkeling van een wortelgestel. Vanaf de jaren daarna raakt de beplanting redelijk dicht en is reeds een recreatieve waarde bereikt. Voordat ook de gewenste ecologische waarde bereikt is, is minstens 7-10 jaar nodig.

9

Pas dan beginnen de heesters ook echt goed te bloeien en vrucht te dragen en is een gebiedseigen soortenrijk graslandvegetatie ontstaan. Een zorgvuldig, gefaseerd beheersplan moet er vervolgens voor zorgen dat de ecologische waarde (en de soortenrijkdom) alleen maar toeneemt. Wanneer het beheer achterwege blijft, verliest een bosrand al na een jaar of 5-10 zijn functie, omdat niet afgezette boomvormers het stokje dan over nemen en alle licht wegnemen.

Instandhouding Bij het aanplanten van struiken of bomen is (jaarlijkse) controle noodzakelijk om te zien of de nieuwe beplanting niet overwoekerd raakt door opslag van bomen. Als dit het geval is moet de opslag worden verwijderd. Voor de mantel kan een hakhout-beheer worden toegepast. Dit houdt in dat de struiken om de 3 tot 15 jaar bij de grond worden afgezet. Om ook hier weer de variatie te vergroten kan er elk jaar een strook met een lengte van 50 tot 100 meter afgezet worden. Het daaropvolgende jaar wordt er een andere strook afgezet. Doe dit liefst gefaseerd om de bestaande flora en fauna zo min mogelijk ‘uit balans’ te brengen. Snoei nooit meer dan éénderde van de heesters ineens weg. Dik hout kan dienst doen als brandhout en het dunnere hout kunt u verwerken in een takkenhoop of -ril. De zoom kan het beste een maaibeheer krijgen waarbij er elk jaar 33-50 % van de ruigte gemaaid wordt. Het maaitijdstip hangt af van de gewenste vegetatie. Het maaisel kan afgevoerd worden om verruiging te voorkomen en ook kan het in hopen in of naast de bosrand verwerkt worden. Uitval Uitval van de jonge beplanting kunt u tolereren tot circa 30 - 50 % van de hoeveelheid aangebracht plantgoed. Op deze plaatsen zullen zich spontaan andere soorten vestigen (vermoedelijk lijsterbes, berk). Deze spontane ontwikkeling is gewenst. (On)kruid Indien het optreden van brandnetel- en akkerdistelhaarden een probleem vormt, maai de haarden dan enkele keren per jaar met een zeis of bosmaaier. Doe dat voor de bloei en tijdens vochtige weersomstandigheden. U heeft dan kans dat de planten wegrotten. Ongewenste soorten Naast het hierboven genoemde scenario waarbij een monocultuur van onkruiden dreigt te ontstaan, zal ook al het opschot van de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) verwijdert moeten worden. Verwijdering dient in een 8-jaarlijkse beheercyclus 5 te worden opgenomen, zodat ze dan worden verwijdert voordat ze zich uitzaaien.

43


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.