Down and out the back in New Zealand

Page 1

snowboarder magazine 1


Dow n and out the back in New Zealand over kiwi’s en een vliegende hollander tekst: danny kiebert, onthemoon.nl fotos: shane orchard

Hier aan de kust, de Nieuw-Zeeuwse kust...

“Danny, got your seatbelt off?” Nee, natuurlijk niet, ik heb hem vast. Maar goed, als dat is hoe het hier gaat dan doen we dat toch zo. Ik zit achter in een afgeragde Subaru Station onderweg naar Cadrona. Het heeft net drie dagen gesneeuwd en adrenaline knettert door lucht als een broodrooster in een bubbelbad. Je weet toch, het heeft gesneeuwd dus er moet wat liggen. Www.snow.co.nz heeft het over zestig centimeter. Maar ja, hoe is de onderlaag en is het niet al getracked of is het misschien weggewaaid? Blijft het koud? Dat alles schiet door je hoofd terwijl de Subaru omhoog ploegt over de nauwe access road.

“keep your hand on the door. when we slip and go over the edge, you jump out”

xx snowboarder magazine

De weg naar Cadronna is net als alle wegen naar gebieden in Nieuw-Zeeland onverhard en zonder vangrail. We moeten plaats maken voor een grote gele sneeuwruimer. Nog geen halve meter naast mijn raampje gaat het recht naar beneden en volgens mij ligt daar toch echt een dood schaap. Als de sneeuwschuiver voorbij is gedenderd slipt de Subaru verder de berg op. Misschien toch stoppen en kettingen leggen? “Keep your hand on the door when we slip and go over the edge, you jump out.” Ik denk nog: “Natuurlijk, altijd weer die Kiwi-machomentaliteit”, maar ondertussen blijf ik scherp met één hand goed op de deur.

Na een half jaar op het Noordereiland gezeten te hebben, woon ik nu een paar weken in Christcurch bij Hutchy. Christcurch is niet de snowhoofdstad van Nieuw-Zeeland, dan moet je meer naar Wanaka of Queenstown. Daar vind je Treble Cone, Cadrona en Snowpark, waar ze een heel mooi snowpark hebben. Maar ik vind het wel wat hier. Je zit in een paar uur in Wanaka als het moet. Maar beter nog, je bent hier zo bij de meer laidback Canterbury Club Fields, Mt. Cheeseman Broken River en Arthur’s Pass. Met Hutchy als gids is het helemaal top hier. Als het heeft gedumpt weet deze ouwe rot precies waar je moet wezen om te scoren. Hutchy is een kleine vrolijke kerel met ADHD. Hij woont samen met zijn hond Social aan Yaldurst Road in een rood bakstenen huis met een paar garages in de achtertuin. In één van die garages staat een pooltafel met aan de muur Hutchies collectie oude skate- en snowboards. Achter in dit honk is een verborgen deur naar een mini oefenruimte volgepropt met drumstel, keyboard en guitaren. “That’s for when the mates come round.” Het is een komen en gaan op de Yaldhurstroad en voor mensen zoals ik die wat langer blijven is er altijd een kamertje te huur. Nu dat het echt goed winter wordt, valt het op dat Kiwi huizen hier helemaal niet op gebouwd zijn. Onder de houten vloer blijkt vaak niet veel anders te zitten, en daar waar geen


Soms gaat het goed, soms gaat het mis. Hier gaat het sweet as. Danny Kiebert of the rocks.

“dit is cheap heliboarding”

tapijt ligt voel je de wind er doorheen waaien. Verder wordt er niet aan isolatie gedaan en dubbel glas dat is voor eurosissies. “Nah mate she’ll be allright. Just get some more wood out the back so we can throw a couply more on the fire eh.” Dit is zo’n beetje het standaard antwoord op mijn vraag waarom het nu toch altijd zo koud is in die rare huizen. Die gasten doen net alsof ze hier op een tropisch eiland zitten. Nu is het in het noorden van het Noordereiland misschien goed te doen in de winter, maar als hier in het zuiden de ‘southerlies’ gieren... Dat is andere koek. Maar goed die Kiwi’s gaan ook surfen hier op het Zuidereiland. Supermooie golven, het enige probleem is dat ze vanaf de Zuidpool aan komen rollen. Zelfs in de zomer moet je hier een dikke neopreen aan. Een ander opvallend ding in Huize Hutchy is dat er overal cactussen staan. En met overal bedoel ik dus ook overal. Hutchy schat zelf dat hij er zo’n 2000 heeft. Van mini cactussen op de wc tot echte joekels achter in de tuin. Hij legt uit dat hij van plan is om ze allemaal te verkopen zodra hij er 10.000 heeft. Van de opbrengst gaat hij dan dit huis kopen. Ik weet niet of het nu een geniaal of een maf plan is. Maar zoals Hutchy het uitlegt is de cactus de perfecte plant. Als hij tijdens de Nieuw-Zeelandse zomer een paar maanden de winter in Alaska of Canada doorbrengt, kan hij gewoon terug komen en dan leven ze allemaal nog. Als bewijs hiervan wijst hij op de grote cactussen. Die heeft hij al vijf jaar.

Even nog wat anders tussendoor. Het valt me altijd weer op dat waar je ook gaat ter wereld er nergens zoveel mensen zoveel drugs gebruiken als buiten Nederland. Hier in NieuwZeeland hebben ze een variant die ik nog niet eerder had gezien. Maar goed, ik ben ook niet echt een drugsbaron. Spotties noemen ze het. Als de messen te voorschijn komen dan weet je hoe laat het is. Twee messen met de platte kant op elkaar gelegd worden verhit op een elektrisch kookstel (ze hebben geen gas hier) en dan gaan daar bolletjes op (hash of whatever er nog over was) en dan maar inhaleren. Ze worden zo high als een Vlaamse papagaai. En het stinkt als de hel. Space gasten die Kiwi’s... Nieuw Zeeland heeft het allermooiste landschap op aarde. Tenminste van wat ik van de aarde gezien heb dan; in het echt, in boeken en op Discovery. De uitzichten vanaf de bergtoppen op het Zuidereiland zijn wel de allermooiste. En er zijn nogal wat bergtoppen. Denk even mee: de Nieuw-Zeelandse Southern Alps hebben meer bergtoppen dan de Europese Alpen. Nu zijn de bergen hier over het algemeen ook steiler dus dat betekend dat je ook minder geschikte plekken voor ski gebieden hebt. Maar goed, dat betekend dat je weer meer opties hebt voor ongerepte steile afdalingen als je een helikopter tot je beschikking hebt. En vanuit een luid zoevende helikopter is het uitzicht het allermooist.

Als de helikopter wegduikt en ons achterlaat wordt het ineens heel stil. Ik vraag me nog steeds af hoe de piloot ons op deze richel van slechts twee meter breed heeft weten te krijgen. Hij zal wel een flight simulator thuis hebben of zo. De helikopter is al snel niet meer dan een vlieg tegenover de imposante Mt. Cook in Aoraki Mt. Cook National Park. Zelf sta ik nu net buiten dat park op een zadel net onder Mt. Dark in de Ben Ohau Ranges. Ik ga nu proberen het uitzicht te beschijven, maar ik denk niet dat het lukt. Ik heb nog geprobeerd om er een foto van te maken, maar ik kreeg het er niet echt op zoals ik het zag. Dat heb je hier wel vaker met die wijde panorama’s. Ik zie dus Mt. Cook met 3754 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Hij was ooit hoger maar er is niet zo heel lang geleden een flink stuk vanaf gevallen. De bergen in Nieuw-Zeeland zijn nog steeds in beweging en nog lang niet uitgegroeid. Nieuw-Zeeland ligt precies op het punt waar de Pacific Plate tegen de Indo Australian Plate aanwringt. Vandaar de steile bergen en vandaar dat je er kan boarden. De Maori’s (dat zijn afstammelingen van Polynesiërs en dus de oorspronkelijke ‘locals’) hebben een andere uitleg. De Maori’s noemen Mt. Cook Aoraki. En de legende gaat dat de jonge Aoraki vanuit de hemelen aan de haal ging met de magische kano Te Waka en vervolgens vast loopt op het rif. De kano slaat om en Aoraki en zijn broers klimmen op de gekantelde kano waar de zuidelijke wind ze bevriest en in steen veranderd. Zo zijn de Southern Alps a.k.a. Ka Tiritiri o te Moana ontstaan. Maar ik dwaal af... Daar staat dus Aoraki die aan één kant recht uit de vlakte omhoog komt. Vanaf de voet van de berg glinsteren talloze stroompjes en rivieren richting het azuurblauwe Lake Pukaki. De riviertjes lopen door een vlakte die is uitgeschuurd door het terug trekken van de gletsjer. Het meer heeft die maffe groenblauwe kleur te danken aan de mineralen die met het smeltwater van de gletsjer meekomen en het water op een soort heldere melkachtige substantie doet lijken.

snowboarder magazine xx


Vers uit de heli, nog even een stukje klimmen en dan droppen. Beautiful eh? Danny Kiebert en JB onder Mt. Dark.

“ik ram de staalkant zo goed als het gaat terug in mijn board”

Het azuurblauw contrasteert abstract met de oranjebruine kleur van de tussock (grasvlaktes) er omheen. Dit gebeurt aan mijn rechterhand. Aan mijn linkerhand aan de andere kant van de nauwe richel waar ik op sta, lijken de bergtoppen zich tot het oneindige uit te strekken. Er liggen hier voor mij een stuk of zestien 3000’ers en meer dan 140 bergtoppen hoger dan 2300 meter. Als ik omhoog kijk zie ik dat ik nog een klein stukje moet klimmen om mij bij de rest van de posse te voegen. Achter me klautert JB, een vriendelijke Kiwi die ik heb onmoet bij Hutchy. En hij heeft mij vervolgens weer in contact gebracht met fotograaf annex berggids Shane Orchard en zijn freeridende vriend Mark Brownlie. Deze twee boarders zijn al druk bezig met het graven van een sneeuwkuil om te checken welke hellingen we beter wel en welke we beter niet kunnen rijden. De andere dudes zijn vrienden van Shane en Mark: twee skiërs en nog een boarder die ik net eigenlijk voor het eerst heb ontmoet. Des te meer zielen des te cheaper de chopper. En zonder de nieuwe vrienden hadden we hier niet gestaan. Eén van hun blijkt een zalmroker te zijn, en hij heeft vanmorgen vroeg de boer, waarvan deze bergen zijn, overgehaald met een dikke gerookte zalm. Zonder toestemming van de boer kun je hier niet snowboarden. Iedereen is in een opperbest humeur, want er is geen zuchtje wind, de zon schijnt en het uitzicht is bizar. Al doen de kiwi’s natuurlijk nonchalant erover en belangrijker; uit de sneeuwkuil komt goed nieuws over verse sneeuw. Als we één voor één een kleine chute in zijn gedropt en onder het topje van de berg heen hebben getraverseerd, is mijn snowboard al total loss. Zoals ik al zei: steil gebergte met veel pieken, ook dus onder de sneeuw... Ik ram de staalkant zo goed als het gaat terug in mijn board en volg de anderen op een kleine hike over de bergkam terug richting de top. Dit is cheap heliboarding; je betaalt alleen voor één drop en dan ga je vandaar afdalingen maken en stukjes terug hiken tot je de hele berg naar beneden hebt gewerkt. Elk veld dat je

xx snowboarder magazine

nog eens wilt rijden moet je dus ook weer voor terug hiken. Maar met deze uitzichten is omhoog lopen bijna nog mooier dan naar beneden rijden. Dan spotten we allemaal tegelijk een cliff die er om vraagt om vanaf te rammen. Shane die maakt wel een plaatje en ik wil wel het proefkonijn zijn. Omdat ik het in één keer goed wil doen, besluit ik om er meteen zonder te stoppen of checken vanaf te rossen. Vol gas toch! Des te dichter ik bij de take off kom, des te groter lijkt dat ding echter te worden. Maar ja, ik kan nu ook niet meer gaan remmen. Hapsa, wat is het toch altijd weer lekker als je maag tussen je oren suist. Paf, dat doe ik nog een keer. JB landt de cliffjump ook en ik denk; nog een schepje erboven op. Na een half uurtje hiken terug over de richel ga ik met nog meer speed door mijn oude spoor richting de afzet. Dan maak ik weer kennis met dat fantastische scherpe gebergte als mijn board precies op de afzet zich vast eet in een stuk verborgen rots. Nu kan ik de cliff ondersteboven van iets te dichtbij bekijken. Gelukkig loopt het allemaal weer goed af. Deze Kiwi’s zijn ‘keen as’ (heel enthousiast), en opgedeeld in een paar kleine teams wordt bijna elk veld terug gehiked om nog een keer bereden te worden. Dat heel de berg vandaag getracked moet worden, lijkt wel de onuitgesproken missie te zijn. Na een paar lijnen geloof ik het wel, en terwijl de

andere nog wat hikes zetten heb ik de perfecte glooiing gevonden om een lekkere kaaspunt van een schans op te zetten. Het is altijd een plezier om een lawineschep te gebruiken waar hij niet voor bedoeld is, en met een klein uurtje staat er toch al een aardige unit. De zon begint zich nu snel terug te trekken. Terwijl we met ze allen de jump met uitzicht op Lake Pukaki sessieën, wordt het langzaam tijd om naar huis te gaan. Dit huis is mijn Toyota bus en de bus staat op de parkeerplaats van The Helicopter Line op Glentanner Airfield. Om daar te komen moeten we eerst van deze berg af zien te komen. Als we bij de sneeuw grens komen ligt er alleen nog wat ijs op een bergpad dat als eenzame witte slang door het tussock de Twin Streams Valley uitkronkelt. Aan het einde van dit pad is het nog een uurtje hiken door het dichte hoge berggras en dan staan we weer op de parkeerplaats. Vermoeid maar uitermate voldaan gaan de rugzakken af. Ik steel nog een laatste blik op Mt. Cook die nu helemaal roze is geworden. Eigenlijk vind ik het broertje naast Mt. Cook, Mt. Tasman toch nog mooier maar misschien is dat gewoon de Hollander in mij. Want alhoewel Cook de credits krijgt was het toch Tasman die het als eerste westerling heeft ontdekt. Even later wordt de dag officieel afgesloten in de pub in Twizel met fish, chips en mooie verhalen.


Mark Brownlie is old school maar sprayed er niet minder om. yeah mate.

“het is altijd een plezier om een lawineschep te gebruiken waar hij niet voor bedoeld is”

Het is vaak aan het einde van zo’n dag dat je pas de voldoening voelt van wat je nu weer hebt gedaan. Op de berg ben je meestal op te veel andere dingen gefocused. Het hoeft natuurlijk niet een helidrop te zijn om dat gevoel los te maken. Ik heb misschien nog mooiere herinneringen aan de afdalingen waar we heen klauterden in de Cadronna back Country. Een uurtje omhoog stiefelen vanaf de parkeerplaats naar het einde van bovenste lift en dan nog een uurtje ‘out the back’ met een kleine break om even een windlip te pakken die er te verleidelijk bijlag. Dan in een paar minuten naar beneden schreeuwen door bodemloze sneeuw om vervolgens weer 45 minuten uit het dal te klimmen. En tenslotte afsluiten met nog even een paar afdalingen vanuit de wagen langs de toegangsweg. Dan onderweg naar het dal achter in de Subaru, helemaal stuk, voel ik de voldoening. Voor ons doen een paar gasten stoer in hun 4wheel drive[2Xcursief ]. Dan schaart de auto gevaarlijk richting de afgrond als het uit een scherpe bocht naar rechts komt. De rechter achterdeur gaat al open. Maar er hoeft niet gesprongen te worden want de bestuurder krijgt de wagen weer recht. Ik moet lachen, voel met mijn hand op de deur en check of mijn gordel niet vast zit. Yeah, she’ll be allright mate.

snowboarder magazine xx


Soms weet je niet waar je moet kijken; omhoog of naar beneden. It’s all good.

nuttige informatie Je hebt wel eens wat gelezen over snowboarden in NieuwZeeland toch? Meestal zo’n verhaal over schapen neuken en slushsneeuw en rare sleepliften. Daaruit zou je de indruk kunnen krijgen dat het allemaal wel mooi is daar, maar dus altijd ruk met de sneeuw. Geloof me, het kan ook anders. Officieel loopt het seizoen van juni tot okober. Dit ligt een beetje aan de condities, maar de meeste kans op goede sneeuw heb je van augustus tot half september. Als je maar een week kan - dat is niet aan te raden, want het duurt bijna twee weken om echt een beetje lekker over je jetlag heen te komen - ga dan half augustus. In juli heb je ook sneeuw maar nog niet echt een goede ondergrond. Als je wat langer wilt blijven, is het slim om een wagen te kopen. Dat is namelijk goedkoop in Christcurch. Veel goedkoper dan in bijvoorbeeld Auckland. Het scheelt soms een paar duizend Kiwidollar. Oh, en de dollar is dus net als die good old gulden. Met de euro heb je dus tegenwoordig dubbel zoveel lol in Nieuw-Zeeland. Als je een beetje centen hebt is een camper de meest relaxte optie maar zonder camper kan het ook. Check www.nzroadtrip.com Nieuw-Zeeland is gelukkig nog zo’n land dat goed ingesteld is op de lowbudget boarder. Wil je ook een Heli drop zetten check dan bij de vriendelijke dudes van The Helicopter Line: www.helicopter.co.nz Voor info over de sneeuw check je: www.snow.co.nz Meer info over Nationale Parken en Natuur in NZ: www.doc.govt.nz

Danny Kiebert en de laatste bochten, die sprayen nooit zo goed als de eerste. No worries, als het maar wit is.

xx snowboarder magazine


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.