Bb201709

Page 1

SEPTEMBER 2017

• De offensieve buiteninzet in de praktijk • Steunpunt Brandweer, een stap in de goede richting

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

• Brandwerendheid nieuwe tunnels onvoldoende

Inzetplan grotbrand lange tijd een vraagteken

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

9

JAARGANG 41


de 30° Revolutie simpel idee. grote impact. Met zijn unieke gekantelde bek biedt de Inclined Cutter een betere ergonomie en extra werkruimte. Ga naar holmatro.com/inclined.


INHOUD

nummer 9 september 2017

Coverstory 10

35

Lange tijd veel vraagtekens bij blussen brand in grot Maastricht

Het beton dat is gebruikt in de tunnels die sinds 2008 zijn gebouwd, bezwijkt sneller dan is vastgelegd in de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit en de landelijke tunnelstandaard. Hoe zit het met de andere tunnels?

Hoe blus je grote hoeveelheden brandend stro en hooi in een mergelgrot, waar stukken gesteente naar beneden vallen? Voor die vraag staan de brandweerlieden uit Veiligheidsregio Zuid-Limburg en hun Belgische collega’s eind juli. Het is een langdurige inzet, pas na een week is de brand volledig geblust. 36

Artikelen 14

18

43

World Police & Fire Games, groot succes voor Nederlandse sporters In totaal haalde de Nederlandse delegatie bij de World Police & Fire Games in Los Angeles maar liefst vijftig medailles. Wout Roos van de Gezamenlijke Brandweer wist er vier te winnen. Hij vertelt over zijn spelen.

Steunpunt Brandweer, een stap in de goede richting Ruim een jaar geleden is het Steunpunt Brandweer opgezet voor brandweerlieden die psychosociale hulp nodig hebben. Portefeuillehouder Fred Heerink van Brandweer Nederland, maatschappelijk werker Marjolein te Mebel en brandweerman Chris Schrik delen hun ervaring.

27

Renovatie monumentale Maastunnel, een traject vol uitdagingen Tijdens de renovatie van de Maastunnel moet continu één tunnelbuis open blijven. Daarnaast kunnen niet alle brandveiligheidsvoorzieningen zomaar worden uitgevoerd, want de tunnel is een rijksmonument.

Handelingsperspectief offensieve buiteninzet gereed Vijf jaar is eraan gewerkt. Het handelingsperspectief voor de offensieve buiteninzet. Tijdens het onderzoek keek de Brandweeracademie naar hoe met de offensieve buiteninzet brand kan worden geblust, branduitbreiding kan worden voorkomen, een veilige werkomgeving voor een binneninzet kan worden gecreëerd en de overlevingskansen van slachtoffers worden vergroot.

Nieuwe tunnels minder brandwerend dan gedacht

De nominaties voor de Jan van der Heydenprijs Welke innovatie wint dit jaar op het Brandweercongres de Jan van der Heydenprijs? Amsterdam-Amstelland bedacht een snelle en betere manier om helmen te wassen en drogen, Groningen een manier om veiliger te navigeren en Twente een slimme manier om informatie aan elkaar te koppelen en meerwaarde te geven.

Op de cover: Voordat de brand in een nieuw inzetvak in de mergelgrot bij Maastricht kan

Rubrieken 5 6 23 31 32 38 40 44

Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Onder de Helm Vakantiefoto’s 40 jaar Brandweer Buitenland Gespot in de Markt

worden geblust, wordt eerst de grot op loshangend gesteente gecontroleerd. Fotografie: Raoul Lamberiks, Veiligheidsregio Zuid-Limburg.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

3


17.- 20. Oktober 2017 Düsseldorf, Germany

INTERNATIONAL TR ADE FAIR WITH CONGRESS SAFETY SECURITY HEALTH AT WORK

17 - 20 OCTOBER 2017 DÜSSELDORF, GERMANY

0000090.pdf 1

1/9/2017 11:25:47 AM

MATTER.

VOOR PERSOONLIJKE BESCHERMING IS ER MAAR ÉÉN OPLOSSING: DE BESTE. optimale persoonlijke bescherming gaat gepaard met de juiste uitrusting. Alles moet kloppen: functionaliteit, draagcomfort en acceptatie van de gebruiker. Op de nummer 1 vakbeurs presenteren de marktleiders hun nieuwste producten met de best mogelijke bescherming van top tot teen. www.AplusA-online.com/safety

Fairwise bv Verlengde Tolweg 2a _ 2517 JV Den Haag Tel. 070-3501100 _ Fax 070-3584061 info@fairwise.nl _ www.fairwise.nl

2017-08-01 A+A 2017_Niederlande_PSA_90 x 271_Brand & Brandweer_4c_6148

PEOPLE

Diverse kabelgoten en brandstoftanks

uit voorraad leverbaar Tel. 088 4567900


VAN DE REDACTI E

Zomerdrukte

A

ls deze editie van Brand&Brandweer verschijnt, zijn de schoolvakanties alweer afgelopen. En voor veel lezers daarmee ook een aantal vakantieweken. Zomer, stoel in de zon, verkoelend water in de buurt, terrasjes en een ijsje! Dit zijn toch wel gedachten waarmee wij allemaal aan de zomer beginnen. Of je nu hier in Nederland blijft, Europa bezoekt of als globetrotter op het vliegtuig stapt naar verre oorden. Ik hoop dat alle lezers van Brand&Brandweer hebben genoten van de afgelopen weken, zowel op vakantie als op het werk. De meeste lezers hebben in de vakantie een ander ritme. Veel vrije dagen, soms weken. Vrij om zelf je ritme te bepalen en te doen waar je zin in hebt. Ben je wel aanwezig op je werk, dan is je rol ook snel bepaald. Dan draai jij de dienst, zorg je dat je aanwezig bent op de post of pak je naast je eigen werk ook wat taken van je afwezige collega’s erbij. Voor iedereen bij de brandweer, beroeps of vrijwilliger, uitruk of ondersteuning, is het regelen van de paraatheid in de zomerperiode altijd weer een uitdaging. Mijn werkende brandweercollega’s waren in de zomer niet alleen actief tijdens incidenten. Veel nieuwsberichten in mijn tijdlijn waren voorzien van foto’s met collega’s bij kinderweken, dorpsfeesten, zomermarkten en evenementen. Soms aanwezig om paraat te staan, maar zeker zo vaak om de jeugd met veel plezier te vertellen over het werk van de brandweer. En natuurlijk over wat zij zelf kunnen doen om veilig te leven. Leuke berichten zijn er volop. Zo hebben veel collega’s zich bij de 101e vierdaagse in Nijmegen van hun sportieve kant laten zien. Voer de brandweer met een eigen boot mee bij de Canal Parade tijdens de Gay Pride in Amsterdam. En waren er collega’s die topprestaties hebben geleverd bij de World Police and Fire Games in Los Angeles.

verkenningsvliegtuigen de lucht ingingen. Alle reden voor veel Nederlandse media om op pad te gaan en in regio’s te zoeken naar het verhaal. Later in de zomer hadden we de nodige stalbranden. De brandweer heeft jarenlang met veel partijen gewerkt aan het Actieplan stalbranden. Door een paar grote branden in veeschuren was er vanuit zowel media als politiek ineens meer belangstelling voor. Tegelijkertijd heeft de media aandacht gegeven aan de vragen of we voldoende vrijwilligers hebben en kunnen krijgen, of rookmelders niet vaker gekoppeld moeten worden. En hoe is het met onze tunnels? Uit nieuw onderzoek bleek dat de nieuwste tunnels in Nederland zijn gebouwd met een andere betonsoort die bij brand niet het meest brandwerend is. Kortom, er was veel aandacht vanuit de media voor de brandweer. Ik denk dat als je aan een voorlichter van de brandweer vraagt hoe de zomer was, je zal horen dat het ‘een gezellige drukte was’. Laat dat nou prachtig aansluiten bij al de beelden en verhalen van alle andere brandweercollega’s. Zomer 2017, wat hebben we weer veel gedaan! Albert-Jan van Maren

De zomer is ook een periode met weinig nieuws uit Den Haag over kamerbesprekingen, formatie of de laatste groeicijfers. Daarom besteden de kranten en televisie graag wat meer aandacht aan de brandweer en dus hebben onze voorlichters het druk gehad. Vanaf de eerste zomerse dagen was de brandweer in het nieuws. Soms vanwege de situatie in het buitenland, al vroeg in het seizoen waren er grote natuurbranden in ZuidEuropa en was het ook in Nederland mooi weer. Zo mooi dat wij als brandweer extra paraat stonden en met

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

5


ACTU E EL

Onderzoek opnameroutes toxische stoffen in rook: ademhaling springt eruit

Nieuwe Handreiking Decontaminatie

Ademhaling is de belangrijkste opnameroute voor veel schadelijke stoffen in rook. Voor een beperkt aantal stoffen kan ook opname via de huid reëel zijn, dat geldt met name bij herhaalde blootstelling. Uit nader onderzoek moet blijken wat de precieze rol is van de huid als opnameroute voor gevaarlijke stoffen. Opname via de spijsvertering komt nauwelijks voor. Dat blijkt uit onderzoek van het Expertisecentrum Toxische Stoffen van PreventPartner in opdracht van het IFV. Betrouwbare data over de uitdamptijd van vervuilde kleding ontbreken op dit moment nog. Om secundaire blootstelling aan gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk uit te sluiten, wordt geadviseerd adequate beschermingsmiddelen te dragen bij het verpakken en reinigen van vervuilde kleding en andere beschermingsmiddelen. Data over de mate van vervuiling worden op dit moment verzameld, zodat een beter beeld ontstaat van de gevaren van vervuilde uitrukkleding en mogelijke risico’s voor het brandweerpersoneel.

Fotografie: Jeffrey Koper

In deze deelstudie is een selectie gemaakt van de 32 meest voorkomende stoffen in rook, daarvan is het gevaar vastgesteld. De stoffen zijn vervolgens gecategoriseerd in gevaarsklassen zodat in één oogopslag duidelijk is hoe gevaarlijk de stoffen zijn bij eenmalige of herhaalde blootstelling via de verschillende opnameroutes: huid, ademhaling en spijsvertering. Bij de studie is gekeken naar de gevaren, maar dit zegt nog niets over welke gezondheidsrisico’s er worden gelopen.

De landelijke Handreiking Decontaminatie van het IFV is vernieuwd. In de nieuwe handreiking wordt naast chemische decontaminatie ook ingegaan op biologische en radioactieve decontaminatie en grootschalige incidenten. Het nieuwe document is een landelijk handelingskader. Het is richtinggevend en maatgevend en biedt houvast bij opleidingen. Het is aan de veiligheidsregio’s en andere betrokkenen zelf om de handreiking door te vertalen naar werkinstructies.

6

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Actueel

Fotografie: Jeffrey Koper

Meer tijd voor vernieuwing C2000

Demissionair minister Stef Blok van Veiligheid en Justitie neemt meer tijd om C2000 te vernieuwen. De oplevering van het nieuwe systeem en het testen hiervan vragen een zorgvuldig proces en dat kost meer tijd.

Het communicatienetwerk C2000 van politie, brandweer, ambulancediensten en het ministerie van Defensie wordt vernieuwd. Dat gebeurt om de bestaande apparatuur en het netwerk tijdig te vervangen. De overgang van het huidige naar het nieuwe C2000-systeem blijkt niet eerder

dan in 2018 te kunnen. Het wordt pas in gang gezet als aan alle randvoorwaarden is voldaan. De veiligheid van de hulpverleners en het ongestoord functioneren van de hulpdiensten is daarbij het belangrijkste uitgangspunt. Het huidige C2000 blijft in gebruik totdat het nieuwe operationeel is.

Bereikbaarheid 1-1-2 bij piekbelasting moet beter De landelijke meldkamer moet zich beter voorbereiden op piekbelasting. Met regionale meldkamers moeten heldere procedures en afspraken worden gemaakt voor het geval er een storing in het netwerk is. Bovendien moeten telecomaanbieders snel voorzieningen treffen om de bereikbaarheid van 1-1-2 bij een langdurige stroomstoring te borgen. Dat zijn de uitkomsten van het onderzoek naar de bereikbaarheid van meldkamers door de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en Agentschap Telecom (AT).

Brand&Brandweer

Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland vroeg na de stroomstoring op 17 januari 2017 om dit onderzoek. Tijdens deze stroomstoring kwamen ongeveer 360.000 aansluitingen in Amsterdam, Landsmeer, Oostzaan en Zaandam zonder stroom te zitten. De gemeenschappelijke meldkamer Amsterdam-Amstelland en de landelijke 1-1-2-centrale kregen hierdoor te maken met een piekbelasting. Sommige bellers stonden minuten in de wacht. In ĂŠĂŠn geval duurde dit 21 minuten. De conclusies uit het onderzoek zijn vergelijkbaar met de conclusies uit het eerdere onderzoek naar de bereikbaarheid van de meldkamer tijdens de stroomstoring in NoordHolland in 2015.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

7


ACTU E EL

Minder overtredingen bij BRZO-bedrijven Het aantal geconstateerde overtredingen bij BRZO-bedrijven is vorig jaar gedaald ten opzichte van de jaren ervoor. Dat blijkt uit de Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven 2016 die in juli naar de Tweede Kamer is gestuurd. Wel worden regionale verschillen geconstateerd in naleving van de BRZO-regelgeving door bedrijven. Het programma BRZO+ gaat onderzoeken wat daar de oorzaak van is. Van de 373 BRZO-bedrijven zijn vorig jaar 360 een of meerdere keren met een inspectie bezocht. Veertig procent van de bedrijven voldeed volledig aan de regels. In

totaal waren er 492 inspecties en zijn 647 overtredingen geconstateerd, waaronder vier van de hoogste categorie. In die gevallen waren de veiligheidsrisico’s zodanig

NEN 6090 Bepaling van de vuurbelasting herzien NEN heeft de herziene norm NEN 6090 Bepaling van de vuurbelasting gepubliceerd. De norm is herzien omdat de vorige versie uit 2006 was verouderd en door nieuwe ontwikkelingen niet genoeg informatie meer bood. De belangrijkste wijziging is dat er nu onderscheid wordt gemaakt tussen permanente vuurbelasting en variabele vuurbelasting. NEN 6090 geeft bovendien een methode voor de experimentele bepaling van de netto-verbrandingswaarde van materialen. Indien wordt afgezien van deze bepaling, kunnen ook de waarden worden gebruikt die zijn vastgelegd in de bijlagen van de norm.

8

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

dat de toezichthouder direct actie heeft ondernomen en de werkzaamheden stil heeft laten leggen. Het ging om zaken als het niet werken conform de regels voor explosieveiligheid en lekkage bij het overpompen van brandbare vloeistoffen. In 2014 werden vijftien overtredingen van de hoogste overtredingscategorie geregistreerd, in 2015 waren dat er tien. Ook constateren de inspecteurs in algemene zin een verschuiving van zware naar lichtere overtredingen. BRZO-inspecteurs van de veiligheidsregio’s hebben deelgenomen aan 94 procent van de aangekondigde inspecties. De veiligheidsregio’s nemen regelmatig ook deel aan inspecties bij ‘lagedrempelinrichtingen’, waar de wetgever hen geen toezichthoudende bevoegdheden heeft toegekend op het BRZO. Toch kiezen de regio’s ervoor aan te sluiten bij de inspecties om ook feeling te houden met die categorie bedrijven. Zo ontstaat een betere informatiepositie voor incidentbestrijding. Bij de BRZO+-inspecties was er in 2016 gerichte aandacht voor twee thema’s: de beoordeling van veiligheidsrapporten van de bedrijven en de beoordeling van veiligheidsmaatregelen in het kader van de PGS29 voor tankopslagbedrijven.

Brand&Brandweer


Actueel

Senioren praten te weinig over brandveiligheid De teams Brandveilig Leven van Brandweer Limburg-Noord en ZuidLimburg hebben samen onderzocht hoe brandveilig senioren zich gedragen en wat daarvan de belangrijkste oorzaken zijn. Een van de conclusies is dat senioren niet met anderen over brandveiligheidsmaatregelen spreken en daardoor brandveilig gedrag niet van elkaar overnemen. Met de resultaten van het onderzoek hopen de teams Brandveilig Leven uit beide regio’s senioren beter te kunnen helpen bij brandveilig gedrag, zodat ouderen een minder kwetsbare doelgroep worden.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

9


bran d van de maan d

Bij de bestrijding van de brand in de grot bij Maastricht worden ook veel Belgische eenheden ingezet.

10

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

Lange tijd veel vraagtekens bij blussen brand in grot Maastricht Brandend stro en hooi in de mergelgrotten bij Maastricht houden de brandweerlieden uit Veiligheidsregio Zuid-Limburg en hun Belgische collega’s eind juli ruim een week lang bezig. Lange tijd is onduidelijk of de situatie in de grot veilig genoeg is om binnen op te treden. Duidelijk is wel dat de brand uit laten branden geen optie is, want dat zou maanden rookoverlast geven.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

11


bran d van de maan d

Voordat de brandweerlieden een nieuw inzetvak in de grot betreden, wordt de grot gecontroleerd op loshangende stukken steen.

Door Jildou Visser Fotografie Raoul Lamberiks, Veiligheidsregio Zuid-Limburg

D

e brand is al een paar uur bezig als tweede bevelvoerder Ivan Moonen op donderdag 20 juli met zijn ploeg wordt gealarmeerd voor de aflossing van de eerste eenheid. ‘Ik werd gealarmeerd voor een buitenbrand, maar las in de kladblokregels in de MDT dat het ging om een brand in de grot bij Maastricht en er veel rookoverlast was. Ik kon me er geen voorstelling van maken. We waren niet de eerste eenheden, dus ik zou ter plaatse wel horen wat er precies aan de hand was.’ Ter plaatse treft Moonen een enorme gestructureerde chaos aan. ‘Er was een leger aan Belgische brandweerlieden aanwezig. Zij hadden de leiding. De Belgische OvD liet me weten dat in de nissen in de grot een grote hoeveelheid hooi en stro lag opgeslagen en dat daarin de brand woedde.’ In overleg met de Nederlandse OvD krijgt de tweede TS krijgt een nis aangewezen. Moonen gaat met de nummers een en twee naar binnen. ‘De vloer van de mergelgrot was ongelijk. Er waren gangen met nissen links en rechts. Er hing rook, maar we hadden meer last van het feit dat het binnen donker was dan van de rook. De grot was ongeveer vier meter hoog.’ Binnen gaan zijn manschappen aan de slag om de bulten hooi en stro uit elkaar te trekken en af te blussen. De man12

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

schappen werken in koppels van twee die elkaar continu aflossen. Moonen houdt met de warmtebeeldcamera het overzicht. De nis waarin ze werken is ongeveer vijf meter breed en tien meter diep en ligt vol met hooi en stro. ‘Er was geen beginnen aan. We waren ongeveer twintig minuten bezig toen ik iets omlaag hoorde vallen. Even later hoorde ik meer vallende stenen en op de grond zag ik een brok van zo’n dertig tot veertig centimeter. Met de warmtebeeldcamera kon ik duidelijke scheuren zien in het plafond, waarop ik mijn manschappen heb laten terugtrekken. Ik heb de Belgen gewaarschuwd en iedereen is de grot uitgegaan’, vertelt Moonen. Buiten meldt hij bij de Belgische collega die de registratie van de personen in de grot bijhoudt, wat er aan de hand is. ‘Vervolgens hebben we zes uren gewacht op een nieuw inzetplan. Dat kwam niet en toen zijn we teruggekeerd naar de kazerne. De dag erna werden we weer opgeroepen. Er lag nog een straal met een waterkanon, maar dat had eigenlijk geen zin. Naar binnen konden we niet. Het was te gevaarlijk. Toen zijn we begonnen met vergaderen, maar tot een inzetplan kwamen we niet.’ De OvD heeft toen in overleg met de HovD besloten onze inzet af te breken.’ Inzetplan Commandant van Dienst Leon Houben wordt op zondag 23 juli op afstand bij de inzet betrokken. De brand woedt dan nog steeds. ‘Die dag hebben we het Ondersteuningsteam Brandweer (OTB) ingeschakeld om mee te denken. We hadden ideeën nodig om deze brand aan te kunnen pakken.’ Het OTB bedenkt een aantal inzettactieken die de dag erna in een klein team onder leiding van Houben verder worden uitgedacht. Enkele opties zijn om de grot volledig af te sluiten en de brand te verstikken, de grot vol te blazen met schuim en het toevoegen van additieven in het water voor een beter doordringend vermogen. ‘De druk om op te treden was groot, want er was veel rookoverlast. Toch heb ik die maandag besloten niets te doen, totdat we in een klein team van vier personen een goed inzetplan hadden uitgewerkt. Ik heb bewust gekozen voor een klein team met experts, ik wilde rust creëren’, vertelt Houben. Eén van de aanwezige experts is geoloog Roland Bekendam van Geocontrol. Hij inspecteert vaker mergelgrotten en heeft verstand van de stabiliteit van grotten. Dat doet hij ook die dag. ‘Ik zag dat op een paar plaatsen enkele kubieke meters gesteente van de pilaren waren afgevallen. De pilaren zijn essentieel voor de stabiliteit van de grot, omdat alles erop steunt. Ik zag ook dat het ging om stukken die sowieso al los hingen en dus niet essentieel waren voor de stabiliteit. Door de warmte van de brand zet mergel uit. Op de punten waar al een breukvlak zat, is het mergel van de pilaar afgebroken’, legt de geoloog uit. Aan de hand van de bevindingen stelt het team een inzetplan vast. Ze komen tot de conclusie dat het toevoegen van additieven in het water voor een beter doordringend vermogen te weinig kans op succes biedt, het afsluiten van de grotten met een zeil te ingewikkeld is en ook het volblazen van de grot met schuim geen optie is. Houben: ‘Het plan om beetje bij beetje het hooi en stro uit de grot te halen en buiten af te blussen, bood de grootste slagingskans. Dat hebben we verder uitgewerkt.’ De volgende dag wordt het plan in werking gezet. Bekendam: ‘Tijdens de inzet heb ik voordat de brandweerlieden in een nieuw inzetvak in de grot gingen werken, bij toerbeurt met een collega die inzetvlakken geïnspecteerd op losse brokken, waarna de brandweerlieden veilig het hooi en stro uit de grot konden halen.’ Bij de inzet zijn ook de brandweerlieden van de St. Florian Groep uit Rotterdam ingeschakeld. Zij hebben ervaring met en zijn gecer-

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

De brandweerlieden staan klaar om het brandende stro dat uit de grot is gehaald, af te blussen.

tificeerd voor het werken met de machines waarmee het hooi uit de grot kan worden gehaald. In de grot staan twee brandweerlieden die met een beetje water de grootste vlammen eraf halen. Buiten wordt het hooi en stro door een aantal brandweerlieden verder afgeblust. ‘De manschappen in de grot stonden onder een kooiconstructie op wielen. Mocht er toch gesteente naar beneden vallen, dan zouden ze in ieder geval veilig staan’, laat Houben weten. ‘Stukje voor stukje hebben we de grot leeggehaald. De inschatting was dat we zeker tot zaterdag bezig zouden zijn. Uiteindelijk hebben we op vrijdag het laatste hooi en stro uit de grot kunnen halen en was de brand volledig geblust.’ Restdekking De grote en langdurige inzet heeft ook invloed op de restdekking in de regio. Houben: ‘We hebben ervoor gekozen om de zeven beroepsposten in onze regio te ontzien. Zij waren verantwoordelijk voor de restdekking. We hebben een inzetrooster gemaakt met daarop de dagen en tijdsvakken van zes uren waarop we manschappen nodig hadden. Alle vrijwilligers uit de regio konden zich inschrijven voor de inzet op de tijden dat zij konden. Zij werkten in samengestelde teams. Achteraf kunnen we concluderen dat dit op een aantal posten tot bezettingsproblemen heeft geleid. Het systeem was niet perfect, maar werkte voor deze inzet wel goed.’ Arbeidshygiëne Ook de ontsmettingseenheden zijn de hele week bij de grot ter plaatse. ‘Ook bij dit soort inzetten moet arbeidsveiligheid voorop staan’, vertelt Houben. ‘We hadden het geluk dat de brand in de vakantieperiode was, want je hebt bij zo’n langdurige inzet ontzettend veel schone bluspakken nodig. Zo snel kun je alle vieze blus-

Brand&Brandweer

pakken niet wassen en drogen. Door de vakantieperiode waren de bluspakken die het regionaal oefencentrum heeft aangeschaft niet in gebruik. Die hebben we laten overkomen.’ Internationale samenwerking Zowel Houben als Moonen geven aan dat de samenwerking met de Belgische collega’s op operationeel niveau goed verliep. ‘Ze werkten gestructureerd. Ook het werken in de samengestelde teams tussen korpsen uit onze regio ging prima. Doordat we weleens met een groep voor een cursus tunnelbrandbestrijding naar Zwitserland zijn geweest en we weleens gezamenlijk oefenen, kennen veel collega’s elkaar’, vertelt Moonen. Houben vult aan: ‘Ook de samenwerking op het gebied van communicatie met de Belgische gemeente Riemst ging prima. Zij ondervonden de ergste rookoverlast.’ Wel zijn de operationele afspraken die in het kader van internationale samenwerking zijn gemaakt, voor verbetering vatbaar. ‘Wij hebben afspraken met de Belgische gemeentes en provincie, maar tijdens deze inzet bleek dat we materieel formeel via de federale overheid moesten aanvragen. Dat is frustrerend. Alles stond klaar, maar mocht niet ingezet worden tot de burgemeester formeel de aanvraag bij de rijksoverheid had ingediend en zij akkoord gaven. Dat moet in de toekomst anders.’ Voor zowel Bekendam als de twee brandweerlieden was de inzet een bijzondere. ‘Ik ben dagelijks bezig met de stabiliteit van grotten, maar niet in brandsituaties. Dit was voor mij ook nieuw’, vertelt de geoloog. ‘En wij waren voorbereid op tunnelbranden, maar een grotbrand is toch anders’, vult Moonen aan. ‘Het was een ontdekkingstocht hoe we deze brand moesten aanpakken.’ De inzet is nog niet geëvalueerd. De leerpunten zijn daardoor nog niet bekend. ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

13


repressi e

Handelingsperspectief offensieve buiteninzet gereed Na vijf jaar onderzoek heeft de Brandweeracademie van het IFV een handelingsperspectief voor de offensieve buiteninzet (OBI) gepubliceerd. Het is een praktische vertaalslag van een uitgebreide wetenschappelijke studie. Tijdens het onderzoek is gekeken naar drie doelstellingen: voorkomen van branduitbreiding en het blussen van brand, het creëren van een veilige werkomgeving voor een binneninzet en het behouden of verbeteren van de overlevingscondities van slachtoffers. In het onderzoek is een aantal inzettechnieken, waaronder de coldcutter, nevelkogel en fognail, onder de loep genomen.

Door Casper Ferwerda fotografie IFV

‘D

e OBI is naast de defensieve buiteninzet, de offensieve binneninzet en de defensieve binneninzet, een van de vier inzettechnieken in het kwadrantenmodel’, begint Rijk van den Dikkenberg, onderzoeker bij de Brandweeracademie en OBI-projectleider. ‘Het kwadrantenmodel zit goed in elkaar, maar we misten de praktische vertaling van het toepassen van de OBI. Hoe ga je bijvoor-

14

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

beeld te werk met de spullen die je tot je beschikking hebt? Met deze vragen zijn we in 2012 aan het onderzoek begonnen.’ Het handelingsperspectief dat uit het onderzoek is gekomen, is een stroomschema en dient als hulpmiddel voor repressief leidinggevenden bij het al dan niet kiezen voor een OBI bij gebouwbranden, zowel industriële branden als woningbranden. Voor de totstandkoming is het OBI-onderzoek opgedeeld in vier deelonderzoeken, die achtereenvolgens zijn uitgevoerd (zie kader). Van den Dikkenberg: ‘Van elk onderzoek hebben we een wetenschappelijk rapport uitgebracht. Daarnaast hebben we een totaalrap-

Brand&Brandweer


repressi e

port geschreven, dat in juli is verschenen. Dit is een toegankelijker rapport en geschikter voor een breder publiek.’ In het handelingsperspectief wordt stapsgewijs een aantal vragen gesteld. Weet je waar de brand woedt op basis van een goede buitenverkenning? Bevinden zich met zekerheid slachtoffers binnen? Bevinden de slachtoffers zich met zekerheid in de buurt van de brandruimte? Kun je rechtstreeks in de brandruimte inzetten? En is er sprake van een grote afstand tussen inzetlocatie en vuurhaard? Een ja of nee leidt tot een volgende vraag of een bepaalde OBI-inzet. ‘Een van de uitkomsten na het beantwoorden van de vragen kan een zogenoemde ‘ruimte-voor-ruimtebenadering’ zijn. Hierbij wordt na de OBI een eerste ruimte betreden, waarna, bij voldoende koeling, een OBI ingezet kan worden op een tweede ruimte’, legt Van den Dikkenberg uit. ‘Maar deze optie moeten we nog verder onderzoeken, daarom heeft hij een iets minder prominente plek in het model. Zo is het nog niet duidelijk in welk kwadrant deze aanpak kan vallen.’ Blustechnieken Het onderzoeksteam heeft zes blustechnieken bestudeerd aan de hand van de drie OBI-doelstellingen. De coldcutter, fognail en nevelkogel zijn specifiek voor een OBI ontwikkeld. Daarnaast is gekeken naar drie alternatieve technieken: drukluchtschuim, lage druk en repressieve ventilatie. Van den Dikkenberg: ‘In Nederland worden verschillende blustechnieken gebruikt. Met het onderzoek is nu in een oogopslag duidelijk of een techniek in een bepaalde situatie wel of niet werkt.’ Over de coldcutter was al het nodige bekend van andere uitgebreide studies. Die informatie kwam uit het buitenland, laat Van den Dikkenberg weten. ‘Met name uit Zweden. Maar daar zijn de gebouwen niet allemaal zoals bij ons. In Nederland is nog geen uitgebreide studie naar de coldcutter gedaan, alleen een test in 2009 waarbij ook hoge druk aan bod kwam. In de regio’s Amsterdam-Amstelland en RotterdamRijnmond wordt de coldcutter ingezet, dus was het logisch om deze mee te nemen.’ De blusbom haalde de schifting niet. ‘Daar was enige discussie over. Uiteindelijk is hij niet meegenomen omdat er onvoldoende financiën voor waren.’ Het onderzoeksteam stelt in het eindrapport per inzettechniek vast wanneer die het beste ingezet kan worden. Zo is de coldcutter, met weinig waterverbruik en een grote worplengte,

Deelonderzoeken OBI-project OBI 1 OBI in een industriële omgeving met een relatief lage vuurlast, met rechtstreekse inzet op de brandhaard. OBI 2/3 OBI in een appartement met vier ruimten, met een hoge vuurhaard

effectief als de brandruimte bereikbaar is in een grote ruimte. Een fognail is beter bij een bereikbare brand in een kleine ruimte. Wanneer de vuurhaard zich binnen de inzetdiepte van zes meter bevindt en kan worden geraakt, zou de nevelkogel veel effect kunnen hebben. Drukluchtschuim komt van pas bij grote ruimten met een bereikbare brandhaard. Voor lage druk geldt dat bij grote en kleine ruimten met een bereikbare of afgeschermde vuurhaard. Overlevingskansen Met repressieve ventilatie lijkt het erop dat de overlevingskans van het slachtoffer kunnen worden verbeterd, mits deze zich in het ventilatiepad bevindt. Bij de andere technieken neemt deze kans niet toe. Een tegenvaller voor Van den Dikkenberg. ‘Het derde OBI-doel, het behouden of verbeteren van de overlevingscondities van slachtoffers, krijgen we dus niet voor elkaar op de manier zoals we het nu doen. We moeten hier meer studie naar doen. Mogelijk hebben andere inzettechnieken meer succes. Bijvoorbeeld als ze gecombineerd worden met repressieve ventilatie. Dit laatste willen we verder onderzoeken.’

‘Bij de meeste blustechnieken neemt de overlevingskans van een slachtoffer niet toe’ Omdat niet bekend is of een offensieve binneninzet tot een verbetering of verslechtering van de overlevingskansen leidt, kan er geen goede vergelijking worden gemaakt met een offensieve buiteninzet, concluderen de onderzoekers. ‘Overigens draagt helemaal niets doen sowieso niet bij aan de kansen’, benadrukt de projectleider. Brandlocatie Voor het behalen van de eerste OBI-doelstelling, het voorkomen van branduitbreiding en het blussen van brand, zijn de blustechnieken met een grote worplengte, de coldcutter, fognail en drukluchtschuim, effectief bij een vuurhaard op afstand. ‘Maar je zal altijd naar binnen moeten voor de knockdown’, aldus Van den Dikkenberg.

‘Het vinden van de brandlocatie is essentieel voor een veilige inzet’

die niet direct te bereiken is. OBI 4 OBI in een klein kantoorpand met twee ruimten en een hoge vuurlast, waarbij (in)direct in de brandruimte wordt ingezet. OBI 5 OBI in een industriële omgeving met een hoge vuurlast, inzet op een niet direct bereikbare brand in de brandruimte.

Brand&Brandweer

Kan er van buitenaf niet rechtstreeks naar een brandruimte worden ingezet, dan is een OBI alleen mogelijk met lage druk of drukluchtschuim. Bij het realiseren van een veilige werkomgeving voor een binneninzet, het tweede OBI-doel, kunnen de technieken voor koeling zorgen in compacte ruimten. Zijn ruimte en afstand groot, dan blijken de technieken met een grote worplengte effectief. ‘Daarbij is er na een OBI voldoende tijd om over te schakelen naar een offensieve binneninzet’, gaat Van den Dikkenberg verder.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

15


18 & 19 april 2018 Vliegveld Twenthe

‘Dé beurs voor de veiligheidssector’

• 50.000 m2 expoterrein • Dynamisch conferenceprogramma • Meer dan 200 exposanten

www.exporic.nl


repressi e

Rijk van den Dikkenberg presenteert het handelingsperspectief aan de expertgroep.

‘Maar er moet snel worden gehandeld, want vaak laait de brand binnen een paar minuten weer op.’ Bij het onderzoek was vanaf het begin een expertgroep betrokken met daarin brandweerlieden uit verschillende veiligheidsregio’s. Het team bedacht experimenten, voerde ze uit met collega’s en analyseerde de resultaten. Een van de experts was Maarten Havenga van Rotterdam-Rijnmond. De belangrijkste conclusie uit het eindrapport is volgens hem, ‘dat het vinden van de exacte brandlocatie essentieel is voor een effectieve en veilige inzet, of dit nu een binnenaanval of een OBI is. Als je niet weet waar de brand zich bevindt, kun je de afloop ook niet goed voorspellen.’

‘Op basis van eigen onderzoek hebben we bepaald hoe de wereld in elkaar steekt. We zijn tot op heden steeds afgegaan op buitenlandse studies en de informatie die leveranciers aanleveren. Nu hebben we zelf gedegen onderzoek gedaan. Voor het onderzoeksteam was het pionieren. Zeker bij het eerste deelonderzoek. Naarmate het onderzoek vorderde, werden onze werkwijze en de onderzoeksmaterialen steeds professioneler.’

‘We hebben met het onderzoek een aantal aannames weerlegd’

‘Deze manier van onderzoek doen is uniek in Nederland’ Havenga is ook blij dat een misverstand uit de wereld is geholpen dankzij het onderzoek. ‘Namelijk dat brandweerlieden toch een overleefbare situatie kunnen creëren door middel van een OBI met een aantal blusmiddelen.’ Van den Dikkenberg: ‘Het hangt ervan af waar het slachtoffer ligt.’ Uniek onderzoek, een mijlpaal Naast het handelingsperspectief en een overzicht van OBI-technieken heeft de studie nog meer opgeleverd. ‘Deze manier van onderzoek doen is uniek in Nederland’, zegt Van den Dikkenberg.

Brand&Brandweer

De resultaten van het OBI-onderzoek, waar naast een groot aantal veiligheidsregio’s ook het ministerie van Veiligheid en Justitie en Troned aan hebben meegewerkt, zijn opgenomen in De hernieuwde kijk op brandbestrijding. Ook worden ze verwerkt in lesmateriaal. Havenga, lid van de expertgroep, besluit: ‘Soms voorspelden we iets anders dan daadwerkelijk het geval was. We hebben met het onderzoek een aantal aannames weerlegd en de juiste conclusie getrokken. Hier kan de brandweer in alle lagen lering uit trekken. Zo worden we effectiever, veiliger en toekomstbestendiger.’ ■ Het totaalrapport met het handelingsperspectief en de vier wetenschappelijke deelrapporten zijn te downloaden via www.ifv.nl.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

17


opvang en nazorg

Steunpunt Brandweer, een stap in de goede richting Het Steunpunt Brandweer is ruim een jaar geleden in het leven geroepen om brandweerlieden die om wat voor reden dan ook, mentale of psychische ondersteuning nodig hebben, te helpen. Het is aanvullend op de collegiale opvang en het loket wordt bemenst door maatschappelijk werkers van Stichting de Basis. Wat zijn de ervaringen van het eerste jaar? In hoeverre wordt er al voldoende gebruik van gemaakt? En hoe wordt de hulp ervaren?

18

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


opvang en nazorg

Door JILDOU VISSER Fotografie Jeffrey Koper

I

n het eerste jaar hebben de maatschappelijk werkers van Stichting De Basis 142 telefoontjes aangenomen, is in 29 gevallen informatie en advies gegeven en is 34 keer een individueel hulptraject gestart. ‘Laten we voorop stellen dat iedere brandweerman of -vrouw die in psychische nood is, er een te veel is. Het zijn dingen die je liever voorkomt. Dat ik tevreden ben met het steunpunt heeft met name te maken met het feit dat het goed is dat we een faciliteit hebben geregeld waar mensen terechtkunnen die hulp nodig hebben’, zo begint Fred Heerink, portefeuillehouder Mens en Bedrijfsvoering van Brandweer Nederland. ‘Voorheen hadden we dat niet. De collegiale opvang na een incident hadden we al goed geregeld, maar voor echte trauma’s of mensen die later door een opeenstapeling van factoren vastliepen, was er niets geregeld waar men rechtstreeks terechtkon. Of het steunpunt goed functioneert en of er verbeterpunten zijn, bekijken we met de evaluatie volgend jaar.’

‘met een film willen we de aandacht voor het steunpunt vergroten’ Wel is de portefeuillehouder erg te spreken over de samenwerking met Stichting De Basis. ‘Zij hebben ongelooflijk geïnvesteerd in de kennismaking met de brandweerwereld en weten wat brandweerlieden nodig hebben. Ze spreken onze taal. Het heeft me verrast hoe goed de maatschappelijk werkers de verbinding weten te leggen met ons werk.’ Het Steunpunt Brandweer is in eerste instantie een pilot. Deze loopt tot 31 december 2018 en wordt gefinancierd door het vfonds. Daarna wordt bekeken in hoeverre het wordt voortgezet en aangepast. Bekendheid Volgens Heerink is het nog wel de vraag of iedereen het steunpunt al weet te vinden. ‘Ik denk het niet. Het is te mooi om waar te zijn als dat het geval was. We hebben er nog niet veel aandacht aan besteed. Daar gaan we verandering in brengen. We zijn bezig met het maken van een film om de aandacht voor het steunpunt te vergroten.’ De film wil hij ook inzetten om de oud-gedienden te bereiken. ‘Zij zijn een lastige doelgroep, omdat ze nog maar een dun lijntje hebben met onze brandweerorganisatie. Ze zijn niet per definitie veel op internet aanwezig en staan niet altijd in onze registers. We hopen dat we met een zeer laagdrempelige video deze groep via de regio en de lokale posten toch kunnen bereiken. Het steunpunt is er namelijk ook voor hen.’ Taakspecialisten Marjolein te Mebel is een van de maatschappelijk werkers van Stichting de Basis die is gespecialiseerd in de brandweer. In totaal heeft het steunpunt twaalf taakspecialisten. Ieder met een eigen postcodegebied. Te Mebel is vooral actief in het gebied rondom Arnhem, de Achterhoek, de Veluwe en Nijmegen. ‘Voordat we met het steunpunt zijn begonnen, hebben we een 24-uursdienst meegedraaid op de beroepspost. Ik heb dit in

Brand&Brandweer

Arnhem gedaan. Het was fijn. We hadden al een uitgebreide cursus over het brandweerwerk gehad, maar tijdens zo’n repressieve dienst kun je voelen wat het werk echt inhoudt. De mannen hebben me laten ervaren hoe het is om met ademlucht op te lopen en m’n oriëntatie kwijt te raken. En ik heb een aantal uitrukken meegemaakt.’ De taakspecialisten hebben om de beurt een bereikbaarheidsdienst. Dat betekent dat ze de hele dag, van ’s ochtends tot ’s avonds laat de telefoon beantwoorden. ‘In de eerste periode kregen we vooral veel telefonische vragen over wat we kunnen betekenen. De telefoontjes die nu binnenkomen zijn meer gericht op echte hulpvragen’, vertelt Te Mebel. ‘Telefonisch bekijken we wat nodig is. Als iemand alleen informatie en advies wil, kunnen we het vaak bij een telefoongesprek laten. Is er een concrete hulpvraag, dan dienen we een aanvraag in.’ Na het eerste telefonische gesprek, wordt iemand met een hulpvraag twee dagen later teruggebeld door de maatschappelijk werker die het desbetreffende gebied onder zijn of haar hoede heeft. In dat gesprek wordt een afspraak gemaakt voor een eerste kennismaking. ‘Dat doen we het liefst bij mensen thuis, want dan krijg je ook een beeld bij de thuisomgeving. Je ziet hoe iemand woont. Indien gewenst kunnen we ook op een andere locatie afspreken. Dat gesprek is vaak het begin van in ieder geval vijf gesprekken. Daarna bekijken we of meer hulp nodig is en of wij wel de aangewezen personen zijn om dat te bieden wat nodig is. Soms is er een andere, specialistischere zorgvraag. In die gevallen helpen we de brandweerlieden om op de juiste plek te komen.’

‘Een cliënt moet vrij zijn om alles te kunnen zeggen’ Klachten Vaak zijn brandweercollega’s of de partner volgens Te Mebel de eerste personen die de klachten signaleren. ‘Vaak beginnen de klachten met slecht slapen, het hebben van een kort lontje en het vermijden van dingen die eerder leuk waren. Brandweerlieden zijn snel geneigd om het eerst zelf te willen aanpakken. Vaak met als gevolg dat ze meer in een isolement komen en klachten krijgen die ze niet meer zelf kunnen hanteren tot een punt waarop het echt niet meer gaat. Dan komen ze bij ons.’ De oorzaak van de klachten loopt uiteen, laat ze weten. ‘Voor de een is het een opeenstapeling van incidenten en andere factoren, voor de ander is het één specifiek incident dat veel indruk heeft gemaakt en er echt is ingehakt. Dat zijn dan vaak incidenten met bekenden of met kinderen, zeker als ze zelf kinderen in dezelfde leeftijdscategorie hebben. Vaak zien we dat ze ook niet altijd weten hoe ze met die emoties overweg moeten gaan en geen oplossing meer zien. Dan komen wij om de hoek kijken.’ Vertrouwelijk Het hele traject en alles wat met de maatschappelijk werker van Stichting De Basis wordt besproken, is vertrouwelijk. ‘Wij stellen de werkgever dus ook niet op de hoogte. Als de cliënt dat graag wil, kunnen we samen met hem of haar kijken wat een fijne manier is om de werkgever te informeren. Daar kunnen

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

19


opvang en nazorg

Fred Heerink

we indien gewenst ook bij aanwezig zijn, maar een cliënt moet nadrukkelijk toestemming geven. Wij hebben een beroepsgeheim, dus alles wat ons wordt verteld blijft bij ons. Dat is ook noodzakelijk voor het hulptraject. Een cliënt moet vrij zijn om alles te kunnen zeggen.’

‘Het waren pogingen om mezelf staande te houden’ Ervaring Chris Schrik uit Veiligheidsregio Twente is één van de personen die in het afgelopen jaar hulp heeft gezocht bij het steunpunt. ‘Vorig jaar in maart moest ik voor mijn PPMO. Ik kwam bij de keuringsarts. Hij nam mijn bloeddruk op en liet me weten dat ik mijn PPMO niet mocht doen. Mijn bloeddruk was veel te hoog. Die klap kwam hard aan. Het was echt een bom die insloeg. Thuis heb ik eerst een uur zitten huilen op de bank. Het vertrouwen in mezelf was volledig weg, dat was een erg naar gevoel. Diezelfde middag heb ik mijn ploegchef gebeld om hem te vertellen dat ik mijn PPMO niet mocht doen. Hij wist in eerste instantie niet zo goed wat hij daarmee aan moest. Het was even aftasten. Nadat we hadden opgehangen, werd ik al snel teruggebeld. Ik mocht ook niet meer uitrukken. Dat was erg lastig. Je komt ineens thuis te zitten. Je hobby, je werken je brandweerfamilie valt ineens weg. Ik had het gevoel dat ik iets belangrijks was kwijtgeraakt.’ Achteraf ziet Schrik wel dat hij in de lange periode voor zijn PPMO al niet echt lekker in zijn vel zat. ‘Natuurlijk bedenk je weleens dat je je niet zo lekker voelt. Ach, het gaat nog wel dacht ik dan. Ik ging maar door. Ik werd steeds stiller en 20

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

trok mezelf steeds meer terug. Het waren pogingen om mezelf staande te houden. Het kwartje dat ik hulp moest gaan zoeken viel maar niet. Het sluipt er geleidelijk in totdat je keihard tegen een muur aanloopt en niet verder kunt. Bij mij was het PPMO de muur.’ Nadat hij uit de uitrukdienst is gehaald, wordt Schrik doorverwezen naar de bedrijfsarts en de hartspecialist. Daar krijgt hij medicijnen om de bloeddruk omlaag te krijgen. ‘Ik heb in totaal zeven weken thuis gezeten. In die periode had ik maar één doel: zo snel mogelijk mijn PPMO doen en terug in de 24-uursdienst. Maar ik had ook veel tijd om na te denken. Ik werd door de huisarts naar een praktijkbegeleider doorverwezen en kreeg het advies om veel te lopen, net zo lang tot ik ontzettend moe was. Dat heeft me erg geholpen. Mijn hoofd zat ontzettend vol en het lopen gaf me de gelegenheid om na te denken, alleen. Dan komt er veel boven.’

‘Ik was bang voor het gewroet in mijn hoofd’ Na zeven weken is de bloeddruk weer op een acceptabel niveau en mag Schrik zijn PPMO doen. ‘De medicijnen doen hun werk wel, maar de oorzaak was natuurlijk nog niet aangepakt. In mijn hoofd was alles nog hetzelfde. Toen ik weer in de uitruk mocht, ben ik in de organisatie gaan zoeken naar hulp. Dat was er nog niet. Ik ben met een collega gaan praten die therapie had gehad, maar miste eigenlijk overal de aansluiting. Tot de folder van het steunpunt op de mat viel. Ik heb direct gebeld. Het sloot perfect

Brand&Brandweer


opvang en nazorg

Chris Schrik

aan bij wat ik zocht. Otjeh, de maatschappelijk werker die ik aan de telefoon kreeg, gaf mij het gevoel dat hij mij echt begreep. Hij wist hoe ik me voelde. Dat was fantastisch. Ik had niet verwacht dat het zo fijn zou zijn.’

‘Door de hulp van het steunpunt en de therapie ben ik veranderd, sterker geworden’ Otjeh wordt ook de maatschappelijk werker van Schrik. ‘De eerste gesprekken waren emotioneel, mijn vrouw was erbij. Ik wilde haar erbij hebben, omdat zij veel heeft meegekregen van alle spanningen die ik in de loop der jaren heb opgebouwd. Ik heb de signalen van m’n vrouw lang naast me neergelegd. Ze heeft me ook weleens verteld dat ik sinds de vuurwerkramp en een aantal andere incidenten echt ben veranderd. Dat is confronterend.’ Na een aantal gesprekken verwijst Otjeh Schrik door naar een psycholoog die is gespecialiseerd in PTSS. ‘Ik stond daar sceptisch tegenover. Ik had op internet veel gelezen, ook over EMDRtherapie want ik vermoedde al dat we daarop uit zouden komen. Ik was bang voor het gewroet in mijn hoofd. Maar wat is dat een mooie techniek. Binnen een paar sessies voelde ik me anders. Met mijn ogen dicht werd ik naar de herinnering gebracht die me het meeste dwars zat, daar moest ik over vertellen. Dat is zwaar. De psycholoog stelde heel gericht vragen om daardoor steeds dieper op de emotie in te gaan. Vervolgens mocht ik mijn ogen open doen en moest ik met mijn ogen zijn vinger volgen die heen en weer bewoog. Ik voelde de emoties wegzakken. Heel bijzonder.’ Na een periode waarin Schrik de gesprekken met Otjeh combineert met de EMDR-therapie voelt hij zich steeds beter. ‘Ik zit niet meer in de film. Ik zie alleen nog een plaatje van de film, maar ben er geen onderdeel meer van. Dat is zo fijn. In mijn vakantie in juni las ik een artikel van een van de brandweerlieden die is ingezet bij de gevelbrand in Londen. Zij moesten voor de inzet hun naam op de helm schrijven, zodat ze altijd te herkennen zijn. Toen ik dat las, voelde ik de emotie opkomen. Het goede was dat ik het gevoel van de therapie kon oproepen en de emotie verdween. Dat gaf me het besef dat ik door de hulp van het steunpunt en de therapie ontzettend ben veranderd. Ik ben sterker geworden.’ Juist omdat Schrik zoveel baat heeft gehad bij de hulp van het steunpunt, praat hij er ook over met zijn collega’s. ‘Ik ben bevelvoerder. Vanuit die rol wil ik dat als mijn manschappen hetzelfde overkomt, ze niet dat machteloze gevoel hebben dat ik heb gehad in mijn zoektocht naar passende hulp. De hulp is dichtbij.’ In het hele hulptraject ziet Schrik nog wel een verbeterpunt. ‘Die ligt in onze eigen organisatie. Nadat ik vorig jaar zeven weken thuis was komen te zitten, mocht ik door de medicijnen weer aan het werk. Maar het probleem was niet opgelost. Fysiek was ik oké, maar mentaal was ik dat zeker niet. Dat was bekend, want ik zocht ook in de organisatie naar hulp. In mijn dagelijkse werk op de afdeling Brandveilig Leven heb ik in die periode

Brand&Brandweer

steken laten vallen, ik kon het op dat moment niet aan. Hoewel men wist van mijn problemen, kreeg ik toch een matige beoordeling. Daardoor kreeg ik het gevoel dat ik twee keer zo hard moest lopen. Ik legde mezelf druk op, terwijl dat het laatste was wat ik nodig had. Er was in de organisatie geen borging voor mijn problemen. Men wist niet wat ze ermee moesten en dus werd ik hetzelfde beoordeeld als ieder ander, terwijl ik ziek was.’

‘ik werd beoordeeld als ieder ander, terwijl ik ziek was’ Portefeuillehouder Heerink erkent die situatie. ‘We hebben decennia mensen gezien als middelen en handelden vanuit het bedrijfsbelang. We zijn bezig om de omslag te maken naar een menselijke benadering, waarin er ruimte en aandacht is voor de mens achter de brandweerman. Dat heeft tijd nodig. Ik ben het ermee eens dat daar meer aandacht voor moet komen.’ ■

Bereikbaar Het Steunpunt Brandweer is zeven dagen in de week van van 8.00 tot 24.00 uur bereikbaar voor brandweerlieden, oud-brandweerlieden, leidinggevenden, collega’s en familieleden. Het steunpunt is telefonisch te bereiken via 0800 1288 of via steunpuntbrandweer@de-basis.nl.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

21


Natuurbeschermingsrecht

Natuurbeschermingsrecht editie 2017

Leidraad voor de uitvoeringspraktijk Tevens geschikt voor het (academisch) onderwijs Prijs: ¤ 59,50 incl. btw

Teksten Wet Natuurbescherming c.a. Bundeling van alle relevante wetgeving zoals die geldt per 1 maart 2017 Prijs: ¤ 57,75 incl. btw

Teksten Wet Natuurbescherming c.a. Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl

Gevaarlijke Lading is vernieuwd!

Adv NBR+T-NB 210x148.indd 1

Het online platform voor vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen

Wat vindt u op de nieuwe Gevaarlijke Lading:

23-05-17 08:38

 Europese regelgeving voor het

vervoer van gevaarlijke stoffen: ADR, RID, ADN, IMDG  Uitgebreide stofinformatie per

UN-nummer en/of stofnaam, per vervoerswijze  Praktijkinformatie, tools en

checklists (1000-puntentool, tabel(len) A in Excel-formaat, etc.)  Nieuws, blogs, artikelen en meer

Voor wie? Gevaarlijke Lading wordt gelezen door functionarissen bij transport- en opslagbedrijven, toezichthouders, overheden, incidentenbestrijdingsdiensten, toeleveranciers, producenten, opleiders, adviesbureaus en brancheverenigingen. Er zijn ook andere abonnementsvormen mogelijk zoals Wegvervoer, Binnenvaart, Spoorvervoer en Zeevervoer.

Ga voor meer informatie naar www.sdu.nl/gevaarlijkelading


Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Wij staan voor 30.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken aan een brandveilige samenleving. Wij treden eensgezind en slagvaardig op, met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade.

Samen sterk, samen veilig

Drones

voor brandveiligheid

Wil jij alles weten over de inzet van drones bij de brandweer? Kom dan op 8 september 2017 naar het Seminar Vliegen met drones! De mogelijkheden van de inzet van drones bij de brandweer zijn oneindig. Zo kunnen ze ons helpen bij het opsporen, monitoren en bestrijden van branden, het opsporen van chemische stoffen of het vinden van drenkelingen. Al langere tijd doet de brandweer met de pilot van de regio’s Midden- en West-Brabant en Twente ervaringen op. Deze kennis en ervaringen worden gebruikt voor het landelijke project Drones van Brandweer Nederland. Met als doel het inrichten van een landelijke vliegorganisatie voor de brandweer. Op 8 september bespreken we de laatste ontwikkelingen over de brandweervliegorganisatie. Ook vertellen onze partners Politie en Defensie over hun ervaringen met onder andere wet- en regelgeving. Uiteraard zijn er diverse demonstraties met drones en er is de mogelijkheid om Troned Training Factory te bezoeken.

Drones - vrijdag 8 september 2017 10.00 uur tot 16.00 uur - Troned - Enschede

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 9 - september 2017


Falende blusdeke Casuïstiek uit brandonderzoek

Leren van incidenten In 2015 verschenen twee publicaties ‘Casuïstiek uit brandonderzoek’, samengesteld door de Teams Brandonderzoek van district Oost 5. In de eerste publicatie staat de woningbrand centraal en is bedoeld voor Brandveilig leven om te gebruiken tijdens voorlichtingsmomenten vanuit de brandweer. De tweede publicatie is bestemd voor de collega’s van repressie. Hierin staan casussen met kenmerken die ook op soortgelijke incidenten in de toekomst van toepassing kunnen zijn. Het geeft een beeld van de oorzaak van de brand, maar ook van veiligheidsaspecten en aandachtspunten voor de bestrijding van het incident. In navolging op deze twee Casuïstiekboeken verschijnt dit najaar een derde publicatie met recente casuïstiek uit brandonderzoek. Een mooie verzameling van casussen, groot en klein, die we met elkaar kunnen delen en waar we algemene trends in kunnen herkennen. De casussen zijn verzameld uit het hele land, in samenwerking tussen de Brandweeracademie, Brandweer Nederland, kennisregisseurs en Teams Brandonderzoek. Wederom met als doel om het leren van branden en brandonderzoek te bevorderen! Houd voor meer informatie onze website in de gaten: www.brandweernederland.nl/brandonderzoek

Boobytraps bij hennepplantage

‘Blus een vlam in de pan of e een blusdeken’

Een bewoner ruikt een vreemde luc pan geslagen. De blusdeken wordt wordt op de juiste wijze op de pan door de blusdeken heen. De bewon te plaatsen maar wederom heeft d uiteindelijk de brand te blussen.

Uit verschillende onderzoeken is gebleken olie- en vetbranden mee te blussen. Daaro bij een vlam in de pan. Uit: Brandonderzoek voor Brandveilig leve

Instortingsgevaar door verv

‘Eén van de ploegleden had zich ernstig kunnen verwonden’ Tijdens de buitenverkenning bij een uitslaande woningbrand werd de ploeg verrast door boobytraps. Een van de manschappen viel in een kuil die naast een schuur in de grond was gegraven. Er bleken meerdere kuilen te zijn. In de schuur werd een hennepplantage aangetroffen. Koppel direct naar je bevelvoerder terug als je het vermoeden hebt dat er mogelijk sprake is van een illegale hennepplantage. Zowel binnen als buiten kunnen boobytraps aanwezig zijn. Uit: Brandonderzoek voor Repressie

Door echte branden met elkaar te bespreken en te proberen echt te snappen wat er is gebeurd, leren we van incidenten. Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland


en bij vlam in de pan

Persoonlijke beschermingsmiddelen ‘Een goede reden om op een goede manier gebruik te maken van je beschermende kleding’ De brandweer is opgeroepen voor een woningbrand. Bij aankomst blijkt het een uitslaande brand. Het brandt op zowel de eerste verdieping als de zolder. Tijdens het betreden van de zoldertrap valt een manschap van de trap doordat één van de traptreden bezwijkt. Bij de val schuift de uitrukbroek en kazernebroek omhoog en komen er brandende delen in een laars en op een been terecht. De rits van een van de laarzen was niet gesloten. Hierdoor konden de broekspijpen makkelijker omhoog schuiven met tweedegraads brandwonden als resultaat. Wees extra alert bij het betreden van een door brand aangetaste trap. Probeer bij voorkeur het betreden te vermijden en zorg dat je laarzen en kleding op de juiste manier gesloten zijn. Uit: Brandonderzoek voor Repressie

een frituurbrand niet met

Vluchtweg geblokkeerd door wasdroger in brand

cht. In de keuken is net de vlam in de t gepakt om de brand te blussen en n gelegd, maar de vlammen komen ner probeert opnieuw de blusdeken dit geen effect. De BHV-ers weten

n dat niet alle blusdekens geschikt zijn om om is ons advies: gebruik geen blusdeken

en

vorming gebouwconstructie ‘Hoeveel risico neem je in deze schijnbaar veilige ruimte?’ Bij een grote brand in een bedrijfsverzamelgebouw is de stalen dakconstructie van een unit ingestort. Precies volgens het boekje. Maar dat blijkt niet helemaal op te gaan. Door de brand is ook een dragende wand tussen de units gaan vervormen. Hierdoor is de dakconstructie in de aangrenzende unit vervormd. In de schijnbaar veilige aangrenzende unit is daardoor een groot risico op instorting van het dak ontstaan. Bij brandbestrijding in gebouwen met een staalconstructie kan een warmtebeeldcamera gebruikt worden om door de rooklaag heen te kijken. Als leek is het onmogelijk om te zien wat voor soort staalconstructie er is toegepast. Je kunt wel kijken of je afwijkende zaken ziet, zoals vervorming van de staalconstructie of het loskomen van de muur. Blijf dus alert op de staat van de draagconstructie, zowel binnen als buiten het brandende compartiment! Uit: Brandonderzoek voor Repressie

‘Wat hebben we een mazzel gehad’ Een vrouw wordt wakker door een raar getik. Ze gaat op onderzoek uit en ziet vanaf de zoldertrap vuur en rook op de overloop van de zolderverdieping. Op het moment dat ze ‘brand’ roept, roept haar zoon vanuit zijn slaapkamer op zolder dit ook. De zoon heeft het warm en moet hoesten, het is mistig en donker op zijn kamer. Bij het openen van de deur ziet hij het vuur, de vluchtweg wordt geblokkeerd door de brand en hij besluit de deur weer dicht te doen. De vader probeert ondertussen de brand op verschillende manieren te blussen en bedenkt hoe hij zijn zoon uit de slaapkamer kan halen. Op dat moment komt de brandweer de trap op en helpt de jongen met een vluchtmasker de woning uit. Rookmelders zorgen er voor dat de brand tijdig wordt opgemerkt en er nog een mogelijkheid is om langs het brandende voorwerp uit de woning te komen zonder dat er al te veel rook in de vluchtweg hangt. Hang daarom in ieder geval rookmelders op in de vluchtroutes en in de ruimten waar huishoudelijke machines staan. Gebruik een wasdroger bij voorkeur alleen als er iemand aanwezig en wakker is en bespreek wat te doen bij brand. Uit: Brandonderzoek voor Brandveilig leven

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 9 - september 2017


Brandpreventieweken 2017

Hé, doe de deur dicht! Wist je dat 39% van de Nederlanders de binnendeuren ’s nachts nog open laat staan, terwijl dichte deuren je bijna drie keer zo veel tijd geven om te vluchten bij brand? En wist je dat in 70% van alle woningen een rookmelder is geplaatst, maar dat slechts 45% van die rookmelders werkt? Daarom staat oktober 2017 in het teken van de campagne ‘Hé, doe de deur dicht!’.

Het onderzoeksrapport ‘Gebrand op inzicht’ van het IFV toont aan dat het sluiten van de binnendeuren en het plaatsen van hoorbare rookmelders een groot voordeel oplevert op de vluchttijd bij brand. Deze twee simpele maatregelen redden levens! Waar bij open deuren na 3,5 minuut al geen overleefbare situatie meer is, is dit bij gesloten deuren meer dan 10 minuten. Ook blijkt uit het onderzoek dat van alle geplaatste rookmelders slechts 35% én werkend én op de juiste plek is geplaatst. Rookmelders moeten op de juiste wijze geplaatst zijn en ook goed hoorbaar zijn, ook bij gesloten deuren. Als je slaapt, ruik je geen rook, maar hoor je het luide alarm van een rookmelder wel.

Wil je 24/7 op de hoogte blijven? facebook.com/NLBrandweer

linkedin.com/groups?gid=3225709

twitter.com/Brandweer_NL

instagram.com/BrandweerNL

pinterest.com/BrandweerNL

brandweernederland.nl

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 9 - september 2017

Veel activiteiten De regio’s organiseren voor de Brandpreventieweken verschillende activiteiten in oktober. Zo worden deurhangers uitgedeeld aan scholen, seniorenwoningen, zorginstellingen en via de gemeente. Anderen vertellen over nut en noodzaak van gesloten binnendeuren in workshops met thuiszorg en ledenverenigingen. Er zijn ook regio’s die in de wijk vluchtoefeningen houden en de boodschap van gesloten binnendeuren en hoorbare rookmelders hierin opnemen. Wil je meer weten over de Brandpreventieweken of wil je weten hoe jij je steentje bij kunt dragen tijdens de Brandpreventieweken? Kijk dan op www.brandpreventieweek.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Brandweer Nederland op www.brandweernederland.nl/nieuwsbrief


I nnovati e

De nominaties voor de Jan van der Heydenprijs Het reinigen en drogen van de uitrukhelm van Brandweer Amsterdam-Amstelland, Tactiele navigatie van Brandweer Groningen en het Informatiehuis van Brandweer Twente zijn de drie genomineerden voor de Jan van der Heydenprijs. De drie projecten zijn gekozen na een beoordeling door de Regiegroep Innovatie Moed, een vakjury van de netwerken van Brandweer Nederland en een internetstemming. Wat zijn het voor innovaties?

Door JILDOU VISSER

Amsterdam-Amstelland: reinigen en drogen uitrukhelm randweer Amsterdam-Amstelland heeft een nieuwe manier gevonden om de uitrukhelmen sneller en beter te reinigen. Met deze methode kunnen we in een kwartier vier helmen wassen en zijn ze binnen vier en een half uur weer inzetgereed. Voorheen duurde alleen het wassen al anderhalf uur. ‘Met de aanbesteding van de nieuwe helmen was een van de voorwaarden dat ze goed gereinigd moesten kunnen worden. Toen zijn wij op zoek gegaan naar een andere methode’, vertelt Bud Pronk, operationeel manager facilitaire ondersteuning van Brandweer Amsterdam-Amstelland. Een van zijn collega’s die motoren renoveert, komt met een idee dat Pronk verder oppakt. ‘De onderdelen van een motor worden gereinigd in een ultrasoon bad. Het vuil trilt daarin in een waterbad van het onderdeel af. Wij hadden het idee dat dat bij de helmen ook zou kunnen werken, dus zijn we met die vraag de markt opgegaan.’ De bedachte techniek is nog niet eerder toegepast bij helmen. De leverancier van de ultrasoon techniek is daardoor voorzichtig. Pronk: ‘Pas toen de regio de garantie gaf dat zij zouden opdraaien voor eventuele schade aan de helmen wilde het bedrijf meewerken en hebben we samen met hen de machine aangepast zodat hij geschikt was voor het wassen van de helmen. We moesten een manier vinden waarop ze niet beschadigden en ze ondergedompeld bleven.’ Ook de leveranciers van de helmen zijn benaderd met de vraag of ze mee willen werken. ‘MSA stond er kritisch tegenover. Nadat we een overeenkomst hadden afgesloten, wilden ze meewerken. Stapsgewijs zijn we het wasproces gaan uitdenken en uittesten. We zijn begonnen met het wassen van de helmen op een lage temperatuur, met een lage trilfrequentie en met een kort wasprogramma. Proefondervindelijk hebben we dat steeds verder aangepast tot we het perfecte wasproces hadden gevonden. Het wasproces is nu ook door MSA geaccrediteerd.’ Naast het feit dat het wassen veel sneller gaat, is Pronk ook erg blij dat de helmen schoner worden dan voorheen. ‘Dat hebben we getest. We hebben een aantal helmen eerst met de normale methode gewassen en vervolgens in het ultrasoon bad gedaan. Toen ze daaruit kwamen, was het water grijs. In die wasbeurt is

B

Brand&Brandweer

De uitrukhelmen worden in het ultrasoonbad gewassen.

nog veel vuil losgekomen.’ Ook voor het drogen van de helmen is een snelle oplossing gevonden. ‘We zijn om tafel gegaan met een leverancier die droogunits levert voor skischoenen en handschoenen in wintersportgebieden. Zij maken een pilaar met pijpjes eraan waar warme lucht doorheen geblazen wordt. De lucht is tien procent warmer dan de omgevingstemperatuur, waardoor hetgeen eraan hangt sneller droogt. Met de leverancier hebben we dit product aangepast, zodat de helmen op de pijpjes passen en vastgezet kunnen worden in beugels’, vertelt Pronk. ‘Met deze methode zijn onze helmen in drie tot vier uur volledig droog en dus binnen vier en een half

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

27


I nnovati e

uur weer inzetgereed.’ Het enige nadeel dat Pronk kan bedenken, is het kostenplaatje. ‘Ik weet niet precies wat de machines gaan kosten, maar al met al moet je rekening houden met meer dan tienduizend euro. Wij wassen centraal. Het wasmoment is voor ons ook een moment om alle spullen te controleren. Als je het wasproces in de regio hebt verspreid over meerdere plaatsen, dan is dit wellicht te duur.’

De uitrukhelm droogt aan de drooginstallatie sneller.

Groningen: tactiele navigatie Brandweerchauffeurs worden tijdens spoedritten blootgesteld aan veel geluidsprikkels. De sirene loeit, via de mobilofoon wordt gesproken en de navigatie geeft instructies. ‘Door de hoeveelheid informatie die binnenkomt, staan de zintuigen niet allemaal open voor het ontvangen van de navigatie-instructies. Dat maakt dat het opvolgen van de navigatie soms lastig kan zijn. Met de tactiele navigatie spelen we daarop in. Door andere zintuigen aan te spreken proberen we de verkeersinstructies beter tot de chauffeur door te laten dringen’, vertelt Richard Lubben van Veiligheidsregio Groningen. In het project wordt een matje met trilsignalen in de stoel van de chauffeur ingebouwd. De trilsignalen geven de verkeersinstructies. ‘In het matje zitten zes trilmotoren, drie onder het linkerbeen en drie onder het rechterbeen. De trilmotoren geven tien seconden voor de afslag een voorwaarschuwing. Als ze onder het linkerbeen trillen, moet je naar links. Onder het rechterbeen naar rechts. Vijf seconden voor de afslag, gaan ze heftiger trillen’, legt Lubben uit. ‘In een proef die we in Groningen hebben gedaan, werd de voorwaarschuwing twaalf seconden voor de afslag, maar dat bleek te lang te zijn. Je ziet dat mensen dan gaan twijfelen over welke afslag ze moeten nemen. Overigens kun je dan ook altijd

De sensoren in de stoel geven de navigatieinstructies.

28

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


I nnovati e

In het informatiehuis is de dekking in Twente bij een zeer grote brand berekend. Op basis van de informatie is besloten tot herbezetting van twee kazernes.

nog op het navigatiescherm kijken. De trilsignalen zijn een extra ondersteuning. Vooral bij rotondes is het navigatiescherm nog een welkome aanvulling’, laat Lubben weten. ‘De instructies bij rotondes moeten we nog goed uitdenken. Niet alle rotondes zijn loodrecht en de navigatie is nog niet zo precies dat het systeem weet op welke plaats je op de rotonde rijdt. De signalen wanneer je rechtsaf moet slaan, zijn dus lastig aan te geven.’ Uit de proef is al gebleken dat chauffeurs, met name de chauffeurs die alleen in een auto zitten en het mobilofoonverkeer moeten volgen, de tactiele navigatie als meerwaarde ervaren. In een pilot gaat de regio nu verder onderzoeken welke signalen het beste werken. Lubben: ‘We hebben nu vijf matjes aangeschaft, waarmee we het kleinschalig verder gaan uittesten en optimaliseren. Ik verwacht dat we in de toekomst alle brandweervoertuigen met deze techniek gaan uitrusten. Het maakt het rijden veiliger. De mentale belasting neemt af, waardoor de reactiesnelheid toeneemt.’ Het enige nadeel van het product is volgens Lubben het kostenplaatje. ‘De leverancier Elitac, nu Sentaz genaamd, is een start-up. De techniek staat nog in de kinderschoenen. We betalen nu voor vijf exemplaren inclusief inbouw twintigduizend euro.’ Twente: het informatiehuis Het informatiehuis van Brandweer Twente koppelt, verbindt, verbetert en rapporteert gegevens en informatie. ‘In de veiligheidsregio hebben we veel informatie over verschillende onderwerpen in verschillende systemen, die koppelen we aan elkaar. De data staat in een datawarehouse, dat kun je vergelijken met een groot archief waar alle gegevens gestructureerd zijn opgeslagen. Door een slimme techniek koppel je de informatie uit al die mappen aan elkaar en sla je de gegevens gestructureerd op, zodat je er uiteindelijk beter bruikbare informatie uit kunt halen’, legt Emiel Sanders, informatiemanager van Veiligheidsregio Twente uit.

Brand&Brandweer

Als voorbeeld noemt hij de registratie van brandoorzaken. Het is een van de eerste projecten in het informatiehuis dat al draait. ‘Doordat we de informatie van de meldkamer kunnen koppelen aan het inzetrapport van de bevelvoerder en de resultaten van het brandonderzoek, kunnen we snel achterhalen welke brandoorzaken in welke wijk of bij welke doelgroep vaak voorkomen. Daar kun je met de activiteiten op het gebied van Brandveilig Leven op inspelen.’ Een ander voorbeeld van een project waar in het informatiehuis nog aan wordt gewerkt, is het automatisch inzichtelijk maken van de restdekking. ‘Door de informatie van de meldkamer en die uit LiveOp met elkaar te koppelen, heb je een actueel overzicht van alle openstaande incidenten, inclusief de voertuigen en kazernes die daarbij zijn ingezet’, aldus Sanders. ‘We zijn bezig met een systeem dat de meldkamer kan waarschuwen op het moment dat bij een groot incident de restdekking onder het gewenste niveau is. Het is voor een centralist fijn als het systeem het inzichtelijk maakt en actief waarschuwt als er knelpunten ontstaan. Hij of zij denkt daar in alle hectiek niet altijd direct aan.’ Sanders benadrukt dat alles wat in het informatiehuis wordt gedaan, maatwerk is. ‘Medewerkers kunnen met een vraag of behoefte bij ons komen. Op basis daarvan kijken we samen met de vraagsteller wat we in de processen en technieken kunnen doen om tot een werkend en waardevol product te komen. En wat dat product dan is, mag hij of zij zelf bepalen. We kunnen de informatie ontsluiten in bijvoorbeeld een email, via een app, de website of een pdf.’ De meerwaarde van deze aanpak is volgens de informatiemanager dat de resultaten tastbaar worden. ‘Dat maakt ook dat mensen er iets mee gaan doen en dat je per definitie werkt aan een gewenst product. Wij stellen dus nadrukkelijk het bedrijfsproces centraal in plaats van het ict-product.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

29


Fotograaf: Jan Frens

Foto-oproep aan alle lezers van Brand&Brandweer In het kader van het 40-jarige bestaan van uw Vakblad Brand&Brandweer, treft u als extraatje een door een B&B-lezer ingezonden foto op posterformaat aan. Ook voor het komende nummer zijn wij op zoek naar uw mooiste brandweeractiefoto’s! Heeft u recentelijk een prachtige actiefoto gemaakt en vindt u het leuk om die foto in posterformaat gedrukt te zien en naar alle B&B-abonnees verstuurd te krijgen? Stuur dan uw foto direct in en maak met uw inzending kans op een afdruk op A2-formaat! De condities zijn bij inzending als volgt: • U verleent Sdu (uitgever van Brand&Brandweer) zonder verdere voorwaarden het publicatierecht voor het plaatsen en/of afdrukken van uw actiefoto; • Alleen foto’s met een resolutie van minimaal 300 dpi komen in aanmerking;

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl

• De foto dient haarscherp te zijn; • Sdu maakt maandelijks een keuze uit de inzendingen en bepaalt - zonder verdere correspondentie daarover – welke foto voor vermenigvuldiging in aanmerking komt. Als u onder deze voorwaarden mee wilt doen, mail dan onder vermelding van ‘Posterfoto’ uw actiefoto naar b&b@sdu.nl en schrijf daarbij: • door wie de foto is gemaakt (naam van de fotograaf); • waar de foto is gemaakt (plaatsaanduiding); • wanneer de foto is gemaakt (datum); • wat op de foto is te zien (soort handeling, door wie uitgevoerd). We zien uit naar uw inzending(en)! Roel W. Roos, Sdu Uitgevers Uitgever Brand&Brandweer


on der de h elm

‘Dit plan plus had ik in mijn stoutste dromen niet kunnen bedenken’ Bevelvoerder Martijn Beldman wordt op 18 januari gealarmeerd voor een gebouwbrand. Ter plaatse wordt hem verteld dat de rookmelder in de machinekamer op de achttiende verdieping is afgegaan en op straatniveau een brandlucht is geroken. ‘En dus maakten we een plan dat op een brandscenario is gebaseerd. Dat ik boven tot de ontdekking zou komen dat een lift met slachtoffers erin op de achttiende verdieping met een enorme klap tegen het plafond tot stilstand is gekomen, hadden we nooit kunnen verzinnen.’ Door JILDOU VISSER

D

e beide TS’en passen de procedure hoge gebouwen toe. Beldman laat iedereen ademlucht omhangen en gaat met zijn manschappen via een andere lift op een andere locatie in het gebouw naar de machinekamer op de achttiende verdieping. Daar zien ze dat de liftmachine is omgevallen, de staalkabels van het wiel geschoten zijn, er scheuren in de betonnen ondergrond zitten en er veel stof ronddwarrelt. ‘We zagen dat het niet goed was, maar hadden nog geen idee wat er precies aan de hand was’, vertelt hij. ‘We zijn naar de bewuste lift gelopen. Daar aangekomen zag ik in een oogopslag dat ik mijn plan moest wijzigen.’ Beldman ziet twee bhv’ers bij de lift staan. Zij hebben de liftdeuren op een kier gezet, maar krijgen deze niet verder open. ‘Daar doorheen zag ik dat de liftvloer halverwege de verdieping zat en er twee slachtoffers in lagen. Op de grond lag iemand tegen de liftdeur aan, daarvan was de ademhaling niet waarneembaar. Het tweede slachtoffer was zwaargewond, maar ademde nog wel. Ineens moet je schakelen van een brandinzet naar een hulpverleningsinzet met de nodige risico’s.’ Op dat moment komt de bemanning van de eerste TS met een spreider boven en komen ook de ambulancemedewerkers en het Mobiel Medisch Team (MMT) bij het incident. ‘De MMT-arts liet weten dat we geen seconde te verliezen hadden. De slachtoffers moesten er zo snel mogelijk uit.’ Met de twee ploegen maakt Beldman een inzetplan. Het doel is om de risico’s zoveel mogelijk te verkleinen en de slachtoffers zo snel mogelijk uit de lift te halen. ‘Je weet dat het geen normale inzet wordt, dat je moet afwijken van bestaande procedures en dat je risico loopt. We moesten creatief zijn in het bedenken van oplossingen.’ Eén van de risico’s is dat de brandweerlieden tijdens de inzet onder de lift door kunnen schieten en naar beneden vallen. Een ander groot risico is dat de lift door de beweging naar beneden valt. ‘We hadden geen zekerheid dat dit niet zou kunnen gebeuren. Door de enorme klap kon de constructie ernstig aangetast zijn. Je gaat proberen zekerheden in te bouwen. Een liftmonteur gaf aan dat de lift niet naar beneden zou vallen. Daar vertrouw je op. Om te voorkomen dat we in het gat zouden vallen hebben we een ladder overdwars tegen de opening geplaatst. We wilden de liftdeuren met een spreider openmaken, het eerste slachtoffer pakken en voor het tweede slachtoffer zou een van de manschappen op z’n buik de lift in. Hij zou het slachtoffer er in één beweging uit pak-

Brand&Brandweer

ken. Twee manschappen zouden hem bij zijn voeten vasthouden. Bij de kleinste beweging van de lift zouden zij hem eruit trekken. Iedereen ging heel gefocust te werk. Ik heb geen moment gedacht dat het fout zou kunnen gaan. Het ging ook goed, maar achteraf ga je wel nadenken. Die liftmonteur werkt altijd met liften die intact zijn. Mag je van hem verwachten dat hij adviseert over een lift waarbij door flinke krachten, de constructie is beschadigd? Achteraf besef je pas welke risico’s je hebt gelopen.’ Direct nadat de slachtoffers uit de lift zijn gehaald, worden ze gereanimeerd. Eén overlijdt ter plaatse. De ander wordt met hartslag, maar in zeer slechte conditie naar het ziekenhuis gebracht. Na de inzet doen de twee TS’en een gezamenlijke nabespreking. Beldman: ‘We konden de beelden die we hadden met elkaar delen. Ik ben trots op hoe we dit met z’n allen hebben aangepakt. Er was geen tijd om materieel te halen, we moesten direct handelen en risico’s nemen. We hebben meer gedaan dan wat je van ons mag verwachten. Zo’n heftig incident vergeet je nooit meer. Het plotseling schakelen van brand in een hoog gebouw naar een hulpverleningsinzet met risico’s, maakt dat de impact groter is.’ Dat het indruk heeft gemaakt blijkt ook een dag later. ‘Op ons hoofdkantoor stond ik met twee personen in de lift. Zij spraken over het incident dat ik had meegemaakt en vroegen zich af wat er zou gebeuren als de lift waarin we stonden zou doorschieten. Toen moest ik er wel even aan terugdenken. Ik stapte sowieso al met een ander gevoel de lift in’, vertelt Beldman. ‘Gelukkig is dat gevoel na een paar keer de lift te hebben genomen verdwenen.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

31


vakanti efoto’s

Met vakantiegroeten uit... De mailbox van Brand&Brandweer stroomde goed vol deze zomer met allerlei prachtige vakantiefoto’s vanuit alle uithoeken van de wereld. Veel brandweerlieden bezochten dit jaar hun collega’s op verschillende plaatsen in de Verenigde Staten. Daarnaast kregen we veel foto’s uit verschillende Europese landen en een aantal bijzondere, exotische oorden.

Bertwin van Setten bezocht deze zomer de brandweer in Nederland, maar dan het dorp Nederland in Colorado in de Verenigde Staten.

Hans den Hartog kwam in Chop in Oekraïne dit brandweervoertuig tegen.

In de Deense havenstad Esbjerg zag Harco van Oorschot deze kazerne, een combinatie van de overheidsbrandweer en Falck.

Be Eilders trof tijdens zijn vakantie de brandweer in Portland, Verenigde Staten, tijdens een uitruk.

Van het Brandweermuseum Sluiskil kregen we een foto van de blusboot van de brandweer in New York in de Verenigde Staten.

32

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


BERoep & Bran dweer

In het Italiaanse Trento stond de Piazzo Duomo in brand. Monique Claessens-Vonk zag hoe de brandweerlieden de brand blusten en vervolgens de toren met houten balken stutten.

Martijn Plantinga kwam tijdens zijn rondreis door de Verenigde Staten deze Ahrens steam fire uit 1888 tegen en de kazerne waar deze oldtimer in staat.

Tijdens zijn rondreis zag Martijn Plantinga ook de voertuigen van de brandweer in Seligman en Beverly Hills.

RenĂŠ Dirks bezocht tijdens zijn vakantie de brandweeropleiding in Bakau, Gambia.

In Apia, de hoofdstad van Samoa zag Jildou Visser deze brandweerkazerne.

Nick Naber kwam in Oostenrijk twee wel erg bijzondere brandweerlieden tegen.

Timo Willemsen zag bij Orient Beach op Sint Maarten de inzet van lokale brandweerlieden bij een autobrand.

In Kandy, Sri Lanka, bezocht RenĂŠ Vergouwen deze kazerne.

Voor zijn werk reist Ton de Haas de hele wereld over. Zo kwam hij onder andere bij de brandweer in Dubai.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

33


Brandveiligheidsindex 2017

Brandveiligheidsindex 2017/1 Brandveiligheidsindex 2017/1

De Brandveiligheidsindex is een onmisbare uitgave voor de brandweer, zowel in het kader van de repressie (herkennen van toegepaste materialen) als in de preventie (toezicht en advisering).

ISBN 9789012400770

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandveiligheidsindex


risicobeh eersi ng

Nieuwe tunnels minder brandwerend dan gedacht Het beton dat gebruikt is in de tunnels die sinds 2008 zijn gebouwd, voldoet niet aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit en de landelijke tunnelstandaard. Dat is begin augustus gebleken uit onderzoek van Rijkswaterstaat. Het beton voor landtunnels hoort zestig minuten brandwerend te zijn bij een brand met een energie van 200 MW. Dat is niet het geval. Het beton bezwijkt bij dit soort branden sneller. Onduidelijk is nog hoe het beton zich houdt bij minder grote branden en hoe het beton van de tunnels die eerder zijn gebouwd, zich bij een grote brand houdt. Door JILDOU VISSER Fotografie Flashphoto

‘E

en verminderde brandwerendheid heeft gevolgen voor de repressieve inzet bij tunnelbranden’, begint Robert Polman, afdelingshoofd risicobeheersing bij Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden. Namens Brandweer Nederland neemt hij deel aan het stakeholdersoverleg Rijkswaterstaat over tunnelveiligheid. ‘In principe gaat het om vier rijkstunnels, de Tweede Coentunnel, de Koning Willem Alexandertunnel, de Ketheltunnel en de Salland Twente Tunnel, waarvan het beton niet voldoet aan de gestelde brandwerendheidseisen. Voor deze tunnels zijn met de betrokken veiligheidsregio’s en andere stakeholders inzet- en procedureafspraken gemaakt en wordt door Rijkswaterstaat onderzocht hoe dit probleem zo spoedig mogelijk opgelost kan worden.’ Onduidelijk is volgens Polman nog hoe het beton reageert bij minder grote branden. ‘200 MW branden hebben we in Nederland nog nooit in een tunnel gehad. Die richtlijn is gebaseerd op de Rijkswaterstaatcurve voor tunnelbranden. Voor ons is meer van belang wat er gebeurt bij kleinere branden van 50 tot 150 MW. Dat zijn branden waar we mee te maken hebben en waarbij we veilig moeten kunnen optreden. Dat gaat Rijkswaterstaat nog onderzoeken’, vertelt Polman. ‘Tot die tijd is voorzichtigheid geboden. Wees bewust dat er een mogelijkheid is dat het beton minder sterk kan worden. Blijf tijdens de inzet in een tunnel letten op hoe het beton reageert op de warmte. Zie je afgespat beton op de grond liggen of is de bewapening zichtbaar? Trek je dan direct terug.’ Tunnels 2000 - 2008 Onderzoek heeft uitgewezen dat het beton van de tunnels die voor het jaar 2000 zijn gebouwd, goed is. Deze zijn volgens Polman in ieder geval zestig minuten brandwerend bij een 200 MW brand. ‘Onduidelijk is hoe het beton van de tunnels die tussen 2000 en 2008 zijn gebouwd, zich gedraagt. Die onderzoeken worden nog gedaan. Vertrouw je het niet, trek je dan terug. Pas eventueel de inzetprocedures voor de tunnels aan.’ Ook de brandwerendheid van de niet-rijkstunnels en de spoortunnels, wordt nog onderzocht. Rijkswaterstaat heeft de informatie gedeeld met het platform niet-rijkstunnels en ProRail. Polman: ‘Wij zijn blij dat zowel

Brand&Brandweer

het ministerie als Rijkswaterstaat het probleem onderkennen en er direct actie op ondernemen. De afstemming met het bevoegd gezag, de veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat is goed. Het duurt even voordat de onderzoeken klaar zijn en we weten hoe de brandwerendheid verbeterd kan worden. Bij deze onderzoeken worden ook de tunnels in aanbouw en parkeergarages meegenomen.’ Het probleem Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat de verminderde brandwerendheid wordt veroorzaakt door de veranderende samenstelling van het beton om het uithardingsproces te versnellen. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk om de ontstane situatie op te lossen. Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-Amstelland, ZuidLimburg en Twente, trekken gezamenlijk op en ondersteunen Rijkswaterstaat bij het vinden van de juiste oplossing. ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

35


Risicobeh eersi ng

Met de segway kunnen de brandweerlieden van het Tunnel Respons Team bij incidenten in de tunnelbuis snel ter plaatse komen.

Renovatie monumentale Maastunnel, een traject vol uitdagingen De Maastunnel is een van de oudste tunnels van Nederland. Door zout op het wegdek is in de loop der jaren betonrot in de vloer ontstaan en dus moest de tunnel worden gerenoveerd. Dat traject is voor de brandweer een traject vol uitdagingen. Het is een rijksmonument, waardoor aanpassingen op het gebied van brandveiligheid niet makkelijk zijn toe te passen. En één tunnelbuis moet tijdens de restauratie open blijven voor verkeer vanwege de bereikbaarheid van het Erasmus Medisch Centrum.

Door JILDOU VISSER Fotografie Media TV

H

et traject voor de renovatie van de Maastunnel wordt in 2009 gestart. ‘De Maastunnel is een oude tunnel. Hij is in de oorlog opgeleverd. Sindsdien is in de tunnel aan de brandveiligheidsvoorzieningen niets veranderd. De ventilatiesystemen konden een autobrand nauwelijks aan. Dat moest anders’, begint Mark van Houwelingen, specialist 36

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

brandpreventie van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. In het maken van de plannen voor de renovatie denkt hij actief mee vanuit het brandveiligheidsaspect. ‘We zijn aan de voorkant goed betrokken, waardoor we mee konden denken in de gewenste voorzieningen. Op dat punt liepen we vaak tegen twistpunten aan. De Maastunnel is een rijksmonument, waardoor we niet alle gewenste aanpassingen zomaar mochten doen en er vaak gelijkwaardige oplossingen gezocht moesten worden. Een tijdrovend en lastig traject.’ Als voorbeeld noemt Van Houwelingen het vluchtpad. In

Brand&Brandweer


Risicobeh eersi ng

de monumentale tunnel is deze verhoogd. Het vluchtpad naar beneden brengen mocht niet. Een vaste trap erin maken, ook niet. ‘Veilig kunnen vluchten is belangrijk. Na lang zoeken en overleggen zijn we uitgekomen op trappetjes die automatisch uitklappen op het moment dat er brand is. Ook de borden met de afstanden tot de vluchtdeuren mochten vooruitlopend op de renovatie niet met schroeven in de tunnelwand bevestigd worden. Deze worden op de wand gelijmd.’ Op het gebied van de ventilatie worden eveneens veel varianten besproken. Uiteindelijk wordt besloten dat er langsventilatie in de tunnel wordt toegepast, die wordt toegespitst op een brand van 100 MW. ‘Daar hebben we lang over gesproken, dus je blijft zitten met een restrisico. Grotere branden kan deze ventilatie niet aan en er gaat vrachtverkeer door de tunnel’, aldus Van Houwelingen. ‘Een andere optie met meer ventilatiecapaciteit was er niet en dus hebben wij de mogelijkheden voor een watermistinstallatie laten onderzoeken. Die techniek wordt in nieuwe buitenlandse tunnels al toegepast. Maar de gemeente vond dat een te groot risico. Het was namelijk niet zeker of die techniek mogelijk was in een renovatietunnel.’ Wel wordt gezorgd dat in de nieuwe tunnel een natte blusleiding aanwezig is, met een eigen pompinstallatie en een eigen bassin van 120 m3. Van Houwelingen: ‘Met die voorzieningen hebben we voldoende water om een uur lang te blussen. Indien nodig kan het Havenbedrijf het bassin bijvullen met water uit de Nieuwe Maas. Daarnaast wordt de dekking voor C2000 verbeterd en komt er nieuwe cameradetectie in de tunnel en een systeem die stilstand signaleert. Dit zijn standaard voorzieningen voor een nieuwe tunnel. Uniek is dat een automatisch filemanagementsysteem wordt aangelegd. Een stadstunnel is gevoelig voor files. Hierdoor zou benedenstrooms van een incident in de rook een file kunnen staan. Het automatisch filemanagementsysteem zorgt dat in de tunnel de kans op file zeer klein is.’ Het systeem kijkt met automatische camera’s in een groot gebied rondom de tunnel naar het vervoersaanbod en de capaciteit van de afvoerwegen. Deze input wordt door een computer verwerkt. Indien de computer een mogelijk toekomstig fileprobleem signaleert, stuurt de computer vroegtijdig proactief de verkeersregelinstallaties aan in een groot gebied rondom Maastunnel door langere groen- of roodtijden te hanteren. Hierdoor kan de aanvoer gestopt worden en de afvoercapaciteit verhoogd. Mocht de computer het niet meer kunnen oplossen dan wordt een signaal afgegeven en kan de operator handmatig ingrijpen. ‘Het laatste aspect dat tot discussie leidde was de kleur van de verlichting. Volgens de monumentenstatus moest dit geel licht zijn, want die kleur is karakteristiek voor de Maastunnel. Wij wilden graag wit licht, zodat we bij een incident beter zicht hebben. Uiteindelijk zijn we uitgekomen op natriumgele LED-verlichting, die bij calamiteiten overschakelt op wit licht.’ Renovatieperiode Dat tijdens de hele renovatieperiode één tunnelbuis open moet blijven vanwege de bereikbaarheid van het Erasmus Medisch Centrum, maakt het hele traject extra bijzonder en ingewikkeld. Van Houwelingen: ‘Je bent druk bezig met het eindplaatje, hoe de tunnel na de renovatie gaat worden. Tegelijkertijd moet je ook nadenken over hoe je dingen tijdens de renovatie gaat oplossen. Het heeft veel tijd gekost om dat goed te krijgen.’ Eén van de belangrijkste knelpunten daarin is hoe de brandweer omgaat met incidenten in de tunnel. ‘Normaal gesproken rijden we via de andere tunnelbuis aan naar een incident, maar dat kan nu niet. We moesten dus op zoek naar een oplossing waarmee we een

Brand&Brandweer

incident in de tunnel snel kunnen bereiken en kunnen blussen. Met een TS sluit je achteraan in de file, dus dat was geen oplossing.’ Na lang wikken en wegen, komt de projectgroep uit op het Tunnel Respons Team. Dit team wordt tijdens de renovatie op een tijdelijke kazerne gestationeerd naast de tunnel. ‘In geval van een incident is het belangrijk dat dit zo klein mogelijk blijft, want we hebben slechts beperkte mogelijkheden om grootschalig uit te rukken’, vertelt Jaap van der Hoek, projectleider van het Tunnel Respons Team. ‘Om snel het incident te kunnen bereiken zijn we op zoek gegaan naar een vervoermiddel waarmee we langs de file kunnen rijden, die altijd ontstaat als de tunnel plotseling sluit.’ Het team onderzoekt de mogelijkheden van een elektrische fiets, brommer, motor en een segway. ‘Uiteindelijk is de keuze op de laatste gevallen. We moeten met uitrukkleding en ademlucht de tunnel in. Dat is op een fiets, brommer of motor niet handig. Met de segway houd je de meeste bewegingsvrijheid. Bovendien zijn ze stevig en is het makkelijk om ermee te werken.’ In de tunnel zijn tijdens de renovatie om de zestig meter in kasten voldoende slangen en straalpijpen geplaatst, zodat het materieel niet op de segway meegenomen hoeft te worden. Ter voorbereiding op de renovatieperiode hebben de brandweerlieden van het Tunnel Respons Team diverse trainingen met de segway gehad, hebben ze tijdens een rondleiding door de tunnel objectkennis opgedaan en ze hebben diverse inzetprocedures geoefend. ‘Als je gaat afwijken van de normale procedures, is het essentieel om te investeren in de objectkennis en oefeningen’, aldus Van der Hoek. Naast dat het Tunnel Respons Team via de incidentbuis aanrijdt, hebben ze ook een andere samenstelling. ‘In principe rijden we met twee man aan met het Snelle Interventie Voertuig (SIV), de derde persoon komt er op de Segway achteraan. Is het druk, dan rukken alle drie de brandweerlieden op de segway uit. De nummers een en twee moeten het incident bestrijden en de nummer drie moet blijven letten op de veiligheid. Kunnen we het incident hiermee niet bestrijden, dan moeten we opschalen. De twee eenheden die dan aanrijden komen bij hulpverleningsinzetten via tegengestelde richting de tunnelbuis inrijden, zodat ze geen last hebben van files. Maar dat kan pas als de tunnelinspecteur heeft geconstateerd dat er geen verkeer meer in de tunnel rijdt, anders is het te gevaarlijk. Bij brand kan dit door de ventilatierichting niet en kunnen ze tot tot de tunnelmond aanrijden. Het laatste stukje moeten ze lopen.’ Het filemanagementsysteem is tijdens de renovatie nog niet actief. Aan de hand van het cameratoezicht in de tunnel moeten daarom handmatig, zodra een incident wordt geconstateerd de stoplichten na de tunnel op groen worden gezet en voor de tunnel op rood, zodat het verkeer uit de tunnel rijdt en er geen nieuw verkeer meer inrijdt. De tijdelijke kazerne naast de tunnelmond is tijdens de renovatie permanent bezet. Van der Hoek: ‘Omdat we nauwelijks aanrijtijd hebben, kunnen we direct na alarmering vanuit de kazerne al contact leggen met de tunnelcentrale. We kunnen zelfs live meekijken met de camerabeelden in de tunnel, zodat we al een eerste beeld kunnen vormen en ter plaatse direct kunnen handelen om het incident zo klein mogelijk te houden.’ Echt serieuze branden heeft het Tunnel Respons Team sinds de start van de renovatie van de tunnel in juli nog niet gehad. ‘Een aantal pechgevallen en een brandje in de werkbuis, maar die was door de bhv’ers al geblust’, aldus Van der Hoek. ‘Die gevallen gaan we trouwens wel evalueren om te kijken of alles wat we hebben bedacht ook goed werkt.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

37


40 jaa r

40 jaar besmet met het brandweervirus Brand&Brandweer bestaat veertig jaar en dat vieren we met een reeks verhalen. Daarin kijken we vier decennia terug én vooruit. Deze keer met oudgediende Adriaan Machielsen uit Chaam en nieuweling Iwan Michelbrink uit Hapert, beiden uit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

tweede klas, daarna volgden meer opleidingen. Onder meer Hoofd Brandwacht.’ Wat is de grootste verandering die u bij de brandweer heeft meegemaakt? ‘De herstructurering binnen de brandweer, die in 1980 begon onder Ien Dales, minister van Binnenlandse Zaken. Dat leidde ertoe dat de brandweerregio’s gelijk werden aan de politieregio’s. Van daaruit kwam de regionalisering op gang. Dat is de tweede grote verandering die ik heb meegemaakt. We kwamen met 26 gemeenten in een regio te zitten. Dat betekende minder commandanten. Ik werd geen clustercommandant. Jammer, maar ik bleef burgers helpen. Dat is voor mij het belangrijkste.’

Door Marco van der Leest

Adriaan Machielsen, gebouwenbeheerder Brandweer Midden- en West-Brabant: Hoe zag het brandweerkorps in Chaam er veertig jaar geleden uit? ‘Er was één brandweerauto met 24 brandweerlieden. Als er ergens brand was, werd iedereen opgeroepen. Sommigen gingen mee op de auto, anderen gingen er op de fiets of brommer achteraan. De eerste jaren, tot 1974, ging bij brand de sirene in het dorp af, daarop kwam het halve dorp met de uitruk mee. De dorpsbakker was destijds de commandant. Hij bediende de sirene, die op de buitenmuur van het café hing.’ Kunt u zich uw eerste brandweeropleiding nog herinneren? ‘Jazeker, dat was in 1974 in Etten-Leur. We kregen les van de commandant van Etten-Leur. Zonder computer, met een bord met verschillende kleuren klittenband. Tien weken theorie, daarna praktijklessen. Ik vond het geweldig. Alles was nieuw. Ik was achttien en pas van school. Eerst de opleiding brandweer 38

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Wat is de meest bijzondere inzet in al die jaren geweest? ‘Een tweezijdig auto-ongeluk op 25 oktober 2013, waarbij een van de auto’s in brand vloog. Twee meiden van achttien jaar kwamen om het leven. Tijdens de nabespreking kreeg ik een telefoontje van de Officier van Dienst (OvD) van de politie. Een van de meisjes was waarschijnlijk de dochter van onze bevelvoerder. Zij had tijdens het blussen nog gekeken hoeveel personen er in de auto zaten. Ze had haar dochter niet herkend. Verschrikkelijk. Dat was het moeilijkste gesprek van mijn loopbaan. Het ongeluk had een enorme impact op de brandweer en het dorp.’ In welk opzicht is het brandweervak het meeste veranderd? ‘De procedures. Het is allemaal strakker geworden. We hebben minder mogelijkheden om van regels af te wijken. Alles moet volgens het boekje. En achteraf is er meer verantwoording. Vroeger konden we bij het blussen van een brand zelf beslissen of we voor de veiligheid een muurtje omgooiden. De verzekering maakte daar toen geen probleem van. Nu doen ze dat wel. Het draait meer om geld en minder om veiligheid. Het is een maatschappelijke ontwikkeling: meer ik, minder samen. Dat vind ik weleens jammer. Wij hebben immers een maatschappelijke rol.’

Brand&Brandweer


40 jaar

Hoe lang blijft u nog bij de brandweer? ‘Nog een jaar of vijf. Momenteel doe ik gebouwenbeheer en dat zal ik waarschijnlijk blijven doen. Als gevolg van een herseninfarct heb ik een medische beperking. Het beste is om eens in de vijf of zes jaar van functie te wisselen. Zo leer je steeds bij. Maar ik heb het nu prima naar mijn zin op deze plek. Ik ben op de achtergrond nog altijd betrokken bij de uitruk. Met advies en natuurlijk een luisterend oor.’

Iwan Michelbrink, sinds april beroeps bij Brandweer Midden- en West-Brabant: Hoe lang ben je nu bij de brandweer? ‘Als beroeps werk ik sinds april dit jaar bij cluster Oost, standplaats Tilburg bij Brandweer Midden-en West-Brabant, maar ik ben al achttien jaar vrijwilliger voor de Brandweer Brabant-Zuidoost. Ik woon namelijk in Hapert, wat onder die regio valt.’

In hoeverre hoop je ook de veertig jaar vol te maken? ‘In de uitruk wordt dat moeilijk. Bij de beroeps mogen we maar maximaal twintig jaar. Met mijn werk als vrijwilliger kan ik de veertig jaar wel halen. Dan ben ik 59. Ik ben er nog helemaal niet mee bezig wat ik daarna ga doen. Een geruststellende gedachte: de brandweer faciliteert prima naar werk in- of extern.’ Hoe denk je dat de brandweer er over veertig jaar uitziet? ‘Het blussen zal nog steeds door mensen gebeuren, denk ik. Ik zie robots dat niet overnemen, omdat je altijd rekening moet houden met de dynamiek van een incident. Ik verwacht wel dat er in de techniek en procedures wat verandert. Het verschil tussen nu en achttien jaar geleden is groot. De brandweer is continu in beweging en dat is prima. We moeten meegaan met onze tijd.’ ■

Hoe ben je bij de brandweer terechtgekomen? ‘Mijn vader was al actief bij de brandweer en ik ging als kind weleens mee naar brandweerfeestjes en -activiteiten. Zo raakte ik met het brandweervirus besmet. Toen ik achttien jaar geleden bij de gemeente solliciteerde, kon ik snel aan de slag. Voor de vacature van beroeps waren veel sollicitanten. Ik ben blij dat ze mij hebben gekozen, want nu kan ik van mijn hobby mijn werk maken.’ Wat heb je van de oude garde geleerd? ‘Een hoop. Zij hebben natuurlijk veel ervaring en de meeste oude rotten zijn graag bereid deze te delen. Bij de evaluatie na iedere inzet bijvoorbeeld. Dan krijgen we, ook informeel, altijd veel nuttige tips en tops.’

Brand&Brandweer

Iwan Michelbrink

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

39


BRAN DWEER BU ITEN LAN D

Studiereis naar Tsjernobyl, een indrukwekkende ervaring

De kerncentrale in Tsjernobyl.

Een van de grootste kernrampen van de geschiedenis was op 26 april 1986 in Tsjernobyl, Oekraïne. Nog steeds zijn de gevolgen ervan in het gebied goed te zien. Wat is er gebeurd? In juni organiseerde het IFV met drie ervaringsdeskundigen een tweedaagse studiereis naar het gebied om het van dichtbij te zien en de verhalen te horen. ‘Het was een onvergetelijke ervaring’, vertelt Mark Graner van het IFV, een van de deelnemers aan de reis.

Door JILDOU VISSER Fotografie Thorsten Hackl

T

horsten Hackl uit Veiligheidsregio Midden- en WestBrabant is een van de ervaringsdeskundigen die de reis mee heeft helpen organiseren. Het was zijn tweede bezoek aan de centrale. ‘Een aantal jaren geleden draaide ik als stralingsdeskundige piketdiensten in Zeeland en Middenen West-Brabant. Ik wilde me toen meer in de materie verdiepen en ook leren van incidenten. Waar kun je dat beter doen dan op de plek waar het is gebeurd? Ik heb toen eerst via officiële kanalen geprobeerd een reis te regelen, maar dat lukte niet en dus ben ik er in 2013 privé heen gegaan. Dat ging heel makkelijk, via via heb ik toen een stralingsdeskundige gevonden die werkte aan de sarcofaag en me er rond kon leiden. Vanuit mijn eigen netwerk zijn toen nog tien mensen meegegaan.’ Bij terugkomst was de groep zo enthousiast dat ze nog weleens er naartoe wilden en Hackl krijgt veel aanvragen van brandweerlieden die de reis ook willen maken. Het IFV hoort ervan en besluit samen met Hackl, Hans van Mensvoort en Alfred Hamers de reis te organiseren. ‘Dit keer wilde ik ook de brandweer in het gebied bezoeken. Dat kon, omdat we de reis vanuit het IFV organiseerden’, aldus Hackl. Voordat de reis plaatsvindt, zijn er voor de deelnemers twee trainingsavonden. ‘Het was een introductie op de reis. Ze hebben ons verteld wat er precies is gebeurd’, vertelt Graner. ‘Ik ben een geïnteresseerde, maar heb geen stralingsachtergrond. Voor mij lag de informatiedichtheid soms een beetje hoog, maar de avonden waren ontzettend interessant. Ik had dat ook nodig om het optimale uit de reis te kunnen halen.’

40

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Bezoek centrale Op de eerste dag van de studiereis staat het bezoek aan de kerncentrale, de brandweerkazerne in het gebied en de omgeving op het programma. De dag begint met een bezoek aan het bezoekerscentrum. Daar krijgt de groep uitleg en staat een maquette van de centrale. ‘Er hingen ook foto’s van hoe alles eruit zag. Dat helpt bij de beleving. Nu kun je je daar weinig meer bij voorstellen, want over de getroffen centrale is een enorme nieuwe sarcofaag gebouwd om de straling tegen te houden en ze alles van binnenuit kunnen opruimen’, aldus Graner. Daarna bezoekt de groep de golden hallway en de controlekamer. ‘In de controleruimtes besef je dat het dagelijks functioneren al ontzettend ingewikkeld moet zijn geweest. We kregen een rondleiding van een gids die er ook op technisch vlak veel van wist’, vertelt Graner. ‘De golden hallway was voor mij een van de hoogtepunten. De gang is ongeveer 700 meter lang en je loopt langs de turbines aan de ene kant en de reactoren aan de andere kant’, vertelt deelnemer Gerben Hieltjes. ‘Het was mijn derde bezoek aan het gebied, maar in dit deel was ik nog nooit geweest. Ik vond het jammer dat we wegens werkzaamheden aan de oostzijde van de sarcofaag, niet het herdenkingsmonument van Valery Khodemchuck hebben kunnen bezoeken.’ Brandweerkazerne Na het bezoek aan de centrale, gaan de deelnemers ook naar de bedrijfsbrandweer op het terrein. Daar krijgen ze een rondleiding van de aanwezige brandweerlieden. ‘Als je daar rondloopt en je realiseert dat zij die bewuste nacht de eerste melding kregen en zijn uitgerukt, dan maakt dat indruk. In totaal zijn er in de eerste week 29 mensen overleden. Over het terrein ligt nu een meter

Brand&Brandweer


BRAN DWEER BU ITEN LAN D

beton om de radioactieve stoffen te bedekken’, vertelt Hackl. Ook de rondleiding maakt indruk. ‘Ze hebben bijna niks en lopen behoorlijk achter, op alle fronten. Dan realiseer je je dat wij het hier ontzettend goed hebben.’ ‘Ze werken daar in twintig jaar oude uitrukkleding, die toen al is gedoneerd. De faciliteiten zijn echt minimaal’, vult Graner aan. Tijdens de wandeling door het nabijgelegen Pripyat, een dorp met een voormalig pretpark in het gebied, krijgen alle deelnemers een stralingsmeter mee. Graner: ‘Het is volledig verlaten en grotendeels overgroeid met bomen en struiken. Waar we ook liepen, het was een concert van gepiep van de stralingsmeters. Het was bijna een spel om de hoogste straling te vinden.’ Tsjernobyl museum Op de tweede dag van de reis staat een bezoek aan het Tsjernobyl museum op het programma. ‘Een goede aanvulling op alles wat we de eerste dag hebben gezien’, vertelt Graner. ‘Je ziet veel foto’s, video’s, berichtgeving uit de media en de kleding van mensen die het puin hebben moeten ruimen. Dat zag er erg primitief uit.

De deelnemers aan de studiereis in de controlekamer van de kerncentrale.

De groep die naar met de studiereis naar Tsjernobyl is geweest.

Het was een pak dat het lichaam afdekt met een schort aan de voorkant en een loden plaat aan de achterkant, een helm en een gasmasker. Ze hebben het werk maar een paar minuten gedaan en een deel van hen is daar ziek van geworden. De serie foto’s van dorpen die zijn weggevaagd maakte ook veel indruk. Je zag hoe ze kuilen groeven en daar met een bulldozer de huizen inschoven en begroeven, om maar van de straling af te zijn.’ In het museum is Leonid Osetsky een van de brandweerlieden die in de eerste uren na de ramp aanwezig was. Hij vertelt de groep hoe hij heeft staan blussen in gewone uitrukkleding. ‘Er was die nacht maar één geigerteller, maar die was aan de andere kant van het complex. De brandweerlieden wisten dus niet wat er aan de hand was en hebben staan blussen zonder te weten waaraan ze zijn blootgesteld. Zes brandweerlieden zijn binnen een paar dagen

Brand&Brandweer

overleden. Zijn verhaal was indrukwekkend’, aldus Graner. ‘Hij waarschuwde dat het ontzettend belangrijk is dat mensen precies weten waarmee ze werken en daar goed voor opgeleid zijn. De ramp is ontstaan door menselijk handelen.’ Graner en Hieltjes zijn het erover eens dat de reis geslaagd was. ‘Hoewel het mijn derde keer was, was het zeker interessant. De golden hallway kon ik bij eerdere reizen niet bezoeken en ook de ontmoeting met de brandweerman in het museum was bijzonder’, aldus Hieltjes. ‘Ik ben blij dat wat ik met het IFV heb bedacht zo goed is aangeslagen’, laat Hackl weten. ‘Het is toch altijd maar de vraag of anderen net zo enthousiast zijn als dat jij dat bent.’ Bij voldoende interesse organiseert het IFV in het najaar de reis nogmaals. ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

41


SPORT

World Police & Fire Games, groot succes voor Nederlandse sporters In totaal haalde de Nederlandse delegatie bij de World Police & Fire Games in Los Angeles maar liefst vijftig medailles. Een groot succes. Van 7 tot en met 16 augustus streden in de Amerikaanse stad ongeveer tienduizend atleten van de brandweer en politie in 56 sporten tegen elkaar. Onder de 28 Nederlandse sporters waren tien brandweerlieden. Wielrenner Wout Roos, beroepsbrandweerman bij de Gezamenlijke Brandweer en vrijwilliger bij Veiligheids-regio Rotterdam, was een van de Nederlandse brandweeratleten die in Los Angeles heeft gestreden om de medailles. Met succes. race heb gepiekt. In de laatste ronde ben ik vlak voor de finish ingehaald door twee andere wielrenners. Dat was balen. Ik had echt het gevoel dat ik goud had verloren.’ De volgende ochtend staat voor hem de klimtijdrit op het programma. Deze wedstrijd is eveneens voor de officiële opening. ‘Een spannende wedstrijd’, beaamt Roos. ‘In Nederland zijn we niet zo bekend met het klimmen, maar ik wilde meedoen. Ik heb alles gegeven en eigenlijk ging dat vrij goed. Onderweg ben ik wel ingehaald door een Braziliaan die bijna flierefluitend de berg op reed, dan weet je dat je zelf te kort komt. Toch was ik tweede. Ik kon het bijna niet geloven, deze medaille kwam totaal onverwacht.’

Een deel van de Nederlandse sportdelegatie. Fotografie: WPFG NL

Door JILDOU VISSER

A

ls Roos na een week vakantie op 5 augustus aankomt in Los Angeles, moet hij zich direct als sporter registreren. ‘De registratie was bij de Los Angeles Police Department. Je kon van veraf al zien dat je op de goede locatie was. Ze hadden veel prachtige voertuigen uit-gestald.’ De volgende dag, een dag voor de officiële opening, heeft hij al zijn eerste wedstrijd. ‘Dat was gek, want je strijdt al om de prijzen terwijl de spelen nog niet eens geopend zijn. Misschien was ik daardoor wel extra gebrand op het halen van een medaille, zodat ik die tijdens de openingsceremonie al kon tonen. Je kon sowieso goed merken dat iedereen er veel zin in had.’ De eerste wedstrijd die Roos rijdt is een criterium van anderhalve kilometer. Het parcours is vrij vlak. ‘Ik was die dag vooral benieuwd wie mijn tegenstanders zouden zijn. Hoe goed waren ze? In Nederland rijd ik redelijk veel wedstrijden, waardoor je het niveau van de concurrenten wel kent. Al snel ontdekte ik dat het niveau hoger lag dan verwacht. Er waren diverse ontsnappingen en tot de laatste ronde zat ik daar steeds bij, als enige van mijn leeftijdscategorie. Maar toen was ik op. Ik had er waarschijnlijk te veel zin in, waardoor ik te vroeg in de 42

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Openingsceremonie Na de wedstrijd op maandagochtend staat die middag de openingsceremonie op het programma. ‘Onwerkelijk’, blikt Roos terug. ‘Alle sporters van alle landen liepen in hun eigen tenue. Land voor land werden we het stadion in geroepen, daar zaten veel supporters op de tribune. Dat geeft een kick. Ik had niet verwacht dat het zo mooi was.’ Nadat alle landen hun ronde hebben gelopen, mogen de sporters op de tribune plaatsnemen en wordt een show met helikopters, vliegtuigen en veel vuurwerk getoond. ‘En er waren toespraken, die duurden vrij lang. Tijdens de toespraken is stilgestaan bij het overlijden van een Braziliaan die tijdens de spelen twee jaar geleden is overleden. En er werd vooruitgeblikt naar de spelen in China over twee jaar.’ Wedstrijden In de dagen na de openingsceremonie staan voor Roos nog drie wedstrijden op het programma, de vlakke tijdrit, de wegwedstrijd en de sprintwedstrijd. Daarnaast schrijft hij zich nog in voor zijn zesde race, het veldrijden. In de vlakke tijdrit beleeft hij een van de meest gekke momenten tijdens zijn spelen. ‘Ik was derde geworden, dacht ik. Dat viel me niet tegen, want het was een zware rit met een heuvelachtig parcours en het was warm. Ik werd van alle kanten al gefeliciteerd met mijn bronzen plak tot ineens bekend werd dat een Amerikaan derde was geworden. Er was wat fout gegaan met de telling. Dat was een raar moment, ik stond klaar om naar de huldiging te gaan en toen ging het ineens niet door.’ Een dag later probeert hij in de wegwedstrijd de teleurstelling goed te maken, maar ook dat slaagt niet helemaal. ‘Tot halver-

Brand&Brandweer


SPORT

wege reed ik mee in de kopgroep, maar daarna kon ik Aantal Andere sporten Nederlandse het niet meer volhouden. Ik ben alleen doorgereden en Het bezoeken van andere sporten was lastig, zo laat medailles uiteindelijk als vijfde geëindigd. De hoogst haalbare Roos weten. ‘De afstanden waren groot. De wielrenplek.’ wedstrijden waren ten noorden van de stad, daarom Goud: 23 Tijdens de sprintwedstrijden heeft Roos goede hoop zaten we in die omgeving in een hotel. Naar de andeZilver: 14 dat hij met een gouden plak revanche kan nemen. re wedstrijden waren we al snel een uur onderweg. Brons: 13 ‘Ik ben goed in sprints. We moesten drie races rijden. En op de momenten dat we iets wilden zien, waren Degene met de hoogste score wint. Ik ben drie keer we vaak te laat. Na mijn sprintwedstrijd wilde ik de tweede geworden, dus eindigde met zilver.’ Nederlandse deelnemers bij de atletiekwedstrijd aanVoor de mountainbikewedstrijden heeft Roos zich moedigen, maar hoewel de wedstrijd op papier nog in eerste instantie niet ingeschreven. ‘Twee fietsen wel even zou duren, was het al afgelopen. We waren meenemen naar Los Angeles was te duur en een huurfiets was ook te laat.’ Daarop besluit Roos naar de ijshockeywedstrijd tussen niet te betalen.’ Als hij in de buurt toch een betaalbare fietsenverRusland en de New York Fire Fighters te gaan, een wedstrijd in huur ziet, besluit hij alsnog de veldwedstrijden mee te doen. Die de hoofddivisie. ‘Dat was geweldig om te zien, zo professioneel. verlopen niet zoals gepland. Al tien meter voor de start rijdt Roos Het niveau lag hoog. Dat zag je aan alles. Tot slot wilde ik die dag een lekke achterband. Veel deelnemers proberen hem te helpen, kijken bij de Ultimate Fire Fighter. Dat zou tot acht uur ’s avonds maar een nieuwe binnenband valt niet te vinden. Hij besluit duren, maar toen we er om zes uur kwamen was de wedstrijd om de twee ronden bij zijn broer te stoppen en snel de band op al afgelopen. Zonde. Dat moeten we bij de spelen in Rotterdam te pompen. ‘De band liep niet heel snel leeg, dus dat plan kon anders doen, beter plannen. Maar dat was eigenlijk ook het werken. Toen ik tijdens de wedstrijd ook nog mijn voorband lek enige minpuntje van de hele spelen. Het was geweldig, bijzonreed, was het klaar. Dacht ik. Maar toen kreeg ik zomaar een fiets der om mee te maken. Het is ook ontzettend leuk om te merken aangeboden waarop ik de race uit kon rijden. Mijn opgebouwde hoe vanuit Nederland is meegeleefd. Over twee jaar ben ik er in voorsprong was ik kwijt en de fiets was een stuk minder, maar uitChina zeker weer bij.’ ■ eindelijk heb ik gewonnen. Op mijn verjaardag ook nog, eindelijk een gouden medaille.’

Wout Roos boven op de berg van de klimtijdrit.

Atletendorp Waar de sporters het grootste deel van de spelen geconcentreerd zijn op de eigen sport en de deelnemers die daaraan meedoen, kunnen ze in het atletendorp ook andere sporters ontmoeten. Roos: ‘Het leuke was dat je overal aanspraak had, dat ging heel makkelijk. Dat maakte het voor mij ook een zeer geslaagde spelen. Ik had vooraf verwacht dat er veel kliekjes zouden zijn van mensen die elkaar nog van eerdere jaren kenden, maar dat was helemaal niet zo. Het was eigenlijk een grote familie van beroepsgenoten en sportgenoten. We hebben ook mensen ontmoet waar we in de laatste vakantieweek nog hebben geslapen en die we zeker vaker gaan ontmoeten, bijvoorbeeld tijdens de World Police & Fire Games in Rotterdam over vier jaar.’

Brand&Brandweer

Wout Roos strijdt tijdens de tijdrit op het ‘vlakke’ parcours voor een medaille.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

43


gespot i n de markt

Nieuwe Pyroguard productcatalogus gelanceerd Met een uitgebreide reeks hoogwaardige beglazingoplossingen, lanceert Pyroguard, specialist in brandwerend glas, een nieuwe productcatalogus. Naast de introductie van nieuwe productlijnen, bevat de nieuwe catalogus een reeks gebruiksvriendelijke functies die de selectie van brandwerend glas vereenvoudigen. Van de eenvoudige navigator die het juiste product identificeert tot en met de intuïtieve pictogrammen die in één oogopslag inzicht geven in de prestaties van het product en de uitgebreide technische specificatiegids, zorgt de catalogus voor een snelle en inzichtelijke vergelijking van de producteigenschappen. Pyroguard biedt het breedste scala van brandwerend glas, van eenvoudige beglazing met ‘E’ klasse betrouwbaarheid tot hoogwaardige, isolerende ‘EI’ classificatie oplossingen. De catalogus introduceert niet alleen een nieuwe, memorabele naamgeving voor het Pyroguard productenprogramma, maar belicht ook zijn nieuwe oplossing Pyroguard Ultra. Dit is een nieuwe geavanceerde range gehard brandwered glas, met een speciaal voor de industrie ontwikkelde polyelektrolyt tussenlaag. Deze gepatenteerde gel samenstelling biedt betrouwbaarheid en warmte-isolatie tot

classificaties EI30 en EI60, gecombineerd met toonaangevende akoestische prestaties, lichtdoorlaatbaarheid, geringe dikte en licht gewicht. Als aanvulling op de belangrijkste brandwerende series beglazingen, bevat de catalogus ook de applicatiespecifieke producten Pyroguard Infinity, Attackguard en Smokeguard met hoogwaardige mogelijkheden voor visueel aantrekkelijke structurele toepassingen, aanvalsbescherming en rookbescherming. Neil Tilsley, CEO van Pyroguard: ‘De nieuwe catalogus helpt bij het verbeteren van klantervaring en maakt het nog makkelij-

ker om de meest geschikte oplossing voor hun behoeften te kiezen. Als specialist in brandwerende beglazing, is meer dan 25 jaar ervaring terug te vinden in de pagina’s van onze nieuwste catalogus. Ons doel is om architecten en opdrachtgevers, als het gaat om brandwerend glas, het volledige scala aan mogelijkheden te tonen - en de mythe weg te nemen dat functionele brandveiligheid ten koste gaat van esthetiek. ‘Onze oplossingen betreffen niet alleen veiligheidseisen, maar ook eisen op het gebied van design, lichttransmissie, akoestiek, thermische isolatie en stootbestendigheid. Ze bieden alle eigenschappen die nodig zijn om veilig ruimtes te creëren voor bewoning, werk, studie en ontspanning.’ Voor meer informatie: www.pyroguard.eu


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Adviesbureau Brandpreventie

Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Vaste adverteerders (contract­ houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Geboorde brandputten

Verhuur & Brandweerpersoneel

Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Hulpverlenings­gereedschappen Brandveiligheid P&G Safety Burgerstraat 26 5311 CX Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl

Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2017

45


Brandweer rukt uit voor enge droom Een TS, drie politiewagens en een ambulance zijn begin augustus gealarmeerd voor een achteraf wel erg bijzondere loze melding. Een woningbrand bleek ter plaatse een enge droom te zijn. De bewoner had toen hij uit zijn nachtmerrie wakker werd in paniek 112 gebeld, omdat hij dacht dat zijn keuken in brand stond.

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. September 2017 - nummer 9 jaargang 41 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Bron: 1limburg.nl

Brandweer laat sneeuwwens in vervulling gaan Brandweerlieden uit het Friese Heerenveen hebben half augustus een 104 jaar oude dame als een kind zo blij gemaakt. Ze wilde graag nog één keer sneeuw zien in haar leven. Over het sneeuwverzoek hoefden de brandweerlieden niet lang na te denken. Ze spoten de parkeerplaats, de tuin en het pad naar het verpleeghuis onder het blusschuim en daarmee hebben ze de laatste wens van de vrouw in vervulling laten gaan. Bron: hartvannederland.nl

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Albert-Jan van Maren, Jeffrey Koper, Casper Ferwerda, IFV, Brandweer Amsterdam-Amstelland, Brandweer Groningen, Brandweer Twente, Flashphoto, Media TV, Thorsten Hackl, WPFG Nederland, Wout Roos en Marco van der Leest. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie, Rotterdam DRUK

Wilco BV - Amersfoort UITGEVER

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Lijst van adverteerders eRIC 16 Holmatro Rescue Equipment C2 Infrastore 4 MSA C3 Messe Dusseldorf GmbH 4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling 4 SDU 4, 22, 30, 34, 42, C3, C4

46

nummer 9 september 2017 - Sdu Uitgevers

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2016

nummer Nr. 10 Nr. 11 Nr. 12

verschijning sluiting 30-09 05-09 04-11 10-10 02-12 7-11

TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 92 euro excl. BTW (97,52 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Prijs online-abonnement los: 76 euro excl. BTW (92,72 euro incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal via www.brandenbrandweer.nl en de Sdu Tijdschriften App (STapp). Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2017 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

Termijn van inzending:

3 weken voor verschijningsdatum

Brand&Brandweer


MSA veiligheidsoplossingen voor brandweerlieden

G1 Onafhankelijk ademluchttoestel

ALTAIR 5X en ALTAIR 4XR multigas detectoren

EVOLUTION 6000 Warmtebeeldcamera

Gallet F1XF helm

Mis ons eNews niet! Schrijf u nu in!

MSA Nederland BV, Zwaag • Tel. +31 229 250303 • info.nl@MSAsafety.com Anzeige NL.indd 1

MSAsafety.com 09.08.2017 11:36:15

Een uiterst handige leidraad. Het boek biedt overzichten en vergelijkingen, maar het geeft vooral ook inzicht in hoe de wet is bedoeld. Voor iedereen die in het werk te maken heeft/krijgt met de Omgevingswet. prijs € 59,50 incl. btw, excl. verzendkosten isbn 978 90 12 39882 4

nieuw

De Omgevingswet toegelicht www.sdu.nl


HSE Jaarcongres 2017 Veiligheid, een keuze of toevalligheid?

donderdag 30 november 2017 | rijswijk (zh) Veiligheid is een keuze, en geen kans of toevalligheid. Veiligheid is niet wat er is gebeurd, maar wat er had kunnen gebeuren. Wat mag u tijdens het HSE Jaarcongres verwachten? > > > >

Voormalig bokser Arnold van der Lyde vecht samen met u voor veiligheid Een keuze uit 9 praktische sessies verdeeld over 3 rondes Een dag die u verder helpt op weg naar een veilige werkvloer U gaat naar huis met tips, tricks, tools en checklists

Dit congres steekt met kop en schouders uit boven alle andere zelfde soort congressen. Van het begin tot eind staat veiligheid voorop! Mis deze dag dus niet.

www.hsejaarcongres.nl

Partner:

Kennispartner:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.