Bb201706

Page 1

JUNI 2017

• Bijscholing voor voorbereiding op terroristische aanslag • Spannende gaspakinzet Zwaagdijk

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

• Interregionale samenwerking bij scheepsbranden

Lastig te bereiken dakbrand moeilijk te blussen

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

6

JAARGANG 41


nkel.se

Reddingsgreep maakt het redden van een drager Reddingsgreep maakt hetin nood mogelijk redden van een drager in nood mogelijk

Lichaamsgevormde Lichaamsgevormde schouderbanden enschouderbanden heupriem en optimale heupriem voor voor optimale gewichtsverdeling engewichtsverdeling comfort en comfort

Verplaatsbare Verplaatsbare aansluitingspunten aansluitingspunten voor accessoires voor accessoires

Heupriem enen schouderbanden Heupriem schouderbanden bewegen onafhankelijk bewegen onafhankelijkvan van elkaar voor maximale elkaar voor maximalemobiliteit mobiliteit

Sneldrogende Sneldrogende Kevlar-riemen Kevlar-riemen

Snelkoppeling Snelkoppeling voor reduceereenheid, voor reduceereenheid, geen gereedschap geen gereedschap nodig nodig

Grootte is gemakkelijk aan te Grootte is gemakkelijk aan te passen, zelfs bij het dragen van passen, zelfs bij het dragen van het draagstel het draagstel

™ De Incurve De Incurve™SCBA SCBA

Draag het het voor voor uw Draag uw gezondheid, gezondheid, niet alleen alleen voor niet voor de de veiligheid veiligheid Lang na het verlaten van een brandhaard kunnen brandweerlieden worden blootgesteld Lang het en verlaten van een brandhaard worden blootgesteld aan na giftige kankerverwekkende stoffenkunnen die hun brandweerlieden persoonlijke beschermingsmiddelen aan giftige en kankerverwekkende stoffen die hun persoonlijketebeschermingsmiddelen besmetten. Om het risico van langdurige gezondheidsproblemen verminderen hebben we een SCBA voorlangdurige alle cilindertypes, met een minimumteaan textiel waardoor besmetten. Omontwikkeld het risico van gezondheidsproblemen verminderen hebben heteen minder voorvoor verontreiniging en gemakkelijker schoon teaan maken is. Als een we SCBAgevoelig ontwikkeld alle cilindertypes, met een minimum textiel waardoor toegevoegde bonus:voor het isverontreiniging waarschijnlijk 'senwerelds meest comfortabele draagstel. het minder gevoelig gemakkelijker schoon te maken is. Als een toegevoegde bonus: het is waarschijnlijk 's werelds meest comfortabele draagstel.

interspiro.com


INHOUD

nummer 6 juni 2017

COverstOry 10

Lastig bereikbare dakbrand in Herten moeilijk te blussen

34

Een brand in het dak van een voormalig bejaardentehuis in het Limburgse Herten stelt de brandweer voor een uitdaging. Gecontroleerd laten uitbranden is geen optie, een offensieve binneninzet ook niet en ook met de hoogwerker is de brand lastig bereikbaar. Bovendien laait de brand steeds opnieuw op.

Scheepsbranden zijn complexe branden en vragen vaak om een langdurige inzet. Omdat geen enkele regio voldoende gespecialiseerde capaciteit heeft, hebben tien partijen een Letter of Intent ondertekend voor meer en betere samenwerking.

ArtIkeLeN 14

terrorismegevolgbestrijding: ‘We moeten maximaal voorbereid zijn’

36

verbeteren van kennisuitwisseling tussen preventie en repressie Preventieadviseurs kunnen beter advies geven als zij ook iets weten van brandbestrijding. Door de relatie tussen preventie en repressie te verbeteren kunnen de brandveiligheid en de brandbestrijding naar een hoger plan worden getild.

20

torch run: de vlam ontsteken De brandweer doet sinds vorig jaar mee aan de Torch Run. Deze ceremonie gaat vooraf aan Special Olympics evenementen, sportevenementen voor atleten met een verstandelijke beperking. ‘De sporters vinden het fantastisch’, Jan Branderhorst.

Brandweer Nederland is in mei gestart met de basisopleiding terrorismegevolgbestrijding. De cursus bestaat een ELO-module en twee lesdagen. In de opleiding worden veel scenario’s besproken. Kant-en-klare inzetvoorstellen komen niet aan bod. Centraal staan de dilemma’s waar eenheden voor kunnen komen te staan. 18

‘Gezamenlijk optrekken bij scheepsbrandbestrijding van groot belang’

‘Overdreven’ oefening blijkt realistisch bij interregionale gaspakinzet Een ammoniaklek is de eerste grote interregionale inzet volgens de nieuwe IBGS-procedures voor de gaspakdragers uit de vier regio’s in Noord-Holland. Het is een spannende en zware inzet. Door de gezamenlijke oefeningen weten de gaspakdragers het incident te bestrijden.

rUBrIekeN 5 6 23 27 31 32 39 43 44

Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Brandweer Buitenland Onder de Helm 40 jaar Ingezonden Oproep vakantiefoto’s Gespot in de Markt

Op de cover: Een dakbrand in het Limburgse Herten stelt de brandweerlieden in de nacht van 15 op 16 mei voor een dilemma. De brand is lastig te bereiken, maar uit laten branden is ook geen optie. Fotografie: John Peters

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

3


Brandweer, GHOR en Veiligheidsregio Almanak

• Veiligheidsregio’s • Brandweren: regio en gemeente • GHOR/Publieke gezondheid Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandweeralmanak


VAN D E REDACTI E

‘Red je eerst een kind en daarna een bejaarde?’

I

n ons uitrukvoertuig onstond laatst een aardige discussie toen we terugreden van het incidentadres naar de post. Een van de jongens had een foto gemaakt van het object dat in brand had gestaan. ‘Handig voor de oefenavond die ik binnenkort hierover organiseer.’ Nuttig, dacht ik, maar toen die gedachtelijn werd doorgetrokken naar ‘handig voor op de regionale facebookgroep, dan kunnen anderen er ook gebruik van maken’, werd ik sceptischer. Wanneer mag je een foto waarvoor wel en niet gebruiken? Het antwoord op die vraag kun je op papier zoeken. Er is uitgebreide wetgeving op het gebied van beeld-, auteurs- en portretrecht, die voorschrijft wat wel en niet legaal is en welke straf er staat op overtreding. En ik neem aan dat veel regio’s of korpsen, net als de onze, regels of richtlijnen hebben voor het acteren op social media. Maar wat op papier staat, is natuurlijk maar het begin. Soms zijn die regels tamelijk subjectief. In onze regio is tip één bijvoorbeeld een erg logische: Gebruik je gezond verstand en realiseer je dat de hele wereld met je mee kan lezen. Maar uit dat gezonde verstand kan voor de ene collega een heel ander handelingsperspectief voortkomen dan voor de andere. Verdere tips preciseren het wel wat, maar belangrijker, denk ik, dan dat zulke regels op papier staan, is het gesprek over je onderbuikgevoel, over de vraag of het oké voelt om een foto te maken en/of te gebruiken. We bedachten dat we het eigenlijk over brandweerethiek hadden: hoe handel je als incidentbestrijder bij ethische of morele dilemma’s? Onder die paraplu werd de discussie al snel veel en veel breder dan de fotocasus. Het ging bijvoorbeeld over de mogelijkheid dat we ooit op pad gestuurd zouden worden voor een reanimatie van iemand die niet meer wil leven. Hoe handel je dan en met welke argumenten? Is de situatie anders bij een kind dan bij een (veel) ouder persoon? En ook: we zeggen altijd eigen veiligheid eerst, maar hoe komt dat adagium onder druk te staan wanneer er écht levens te redden zijn? Misschien wel de levens van eigen collega’s. Welke risico’s ben je dan bereid te nemen?

De premisse van zijn onderzoek dat ethiek bij de brandweer nauwelijks in de belangstelling staat, lijkt me bijna vijftien jaar later onverminderd waar. De winst die hij voorziet wanneer daar verandering in komt, lijkt me ook nog altijd goed voor te stellen: een grotere professionalisering, bijvoorbeeld omdat een vergroot ethisch bewustzijn zorgt voor een betere positionering (‘beter in staat [zijn] publiekelijk verantwoording af te leggen over haar optreden’, ‘beter aangeven voor welke taken zij wel en voor welke taken zij niet staat’). In dergelijke onderzoeken is de praktijk uiteraard al snel ver weg, maar bijlage 3 van de scriptie (die te downloaden is via www.ifv.nl) brengt die ineens weer erg dichtbij. De vraag waar deze bijdrage mee begint, komt bijvoorbeeld uit die bijlage. Maar ook: ‘Neem je een CD aan van de eigenaar van een platenzaak, die aangeeft dat de CD’s na een brand toch geen waarde meer hebben voor de verkoop en hij toch alles vergoed krijgt van de verzekering?’, ‘Welke afweging maak je als je kunt kiezen tussen het niet blussen van een brand en dus luchtvervuiling en wel blussen en daardoor grondvervuiling via vervuild bluswater?’ of ‘Verkoop je apparatuur die niet meer voldoet aan de wettelijke normen? Geef je deze spullen wel weg aan een hulpactie voor Oost-Europa of Afrika?’ De zomerperiode komt er weer aan, op onze post traditioneel een periode waarin de oefeningen wat korter worden en het napraten wat langer duurt. Een mooie gelegenheid om aan de hand van de dillema’s van Verlinden het onderbuikgesprek op gang te brengen! Gerard Bouwmeester

Toen ik er na een korte rit en lange nazit wat meer over wilde lezen en mij tot Google wendde, kwam ik diverse lezenswaardige stukken tegen. De afstudeerscriptie van Jesper van der Molen, bijvoorbeeld (Fire Fighting Ethics. Introductions and Dealing with Risk and Morality in Rescue Situations, 2010), die de door Sven Ove Hansen geponeerde theorie van de hypothetische retrospectie toepast op brandweerethiek: brandweermensen kunnen ethisch beladen beslissingen het beste nemen door zich af te vragen hoe ze later terug zouden kijken op het besluit dat nú van hen wordt gevraagd. Iets ouder is de scriptie van Michiel Verlinden, nu werkzaam bij de VNOG (Het risico van een dilemma. Een onderzoek naar ethiek bij de brandweer, 2003).

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

5


ACT U EEL

Landelijke stuurgroep start belevingsonderzoek Het onafhankelijke bureau AEF gaat in opdracht van een speciaal ingerichte landelijke stuurgroep vanaf eind mei een belevingsonderzoek uitvoeren onder alle repressieve beroeps- en vrijwillige brandweerlieden. In de stuurgroep zitten een bestuurder van de vakbonden, een bestuurslid van de Vereniging voor Brandweervrijwilligers, de voorzitter van de Raad van Brandweercommandanten en een burgemeester.

In het onderzoek wordt ingegaan op thema’s als veilig werken, vrijwilligersbeleid, de relatie tussen het management en de werkvloer, uitruk op maat en andere vakinhoudelijke ontwikkelingen. Onderdeel van het onderzoek is een enquête onder alle repressieve brandweerlieden. De resultaten daarvan worden verwerkt in één landelijke rapportage en regionale rapportages met daarin specifieke aandachtspunten voor de regio. De rapportages moeten

een basis bieden voor goede gesprekken tussen de vakbonden, de Vakvereniging Brandweervrijwilligers, het management en het bestuur van de brandweer over vakinhoudelijke en organisatorische ontwikkelingen, nu en in de toekomst, landelijk maar ook regionaal. De bedoeling is dat het onderzoek in de loop der jaren vaker wordt uitgevoerd, zodat trends en ontwikkelingen in de organisatie en het brandweervak in beeld kunnen worden gebracht.

Zaanstreek-Waterland breidt pilot met Snel Interventievoertuig uit

De pilot die Brandweer Zaanstreek-Waterland in 2015 met het Snel Interventievoertuig (SI) is gestart, wordt uitgebreid. Al twee jaar wordt vanaf de posten in Purmerend en Volendam met een uitrukvoertuig met twee bemanningsleden uitgerukt. Sinds begin mei rukt ook de post Prins Bernhardplein in Zaandam uit met dit voertuig. Deze post rukt op werkdagen met het SI uit binnen de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan. Het SI wordt in Zaanstreek-Waterland bemand door een chauffeur en bevel6

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

voerder en handelt waar mogelijk kleine incidenten zoals voertuigbranden, een

liftopsluitiing of een buitenbrand zelfstandig af. Bij grotere incidenten werkt de bemanning van het SI altijd samen met een TS. Naast de uitrukken met het SI wordt in Zaanstreek-Waterland ook gewerkt met een TSflex. Afhankelijk van het incident wordt uitgerukt met een bezetting van vier tot zes personen.

Brand&Brandweer


ACTU EEL

FotograFie: CCV

Eerste keurmerk voor veiliger buitengebied uitgereikt

Het buitengebied Hengelo/Vorden in de gemeente Bronckhorst in Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland heeft als eerste in Nederland de eerste ster voor het Keurmerk Veilig Ondernemen Buitengebied gekregen. Het keurmerk is uitgereikt door directeur Patrick van den Brink van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Het afgelopen jaar werkten de gemeente Bronckhorst, de brandweer, politie, het Openbaar Ministerie, de Land- en Tuinbouw Organisatie, het waterschap Rijn en IJssel, Natuurmonumenten, de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en het CCV intensief samen aan een plan van aanpak voor het buitengebied. ‘Ieder heeft een eigen rol gekregen in het proces. Van bewoners en ondernemers die via WhatsApp groepen verdachte situaties melden tot makelaars, jagers en boswachters die door een goede informatieuitwisseling onveilige situaties sneller aan het licht brengen of voorkomen’, vertelt Van den Brink op de website van het

Brand&Brandweer

CCV. Het Keurmerk Veilig Ondernemen bestaat al langer voor winkelgebieden en bedrijventerreinen, maar blijkt ook een goed middel om onveilige situaties in het buitengebied aan te pakken. Van den Brink: ‘Inmiddels zijn we ook gestart in de gemeenten Moergestel en

Overbetuwe en er lopen gesprekken met diverse andere gemeenten. Iedereen ziet dat er iets moet gebeuren om de veiligheid in buitengebieden te verbeteren. Een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen is daarbij essentieel.’

Studenten onderzoeken satelliettoepassing voor emissie gevaarlijke stoffen Tien studenten van de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft onderzoeken hoe satellieten benut kunnen worden voor de detectie en monitoring van vrijgekomen gevaarlijke stoffen in de lucht. In een periode van drie maanden moeten zij komen met een oplossing voor dit vraagstuk. Een system of systems zou mogelijk een oplossing kunnen zijn. Praktisch vertaald betekent dit dat de satellieten vooral in staat zijn om de omvang en verspreiding van gevaarlijke stoffen te monitoren en dat een drone wordt ingezet voor de samenstelling van de vrijgekomen wolk.

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

7


FotograFie: Fred rotgans

ACT U EEL

Recordaantal bezoekers Landelijke Veiligheidsdag een mobiel BOB-team van VVN en de veiligheidsbus van de ANWB aanwezig en waren er diverse demonstraties waarbij brandweerlieden in actie kwamen, zoals een thv-inzet na een ongeval met twee auto’s. Franc Weerwind, burgemeester van Almere: ‘Het is mooi om te zien

hoe de hulpverleners hun werk aan het publiek tonen. En dat de bezoeker op zijn beurt actief kan meedoen aan de Landelijke Veiligheidsdag. Veiligheid is iets dat ons allemaal aangaat en ons allemaal raakt.’

FotograFie: Fred rotgans

De vierde Landelijke Veiligheidsdag in Almere trok zaterdag 13 mei met vijftigduizend bezoekers een recordaantal mensen. Doel van het evenement is het publiek te laten zien hoe de verschillende hulpdiensten samenwerken bij een grote calamiteit. Dit jaar deden meer hulpdiensten mee dan de jaren ervoor. Ook startte het evenement eerder op de dag. Daarnaast was op alle beschikbare pleinen in het centrum dit jaar van alles te zien en te beleven. Naast brandweer, politie, Defensie, GGD en de honderdjarige Reddingsbrigade waren ook andere organisaties aanwezig. Zo was Veiligheidsmuseum PIT de hele dag gratis toegankelijk, hield Defensie gelijktijdig haar Landmachtdag en was er een informatiemarkt met een noodhospitaal van het Rode Kruis en noodcommunicatie door DARES. Ook waren voertuigen van de Dierenambulance, de reddingsvrachtwagen van de Reddingsbrigade, motoren en bikers van de politie, 8

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


ACTU EEL

Database bedrijfsbrandweren in gebruik Met de in gebruikname van de database bedrijfsbrandweren is er een totaaloverzicht van de stand van zaken met betrekking tot de bedrijfsbrandweeraanwijzingen en het aantal actieve bedrijfsbrandweren in Nederland. Na de brand bij ChemiePack in Moerdijk in 2011 bleek dat er een flinke achterstand was in de bedrijfsbrandweeraanwijzingen. Het tempo van de aanwijstrajecten is sindsdien opgevoerd. Met de database is dit nu ook inzichtelijk. De informatie uit de database wordt door het Landelijk Expertisecentrum (LEC) Brandweer BRZO gebundeld en verstrekt aan het ministerie van Veiligheid en Justitie. De database geeft inzicht in de aantallen actieve bedrijfsbrandweren, lopende aanwijstrajecten en bedrijven waar nog geen aanwijsprocedure is gestart. Met de database wordt de wens van de Tweede Kamer gehonoreerd om een beter inzicht te krijgen in de industriële brandweerzorg.

Brandweeracademie gaat samenwerken met VBE tijdens seminar De Brandweeracademie en de Verenigde Brandveiligheid Experts (VBE) zijn een samenwerkingsverband aangegaan. Brandweerprofessionals op het terrein van risicobeheersing en (innovatieve) brandbestrijding hebben daarmee een multidisciplinair netwerk in handen om kennis te delen. De Brandweeracademie en de VBE zien het als een belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen brandweer en bedrijfsleven dat professionals van beide organisaties lid zijn van dezelfde personenvereniging. ‘Beide organisaties hebben op het terrein van kennisdeling dezelfde doelstellingen, ook al bedienen ze andere doelgroepen’, aldus René Hagen, lector Brandpreventie bij het IFV. ‘Echter, in de uitvoeringspraktijk komen deze doelgroepen elkaar voortdurend tegen. Samenwerking tussen de organisaties leidt tot een betere kruisbestuiving tussen beide doelgroepen, overheid en bedrijfsleven, en resulteert daardoor ook in een betere brandveiligheid.’ De VBE organiseert voor haar leden interessante themabijeenkomsten en seminars, die ook voor brandweerprofessionals interessant zijn. Beide organisaties hopen daarom dat zo veel mogelijk professionals zich aansluiten.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

9


bran d van de maan d

Lastig bereikbare dakbrand in Herten moeilijk te blussen

10

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

brand&brandweer


bran d van d e maan d

een brand in het dak van een voormalig bejaardentehuis in het Limburgse Herten zet de ingezette brandweerlieden in de nacht van 15 op 16 mei voor een uitdaging. Gecontroleerd laten uitbranden is geen optie, een offensieve binneninzet ook niet en met de hoogwerker is de brand lastig bereikbaar. de brand in het isolatiemateriaal in het dakbeschot breidt zich makkelijk uit en laait steeds opnieuw op. Het is de derde brand in het gebouw in vier maanden.

Met een hoogwerker aan de voorkant van het gebouw wordt geprobeerd de brand in het dak aan de achterkant van het gebouw te blussen.

brand&brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

11


bran d van de maan d

Na een eerste binnenverkenning op de zolder van het gebouw trekken de brandweerlieden zich via de noodtrap terug.

erste bevelvoerder Jo Meerts wordt in de avond van 15 mei rond 22.30 uur gealarmeerd voor een brand in het voormalig bejaardentehuis. ‘Een bekend gebouw, we hebben er maanden geleden eens geoefend. Bovendien wist ik dat er eerder dit jaar ook al brand was geweest.’ De centralist laat Meerts weten dat melding is gedaan van flinke rookontwikkeling rondom het pand. ‘Het gebouw ligt op slechts drie minuten rijden van de kazerne. Aanrijdend zagen we uit een zijstraat al een uitslaande brand uit het dak, daarop heb ik opgeschaald naar middelbrand.’

het dak bij de vorige branden al beschadigd was geraakt, was sprake van een volledige ventilatie. Met het rstv-model kon ik dus niets.’ De manschappen constateren dat de brand in het ketelhuis woedt en is doorgeslagen naar de naastliggende liftschacht en het dak. Meerts besluit hen terug te trekken en kiest voor een buiteninzet met de hoogwerker. ‘Het dakdeel binnen waar de brand woedde konden we niet bereiken, delen van het dak vielen naar beneden, dat was dus niet veilig. Bovendien wist ik niet hoe stabiel het dak na de eerdere branden nog was.’ Ook een buiteninzet met de hoogwerker blijkt een uitdaging. De brand woedt in het achterste dakdeel. Aan de achterkant van het gebouw is geen opstelplaats, waardoor ook met de hoogwerker de brand lastig bereikbaar is.

Verkenning Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen en een zolder. Op de zolder zit ook het ketelhuis. De eerste bevelvoerder laat zijn manschappen rondom verkennen en stuurt ze vervolgens naar binnen voor een verkenning. ‘Op de eerste drie verdiepingen was niets aan de hand, we zagen niet eens rook. Pas op de zolder zagen we wat lichte rook. Doordat ramen eruit waren geslagen en

dilemma Officier van Dienst (OvD) Geert van Pol is dan ook ter plaatse. ‘Ik heb overwogen om het gebouw gecontroleerd uit te laten branden, maar eigenlijk was dat geen optie. Het pand staat middenin een woonwijk. Een uitbrandscenario zou veel overlast voor de omgeving met zich meebrengen. Toch konden we met de hoogwerker ook niet goed bij de brandende delen om ze te slopen en af

Door Jildou Visser fotografie John Peters

E

12

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

brand&brandweer


bran d van d e maan d

De ingezette eenheden stemmen onderling af wat de volgende inzettactiek wordt.

te blussen. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om te stoppen met blussen en de brand volledig uit het dak te laten slaan.’ Vanuit de hoogwerker wordt besloten om het dak vanaf de nok te strippen. Dakpannen en de beplating worden eraf gehaald, zodat de bemanning van de hoogwerker zo goed mogelijk toegang kan krijgen tot de brand. Meerts: ‘Door de nok te slopen konden we water spuiten in het dakbeschot en zo de isolatiebrand blussen, dachten we.’ Maar dat blijkt niet helemaal te lukken. De isolatiebrand laait steeds opnieuw op. Van Pol: ‘Uiteindelijk zijn we overgestapt naar blussen met drukluchtschuim (DLS). Dit blusmiddel werkte beter, omdat het beter doordringt in het brandende isolatiemateriaal.’ Binneninzet Als de grootste vuurhaarden in het dak zijn geblust, wordt een nieuwe binneninzet gedaan om de kleine brandhaarden te blussen. ‘Ook dat was een uitdaging’, vertelt Meerts. ‘We moesten werken vanaf een veilige plek, een plek waar het dak nog intact was. Dat betekende dat we lastig bij de vuurhaarden konden komen. Ook het ketelhuis was lastig bereikbaar. Daar was veel isolatie aanwezig, dat zorgde ervoor dat de brand steeds opnieuw oplaaide. Tijdens de inzet heb ik mijn manschappen een paar keer

brand&brandweer

terug moeten trekken, omdat toch dakdelen begonnen te vallen.’ Rond half zeven ‘s ochtends weten de eenheden, vooral door inzet van de hoogwerker, de brand te blussen. Meerts: ‘Maar die dag zijn we nog wel een paar keer teruggeweest voor oplaaiende brandjes.’ leerPunten ‘Als ik nog een keer voor een brand in dit gebouw kom te staan, laat ik het gecontroleerd afbranden’, vertelt Van Pol. ‘Bij iedere brand wordt het een stukje gevaarlijker. Niet alleen vanwege vallende dakdelen, maar ook doordat er iedere keer een laag water komt te staan op de betonnen vloeren en de constructie door weersinvloeden wordt aangetast. Op een gegeven moment weet je niet meer hoe stabiel de constructie nog is. Bovendien weet ik dat we een volgende keer bij een isolatiebrand beter direct kunnen blussen met DLS. Die slangen zijn op die hoogte sowieso lichter, maar dit blusmiddel heeft ook een groter doordringend vermogen. Bovendien heb je minder last van water op de betonnen verdiepingsvloeren.’ Meerts vult aan dat isolatiebranden niet onderschat moeten worden. ‘Het heeft ons verrast hoe lastig dit te blussen was en hoe makkelijk zo’n brand weer oplaait.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

13


Opl e i den & Oefen en

Terrorismegevolgbestrijding: ‘We moeten ons maximaal voorbereiden’ ‘Met aanslagen in frankrijk, België, duitsland, Zweden en engeland komt de dag dat in nederland een aanslag wordt gepleegd steeds dichterbij’, laat Arjen littooij, portefeuillehouder Terrorismegevolgbestrijding van Brandweer nederland, weten. ‘en dus moeten we ons maximaal voorbereiden. de basisopleiding terrorismegevolgbestrijding is daarbij een belangrijke stap. We willen dat iedereen wordt bijgeschoold, want een aanslag kan overal gebeuren.’

Mark van Barreveld (staand links) en Jeffrey Schamper (staand rechts) geven de basisopleiding terrorismegevolgbestrijding. Door JILDOU VISSER FotograFie bRanDwEER nEDERLanD

D

at de dreiging in de ene regio groter is dan in de andere is bekend. Toch moet volgens Littooij iedere regio voorbereid zijn op een terroristische aanslag. ‘Natuurlijk is de kans in de regio’s met de vier grote steden en Schiphol het grootst, maar het kan ook in Ede bij het Bevrijdingsfestival gebeuren. Of in Nijmegen met de vierdaagse. Met de basisopleiding terrorismegevolgbestrijding willen we brandweermensen uit alle regio’s bijscholen.’ De basisopleiding terrorismegevolgbestrijding bestaat uit een module in de ELO en er wordt een

14

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

tweedaagse training gegeven volgens het train-de-trainerprincipe. Uit iedere regio volgen een of twee personen de cursus. Zij moeten er vervolgens in hun eigen regio voor zorgen dat alle repressieve brandweerlieden ook worden geïnformeerd. De e-module en de training zijn tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Brandweeracademie, Brandweer Nederland en diverse collega’s uit de regio’s. Met name in de regio’s met de vier grootste steden en Schiphol werken ze al een tijd aan dit onderwerp. ‘In die regio’s hebben ze het onderwerp na de aanslagen in Parijs en Brussel voortvarend opgepakt. Daar was de urgentie het grootst en is momenteel de meeste expertise’, aldus Littooij.

Brand&Brandweer


O plei den & Oefen en

ELO Voorafgaand aan de lesdagen moeten alle cursisten de e-module volgen. Daarin komt vooral de theoretische basiskennis aan bod. ‘Een deel gaat over de multidisciplinaire samenwerking en afspraken. Daarbij gaan we in op de rollen en verantwoordelijkheden. Tevens wordt het werken in de verschillende zones hot, warm en cold tijdens een terroristische aanslag weergegeven. En we bespreken alle (hulp)diensten die bij terrorismegevolgbestrijding betrokken zijn’, legt Mark van Barreveld van Brandweer AmsterdamAmstelland uit. Hij is een van de trainers die heeft meegeholpen de opleiding op te zetten en te geven. ‘In de ELO is vooral aandacht voor de eigen veiligheid. We leggen uit waar je op moet letten en besteden aandacht aan het veilig vluchten.’

in hun regio gaat gebeuren, terwijl ze juist in de G4 al erg ver zijn.’ Na de kennismakingsronde, start de opdracht: denk als een terrorist. Tijdens deze opdracht worden de deelnemers getriggerd om na te denken hoe ze een zo groot mogelijke impact op de samenleving kunnen maken. Van Barreveld: ‘Deze opdracht dwingt je na te denken over de kwetsbaarheden in je verzorgingsgebied, maar daagt ook uit om buiten de bestaande kaders te denken.’ ‘Het opende je ogen hoe simpel het eigenlijk is om iets groots te veroorzaken. Dat maakt dat het onderwerp ook ineens heel dichtbij voelde’, aldus Van de Sande. ‘Het is eigenlijk heel makkelijk om met een vrachtwagen op een markt in te rijden. Ineens kwam bij veel mensen het besef dat het niet de vraag is of het gebeurt, maar wanneer het gebeurt.’

‘Het was een nuttige module’, vertelt Ferdy van de Sande, vrijwillig bevelvoerder uit Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Hij is een van de deelnemers aan de bijscholing. De module is opgezet vanuit de bevelvoerder die als eerste ter plaatse kan zijn. Wat tref je aan? Wat verwacht je ter plaatse van elkaar? En wat is de aan-

bOmaanSLag En SchIEtIncIDEnt Tijdens het tweede dagdeel is vooral aandacht voor casuïstiek in de virtuele omgeving van ADMS en de daaruit voortvloeiende discussies. Het eerste scenario is een aanslag met een granaat in combinatie met een schietincident. Bij dit scenario treedt ook de

Met ADMS worden verschillende scenario’s doorlopen.

pak? Daarnaast was er aandacht voor zelfhulp, kameradenhulp. Dit deel ging verder dan wat bij EHBO wordt behandeld en ging bijvoorbeeld over het aanleggen van tourniquets.’ DEnk aLS EEn tERRORISt De eerste cursusdag start met een uitgebreide kennismakingsronde. ‘Iedereen vertelde in die ronde wat in de regio wordt gedaan aan terrorismegevolgbestrijding en wat de bijzondere en kwetsbare objecten in de regio zijn’, vertelt Van de Sande. ‘Je merkte daar een groot verschil in de houding en kennis over het onderwerp. In een aantal regio’s heerst het gevoel dat het toch niet

Brand&Brandweer

Dienst Speciale Interventies (DSI) van de politie op. Van de Sande: ‘Doordat het in een virtuele omgeving is gegoten, moest je elkaar tegenspel bieden. We werden echt uitgedaagd om over dilemma’s na te denken. Waar ga je staan met je TS? Hoe groot is de afstand die je houdt tot het incident? In onze groep zag je op een gegeven moment de OvD dichtbij het schietincident staan terwijl de TS op veel grotere afstand stond. Daar leer je van.’ Het tweede scenario is een bom die is afgegaan in een trein. Er is risico op een tweede ontploffing, want in de trein is nog een verdacht pakketje aanwezig. Bij dit scenario ontstaat een aantal

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

15


O plei den & Oefen en

discussies. ‘Ga je er naartoe? En als je er naartoe gaat, wat doe je dan ter plaatse? Wat vertel je thuis? En wat doe je als iemand in de TS aangeeft dat hij er niet naartoe wil als aanrijdend meer informatie binnenkomt?’, noemt Van de Sande de dilemma’s op. ‘Antwoorden hebben we niet gekregen, want er is niet één goed antwoord. Het gaat erom dat je er vooraf over nadenkt, voor jezelf, maar ook met je ploeg.’

‘NietS DoeN KaN SoMS Meer PSYCHoLogiSCHe iMPaCt HeBBeN DaN DaaDWerKeLiJK oPtreDeN’ Van Barreveld legt uit dat de beide scenario’s in ADMS ook de onzekerheden aan het licht brachten en hoe daarmee om te gaan. ‘Bij een terroristische aanslag zijn er veel onzekerheden. Het is goed om te weten dat die er zijn en dat die ook blijven. Je moet daarover nadenken maar ook over wat je praktisch kunt en wilt doen. De kennismaking met de on-zekerheden is voor iedereen lastig, maar hoort bij dit onderwerp. Niets doen kan soms meer psychologische impact hebben dan daadwerkelijk optreden. Die les hebben we van onze collega’s uit Brussel meegekregen. De brandweerlieden daar gaven achteraf aan dat ze graag tourniquets wilden leren gebruiken, omdat ze het gevoel hadden daarmee een waardevolle bijdrage te hebben kunnen leveren. Dat geeft aan dat hoe onzeker de situatie ook is, het vaak beter is om toch te blijven kijken naar de mogelijkheden waar-binnen je handelend kunt blijven optreden.’ EIgEn kORPS De tweede cursusdag wordt gesproken over het doorgeven van alle kennis in de eigen regio. Van Barreveld adviseert om haakjes te zoeken waar je het thema in de regio aan kunt ophangen, zoals situaties met grof en extreem geweld, mentale weerbaarheid of grootschalig optreden. Daarnaast raadt hij aan om de maatregelen die in de regio’s worden genomen proportioneel te houden. ‘Kijk naar het dreigingsniveau in jouw regio en kijk ook of dat

Een explosie in het station? Het station is een soft target. Is dit misschien een terroristische aanslag?

Veel slachtoffers. Er staat ons wat te wachten! Kunnen we veilig werken? Moet ik nu opschalen?

BV

110

365 dagen in het jaar hetzelfde is of dat er dagen zijn die afwijken door bijvoorbeeld een groot evenement met een hoger dreigingsniveau. Voor die ene dag in het jaar kun je je afvragen of het wel zinvol is om bijvoorbeeld middelen als tourniquets aan te schaffen en je personeel ervoor bij te scholen.’ chEmISchE StRIJDmIDDELEn Het laatste scenario dat tijdens de cursus wordt behandeld, is een met chemische strijdmiddelen. In de winter, terwijl buiten sneeuw ligt, wordt melding gemaakt van een incident met onwelwordingen bij een AZC. Er wordt uitgegaan van koolmonoxidevergiftiging. Als ook brandweerlieden met ademluchtbescher-

01: Prio 1 EXPLOSIE STATION (+ Inc.net: 1+) (slachtoffers: vermoedelijk veel)

ming omvallen en elders in het land personen onwel worden, komt het besef dat er iets niet klopt en waarschijnlijk een aanslag met een chemisch strijdmiddel is gepleegd. ‘Op welk moment maak je kenbaar dat het om een aanslag gaat? Welke dienst moet je hiervoor alarmeren? Hoe ga je een incident bestrijden waarbij een stof door menselijk contact steeds verder wordt verspreid? Er zaten veel dilemma’s in waar we uitgebreid over hebben gesproken’, vertelt Van de Sande. ‘Het was een leerzame bijscholing. Voor brandbestrijding zijn we goed getraind, maar op het gebied van terrorismegevolgbestrijding weten we nog bijna niets. Die bewustwording is nu bij mij wel gekomen.’ In overleg met de regio bekijkt Van de Sande nu hoe in Brabant-Zuidoost dit onderwerp verder kan worden vormgegeven. hEt VERVOLg Littooij benadrukt dat de e-module en de train-de-traineropzet helpen om het thema in alle regio’s te laten landen. Het is de bedoeling dat de e-module voor iedere brandweerman en -vrouw beschikbaar wordt gemaakt. Vanuit de Raad van Brandweercommandanten is hij met de Raad van Directeuren Veiligheidsregio aan het kijken wat verder kan worden gedaan. Daarbij wordt ook gekeken naar de ervaringen in het buitenland. ‘Internationaal is er veel kennis waar we van kunnen leren. Zo schuiven we na de zomer aan bij een internationale bijeenkomst met alle leden van de Federation of the European Union Fire Officer Associations (FEU). Daar staat bijvoorbeeld ook de nazorg op het programma. Wellicht moeten we onze teams collegiale opvang ook wel bij-scholen op dit onderwerp. Ook van hen vraagt een aanslag iets extra’s’, besluit Littooij. ‘Maar het blijft lastig om je voor te bereiden als je niet precies weet hoe een volgende aanslag eruit gaat zien.’ ■ Meer informatie over Terrorismegevolgbestrijding vind je op www.brandweer.nl/ons-werk/terrorismegevolgbestrijding

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

17


Fotograaf: Mélarno Kraan

Foto-oproep aan alle lezers van Brand&Brandweer In het kader van het 40-jarige bestaan van uw Vakblad Brand&Brandweer, treft u als extraatje een door een B&B-lezer ingezonden foto op posterformaat aan. Ook voor het komende nummer zijn wij op zoek naar uw mooiste brandweeractiefoto’s! Heeft u recentelijk een prachtige actiefoto gemaakt en vindt u het leuk om die foto in posterformaat gedrukt te zien en naar alle B&B-abonnees verstuurd te krijgen? Stuur dan uw foto direct in en maak met uw inzending kans op een afdruk op A2-formaat! De condities zijn bij inzending als volgt: • U verleent Sdu (uitgever van Brand&Brandweer) zonder verdere voorwaarden het publicatierecht voor het plaatsen en/of afdrukken van uw actiefoto; • Alleen foto’s met een resolutie van minimaal 300 dpi komen in aanmerking;

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl

• De foto dient haarscherp te zijn; • Sdu maakt maandelijks een keuze uit de inzendingen en bepaalt - zonder verdere correspondentie daarover – welke foto voor vermenigvuldiging in aanmerking komt. Als u onder deze voorwaarden mee wilt doen, mail dan onder vermelding van ‘Posterfoto’ uw actiefoto naar b&b@sdu.nl en schrijf daarbij: • door wie de foto is gemaakt (naam van de fotograaf); • waar de foto is gemaakt (plaatsaanduiding); • wanneer de foto is gemaakt (datum); • wat op de foto is te zien (soort handeling, door wie uitgevoerd). We zien uit naar uw inzending(en)! Roel W. Roos, Sdu Uitgevers Uitgever Brand&Brandweer


risicobeh eersi ng

‘Als de preventieadviseur iets niet goed doet, maakt hij eigenlijk al keuzes voor de repressieve dienst.’ Fotografie: Ginopress

Verbeteren van kennisuitwisseling tussen preventie en repressie De brandweeracademie van het iFV heeft de online les Brandbestrijding voor brandpreventieadviseurs uitgebracht. Preventieadviseurs kunnen beter advies geven als zij ook iets weten van brandbestrijding. ‘Met deze les en de bijbehorende publicatie willen we dat de relatie tussen preventie en repressie wordt verbeterd om op die manier zowel het preventieadvies als de repressieve inzet naar een hoger plan te tillen’, vertelt rené hagen, lector brandpreventie.

Door JILDOU VISSER

D

e les en de publicatie Brandbestrijding voor brandpreventieadviseurs zijn het vervolg op de eerdere les en publicatie Brandpreventie voor repressief leidinggevenden. ‘Samenwerking werkt altijd twee kanten op’, aldus Hagen. ‘De noodzaak voor deze lessen zit erin dat we steeds meer risicogericht adviseren in plaats van regelgericht. Dat is een goede ontwikkeling, want regels zijn niet altijd goed. Soms zijn ze te strikt, soms dekken ze niet alles af. Maar om risicogericht te kunnen adviseren moet je wel iets van brandbestrijding afweten.’ In de les benadrukt de lector Brandpreventie dat drie dingen belangrijk zijn voor een goede brandbestrijding. ‘Je moet weten waar de brand zich bevindt, je moet erbij kunnen en je 18

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

moet voldoende water hebben. Daar kan preventie aan bijdragen.’ In de les geeft Hagen de preventieadviseurs ook een aantal hulpmiddelen mee, zoals het kwadrantenmodel. ‘Het is belangrijk dat preventieadviseurs weten hoe een brand wordt bestreden en wat de beweegredenen zijn voor de repressieve dienst om voor een bepaalde inzettactiek te kiezen. Dat kun je meewegen in je preventieadvies. Ook het kenmerkenschema behandelen we. In eerste instantie is dit voor preventie ontwikkeld en vervolgens doorontwikkeld voor repressie. Voor preventisten is het wel zaak dat ze weten hoe repressie hiermee omgaat. Dilemma’s in de incidentbestrijding spelen daarbij een rol. Ga je eerst evacueren of eerst blussen? Dat soort repressieve keuzes is voor een preventieadviseur belangrijk. Als wordt gekozen voor eerst blussen, betekent dit dat je moet zorgen dat alle omliggende ruimten goed

brand&brandweer


risicob e h eersi ng

rookwerend zijn, want alleen dan kan repressie die keuze maken. Als de preventieadviseur iets niet goed doet, maakt hij eigenlijk al keuzes voor de repressieve dienst’, aldus Hagen. ‘Met de preventieve voorzieningen moet de adviseur er ook voor zorgen dat repressieve brandweerlieden een keuze kunnen maken voor een kwadrant. Andersom moet de repressieve dienst de brandveiligheidsvoorzieningen kunnen herkennen. Het is een wisselwerking.’ Dat kennisuitwisseling belangrijk is, bewijst de brand in het

René Hagen: Het is belangrijk dat preventieadviseurs weten hoe een brand bestreden wordt.’

centrum van Leeuwarden in 2013 volgens Hagen. ‘Bij deze inzet zijn stoplijnen niet altijd op de brandscheidingen gezet, dat maakte de brandbestrijding onnodig lastiger. Wij willen dat repressieve brandweerlieden preventieve maatregelen kunnen herkennen. Het is tenslotte een hulpmiddel in de brandbestrijding.’ PRaktIJk Vrijwillig bevelvoerder George Wagner uit Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft aan de online les meegewerkt, omdat hij de verbinding tussen preventie en repressie belangrijk vindt. ‘Repressieve brandweerlieden hebben soms de nodige kritiek op de preventieadviseurs, omdat getroffen voorzieningen in nieuwe gebouwen bijvoorbeeld niet functioneren zoals ze bedacht zijn. Wij ondervinden daarvan de nadelige gevolgen.’ Hij legt uit dat een tekening niet altijd een juist beeld geeft en de voorzieningen dus soms op onhandige plaatsen zijn getroffen. ‘Neem een winkelcentrum. Op een tekening kun je aan de voorkant prima een opstelplaats voor TS’en en de hoogwerker bedenken. In de praktijk is dat zeker in de weekenden door drukte niet werkbaar. Dan staan er bijvoorbeeld auto’s fout geparkeerd of we kunnen er niet komen doordat door filevorming alles vast staat. Of er wordt een plaats bedacht voor een stijgleiding terwijl er helemaal geen water in de buurt is. Als je vervolgens eerst dertig minuten bezig bent om de stijgleiding van water te voorzien, mis je essentiële tijd’, legt Wagner uit. ‘Door daar met elkaar over te spreken, kun je komen tot andere, betere, preventieve oplossingen.’ Ook bij verbouwingen gaat het weleens mis, laat de bevelvoerder weten. ‘We kennen allemaal wel het voorbeeld dat tijdens een verbouwing bijvoorbeeld leidingen door een brandwerende scheiding worden aangebracht en de scheiding vervolgens niet goed wordt dichtgemaakt. Bij brand faalt zo’n muur. Of dat de indeling verandert en plattegronden niet worden bijgewerkt. Primair is dit een taak voor de gebouweigenaar, maar preventieadviseurs kunnen hen er wel aan herinneren dat ze daar ook aan moeten denken.’

brand&brandweer

WISSELWERkIng Hoewel de repressieve brandweerlieden in Rotterdam-Rijnmond weleens kritiek hebben op de collega’s van preventie, is er in de regio ook een goede uitwisseling, laat Wagner weten. Aanrijdend wordt in de regio gebruik gemaakt van het Mobiel Operationeel Informatiesysteem (MOI). ‘Dit is een digitaal systeem waarin alle voorzieningen van gebouwen met een brandmeldinstallatie zijn vastgelegd’, legt Wagner uit. ‘Preventie laat die informatie er aan

George Wagner tijdens de opnames van de online les.

de voorkant in zetten. Aanrijdend weet ik daardoor al van welke voorzieningen ik gebruik kan maken. Ter plaatse gaan we eerst naar de brandweerkluis, daarin liggen plattegronden en tekeningen met gebouwinformatie, zodat we ook ter plaatse van goede informatie zijn voorzien. Dat scheelt soms kostbare minuten.’ Daarnaast schuiven de preventieadviseurs in RotterdamRijnmond regelmatig aan met zowel repressieve beroepsbrandweerlieden als vrijwilligers. Nieuwbouwprojecten en voorzieningen worden dan besproken en er wordt gekeken of er eens in een nieuw gebouw kan worden geoefend. ‘Door in een vroeg stadium met elkaar over nieuwbouwprojecten te spreken, kun je samen komen tot het beste resultaat’, aldus Wagner. ‘Daarnaast is het belangrijk dat preventieadviseurs inzage krijgen in het brandweerwerk. Daarom nodigen wij hen weleens uit voor een oefening, pas dan maak je echt inzichtelijk hoe brandbestrijding ter plaatse gaat. Dat is wezenlijk anders dan wanneer je samen door een gebouw loopt of een platte tekening beoordeelt. Na afloop vertelden ze me dat ze er nooit bij stil hadden gestaan hoeveel informatie een bevelvoerder in de eerste periode van een inzet tot zich krijgt. Ze weten daardoor nu dat het geen zin heeft om uitgebreide informatie over de voorzieningen aan te leveren. Wil ik het tot me krijgen, moet het kort en bondig zijn.’ Voor veel regio’s is de online les goed en nuttig, schat Wagner in. ‘Maar in Rotterdam hebben we vanuit repressie al een goede verbinding met de preventieve collega’s. Dat is belangrijk, het levert echt winst op. Al denk ik dat regelmatig met elkaar om tafel gaan, meer winst oplevert dan de online les.’ Hagen vult aan: ‘De les is een begin. We gaan nu kijken hoe we hieraan een vervolg kunnen geven.’ ■ Kijk voor de online les en publicatie Brandbestrijding voor brandpreventieadviseurs op www.ifv.nl.

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

19


Re pRe ssi e

‘Overdreven’ oefening blijkt realistisch bij interregionale gaspakinzet een ammoniaklek bij Koelhuis WFO in Zwaagdijk in de ochtend van 29 april is de eerste grote interregionale inzet volgens de nieuwe iBGs-procedures van gaspakdragers René Hoekenga uit Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en Niels Landsman uit Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland. Het is een spannende en zware inzet. Het gaspak geeft weinig bewegingsvrijheid en bij de minste beweging breekt het zweet uit. Maximaal twintig minuten kunnen de gaspakdragers binnen zijn. Mede door het gezamenlijk oefenen van inzetten is het lek gevonden en gedicht.

De teams krijgen een instructie voordat zij naar binnen gaan. Door Casper Ferwerda FotograFie Brandweer west wieringen

H

et lek bij het koelbedrijf aan de Perenmarkt ontstaat rond 10.00 uur ‘s ochtends. Een pakking van de afsluiter in de koelleiding van de ammoniakinstallatie is kapot gegaan. De installatie heeft een capaciteit van 9.000 kilogram. In de machinekamer en de gang hangt een dikke, 20

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

witte mist door het ammoniakgas. De Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) schat in dat de waarden tussen de 10.000 en 50.000 ppm lagen. Exact valt het niet te meten: de meters gaan maar tot 1000 ppm. Een levensgevaarlijke concentratie. Bluspakken en vuilwerkpakken bieden hier te weinig bescherming tegen. Buiten het pand is de concentratie beperkt, uit voorzorg wordt een NL Alert uitgezonden in een gebied van vijfhonderd meter. Het gebied binnen honderd meter van het pand wordt ontruimd.

Brand&Brandweer


RepRessi e

Het dragen van het pak is een flinke inspanning. Na twintig minuten neemt het volgende team het over en kunnen de gaspakdragers buiten afkoelen.

afwisselen en naar binnengaan. Ik ben met een collega van NoordHolland Noord als eerste naar binnengegaan voor de verkenning.’ Ondertussen zijn ook gaspakdragers onderweg uit drie andere regio’s. Het gaspakteam van Noord-Holland Noord trekt sinds acht jaar op met die uit Amsterdam-Amstelland, Kennemerland en Zaanstreek-Waterland. Maandelijks trainen ze apart, minimaal twee keer per jaar wordt met elkaar een grootschalige inzet geoefend. Niels Landsman zit op 29 april in de wagen van ZaanstreekWaterland. ‘Voor mij was het wellicht extra spannend. Ik had mijn papiertje van gaspakdrager nog maar een week op zak en had nog niet meegedaan aan een grote oefening. Ik dacht eerst: bij aankomst is het lek vast gedicht en worden we bedankt voor onze komst. Druppelsgewijs kwam er meer informatie binnen en werd duidelijk dat we toch aan de bak moesten, als derde gaspakteam.’

Het eerste team is onderweg naar de machinekamer.

‘Natuurlijk ging er tijdens het aanrijden van alles door mij heen’, blikt Hoekenga terug. ‘Ammoniak is giftig als je er te veel van inademt. Het was bovendien onze eerste grote inzet.’ tweetallen De gaspakdrager van Noord-Holland Noord laat zich door die gedachte niet afleiden. ‘Onderweg hebben we het plan van aanpak goed doorgenomen. We zouden in tweetallen elkaar continu

Brand&Brandweer

inspannend Bij aankomst aarzelden Landsman en Hoekenga geen moment. Terwijl hun inzetleiders zich meldden bij de Officier van Dienst (OvD) worden de ademlucht, communicatiesystemen en andere spullen gereedgemaakt. Het aantrekken van de gaspakken neemt de nodige tijd in beslag. ‘Je kunt daarbij zelf een eind komen, maar je hebt ook anderen nodig’, legt Landsman uit. Hoekenga vult aan: ‘De twee dragers van het eerste team worden geassisteerd door die van het tweede tweetal. Het tweede team moet gelijk daarna worden geholpen door het derde tweetal, omdat ze als back-up klaar moeten staan als het eerste team naar binnen gaat.’ Je moet er tegen kunnen, de rode gaspakken waar je zelf niet uit komt, gaat Hoekenga verder. ‘Je wordt er twee keer zo breed van en hebt amper bewegingsvrijheid. Je hoort weinig en ruikt niets. Met ook nog een ademluchtmasker op moet je door twee schermen kijken en zie je dus ook minder goed.’ Het dragen van het pak is ook een flinke inspanning. Er moet bij een inzet al onder druk worden gewerkt. Doordat het pak

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

21


Re pRe ssi e

helemaal is afgesloten, zweet de drager ook nog eens in mum van tijd. Hierdoor kunnen de gaspakdragers in Zwaagdijk maar zo’n twintig minuten binnen zijn. ‘Je komt kletsnat uit je pak’, aldus Landsman. ‘Het viel deze keer wel een beetje mee, want de buitentemperatuur was niet erg hoog of laag.’ Vertrouwen Hoekenga gaat als eerste naar binnen. ‘Ik voelde druk toen ik richting het pand liep. Iedereen is immers op jou gefocust. Maar ik had een gerichte opdracht en op basis van onze oefeningen kon ik redelijk op de automatische piloot te werk gaan.’ Op basis van wat een servicemonteur van het bedrijf hem vertelt, moet hij binnen op zoek gaan naar het lek. Dan komt het aan op goede communicatie en vertrouwen. ‘Je moet alles helder zien te krijgen en zo weinig mogelijk werken op basis van aannames. De info die ik vooraf kreeg van de monteur was niet erg duidelijk. Soms twijfelde ik. Ik heb wel drie keer gevraagd om bevestiging.’

‘op een gegeven moment zagen we elkaar bijna niet meer Door De mist van het ammoniakgas’ Hoe snel sprake kan zijn van een misverstand, blijkt eenmaal binnen. Hoekenga: ‘Ik had begrepen dat er achter een deur gelijk links afsluiters zouden zitten. Maar die waren er niet, alleen een paar kleine aftapkraantjes. Ik keek vervolgens naar rechts. De monteur had namelijk bij zijn uitleg ook gewezen naar rechts, hoewel hij tegelijk sprak over links, daar heb ik hem een paar keer naar gevraagd en hij benadrukte dat hij links bedoelde.’ De kranen blijken inderdaad aan de linkerkant te zitten. Maar in plaats van achter de deur, zitten ze verderop in de ruimte. Hoekenga: ‘Doordat we maar beperkte tijd hebben in de pakken, kon ik daar verder niet naar kijken. Ik heb nog wel snel wat foto’s kunnen maken, die ik kon gebruiken voor afstemming met het tweede team.’ opluChting Voor het tweede team blijkt eveneens niet voldoende tijd te zijn om de afsluiters te dichten. Met de gaspakken ligt de loopsnelheid niet hoog. ‘Zeker omdat ze niet kapot mogen gaan en we door complexe machinekamers moesten’, vertelt Hoekenga. ‘Met allerlei uitstekels is een scheur gauw gemaakt.’ Daarmee is het aan Landsman en zijn kompaan om de lekkage op te lossen. ‘Mijn maatje had aan grote oefeningen meegedaan, daar kon ik wat op vertrouwen. We keken elkaar aan met een blik van ‘nu is het aan ons’. We waren zeer gefocust. Dat moest ook wel want binnen hing een dichte mist door het ammoniakgas. Op een gegeven moment zagen we elkaar bijna niet meer.’ Eenmaal het lek gevonden, weet Landsman met zijn procesindustrieachtergrond exact wat hij moet te doen. ‘De isolatie en de dop moesten eraf, daarna kon ik met een baco de afsluiter dichtdraaien. Buiten dacht men dat het lek mogelijk nog ergens anders kon zitten, maar na het dichtdraaien hield het op met spuiten.’ Inmiddels is het 13.30 uur. Voor de nacontrole, het stabiliseren van de situatie en de ventilatie gaat na Landsman nog een vierde team, met collega’s uit Amsterdam-Amstelland en Kennemerland, naar binnen. ‘Buiten hadden we een gevoel van euforie. Het was onze eerste grote inzet en we hadden alles succesvol afgerond.’ 22

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

De situatie binnen. Het ammoniaklek zorgt voor een mist en slecht zicht in de ruimtes.

eValueren en Verder oeFenen Landsman en Hoekenga zijn het eens dat er nog stappen te maken zijn bij de communicatie. ‘De informatieoverdracht verliep tussen de tweetallen die elkaar afwisselden wat stroef. Het was voor mij bijvoorbeeld niet helemaal duidelijk welke richting we binnen op moesten. Dit had mede te maken met de opzet van ons optreden: het plan van aanpak was om in teams snel achter elkaar naar binnen te gaan. Bij de oefeningen hebben we tussendoor net wat meer tijd om dingen uit te tekenen. Dit komt zeker bij een volgende oefening aan bod.’ Onlangs hebben de regio’s de inzet uitvoerig met elkaar geëvalueerd. Er is voor de verbetering van de communicatie onder andere gesproken over het toepassen van een camera, zodat de collega’s buiten en bijvoorbeeld ook een aanrijdende Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) mee kunnen kijken. ‘We hebben onlangs al geëxperimenteerd met een GoPro-camera in het pak’, vertelt Landsman. Hoekenga: ‘We zouden ook een camera in de vorm van een zaklamp kunnen gebruiken. Op dit punt gaan we zeker verder oefenen.’ Beide gaspakdragers kijken daarnaar uit. ‘Want de oefeningen zijn van grote waarde gebleken’, aldus Hoekenga. ‘Vlak voor de inzet in Zwaagdijk hadden we een gezamenlijke oefening bij het voormalige pand van het Noordhollands Dagblad in Alkmaar. Een zeer complexe inzet over meerdere verdiepingen en smalle gangen. Ik dacht toen: dit is overdreven, hoe vaak gebeurt zoiets? Maar de inzet in Zwaagdijk was net zo lastig. De oefening was achteraf gezien dus juist zeer realistisch.’ ■

Brand&Brandweer


Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Wij staan voor 30.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken aan een brandveilige samenleving. Wij treden eensgezind en slagvaardig op, met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade.

Samen sterk, samen veilig

De ladiesrun kleurt rood De vijftiende editie van de Marikenloop kleurde zondag 21 mei een beetje rood. Maar liefst 35 brandweervrouwen namen samen deel aan deze Nijmeegse ladiesrun. Met zo’n 10.000 deelneemsters is dit de grootste vrouwenloop van Nederland. Het netwerk Brandweervrouwen organiseerde de deelname van de brandweervrouwen samen met de Brandweersportbond. De deelneemsters maakten er een gezellige dag van. Ellen Buskens, voorzitter Netwerk Brandweervrouwen: ‘We gokten op drie teams, maar het enthousiasme was groot en uiteindelijk waren er zeven teams op de been. Sommige teams gingen voor een snelle tijd en anderen vooral voor de sportieve gezelligheid. Hoe dan ook is het geweldig om samen zo’n uitdaging aan te gaan. Tegelijkertijd zetten we de (vrouwen bij) de brandweer in de spotlights.” Dat is met de opvallende shirts van de Brandweer Sportbond zeker gelukt. “Door met zo’n grote groep brandweervrouwen deel te nemen aan de Marikenloop laten we zien dat de brandweer een prachtig beroep is. Ook voor vrouwen!”

Nieuwe contacten

De dames liepen vijf, zeven en een half of tien kilometer. “Met een achtste plek hebben we het zeker niet slecht gedaan. Maar de meerwaarde van de dag is dat er weer nieuwe contacten zijn gelegd. Niet alleen tussen de brandweervrouwen, maar ook met de andere deelneemsters! En uit de aanmoedigingen bleek dat ook de supporters de deelname van de brandweervrouwen konden waarderen. Wil je meer weten over de Brandweervrouwen? Kijk dan op www.brandweernederland.nl/ brandweervrouwen. Informatie over sportieve evenementen door en voor de brandweer vind je op de site van de Brandweer Sportbond: www.brandweersportbond.nl

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 6 - juni 2017


221.940

124.0

brandmeldingen en verzoeken om hulpverlening

brandmeld

97.900

33

verzoeken om hulpverlening

fatale woningbranden

5

k

De belangrijkste brandoorzaken waren roken (19%), onvoorzichtigheid bij koken (9%) en andere vormen van menselijk handelen (9%).

Brandweer in cijfer Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland


61.260 keer ter plaatse bij brandmeldingen

24/7

staan brandweermensen met hart en ziel klaar voor een brandveilige samenleving

040

dingen

keer ter plaatse voor hulpverlening

rs (2016)

van alle brandweermensen is vrouw

Van deze meldingen van brand kwamen 79 duizend meldingen vanuit brandmeldinstallaties en werden 45 duizend telefonisch gemeld. Brandweer Nederland probeert de onechte en ongewenste brandmeldingen al jaren terug te dringen. Niet zonder resultaat. Ook dit jaar waren er vooral minder meldingen vanuit brandmeldinstallaties. De centralist informeert eerst bij het bedrijf of de instelling waar de automatische brandmelding vandaan komt of er echt sprake is van brand. Dit leidde uiteindelijk tot 41 duizend alarmeringen van de brandweer. Van deze alarmeringen was het in bijna vier op de tien gevallen niet nodig om ter plaatse op het incidentadres te komen.

www.brandweernederland.nl/TOOM

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 6 - juni 2017

Bron: IFV en CBS

54.920

6%


Eigen boot voor brandweer bij Canal Parade Nergens anders ter wereld vind je een festival dat vergelijkbaar is met de Amsterdam Gay Pride. Het hoogtepunt is toch wel de Canal Parade, waar meer dan tachtig boten door de grachten varen. Dit jaar vaart er voor het eerst een boot van ons netwerk Roze Rood mee. Voorgaande jaren vaarden leden en ambassadeurs van het netwerk namens de brandweer mee aan boord van Defensie en van het Ministerie van Veiligheid & Justitie. Maar vorig jaar augustus stelde Leen Schaap, regionaal commandant AmsterdamAmstelland, voor om net zoals de politie mee te varen met een eigen boot. Ton Boer, vrijwilliger in Hollands Midden en secretaris van het netwerk vertelt: ‘Al snel bleek dat onze ideeën over deelname overeen kwamen. Ons netwerk is niet alleen roze, maar vooral rood. We willen het publiek laten zien dat iedereen bij de brandweer kan werken, ongeacht wie je bent.’ Het netwerk Roze Rood maakt zich hard voor de LHBT gemeenschap binnen de brandweer.

Herkenbaar We zorgen ervoor dat de achtergrond van de opvarenden zo divers mogelijk is en dat alle regio’s vertegenwoordigd zijn. Dus nee, geen boot vol homo’s. Met de collega’s van het netwerk maken we maar een klein percentage van de 30.000 collega’s van Brandweer Nederland. En uiteraard nemen we deel met de ethiek die je van de brandweer mag verwachten. Zo komen er geen ontblote, gespierde mannen in Speedo’s op onze boot die elkaar en het publiek nat spuiten’, grapt Ton. ‘Dat doen we op straat toch ook niet. De wens van het bestuur is dat er op de boot een vertegenwoordiging staat van de brandweer, als dusdanig herkenbaar. Collega’s in uitruk- en kazernekleding en in uniform. De boot zal herkenbaar zijn als brandweer en uiteraard zullen diverse showelementen niet ontbreken, het blijft immers een festival.’

Wil je meer weten over het netwerk of de deelname aan de Amsterdam Canal Parade, ga dan naar www.brandweernederland.nl/rozerood Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 6 - juni 2017


Bran dweer B u i ten lan d

indrukwekkende kennismissie naar Fukushima echt leren doe je niet vanuit rapporten, maar door naar het verhaal te luisteren van hulpverleners die een incident hebben meegemaakt. dat was het idee van thorsten Hackl uit Midden- en west-Brabant. als stralingsdeskundige liep hij tegen vraagstukken aan waarop hij de antwoorden niet in de rapporten over de kernramp in Fukushima terug kon vinden. Hij legde contact met de nederlandse ambassade in Japan en plande samen met tim van Sliedregt een tiendaagse kennismissie naar het land. Ook twee andere veiligheidsregio’s, de autoriteit nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (anVS) en het rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (riVM) sloten aan. Het heeft goede inzichten, contacten en leerpunten opgeleverd.

De Nederlandse delegatie met de experts van Tepco.

Door JILDOU VISSER fOtOgRafIE tIm Van SLIEDREgt En thORStEn hackL

‘E

en aantal jaar geleden zijn we begonnen met het verwerven van persoonlijke beschermingsmiddelen voor stralingsincidenten. Ik schrok toen hoe weinig we echt wisten. Ik ben in rapporten gaan spitten, maar trof eigenlijk overal dezelfde conclusies als die wij trekken na een groot incident. De communicatie gaat fout en de procedures voor grootschalige incidentbestrijding zijn te ingewikkeld’, vertelt Hackl. ‘Ervaring met stralingsincidenten vind je niet in Nederland en dus heb ik contact gelegd met de Nederlandse ambassade in Japan. Daar is de vraag opgepakt door Rob Stroeks van het Innovatie Netwerk. Het verbaasde me dat ik de eerste was die hierover contact met hen opnam. Stralingsincidenten gebeuren niet veel en er is niet veel ervaring.’ Bij de ambassade wordt enthousiast gereageerd en Hackl wordt in contact gebracht met de Tokyo Electric Power Company (TEPCO). Binnen een maand is het

Brand&Brandweer

eerste gesprek via Skype. ‘Een bijzonder gesprek’, blikt hij terug. ‘Ik had verwacht dat ze mooi weer zouden spelen, ook vanuit de Japanse cultuur. Ze waren juist heel open en eerlijk en vertelden ronduit hoe ze het incident hebben aangepakt en de omstandigheden waaronder ze hebben moeten werken. Er waren vijftig personen bij de kerncentrale achtergebleven. Zij hadden contact met het thuisfront, maar wisten niet eens of ze zouden blijven leven. Daarnaast waren er veel meer problemen in het land. Het was getroffen door een vloedgolf. De nuclaire ramp was dus een ramp in een ramp. Het land was een chaos. Het was een indrukwekkend en emotioneel gesprek.’ UItDIEpEn Nadat Hackl en Van Sliedregt alles op papier hebben gezet, zijn ze onderwerpen verder gaan uitdiepen. Daaruit volgt een serie nieuwe vragen en dus zoeken ze via de ambassade weer contact met de experts van TEPCO. ‘Sindsdien hebben we meerdere gesprekken via Skype gevoerd. Bij het vijfde gesprek stelden zij voor om

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

27


Bran dweer Bu i ten lan d

De brandweerlieden van het Tokyo Fire Department demonstreren hoe zij een object met straling benaderen.

een programma samen te stellen. Ze nodigden ons uit om langs te komen en dan ook een crisisoefening bij te wonen’, aldus Van Sliedregt. In de twee maanden tot vertrek bereiden beide brandweerlieden zich goed voor op zowel het onderwerp als de Japanse cultuur. ‘Japan kent veel ongeschreven normen en waarden. Het is een stuk formeler. Zelfs het uitdelen van een visitekaartje gaat gepaard met een heel proces waarbij je met twee handen en een buiging formeel het kaartje aanbiedt.’ Die cultuur wordt al direct na aankomst in het land bevestigd. Hackl: ‘In alles zit structuur en discipline. Als je een vraag stelt aan een groep, overleggen ze eerst om vervolgens met een groepsantwoord te komen. En op het metrostation lopen mensen keurig in de rij. Ook tijdens de kernramp zijn mensen in een rij naar huis gelopen. Bizar.’

gedronken. Bij een update drukten ze op de knop en dan gingen de zwaailampen aan. Heel bijzonder’, aldus Hackl. ‘In Nederland zou het werken met 250 man in één ruimte pure chaos zijn geworden. Wij werken met LCMS waarin een tabblad begint te knipperen, maar de Japanse methode werkt sneller.’ DISaStER pREVEntIOn LEaRnIng cEntER De delegatie krijgt in Tokyo ook een rondleiding door het Tokyo Disaster Prevention Learning Center. ‘Het is een crisiscoördinatiecentrum. Als het niet in functie is, wordt het gebruikt als leercentrum. Je krijgt een tablet om je nek. Je stapt vervolgens in een lift die begint te schudden. Je moet je dan een weg naar buiten banen, waarbij je allerlei gevaren tegenkomt in een nagebootste verwoeste stad. Hiermee wordt jong en oud geleerd hoe zij zich bij

tOkyO fIRE DEpaRtmEnt Eén van de bezoeken die de Nederlandse delegatie in Japan aflegt is aan het Tokyo Fire Department. Daar staat hen een grote demonstratie te wachten. De Japanners laten het hele scala aan CBRN-materiaal zien. ‘Dat was bijzonder geavanceerd. Zij hebben bijvoorbeeld materiaal waarmee ze allerlei verschillende stoffen kunnen identificeren. Dat hebben wij bij de brandweer niet. En we hebben met hen gesproken over de kernramp. Vanuit Tokyo hebben zij een reis van 220 kilometer afgelegd om de eenheden bij de kerncentrale twee dagen te ondersteunen. Ze lieten ook videobeelden van de camera’s in het brandweervoertuig zien, dat was erg indrukwekkend. Je hoort de onrust in hun stemmen en alle meters in alarm slaan’, vertelt Hackl. ‘Maar als je ze vervolgens vraagt of ze getwijfeld hebben is nee het enige antwoord dat je krijgt. Het was voor hen een eer om ingezet te worden.’ cRISISOEfEnIng De dagen na het bezoek aan het Tokyo Fire Department staat een grootschalige crisisoefening bij TEPCO op het programma. De Kashiwazaki-Kariwa kerncentrale heeft problemen. De Nederlandse delegatie sluit aan bij het lokale crisisteam. ‘In de crisisruimte zaten zo’n 250 hulpverleners met hun laptop gedisciplineerd te werken. Er werd bijna niet gesproken, gegeten en 28

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Bran dweer B u i ten lan d

Het Disaster Learning Prevention Center

De zwarte zakken met afgegraven besmette grond op het gebied rondom de kerncentrale in Fukushima.

een aardbeving in veiligheid moeten brengen. In Japan heeft iedereen thuis en op het werk een rugzak klaarstaan voor de eerste 72 uur’, legt Van Sliedregt uit.

keer. Er werken nog duizend tot drieduizend mensen, iedere dag.’ Rondom de kerncentrale is het gebied in een straal van ongeveer twintig kilometer afgesloten. Periodiek worden delen daarvan vrijgegeven. ‘Sommige gebieden mag je alleen betreden met beschermende kleding, in andere delen hoeft dat niet. Wij kregen een toer langs de zes reactorgebouwen, waarvan vier beschadigd zijn. Het bos eromheen is volledig gekapt om verdere besmetting te voorkomen en ruimte te maken voor de opslagtanks voor besmet water’, vertelt Hackl. ‘Elke drie dagen bouwen ze een nieuwe tank. Dat kunnen ze nog twee jaar volhouden, dan is de ruimte op. Tegen die tijd hopen ze andere technieken te hebben uitgevonden. De groene heuvels zijn volledig met cement bedekt om verdere besmetting tegen te gaan.’

fUkUShIma Diezelfde avond vertrekt de delegatie naar Fukushima. Daar worden ze geconfronteerd met een echte aardbeving. Hackl: ‘Het schoot direct door onze hoofden dat we onze spullen klaar hadden staan. Gelukkig viel het mee.’ De volgende dag bezoeken ze de kerncentrale. Van Sliedregt: ‘Vanuit ons hotel was het nog zo’n twee uren rijden. Langzaam kom je in een compleet andere wereld. Je ziet toegangscontroles en alleen de hoofdweg is begaanbaar, alle zijwegen zijn afgesloten. Hoe dichterbij je komt, des te meer werkzaamheden je ziet. Zo zag je bijvoorbeeld grote zwarte zakken met afgegraven grond. Het heeft ook iets bizars. Het gebied is totaal verlaten, maar de huizen die niet zijn vernietigd door de tsunami zijn nog intact, daar staat de auto nog voor de deur en de bloempotten voor de ramen. Gek genoeg wordt het naarmate je dichterbij de kerncentrale komt steeds drukker, allemaal werkver-

LESSEn ‘We hebben deze reis meer geleerd dan we ooit uit de rapporten hebben kunnen leren’, aldus Van Sliedregt. De belangrijkste is volgens hem dat je nooit moet ontkennen dat een ramp zich kan voordoen. ‘Het kan gebeuren en dan moeten we erop voorbereid zijn. Laten we het onszelf tijdens het oefenen ook echt eens moeilijk maken door meerdere incidenten te combineren en voor langere tijd ingezet te worden. Dat geeft een andere dimensie aan een ramp. Je hebt een chaos in een chaos.’ Een andere les die Van Sliedregt en Hackl hebben geleerd is dat goed moet worden gekeken naar het gebied dat ontruimd moet worden. Hackl: ‘In Japan hebben ze mensen meerdere keren moeten verplaatsen. Twintig procent van alle evacueés is volgens de IAEA meer dan zes keer verplaatst. Door de straling zijn geen doden gevallen, door de stress van de verplaatsingen en het gebrek aan middelen wel. En je moet bij zo’n ramp ver vooruit denken, minimaal twee weken.’ Verschillen tussen beide landen zijn er ook. Zo laat Hackl weten dat Japanners volledig op de overheid vertrouwen, terwijl de Nederlandse burger een stuk eigenwijzer is. ‘Wij moeten er rekening mee houden dat we de besluiten meer moeten toelichten dan in Japan. Maar wij hoeven niet in een boekwerk van tweehonderd pagina’s te beschrijven welke kant we op gaan evacueren en hoe we dat gaan doen. Wij zijn flexibel genoeg om dat op het moment zelf te beslissen. Al denk ik wel dat we het evacuatieplan in Nederland iets mogen verdiepen’, besluit Hackl. ‘Maar zeker niet tot tweehonderd pagina’s. Dat leest niemand.’ ■ Het ROT tijdens de crisisoefening.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

29


Natuurbeschermingsrecht

Natuurbeschermingsrecht editie 2017

Leidraad voor de uitvoeringspraktijk Tevens geschikt voor het (academisch) onderwijs Prijs: ¤ 59,50 incl. btw

Teksten Wet Natuurbescherming c.a. Bundeling van alle relevante wetgeving zoals die geldt per 1 maart 2017 Prijs: ¤ 57,75 incl. btw

Teksten Wet Natuurbescherming c.a. Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl

Gevaarlijke Lading is vernieuwd! Het online platform voor vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen

Wat vindt u op de nieuwe Gevaarlijke Lading:  Europese regelgeving voor het

vervoer van gevaarlijke stoffen: ADR, RID, ADN, IMDG  Uitgebreide stofinformatie per

UN-nummer en/of stofnaam, per vervoerswijze  Praktijkinformatie, tools en

checklists (1000-puntentool, tabel(len) A in Excel-formaat, etc.)  Nieuws, blogs, artikelen en meer

Voor wie? Gevaarlijke Lading wordt gelezen door functionarissen bij transport- en opslagbedrijven, toezichthouders, overheden, incidentenbestrijdingsdiensten, toeleveranciers, producenten, opleiders, adviesbureaus en brancheverenigingen. Er zijn ook andere abonnementsvormen mogelijk zoals Wegvervoer, Binnenvaart, Spoorvervoer en Zeevervoer.

Ga voor meer informatie naar www.sdu.nl/gevaarlijkelading


o n d er de h elm

‘Ik kijk nu met andere ogen naar brand’ Als vrijwillig brandweerman blust evert-Jan noordhoff uit Veiligheidsregio Groningen al 32 jaar branden. dat een brand ooit zo dichtbij zou komen, had hij nooit verwacht. eind december is zijn woning flinke tijd bedreigd door een forse brand bij de buren. ‘Je kunt niks. Je staat op straat en kunt je woning niet meer in.’

Door JILDOU VISSER FotograFie RIchaRD DEgEnhaRt

I

n de nacht van 30 op 31 december gaat bij de familie Noordhoff de deurbel. ‘Het was 4.00 uur. We slapen boven onze fietsenwinkel in het centrum van Delfzijl. In het weekend schakelen we de bel vaak uit vanwege dronken volk dat anders gaat belletje trekken. In eerste instantie denk je daaraan, maar de bel ging maar door. Het wekte de indruk dat er wat aan de hand was, dus heb ik mijn kleren aangetrokken en zou naar beneden lopen. Onderweg naar beneden zag ik door het raam dat in het pand naast ons brand woedde. “Er is brand!”, riep ik heel hard. Mijn vrouw schrok zich wezenloos, ze dacht dat het bij ons was’, vertelt Noordhoff. Terwijl hij ziet dat de brand zich flink heeft ontwikkeld, belt hij de brandweer. ‘Daarna ben ik op het dakterras met een tuinslang gaan blussen. Er was zoveel vliegvuur. Ik heb met mijn arm mijn hoofd nog een tijdje afgeschermd totdat ik tot de conclusie kwam dat het echt niet ging. Het was te gevaarlijk.’

Noordhoff gaat bij zijn vrouw en kinderen op straat staan en ziet dat het buurpand helemaal in brand staat. ‘Ik heb nog een keer de meldkamer gebeld. “Schaal maar op naar grote brand”, vertelde ik de centralist. Hoe hij reageerde, weet ik niet meer. Alles gaat in een waas aan je voorbij. Ineens sta je op straat. Je kunt niks. Je kunt je eigen woning niet eens meer in. Het enige dat ik wilde was me bij mijn collega’s aansluiten en dus ben ik naar de kazerne gereden om mijn bluskleding te halen. Dat was een rare rit, maar je moet iets. Bij de kazerne heb ik mijn kleding in de auto gegooid en ben snel weer teruggereden.’ Noordhoff voegt zich ter plaatse bij de eenheden die het groot watertransport opbouwen. Op dat moment is al GRIP1 afgegeven en is opgeschaald naar een compagniebrand. Als op een gegeven moment de OvD in het huis van Noordhoff wil kijken, gaat hij mee. Binnen ziet hij dat er niets aan de hand is. ‘Dat was een enorme opluchting. Ik heb de ventilatieroosters nog even dichtgedaan en kwam blij weer buiten. We ontspringen de dans, dacht ik.’ Na anderhalf uur is de brand nog steeds niet onder controle te krijgen en wordt de situatie steeds spannender. Ook het uitbreidingsgevaar naar de andere kant van de straat is groot. Het zijn oude panden. Gevreesd wordt dat als de brand zich uitbreidt, het hele blok in vlammen opgaat. ‘Dat het zo spannend was, heb ik helemaal niet meegekregen’, vertelt Noordhoff. ‘Ik

Brand&Brandweer

Evert-Jan Noordhoff wordt tijdens de inzet geïnterviewd door SBS6.

ben na anderhalf uur nog eens met de OvD mijn pand in gegaan. Halverwege de winkel kwam het water me tegemoet. Toen knakte er iets. Een heel vervelend moment.’ Pas bij daglicht ziet Noordhoff de grootte van de brand. ‘En toch had ik toen nog steeds niet het idee dat de brand zo dicht op ons huis en onze winkel zat. Ik had het besef niet. Hoewel je bezig bent, gaat het ook in een waas aan je voorbij. Pas in de middag toen de brand was geblust, kwam het besef. We hebben ongelooflijk veel geluk gehad. Het huis is echt door het oog van de naald gekropen. Met dank aan de goede inzet van mijn collega’s. En dan komt Salvage. We horen het bij de brandweer zo vaak, maar eerlijk gezegd had ik geen idee wat ze precies doen. Dat weet ik nu wel. Zij hebben geregeld dat het water uit de winkel is gepompt, dat er contact werd gelegd met de verzekering en schade-experts. Pas dan begint de echte ellende. We hebben twee weken moeten buffelen in de winkel voordat we weer open konden en dan komt nog het gedoe met de verzekering. Hoe goed je ook verzekerd bent, je moet het voor de helsdeuren wegslepen.’ Noordhoff heeft het over zich heen laten komen, maar hoopt één ding. ‘Dit wil ik nooit weer meemaken. Voor mijn brandweercollega’s was het een prachtige brand, zo maak je ze niet vaak mee. Maar voor mij betekende het een bak ellende. Ik kijk nu wel met andere ogen naar een brand.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

31


40 jaa r

‘als je de brandweer nodig had, moest je de politie bellen’ Brand&Brandweer bestaat dit jaar veertig jaar en dat vieren we met een reeks verhalen. Daarin kijken we met een aantal jubilarissen vier decennia terug én vooruit. Deze keer is het de beurt aan oudgediende Bert Wageman en nieuweling Peter Klein, beiden uit Oldenzaal. vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Bert Wageman heeft na veertig jaar bij de brandweer nog geen plannen om te stoppen.

Gewoon in de brandweerkantine in Oldenzaal. Met twee andere aspiranten. Mijn oom was de instructeur. Het examen konden we in Enschede doen. Zowel praktijk als theorie. In het voorjaar van 1978 kreeg ik het diploma en op 1 juli werd ik bevorderd tot brandwacht tweede klasse. Aan het eind van dat jaar slaagde ik voor brandwacht eerste klasse.’ Wat is de grootste verandering die u bij de brandweer heeft meegemaakt? ‘Oldenzaal was toen nog veel kleiner. Nadien zijn er zijn veel industrieterreinen en woonwijken bijgekomen. Met de regionalisering zijn we steunpunt voor Noordoost-Twente geworden. Dat betekent dat we hier nu een tankautospuit hebben, een hoogwerker, een onlangs vernieuwd hulpverleningsvoertuig, een haakarm met verlichtingscontainer en een dompelpompunit.’

Door Marco van der Leest

Bert Wageman, chauffeur (specialistische voertuigen) bij kazerne Oldenzaal, Veiligheidsregio Twente: Hoe zag het brandweerkorps in Oldenzaal er veertig jaar geleden uit? ‘Als je vroeger de brandweer nodig had, moest je eerst de politie bellen. De politie alarmeerde ons, we hadden daarvoor allemaal een grote alarmkast thuis. Het hele korps bestond uit vrijwilligers. Dertig mensen, drie groepen, drie auto’s en een kleine kazerne. Eens per veertien dagen gingen we oefenen en elk jaar deden we mee aan brandweerwedstrijden. In 1984 hebben we daarbij zelfs de eerste prijs gewonnen. Bijna alle brandweerlieden werkten ook op het stadhuis. Sterker nog, als je solliciteerde op het stadhuis maar niet bij de brandweer wilde, dan werd je niet aangenomen. Zo verweven was dat toen nog.’ Kunt u zich uw eerste brandweeropleiding nog herinneren? ‘Ja hoor! Najaar 1977 begon ik aan de cursus brandwacht. 32

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Wat is de meest bijzondere inzet in al die jaren geweest? ‘De vuurwerkramp in 2000 in Enschede. Door de brand en explosies in een vuurwerkopslag in de wijk Roombeek kwamen 23 mensen om het leven. Er waren 947 gewonden. Meer dan vijftig woningen werden verwoest. Ik weet het nog goed. We werden opgeroepen voor bijstand in Enschede. Wat ons precies te wachten stond, wisten we niet. Op afstand zagen we grote rookwolken, maar ter plaatse werden we toch verrast door de omvang van de brand. Ik was bevelvoerder van het tweede voertuig van Oldenzaal. Wij werden ingezet bij de Grolschfabriek die deels brandde.’ In welk opzicht is het brandweervak het meest veranderd? ‘Het materiaal is veel beter geworden. We hebben het nieuwste van het nieuwste. In 1977 droegen we iets dat nog het meest leek op een regenpak. Met rubberlaarzen en handschoenen die je nu voor tuinieren gebruikt. In de eerste jaren hadden we een Opel Blits met aanhanger en pomp en een Bedford TK in de kazerne staan. Vanaf 1976 kregen we de Mercedes Benz LPF 913/36. Inmiddels allemaal oudjes.’

Brand&Brandweer


40 jaar

‘Vroeger Droegen

Bert Wageman won in 1984 met zijn ploeg de eerste prijs bij de brandweerwedstrijden.

we rubberlaarzen en hanDschoenen Die je nu Voor tuinieren gebruikt’

Hoe lang blijft u nog bij de brandweer? ‘Geen idee, zo lang het kan. Ik kan nog goed meekomen met de rest en voldoe aan alles wat van een manschap wordt gevraagd. Ik zit als manschap en chauffeur (specialistisch voertuig) nog steeds op de uitruk. Aan de andere kant besef ik natuurlijk ook dat het een keer ophoudt, maar wanneer dat zo is weet ik niet. Al het materiaal bij het kops heb ik zien komen, nog veel meer materieel heb ik zien gaan. En toch maak ik nog geen concrete plannen om te stoppen.’

Peter Klein, Aspirant Manschap A, brandweer Oldenzaal, Veiligheidsregio Twente: Hoe lang ben je nu bij de brandweer? ‘Sinds drie maanden. Ik heb elke maandag oefenavond op de kazerne in Oldenzaal en elke dinsdag opleidingsavond op Troned. Nu ik in het bezit ben van alle benodigdheden, zoals uitrukkleding en pieper, mag ik ook mee op de uitruk, als zevende man.

Spannend! Ondanks dat ik nog niet alles kan en mag, is het fijn om veel ervaring op te doen.’ Hoe ben je bij de brandweer terechtgekomen? ‘Van jongs af ben ik geïnteresseerd in de brandweer, maar ik heb er nooit iets mee gedaan. Mijn buurvrouw werkte in de financiële dienstverlening, dat sprak mij ook aan. Inmiddels werk ik alweer vier jaar als financieel adviseur. Ik heb vrienden en kennissen bij de brandweer, die vaak boeiende verhalen vertellen. Op een dag reed ik langs de kazerne en zag ik een spandoek met: vrijwilligers gezocht. Dit was mijn kans: waarom heb ik hier eigenlijk nooit eerder iets mee gedaan? Ik schreef gelijk een brief. Na de selectieprocedure ben ik aangenomen.’ Wat kun je leren van de oude garde? ‘Veel! De oude garde draagt veel kennis en ervaring op ons aspiranten over. Andersom kunnen wij een frisse blik op de organisatie geven. Daarnaast leer ik ook veel theorie. Wij zijn de eerste lichting die met de ELO, de Elektronische Leeromgeving, werken. Dat is leuk en echt pionieren!’ In hoeverre hoop je ook de veertig jaar vol te maken? ‘Over veertig jaar ben ik zeventig. Als mijn gezondheid het toelaat, ga ik zo lang mogelijk door. Misschien in een iets aangepaste functie. Ik sluit niet uit dat ik op termijn beroepsbrandweerman wil worden, maar nu nog niet. Ik vind het prettig om naast mijn huidige baan fysiek bezig te zijn en een helpende hand te kunnen bieden. Wie weet wat de toekomst brengt.’ ■

Peter Klein: ‘Ondanks dat ik nog niet alles kan en mag, is het fijn om veel ervaring op te doen.’

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

33


Ope rat iOn ele vOOrberei di ng

‘gezamenlijk optrekken bij scheepsbrandbestrijding van groot belang’

De brand aan boord van het vissersschip Johanna Maria in Scheveningen is de aanleiding voor het opzetten van de interregionale samenwerking. Fotografie Dylan Tolhuisen

Scheepsbranden zijn complexe branden en vragen vaak om een langdurige inzet. Juist daarom is het volgens twan langenhuizen, commandant van het Korps Marinebrandweer, van belang om in dit specialisme samen te werken. de veiligheidsregio’s rotterdam-rijnmond, amsterdam-amstelland, Zeeland, Kennemerland, noord-Holland noord en groningen hebben samen met het Havenbedrijf rotterdam, de Koninklijke Marine, het Korps Marinebrandweer en de gezamenlijke brandweer hiervoor een letter of intent ondertekend.

Door JILDOU VISSER

D

e brand aan boord van het vissersschip Johanna Maria in Scheveningen in 2014 triggert bij Langenhuizen de vraag: Op welke gespecialiseerde capaciteit kan de Marinebrandweer rekenen bij een meerdaags incident in het verzorgingsgebied. ‘Bij scheepsbranden van enige omvang heeft geen enkele regio voldoende gespecialiseerde mankracht om het incident te bestrijden. Dat heeft vooral te maken met de lange duur van dit type branden en het feit dat het een echt specialisme is. Wij trainen veel in Amerika, omdat we daar real life exercises kunnen doen. Dan ben je vaak al een paar uur bezig voordat je 34

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

aan de daadwerkelijke inzet kunt beginnen. Niemand houdt dat dagen achter elkaar vol’, legt de commandant uit. ‘Toen onstond bij mij het idee om op dit dossier samen te werken en wellicht een estafetteteam op te zetten met brandweerlieden uit verschillende regio’s die elkaar kunnen aflossen.’ Langenhuizen nodigt datzelfde jaar alle kustregio’s uit voor een startbijeenkomst om te inventariseren hoe de regio’s tegen een samenwerking aan kijken. Tijdens die bijeenkomst wordt de noodzaak door iedereen gevoeld. ‘De conclusie was dat we er iets mee moesten. We wisten van elkaar niet wat we konden, welke middelen we beschikbaar hebben en met wat voor type schepen we te maken kunnen krijgen. Iedereen is dat in de eigen organisatie gaan inventariseren.’

brand&brandweer


O peratiOn ele vOOrb erei di ng

Na de eerste aanzet heeft het lange tijd geduurd totdat de Letter of Intent is opgesteld en ondertekend. Mark van Barreveld van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland legt uit hoe dat kan. ‘Dit project is echt vanaf de werkvloer opgestart. We moesten dus allemaal in onze eigen regio tijd en ruimte vrij zien te maken om hieraan te werken. Daarnaast hebben we geprobeerd om landelijk aansluiting te vinden bij het programma Samen werken aan Grootschalig en specialistisch optreden Brandweer Nederland, maar dat is niet helemaal gelukt omdat dit onderwerp alleen speelt in de kustregio’s.’ UItwISSELIng Onder andere in Amsterdam-Amstelland ligt een grote vraag naar meer kennis en aanvullende capaciteit. RotterdamRijnmond beschikt als grootste haven van het land al over een scheepsbrandbestrijdingsteam en het BroNS (Brandweer op de Noordzee pre SAR)-team en Veiligheidsregio Zeeland werkt internationaal in de MIRG’s (Maritime Incident Respons Groups). In Amsterdam, de tweede haven van Nederland, is daarentegen op dit moment veel minder kennis en capaciteit beschikbaar. ‘Wij zitten qua voorbereiding net iets boven het landelijke gemiddelde, dat zich vooral richt op de binnenvaartincidenten als maatgevend scenario. We beseffen dat we daarmee niet voldoende voorbereid zijn op complexere branden op zeeschepen’, aldus Van Barreveld. ‘Voor ons is deze samenwerking dus erg welkom. We kunnen nu met alle partijen verkennen wat er aan kennis en materieel voor handen is en daarop aansluiten.’ Ook in Veiligheidsregio Groningen is het specialisme nog niet zover ontwikkeld als in Rotterdam-Rijnmond. ‘In onze regio is niemand hier specialistisch voor opgeleid. We onderzoeken nu in hoeverre we onze mensen daarin gaan opleiden. Wel oefenen we al aan boord van schepen. Zodra wij zien dat er grote of bijzondere schepen in de haven liggen, zoeken we contact om er

De ondertekenaars van de Letter of Intent.

een bezoek te brengen en te oefenen. En we hebben afspraken gemaakt met de bedrijfsbrandweer van een bedrijf dat in de Eemshaven grote cruiseschepen maakt. Als daar brand uitbreekt, maken we koppels van één bedrijfsbrandweerman of -vrouw en twee manschappen van ons. Zo heb je per team de kennis van het schip geborgd’, vertelt Siske Klaassens van Veiligheidsregio Groningen. ‘Daarnaast investeren we veel in de contacten met Groningen Seaports.’ Wim van der Wal uit Rotterdam-Rijnmond erkent dat zijn regio een grote voorsprong heeft in kennis en ervaring op het gebied van scheepsbrandbestrijding. ‘Sinds 2008 hebben wij al een gespecialiseerd scheepsbrandbestrijdingsteam en sinds 2015 werken we ook op schepen die varen op de Noordzee. Als we worden ingezet is dat meestal op passagiersschepen op de Noordzee. De inzet is dan gericht op het voorkomen van grootschalige evacuaties. Hoewel een aantal onderdelen hetzelfde is, verschilt zo’n inzet in de inzettactiek ook wezenlijk van die aan boord van een brandend vrachtschip in de haven. We zijn nu aan het inventariseren wat iedere organisatie heeft op het gebied van beleid, materieel, procedures en vakbekwaamheid. Dat gaan we straks samenbrengen en er één lijn in aanbrengen.’ ExpERtISE Scheepsbrandbestrijding vraagt een specialistische aanpak, laat Langenhuizen weten. ‘Bij de Marinebrandweer hebben we die kennis, maar op het moment dat wij op de basis een grote brand in een schip hebben, kunnen we die niet alleen bestrijden. Inmiddels zijn de collega’s van de post Den Helder ook opgeleid en werken we steeds beter met hen samen. De ondersteuning die je krijgt moet gewend zijn op schepen te werken. Ze moeten erin getraind zijn en de kennis hebben. Juist daarom vinden wij het belangrijk aan dit project mee te doen.’ Eén van de aspecten die op een schip anders is dan in een gebouw aan land is het rookwarmteafvoerplan. Langenhuizen: ‘Daar moet je goed over nadenken. Je kunt niet overal zomaar een raam inslaan om de rookgassen af te voeren. Ook het kunnen maken van een stabiliteitsberekening is erg belangrijk. Als je namelijk met water in een schip gaat blussen kan de stabiliteit veranderen. Bij een verkeerde inzet kan een schip kantelen of breken, dan ben je nog verder van huis. Een Officier van Dienst moet dus ook goed kunnen herkennen of een schip nog stabiel in het water ligt en het voor zijn personeel veilig is aan boord te werken.’ LangE tERmIJn Het samenwerkingsproject tussen de partijen die de Letter of Intent hebben ondertekend, staat nog in de kinderschoenen. ‘Het is echt een meerjarenplan. Het doel is om uiteindelijk samen met het IFV één opleidingsprogramma samen te stellen en ook een gezamenlijk oefenprogramma op te stellen. We willen toe naar de situatie dat we elkaar naadloos kunnen aanvullen en aflossen’, vertelt Van der Wal. ‘Het hele traject doen we trouwens met veel respect naar elkaar toe. Het is logisch dat we niet allemaal even ver zijn op dit onderwerp.’ Langenhuizen vult aan: ‘De langzaamste bepaalt het tempo. Dat respecteren we.’ Van der Wal: ‘En we hopen dat andere regio’s nog aanhaken. In eerste instantie de regio’s die aan zee grenzen. Een vervolgstap is dat de regio’s met veel binnenvaart ook aansluiten.’ ■

brand&brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

35


Pe rson eel & org an isati e

torch run: de vlam ontsteken De brandweer doet sinds vorig jaar mee aan de torch run. Deze ceremonie gaat vooraf aan special olympics evenementen, sportevenementen voor atleten met een verstandelijke beperking. in uniform komen brandweer en politie ter plaatse, soms voorafgegaan door een run, en ontsteken het special olympics vuur. ‘De sporters vinden het fantastisch’, aldus voorzitter van het bestuur van torch run en oprichter van torch run nl Jan Branderhorst.

Het Torch Run team van brandweer en politie met links Marcel van Galen. Door EllEn Schat FotograFie MarcEl van GalEn

D

e Torch Run wordt bij alle regionale en nationale evenementen van Special Olympics voorafgaand aan de openingsceremonie gehouden. Dat houdt in dat de Flame of Hope wordt binnengedragen en vervolgens het vuur wordt ontstoken. Alleen een atleet of iemand van de Torch Run mag de Flame of Hope dragen. De impact van de Torch Run op de deelnemers van Special Olympics activiteiten is volgens Natascha Bruers, Sports Director van Special Olympics Nederland, groot. ‘Het is een prachtig ritueel met grote kracht. Ik krijg nog iedere keer kippenvel als de vlam wordt ontstoken. De ceremonie bestaat verder uit het hijsen van de Special Olympicsvlag en het afleggen van de eed door een atleet, waarna de sportactiviteiten starten.’ 36

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Sinds rechercheur Jan Branderhorst in 1996 Torch Run Nederland oprichtte, dragen politiemensen de Flame of Hope naar de openingsceremonie van Special Olympics evenementen. Vorig jaar sloten ook collega’s van de brandweer en veiligheidsregio’s zich hierbij aan. ‘Bij de Special Olympics evenementen in Amerika wordt de Flame of Hope binnengebracht door leden van law enforcement. Dat is een veel bredere groep dan de politie die het vuur ontstak. We hebben daarom ook hier ingezet op andere handhavers van de wet. In de toekomst hoop ik meer handhavers te betrekken, zoals de marechaussee en douane.’ ZElfvErtrouwEn van SportErS GroEit Natascha Bruers van Special Olympics benaderde Marcel van Galen, afdelingshoofd risicobeheersing van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, vorig jaar. Hij is al jaren actief op het gebied van sportactiviteiten voor mensen met een verstandelijke

Brand&Brandweer


Perso n eel & org an isati e

beperking. ‘De aanleiding voor mijn inzet om de brandweer bij de Torch Run te betrekken is persoonlijk. Onze nu 27-jarige zoon Stephan speelt handbal en deed zeven jaar geleden mee aan de Special Olympics World Games in Athene. Zeg maar de Olympische Zomerspelen. Bijna achtduizend sporters uit 170 landen streden daar tegen elkaar, maar vooral ook vóór elkaar. Dat maakt dit evenement zo bijzonder. We werden diep getroffen. Zijn zelfvertrouwen groeide in die twee weken meer dan wij in twintig jaar voor elkaar hadden gekregen. Ook de sociale interactie verbeterde. Het was echt een enorme lifechanger voor hem.’

‘Zijn ZelFvertrouwen groeiDe en De sociale interactie verbeterDe’ Wat volgens Van Galen ook zo geweldig is aan de Special Olympics is dat iedereen zich inzet voor de sporters. ‘Het draaide echt eens alleen om hen. 40.000 vrijwilligers werkten in Athene voor hen. Er is ook wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de impact van zo’n evenement op sporters met een beperking, het is niet alleen onze eigen ervaring. De jaren erna raakte ik nog enthousiaster om bij te dragen. En nu dus onder andere in de vorm van de Torch Run. Het is makkelijk om collega’s bij de Torch Run te betrekken. Ik bel de regio waarin een evenement van Special Olympics is gepland en dan gaat het balletje vanzelf rollen. Iedereen kent wel iemand die hier een warm hart voor heeft.’ MaatSchappElijkE bEtrokkEnhEid Door deel te nemen aan Torch Run NL/Special Olympics tonen de politie en brandweer volgens Branderhorst en Van Galen hun maatschappelijke betrokkenheid. Branderhorst: ‘Het is eigenlijk maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar dan als maatschappelijke organisatie. Zo leg ik het ook uit aan onze korpsleiding. We doen trouwens mee in onze eigen tijd. Het is goed om ook de maatschappelijke betrokkenheid van politiemensen te laten zien, want soms verschijnt in de media ook een ander beeld.’ Voor de brandweer geldt een negatief imago niet, integendeel. Maar ook hier telt volgens Van Galen de maatschappelijke functie van de brandweer in de lokale gemeenschap.

Bij de Special Olympics World Games in Athene groeide het zelfvertrouwen van Stephan in twee weken meer dan in de twintig jaar ervoor.

activiteiten, zoals de Nationale Spelen in Nijmegen vorig jaar, was ook een run georganiseerd als onderdeel van de Torch Run en de opening van de Spelen in het Goffert Stadion. Ruim vijftig collega’s uit het hele land liepen hierin mee. Van Galen: ‘We proberen het bij evenementen vaak ook wat ludiek te maken. Zo is de Flame of Hope al met een zwemmer in de hand door een zwembad gegaan, waarna het vuur werd ontstoken. Het is één groot feest, de sporters vinden het geweldig, daar doen we het voor.’ ■

special olympics Special Olympics Nederland maakt deel uit van de wereldwijde beweging die zich in 170 landen inzet om het leven van mensen met een verstandelijke beperking te verbeteren door middel van het organiseren van sportevenementen. Sporten maakt mensen met een verstandelijke beperking niet alleen fysiek en mentaal fitter, het vergroot ook het zelfvertrouwen en daarmee het zelfbeeld. Special Olympics Nederland zet zich ook in om bij te dragen aan een positieve beeldvorming over mensen met een

‘De sporters vinDen het gewelDig, Daar Doen we het voor’

verstandelijke beperking. De Special Olympics heeft dertig officiële sporten waarvoor reglementen zijn opgesteld. De activiteiten zijn lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. De wedstrijden staan open voor deelnemers boven de acht jaar die meer dan een half jaar hebben getraind in een van de sporten. De laatste World Winter Games waren afgelopen maart in Oostenrijk, toen drieduizend sporters uit 110 landen tegen elkaar

De sporters vinden het in elk geval fantastisch wanneer brandweer en politie verschijnen. Branderhorst: ‘Met toeters en bellen komen we aanrijden, in onze uniformen. De deelnemers van Special Olympics reageren heel direct hoe ze zich voelen en dat is echt een verademing. We voelen ons altijd heel welkom. Het geeft een goed gevoel om dit te doen. Daarnaast zorgt het voor een tegenwicht met het werk, dat niet altijd vrolijk stemt.’ Onder andere de brandweerregio’s Flevoland, Utrecht, BrabantNoord en Friesland namen al deel aan de Torch Run. Bij grotere

Brand&Brandweer

streden. Nederland deed mee met 25 sporters. Zij wonnen allemaal een medaille. De Nationale Spelen, die om het jaar worden gehouden, zijn volgend jaar in de Achterhoek. Naar verwachting zullen meer dan tweeduizend sporters met een verstandelijke beperking actief zijn. Voor meer informatie: www.specialolympics.nl.

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

37


Weet u hoe u een binnenbrand effectief en veilig kunt bestrijden?

Brandbestrijding: → Wanneer kies je voor HD, en wanneer vooral niet? → Ventilatie: wanneer is het zinvol, wanneer gevaarlijk? → Waarom is verkennen zo belangrijk? → Wat is nog veilig en gezond, waar liggen grenzen, hoe verloopt herstel?

Bestel direct op sdu.nl/brandbestrijding


I ng ezon den

Lessen van een onzichtbare brand Paradoxaler kan het niet. een zware explosie blaast het dak van een opslagtank met een inhoud van miljoenen liters bij een chemiebedrijf in Rotterdam-europoort. een grote tankbrand volgt. Maar buiten het bedrijfsterrein wordt de brand nauwelijks opgemerkt en de aandacht in de media is marginaal. niettemin is het een serieus incident met leerzame lessen en ervaringen voor de brandweersector en de chemiebranche. die ervaringen wil de gezamenlijke Brandweer graag met het land delen.

Alleen met warmtebeeldcamera vanuit de lucht was het effect van de blussing te zien.

Door Rob JastRzebski FotograFie GezamenliJke bRandweeR

I

n de avond van 19 juli vorig jaar doet een daverende explosie het Europoortgebied op zijn grondvesten schudden. Het duurt een paar minuten voordat duidelijk wordt dat op het terrein van Caldic Chemie het complete dak van een opslagtank met methanol is weggeblazen en naast de tank op een bedrijfsweg terecht is gekomen. Op de explosie volgt een grote maar merkwaardige brand. Het zeer licht ontvlambare methanol

Brand&Brandweer

verbrandt namelijk met vrijwel onzichtbare vlamverschijnselen. Pas als door de hitte de verf op de tankwand vlam vat, worden korte tijd vlammen en zwarte rook zichtbaar. De bedrijfsnoodorganisatie komt in actie, het automatisch blussysteem van de tank wordt in werking gesteld en de Gezamenlijke Brandweer rukt met groot materieel uit. Door de combinatie van een goed functionerend stationair blussysteem en een tactische inzet van de Gezamenlijke Brandweer, wordt de brand snel geblust en loopt het incident met een sisser af.

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

39


I nge zon den

HelikopteRview Raymond Bras was die avond Officier van Dienst (OvD). Een goed beeld krijgen van de situatie was een bijzondere uitdaging. De inzet van een politiehelikopter met warmtebeeldcamera was in zijn ogen onmisbaar bij de incidentbestrijding. ‘Onze grootste handicap was dat we wisten dat de tank brandde, maar dat we het effect van de blussing niet goed konden beoordelen. Vanaf de grond zagen we warmteontwikkeling en we zagen dat de schuimblusinstallatie van de tank was geactiveerd. Ook met onze eigen bluseenheden hebben we rond de tank ingezet om extra schuim op de brandende methanol te brengen.’ Doordat de eenheden niet in de tank konden kijken, was moeilijk te zien hoe groot de brandhaard in de tank was en of er ook brandende uitstroom buiten de tank was.

‘onzichtbaar vuur is een extra gevaarsFactor’ ‘We moesten dus voorzichtig optreden rond de tank, want onzichtbaar vuur is een extra gevaarsfactor. Gelukkig konden we na aanvraag bij de politie snel beschikken over een helikopter met warmtebeeldcamera. De helikopterbemanning kon ons met behulp van de warmtebeeldscan precies vertellen dat het grootste deel van de brand al geblust was en dat er alleen nog brandhaar-

den langs de verhitte tankwand waren, waar de schuimdeken nog niet dekkend was. Zo konden we heel gericht onze eigen schuimstralen op die plaatsen richten.’ leeRpunten Een leerpunt is volgens Bras dat het CoPI niet rechtstreeks over de helikopterbeelden kon beschikken, zodat voortdurend gesprekscommunicatie tussen de operationele brandweerleiding op de grond en de helikopterbemanning nodig was. Die had geen brandweerkennis, dus was het soms lastig communiceren, stelt hij vast. ‘De piloot in kwestie had ook geen bevoegdheid om buiten een luchthaventerrein te landen, zodat hij geen OvD of bevelvoerder van ons kon oppikken op de grond. Wij waren ons niet bewust van dergelijke verschillen in bevoegdheden. Later, toen er een tweede helikopter voor aflossing kwam, kon alsnog een brandweerexpert mee de lucht in. We zijn de luchtvaartpolitie bijzonder erkentelijk voor de geleverde urenlange inzet. Zonder die luchtsteun met warmtebeeldcamera hadden we de brandhaard niet zo effectief kunnen aanpakken. Vanuit de helikopter kregen we continu aanwijzingen over het temperatuurverloop en de effecten van de blusinzet. Zo konden we steeds gericht de inzet bijsturen.’

‘De helikopterbemanning haD geen branDweerkennis, Dat is lastig communiceren’ Hoewel de helikoptersteun onmisbaar was, ziet Bras in deze ervaringen wel een extra stimulans om de landelijke inzetbaarheid van drones voor brandweerondersteuning snel goed te regelen. ‘De urenlange helikopterinzet was behoorlijk kostbaar en de coördinatie tussen de eenheden op de grond en de bemanning van de helikopter was wat ingewikkeld. Met een drone met warmtebeeldsensoren hadden we de beeldvorming nog sneller en eenvoudiger rond kunnen krijgen.’ veeRkRacHtiGe blusinstallatie Verreweg de belangrijkste les van het incident is hoe belangrijk het bij dit type incidenten is dat tankopslagbedrijven hun veiligheidsbeleid en hun stationaire blussystemen goed op orde hebben. Dat was bij Caldic het geval. Operators stelden vanuit de controlekamer de schuimblusinstallatie van de brandende methanoltank in werking en die bluste een groot deel van de brandhaard. Toen er twintig minuten na de explosie voor het eerst zicht was in de tank, is geconstateerd dat de brandhaard al voor 95 procent was gedoofd. De specialistische inzet van de Gezamenlijke Brandweer deed de rest. ‘Het nut van een stationair schuimblussysteem heeft zich hier ruimschoots bewezen’, vervolgt Raymond Bras. ‘Bijzonder in dit geval was dat door de explosie de blusinstallatie beschadigd raakte, waardoor buiten de tank een flens losschoot en een deel van het schuim in de tankput liep. En toch heeft die installatie zijn werk goed gedaan en de brand snel tot beheersbare proporties teruggebracht.’ Bij de aanvullende schuimblussing door de eenheden van de Gezamenlijke Brandweer was het zaak het schuim via indirecte blussing op de binnenkant van de tankwand op te brengen, omdat een te grof gerichte straal op het brandende oppervlak de schuim-

40

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


I ng ezon den

laag verstoort en zo de brandhaard in stand houdt. Deze tactiek had het beoogde effect en doofde de laatste brandhaarden.

‘Door De explosie was De blusinstallatie beschaDigD geraakt’ GeluksfactoR Behalve de werking van het stationaire schuimblussysteem, de nuttige ondersteuning met warmtebeelden vanuit de lucht en de juiste blustactiek heeft volgens Raymond Bras ook de factor geluk in belangrijke mate bepaald dat het incident niet verder is geëscaleerd. Het weggeblazen tankdak landde nu op de weg naast de opslagtank, maar had even goed op de drie naastgelegen methanoltanks of op een leidingstraat terecht kunnen komen. In dat geval had het scenario een heel andere wending kunnen krijgen en had de brand aanzienlijk groter kunnen worden. Ook een weggeslingerd overdrukventiel van het tankdak, dat meer dan honderd meter verderop op het terrein van een naburige raffinaderij landde, richtte gelukkig geen schade aan. Bras: ‘Een aantal gunstige factoren werkte bij dit incident in het voordeel van Caldic en de brandweer, waardoor de situatie

relatief snel onder controle kon worden gebracht. De ervaringen en lessen zijn waardevol voor alle chemie- en tankopslagbedrijven die methanol opslaan en voor alle brandweerkorpsen die met dit type scenario’s te maken kunnen krijgen. Daarom hebben we na overleg met Caldic ook besloten die lessen alsnog te delen met de brandveiligheidsexperts van de Rotterdamse chemie- en tankopslagbranche. Een informatieronde voor de ledenbedrijven van de Gezamenlijke Brandweer over de nieuwe PGS29 richtlijn voor tankopslag was een mooi moment om dit te doen. De richtlijn, die volgend jaar van kracht wordt, beschrijft welke maatregelen bedrijven met opslagtanks moeten nemen om tank- en tankputbranden effectief te beheersen en escalerende branden te voorkomen. Het incident van juli 2016 is een casus bij uitstek om het belang van up-to-date preventieve voorzieningen en goed voorbereide brandbestrijdingsvoorzieningen te onderstrepen.’ ■

‘De Factor geluk heeFt bepaalD Dat het inciDent niet verDer escaleerDe’

Tankbrandbestrijding bij Caldic Chemie, resultaat van Rotterdams veiligheidsbeleid ‘Full-surface’ tankbranden vinden op wereldschaal af en toe plaats. Een tankbrand van deze omvang met methanol is nog niet eerder succesvol bestreden, blijkt uit de incidentdatabank van Joiff (Joint Oil Industry Fire Forum). Naast enkele toevalligheden die bij dit incident positief uitvielen, kan worden gesteld dat het incidentmanagement ruwweg uitpakte zoals vooraf op de tekentafel bedacht. Caldic en de Gezamenlijke Brandweer hebben geïnvesteerd in zaken die op het moment suprême nodig waren. En waar in 2005 in het Buncefield incident na de eerste explosie de ene na de andere tank in brand raakte, bleef het bij Caldic overzichtelijk. Spannend bij bedrijf en hulpverleners, maar rustig in de omgeving. Wat is dan die Rotterdamse aanpak? Caldic is een BRZO-bedrijf en aangewezen als bedrijfsbrandweerplichtig. Dat betekent dat een veiligheidsrapport en een bedrijfsbrandweerrapport gemaakt moeten worden, met uitwerkingen van incidentscenario’s die op het terrein plaats kunnen vinden. Tankbrandscenario’s horen daarbij. Caldic bepaalt de veiligheidsfilosofie en voorziet in maatregelen om incidenten op en rond de tanks zoveel mogelijk te voorkomen en als ze toch plaatsvinden, te kunnen beheersen. Het bedrijf moet ook investeren in een adequate noodorganisatie met een vorm van bedrijfsbrandweer. Caldic was aangewezen en had haar verplichtingen ondergebracht bij de Gezamenlijke Brandweer, die op dit type incidenten in het Europoort havengebied is voorbereid met bijzondere voertuigen, monitoren met grote worplengte en veel schuimvormend middel. Zo het kon incidentmanagement verlopen zoals beoogd in het Rotterdamse veiligheidsbeleid: effectief incidentmanagement van het bedrijf zelf en vakbekwaamheid van de Gezamenlijke Brandweer met de juiste spullen en kennis om het af te maken. Uit en thuis in twee uur. Omdat Caldic erover had nagedacht en geluk zich ook een beetje laat afdwingen.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

41


Volledig op de hoogte met Brand & Brandweer

B B&B &B Brand

&Bran

B&B Brand&Brandweer

JUNI 2016

B&B dwee &Bran

d voor lad bla kb vak va

en erlening hulpv weer, brand

r

d voor

brand weer, hulpv erlening en

• Brusselse brandweer deelt de ervaring van de aanslagen

5

voor dacht j bi op aan • Vol idshygiëne arbe vakblad v akblad tra voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding n ce AN G 40 n JAA RG oefe er ers ov ernem • Ond dveiligheid bran

ing nbestrijd rampe

6

• Brancherichtlijn duiken moet zorgen voor kwaliteitsimpuls va v ak kb bla lad

6 ME I 201

Brand

dweer

rampe40 JAARGANG nb

estrijd ing

Brand papieropslag Scheemda duurt tien dagen

• Red gere sterker edschap: kleiner , lichter en

Bra

JUL I / AU GU

ndw eer

• S te bij unpun kla psych t voo cht oso r hu c ia en • V le lp er Ma nieuw n feit scha de op pA le is e iding • L en es wo sen va Hel ningb n de f ata lev ran oet le d slu in is

7/8 STU S

201 6

v va akb • Rob lad voo ots, r bra ndw van de het materie toekom el eer, hulpver len st? ing • Blu en JAA RG ram AN spakk G 40 pen en bes afgest trij din emd op g de klu s

B&B Bra

nd&B

LTR_

B&B Brand

P001

&Brandwe

01_LTR

er

SE

PT EM

9 JA AR

G AN

B ER

20 16

G 40

Spe kw len m bij adran et cen brand ten tru mZ utp hen

om Zorgen ingen d verbin d n a r b j bi ren o zendt

B&B

nd&

• Vooruitblik op het brandweercongres

tie oriënta kamer • Her elijke Meld Land ie at is Organ

LTR_P0

Bra

_LTR

-BR-

ran

dw eer

09-2

016

ww w.b ran den bran dw eer. nl

1

www.b randen brandw eer.nl

-BR-07201

6 1

Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

25-8

-201

6 9:3 6:24

6:21 6 11:3

28-4-201

B&B er

&Brandwe Brand

eer.nl brandw randen www.b

Brand & Brandweer houdt u volledig op de hoogte van alle ontwikkelingen in het brandweer en rampenbestrijdingsvak via de brand online. U vindt in Brand & Brandweer elke maand boeiende artikelen over de brandweer in al zijn facetten: repressie & preventie, rampenbestrijding & crisisbeheersing, bestuur & organisatie en actueel nieuws uit de korpsen. Neem nu een abonnement en u ontvangt maandelijks het blad en u heeft toegang tot brandenbrandweer.nl, waar u naast het nieuws over uw vakgebied, gratis toegang hebt tot de archieffunctie van Brand&Brandweer.

Ga naar sdu.nl/brandweer


OprOep vak ant i efOtO’s

stuur uw brandweer vakantiefoto’s in in het septembernummer van Brand&Brandweer publiceren we ook dit jaar weer de leukste en meest bijzondere brandweervakantiefoto’s. Ziet u tijdens uw vakantie in het buitenland een inzet van dichtbij, brengt u een bezoek aan een kazerne, komt u bijzondere brandweervoertuigen tegen of stuit u op een oefening, maak een foto en stuur deze in. foto’s van minimaal 500 kb kunt u, onder vermelding van de locatie waar de foto’s zijn gemaakt, tot 14 augustus sturen naar b&b@ sdu.nl.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

43


ge spot i n de markt

Hytrans autoBoost opgewaardeerd met powerFoam

De rode slang is de retourleiding, waardoor het schuim weer naar de tank wordt getransporteerd.

De inlaatzijde van de pomp.

De uitlaatzijde (drukzijde) van de pomp.

Vier van de zeven Hytrans autoBoost 1200 die in 2013 aan saudi aramco in saudi arabië zijn geleverd, worden opgewaardeerd met een schuiminjectie systeem van Hytrans, de powerFoam. Het voordeel van de hydraulisch aangedreven powerFoam is dat deze geheel onafhankelijk is van waterflow en -druk en zich volledig automatisch regelt. de operator stelt het gewenste schuimpercentage in op het bedienpaneel en het systeem doet regelt de instellingen efficiënt en zeer nauwkeurig. Hytrans heeft dit systeem ontwikkeld, omdat er in de markt geen nauwkeurig systeem te krijgen was voor zulke grote capaciteiten. Naast het nauwkeurig injecteren van het schuim is er nòg een zeer groot voordeel van de Hytrans PowerFoam. Men kan

namelijk het hele systeem testen, en misschien nog wel belangrijker, men kan met het hele systeem trainen, zonder het

schuim daadwerkelijk te injecteren in de waterstroom. De mogelijkheid voor het retourpompen van het schuim geeft de mogelijkheid dat de hele aansluiting, instelling en logistiek kan worden getraind en getest, zonder schuim te verbruiken en het milieu te belasten. Het hele proces van instellingen, aansluitingen en schuimlogistiek, is gelijk aan een echte inzet en dat biedt de mogelijkheid dat operators goed getraind kunnen worden en daardoor voorbereid zijn als het echt nodig is.

slang-Brand-spuitenboek van Jan van der Heijden naar Veiligheidsmuseum pit Het Slang-Brand-spuitenboek van Jan van der Heijden is onderdeel geworden van de vaste collectie van Veiligheidsmuseum PIT. Dit unieke geschrift is als eerste verschenen in 1690 en behandelt onder andere de brandbestrijding in Amsterdam en het gebruik van leren brandemmers en oude brandspuiten. Ook beschrijft Jan van der Heijden zijn eigen uitvindingen, waaronder zijn belangrijkste vondst: de brandslang. Het boek is nu te zien in het museum. Slang-brand-Spuitenboek De uitvinder, schilder, schrijver, fabrikant en generaal-brandmeester Jan van der Heijden is de belangrijkste figuur uit de geschiedenis van de Nederlandse brandweer. Hij

44

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Nederland: ‘Beschryving der nieuwslyks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brandspuiten, en haare wyze van brand-blussen’ ook wel het Slang-Brand-spuitenboek. Door middel van prachtige etsen laat hij zien hoe effectief, veilig en kostenbesparend zijn uitvinding is.

is door velen bekend als de uitvinder van de brandslang. In 1690 schrijft Jan van der Heijden het eerste brandweerboek van

Jan van der HeiJden tour Het Slang-Brand-spuitenboek is onderdeel van de Jan van der Heijden tour in Veiligheidsmuseum PIT. De tour gaat langs de objecten in het museum die Jan van der Heijden heeft getekend in de eerste prent van het Slang-Brand-spuitenboek: De Stadhuisbrand in Amsterdam van 1652. De tour is beschikbaar in het museum tot 2 juli 2017.

deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen uit de markt


B &B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Adviesbureau Brandpreventie

Droogkasten & reinigingsmachines

Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Hulpverleningsgereedschappen

Verhuur & Brandweerpersoneel

Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com

RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Multidisciplinair Vakbekwaamheids-centrum

Brandveiligheid Geboorde brandputten P&G Safety Burgerstraat 26 5311 CX Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl

Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Traning Base Weeze GmbH & Co.KG Flughafenring 16 47652 Weeze Deutschland Tel. +49(0) 2837 665 630 Fax +49(0) 2837 665 631 www.trainingbaseweeze.com

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2017

45


snurkende medewerker alarmcentrale geschorst Een beller naar de alarmcentrale in het Amerikaanse Cleveland moet begin mei wel heel raar hebben opgekeken. Toen hij de brandweer belde omdat zijn keuken in brand stond, kreeg hij een snurkende medewerker aan de lijn. De medewerkster van de alarmcentrale was bij de telefoon in slaap gevallen. Na deze actie is ze geschorst. Op de vraag waarom de medewerkster niet is ontslagen reageerde de lokale politie: ‘Ze is oververmoeid. Onze collega is een alleenstaande moeder die studeert en daarnaast soms zestig uur per week werkt.’ Bron: Ad.nl

Brandweer Bevrijdt hond uit konijnenhol Een teckel heeft eind april enkele angstige momenten beleefd nadat hij in een konijnenhol was gekropen, daarin is verdwaald en vast was komen te zitten. Hij zat zo diep in het ondergrondse gangenstelsel vast dat de brandweer hem met een graafmachine moest bevrijden. De eigenaar had al een half uur geprobeerd de hond met de hand uit te graven, maar daar was geen beginnen aan. Na een halfuur waarschuwde hij de brandweer. Vanwege de vele boomwortels moest er een mini-graafmachine aan te pas komen om de hond te bevrijden. Bron: Telegraaf.nl

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. Juni 2017 - nummer 6 jaargang 41 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Gerard Bouwmeester, John Peters Fotografie, CCV, Fred Rotgans, Brandweer Nederland, Ginopress, Brandweer West Wieringen, Thorsten Hackl, Tim van Sliedregt, Richard Degenhart, Dylan Tolhuisen, Marcel van Galen, Rob Jastrzebski, en Gezamenlijke Brandweer. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie, Rotterdam DRUK

Wilco BV - Amersfoort UITGEVER

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Lijst van adverteerders Holmatro Rescue Equipment C4 Interspiro C2 IVM Instituut voor Veiligheid 4 Laundry BV 4 Ophardt R +D GmbH + Co. KG 4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 4 SDU 16, 30, 38, 42, C3

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2016

nummer Nr. 7/8 Nr. 9 Nr. 10

verschijning sluiting 01-07 06-06 02-09 08-08 30-09 06-09

Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 92 euro excl. BTW (97,52 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Prijs online-abonnement los: 76 euro excl. BTW (92,72 euro incl. BTW) Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal via www.brandenbrandweer.nl. en de Sdu Tijdschriften App (STapp). Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2017 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675

TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum TERMIJN VAN INzENDING:

3 weken voor verschijningsdatum

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen:

46

nummer 6 juni 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Aan de slag met PGS 15

Prijs

â‚Ź 79,Excl. BTW

Meer dan 100 vragen & antwoorden In het najaar van 2016 is een nieuwe PGS 15 gepubliceerd. In deze herziene editie zijn onder andere een aantal nieuwe gevaarlijke stoffen en voorwerpen verwerkt in de Stoffenlijst, met ook een groot aantal gewijzigde stofeigenschappen en zijn de transportsymbolen aangevuld met nieuwe gevaarsetiketten. De relevante wijzigingen van het ADR per 1-1-2017 zijn ook gemarkeerd. Het boek bevat meer dan 100 vragen en antwoorden. Aan de slag met PGS 15 biedt een helder handvat bij allerlei soorten werkzaamheden die betrekking hebben op het opslaan van gevaarlijke goederen.

Meer info op www.sdu.nl/pgs15


Raak! Lichter dan ooit. Verbeterde prestatie.

Onze nieuwe 5000-serie telescooprammen zijn lichter en ergonomischer dan ooit, met meer kracht in de tweede plunjer - waar u die het meest nodig heeft. De geïntegreerde laserpointer markeert de exacte locatie waar de ramkop het voertuig na verlenging gaat raken, zodat u de juiste plek in één keer kunt raken. Bekijk de video & ontdek meer: www.holmatro.com/nl/tr


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.