Bb201609

Page 1

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

september 2016

• Steunpunt voor hulp bij psychosociale klachten • Vernieuwde opleiding Manschap A is een feit • Lessen van de fatale woningbrand in Hellevoetsluis

Spelen met kwadranten bij brand centrum Zutphen

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

9

jaargang 40


De 5e Generatie Spreiders

Als het er ĂŠcht op aankomt, kunt u vertrouwen op de spreiders van Holmatro. De nieuwe 5000-serie is lichter dan ooit, en doet geen concessies aan spreidkracht en spreidafstand. Het resultaat? Maximale prestatie bij een minimaal gewicht. You can count on us, for life holmatro.com/nl/spreaders


INHOUD

nummer 9 september 2016

Coverstory 10

30

Doortastend optreden in binnenstad Zutphen voorkomt nieuwe inzet

De vernieuwde opleiding Manschap A is een feit. Blended learning maakt de opleiding dynamischer en het maakt een andere opbouw van kennis, vaardigheden en competenties mogelijk. Wat is veranderd en wat zijn de eerste ervaringen?

Bij een binnenbrand in een pizzeria in de historische binnenstad van Zutphen wacht OvD Henk-Jan Bouwhuis lang met het geven van het sein brand meester. Een goede beslissing, want de brand blijkt zich tussen de muren nog te verspreiden. 40

Artikelen 14

Herijking Brandveilig Leven: van zelf doen naar via anderen doen

42

Ervaringen, onderzoeksrapporten en nieuwe visies hebben geleid tot meer focus op Brandveilig Leven. In een herijking zijn vier speerpunten vastgesteld die de komende jaren verder vormgegeven worden. 20

Leidraad Brandweeruitvaart, richtlijn voor waardig afscheid De Leidraad Brandweeruitvaart beschrijft de mogelijkheden en onmogelijkheden bij uitvaarten met korpseer en uitvaarten met brandweerbetrokkenheid. ‘Het geeft antwoorden en houvast in een emotionele periode’, aldus Paul Auee die het concept van de leidraad vorig jaar al gebruikte.

Steunpunt Brandweer biedt hulp bij psychosociale klachten Voor de zomer heeft Brandweer Nederland het Steunpunt Brandweer opgericht. Hier kunnen brandweerlieden psychosociale hulp vragen als zij dat nodig hebben. ‘Wij willen dat onze collega’s lichamelijk en geestelijk gezond zijn’, aldus portefeuillehouder Lieke Sievers.

16

Implementatie vernieuwde opleiding Manschap A

FLIB vaste waarde geworden bij inkoopsamenwerking Na twee pilotjaren gaat FLIB als kenniscentrum inkoopexperts helpen bij het opbouwen van expertise en bij het uitvoeren van interregionale en landelijke aanbestedingen. Dit betekent een flinke impuls aan kennis, kwaliteit en efficiëntie..

Reparatie FLO-overgangsrecht twistpunt tussen VNG en vakbonden Dat het FLO-overgangsrecht gerepareerd moet worden, is duidelijk. De wijze waarop leidt tot een hevig twistpunt tussen de Brandweerkamer van de VNG en de vakbonden. Wat zijn de standpunten?

Rubrieken 27

Fatale brand Hellevoetsluis: ‘Je zit jezelf op te vreten’ Bij een fatale woningbrand in Hellevoetsluis komt op 20 mei een echtpaar om het leven. De brandweer krijgt veel kritiek, want de opkomsttijden worden niet gehaald. Hoe kon dit gebeuren? En wat kan ervan worden geleerd?

Op de cover: Een korte eerste offensieve binneninzet bij een binnenbrand in een pizzeria in

5 6 23 33 34 36 39

Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Onder de helm Vakantiefoto’s Ingezonden Geschiedenis

het historische centrum van Zutphen op 22 juli blijkt zeer effectief. Fotografie: Ginopress

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

3


Aanbestedingsreglement Werken 2016 NIEUW Procedures en -voorwaarden voor de aanbesteding van Europese en nationale overheidsopdrachten

Het nieuwe Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) bevat het Aanbestedingsreglement waarin de standaardprocedures en -voorwaarden voor de aanbesteding van Europese en nationale overheidsopdrachten inzake de uitvoering van werken zijn opgenomen. Dit reglement is, bij de aanbesteding van werken, verplichte stof voor de aanbestedende diensten en wordt van harte aanbevolen voor integrale toepassing bij opdrachten voor werken en aan werken gerelateerde leveringen en diensten. Een breed gebruik van dit reglement verbetert de herkenbaarheid, verlaagt de administratieve lasten en leidt zo tot een verbetering van de aanbestedingspraktijk.

Meer informatie op sdu.nl


VAN DE REDACTI E

Natuurbranden Spanje, La Palma, 4629 hectare, Italië, Enna, 1434 hectare, Turkije, Diyarbak, 1140 hectare, Portugal, Entre Douro e Vouga, 26907 hectare, Griekenland, Chios, 5242 hectare, Griekenland, Evvoia, 2604 hectare. Dit is een greep uit de laatste cijfers van de maand augustus die staan geregistreerd bij het European Forest Fire Information System (EFFIS). Het zijn getallen die ons in Nederland vaak doen duizelen. De maatschappelijke impact ervan is nog veel groter dan de omvang van de brand. Twee branden hebben in Nederland in ieder geval het nieuws gehaald. De eerste is de brand in Marseille in Frankrijk. Hier is 2500 hectare verbrand en zijn 1800 brandweerlieden ingezet over een periode van meerdere dagen. Drie brandweerlieden raakten zwaargewond. Als gevolg van de brand is de luchthaven gesloten en moesten enkele duizenden mensen worden geëvacueerd. De tweede is in Portugal op het eiland Madeira. Deze brand had drie dodelijke slachtoffers en duizenden mensen zijn geëvacueerd uit hun woningen, hotels en het ziekenhuis. Deze zomerperiode kenmerkt zich opnieuw door een aantal bijzonder grote natuurbranden in delen van Europa. Vele duizenden brandweercollega’s hebben zich dagenlang in het zweet gewerkt om deze branden te bestrijden. De beelden in de media lieten de omvang en de kracht van deze branden zien. Zo zag ik op Madeira de rookwolken over de hotels trekken, het roet lag op de stoelen bij het zwembad en vliegtuigen konden maar mondjesmaat vertrekken. Dit zorgde bij bewoners en toeristen voor hachelijke momenten en veel angst.

Gelukkig kunnen we in Nederland gebruik maken van een aantal mooie hulpmiddelen. Iets waar de meeste Zuid-Europese landen nog niet over beschikken. Van het Landelijk Crisis Management Systeem is een mobiele variant beschikbaar. Hierbij is het mogelijk om niet alleen kaartmateriaal te raadplegen, maar ook alle ingezette eenheden permanent te volgen. Ook de situatiebeelden van de flankcommandanten zijn erin beschikbaar. Dit jaar is het repertoire verder uitgebreid met een waardevol instrument, het natuurbrandverspreidingsmodel. Een model waarin het type vegetatie bepalend is voor de voorspelling van de brandverspreiding. Het geeft met name inzicht in het tijdsverloop. Zeker voor Europa is dit een grootse innovatie. En het allermooiste? Deze innovatie gaat nog een stap verder. Op dit moment loopt er een project dat het mogelijk maakt om het verspreidingsmodel te koppelen aan de voor Nederland beschikbare satellietdata. Daarmee is er straks een landelijk dekkende en actuele vegetatiekaart. Gekoppeld aan de rekenmodellen die er al zijn, is het mogelijk om in een vroeg stadium van een brand een prognose van de verspreiding te maken. Daarmee kunnen de mensen in het veld en daarbuiten nog beter optreden. Zo helpen technische toepassingen ons te beschermen tegen de kracht van vuur in de natuur. Hopelijk zullen er in de toekomst minder hectares bos verloren gaan. Albert-Jan van Maren

Natuurlijk zijn er veel factoren te benoemen die een directe vergelijking tussen brand in deze gebieden en natuurbrand in Nederland moeilijk maken. Dat neemt niet weg dat ook wij ons bewust moeten blijven van de bijzondere kracht van deze branden. En daarop moeten we ons voorbereiden! Een brand in de natuur is en blijft een bijzonder fenomeen binnen ons vak. Denk maar eens aan: - De onbegrensdheid van het brandobject; - de enorme veranderingen in de verspreiding die kan optreden als gevolg van draaiende wind; - de grote aantallen eenheden (en dus personeel) die nodig zijn voor de bestrijding; - de logistieke opgave om water, drinken, eten en brandstoffen permanent ter beschikking te houden. Daar komen nog twee specifieke uitdagingen bij, de aansturing van eenheden die continu bewegen en het opstellen van een prognose voor de verspreiding van de brand. Waarbij in relatie tot ontruiming en bestrijding het niet alleen gaat om de gebiedsduiding, maar vooral ook om de kritieke factor tijd.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

5


ACTU E EL Mobile Sensing for Safety (MoSeS)

Genomineerden voor Jan van der Heydenprijs bekend De Risico Analyse Monitor (RAM) van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, Mobile Sensing for Safety (MoSeS) van Brandweer Twente en de Talentenbank van Veiligheidsregio Utrecht zijn genomineerd voor de Jan van der Heydenprijs 2016. Op het Brandweercongres op 6 en 7 oktober wordt de winnaar gekozen. Risico Analyse Monitor De Risico Analyse Monitor (RAM) is een tool van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland waarmee gebouwgebonden risico’s op een visuele manier in kaart kunnen worden gebracht. De RAM bestaat uit vijf hoofdthema’s. Elk thema bevat een aantal vragen die een score van nul tot honderd kan worden geven. Het model is ongeveer acht jaar geleden ontwikkeld en nu doorvertaald naar een app. ‘Met de app kunnen we restrisico’s makkelijker analyseren’, vertelt Hans Holtman. ‘Samen met de klant vullen we vragen in over bijvoorbeeld de bluswatervoorziening en de mate van zelfredzaamheid van mensen in het gebouw. Als alle vragen zijn ingevuld, rolt er op de vijf thema’s een score uit die overzichtelijk wordt weergegeven in het spinnenweb. Is

Risico Analyse Monitor (RAM)

6

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

er een uitschieter binnen een thema, dan kun je analyseren waar dat door komt en hoe acceptabel je dat vindt. Dat doe je samen met de gebouweigenaar. Door de visuele weergave zien zij ook waar de restrisico’s zitten. Dit maakt het gesprek makkelijker. Door deze bewustwording is men vaker dan voorheen geneigd er iets aan te doen.’ Er komt volgens Holtman ook nuttige informatie uit voor de repressieve dienst. ‘Gebouw- en menskenmerken kunnen voor de repressieve dienst essentieel zijn om een brand in het betreffende pand te bestrijden.’ Mobile Sensing for Safety Met het project Mobile Sensing for Safety (MoSeS) onderzoekt Brandweer Twente samen met Saxion Hogeschool hoe

mobiele technologie bevelvoerders kan helpen om veiliger en efficiënter te werken. MoSeS geeft real time informatie over de positie en gezondheidsstatus van ingezette manschappen en heeft onder alle omstandigheden een netwerk in alle gebouwen. Door manschappen uit te rusten met sensoren en een smartphone, ziet de bevelvoerder ter plaatse de gegevens. Daarnaast kan in het systeem afgevinkt worden welke ruimtes bijvoorbeeld al zijn verkend en slachtoffers kunnen met een icoont worden aangegeven. ‘De bevelvoerder kan alles op een tablet in de gaten houden. Het systeem ondersteunt hem zonder dat hij in stressvolle situaties ingewikkelde gegevens hoeft te interpreteren. Het systeem werkt als een stoplicht. Staat deze op groen, dan is er niets aan de hand. Oranje vraagt aandacht en bij rood krijg je een waarschuwing’, vertelt bevelvoerder Mike Wagenvoort. ‘Met de sensoren kunnen we bijvoorbeeld de ademhaling, hartslag, temperatuur en de hoeveelheid ademlucht in de gaten houden.’ De komende jaren wil Brandweer Twente samen met Saxion MoSeS in praktijk testen, waardoor meer kennis ontstaat over hoe het systeem het beste kan worden toegepast. ‘Bij de ademlucht is het duidelijk dat als die bijna leeg is, je een nieuwe moet halen. De overige meetgegevens zijn persoonlijk. De ene persoon heeft sneller last van een hoge temperatuur of hoge hartslag, terwijl een ander bij diezelfde waardes nog geen hinder ondervindt. We moeten nog nader onderzoeken wanneer het stoplicht van groen naar oranje moet en van oranje naar rood. Maar duidelijk is wel dat dit systeem echt kan helpen om een snellere, efficiëntere en veiligere inzet te doen.’

Brand&Brandweer


De Talentenbank De Talentenbank is een digitale database waarin de talenten, hobby’s, het dagelijks werk en andere vaardigheden van alle medewerkers van een regio liggen opgeslagen. Volgens Sjaak Haasnoot kunnen regio’s met deze tool beter gebruik maken van de kennis en kunde van de werknemers en dan met name de vrijwilligers. ‘Zij hebben veel kwaliteiten die vaak onbenut blijven. Door hen een formulier in te laten vullen met vragen over hobby’s, talenten, interesses en het dagelijks werk kun je in kaart brengen welke verborgen vaardigheden in je organisatie schuilgaan’, legt hij uit. ‘Op het moment dat je bijvoorbeeld een open dag moet organiseren, je iemand nodig hebt voor het voertuigonderhoud of kleine klusjes in de kazerne, kun je de Talentenbank raadplegen. Bovendien kun je de database ook gebruiken voor talentontwikkeling. Wanneer iemand op het formulier aangeeft bijvoorbeeld de ambitie te hebben om bevelvoerder te worden en je hebt een opleidingsplaats vrij, dan kun je hem of haar mee laten draaien. Of als er plekken vrij zijn, kun je ze uitnodigen voor de bevelvoerdersdagen, zodat ze alvast aan de functie kunnen snuffelen.’ Volgens Haasnoot is het belangrijk om

Fotografie: Wendy Kiel

Actueel

De Talentenbank

vrijwilligers beter bij de organisatie te betrekken. ‘Juist als ze net komen kijken, zijn vrijwilligers enthousiast en willen ze veel meer doen. Als je hen weet te enthousiasmeren door hun talent te benutten,

wordt de betrokkenheid groter en houd je je vrijwilligers vast. Het levert op de lange termijn voor de organisatie meer op dan alleen het gedaan krijgen van dat ene klusje.’

Geen overmacht bij verkeersboete in particuliere auto Brandweerlieden die voor een prio 1 alarmering met hoge snelheid in een particuliere auto naar de kazerne rijden en daarbij voor verkeersovertredingen beboet worden, kunnen geen aanspraak maken op overmacht. Dat heeft de rechter bepaald. Een vrijwillige brandweerman die op 15 augustus 2013 onderweg naar de kazerne is bekeurd voor het inhalen van een voorligger door een doorgetrokken streep, ging in beroep. Hij verloor de zaak en moet de boete alsnog betalen.

streep reed. Het hof ziet in het betoog van de brandweerman, die bestaat uit de ontkenning dat hij de overtreding heeft begaan, geen aanleiding om aan de inhoud van het proces-verbaal te twijfelen.

In de zaak beriep de brandweerman zich op overmacht, omdat er sprake was van een noodtoestand. De kantonrechter verwierp dat bezwaar. De brandweerman ging in beroep. Bij het gerechtshof blijft (de gemachtigde van) de brandweerman erbij dat er sprake was van overmacht. Er was een prio 1 alarmering en hij bevond zich door een noodtoestand in een overmachtssituatie. Hij moest immers aan de ene kant als brandweerman de bejaarden, die mogelijk in acuut levensgevaar verkeerden, te hulp

Ontheffing voor voorrangsvoertuigen Het gerechtshof stelt dat ook voor een brandweerman die voor hulpverlening onderweg is naar de kazerne, geldt dat hij zich aan de verkeersvoorschriften moet houden. Ontheffing daarvan is voorbehouden aan voorrangsvoertuigen die voldoen aan wettelijk gestelde voorwaarden. De overtreding is gemaakt en het hof ziet geen omstandigheden die kunnen leiden tot intrekking of matiging van de boete.

Brand&Brandweer

schieten en zich daarbij aan de wettelijke aanrijtijden houden. Aan de andere kant moest hij zich houden aan de verkeersregels. Hij heeft ervoor gekozen om op een zo veilig mogelijk punt zijn voorganger in te halen, door een doorgetrokken streep. Er is discussie of dit binnen of buiten de bebouwde kom gebeurde, maar het hof acht dat niet relevant en gaat uit van de feiten uit het proces-verbaal. Daarin staat dat de brandweerman bij het inhalen met hoge snelheid in een onoverzichtelijke bocht over een dubbele doorgetrokken

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

7


ACTU E EL

Historie Utrechtse brandweer op unieke wijze vastgelegd ‘Je moet die verhalen van de oudjes eens opschrijven.’ Deze bijna terloopse opmerking leidde tot het vastleggen van stoere, spannende en ontroerende verhalen door Diana van Oort, indertijd de partner van een Utrechtse beroepsbrandweervrouw. In het boek ’t is nooit saai! vertellen dertig Utrechtse brandweerlieden openhartig over alle facetten van hun leven bij de brandweer. De eerste geïnterviewde kwam in 1938 in dienst, de laatste in 1992. Dit levert, verdeeld over twee boeken, een unieke inkijk in de brandweerwereld door de jaren heen. De Utrechtse geschiedenis is op veler wijze vergelijkbaar met die van andere plaatsen met een beroepskorps. Hoe was het eten en slapen geregeld? Hoe was de verhouding met de officieren? Hoe zag de opleiding eruit? En, hoe werd met adembescherming omgegaan? Dit zijn slechts enkele onderwerpen die, verdeeld over een aantal perioden, aan bod komen. Natuurlijk komt ook de veelomvattendheid van het werk in het boek naar voren. Naast het blussen van branden, ontwikkelde zich de technische hulpverlening bij ongevallen en er kwam een duikteam. Gedurende bepaalde periodes was sprake van klussen en reparatiewerkzaamheden voor de gemeente, onderhoud aan gebouwen en bewakingsdiensten bij voorstellingen. Vele jaren was de ambulancedienst of ziekendienst een belangrijke taak. Brandweermannen fungeerden als chauffeur als de ambulance uitrukte en assisteerden de verplegers. In elke periode is er ook aandacht voor een aantal bijzondere inzetten en gebeurtenissen, zoals de treinramp bij Harmelen in 1962. Maar ook ongevallen die twee van de geïnterviewde brandweerlieden overkwamen: een val uit de klimtoren en verbrande handen bij een grote brand. Het eerste deel van het boek is op 7 juni verschenen en gaat over de periode tot 1980. Het tweede deel verschijnt in december. Deze gaat over de periode van 1980 tot 2008 en de verwerking van uitrukken die brandweerlieden altijd bij zullen blijven.

8

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Brandweeracademie publiceert Sprinklers in de woonomgeving De nieuwe publicatie Sprinklers in de woonomgeving van de Brandweeracademie van het IFV beschrijft de laatste stand van zaken van sprinklers. De uitgave besteedt aandacht aan de verschillende soorten en de meerwaarde ervan. Ook wordt ingegaan op de werking en effectiviteit van sprinklers en de voordelen voor diverse partijen. De verzamelde informatie is nog niet opgenomen in bestaande onderwijscontent. Daarom publiceert de Brandweeracademie dit nieuwe document. De brandveiligheid van woningen en met name de huisvesting van ouderen is een maatschappelijk relevant thema. Sprinklers kunnen volgens de publicatie een belangrijke bijdrage leveren aan het verhogen van de brandveiligheid. Sprinklers in de woonomgeving kan worden gedownload via www.ifv.nl.

Brand&Brandweer


Actueel

Serious game effectief in beĂŻnvloeden zelfredzaamheid Na het spelen van een serious game achten mensen zich beter in staat adequaat te handelen indien zich een incident voordoet. Mensen voelen zich bovendien meer verantwoordelijk voor hun eigen, persoonlijke veiligheid en zijn meer geneigd zich op een incident voor te bereiden. Dat blijkt uit een onderzoek van Natalie Jong-Kamphuis in opdracht van Veiligheidsregio Twente. Zij onderzocht of een serious game over spoorveiligheid effectief kan zijn in het bevorderen van zelfredzaamheid.

181 respondenten zijn in het onderzoek onderverdeeld in een experimentele groep en een controlegroep. De experimentele groep speelde eerst de game en vulde vervolgens een vragenlijst in. Bij de controlegroep was dit andersom. Na vergelijking van de resultaten van beide groepen blijkt dat de game effect heeft op de risicoperceptie, de eigen effectiviteit en verantwoordelijkheid. Naar aanleiding van deze resultaten bekijkt Veiligheidsregio Twente op welke manier de game het beste ingezet kan worden en welke maatregelen daarvoor nodig zijn.

App Rookalarm moet brandveiligheid vergroten Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft de virtual reality app Rookalarm laten ontwikkelen. Met deze app krijgt de gebruiker een beeld van hoe de brandweer werkt en wat de brandweer doet, maar ook waar de eigen verantwoordelijkheid ligt. In de app ontdekt de gebruiker dat hij brandveiligheid voor een groot deel in eigen hand heeft. Met de woningchecktool kan hij vervolgens aan de slag met de brandveiligheid in de eigen woning. De app is gratis te downloaden in iOS Store en de Google Play Store.

Meldkamer ZuidoostBrabant bepaalt locatie per sms Met een nieuwe Vaststelling Incident Locatie (VIL)-applicatie kan de meldkamer Zuidoost-Brabant de locatie van de mobiele telefoon van de beller vaststellen. De centralist stuurt een sms-bericht met een link. Na activatie van de link en het geven van toestemming voor het delen van locatiegegevens, kan de meldkamer zien waar de beller zich bevindt. Er is volgens Veiligheidsregio BrabantZuidoost altijd sprake van een afwijking van de locatie. Hoe groot die afwijking is, varieert en is afhankelijk van het bereik van de GPS-satelliet en de afstand tot de GSM-mast waarmee de telefoon is verbonden. Na het versturen van de locatie, kan de beller de locatie die hij op de telefoon ziet verder specificeren in het gesprek met de meldkamermedewerker.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

9


bran d van de maan d

Doortastend optreden in ce voorkomt nieuwe inzet Bij een binnenbrand in een pizzeria in het historische centrum van Zutphen op 22 juli is de eerste klap een daalder waard. De korte offensieve binneninzet blijkt bepalend voor het verdere verloop van het incident. Even moeten de brandweerlieden zich vanwege de hitte terugtrekken en omschakelen naar een offensieve buiteninzet, maar al snel kunnen ze weer naar binnen. Daarnaast maakt Officier van Dienst (OvD) Henk-Jan Bouwhuis een juiste inschatting door te wachten met het geven van het sein brand meester. Hij wil eerst zeker weten dat de brand nergens meer uitbreidt.

10

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

entrum Zutphen

Nadat manschappen van de eerste TS het raam van de pizzeria ingooien, stroomt de rook naar buiten. Fotografie: Ginopress

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

11


bran d van de maan d

Aan de voorkant van de pizzeria overlegt de bevelvoerder met zijn manschappen.

Door Jildou Visser fotografie ginopress

B

evelvoerder Martijn Huiskamp wordt 22 juli om 9.15 uur gealarmeerd voor een brand in de binnenstad van Zutphen. Conform de binnenstadsprocedure worden twee TS’en, een hoogwerker en een OvD gealarmeerd. ‘De meldkamer bevestigde dat er daadwerkelijk brand woedde, de ramen waren al zwartgeblakerd. Dan weet je dat het een flinke klus gaat worden. In panden in de historische binnenstad zit veel hout en ze zijn op en om elkaar heen gebouwd’, vertelt Huiskamp. Aanrijdend heb ik mijn manschappen meegegeven dat we ter plaatse eerst een grondige verkenning moesten doen. Hiermee wilde ik voorkomen dat we tijdens een binnenaanval plotseling zouden worden geconfronteerd met een snelle branduitbreiding.’ Raam ingooien Ter plaatse ziet de bevelvoerder de zwartgeblakerde ramen van de pizzeria en schaalt op naar grote brand. De rook perst zich door alle kieren en gaten naar buiten. ‘Ik schatte in dat de brand zich in een pre-flashover of –backdraft stadium bevond en heb eerst opdracht gegeven om de ramen eruit te gooien. Zo konden we een groot deel van de rook het pand uit laten stromen’, aldus Huiskamp. ‘Natuurlijk gaat even door je heen dat de brand door de toevoer van extra zuurstof kan escaleren, maar ik moest iets doen anders zou het waarschijnlijk onbeheersbaar worden. De hoeveelheid rook en stroming namen flink toe. Ik hield vanaf dat moment rekening met branddoorslag naar boven en naar de aangrenzende Bakker Bart. In dat pand hing al wat rook. Je weet dat de preventieve scheidingen waarschijnlijk niet helemaal dicht zijn.’ 12

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Offensieve binneninzet OvD Henk-Jan Bouwhuis komt dan ook ter plaatse. Hij schaalt op naar zeer grote brand. ‘Als je de rook naar buiten ziet kolken, weet je dat het flashovermoment voorbij is. Een geruststellende gedachte. Kennelijk was de samenstelling van de rook van dien aard dat het niet snel ontbrandde.’ Bouwhuis geeft de eerste TS de opdracht een offensieve binnenaanval te doen en laat de tweede TS naar de achterkant van het pand aanrijden. Hun eerste opdracht wordt om te controleren of er nog mensen binnen zijn. ‘Net toen ze de deur naar de bovengelegen appartementen wilden forceren, kwam de eigenaar eraan. Hij bevestigde dat er niemand binnen was.’ ‘Wij waren op dat moment binnen bezig met een rookgaskoeling’, vertelt Huiskamp. ‘De brand zat ergens achter in het pand. We hoopten dat we door het koelen van de rookgassen steeds dieper het pand in konden komen om de vuurhaard op te sporen. Tevergeefs. Het was te heet, we moesten ons terugtrekken. We vermoedden dat de brand achter in het pand in een kelder woedde, want de rook kwam van beneden.’ Omschakelen De bemanning van de eerste TS trekt zich terug en schakelt om naar een offensieve buitenaanval. Vanaf de voorkant kunnen ze weinig doen. Met de worplengte kunnen ze de brandhaard bij lange na niet bereiken. In overleg met Bouwhuis wordt besloten om de inzet aan de voorkant korte tijd te staken. De bemanning van de tweede TS probeert dan vanaf de achterkant door te stoten naar de brandhaard. Die aanvalsweg is een stuk korter. Huiskamp plaatst ondertussen samen met de derde TS in beide aangrenzende winkels overdrukventilatoren om de rook te verdrijven. ‘Bij Bakker Bart hing op de begane grond veel donkergrijze rook.’ Als

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

Preventieve scheidingen in historische binnensteden zijn niet altijd betrouwbaar. Er wordt rekening gehouden met branddoorslag naar de naastgelegen Bakker Bart.

de inzet van de tweede TS is geslaagd, kunnen de manschappen van de eerste TS de pizzeria binnentreden. Huiskamp: ‘Met het Team Brandonderzoek (TBO) hebben we tijdens de inzet, foto’s gemaakt. Dat was best een uitdaging, de lens besloeg steeds.’ Als de foto’s zijn gemaakt, start de eerste TS met het uit elkaar trekken van de smeulende resten. Hoewel de grootste brandhaarden beneden uit lijken te zijn, durft Bouwhuis nog niet het sein brand meester te geven. ‘Ik had het idee dat we de brand onder controle hadden, maar je weet ook dat je te maken hebt met oude historische panden. Ik wilde eerst zeker weten of er nergens sprake was van branddoorslag. In de bovenwoning hing veel rook. Dit nam niet af en de CO nam toe. Met de warmtebeeldcamera zijn we op onderzoek uitgegaan’, legt de OvD uit. Als de manschappen van de vierde TS op de tweede verdieping een gat in de muur maken, zien ze dat de brand zich in de ruimte tussen de houten muur en de gipswand een weg naar boven heeft gebaand. De trapopgang grensde aan de ruimte waar de brand is ontstaan. Vermoedelijk is het vuur op een plaats door die muur heengeslagen en heeft zich naar boven toe uitgebreid. Tot en met de tweede verdieping zijn we wanden gaan openbreken om het zo te kunnen blussen.’ Rond half twaalf, als de brandhaarden in de muur zijn geblust, geeft Bouwhuis het sein brand meester. Geluk gehad Terugkijkend op de inzet concludeert de OvD dat ze een goede inzet hebben gepleegd, maar ook geluk hebben gehad. ‘Als dit een dag eerder was gebeurd, hadden de straten vol gestaan met marktkramen. De bereikbaarheid was dan een probleem geworden. Daarnaast hadden we het geluk dat het regenachtig weer was

Brand&Brandweer

en er weinig publiek was. De straten zijn smal, mensen staan dan snel in de weg.’ Ook ervaring en gebiedskennis hebben volgens hem geholpen. ‘Ik heb meerdere binnenstadsbranden meegemaakt. Juist door die ervaring heb ik lang gewacht met het geven van het sein brand meester. Ik wilde eerst honderd procent zeker weten dat er nergens meer brandhaarden waren.’ ■ De resultaten van het brandonderzoek zijn nog niet bekend. Zodra het TBO het onderzoek klaar heeft, leest u de resultaten op www.brandenbrandweer.nl.

De inzettekening. De 110 staat voor Bakker Bart.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

13


Person eel & Org an isati e

Het Steunpunt Brandweer is een verlengstuk van de collegiale opvang.

Steunpunt Brandweer biedt hulp bij psychosociale klachten In navolging van de Nationale Politie en Defensie heeft Brandweer Nederland voor de zomer het Steunpunt Brandweer opgericht. Na de zomer wordt het officieel geopend. Maar wat is het steunpunt precies? Voor wie is het bedoeld? Wat zijn de ervaringen ermee bij de politie? Door JILDOU VISSER Fotografie Jeffrey Koper

‘H

et Steunpunt Brandweer is een loket waar brandweerlieden of hun omgeving naartoe kunnen bellen of mailen als zij psychosociale hulp nodig hebben. Het is een aanvulling op de collegiale opvang’, zo begint een van de maatschappelijk werkers van het steunpunt. Vanwege haar werk wil ze graag anoniem blijven. Telefonisch wordt een aanmeldgesprek gedaan, waarna een afspraak wordt gemaakt voor een intakegesprek op locatie. ‘In principe doen we dat bij de cliënt thuis, maar het kan ook op een spreekuurlocatie of de kazerne.’ De programmaraad Mens & Bedrijfsvoering van Brandweer Nederland is al lange tijd bezig om psychosociale hulp op de agenda te krijgen. ‘Wij wilden een landelijke voorziening waar collega’s ondersteuning kunnen krijgen bij psychosociale klachten. Stichting De Basis verzorgde dit al voor de Nationale Politie en Defensie. Wij hebben het Brandweer Opvang Team (BOT), de 14

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

collegiale hulp, maar dat is niet bij alle problemen voldoende. Soms maak je dingen mee die heftig zijn en waarbij hulp nodig is van een professional. Dat kan zowel in de uitoefening van het vak gebeuren als in je privéleven. Voorheen hoorde ik weleens schrijnende verhalen van collega’s die hulp nodig hadden en nergens terecht konden. Wij willen dat onze collega’s lichamelijk en geestelijk gezond zijn. Er moet niet alleen aandacht zijn voor de brandweermens en het vak, maar ook voor het mens zijn. Daarom hebben we nu bij stichting de Basis ons eigen steunpunt ingericht’, vertelt Lieke Sievers, voorzitter van de programmaraad en commandant in Veiligheidsregio IJsselland. ‘Brandweerlieden die behoefte hebben aan een gesprek, kunnen daar zeventien uur per dag naartoe bellen.’ Het Steunpunt Brandweer is in eerste instantie een pilot voor drie jaar. ‘Tot nu toe zagen we op het gebied van psychosociale problemen alleen het topje van de ijsberg. We willen de komende jaren de hele ijsberg in kaart brengen, zodat we het zorgkader daarop in kunnen richten.’ Dirk de Vries van het BOT in Veiligheidsregio Fryslân vindt het een goede zaak dat het Steunpunt Brandweer is opgericht. ‘In de afge-

Brand&Brandweer


Person eel & Organ isati e

lopen jaren hebben wij een aantal keer gezien dat een algemeen gesprek niet voldoende is. We kunnen dan nog eens een tweede of derde gesprek doen, maar de mogelijkheden van de collegiale opvang zijn beperkt.’ Vanuit die ervaring zijn in Friesland afspraken gemaakt met het Instituut voor Psychotrauma (IVP). ‘Daar hebben wij goede ervaringen mee, maar ik kan me voorstellen dat niet iedere regio dit soort afspraken heeft. Een landelijk steunpunt is dan een goede zaak. Bovendien is het fijn dat de hulpverleners gespecialiseerd zijn in hulpverlening aan geüniformeerden en de cultuur en organisatie van de brandweer. Het praat toch een stuk makkelijker als iemand op de hoogte is van de organisatie, het werk en de terminologie.’ Eigen aanpak De maatschappelijk werkers van de Basis zijn bekend met de problemen die de brandweer als gevolg van uitoefening van het vak tegen kan komen. ‘Wij zijn gespecialiseerd in trauma’s en weten hoe de brandweer werkt. Als onderdeel van onze training heb ik meegedraaid in een 24-uursdienst’, vertelt de medewerker van de Basis. Een ander groot verschil met gangbare maatschappelijk werkers is dat de medewerkers van het steunpunt bij mensen thuis komen. ‘Na het eerste telefoontje naar het steunpunt, nemen we contact op om een afspraak te maken. De cliënt mag bepalen waar we afspreken. Als het even kan, zouden we tijdens de intake en de afspraken die volgen ook graag bij mensen thuis willen kijken en de partner of een andere naaste in het traject willen betrekken. Dat is belangrijk. Het geeft ons extra informatie. We zien hoe iemand woont, maar ook hoe de persoon bijvoorbeeld reageert op zijn partner of kinderen en andersom. Daarnaast is het thuisfront ook altijd aanwezig, wij niet. Het is belangrijk dat dit vangnet goed wordt opgebouwd.’ Ervaring Dat problemen niet altijd worden veroorzaakt door ingrijpende incidenten tijdens het werk, bewijst een politiemedewerker die een jaar geleden hulp heeft gezocht bij het 24/7 loket, het steunpunt van de Nationale Politie. ‘Tijdens mijn dienst ben ik een paar keer buiten bewustzijn geraakt. De laatste keer bij een trainingscentrum. De docent vertelde me dat hij een soortgelijke ervaring had gehad en drukte me een kaartje in de hand van het steunpunt. Ik moest hem beloven dat ik zou bellen. Mijn omgeving wees me er weleens op dat het niet goed ging. Onzin, vond ik, maar ik had een belofte gemaakt en ben een man van mijn woord. Ik zag er ontzettend tegenop. Ik ben niet zo van de zielenknijpers en maatschappelijk werk. Ik gebruikte hen om mensen naartoe te verwijzen die flink in de war waren. Dat ik zelf volledig de weg kwijt was, had ik niet in de gaten. Het gesprek viel mee. Binnen tien minuten was het voorbij. Ze vragen wat ze voor je kunnen doen, horen je antwoord aan, noteren je gegevens en nemen daarna contact met je op’, blikt de agent terug. ‘Vrij snel daarna belde Bart, mijn maatschappelijk werker van Stichting de Basis. De eerste afspraak wilde ik op het politiebureau. Ik heb drie kinderen en wilde hen niet belasten met mijn problemen. Bovendien deel ik alles met mijn collega’s. Het gesprek begon bij het begin. Wie ben je? Wat doe je? Wat was volgens mij het probleem? Ik draaide eromheen. Het was een zware periode. Mijn vader was net overleden, ik was bezig met de verbouwing van een woning voor mijn schoonouders en ging zelf verhuizen. Ik dacht dat ik het vol kon houden en als alles achter de rug was, weer op kon laden. Ik moest zorgen dat ik niet thuis kwam te zit-

Brand&Brandweer

Stichting Waardering en Erkenning Brandweer Het Steunpunt Brandweer is een onderdeel van de Stichting Waardering en Erkenning Brandweer. Naast het steunpunt gaat deze stichting ook andere zaken oppakken, vertelt Sievers. ‘De Stichting Waardering en Erkenning Brandweer gaat naast het Steunpunt Brandweer nog andere initiatieven nemen op het gebied van waardering en erkenning van brandweermensen. Dit is nog in ontwikkeling.’

ten. Het gesprek was preventief, dacht ik. Bart zag direct dat ik de schijn ophield, maar liet niets merken. Het was een fijn gesprek. Tijdens het werk in de dienstauto zat ik naar het plafond te staren en op de binnenplaats bij het bureau zat ik te huilen. Niemand durfde me naar huis te sturen, tot een van de chefs een afspraak maakte met de bedrijfsarts. Hij vertelde me dat ik naar huis moest, minimaal vier weken. Ik ontplofte. Ik was nog net genoeg bij positieven om hem geen kopstoot te geven. Ik heb mijn baas in minder vriendelijke bewoordingen verteld dat het een rotstreek was en dat ik over drie dagen weer op het werk zou zijn.’

‘Ik kon alleen nog maar huilen en kreeg lichamelijke klachten’ Thuis op de bank stort de agent volledig in. ‘Ik kon alleen maar huilen en kreeg lichamelijke klachten, waaronder verlammingsverschijnselen. Ik moest kruipend naar de wc, want mijn benen deden het niet meer. Op sommige momenten had ik zoveel pijn dat ik dacht dat ik dood zou gaan.’ Een paar dagen later komt Bart bij hem thuis. ‘Hij wilde mijn partner erbij, zij moest begrijpen wat er aan de hand was. Dat is een groot deel van het genezingsproces. Het was een heftig gesprek. Bart noemde het beestje bij zijn naam, overspannenheid. Volledige rust schreef hij voor, want de accu moest opladen. Door alle stress had ik letterlijk kortsluiting in mijn hoofd. Vanaf dat moment heeft hij me alles uit handen genomen. Hij had contact met de bedrijfsarts, de verzuimcoach en deed alle communicatie met het werk. Heerlijk. Ik hoefde niks.’

‘Ik had niet zonder het steunpunt gekund’ Langzaamaan gaat het beter. Hij wil weer aan het werk, maar dat zit er dan nog niet in. ‘Bart benadrukte continu dat echt beter worden mijn prioriteit was, terwijl ik het werk zag als prioriteit. Hij verwees me door naar een psycholoog. Dat was schrikken, een zielenknijper. Ook dat viel mee. Het was praktijkgericht. Ik kreeg tools en huiswerk waarmee ik aan mijn probleem kon werken.’ Na ongeveer een half jaar kan worden begonnen aan het reïntegratietraject. Drie maanden later is de agent weer volledig in dienst. ‘Ik had niet zonder het steunpunt gekund. Het is laagdrempelig en geeft rust. Zij nemen alles uit handen en zorgen ervoor dat de thuissituatie begrip krijgt. Ik ben de docent die me het kaartje gaf dankbaar. Het was het woordje “dat moet je me beloven”.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

15


Risicobeh eersi ng

Herijking Brandveilig Leven: van zelf doen naar via anderen doen

Fotografie: Lilian van Rooij

Hoe kunnen we Brandveilig Leven (BVL) nog meer focussen en sterker maken? Ervaringen, onderzoeksrapporten en nieuwe visies leiden tot meer focus en de herijking BVL. Dit is vertaald in vier speerpunten: landelijke analysebenadering van risicogroepen, sturen op BVL via beïnvloeders, sturen op een brandveilige omgeving door het stimuleren van innovaties en investeren in kwaliteit en kennis van eigen personeel.

‘We moeten samenwerken met partijen die achter de voordeur van de doelgroep komen en weten hoe ze die kunnen bereiken en beïnvloeden.’ Door Jolanda Haven

S

inds 2010 is BVL in ontwikkeling. In de ene regio kreeg het meer prioriteit dan in de andere. Nu zes jaar later heeft het overal een plek gekregen die het verdient. Dit alles met de visie Brandweer over morgen in het achterhoofd. ‘De afgelopen jaren is veel energie gestoken in diverse projecten om Nederland brandveiliger te maken’, begint Marcel van Galen, voorzitter van de vakgroep Brandveilig Leven. ‘We zijn diverse rapporten rijker en hebben meer informatie over branden, zoals brandoorzaken, betrokkenen en demografische kenmerken. Al deze informatie is aan elkaar gelinkt. We kunnen de rode draad eruit halen om ons verder te focussen.’ In maart dit jaar is als voorbereiding op een netwerkdag een literatuurstudie BVL verschenen met conclusies, aanbevelingen en ontwikkelopgaven. Belangrijke aanbeveling is: ‘Ga doel16

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

groepgericht werken aan brandveiligheid.’ Doelgroepgericht, werken en brandveiligheid dienen als kapstok. Van Galen: ‘Bij doelgroepgericht gaat het erom dat je weet wie de risicogroepen zijn en waarom ze een risicogroep vormen. Met werken bedoelen we uniformiteit, kwaliteit van werken, werken met partners en gebruikmaken van ons vrijwilligerspotentieel. Onder brandveiligheid valt bijvoorbeeld gedragsverandering, innovatie en wet- en regelgeving.’ Speerpunten Mede op basis van de literatuurstudie zijn vier speerpunten voor de toekomst bepaald. Van Galen: ‘We gaan van zelf doen naar via anderen doen.’ De speerpunten op rij: een landelijke analysebenadering van risicogroepen, sturen op Brandveilig Leven via beïnvloeders, sturen op een (brand)veilige omgeving via het stimuleren van innovaties en investeren in de kwaliteit van ken-

Brand&Brandweer


Risicobeh eersi ng

nis van eigen personeel. ‘Voor de uitwerking van de speerpunten zijn kartrekkers uit het land gevonden. De focus ligt de komende jaren op meer uniformiteit en investeren in kwaliteit’, vervolgt Van Galen. ‘Dan bereik je wat je wilt. Dat wil niet zeggen dat de initiatieven in de regio’s overboord gegooid moeten worden, maar probeer om bij huidige of nieuwe initiatieven te kijken of ze aansluiten op één van de vier speerpunten. Uiteraard blijft het maatwerk gezien de verscheidenheid van risico’s en demografische opbouw van een regio. Ga vooral door met de positieve energie en de drive waar je nu mee bezig bent.’ Sturen op Brandveilig Leven via beïnvloeders ‘BVL is niet exclusief van de brandweer’, begint Angélique van de Kar van Veiligheidsregio Limburg-Noord, één van de initiatiefnemers voor dit speerpunt. ‘Integendeel. Het moet juist iets zijn van externe partijen. Hoewel wij de kennis in huis hebben, bereiken externe partijen meer dan wij alleen ooit zullen doen.’ Met externe partijen doelt Van de Kar bijvoorbeeld op ouderenbonden, zorginstellingen, woningcorporaties, kerken en verenigingen. Partijen die achter de voordeur komen van de doelgroep en weten hoe ze die kunnen bereiken en beïnvloeden. In 2014 heeft Limburg-Noord een programma opgezet: Ambassadeurs BVL. ‘Mensen die bijvoorbeeld bij ouderen komen, hebben we een training gegeven. Zij zijn de oren en ogen van de brandweer en bereiken meer’, aldus Van de Kar. Ook dit programma wordt meegenomen in het speerpunt.

‘De focus ligt op meer uniformiteit en investeren in kwaliteit’ Nadrukkelijker inzetten op de beïnvloeders vraagt om anders denken en anders doen. Veiligheidsregio Limburg-Noord heeft veel contact met deze partijen. Ook met de GGD. ‘Via de GGD kan makkelijker het sociale domein worden benaderd zoals welzijnswerk.’ In juni is een mini-conferentie georganiseerd waar veel van de externe partijen aanwezig waren. Van de Kar: ‘Er is gesproken over de rol van de brandweer en de verwachtingen over en weer. Er zijn nog steeds organisaties die denken dat alleen de brandweer over brandveiligheid gaat. Als regio hebben wij de ambitie om onderdeel te zijn van een bredere maatschappelijke context’, vervolgt Van de Kar. ‘Wij willen niet naar de voorgrond treden, maar willen dat de doelgroepgerichte partijen dat doen. We moeten af van het beeld dat de brandweer iets bedenkt en het ook uitvoert. We zijn betrokken, omdat wij de kennis hebben. De contacten die wij hebben vinden brandveiligheid belangrijk. Maar onbekend maakt onbemind en daar ligt een rol voor de brandweer. Partijen zijn zoekende. Laat als brandweerorganisatie zien wie je bent en wat je kunt betekenen.’ Het initiatief ligt volgens Van de Kar nog vaak bij de brandweer. ‘Gelukkig zien we een kanteling. Partijen die ons kennen, komen steeds vaker met ideeën of vragen ons om advies.’ Loket BVL Samen met Brabant-Noord heeft Limburg-Noord een loket BVL in het leven geroepen. Deze wordt tijdens het BVL Innovatie Event op 15 september op oefencentrum Crailo officieel gelanceerd. Van de Kar: ‘Het is een digitaal loket waar alle goede initiatieven ten

Brand&Brandweer

Marcel van Galen: ‘De focus ligt de komende jaren op meer uniformiteit en investeren in kwaliteit.’

aanzien van externe partijen worden verzameld. Op dit moment staan alleen onze eigen initiatieven erin, maar wij gaan er vanuit dat andere regio’s hun ervaringen hier ook gaan delen.’ Landelijk zijn er meer projecten om externe partijen te verbinden aan BVL. Eind van het jaar hoopt Van de Kar dat het loket goed is gevuld met projecten en ideeën. ‘Daarnaast willen we een stappenplan ontwikkelen. Daarin willen we onder andere beschrijven hoe je via beïnvloeders BVL kunt integreren in organisaties. Er komt een overzicht van organisaties en welke rol zij kunnen vervullen binnen het geheel. Daarnaast willen we een matrix maken waarin doelen zijn gekoppeld aan beïnvloeders. Genoeg ideeën dus waar we de komende tijd mee aan de slag kunnen.’ Stimuleren van innovaties Gedragsbeïnvloeding alleen is volgens de herijking BVL onvoldoende effectief om te komen tot een veilige leefsituatie. Innovaties in de leefomgeving leveren ook een belangrijke bijdrage aan brandveiligheid. ‘Innovaties liggen op straat. We moeten ze alleen wel oppakken’, aldus Jacqueline Buitendijk, één van de kartrekkers van dit speerpunt. ‘We gaan ze niet zelf uitvinden. Er zijn al veel nieuwe ontwikkelingen die ook in relatie tot brandveiligheid relevant kunnen zijn.’ Buitendijk is directeur Risicobeheersing van Veiligheidsregio Utrecht. Ze stond vooraan om dit speerpunt op te pakken. ‘Ik heb het idee dat er veel te halen valt op dit gebied, maar dan moet je wel naar buiten toe.’ Samen met een aantal mensen uit andere regio’s en Brandweer Nederland gaat ze op zoek naar de innovaties. ‘We gaan in gesprek met het bedrijfsleven en het onderwijs. Er zijn namelijk veel technologische ontwikkelingen die we als brandweer goed kunnen gebruiken om onze omgeving brandveiliger te maken. Met name voor de mensen die verminderd zelfredzaam zijn. Zij moeten meer worden beschermd. De techniek kan een grote bijdrage leveren aan het voorkomen en signaleren van brand. Het hoeft niet altijd om het alarmeren van hulpverleners te gaan, ook buren kunnen helpen.’ Naast innovatieve producten die een veiligere omgeving kunnen bewerkstelligen, wil Buitendijk ook investeren in brandveiligere producten door contact te zoeken met de markt. ‘Voordat een product op de markt komt, moet het eigenlijk brandveilig zijn. Op dat gebied valt veel winst te halen. Een ander voorbeeld: het

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

17


Risicobeh eersi ng

Angélique van de Kar: ‘BVL is niet exclusief van de brandweer. Integendeel.’

Jacqueline Buitendijk: ‘Innovaties liggen op straat. We moeten ze alleen wel oppakken.’

kost veel tijd en energie om iedereen bewust te maken dat het schoonhouden van wasdrogerfilters belangrijk is om brand te voorkomen. Beter is als de droger niet meer start of een irritante piep geeft totdat de filter is schoongemaakt.’

‘iedere brandweerman of –vrouw heeft een rol binnen brandveilig leven’ De netwerkdag op 15 september op oefencentrum Crailo wordt breed opgezet. Diverse bedrijven demonstreren innovaties op het gebied van brandveiligheid in de woonomgeving. Buitendijk: ‘We willen een platform bieden waar je kennis kunt maken met deze innovaties en waar we deze innovaties verder stimuleren en verbeteren. Dit event is één van de eerste concrete stappen.’ Investeren in kwaliteit en kennis Annelies Engelenburg is programmamanager Brandveilig Leven (BVL) in de regio Haaglanden. De basismodule BVL uit deze regio is een van de voorbeelden die wordt gebruikt om het speerpunt investeren in de kwaliteit en kennis van het eigen personeel, uit te werken. Er wordt landelijk een inhoudelijk curriculum voor verschillende rollen binnen BVL ontwikkeld. ‘Wij vinden dat iedere brandweerman of –vrouw een rol heeft binnen BVL’, aldus Engelenburg. ‘Dat hoeft niet te betekenen dat een repressieve kracht voorlichting moet geven, maar je bent als brandweerspecialist een voorbeeld voor je omgeving. Er wordt naar je opgekeken. Wij vinden dat een bepaalde houding en basiskennis nodig zijn om de omgeving goed en eenduidig te kunnen adviseren als daarnaar wordt gevraagd. We zijn allemaal ambassadeurs. Dat realiseert nog niet iedereen zich.’ In de module komt de vraag aan bod waarom je bij de brandweer bent gegaan. Daar wordt volgens Engelenburg verschillend op gereageerd, evenals de reacties op de 18

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Annelies Engelenburg: ‘Wij vinden dat iedere brandweerman of –vrouw een rol heeft binnen BVL.’

basismodule. ‘Gelukkig realiseren steeds meer collega’s zich dat ze een unieke rol kunnen vervullen voor mensen in hun omgeving.’ In 2012 ontwikkelde de regio voor iedere medewerker een basismodule BVL en inmiddels hebben vrijwel alle medewerkers deze gevolgd. Er zijn ondertussen meer regio’s die een basismodule hebben ontwikkeld. ‘Al die documenten verzamelen we. We halen de beste resultaten eruit. Die dienen als basis voor het landelijk document’, vervolgt Engelenburg. ‘Onze kracht is dat we programmatisch denken en werken.’ Haaglanden heeft jaren geleden, in 2010, al een visie op BVL opgesteld om een koers te bepalen. ‘We hebben helder voor ogen wat we willen, wat we kunnen en wat we vinden. Naast de basismodule voor medewerkers hebben we een risicoanalyse woningbranden opgesteld. Gegevens van woningbranden zijn afgezet tegen huishoudtypes. Wat zijn de kenmerken van de types? Daar is vervolgens de aanpak per gemeente op afgestemd. Dat gaat van zwaarder inzetten of voorlichting op school tot aansluiting vinden bij de doelgroep via externen.’ Lerende organisatie Vakbekwaamheid staat hoog in het vaandel bij Haaglanden. De regio doet veel aan bijscholing, opleidingen en training. ‘We zijn trots op onze vakbekwaamheid’, vervolgt Engelenburg. ‘We benaderen ons werk als vak. Als je dat goed wilt doen in een complexe omgeving, moet je continu blijven leren en je blijven ontwikkelen. Vakmanschap is niet een eenmalig iets. Daarom organiseren wij bijvoorbeeld jaarlijks een vakdag in de regio waar we met onder andere workshops onze kennis en ervaring op het gebied van BVL delen. Mensen uit het veld vinden het leuk. Het is actueel, interactief en zorgt voor verbroedering.’ Als iedere regio dat zou doen, heb je volgens Engelenburg iedere twee maanden de keus uit een vakdag. Regio’s hoeven dan maar eens in de vier jaar een dag te organiseren. Belangrijk is uiteraard dat er nieuwe kennis wordt gedeeld of bestaande kennis voor nieuwe mensen. ■

Brand&Brandweer


Haal méér uit de Wgr! isbn 978 90 12 39424 6 | auteurs: Els Boers, Douwe Brongers omvang: 380 pagina’s | prijs: ¤ 50,35 incl. btw

De Wet gemeenschappelijke regelingen helder uitgelegd Ω Voor

bestuurders en ambtenaren de mogelijkheden én onmogelijkheden: er kan vaak meer dan u denkt Ω Geen juristentaal, maar begrijpelijk Nederlands Ω Handig om dit boek altijd bij de hand te hebben Ω Ontdek

Meer informatie op sdu.nl/overheid


Person eel & Org an isati e

Reparatie FLO-overgangsrecht twistpunt tussen VNG en vakbonden Dat het FLO-overgangsrecht gerepareerd moet worden, is duidelijk. De wijze waarop leidt tot een hevig twistpunt tussen de Brandweerkamer van de VNG aan werkgeverskant en de vakbonden aan werknemerskant. Hoewel de partijen elkaar op 9 mei dicht naderen, komen ze niet tot een overeenkomst. De situatie escaleert. Als de Brandweerkamer niet op het door de FNV gestelde ultimatum ingaat, gaat de vakbond over tot actievoeren.

Brandweerlieden in Rotterdam lopen eind juli door de stad om aandacht te vragen voor een fatsoenlijk pensioen. Door JILDOU VISSER Fotografie Ginopress

A

ls op 1 januari 2006 de regeling voor het functioneel leeftijdsontslag (FLO) wordt afgeschaft, treedt de FLOovergangsregeling in werking. De overgangsregeling zorgt ervoor dat beroepsbrandweerlieden alsnog op z’n laatst op 59-jarige leeftijd kunnen uittreden. Als het kabinet in 2012 besluit om de levensloopregeling, waarmee gespaard werd voor het vroegpensioen, af te schaffen, ontstaan de problemen rondom het FLO-overgangsrecht. Het probleem wordt groter als in 2014 bovendien de AOW-leeftijd wordt verhoogd van 65 naar 67 jaar. Werkgevers en werknemers zijn het er sinds 2012 al over eens dat er een probleem is, maar over de manier waarop het opgelost 20

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

moet worden, verschillen zij van mening. Nadat het probleem door een werkgroep in kaart is gebracht, gaan de partijen in 2015 in gesprek. ‘Het begon positief. Beide kanten erkenden het probleem’, zo vertelt Bert de Haas, onderhandelaar namens de FNV. ‘We hebben afgesproken dat we eerst zouden spreken over de groep die valt onder het FLO-overgangsrecht, daarna zouden we spreken over de andere groepen.’ Al snel wordt duidelijk dat de manier waarop beide partijen het financiële gat willen repareren, dan nog ver uit elkaar ligt. Beide voorstellen worden doorgerekend en vanaf eind vorig jaar wordt daarover onderhandeld. Brandweerkamer Het laatste voorstel van de Brandweerkamer gaat uit van een pensioenleeftijd van 59 of zestig jaar. ‘Wij willen dat repressieve

Brand&Brandweer


Person eel & Organ isati e

beroepsbrandweerlieden vanwege hun bezwarende functie, eerder kunnen stoppen dan de algemeen geldende AOW-leeftijd. Dat lijkt ons logisch. Wij willen toe naar een leeftijdsgrens van zestig jaar. Voor medewerkers die op 31 december 2005 al tien tot twintig dienstjaren hadden, geldt in ons voorstel de leeftijdsgrens van 59 jaar’, laat Mirjam van ‘t Veld, burgemeester van Amstelveen en lid van de onderhandelingsdelegatie van de Brandweerkamer weten. In het laatste voorstel biedt de Brandweerkamer medewerkers in de non-actieve periode voorafgaand aan het pensioen, een netto inkomensgarantie van zeventig procent. ‘Die netto inkomensgarantie biedt zekerheid, ook bij wijzigingen van de wetgeving. Dit was een belangrijke eis van de bonden’, licht Van ‘t Veld toe. ‘Wel vragen we de brandweerlieden iets langer door te werken, tot 59, respectievelijk zestig jaar.’ FNV De FNV strijdt voor een vaste uittredeleeftijd tussen de 56 en 59 jaar. ‘Dit is afhankelijk van het aantal dienstjaren. Daarnaast willen we een netto inkomensgarantie van 75% tot aan het pensioen’, vertelt De Haas. ‘Een of twee jaar voorafgaand aan de uittreedleeftijd zouden brandweerlieden de keuze moeten hebben om volledig door te werken tegen 120% salaris of 50% te werken tegen 90% salaris. Bovendien willen we een inkomensgarantie, bovenop de bestaande werkgarantie vanaf vijftig jaar. En, een eerlijke risicodeling op het moment dat de AOW-leeftijd verder stijgt.‘ Omdat de onderhandelingen voor de zomer stuk zijn gelopen, hebben de vakbonden en de Brandweerkamer gezamenlijk besloten een onafhankelijke verkenner in te schakelen. Deze moet de exacte inhoud van de voorstellen in kaart brengen, zodat beide partijen kunnen zien of er een opening is tot verdere onderhandelingen. Dit overzicht moet begin september duidelijk zijn. Tot die tijd voeren repressieve beroepsbrandweerlieden in het land actie. Geven en nemen Bijzonder hoogleraar pensioenrecht Mark Heemskerk vindt de ontstane situatie bij de brandweer herkenbaar. ‘Het is niet de enige sector waarin gestreden wordt om het pensioen. Gemiddeld genomen over de hele beroepsbevolking was in 2010 zestig jaar de gemiddelde uittreedleeftijd. In 2014 was dat 64 jaar. Wat het bijzonder maakt is dat er sprake is van een bezwarende functie’, vertelt hij. ‘Dat maakt het lastig, want een leeftijdsgrens is altijd arbitrair. Je kunt bijna onmogelijk per ieder individueel geval aan de hand van een medische keuring vaststellen of iemand met

FLO-overgangsrecht Het FLO-overgangsrecht geldt voor repressieve beroepsbrandweerlieden die op 31 december 2005 in dienst waren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen brandweerlieden die langer en korter dan twintig jaar in de repressieve dienst zitten. De groep die langer dan twintig jaar in dienst is, bestaat in februari 2015 uit bijna 750 medewerkers. De groep die korter dan twintig jaar in dienst is, bestaat dan uit bijna tweeduizend medewerkers.

pensioen mag, dus moet je een leeftijdsgrens afspreken. Als heel Nederland langer door moet werken, is het zeer aannemelijk dat mensen in bezwarende beroepen dat ook moeten. Voor zowel werkgevers als werknemers is het geven en nemen. Waar ik alle partijen wel voor wil waarschuwen is de zogenaamde vut-boete. Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van een vervroegde uittredingsregeling, dan kunnen ze over het ontvangen salaris 52% belasting heffen. Dat is een stevig prijskaartje.’ ■

Brandweer Leeuwarden overhandigt een petitie aan burgemeester Ferd Crone.

Pensioenleeftijd brandweer in andere Europese landen België: 60 jaar voor beroepsbrandweerlieden, 55 jaar voor vrijwilligers. Denemarken:

60 jaar.

Duitsland:

Tussen 60 en 62 jaar.

Estland:

65 jaar.

Finland:

Tussen 65 en 68 jaar.

Frankrijk: Tussen 57 en 67 jaar, dit hangt af van het aantal dienstjaren. Italië: Theoretisch op 53 jaar bij 38 dienstjaren. De gemiddelde pensioenleeftijd is 58 jaar. Kroatië: Niet later dan 65 jaar. Voor iedere vijf dienstjaren, kan men een jaar eerder met pensioen. Noorwegen: 60 jaar, maar vanaf 57 jaar de mogelijkheid tot een vroegpensioen.

Brandweer Enschede vraagt met spandoeken op de kazernes aandacht voor de pensioenkwestie.

Brand&Brandweer

Spanje:

60 jaar.

Zweden:

58 jaar of bij dertig dienstjaren.

Bron: Firefighters feeling the heat, European Public Service Union, 2012.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

21


Training Base Weeze Net over de Nederlandse grens bevind zich in Weeze Duitsland het grootste realistische oefencentrum van Europa: Training Base Weeze. Training Base Weeze is hèt realistische oefencentrum voor professionele hulpverleners van de Brandweer, Politie, Defensie en overige hulpdiensten als Geneeskundige Dienst en Internationale Humanitaire hulpverlening. Voertaal op dit oefencentrum is Nederlands (en Duits en Engels). Multidisciplinair Realistisch Oefencentrum Training Base Weeze biedt professionele hulpverleners al jaren een goede en veilige realistische oefenomgeving. En daarmee een gelegenheid om kennis, vaardigheden en beroepshouding in een realistische context te toetsen en waar mogelijk zelfs te verbeteren. De realistische context bestaat uit een groot afgeschermd terrein van ruim 40 hectare, bestaande uit twee delen, voorzien van een enorme diversiteit aan kleine en grote oefenobjecten gelegen in een complete stedelijke infrastructuur. Het biedt de mogelijkheid om te trainen volgens de meest aktuele te hanteren inzetprocedures in een realistische omgeving. Hiermee wordt gewaarborgd dat snel en efficient competenties van professionele hulpverleners ontwikkeld kunnen worden. Hoofdterrein Het hoofdterrein kent facilitaire gebouwen en grote oefenobjecten. Training Base Weeze beschikt over een eigen hotel, slaapzalen en een restaurant / bar, waarmee gemakkelijk aan ruim 400 deelnemers tegelijkertijd onderdak en aangename verblijfsverzorging kan worden geboden. Daarnaast staan er een groot aantal oefengebouwen. Deze locaties zijn onder andere een krachtcentrale, een xtc-lab, een kroeg, een bank, een personentrein, diverse

woningen, een schoolgebouw en zelfs een stuk snelweg. De trainingsmogelijkheden zijn zo divers dat elke eenheid zijn training zo realistisch als gewenst kan vormgeven en uitvoeren. Van kleine groepen die een procedure training willen doen tot aan grote eenheden die bij ongeregeldheden in de openbare orde moeten optreden, voor alles is een passend realistisch oefenscenario te creeeren. Oefendorp Het oefendorp beslaat een terrein met zo’n 300 woningen waarvan een groot aantal is ingericht. Deze realistische trainingsomgeving biedt de mogelijkheid om van een kleine inzetgroep tot meerdere pelotons mobiele eenheid trainingen te organiseren die de realiteit maximaal benaderen. Door de ruime opzet en de grootte van het oefendorp is er de mogelijkheid een aantal verschillende groepen in hetzelfde dorp gescheiden van elkaar te laten trainen. Voor meer informatie: internet www.trainingbaseweeze.com telefoon 0049 (0) 2837665630 e-mail info@tb-weeze.com

f n e a t e i s v s d a h w h n d d d c e w o i a n c n r l d n a a r a u r e e r u e l B m AAgUitg Bde ieantd&ctue c N a A r a B V Speciaal voor abonnees: · Nieuws en achtergronden · Brand&Brandweer-online (24/7 te raadplegen op iPad en tablet) · Brand&Brandweer-archief (2008 – heden) · Agenda en alertering

www.brandenbrandweer.nl


BRANDWEER NEDERLAND Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Wij staan voor 30.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken aan een brandveilige samenleving. Wij treden eensgezind en slagvaardig op, met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade.

Brandweer Nederland: samen sterk, samen veilig

Brandveilig Leven Innovatie Event

De brandweer doet het niet alleen

De brandweer werkt steeds meer samen met partijen die een rol kunnen vervullen bij Brandveilig leven. Daarom organiseren we een event dat niet alleen bedoeld is voor brandweercollega’s, maar ook voor externe partners. Werk je bij de brandweer of bij een organisatie die een rol speelt bij hulp of zorg voor senioren, zoals ouderenbonden, woningbouwcorporaties en

thuiszorg- en welzijnsorganisaties? Dan mag je het eerste Brandveilig Leven Innovatie Event niet missen! Tijdens het event maak je kennis met innovaties op het gebied van brandveiligheid in de woonomgeving. Op het programma staan interessante sprekers, mooie innovaties en demonstraties van diverse bedrijven.

foto’s boven: Bettina Zevenbergen / onderste foto: IFV

Kijk voor meer informatie op www.brandweernederland.nl/innovatieevent

Sdu uitgevers - nummer 9 - september 2016

Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland


Steunpunt B 0800-1288 steunpuntbrandweer@de-basis.nl www.brandweernederland.nl/nazorg www.de-basis.nl/brandweer

Opvang en nazorg brandweer Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland

Het Steu


foto: Jeffrey Koper

Brandweer

unpunt Brandweer is zeven dagen per week bereikbaar van 08.00 tot 24.00 uur.

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 9 - september 2016


JI

J

N BE J? I B R E

100 JAAR SAMENWERKENDE

JAN VAN DER HEIJDEN

DINNERSHOW EN FEESTAVOND

INNOVATIEMARKT

AANSLAGEN PARIJS

DEMONSTRATIES

BRANDWEER

PRIJS

SPREKER OVER

REGIOKRAAMPJES

VUURWERKRAMP ENSCHEDE

RISK FACTORY

RED OBSTACLE RUN

VERSCHILLENDE WORKSHOPS KENMERKENSCHEMA

ARBEIDSVEILIGHEID

OMGEVINGSWET

ROBOTICA EN DRONES

MYTHBURNERS

COMPLIMENTEN GEVEN

EN....

EN....


Repressi e

Fatale brand Hellevoetsluis: ‘Je zit jezelf op te vreten’

Fotografie: Roel Dijkstra

‘Dramatisch Drieluik in Hellevoetsluis’, ‘Brandweer te laat in actie bij fatale brand’ en ‘Brandweer had mogelijk opkomstproblemen’. De koppen liegen er niet om na een fatale woningbrand in Hellevoetsluis op 20 mei. ‘Er is tijdens het opkomen een aantal zaken niet goed gegaan, maar wij hadden het echtpaar sowieso niet meer kunnen redden’, vertelt André van der Sluis, chauffeur van de hoogwerker Hellevoetsluis. ‘Na afloop kregen we de volle laag, zowel in de media als van collega’s in het land. Iedereen heeft een oordeel, zonder te weten hoe het precies zit’, vult zijn bijrijder Mario Huijgen aan.

Door JILDOU VISSER

I

n de nacht van vrijdag 20 mei komt om 1.37 uur de melding van een woningbrand aan de Gruttostraat in Hellevoetsluis bij de meldkamer binnen. Direct is duidelijk dat nog personen in de woning aanwezig zijn. Het Snel Interventie Voertuig (SIV), de TS en de hoogwerker van Hellevoetsluis worden gealarmeerd. Vrijwillig bevelvoerder Jeroen van Steenbergen slaapt samen met een collega van de beroepsbrandweer in de kazerne. Van Steenbergen wordt wakker van zijn pieper en haast zich naar het voertuig. ‘Maar mijn chauffeur kwam niet. Ik heb

Brand&Brandweer

hem wakker gemaakt, daardoor hebben we tijd verloren.’ Uit het onderzoeksrapport van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond blijkt dat de chauffeur de alarmontvanger in de oplader in het dagverblijf heeft laten liggen. 8,14 minuten na de eerste melding is het SIV ter plaatse. Van Steenbergen schaalt op naar grote brand. ‘Het vuur bulkte eruit, zowel boven als beneden. De politie was begonnen met het ontruimen van naastgelegen woningen. Terwijl mijn chauffeur zijn ademlucht omhing, ben ik naar omstanders toegegaan om informatie in te winnen. Zij vertelden me dat zij de bewoonster

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

27


Repressi e

nog voor het raam hebben zien staan en hebben horen schreeuwen. Ik ben nog naar achteren gegaan om te zien hoe de situatie daar was, maar kon amper om het huis heen lopen, zo heet was het.’ De bevelvoerder weet dat hij niets meer voor het echtpaar kan betekenen. De brand is te heftig. ‘Je voelt je machteloos. In eerste instantie dacht ik een vluchtweg te kunnen creëren door bij de voordeur een waterstraal op de trap te zetten, maar ik besefte me bijna direct dat dit zinloos was. Je zet de straal dan ook niet meer uit. Iedereen kijkt naar je. Omstanders waaronder de dochter van het echtpaar stonden in de straat. Je bent een vooruitgeschoven post en hebt op dat moment niet de mensen en middelen ter plaatse om echt iets te doen. Natuurlijk is het niet wenselijk om met een SIV bij dit soort branden te staan, maar ook met een TS hadden we hier niets of niemand meer kunnen redden. Voor mijn gevoel kwam de TS toen al snel, daar bleek geen bevelvoerder op te zitten. Een verrassing, want in die eerste hectische periode heb ik niets van de communicatie meegekregen.’ Alarmering bemanning TS Terwijl Van Steenbergen en zijn chauffeur ter plaatse doen wat ze kunnen, staat de bemanning van zowel de eerste TS als de hoogwerker op de kazerne te wachten. Bij de TS ontbreekt de bevelvoerder. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat hij de eerste alarmering niet heeft gehoord. André van der Sluis staat met de hoogwerker te wachten. Bij hem ontbreekt de bijrijder. ‘Je zit jezelf op te vreten. Je hoort de berichten via de portofoon en kunt niet weg. Zelfs de ene na de andere journalist scheurt voorbij terwijl jij staat te wachten’, vertelt hij.

‘De OvD was verbaasd, maar tegelijkertijd blij dat we er waren’ De bemanning van de eerste TS zoekt contact met de alarmcentrale en vraagt of zij zonder bevelvoerder mogen vertrekken. Er is immers al een bevelvoerder met het SIV ter plaatse. De meldkamer stuurt dan een tweede alarmering uit. ‘Je zit te wachten en ziet de tijdbalk in de TS voorbij lopen. Je hoort de berichten, weet dat het geen normale brand is en dat ter plaatse mankracht en middelen nodig zijn’, vertelt Peter van Veen, manschap op de eerste TS. ‘We kregen geen antwoord. Achteraf bleek dat wij op het verkeerde kanaal zaten’, vult zijn collega Jaco Schot aan. ‘Samen hebben we besloten te gaan rijden.’ Van Veen: ‘De OvD was verbaasd dat we waren uitgerukt, want dat is tegen alle procedures in. Tegelijkertijd was ze blij dat we er waren.’ Van der Sluis staat dan nog met de hoogwerker te wachten op de bijrijder tot Mario Huijgen aan komt rijden. Hij is afgekomen op de tweede alarmering. ‘Ik had me afgemeld voor mijn dienst, maar ben toch gekomen.’ Inzet Van Steenbergen neemt in eerste instantie de taak van bevelvoerder van de eerste TS op zich, tot zijn collega alsnog ter plaatse komt. De inzet is erop gericht om doorslag naar de naastgelegen woning en overslag naar het volgende huizenblok te voorkomen. ‘De wind stond gelukkig goed, van het aangrenzende huis af. Wij zijn boven in de aangrenzende woning ingezet. Dat je weet dat in 28

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

De dag na de brand. De woning is compleet verwoest. De foto is vanaf de achterzijde genomen.

de ruimte ernaast twee personen zijn die je niet meer kunt redden, geeft een gek en machteloos gevoel’, vertelt Van Veen. De hoogwerker wordt eveneens ingezet op het voorkomen van doorslag naar naastgelegen woning. ‘Wij stonden door auto’s die in de weg stonden, te ver van de brand. Ik was bang dat de dakbalken onder de dakpannen doorliepen en dat het hele huizenblok in vlammen op zou gaan. Gelukkig bleek dat niet het geval’, vertelt Van der Sluis. Als de auto’s weg zijn, kan de hoogwerker dichterbij komen, zodat de dakpannen eraf kunnen worden gehaald en een stoplijn kan worden gecreëerd.

‘In de rest van Nederland heb je vergelijkbare situaties’ Zodra de ergste vlammen eraf zijn, neemt Huijgen het Team Brand- en Incidentenonderzoek en de politie in de hoogwerker mee naar boven om de slachtoffers te zoeken. ‘Het moment dat je daadwerkelijk iemand ziet liggen, gaat je niet in de koude kleren zitten’, vertelt Huijgen. De geneeskundige dienst dringt oaan op het bergen van de lichamen, maar de OvD besluit dat de ingezette ploeg dat niet gaat doen. ‘Het is fijn dat die beslissing voor je wordt genomen, dan hoef je er ook niet over na te denken. Dat zijn toch de klusjes die nadien op je netvlies staan gebrand’, aldus Huijgen.

Brand&Brandweer


Repressi e

Van Steenbergen. Huijgen vult aan: ‘Het ergste vind ik dat ook de collega’s in het land van alles roepen en commentaar leveren, terwijl ze de ins en outs niet kennen. Iedere dag werden we door de berichten herinnerd aan onze fouten. Zelfs een week later, toen ik elders in de regio was, werd ik erop aangesproken. Bij de VBV gebruiken ze dit incident om het SIV eruit te werken, maar dat doen ze over onze rug. Bij deze brand konden we hoe dan ook niet het verschil maken. Ook al waren we op tijd geweest en hadden we hier met een TS of een compagnie gestaan.’ Van Steenbergen: ‘Mario (Huijgen, red) is één van de jongens die altijd voor de brandweer klaarstaat. Voor het eerst in maanden had hij zich een nacht afgemeld. Hij is na de tweede alarmering alsnog gekomen, omdat hij zag dat het nodig was en krijgt nu een bak ellende over zich heen. Dat knaagt. Je weet dat je dit niet verdient.’ Gemeentehuis Hoewel er veel kritiek is op het brandweerkorps, nodigt de dochter van het omgekomen echtpaar de brandweerlieden uit op het gemeentehuis. ‘Zij wilde ons bedanken. Ze heeft de hele inzet gezien en weet dat wij alles hebben gedaan wat we konden. Zij geeft de schuld aan de brandstichters. Zo’n bedankje van directe naasten van de slachtoffers geeft je steun’, vertelt Huijgen. ‘Ook de buurvrouw die naast het echtpaar woonde, heeft ons bedankt.’

‘We zijn ook tegengehouden door regionale procedures’ ‘Omdat een van de slachtoffers in het zicht lag, hebben we voordat we terugkeerden naar de kazerne er een zeil voor gespannen.’ Als de inzet op zijn einde loopt, wordt geïnventariseerd of er behoefte is aan een gesprek met het Brandweer Opvang Team (BOT). Dat blijkt niet het geval. Van Steenbergen: ‘We zijn allemaal vrijwilligers. Toen we klaar waren met de inzet, zijn we naar ons werk gegaan. Je wilt niet te laat komen door een nabespreking van een inzet. Wel ben ik in de dagen erna aan de slag gegaan met een plan voor een nabespreking op de volgende oefenavond. Achteraf gezien had dat eerder gemoeten. De felle brand maakte dat we machteloos stonden. Dat daarbij twee slachtoffers vallen, doet wat met je. De kritiek in de media kwam daar bovenop. Hierdoor was extra emotie.’

‘Het ergste vind ik dat collega’s ons afbranden terwijl ze de ins en outs niet kennen’ Media Binnen een dag na de brand verschijnen berichten in de media dat de brandweer te laat ter plaatse is gekomen. ‘Alle stukken wezen erop dat iemand van binnenuit informatie heeft gedeeld. Er stonden gegevens in de berichten waar de buitenwereld normaal gesproken niet direct over kan beschikken. Dat geeft een naar gevoel. Vanaf dat moment valt iedereen over je heen’, vertelt

Brand&Brandweer

procedures Terugkijkend op het incident vinden de brandweerlieden uit Hellevoetsluis dat er gekeken moet worden naar de huidige afspraken. ‘Natuurlijk is het niet goed dat wij niet op tijd zijn uitgerukt, maar we zijn ook tegengehouden door de regionale procedure dat er per se een bevelvoerder op de TS moet zitten terwijl er al een bevelvoerder met het SIV ter plaatse is’, aldus Steenbergen. Bezetting Het incident heeft ertoe geleid dat de beschikbaarheidsapp die het korps had, nu consequenter wordt ingevuld. ‘We zijn alerter op de bezetting en zetten sneller voertuigen buiten dienst. Binnenkort overleggen we met de regio over maatregelen voor de middellange termijn’, vertelt Van Steenbergen. Op dit moment loopt een traject om de taken van de post en het aantal vrijwilligers tegen het licht te houden. ‘In het verleden hadden we een vaste dagbezetting op de kazerne, mensen met een kantoorfunctie die overdag konden uitrukken. Die ondersteuning missen we.’ Van Steenbergen geeft aan dat de post Hellevoetsluis hierin niet uniek is. ‘Na alle mediaberichten hebben we een tijd onder een vergrootglas gelegen. Er kwamen veel negatieve berichten op ons af, maar tegelijkertijd lieten collega’s elders uit het land ook weten dat dit net zo goed bij hen had kunnen gebeuren.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

29


Oplei den & Oefen en

Implementatie vernieuwde opleiding Manschap A

Fotografie: Jolanda Haven

Na een lange voorbereiding is de vernieuwde opleiding Manschap A een feit. Blended learning, ofwel een combinatie van bijeenkomsten en een digitale leeromgeving, maakt de opleiding dynamischer en het maakt een andere opbouw van kennis, vaardigheden en competenties mogelijk. De cursisten leren bovendien meer in de praktijk. Brabant-Noord, RotterdamRijnmond en de opleidingsinstituten BOGO en BON zijn afgelopen maart gestart met de implementatie. Wat zijn de grootste wijzigingen en wat zijn de eerste ervaringen?

In de vernieuwde opleiding is meer ruimte voor de praktijk.

Van Breemen: ‘Een digitale leeromgeving maakt de opleiding dynamischer’.

Door Jolanda Haven

Breemen: ‘Tussentijds worden deeltoetsen afgenomen op de eigen locatie die meetellen voor het eindresultaat. Zo weet je tijdig hoe je ervoor staat als het eindexamen nadert.’

D

e opleiding Manschap A heeft de primeur voor de implementatie van een nieuwe manier van opleiden binnen de brandweer. De boeken met veel tekst en relatief weinig beeldmateriaal zijn vervangen door een nieuwe stijl die past bij de huidige vorm van informatievoorziening. Digitaal, minder tekst en veel beeldmateriaal, zoals foto’s, video’s en animaties. Bovendien is de les- en leerstof interactiever door vragen en een forum. Om dit mogelijk te maken wordt gebruikgemaakt van een elektronische leeromgeving (ELO). Onderwijskundige Joannet van Breemen houdt zich als projectleider bezig met de ontwikkeling van de nieuwe opleiding bij het IFV. ‘De vernieuwde opleiding kent didactische wijzigingen door blendend learning en een andere opbouw’, begint ze. ‘Cursisten voeren complete taken uit in plaats van het leren van deelvaardigheden. Al vrij snel gaan ze een daadwerkelijke inzet, in een eenvoudige situatie, draaien. Voorheen was dit pas aan het einde van het opleidingsonderdeel Brand. Het is een realistische opbouw in brandweertaken.’ Ook inhoudelijk zijn vernieuwingen doorgevoerd, zoals het kwadrantenmodel, arbeidshygiëne en de brandregimes. De manier van opleiden is anders, zowel voor cursisten als instructeurs. Een andere belangrijke wijziging is de manier van examinering. Van 30

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Beter voorbereide cursisten Het voordeel van blended learning is dat cursisten leren in eigen tijd en tempo. ‘Tijdens centrale bijeenkomsten eens per week, zien de regio’s nu al beter voorbereide cursisten waardoor er meer ruimte is voor de praktijk’, vervolgt Van Breemen. ‘Ook krijgen we signalen dat cursisten zich sneller ontwikkelen. Voor instructeurs betekent de nieuwe opleiding dat ze een andere rol krijgen. Dat is wennen. Waar voorheen het geven van uitleg een prominente rol had, gaat het nu meer om de praktijk en verdieping. Ook van de leerwerkplekbegeleiders wordt meer verwacht. De leerwerkplekopdrachten zijn onderdeel geworden van de eindbeoordeling, dus is het van belang dat goede feedback wordt gegeven en vastgelegd. Voorheen waren de opdrachten vrijblijvender en werden soms niet uitgevoerd.’ Uitdagingen Van Breemen is blij met de vier implementatieregio’s. ‘Zij zorgen voor waardevolle ervaringen en feedback. Hiermee kunnen wij de opleiding verder verbeteren’, aldus de onderwijskundige. ‘Met name de implementatie van de ELO gaat gepaard met uitdagingen. Dit kost tijd. Bij de inrichting ervan is het moeilijk om bijvoor-

Brand&Brandweer


Oplei den & Oefen en

beeld de complexe structuur van de opleiding overzichtelijk aan te bieden. Maar ook het goed invullen van de rollen en rechten kost tijd. Er komt ontzettend veel bij kijken. Het is voor iedereen wennen, maar samen met het veld komen we tot een mooi eindresultaat.’ Na de zomer start nog een aantal regio’s met de vernieuwde opleiding. De verwachting is dat begin volgend jaar de meeste regio’s overgaan op de vernieuwde opleiding Manschap A. Tweedaagse bijscholing Brabant-Noord is één van de implementatieregio’s voor de vernieuwde opleiding Manschap A. In maart zijn twaalf cursisten gestart. Niet alleen voor cursisten is de opleiding een verandering, ook voor instructeurs. ‘Alle instructeurs en de oefencoördinator uit onze regio hebben een tweedaagse bijscholing gehad bij het IFV’, aldus instructeur Marc Driessen. ‘Met name de manier waarop de les- en leerstof bij de cursisten onder de aandacht wordt gebracht is veranderd en uitgebreider. Cursisten kunnen veel meer thuis doen.’ Driessen is sinds 2005 instructeur, maar is ook Officier van

nu beter opgeleide en getrainde brandweerlieden. Ook de deeltoetsen die meetellen voor het examen zijn een pluspunt. Voorheen was het aan het eind van de rit erop of eronder.’ Ervaring Pim van Falier volgt op dit moment de vernieuwde Manschap A opleiding. Sinds vorig jaar is hij vrijwilliger bij post Vlijmen. Daarnaast is hij sinds dit jaar medewerker ICT bij Brandweer Brabant-Noord. De opleiding Manschap A zat al vol toen hij begon als vrijwilliger, dus kwam Van Falier in maart in aanmerking voor de vernieuwde opleiding. ‘Veel digitale lesstof wordt ondersteund met beeldmateriaal. Dan heb je er direct een beeld bij. Dat werkt fijn.’ Op donderdagavond komen alle cursisten bij elkaar en zijn één of meerdere instructeurs aanwezig. Van Falier: ‘Daar kunnen we terecht voor vragen of onduidelijkheden. Iedereen heeft van tevoren de lesstof doorgenomen. Dat scheelt tijd. We kunnen vaak

Marc Driessen uit Brabant-Noord geeft uitleg over de warmtebeeldcamera.

Pim van Falier is enthousiast over de vernieuwde opleiding Manschap A.

Dienst, postcommandant van Cuijk en coördinator Incidentbestrijding in de regio. ‘Vanaf het moment dat er sprake was van een verandering van het onderwijssysteem, zijn wij door de regio en het IFV meegenomen in het hele proces’, vervolgt de instructeur. ‘Dat is van meerwaarde geweest. Zo maak je stapsgewijs kennis met de veranderingen. Voor ons als instructeurs is het van belang het systeem, de uitleg en opdrachten goed te kennen om beslagen ten ijs te komen. Het contact met de andere instructeurs, de oefencoördinator en het IFV is goed. De lijntjes zijn kort als we vragen hebben.’

meteen door met de praktijktraining. Daar leren we het meest van. Het wordt niet voorgekauwd. Het is aan ons om de inzet zo goed mogelijk uit te voeren met de punten die we hebben geleerd. Na de inzet bespreken we na en evalueren we. De instructeur geeft feedback en legt uit hoe je het bijvoorbeeld ook anders kunt doen.’

Meer interactie De afgelopen jaren zag Driessen al een kanteling naar de praktijk. ‘Uren in de schoolbanken levert onvoldoende rendement. Leren doe je door te doen. Nu met het vernieuwde onderwijs wordt de stap naar de praktijktraining nog sneller gemaakt. Wij hebben op de posten leerwerkplekken voor de cursisten en ze gaan al snel aan de slag met bijvoorbeeld ademlucht en de warmtebeeldcamera. Ik hecht veel waarde aan de leerwerkplekken.’ De vragen uit de lesstof behandelt Driessen tijdens praktijkopdrachten en hij ondersteunt de lesstof met zijn praktijkervaring. ‘Ik laat cursisten zelf zoveel mogelijk het werk doen en probeer ze te sturen om met de juiste antwoorden te komen. Zo ontstaat meer interactie. Ik zie

Brand&Brandweer

Eigen verantwoordelijkheid Naast de praktijktraining heeft de aspirant op maandag de reguliere oefenavond op zijn eigen post. Op dinsdag en woensdag neemt hij de lesstof door. Daarnaast voeren de cursisten leerwerkplekopdrachten uit op de eigen post. ‘Je bent zelf verantwoordelijk om de opdrachten op tijd af te hebben’, aldus van Falier. ‘Dit wordt geregistreerd in je digitale portfolio in de ELO.’ De aspiranten zijn nu vijf maanden op weg en hebben al een deeltoets gehad, een theorietoets over de eerste drie blokken en een praktijktraining met hitte en vuur. ‘Het was een zware dag, maar bijzonder om te ervaren wat hitte, rook en vuur met je doen’, vervolgt Van Falier. ‘Er waren vooraf wat twijfels over of dit te vroeg kwam en te zwaar zou zijn. We kregen veel informatie op één dag. Eerst praktijktraining en toen nog een deeltoets. Het was erg warm die dag. Het was zwaar, maar ik had het niet willen missen.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

31


85% van de CEO’s weet niet welke chemische stoffen aanwezig zijn in hun bedrijf Dat levert een groot gevaar op voor de gezondheid van uw medewerkers. En is bovendien zeer schadelijk voor de continuïteit van de onderneming. Temeer omdat ondernemingen en hun leveranciers die niet voldoen aan een deugdelijke administratie van chemische producten door de komende gewijzigde Aanbestedingswet uitgesloten worden van deelname aan tenders. En dat terwijl een goede administratie niet veel tijd en geld hoeft te kosten. Tenminste, wanneer u werkt met Toxic. DOWNLOAD DE WHITEPAPER VAN TOXIC OVER DE NIEUWE AANBESTEDINGSWET OP TOXIC.NL

ALLES ONDER CONTROLE


on der de h elm

‘Pas toen ik zijn naam hoorde, zag ik dat het een collega was’ Bijzondere inzetten, iedereen maakt ze mee. Wat gaat er in het hoofd om bij deze nietalledaagse incidenten? In deze nieuwe rubriek Onder de helm spreken brandweerlieden over wat er in hen omging bij een complexe, indrukwekkende of emotionele inzet die zij hebben meegemaakt. Pieter Heinen vrijwillig bevelvoerder bij brandweer Bunschoten in Veiligheidsregio Utrecht en beroeps bij brandweer Hilversum in de regio Gooi en Vechtstreek, trapt af. Hij is ingezet bij een beknelling van zijn eigen collega in een freesmachine.

Door JILDOU VISSER

H

einen is ten tijde van het incident vrijwilliger bij de brandweer in Bunschoten. ‘Ik was ‘s ochtends thuis in de tuin bezig toen de pieper ging voor een beknelling. Aanrijdend vertelde de centralist me dat het ging om een beknelling in een vleesmachine. Vanaf dat moment ga je nadenken. Wat is dat voor machine? Welk materiaal heb ik nodig om iemand daaruit te bevrijden? Ter plaatse kwamen we aan bij een bedrijf dat auto-onderdelen maakt. De slagbomen stonden open en mensen stonden te roepen en te wijzen. Ik dacht nog dat er misschien een grote bedrijfskantine was, waar iemand vastzat in een vleesmachine. Toen we de hal in kwamen waar het ongelukt was gebeurd, zag ik dat het ging om een beknelling in een freesmachine’, blikt Heinen terug. ‘Een lastige klus, want dat oefenen we niet, dacht ik toen nog. Ik ben eerst zelf gaan kijken en heb mijn manschappen bij het voertuig gelaten. Ik zag het slachtoffer op de rug. Zijn arm was in bochten gewrongen en om de machine gedraaid. Zijn vingers lagen eraf. Ik liep eromheen, overlegde met de ambulancemedewerker. Zij noemden z’n naam. Shit, dat is een collega, dacht ik direct. Pas toen keek ik hem echt aan. Dat is schrikken. Het moment dat ik hem voor het eerst in de ogen keek, is het heftigste moment uit mijn tijd bij de brandweer. Het komt ineens dichtbij. Ik heb hem gerust proberen te stellen en hem laten weten dat wij, zijn eigen collega’s er waren om hem te helpen.’ Na overleg met de ambulancemedewerkers besluit Heinen om te wachten met de bevrijding tot de traumahelikopter ter plaatse is. Ondertussen kan hij een plan maken en de ploeg het nieuws vertellen. ‘Ik moest echt even mijn eigen emoties parkeren en de rust vinden. Op het moment dat je het vertelt, zie je de schrik en de emotie van de ploeg. Ik heb hun gezichten goed bekeken en hen gevraagd of we deze klus zelf gingen klaren of dat we een andere ploeg lieten alarmeren. Eén van de jongens gaf aan dat hij graag op de achtergrond wilde blijven. De rest herpakte zich en was vastbesloten te helpen.’ De tijd tot de aankomst van de traumahelikopter gebruikt Heinen om een inzetplan te maken. Hij zet één van de ploeggenoten bij het slachtoffer om hem gerust te stellen. ‘De bevrijding ging gelukkig goed. Het eerste plan lukte direct. Met een groot onderdeel van de machine aan zijn arm is hij naar het ziekenhuis gebracht. De gedachte dat een jonge

Brand&Brandweer

Pieter Heinen: ‘Het moment dat ik hem in de ogen keek, was heftig.’

collega die net aan zijn manschappenopleiding is begonnen, zijn arm kwijtraakt, is heftig. Zijn droom zou in duigen vallen.’ Na enkele dagen gaat de ploeg bij hun collega in het ziekenhuis op bezoek. ‘Het was emotioneel om hem weer te zien. Natuurlijk heb je het over het ongeval, onze inzet en hoe we het allemaal hadden beleefd. Hij vertelde dat hij het fijn vond dat zijn eigen collega’s bij hem waren. Dat doet je goed. Misschien had ik die bevestiging wel even nodig.’ Chirurgen weten de arm redelijk te herstellen. Hoewel het slachtoffer aan zijn ene hand nog maar twee vingers heeft, zit hij toch bij de brandweer. ‘De wilskracht van die jongen is enorm. Het is een proces van jaren geweest. Met een aangepaste handschoen is hij door de keuring gekomen. Hij heeft de hele opleiding Manschap A voltooid. Een mooier einde van een heftige inzet kun je niet wensen.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

33


VAKANTI EFOTO’s

Met vakantiegroeten uit... Vanuit alle hoeken van de wereld zijn deze zomer vakantiefoto’s ingestuurd. Van een brandweerbeschermheilige in Oostenrijk tot een Deense crashtender en een inzet bij het opsporen en veiligstellen van explosieven in Battambang in Cambodja. Een kleine selectie van alle mooie foto’s die in onze mailbox verschenen. Op www.brandenbrandweer.nl vindt u er meer.

Anja van der Wal kwam tijdens haar vakantie in Berlijn langs deze beroepskazerne uit 1883 op de Prenzlauer Berg.

Adviseur Gevaarlijke Stoffen Dick Arentsen (derde van links) ziet in Battambang in Cambodja hoe daar de brandveiligheid bij het opsporen en veiligstellen van explosieven is geregeld.

Harco van Oorschot bezoekt tijdens zijn vakantie in Denemarken de jaarlijkse open dag van de Deense luchtmacht op vliegbasis Skrydstrup. Daar ziet hij onder andere een E-One crashtender, een Kawasaki brandweervoertuig van Brand & Redningscenter Nyborg en een oud Klöckner / Deutz brandweervoertuig met kleine blusmiddelen.

Francis Klaverveld rijdt tijdens zijn vakantie in Myanmar in een Tuk Tuk langs de brandweerkazerne. Hoewel het land veel armoede kent, heeft de brandweer een prachtig onderkomen.

34

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Op het zonnige Ibiza ontdekt Gerben Dijkstra uit Sluiskil het Parc de Bombers, de lokale brandweerkazerne.

Brand&Brandweer


VAKANTI EFOTO’s

Harry en Bianca Bakker bezoeken tijdens hun vakantie in Portugal de kazerne in Villa Real de Santo Antonio.

In Legoland in Billund, Denemarken spot llse Vennegoor een kleine versie van de hoofdkazerne van de brandweer in Kopenhagen.

Door een vlam in de pan in een restaurant ziet Paul de Jong tijdens zijn vakantie in Colónia Saint Jordi op Mallorca de plaatselijke brandweer in actie.

In Portugal ziet Martijn Plantinga in Tarvia de brandweerkazerne. Binnen staan twaalf voertuigen klaar voor de uitruk: een waterwagen, een ladderwagen, twee TS’en, een natuurbrandbestrijdingsvoertuig TS2, een natuurbrandbestrijdingsvoertuig TS4, een voertuig voor de OvD, twee ambulances, een SIV en een hulpverleningsvoertuig. Sommige voertuigen hebben een uitrukgebied van veertig kilometer. Daarnaast ziet Plantinga er ook deze oude Mercedes Benz Nurburg staan.

De autoladder van de brandweer in Barber op Curaçao staat klaar voor de uitruk, zo zag Perry Madou.

Voor de ingang van de brandweerkazerne in Monte Carlo in Monaco ziet René de Feijter een oude handpompwagen.

Robert Kes steekt voor zijn vakantie de oceaan over en ziet in Greenwich in Connecticut in de Verenigde Staten dit voertuig.

Brand&Brandweer

Richard Hassink overnacht in Kinding in Duitsland. Daar maakt hij deze foto met de brandweerbeschermheilige Sint Florian.

Tijdens zijn vakantie op Kreta ziet Koen de Boer bij Plakias dit voertuig van de Griekse brandweer.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

35


i ngezon den

Toepassingsmogelijkheden van 3D-modellen voor de brandweer

Fotografie: SIMs3D

De onderzoeksgroep SIMs3D ontwikkelt 3D-indoormodellen voor de hulpdiensten. Deze modellen geven een overzichtelijk beeld van een binnenruimte en kunnen nuttige informatie bevatten voor de brandweer, zowel in de preventieve als de repressieve fase. Wat zijn 3Dindoor-modellen? Hoe kan de brandweer ze toepassen? En welke informatie is hiervoor nodig?

Een puntenwolk van de brandweerkazerne Berkel en Rodenrijs.

Door Tom van der Meer

D

e informatievoorziening bij de brandweer wordt continu uitgebreid en verbeterd. In verschillende operationele informatiesystemen worden 2D-plattegronden steeds geavanceerder, maar er is een nieuwkomer. 3D-indoormodellen geven een uitgebreid ruimtelijk beeld van incidenten. Dat biedt de brandweer nieuwe kansen. De SIMs3D onderzoeksgroep (www.sims3d.net) ontwikkelt efficiënte methoden om informatierijke 3D-modellen van gebouwen te maken. Verschillende veiligheidsregio’s zijn aan het experimenteren met de techniek. In de kazerne Berkel en Rodenrijs en de Maassilo zijn bijvoorbeeld verschillende scanmethoden getest. Wat is 3D-indoor? 3D-indoormodellen zijn digitale weergaven van een binnenruimte. Deze modellen geven naast de vorm van de ruimte ook semantische informatie weer zoals ruimtefuncties, bouwmaterialen en objectnamen. Het maken van een 3D-indoormodel gebeurt grofweg in drie stappen: het scannen van de binnenruimte, het maken van een 3D-model en het toevoegen van semantische informatie. Allereerst wordt de binnenruimte met een 3Dscanapparaat handmatig gescand. Het resultaat is een punten36

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

wolk, een grote verzameling van punten met elk een X-, Y- en Z-coördinaat. Vervolgens moet uit deze puntenwolk een 3D-model worden berekend. De ruimte tussen de punten wordt doorberekend naar vlakken en vormen waarin de gescande ruimte herkend kan worden. Dit 3D-model geeft alleen de vorm van de ruimte. Tijdens de derde stap wordt semantische informatie toegevoegd. Objecten als deuren, blussystemen of gevaarlijke stoffen dienen te worden geïdentificeerd en bouwmaterialen en bouweigenschappen, zoals houten vloeren en verlaagde plafonds, moeten in het model worden verwerkt. Extra dimensie De derde dimensie brengt extra mogelijkheden met zich mee ten opzichte van de platte weergave van gebouwen. Tijdens een repressieve inzet worden ruimtes bijvoorbeeld makkelijker herkend en de modellen kunnen veel informatie bevatten zonder onoverzichtelijk te worden. Op welk apparaat de modellen worden weergeven, hangt af van het doel en de gebruiker. Zo is er tijdens een preventiecontrole genoeg tijd om het model te raadplegen op een tablet, maar wil de repressieve dienst tijdens een binneninzet de handen vrijhouden. Voor hen zijn er andere opties zoals audio-ondersteuning van een bevelvoerder met een tablet. In de toekomst zijn er wellicht manieren om het model in het

Brand&Brandweer


i ngezon den

3D voor preventie en preparatie In de preventiefase kunnen 3D-indoormodellen worden gebruikt om de staat van brandveiligheid te monitoren. In het model kunnen alle maatregelen worden weergeven en aangepast, zodat ze tijdens een controle makkelijk terug te vinden zijn. Tijdens deze fase is het belangrijk dat het model regelmatig wordt geüpdatet, zodat de brandweer tijdens een incident met actuele informatie kan werken. 3D-indoormodellen kunnen een grote rol spelen in de voorbereiding op een incident. Momenteel worden virtuele trainingen gedaan in fictieve gebouwen, om bevelvoerders en Officieren van Dienst te trainen in hun besluitvorming. In Twente wordt gewerkt aan de ontwikkeling van REDSUIT. Met deze technologie is het mogelijk om met uitrusting rond te lopen in een virtueel gebouw. Er wordt daarbij ook gekeken hoe gescande 3D-indoormodellen een meerwaarde kunnen vormen. Als zulke trainingen in de toekomst in gescande 3D-modellen van bestaande gebouwen kunnen worden gedaan, leren brandweerlieden de omgeving van potentiële incidenten kennen. Dit levert met name voordelen op bij complexe gebouwen en gebouwen die doorgaans moeilijk toegankelijk zijn voor trainingen, zoals ziekenhuizen of gevangenissen. Ook kunnen de modellen worden gebruikt voor het maken van aanvalsplannen. Verschillende acties kunnen in het perspectief worden geplaatst van een overzichtelijk model. In de aankomende Omgevingswet en de handhaving ervan kunnen 3D-indoormodellen ook een rol spelen. Met slimme modellering wordt het haalbaar om op een goedkope manier inzicht te geven in verbouwingen van complexe gebouwen. Dit maakt het inspraaktraject toegankelijker voor betrokken partijen bij grote verbouwingen of bouwprojecten. Repressie De meeste toepassingsmogelijkheden zijn er tijdens een repressieve inzet. Het 3D-indoormodel kan in deze fase een grote hoeveelheid informatie bieden, zonder onoverzichtelijk te worden. Informatie over bouwmaterialen, brandcompartimentering en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen kan helpen bij de keuze voor een kwadrant uit het kwadrantenmodel. Tijdens een verkenning kan het model worden geraadpleegd voor de beste, veiligste of snelste route naar het doel. Daarnaast maakt het 3D-model het mogelijk om brandweerlieden te volgen tijdens een inzet, waardoor bevelvoerders hun manschappen gerichte bevelen kunnen geven via de audioverbinding. Ook bouweigenschappen kunnen goed in een 3D-model weergeven worden. Een grote ruimte tussen het plafond en de vloer van de verdieping erboven wijst bijvoorbeeld op een verlaagd plafond en een verhoogd risico op een flashover. Bij inzet van de coldcutter of Fognail is het belangrijk de vorm en het volume van de ruimte achter een scheiding belangrijk. Hiervoor kan het 3D-indoormodel worden geraadpleegd. Nazorg Naast de inzet bij preventie en repressie kunnen 3D-indoormodellen ook helpen tijdens de nazorgfase. Als alle gebeurtenissen en

Brand&Brandweer

handelingen in het perspectief van een ruimtelijk model worden geplaatst, krijgen de betrokkenen een beter overzicht van het incident en van de rol die zij speelden. Om meer te leren over de oorzaak en het verloop van een brand en de effectiviteit van brandpreventie, kan na een brand het team brandonderzoek worden ingeschakeld. Het kan brandonderzoekers helpen als ze precies kunnen zien hoe het gebouw er voor de brand uitzag. Een digitaal model kan veel vertellen over bouweigenschappen en mogelijke oorzaken van het incident. Vooruit kijken Effectieve informatievoorziening is cruciaal voor de brandweer. In de toekomst kan de integratie van verschillende modellen en technologieën leiden tot een veelzijdig operationeel informatiesysteem met gegevens op verschillende schaalniveaus. Fotografie: Troned

ademluchttoestel te projecteren zodat brandweerlieden hun ogen niet van het incident af hoeven te houden. Er wordt gekeken naar oplossingen met de bril van Google Glass. Investeringen van meer dan vier miljard euro in Magic Leap wijzen er zelfs op dat we in de toekomst 3D-modellen in Mixed Reality kunnen bekijken. Hierbij zijn virtuele objecten geïntegreerd in de natuurlijke omgeving en kunnen reageren op de natuurlijke objecten.

Met REDSUIT is het mogelijk om rond te lopen in een virtueel gebouw.

3D-indoormodellen zijn een nuttige aanvulling hierop. Ze bieden mogelijkheden voor meerdere processen binnen de brandweerorganisatie. Verschillende veiligheidsregio’s zijn de mogelijkheden van de techniek aan het verkennen. Naar verwachting krijgen we in de toekomst meer nieuwe ontwikkelingen te zien. Door de benodigde upgrades van hardware en software is het geen geringe investering, hiervoor moet draagvlak worden gecreëerd. Ook is het een uitdaging om 3D-modellen te ontwerpen die alle informatie bevatten die voor de verschillende doeleinden nodig is, en toch overzichtelijk en intuïtief genoeg zijn voor gebruik tijdens een repressieve inzet. Hoewel er dus grote stappen ondernomen moeten worden om de brandweerorganisatie 3D-klaar te maken, kunnen 3D-indoormodellen grote diensten bewijzen. Immers, deze inspanningen zullen bijdragen aan de effectiviteit van de brandweer en daarmee aan de veiligheid van Nederland. ■ Dit onderzoek is medegefinancierd door NWO/STW. Met medewerking van: Huib Fransen en Vincent Oskam van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Sisi Zlatanova, Abdoulaye Diakité, Michael Peter en Shayan Nikoohemat van SIMs3D en Henk Djurrema, Gerke Spaling en Rob Peters van iNowit.

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

37


Weet u hoe u een binnenbrand effectief en veilig kunt bestrijden?

Brandbestrijding: → Wanneer kies je voor HD, en wanneer vooral niet? → Ventilatie: wanneer is het zinvol, wanneer gevaarlijk? → Waarom is verkennen zo belangrijk? → Wat is nog veilig en gezond, waar liggen grenzen, hoe verloopt herstel?

Bestel direct op sdu.nl/brandbestrijding


Gesch i eden is

Grote slagen gemaakt in brandbestrijding Schoorlse duinen Een grote brand in de Schoorlse duinen legt zeven jaar geleden 150 hectare natuurgebied in de as. Ongeveer duizend brandweerlieden zijn betrokken bij de bestrijding van dit incident. Voor Nederlandse begrippen een ongekend aantal. Wat waren de leerpunten van deze inzet? Welke zijn inmiddels doorgevoerd? En, zou een natuurbrand in de Schoorlse duinen nogmaals zo groot kunnen worden?

Door JILDOU VISSER Fotografie Brandweer Bergen

E

én van de aanbevelingen uit het onderzoek naar de inzet heeft betrekking op de aflossing. Dit dient sneller en beter gecoördineerd te worden in verband met uitputting van de eenheden, zo valt te lezen in het rapport dat het toenmalige NIFV opstelde. ‘De problemen rondom de aflossing hadden deels te maken met het tijdstip. Veel regio’s konden zelf geen eenheden sturen, omdat ze net als ons, ook in code rood zaten. In droge perioden zou de grootschalige bijstand uit andere regio’s nog steeds een probleem kunnen zijn’, vertelt Adri Doppenberg, specialist operationele voorbereiding bij Veiligheidsregio NoordHolland Noord. Materieel Een andere belangrijke conclusie uit het rapport is dat natuurbrandbestrijding in algemene zin preparatief beter voorbereid dient te worden, onder andere op het gebied van materieel. ‘Juist door de code rood in grote delen van het land was het lastig natuurbrandbestrijdingsmaterieel uit andere regio’s in te zetten. We hadden zelf twee natuurbrandbestrijdingsvoertuigen, maar die konden niet rijdend blussen. Inmiddels hebben we er drie combinatievoertuigen bij gekregen. Deze kunnen dit wel en hebben een grotere watertank’, aldus Doppenberg. ‘Die zijn, mede door deze brand, sneller dan gepland aangeschaft. Daarnaast is de regio nog bezig met een aanbesteding. In totaal hebben we dan zeven van dit soort voertuigen. Met dat materieel erbij zijn wij beter voorbereid op grote natuurbranden.’ Daarnaast vertelt Doppenberg dat ook in het kaartmateriaal een slag geslagen is. ‘Wij maken nu gebruik van kaarten die vergelijkbaar zijn met de defensiestafkaarten. Daarop staan ook hoogtes, dieptes en de begroeiing aangegeven. Daarnaast zijn de kaarten ingedeeld in vakken, dat maakt het makkelijker eenheden aan te sturen. Deze kaarten worden jaarlijks geüpdatet en zijn voldoende

Brand&Brandweer

De brand in de Schoorlse duinen in 2009 legt in totaal 150 hectare natuurgebied in de as.

op voorraad voor eenheden van buiten de regio.’ Ook heeft de regio inmiddels een natuurbrandbestrijdingscontainer met vuurzwepen en andere hulpmiddelen. Bluswater Tijdens de bestrijding van de natuurbrand in 2009 lopen de eenheden aan tegen een tekort aan bluswater. Dat probleem is volgens Doppenberg inmiddels verholpen. ‘Bij Bergen aan Zee heeft Defensie een geboorde put geslagen. Met een dompelpomp en externe aggregaat kun je daar veel bluswater vandaan halen. Daarnaast zijn we bezig om deze putten te realiseren op Texel en bij Den Helder. In droge periodes plaatsen we bovendien drie watercontainers op strategische punten in het natuurgebied. Die kunnen ieder ongeveer twintig- tot veertigduizend liter water leveren.’ Multidisciplinaire samenwerking Hoewel Veiligheidsregio Noord-Holland Noord ten tijde van de brand al veel samenwerkte met multidisciplinaire partners als PWN en Staatsbosbeheer, is dat sinds de brand wel geïntensiveerd. ‘Ieder jaar evalueren we in februari en oktober met elkaar. Wat is dat seizoen goed gegaan? Wat moet worden verbeterd? Door beter en vaker contact te hebben, houd je meer rekening met elkaar. Bovendien leer je elkaars techniek en tactiek kennen en weten wij welke gebieden we koste wat kost moeten proberen te redden en wat af mag branden’, aldus Doppenberg. ‘Zo moest Staatsbosbeheer onlangs een nieuw fietspad aanleggen. Waar ze normaal wellicht een schelpenpad hadden aangelegd, ligt er nu een betonnen pad ter breedte van een TS, zodat wij er ook gebruik van kunnen maken. Ook op het gebied van vakbekwaamheid zijn we in overleg met Staatsbosbeheer. Begin volgend jaar organiseren we een grote oefening in de duinen.’ Al met al concludeert Doppenberg dat de regio heeft geleerd van de grote natuurbrand in 2009. ‘We zijn nu beter voorbereid en kunnen naar alle waarschijnlijkheid de brand daardoor makkelijker beperken.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

39


Person eel & Org an isati e

Leidraad Brandweeruitvaart, richtlijn voor waardig afscheid Het overlijden van een collega is één van de dingen die je hoopt nooit te hoeven meemaken. Als het gebeurt, is het goed om te weten op welke wijze de brandweer invulling kan geven aan een uitvaart. De Leidraad Brandweeruitvaart geeft een overzicht van de mogelijkheden en onmogelijkheden bij uitvaarten met korpseer en uitvaarten met brandweerbetrokkenheid.

Door JILDOU VISSER Fotografie Jeffrey Koper

D

e Leidraad Brandweeruitvaart maakt een onderscheid tussen brandweerlieden die tijdens de dienst als gevolg van het werk omkomen en brandweerlieden die buiten het werk om overlijden. Voor de eerste groep beschrijft de leidraad een uitvaart met korpseer. Voor de tweede groep is dat een uitvaart met brandweerbetrokkenheid. ‘Enkele jaren geleden zagen we dat steeds meer ceremonies die zijn voorbehouden aan uitvaarten van collega’s die tijdens het brandweerwerk omkomen, werden gebruikt bij uitvaarten van collega’s die niet als gevolg van het vak zijn komen te overlijden.

40

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Alle varianten waren denkbaar. Je loopt dan het risico dat je geen onderscheid meer ziet tussen de twee typen uitvaarten. Als iedereen hetzelfde krijgt, is er geen korpseer meer’, zo begint Steven van de Looij, regionaal commandant van Veiligheidsregio NoordHolland Noord. Hij is al zes jaar lid van het Begrafenis Bijstands Team Brandweer (BBT) en heeft meegeschreven aan de leidraad. ‘Het is goed om dat onderscheid te bewaken, daarom hebben we de leidraad opgesteld.’ Uitvaart met korpseer Bij het opstellen van de leidraad heeft het BBT gekeken naar de uitvaarten van brandweerlieden die de afgelopen jaren tijdens de dienst zijn overleden. Ook is gekeken naar de rituelen die Defensie

Brand&Brandweer


Person eel & Organ isati e

hanteert. ‘Op basis daarvan zijn we gekomen tot een aantal rituelen die we specifiek voorbehouden aan uitvaarten met korpseer, zoals het afvlaggen van de kist, de erehaag binnen en het op de schouder dragen van de kist. Daarnaast benoemen we de rituelen die wel en niet mogen. Een uitvaart blijft altijd maatwerk en wordt geregeld in overleg met de familie. Zo is bij een uitvaart met korpseer het afvlaggen van de kist en het plaatsen van bloemen, pet en versierselen op de kist, verplicht. De echtgenote van John Impink, de duiker uit onze regio die twee jaar geleden is omgekomen tijdens een inzet, vroeg of zijn schaatsen op de kist mochten. Hij was een fervent schaatser. Volgens de protocollen kan dat niet en dus zijn we op zoek gegaan naar een oplossing. Tijdens de uitvaart liep een familielid met een kussentje met zijn schaatsen erop achter de kist aan. Dat zag er eervol uit. Daarnaast wenste de familie de uitvaart beperkt te houden. Normaal was altijd iedereen van Brandweer Nederland die wilde komen, welkom. Maar de familie wilde geen grote ceremonie. We zijn toen gaan nadenken over kleinere uitvaarten’, vertelt Van de Looij.

‘Een uitvaart blijft altijd maatwerk en wordt geregeld in overleg met de familie’ Bij uitvaarten met korpseer wordt het brandweerdeel geregeld door het BBT. ‘De ervaring leert dat onze hulp de familie en het betrokken brandweerkorps vaak rust en houvast geeft. Ik heb dat zelf twee jaar geleden ook zo ervaren. Het BBT heeft mij toen alles uit handen genomen. Het overlijden van een collega is het ergste dat je kan overkomen, dan is het ontzettend fijn dat alles voor je geregeld wordt. Op zo’n moment voelt Brandweer Nederland als één grote familie.’ Mooiste ritueel Eén van de mooiste rituelen vindt Van de Looij de dodenwake. Dit ritueel mag zowel bij een uitvaart met korpseer als bij een uitvaart met brandweerbetrokkenheid worden toegepast. ‘Vanaf de dag voor de uitvaart wordt de overledene omringd door zes collega’s. Het ritueel komt van Defensie. De symboliek ervan, dat je tot het laatste moment niet alleen bent, vind ik mooi. Ook het afvlaggen van de kist vind ik een mooi ritueel. Vlak voordat iemand echt begraven of gecremeerd wordt, wordt de vlag aangeboden aan de nabestaande.’ Uitvaart met brandweerbetrokkenheid Naast een uitvaart met korpseer, beschrijft de leidraad ook de mogelijkheden en onmogelijkheden van een uitvaart met brandweerbetrokkenheid. Deze uitvaart kan voor iedereen die buiten het werk om overlijdt en nog in actieve brandweerdienst is, worden verzorgd. ‘Het is ontzettend handig dat, wanneer er een collega overlijdt, er een richtlijn op papier staat. Dat geeft houvast’, zo begint clustercommandant Marrit Yntema van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Vorig jaar september heeft zij, de toen nog conceptversie van de leidraad gebruikt bij het overlijden van een van de bevelvoerders in de regio. ‘Hij is onwel geworden, naar het ziekenhuis gebracht en een dag later overleden. Zo’n gebeurtenis heeft enorme impact op een post. Vanaf dat moment ben ik op de achtergrond betrok-

Brand&Brandweer

ken geweest om de ploegcommandant Paul Auee te ondersteunen in het regelen van alle zaken. Hij onderhield het contact met de familie. Op de achtergrond nam ik hem dingen uit handen. Voor hem was het al emotioneel genoeg.’ ‘Het moment dat je het bericht krijgt dat een naaste collega is overleden, is een grote schok. Ik heb de ploeg op de hoogte gebracht en we zijn samengekomen op de post’, vertelt Auee. ‘Je praat met elkaar, er komen verhalen boven en er is verdriet. In de loop van de ochtend hebben we zijn uitrusting gepakt en in de kazerne een gedenkplek gemaakt. We hebben de vlag gepakt en halfstok gehesen. Eigenlijk gaan die dingen spontaan.’ Aan het einde van de ochtend gaat Auee naar de familie. ’s Avonds komt de ploeg opnieuw bijeen in te kazerne. ‘Dan komen de vragen. Hoe gaan we de uitvaart doen? Mag hij in brandweeruniform worden opgebaard? Wat kan de ploeg doen? Mogen we een erehaag of een dodenwake doen? Als ploeg wil je veel, maar je moet waken voor een goede balans en rekening houden met de wensen van de familie. In de loop van de dag kregen we de leidraad. Dat geeft antwoorden en een houvast. De protocollen staan erin en je weet wat je aan technische zaken moet regelen. Maar hoe je moet omgaan met het emotionele stuk staat er niet in. Als ploeg moet je zorgen dat je uiting kunt geven aan het verdriet. Dat moet je samen doen, daar moet je ruimte voor creëren. Wij zijn die week veel samengekomen. Collega’s zijn ook alleen op de post geweest, bij de gedenkplek. Het was fijn dat de leidraad er was, maar ook dat ik dingen weg kon zetten bij Marrit, want je hoofd staat niet altijd naar het regelen van praktische zaken.’

‘Het is handig dat, wanneer er een collega overlijdt, er een richtlijn op papier staat’ Yntema en Auee zitten voorafgaand aan de uitvaart bijna een dag met de uitvaartondernemer om tafel om zaken door te spreken. ‘De uitvaartondernemer had ook nog niet eerder een brandweeruitvaart meegemaakt. Stap voor stap hebben we alles doorgelopen. Ook dan is het fijn dat de leidraad er is, want naast dat deze beschrijft wat wel en niet mag, staat er ook in hoe je dingen kunt aanpakken en vormgeven’, vertelt Yntema. Volgens haar is het belangrijk om na de uitvaart ook te denken aan de periode erna. ‘Met de uitvaart alleen is het niet klaar. Je krijgt ook een administratief traject, een eindsalaris en de mailingen en de post moeten worden stopgezet. Daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Geef het een menselijke touch. Wij zijn later nog bij de familie geweest om een kerstpakket te brengen. In de loop van het jaar was er ook nog regelmatig bezoek en contact met de familie. Het is nu bijna een jaar later. Een moment om bij het overlijden stil te staan en daar aandacht aan te schenken. Vaak vindt de familie het ook fijn om contact te hebben.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

41


Materi eel

FLIB vaste waarde geworden bij inkoopsamenwerking Na twee succesvolle pilotjaren heeft de Faciliteit Landelijke Inkoop Brandweer Nederland (FLIB) een vaste plek gekregen bij het IFV. Als kenniscentrum gaat de FLIB inkoopexperts uit de 25 regio’s helpen bij het opbouwen van inkoopkennis en -expertise en bij het uitvoeren van interregionale en landelijke aanbestedingen. Dit betekent een flinke impuls aan kennis, kwaliteit en efficiëntie. Door Casper Ferwerda

D

e doorstart van de FLIB ging op 1 juli officieel in, na goedkeuring van de Raad van Brandweercommandanten (RBC). Een uitgebreide evaluatie met de regio’s speelde daarbij een belangrijke rol. Hieruit kwam naar voren dat de FLIB zijn meerwaarde heeft bewezen. Trots ‘We mogen trots zijn op de FLIB’, zegt Mark Bokdam van Brandweer Twente. Als voorzitter van de landelijke vakgroep Materieel, Services en Ondersteuning zat hij in de stuurgroep van de FLIB. ‘Wij zijn niet zoals de politie landelijk georganiseerd. Om dan op deze manier gezamenlijk op te trekken en een kwaliteitsslag te maken, is een prestatie.’ De faciliteit gaat regio’s de komende tijd ondersteunen bij verdere professionalisering door kennis en kunde in de regio te bundelen en aan iedereen aan te bieden. Ook ontwikkelt de FLIB nieuwe expertise via portfoliomanagement voor productgroepen en worden aanbestedingskalenders en andere belangrijke inkoopprocessen bijgehouden. Bokdam: ‘Door het delen van kennis zijn de producten die gezamenlijk worden ingekocht van betere kwaliteit. Bovendien hoeven we niet 25 keer het wiel uit te vinden, waardoor we inkoopkosten besparen.’ Groter niet altijd beter De tweejarige pilot startte op 1 juli 2014 met als doel om de voordelen van landelijke inkoopsamenwerking in kaart te brengen. Aanvankelijk lag de focus vooral op het gezamenlijk aanbesteden, vertelt John van der Zwan. Als voorzitter van de stuurgroep 42

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Inkoopsamenwerking, die de FLIB heeft begeleid, was hij nauw betrokken bij de pilot. ‘We wilden op grotere schaal inkopen om zoveel mogelijk voordeel te halen, bijvoorbeeld bij de aanbesteding van tankpassen, verzekeringen en portofoons. Hierdoor zou je bij een aanbesteding sterker staan in de markt en kosten kunnen besparen.’ Maar de grootschaligheid werkt niet altijd. Samen inkopen kan ook ongunstig uitpakken, zo bleek tijdens de pilot. ‘Daar kwamen we onder andere achter toen we met vier regio’s personele verzekeringen wilden afsluiten’, zegt FLIB’s accountmanager Denise Baecklant. ‘Verzekeringsmaatschappijen gingen juist een hogere premie berekenen, omdat de risico’s in hun ogen vier keer zo hoog werden. Daarnaast kan grootschalig aanbesteden lastig zijn wanneer enkele regio’s lopende contracten hebben met deelnemende fabrikanten. Of als er bij een regio behoefte is aan een lokale partij, zoals bij arbodiensten.’ Ontwikkeling naar kenniscentrum Bij de FLIB-pilot zijn meerdere aanbestedingen met succes afgerond, bijvoorbeeld van haakarmvoertuigen en duurzame energie. Gaandeweg is duidelijk geworden dat de koers aangepast moest worden. De regio’s wilden meer kennis en expertise om voor producten of diensten een goede aanbestedingsstrategie te maken. Hoe ziet de leveranciersmarkt eruit? Wat zijn de laatste ontwikkelingen in de wetgeving? Baecklant: ‘Echt op de inhoud zitten en zo een inkoopstrategie bedenken. Eerst goed nadenken over wat we willen en daarna bekijken hoe het aangepakt moet worden. We hebben tijdens de pilot dus een behoorlijke draai gemaakt.’ Van der Zwan is blij met de doorontwikkeling naar een kenniscentrum. ‘De nieuwe vorm sluit beter aan bij de behoefte.’

Brand&Brandweer


Fotografie: Veiligheidsregio Flevoland

Materi eel

Mark Bokdam: ‘Door het delen van inkoopkennis, zijn de producten van betere kwaliteit.’

John van der Zwan: ‘De nieuwe vorm sluit beter aan bij de behoefte.’

Structuren vaststellen De FLIB gaat verder met het portfoliomanagement. De kennis die wordt verzameld, komt ter beschikking van alle regio’s. Het FLIB-team ontzorgt de regionale inkopers door kennis te delen en vraag en aanbod te matchen via onder meer aanbestedingskalenders. Daarbij komt in 2017 ondersteuning tijdens aanbestedingen van onder meer energie, warmtebeeldcamera’s, telefonie en afvalverwerking. ‘Momenteel bekijken we hoe de portfolio’s eruit komen te zien’, vertelt Baecklant. ‘Opties hiervoor zijn bijvoorbeeld duurzaamheid en arbeidshygiëne. Hiervoor hebben we veel contact met programmaraden, netwerken en de vakgroep Inkoop. Dit moet in het najaar in kaart zijn gebracht.’ Bokdam is blij dat regionale experts intensief worden betrokken bij de gezamenlijke aanbestedingen. Dit gebeurde ook tijdens de pilot. ‘Zij weten wat nodig is. Daarom vormen ze in de nieuwe structuur bij een aanbesteding ook de projectgroep.’ Sommige projectgroepen, kunnen nog een projectleider gebruiken, merkt Bokdam op. ‘Wie belangstelling heeft, kan zich melden bij Denise Baecklant.’ Vanuit zijn eigen regio Twente hebben twee inkopers tijdens de pilot als projectleider opgetreden bij grote aanbestedingen. ‘Voor hen was het een kans om zich verder te ontwikkelen.’ Landelijke seminar Om kennis en ervaringen te verzamelen en met alle regio’s te delen, stelt FLIB vaknotities op over bijvoorbeeld elektronisch aanbesteden en outsourcen. Daarnaast organiseert het team samen met de vakgroep Inkoop van Brandweer Nederland seminars, themadagen en praktische trainingen, zoals over het gebruik van TenderNed. Baecklant kondigt aan dat er weer een landelijke seminar gaat komen, op 9 februari 2017 in Arnhem. ‘Vorig jaar is er ook een gehouden, dat was een groot succes. Ruim 130 man, niet alleen inkopers, maar ook juristen en projectleiders, zijn op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen.’ Helemaal gratis is de hulp niet. Daarvoor is de capaciteit van de FLIB te gering. De kosten voor de ondersteuning bij het doorlopen van een interregionale of landelijke aanbesteding dienen de

Brand&Brandweer

Denise Baecklant: ‘We hebben tijdens de pilot een behoorlijke draai gemaakt.’

Maarten Zijp: ‘FLIB levert een bijdrage aan de professio-nalisering van het inkoop-proces.’

deelnemers te betalen. Het gaat om een financiële vergoeding voor onder meer projectleiding, contractmanagement, de projecturen van de FLIB en juridische ondersteuning. Baecklant:‘Ook hier willen we na de zomer uit zijn. Waarschijnlijk zijn er straks twee verdeelsleutels, waarbij de vrijheid bestaat om per aanbesteding voor een variant te kiezen.’ Gunstig voor iedereen Volgens Bokdam doet dat niks af aan de win-winsituatie. ‘Na de regionaliseringsslag merk ik dat regio’s nu meer willen samenwerken. Meedoen aan een aanbesteding is niet verplicht, maar gezamenlijk inkopen kan je veel opleveren, niet alleen financieel. Natuurlijk is het zo dat de ene regio bij een bepaalde aanbesteding beschikt over meer kennis en ervaring over een dienst of product dan een andere regio, zij kunnen de kritische noten plaatsen. De minder ervaren regio’s kunnen hiervan profiteren. Kortom, dit is voor iedereen gunstig.’ ■

Vakgroep Inkoop: ‘Zeer nauwe samenwerking met FLIB’ Maarten Zijp, voorzitter van de vakgroep Inkoop: ‘Ik ben blij dat de FLIB een vervolg krijgt. Er wordt een bijdrage geleverd aan de professionalisering van het inkoopproces bij de veiligheidsregio’s. Tijdens de pilot is er ingesprongen op de veranderende vraag vanuit het veld. De koers is gewijzigd doordat bepaalde initiatieven niet bleken te werken, maar ook is geanticipeerd op verandering van de behoefte bij de veiligheidsregio’s. Ik hoop en verwacht dat de FLIB in de toekomst net zo flexibel zal zijn en daarmee ondersteunend is aan het inkoopproces bij de veiligheidsregio’s. Ik ben blij dat de vakgroep Inkoop en de FLIB zeer nauw samenwerken. Onze doelstellingen komen overeen. Wensen en ideeën die wij als vakgroep Inkoop bespreken, hoeven we niet altijd zelf op te pakken; hier kan de FLIB als kartrekker actief mee aan de slag.’

Sdu Uitgevers - nummer 9 september 2016

43


gespot i n de markt

Brandveiligheid in dierverblijven dichterbij een MDV-gecertificeerde stal, een veilige omgeving voor hun dieren, subsidies en fiscale voordelen.

Een stalbrand is het schrikbeeld van elke veehouder en laat een diepe indruk achter bij de veehouder zelf, maar ook bij brandweerlieden en de omgeving. Sinds 2012 moeten nieuwe stallen brandveiliger worden gebouwd. Bij een stal die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij is oog voor dierenwelzijn, diergezondheid, een

lagere milieubelasting en de omgeving. Maar bestaande stallen zijn nog steeds niet veilig. Met de integratie van Rook- en Warmte Afvoer (RWA) in de Maatlat komt hier verandering in. Veehouders die een RWA-systeem willen toepassen, kunnen met een enkele investering veel punten verzamelen. Op deze manier komen zij

Rook- en Warmte Afvoer (RWA) Een RWA-systeem zorgt voor gecontroleerde afvoer van hitte en rook en creëert daardoor een rookvrije zone. Zo is de veehouder in staat zijn dieren veilig te evacueren en wordt de inzet van de brandweer verbeterd. Vaste openingen in het dak en permanent openstaande deuren zijn niet gewenst vanwege regeninslag, geuremissie of inbraak. Daarom zijn de openingen voorzien van een rookluik en zijn de deuren bedienbaar uitgevoerd. Bovendien is RWA perfect in te zetten als daglichtvoorziening en comfortcalamiteitenventilatie. Voor meer informatie: www.coltinfo.nl/ brandveiligheid-in-dierverblijven.html

Weet u alles over een brand? Fire dynamics: technical approach, tactical application

Lees het in het boek ‘Brandverloop’ Fire dynamics technical approach, tactical application Karel Lambert Siemco Baaij

• • • •

Wat is een brand eigenlijk? In welke fase bevindt een brand zich? Hoe kan deze brand het best bestreden worden In het Nederlands, Engels en Frans te verkrijgen

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandverloop

44

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen uit de markt


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Vaste adverteerders (contract­ houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Adviesbureau

Brandveiligheid

Geboorde brandputten

Nieman Raadgevende Ingenieurs Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030 2413427 Postbus 40147 8004 DC Zwolle Tel. 038 4670030 info@nieman.nl www.nieman.nl

P&G Safety Burgerstraat 26 5311 CX Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl

Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Adviesbureau brandpreventie Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal  Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Hulpverlenings­ gereedschappen Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Multidisciplinair Vakbekwaamheidscentrum Traning Base Weeze GmbH & Co.KG Flughafenring 16 47652 Weeze Deutschland Tel. +49(0) 2837 665 630 Fax +49(0) 2837 665 631 www.trainingbaseweeze.com

Vluchtdeurbeveiliging Nooduitgang.nl Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl

Stickers Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 9 - september 2016

45


Brandweer bevrijdt chauffeur na dutje Dat zelfs een dutje niet zonder gevaren is, ondervond een Duitse automobilist eind juli. De man kwam tijdens een hazenslaapje op een parkeerterrein klem te zitten in zijn auto. Uiteindelijk moest hij door de brandweer worden bevrijd. De 250 kilo wegende chauffeur besloot op een parkeerplaats om even zijn ogen dicht te doen. Eenmaal weggezakt gleed de man van zijn stoel af en kwam vast te zitten tussen de stoel en het dashboard. Met een hydraulische schaar is de volledige bovenkant van zijn auto los geknipt. ‘Er was geen andere manier om de man eruit te halen.’ Bron: Waarmaarraar.nl

Brandweer als verjaardagscadeau De Engelse Ivena Smailes had maar één wens voor haar 105e verjaardag. Een cake die persoonlijk wordt afgeleverd door een knappe, getatoeëerde brandweerman. Haar verzorgingstehuis besloot de uitdaging aan te gaan. Via een ladder klom een hunk van het brandweerkorps de feestzaal op de tweede verdieping van het rusthuis binnen, waar de bejaarde vrouw zat te wachten. ‘Er werd zelfs gediscussieerd over wie van de brandweermannen het mocht doen’, lacht Debra Carter van het rusthuis. Na de plechtige overhandiging van de cake met kaarsen, was er zelfs nog tijd voor een uitgebreide fotosessie met de brandweer.

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. September 2016 - nummer 9 jaargang 40 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Wij van PS: Ingrid Spijkers, Jildou Visser e-mail: jildou@wijvanps.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Albert-Jan van Maren, Veiligheidsregio Twente, Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland, Veiligheidsregio Utrecht, Ginopress, Wendy Kiel, IFV, Patrick van Gerner, Jeffrey Koper, Lilian van Rooij, Roel Dijkstra, Veiligheidsregio RotterdamRijnmond, Jolanda Haven, Tom van der Meer, SIMs3D, Troned, Brandweer Bergen, Veiligheidsregio Flevoland en Casper Ferwerda. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie, Rotterdam DRUK

Bron: Ad.nl

Wilco BV - Amersfoort UITGEVER

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl

Lijst van adverteerders

ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Holmatro Rescue Equipment

C2

P2000Shop Alarmeringsystemen

C4

Raaijmakers en Zn

19

Training Base Weeze GmbH&Co

22

W&G Nederland

19

SDU

4, 19, 22, 32, 38, C3

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2016

nummer Nr. 10 Nr. 11 Nr. 12

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 89 euro excl. BTW (94,34 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van B&B via www. brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 74 euro excl. BTW (89,54 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2016 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

verschijning sluiting 02-10 06-09 05-11 11-10 03-12 08-11

TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending:

3 weken voor verschijningsdatum

46

nummer 9 september 2016 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Toxic on Tour

50% korting voor klanten

Toxic 3 november 2016 | startlocatie: Wereldmuseum Rotterdam Tijdens Toxic on Tour wordt u helemaal bijgesproken door gerenommeerde sprekers. U volgt lezingen om vervolgens in de middag met uw vakgenoten in de bus te stappen voor bedrijfsbezoeken. U kiest zelf de bus route die u wilt volgen. Er zijn vier bus routes met ieder een eigen thema: inventarisatie, prioriteiten stellen, maatregelen en toezicht, inhoud van het VIB. Wat mag u van Toxic on Tour verwachten? > Een uniek kijkje achter de schermen bij voorbeeldorganisaties > Een uitgebreide update van de laatste ontwikkelingen op het gebied van chemische stoffen, procesveiligheid, explosieveiligheid en alle facetten van veiligheidscultuur en veiligheidsgedrag > Kennisdeling tussen vakgenoten staat de hele dag centraal

Stapt u bij ons in de bus? Inschrijven op www.toxicontour.nl

Sponsor:


PreCom

Next Generation Pagers

Met PreCom kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers beter gegarandeerd en wordt de efficiëntie van een alarmering verhoogd. PreCom Pager Next Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige generatie alarm ontvangers. Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaalt automatisch op waar nodig. Bovendien geeft PreCom een helder overzicht wie wanneer beschikbaar is. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting tijdig worden voorkomen. PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen.

el derde m on 0 PreCo ging P200 n verva

• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; • via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; • mobiele applicaties voor Android / iPhone / Windows Phone • door een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • beschikbaarheidsinformatie op IP67 pager via PreCom berichtgeving; • LCD kazerne bezetting en opkomst display; • meldkamer applicatie; • gevanceerd beschikbaarheid systeem. Wilt u meer informatie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.

P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15, Postbus 15, 5571MZ Bergeijk 5563ZG Westerhoven Nederland Tel : +31 13 2134104

www.p2000shop.nl E-mail: info@p2000shop.nl Fax: +31 13 7113018


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.