Vakblad Ambulancezorg 2015-2

Page 1

LE A I C SPE ITIE

ED

VA K B LA D V & V N A M B U LA N C EZO R G

J A A R G A N G 3 6 MEI 2 0 1 5

Vakblad

USAR: ambulanceverpleegkundigen terug uit Nepal Jordanië, deel 1 MMT-inzetcriteria, (g)een abc’tje? Brabantse ambulances naar de Filipijnen Mastocytose: ongewone allergische reactie Prehospitale diagnose met mobiele scanner bij neurotrauma

w w w.a mbula ncezor g.venvn.nl

LTR_P001_LTR-AMBU-02-2015 1

19-5-2015 13:54:37


X Series Xtreem Klein, Licht en Krachtig ®

X X X X X X

X X

X X X

X X

Klein Licht 4 kanalen Real-time CPR Feedback NIBD Volwassenen, pediatrische en neonatale toepassingen Microstream ® etCO 2 Volledig 12 kanaals ECG op scherm: statisch en dynamisch WiFi Bluetooth ® Masimo ® rainbow ® SET Sp0 2 /SpCO ®/SpMet ® 3 Invasieve (bloed) drukken 2 Temperatuurkanalen

Bekijk de X Series demo video

Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen. ZOLL Benelux, telefoon : +31 (0) 481 366 410 E-mail: info.benelux@zoll.com

Iris van Beem, EMS Territory Manager Netherlands, telefoon : +31 (0) 6 24 341 313 E-mail: ivbeem@zoll.com Bezoek onze Website : www.zoll.nl of www.zoll.be

© 2014 ZOLL Medical Corporation. All rights reserved. X Series and ZOLL are trademarks or registered trademarks of ZOLL Medical Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Masimo, Rainbow, SET, SpCO, and SpMet are trademarks or registered trademarks of Masimo Corporation. Microstream is a registered trademark of Oridion Medical 1987 Ltd.

LTR_P002_LTR-AMBU-02-2015 2

19-5-2015 13:58:51


Colofon

Introview

Vakblad V&VN Ambulancezorg Is het officieel orgaan van V&VN Ambulancezorg en is inbegrepen bij het lidmaatschap

‘Een vermoeden van iets wat misschien vleugels geven kan, wat doet opveren…, terwijl we toch eigenlijk niet eens vliegen kunnen.’ Een voor mij betekenisvolle uitspraak die ik lees in het boek ‘Niet de race maar de reis’ van Jolanda Linschooten. Haar boek ligt opengeslagen op mijn nachtkastje. Een inspirerend verhaal over trailrunnen maar bovenal over vrijheid en jezelf overwinnen. Linschooten is avonturier, fotografe en een van Nederlands sterkste ultratrail-loopsters. Ik ben fan van Jolanda. Niet omdat ik op mijn eigen bescheiden manier aan hardlopen en trailrunnen doe. Nee, het is de passie, kracht, kleinheid en grootheid, macht en onmacht en het grenzeloze doorzettingsvermogen dat zij van de pagina’s laat spetteren en die mij overweldigen. Een blauwdruk voor de reis die iedereen, op wat voor manier dan ook, maakt. Een reis waarin de eigen grenzen vervagen.

Jaargang 36, Nummer 2, Mei 2015 Hoofdredacteur Gerard Pijnenburg Redactieteam Gerard Pijnenburg Thijs Gras Vaste medewerkers Vakgroepen V&VN Ambulancezorg Afd. communicatie V&VN Aanleveren kopij Zie voor voorwaarden en aanleverinstructies de website http://ambulancezorg.venvn.nl Uitgever Sdu Uitgevers: Roel W. Roos, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl Bladmanagement drs. Karel Frijters, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl Abonnementen: (Ere)leden V&VN Ambulancezorg: gratis Opgave en adreswijziging leden: ledenservice@venvn.nl Overig: € 38,50 (excl. 6 % BTW, inclusief verzendkosten). Buitenland: € 43,50 Opgave en adreswijziging abonnement: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/catlogus/tsambu Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Opgave van advertenties Voor opgave van advertenties, voor vragen over combinatiekortingen bij multimediaal adverteren en voor overig mediakeuzeadvies kunt u zich wenden tot: I.S. Acquisitie tel.: 06-237 003 23 E-mail: info@is-acquisitie.com Internet: www.is-acquisitie.com © Sdu Uitgevers 2015 Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl. Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 2212 – 1714

collega’s en dank voor het delen van de ervaringen waardoor ik als lezer een klein stukje meekrijg van ‘de reis’ die zij maken, van wat hen drijft. Voor wie nog mee wil reizen in de volgende uitgave van het vakblad: de deadline voor jouw bijdrage is maandag 3 augustus. Alles wat je moet weten over het aanleveren van kopij kun je vinden op de website van de beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg: www.ambulancezorg.venvn.nl . De zomer komt er aan. Voor velen van ons tijd voor een ‘break’ en grensoverschrijdend reizen, ‘uitvliegen’. Doe rustig aan en kom heel terug: het gaat om de reis, niet om de race… Alle goeds en hou je veilig! Gerard Pijnenburg Hoofdredacteur

In deze uitgave van het vakblad vervagen de grenzen ook letterlijk. En is er de passie, kracht, kleinheid en grootheid, macht en onmacht en het grenzeloze doorzettingsvermogen van ambulancezorgverleners uit Nederland in Nepal, Jordanië, de Filipijnen… Op iedere plek zijn zij om een andere reden betrokken en aan de slag. Dat kan alleen als je daar passie voor hebt, als je bereid bent uit je comfort-zone te stappen. Verder kijken, en vooral doen, dan je neus lang is. ‘Chapeau’ voor deze

Inhoudsopgave 4 V&VN - mededelingen van bestuur

37 Brabantse ambulances naar de

10 Kort nieuws

41 Een ongewone allergische reactie

12 Ambulanceverpleegkundigen terug

43 Kort nieuws

en bureau

uit Nepal

18 Jordanië, deel 1 20

Filipijnen

44

Prehospitale diagnose bij neurotrauma

Kort nieuws

21 Venticare 29 Richtlijn opvang brandwondpatiënten 30 MMT-inzetcriteria, (g)een abc’tje? 36 Kort nieuws Coverfoto: Peter van der Struijs Leden van het USAR.NL-team zoeken naar overlevenden van de aardbeving in Nepal

AMBULANCEZORG 3

LTR_P003_LTR-AMBU-02-2015 3

19-5-2015 13:54:54


Voorwoord Volop in beweging: de tijd vliegt, het vliegwiel draait! We staan alweer voor een nieuwe zomerperiode die hopelijk mooi, lang en zonnig zal zijn. Een korte opsomming van onze meest in het oog springende ontwikkelingen.

Venticare Alle activiteiten van de laatste weken zijn gericht op het programma, de communicatie over en de verwachte ontmoeting met onze leden en collegae zorgverleners tijdens ons symposium, het Venticarecongres en de beurs. Onze Facebookvrienden en Twittervolgers zijn geïnformeerd. En uiteraard nu ook via ons vakblad. Als bestuur zijn we op 4 en 5 juni ruim vertegenwoordigd en staan we als vanouds graag onze collegae en leden te woord bij de stand, tot nu toe altijd levendige ontmoetingen.

Expertisegebied Ambulanceverpleegkundige Het Expertisegebied ambulanceverpleegkundige is eindelijk afgerond! Het beroepsprofiel van de ambulanceverpleegkundige is vastgesteld, ligt bij de drukker en is digitaal beschikbaar op de website www.ambulancezorg.venvn.nl . Alle CANMEDs, (de zgn. beroepsrollen naar het Canadees model voor medisch specialisten) zijn specifiek uitgewerkt

4 AMBULANCEZORG

LTR_P004_LTR-AMBU-02-2015 4

voor de ambulanceverpleegkundige, met een blik naar de toekomst. Met dit document hebben we een beschrijving gegeven van alle aanvullende verpleegkundige kennis, vaardigheden en rollen, waarover je dient te beschikken als en/of als je activiteiten ontplooit als ambulanceverpleegkundige. Het expertisegebied kan o.a. gebruikt worden bij diverse bij- en nascholingsprogramma’s en de CZO-initiële opleidingen voor ambulanceverpleegkundige worden hierop afgestemd. Als sector kunnen we ons met dit document voorbereiden op, en aansluiten bij de HBO- opgeleide verpleegkundigen in een veranderende zorgomgeving. Daarnaast kun je als professional dit document gebruiken om je eigen (gewenste of noodzakelijke ) professionele ontwikkeling in kaart te brengen. Het is de bedoeling dat ook de meldkamerverpleegkundige centralist spoedig een dergelijk beroepsprofiel krijgt, evenals de ambulancechauffeur.

Ambulancebeurs 2016 Vanuit het bestuur, in samenwerking met de Academie voor Ambulancezorg en AZN, zijn we bezig met de organisatie van een eigen ambulancezorgcongres & ambulance ‘challenge’ ( nee, ons werk is geen spel) en vakbeurs voor 6 en 7 april 2016. De aanpak van het geheel zal thematisch zijn. Buiten onze drie kernfuncties, gaan andere functionarissen tijdens scenario’s ook geprikkeld worden. Laat dat maar aan ons over. Tevens wordt nagedacht over de uitreiking van de ambulanceonderscheiding.

AMvB, verandering in regelgeving Zoals te lezen valt op onze website heeft recentelijke een aanpassing plaatsgevonden in de AMvB, de zgn. KB 524. Dit had te maken met de veranderingen vanwege het CZO- traject initiële opleidingen binnen de ambulancezorg ( een officiële erkenning als zorgopleiding). De rol van V&VN Ambulancezorg op het gebied van kwaliteit van scholing werd in deze maatregeling nogmaals bevestigd. We verwachten ook veranderingen in de wet BIG en volgen deze veranderingen voor de ambulanceverpleegkundige op de voet.

Fundament voor bekwaamheid Al geruime tijd werken we met de NVMMA aan beleid op schrift over bekwaamheid, dit in relatie met de wet BIG, de functionele zelfstandigheid en de rol van de MMA bij het toezien op de bekwaamheid. We dienen een gezamenlijk fundament te hebben waarop we verder kunnen bouwen, waarin de verantwoordelijkheden duidelijk zijn beschreven. Dit beleid wordt verlangd van o.a. de IGZ met als einddoel dat we onze criteria voor bekwaamheid helder hebben (zodat deze toetsbaar zijn). In april 2015 hebben we bestuurlijke goedkeuring gegeven aan het voorgelegde document van de NVMMA, Fundament voor bekwaamheid, ambulanceverpleegkundigen. Een lang proces van afstemming. We kunnen nu verder, maar we zijn nog niet klaar. We gaan samen optrekken om ook scholing, praktijk (het allerbelangrijkste)

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:58:33


Ambulancezorg

Dagelijks bestuur Voorzitter Ina Bolt (waarnemend) Secretaris Ina Bolt Penningmeester Albert van Eldik Communicatie en PR Gerard Pijnenburg

en instrumentarium uit te werken tot een gezamenlijk gedragen beleid. In het Fundament voor bekwaamheid staan alle rollen en verantwoordelijkheden volgens de huidige wet- en regelgeving BIG beschreven. Tevens biedt dit de gewenste ruimte voor eigen verantwoordelijkheid van de professional. Dit hebben we als V&VN Ambulancezorg ook willen benadrukken, want ons uiteindelijk doel is toch ons voor te bereiden op een zelfstandige bevoegdheid voor de ambulanceverpleegkundige. Dit vraagstuk komt mogelijk in een stroomversnelling wanneer de BMH een experimenteerartikel wordt gegund in de wet BIG voor een zelfstandige bevoegdheid. Opeens vallen ontwikkelingen zoals het expertisegebied en bekwaamheid mooi samen, zijn de documenten aanvullend op elkaar, voor wie het kan en wil zien, en is het in lijn met onze kwaliteitsregistratie binnen het expertisegebied ambulanceverpleegkundige in het Kwaliteitsregister V&V. We zetten echt iets in beweging. Een zelfstandige bevoegdheid hebben we echter niet zomaar voor elkaar. We zien dat daarvoor het een en ander nog moet gebeuren in opleiding, scholing en in diverse registraties. Een datum van overleg is gepland met beleidsambtenaren op het ministerie.

Onderzoeksagenda Als V&VN Ambulancezorg dragen we uit dat er meer aandacht moet zijn voor wetenschappelijk onderzoek van onze zorgverlening. Dit vinden we, vanuit de wens tot verdere professionalisering, niet alleen een noodzaak maar ook een

Mei 2015

LTR_P004_LTR-AMBU-02-2015 5

gewenste ontwikkeling voor zorgprofessionals die door willen groeien en wetenschappelijke interesse, kennis en vaardigheden tonen. Vorig jaar werd in gezamenlijkheid met AZN en de NVMMA de wetenschappelijke onderzoeksagenda voor de ambulancezorg gepresenteerd. Dit verdient nu een goed vervolg door professionele betrokkenheid. Een werkgroep is ingericht en buigt zich over hoe het onderzoek binnen Nederland te implementeren, te verbinden aan bestaand (keten) onderzoek. Heb je interesse om mee te doen, weet je waar bepaald onderzoek al gaande is? Laat dit dan weten. We zorgen graag voor de verbinding.

LMO We volgen het project ontwikkeling Landelijke Meldkamer Organisatie nauwgezet. De projectleider van AZN informeert met regelmaat de vakgroep meldkamerverpleegkundigen en V&VN, onze moederorganisatie, is bestuurlijk betrokken. De, door ons altijd gepromote, positie van de verpleegkundige op de meldkamer heeft ervoor gezorgd dat we nu als ambulancesector voldoende zeggenschap hebben over de witte kolom in het traject naar een LMO. Het is en blijft belangrijk dit proces te volgen. Eerder noemde onze minister van VWS dat de centralist een verpleegkundige diende te zijn maar nu neemt zij in haar recente uitingen genoegen met een medisch geschoolde. Als V&VN Ambulancezorg dragen we uit dat niet al ons werk uit 112-meldingen komt, dat de ambulancezorg en dus ook de MKA een belangrijke zorgschakel is. Het enkel

kunnen bedienen van een systeem zal voor de nabije toekomst niet voldoende zijn om onze zorg continu te blijven verbeteren. Het is slechts een onderdeel van.

Het vliegwiel In ons meerjarig beleidsprogramma V&VN Ambulancezorg 2013-2016 hebben we als logo een raderwerk gebruikt. De tijd vliegt. Volgend jaar zijn we toe aan een nieuw beleidsprogramma. We zien graag nieuwe inbreng, in onze vakgroepen en in ons bestuur om het raderwerk in beweging te houden.

Lijkt het jou leuk om invloed te hebben op het beleid in jouw vakgebied in een dynamische tijd? Denk dan na of je wilt groeien in de volgende zeven CANMEDS-rollen: organisatie, communicatie, professionaliteit, vakinhoudelijk professioneel - & maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap en in samenwerking. Laat het ons weten via en mail naar ambu@venvn.nl . Een beroepsvereniging is een omgeving die bij uitstek geschikt is voor verdere groei en bloei.

Ik wens een ieder een fantastische zomer. Ina Bolt, Secretaris V&VN Ambulancezorg en waarnemend voorzitter i.bolt@venvn.nl

AMBULANCEZORG 5

19-5-2015 13:58:33


Tussenbalans ‘De mensen van de ambulance’ De publiekscampagne ‘De mensen van de ambulance’ loopt inmiddels een jaar. Op basis van drie hoofdthema’s (‘Als je 112 belt’, ‘In het verkeer’ en ‘Bij zorgverlening’) ontvangt het publiek via verschillende communicatiekanalen tips en informatie over ambulancezorg. Ambulancehulpverleners zijn zelf het boegbeeld van de campagne. Na een jaar wilden we weten of we met de campagne op de goede weg zijn. Daarom heeft AZN aan Newcom Research de opdracht gegeven een representatieve tussentijdse effectmeting te houden.

Een meting met de volgende drie doelstellingen: 1. Inzicht in de ontwikkeling van kennis over ambulancezorg bij het publiek ten opzichte van 2012 (imago onderzoek ambulancezorg, 0-meting). 2. Inzicht in bekendheid, bereik, waardering en gepercipieerde boodschap van de campagne bij het publiek. 3. Nieuwe content ophalen die in 2015 weer in de campagne gebruikt kan worden.

Wat viel op in de onderzoeksresultaten? De resultaten van de tussentijdse effectmeting zijn inmiddels definitief. Hieronder leest u twee in het oog springende punten: • In 2012 bleek al uit het imago-onderzoek ambulancezorg dat Nederland een zeer positieve houding heeft tegenover ambulancehulpverleners. Daar waren we als sector trots op. In 2014 is dit echter zelfs nog verder verbeterd! In 2012 beoordeelde 73% van Nederland ambulancehulpverleners als zeer positief, in 2014 is dit maar liefst 83%. Het kennisniveau over ambulancezorg is stabiel gebleven. • Een kwart van Nederland heeft de campagne inmiddels gezien, met name via massacommunicatie. De campagne heeft positieve effecten. Een paar voorbeelden: mensen die de campagne kennen zijn nog positiever geworden over ambulancezorg dan mensen die de campagne niet kennen. Ze hebben meer vertrouwen gekregen in ambulancezorg en beoordelen met name de meldkamercentralist ambulancezorg veel hoger. Ook is het

6 AMBULANCEZORG

LTR_P004_LTR-AMBU-02-2015 6

kennisniveau over ambulancezorg van deze groep mensen veel beter. Vervolg De resultaten van de tussentijdse effectmeting hebben inspiratie en nieuwe inzichten voor campagnejaar 2015 opgeleverd. Dit gaan we vertalen in een klein aantal nieuwe nog te ontwikkelen communicatiemiddelen. Verder worden dit jaar de in 2014 ontwikkelde middelen weer volop herhaald en opnieuw ingezet. De campagne loopt nog tot medio 2016. Aan het einde van de rit staat een 1-meting in de vorm van een tweede imagoonderzoek gepland.

Als je 1 12 belt

In het verkeer

Bij zorgverlening

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Vragen? Hebt u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u meer weten? Mail naar Nadiene Toby, communicatieadviseur AZN: n.toby@ambulancezorg.nl Of kijk op www.demensenvandeambulance.nl, Facebook De mensen van de ambulance en/of Twitter @vandeambulance

Veilig werken in de ambulancezorg De campagne ‘De mensen van de Ambulance’ wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van VWS, vanuit het actieplan ‘Veilig werken in de zorg’. Met de campagne wil de sector het grote publiek beter informeren over ambulancezorg. Wat moet je doen als je te maken krijgt met ambulancezorg en wat kun je soms beter laten? Wat mag je wel/ niet verwachten van ambulancehulpverleners? Wat doen meldkamercentralisten ambulancezorg, ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs precies en waarom? Door kennis van patiënten en omstanders over ambulancezorg te vergroten blijven verwachtingen realistisch, met als doel onbegrip, irritaties en (verbaal) geweld te voorkomen. De campagne ‘De mensen van de ambulance’ is een co-creatie van Ambulancezorg Nederland, V&VN ambulancezorg en de Regionale Ambulance Voorzieningen.

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:58:33


Sportieve strijd tussen ambulancediensten Op vrijdag 3 april jl. kwamen enkele voetbalteams vanuit diverse RAV-en naar Harderwijk om tegen elkaar te strijden op de grasmat. De Academie voor Ambulancezorg organiseerde deze dag: een toernooi waar alle RAV-en teams zich voor konden aanmelden. Uiteindelijk werden acht RAV-en vertegenwoordigd, te weten de GGD Flevoland, RAV Brabant Midden-West, RAV Hollands Midden (post Leiden), RAV Gelderland Zuid, RAV Zuid-Holland Zuid, RAVU, UMCG Ambulancezorg Drenthe, Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en Witte Kruis regio Noord-West Veluwe. Verder deed vanuit de Academie zelf ook een team mee aan het toernooi. Door: Annet Kous, communicatieadviseur Academie voor Ambulancezorg Alle teams droegen eigen teamshirts die gesponsord werden door het Bouw en Infra park te Harderwijk waarop de Academie voor Ambulancezorg is gevestigd. Verder betaalden de teams een kleine eigen bijdrage. Het zo bijeengebrachte bedrag is gedoneerd aan Stichting Ambulancewens. 7 tegen 7 Er werden partijen gespeeld van 7 tegen 7 op halve velden. We waren te gast bij voetbalvereniging Zwart-Wit ’63 te Harderwijk, die ook de wedstrijdleiding verzorgde. Er werd niet alleen gekeken naar de gemaakte doelpunten maar ook naar sportief gedrag. Alle teams werden elke wedstrijd beoordeeld op sportivi-

Mei 2015

LTR_P004_LTR-AMBU-02-2015 7

teit. Uiteindelijk kwam F.C. Wognum, het team afkomstig van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, als sportiefst uit de strijd. Zij ontvingen daarvoor de sportiviteitbokaal. Tussen de wedstrijden door werd een aparte competitie gehouden waarbij iedereen kon proberen punten te scoren in een speciaal daarvoor gemaakt scherm met diverse gaten op verschillende hoogtes. Het team met de meest gescoorde punten was afkomstig van UMCG Ambulancezorg Drenthe, zij ontvingen de puntenbokaal. ‘Hekkensluiters’ toch eerste Het enthousiasme van alle deelnemers en supporters was groot. Er werd fanatiek gestreden en de sfeer was uitermate ontspannen en goed. Onder andere oudstudenten van de Academie ontmoetten

elkaar en vonden het leuk om te spelen tegen docenten van de Academie. Het was een dag van ontmoeting tussen de medewerkers van de diverse RAVen. Het weer werkte ook goed mee: het zonnetje scheen uitbundig. Uiteindelijk behaalde het team van RAV Brabant Midden-West de derde prijs, het team van UMCG Ambulancezorg Drenthe de tweede prijs. Na een spannende finale moesten uiteindelijk penalty’s de doorslag geven en wonnen ‘de Hekkensluiters’, het team van RAVU, het AvAvoetbaltoernooi 2015. Na de prijsuitreiking werd deze sportieve dag afgesloten met een goed verzorgde barbecue. We kijken terug op een geslaagd voetbaltoernooi waar de saamhorigheid tussen de RAV-en groot was. Enkele positieve reacties naar aanleiding van het toernooi: ‘Spierpijn en een bruine kop, kortom topdag!’, ‘Bedankt voor de leuke dag die ontzettend goed was georganiseerd... HULDE!!! Volgend jaar weer toch?’… Een link naar meer foto’s van het voetbaltoernooi is te vinden op de Facebookpagina van de Academie voor Ambulancezorg.

AMBULANCEZORG 7

19-5-2015 13:58:36


‘Broeder in een brandende stad’, oorlogsmemoires Het onlangs uitgekomen boek ‘Broeder in een brandende stad’ met de oorlogsmemoires van hoofdverpleger C.J. Rooijens, toen werkzaam bij de GG&GD Nijmegen, is op 17 april jl. aangeboden aan burgemeester Bruls van Nijmegen. De uitreiking vond plaats in de Schepenzaal van het Nijmeegse stadhuis. Bruls was erg blij met de aandacht voor de medische hulpverlening in zijn stad en voor de beschrijving van de ontwikkeling van de Nijmeegse GG&GD, een van huis uit puur gemeentelijke dienst. Voor Nijmegen heeft de Tweede Wereldoorlog altijd een aparte betekenis gehouden omdat de stad vrij vroeg bevrijd werd, maar daarmee niet verlost was van de bezetting. De Duitse granaten die tussen september 1944 en maart 1945 vielen, zaaiden dood en verderf. Juist in deze tijd is aandacht voor de verschrikkingen van het oorlogsgeweld belangrijk in de hoop dat wij het ver van ons kunnen houden. Velen lijken zich dit te realiseren getuige de toegenomen aandacht tijdens allerlei herdenkingen. De uitgebreide inleiding en toelichtingen, maken het tot een informatief boek dat rijk is voorzien van illustraties. Het is voor 29,50 Euro te koop bij diverse boekwinkels in Nijmegen of kan besteld worden via Bol.com en bij HHS Uitgeverij in Grave (www.hhsuitgeverij.nl).

In het midden burgemeester van Nijmegen, H.M.F. Bruls. Links de auteur Thijs Gras en rechts Vincent Rooijens, zoon van de verpleger en vormgever van het boek.

Expertisegebied ambulanceverpleegkundige beschreven “Ambulanceverpleegkundigen nemen het heft in eigen hand. Ze tonen aan wat de kern en kracht van hun beroep is.” Dat zei Helma Zijlstra, directeur V&VN bij de overhandiging van het eerste exemplaar van het ‘Expertisegebied ambulanceverpleegkundige’ aan Albert Hutten, ambulanceverpleegkundige bij de RAV IJsselland.

Ambulanceverpleegkundige Albert Hutten neemt eerste exemplaar in ontvangst

8 AMBULANCEZORG

LTR_P004_LTR-AMBU-02-2015 8

Helma Zijlstra reikte het Expertisegebied ambulanceverpleegkundige uit tijdens de viering van de Dag van de Verpleging op 12 mei j.l. bij de Saxenburgh Groep in Hardenberg. Trots Ina Bolt, waarnemend voorzitter van V&VN Ambulancezorg: “Wij zijn trots op dit Expertisegebied dat met veel inzet van ambulanceverpleegkundigen tot stand is gekomen. De ambulanceverpleegkundige heeft te maken met verschillende patiëntencategorieën van alle leeftijden, met verschillende multiculturele achtergronden en werkt regelmatig in openbare ruimte. Dit laatste heeft als nadeel dat de ambulanceverpleegkundige risico’s loopt. We zien dat de ambulanceverpleegkundige steeds vaker in de eerste lijn werkt, samen met huisartsen, praktijkverpleegkundigen en wijkverpleegkundigen. Het Expertisegebied is gebaseerd op alle ontwikkelingen in de ambulancezorg.” Totstandkoming Aan de totstandkoming van dit Expertisegebied hebben 25 ambulanceverpleegkundigen meegewerkt in de vorm van twee Rondetafelbijeenkomsten. Ook is er een schriftelijke commentaarronde uitgezet onder alle ambulanceverpleegkundigen die lid zijn van V&VN Ambulancezorg en hebben enkele samenwerkingspartners meegelezen. Daarnaast heeft het bestuur van V&VN Ambulancezorg een belangrijke bijdrage geleverd.

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:58:38


Meer ‘zorgmeldingen’ huiselijk geweld door Ambulancedienst Net als de politie, ziekenhuizen en huisartsen, zijn ook ambulancediensten sinds enige tijd verplicht om oog te hebben voor kindermishandeling en huiselijk geweld. De Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid heeft recent al haar medewerkers geschoold en een vaste werkwijze ingevoerd. Dit jaar heeft dat al geresulteerd in 27 zogeheten ‘zorgmeldingen’, tot op heden. Ter vergelijking: in heel 2013 waren het er nog drie. Door Frank van den Elsen Het gaat om situaties waarbij het ambulancepersoneel bij patiënten thuis een zorgwekkende situatie aantreft. “Bijvoorbeeld als er sprake is van verslaving, ernstige psychiatrische klachten of een poging tot zelfdoding, terwijl er ook een partner en/of kinderen in het huishouden aanwezig zijn”, vertelt Jola Schenk. Zij is ambulanceverpleegkundige en daarnaast speciale vraagbaak en contactpersoon voor kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de ambulancedienst. “Als wij ons zorgen maken over iets wat we zien in een huis of gezin, dan zijn we nu verplicht dit te bespreken volgens onze zogeheten ‘meldcode’. Na onderling overleg kan dat leiden tot een melding bij Veilig Thuis.” (Veilig Thuis is de nieuwe naam van de bundeling van Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Steunpunt Huiselijk Geweld.)

Veilig thuis Ambulancepersoneel neemt een bijzondere positie in onder hulpverleners, vertelt Schenk. “Wij komen als een van de weinigen thuis achter de voordeur, tijdens een acute situatie. Mensen met problemen, die misschien kunnen resulteren in mishandeling of verwaarlozing, kunnen deze vaak langere tijd verborgen houden. Wij als ambulancedienst komen dichtbij onze patiënten, op een beladen moment. Verbergen is dan veel moeilijker. Dat geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid om signalen op te pikken.” De verpleegkundigen en chauffeurs kunnen altijd bij Schenk aankloppen om een geval te bespreken. “Je moet er oog voor leren hebben. Wanneer wij zorg verlenen aan iemand die ernstig onder invloed van middelen is, en er hangen kinderjasjes aan de kapstok, dan kunnen we niet wegkijken. Waar zijn die kinderen en hoe

is het met hen? We kunnen ernaar vragen, maar als er dan nog zorgen blijven bestaan, doen wij een zorgmelding bij Veilig Thuis. We zijn overigens verplicht om dat aan de betrokkene te vertellen. Als dat op het moment zelf niet lukt, of als het mogelijk bedreigend is, dan doen we het later telefonisch of met een brief.” Uit een eerste terugkoppeling door Veilig Thuis, heeft Schenk gehoord dat de zorgmeldingen van de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid heel relevant en ‘goed’ zijn. “In bijna alle gevallen zijn onze meldingen in onderzoek genomen. Dat betekent dat onze meldcode naar behoren werkt en dat wij eraan bijdragen dat problemen worden aangepakt.” Een grote meerderheid van de betrokkenen is daar uiteindelijk dankbaar om, weet Schenk. “Huiselijk geweld, kinder- en ouderenmishandeling komen vaak voort uit onmacht, doordat ouders, partners of mantelzorgers de controle over het leven tijdelijk, of langere tijd kwijt zijn. Bovendien gaat deze problematiek niet zelden over van generatie op generatie. Een zorgmelding is vaak een doorbraak om de juiste hulp te krijgen, op weg naar een oplossing.”

Jola Schenk, ‘aandachtsfunctionaris’ huiselijk geweld binnen de ambulancedienst: “Een zorgmelding is vaak een doorbraak om de juiste hulp te krijgen.”

Mei 2015

LTR_P004_LTR-AMBU-02-2015 9

AMBULANCEZORG 9

19-5-2015 13:58:39


KORT NIEUWS

Ambulance RAVU

In december 2014 heeft Visser Leeuwarden de laatste nieuwe VF 212 Visser ambulance afgeleverd aan de RAVU. Dit was de laatste ambulance uit het vervangingsprogramma van in totaal 46 stuks. Deze 46 ambulances zijn onderverdeeld in 38 ALS- en 8 BLS-voertuigen. Het vervangingsprogramma is gestart met de aflevering van de eerste nieuwe ambulance in november 2011. Op de foto dhr. A. Duizendstra en dhr. F. Marquenie met de laatst afgeleverde ambulance.

‘Een 8,9 en een zoen van de juffrouw…’ Patiënten zijn zeer tevreden over geplande ambulancezorg, dat is vervoer per ambulance zonder dat er sprake is van spoed. Zij gaven het ambulancepersoneel een 8,9. Dit blijkt uit een onderzoek dat het NIVEL in opdracht van AZN heeft uitgevoerd. Patiënten ervaren de persoonlijke aandacht, professionaliteit en rust van ambulancehulpverleners als positief. Daar waar het gaat om uitleg geven aan patiënten kan nog verbetering worden aangebracht. Meer dan zwaailichten en sirene Veel mensen denken bij ambulancezorg meteen aan eerste hulp en spoedeisendvervoer naar het ziekenhuis met sirene en zwaailichten. Maar bij drie op de tien patiënten die met de ambulance worden vervoerd, gaat het om geplande ambulancezorg. Denk hierbij aan het vervoer van patiënten van hun

10 AMBULANCEZORG

LTR_P010_LTR-AMBU-02-2015 10

woonadres naar een zorginstelling waar zij een afspraak hebben, voor diagnostiek, therapie of een opname. Patientenvragenlijst Ambulancezorg Nederland (AZN) vroeg het NIVEL onderzoek te doen naar de tevredenheid van patiënten met gepland ambulancevervoer. Het NIVEL heeft hiervoor een patiëntenvragenlijst ontwikkeld: ‘de CQ-index Planbare Ambulancezorg’. Hiervoor zijn interviews gehouden met patiënten van twee Regionale Ambulance Voorzieningen: de RAVU en RAV IJsselland. De vragenlijst is eerst uitgebreid getest, daarna zijn de vragen voorgelegd aan een groter aantal patiënten uit deze twee regio’s.

patiënten. Zij bleken erg tevreden over de persoonlijke aandacht, professionaliteit en rust van het ambulancepersoneel. Het ambulancepersoneel kreeg gemiddeld een 8,9. Slechts op een paar punten bleek ruimte voor het ambulancepersoneel om de zorg te verbeteren: bijvoorbeeld door beter te vertellen wat er bij aankomst van de ambulance gaat gebeuren en door meer uitleg aan de patiënt te geven. Spoedeisende ambulancezorg scoorde ook al hoog In januari 2014 verscheen het NIVEL rapport ‘CQ index spoedeisende ambulancezorg’ Hieruit kwam naar voren dat patiënten ook uiterst postief zijn over de spoedeisende ambulancezorg verleent door ambulancehulpverleners.

Ambulancepersoneel krijgt een 8,9 De vragenlijst is ingevuld door 330

Sdu Uitgevers

19-5-2015 15:31:41


Defibrillator Monitor Systems

corPatch CPR - Vertrouw op de ondersteuning van corpuls3 en corPatch CPR

focus-on-patients

Een mensenleven staat op het spel. Een reanimatie vereist uw maximale prestatie. Laat u ondersteunen door corpuls3 en corPatch CPR. • Zeer efficiënte CPR door constante ondersteuning gedurende de gehele casus. • Verbeterde outcome door directe terugkoppeling van compressiediepte en compressiefrequentie. • Zeer flexibel, zowel hard paddles als corPatch disposable therapie-elektroden kunnen toegepast worden. • Evaluatie van de reanimatie middels corView2 voor optimale debriefing.

Corpuls® Nederland BV Chr.Huygensweg 25a 3225 LD Hellevoetsluis Postbus 403 3220 AK Hellevoetsluis

LTR_P011_LTR-AMBU-02-2015 11

Tel. +31 (0)181 - 390 963 Fax +31 (0)181 - 390 970 E-mail: info@corpuls.nl www.corpuls.nl

Corpuls® Belgium BVBA/SPRL Chemin de Herbiéval 2 6983 La Roche-En-Ardenne Postbus 8 6980 La-Roche-En-Ardenne

Tel. +32 (0)2 - 757 69 05 Fax +32 (0)2 - 757 69 07 E-mail: info@corpuls.be www.corpuls.be

Lid van:

19-5-2015 13:59:12


Werken in de geur van modder vermengd met lijkengeur

Ambulanceverpleegkundigen terug uit Nepal Op zondag 26 april vertrok een team van USAR.NL (Urban Search and Rescue Nederland) met 62 leden, 8 speurhonden en 14 ton materiaal met een KDC10 van Defensie naar de hoofdstad Kathmandu. De 4 reddingsgroepen van USAR hebben in en rond Kathmandu zoekoperaties uitgevoerd. Ook heeft USAR op verzoek van de VN de totale coördinatie van de USAR-teams in het gebied op zich genomen. Naast zoekacties is waar mogelijk medische hulp verleend en zijn slachtoffers geborgen. Op woensdag 6 mei om 18.00 uur arriveerde het 62-leden tellende team van USAR.NL na de missie in Nepal op het militaire deel van de vliegbasis Eindhoven. Vijf ambulance-verpleegkundigen maakten deel uit van de reddingsmissie. Onder hen Robert Bruines en Conny Wachtmeester, die hier hun indringende verhaal doen.

Door Frank van den Elsen Foto’s beschikbaar gesteld door teamleden USAR.

Het was voor Bruines zijn eerste USAR-inzet. “Ten tijde van Haïti was ik er net bij, toen werd ik nog niet geselecteerd voor de groep. Inmiddels weet ik dat de vijf tussenliggende jaren écht nodig waren om het team vertrouwen te laten krijgen in mij en andersom. Als je zozeer op elkaar aangewezen bent als tijdens zo’n missie, moet je elkaar door en door kennen. Inmiddels kan ik aan het gezicht van iemand uit mijn groep zien of het nog goed met die persoon gaat.” Traag USAR.NL was zeer snel ter plekke, toch vond Bruines de start traag verlopen. De formaliteiten en toestemmingen op de luchthaven duurden lang. “Je wilt aan de gang. Ieder uur wachten kan mensenlevens kosten. Anderzijds is het logisch dat je

12 AMBULANCEZORG

LTR_P012_LTR-AMBU-02-2015 12

na aankomst je basiskamp opbouwt en structuur aanbrengt.” Aan structuur ontbrak het ter plekke nog volledig, verdoofd als het land was van de klap. Ineengezakt Terwijl de ene helft van het team het kamp opzette, ging de andere helft direct zoeken. Bruines: “Door het leger werden wij eerst naar een ingestort hotel in Kathmandu gebracht, waarin nog mensen vermist zouden zijn. Maar de reddingshonden sloegen niet aan op de puinhopen. Er hing een ontbindingsgeur. Onze taak is het opsporen van overlevenden, dus we zijn daar niet lang gebleven. Elders in de stad troffen we soortgelijke situaties aan: mensen die ons om hulp vroegen bij het zoeken naar dierbaren, te midden van verwoeste gebouwen. Maar de honden pikten geen tekenen van leven op. De meeste gebouwen in Nepal hebben nauwelijks stevige structuren, waaronder je in holle ruimtes zou kunnen overleven. De meeste

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:55:49


waren als één massa ineengezakt. Levenden vinden zou heel moeilijk worden. Dat was soms heftig, maar je moet verder. We kwamen niet om overledenen te bergen.”

Robert Bruines (ambulanceverpleegkundige sinds 1995): “Steeds kwam die ontbindingsgeur ons tegemoet” Taartpunten Ze maakten een naschok mee. “Je zag acute paniek uitbreken bij de bevolking, de mensen stonden op scherp.” Na enkele vergeefse zoekslagen ging het roer om. De Verenigde Naties verlangden nu van USAR dat het de centrale coördinatie, ook voor andere landenteams, op zich zou nemen. Bruines: “Wij verdeelden de regio, met Kathmandu als middelpunt, in taartpunten. We lieten aan de andere binnenkomende teams weten welke punt zij voor hun rekening moesten nemen, om daar de situatie en de behoeften in kaart te gaan brengen en hulpgoederen te brengen. We bedeelden ons ook zo’n gebied toe. Globaal de tweede helft van de missie zijn wij met vier reddingsteams in busjes de stad uitgetrokken, de bergen in.” Valse hoop Ze overnachtten in het veld. Eén keer keerden ze om, omdat de situatie wat grimmig werd, de lokale mensen wilden op de auto’s klimmen. De teams kwamen in dorpen waar tachtig procent van de bebouwing verwoest was. “Overal spraken we mensen aan om te vragen of ze wisten waar nog overlevenden konden liggen”, vertelt Bruines. “Soms koesterden we even hoop, maar nooit lang. Dan kwam die geur ons weer tegemoet.” Zoeken op de puinhopen naar overlevenden Mei 2015

LTR_P012_LTR-AMBU-02-2015 13

AMBULANCEZORG 13

19-5-2015 13:55:50


USAR.NL in konvooi onderweg

Ook reddingshonden kunnen gewond raken en moeten dan verzorgd worden

Conny Wachtmeester verzorgt diverse wonden bij gewonde Nepalese man

Belangrijk werk Een paar keer in de latere fase hielpen ze toch, of althans probeerden ze, om op verzoek een lichaam te bergen. Het was al met al frustrerend, moet Bruines toegeven. “Het zou ‘kicken’ zijn geweest om mensen te redden. Daar kwamen we voor, daar waren we op gefocust. Anderzijds weet ik uit het reguliere ambulancewerk dat de realiteit vaak anders is dan wat je hoopt, of waar je op rekent. Toch ben ik ervan overtuigd dat we ook nu belangrijk werk hebben gedaan. Naar de plekken die wij verkend hebben, de coördinaten die wij hebben doorgegeven, is later luchtsteun gegaan, of er kon worden geëvacueerd. En wij hebben een begin kunnen maken met het uitdelen van dekens en voedsel. Daarmee zijn uiteindelijk ook mensen gered.”

groot aantal weeskinderen, dat meteen mee terugreisden naar Nederland. Wachtmeester: “Dat waren drie dingen die ons veel positieve energie gaven.” In Nepal was dat succes USAR niet gegund, althans niet zo concreet. “En wat dan zo opvallend is: Toch zijn de mensen zo dankbaar, zo beleefd. Een 6-jarig meisje dat te midden van al die ellende naar je toekomt, met samengevouwen handen buigt en je bedankt. Ze waren blij met onze aanwezigheid alleen al. Er was blijkbaar besef dat er evengoed niemand had kunnen komen helpen. Dan zouden ze zich écht verlaten hebben gevoeld. Maar ook op de momenten dat we met de honden over een puinberg gingen en de mensen konden verzekeren dat er geen levenden meer onder lagen, waren ze daarmee geholpen. Hoe wrang dat ook is.”

Wrang Conny Wachtmeester (groep Alfa, Zuid-Holland Zuid) vertrok naar Nepal met haar ervaring van Haïti in het achterhoofd. “Daar was de ellende enorm, maar we kwamen er met een positief gevoel vandaan dankzij concrete successen.” In Nepal was er ook voldoening, maar van een heel andere soort, vertelt ze. In Haïti verrichtte USAR drie reddingen. Daarna behartigde het team de belangen en verzorgde de repatriëring van twee Nederlandse stellen die omgekomen waren. En als derde werd het team betrokken bij de versnelde adoptieprocedure van een

14 AMBULANCEZORG

LTR_P012_LTR-AMBU-02-2015 14

“Vind jij het eigenlijk goed dat ik ga?” vroeg Robert Bruines (groep Delta, Hollands Midden) aan zijn vrouw. Na de USAR-alarmering had hij zelf al impulsief ‘ja’ gezegd en stond in de startblokken. “Ze zei: Je hebt hier vijf jaar voor getraind en die mensen hebben jullie nodig, dus ga!”

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:55:54


In het ‘veldhospitaal’ wordt een gewonde Nepalese jongen verbonden onder toeziend oog van de familie

Hond gewond Ambulanceverpleegkundigen binnen USAR.NL hebben in de eerste plaats als taak om te zorgen voor het lichamelijke welzijn van de eigen teamleden. “Wij gaan niet primair voor de bevolking mee”, legt Wachtmeester uit. “Onze eigen mensen werken in risicovolle omstandigheden, graven en klimmen in instabiele objecten. Ze kunnen tijdens een redding gewond raken, maar ook uitgedroogd raken, of anderszins ziek worden. Wij zijn er ook voor de reddingshonden. We worden zelfs getraind in een dierenkliniek om honden te intuberen, te hechten enzovoort.” In Nepal raakte een van de honden gewond aan een poot, die regelmatig gespoeld en verbonden moest worden. Gewonden Natuurlijk gaan de verpleegkundigen niet voorbij aan eventuele acute medische nood onder de bevolking. Wachtmeester: “Stel, we vinden iemand onder het puin, dan zal ik uiteraard de eerste vochttoediening en pijnstilling verzorgen en zo goed als dat kan een zorgplan maken. Maar die overlevende moet vervolgens naar een plek waar eigen mensen de zorg overnemen.” Gek genoeg heeft ze tijdens de tien dagen Nepal welgeteld twee lichtgewonde burgers verpleegd. “Meer heb ik er gewoon niet gezien. In Haïti daarentegen, vormde zich overal waar we stopten spontaan een ‘veldhospitaal’ om ons heen, van gewonde mensen die hulp vroegen.” Conny Wachtmeester (ambulanceverpleegkundige sinds 1994): “Ondanks alles waren de mensen ons zó dankbaar” Geduld Met haar collega’s deelt Wachtmeester de frustratie dat ze niemand daadwerkelijk hebben kunnen redden. “Een keer dachten we dat het ging gebeuren. De honden sloegen aan. Iedereen

Mei 2015

LTR_P012_LTR-AMBU-02-2015 15

zette vol de schouders onder het graafwerk. Maar na twee uur was er niets gevonden en bleven de honden ineens stil. Waarom dat zo was, en of er aanvankelijk nog iemand in leven was, kom je niet te weten. Je moet daarmee kunnen omgaan. Het leed van iedereen kun je niet op je nemen. Het karakter dat je nodig hebt voor USAR is: geduld hebben, improviseren, accepteren dat plannen voortdurend veranderen en dat niets zeker is. Opdrachten afwachten en je aan regels houden.” Thuisfront Tegelijk moet je je ervan bewust zijn dat voor het thuisfront de beeldvorming nog onduidelijker is. “Ik vind deze vorm van hulpverlening fantastisch werk, ik ben een doener. Ik heb er heel bewust voor gekozen om hierop te solliciteren destijds. Maar ik weet heel goed dat mijn naasten alleen die tv-beelden zien. In Haïti was het destijds echt gevaarlijk, het leek wel een oorlogsfilm soms. Plunderingen en gewapende VN-soldaten.

Hans Janssen, RAV-directeur Zuid-Holland Zuid

AMBULANCEZORG 15

19-5-2015 13:55:58


Weer naar huis…

Ontvangst na terugkeer door minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking. (Robert en Conny respectievelijk 3e en 4e van rechts.)

‘Wat doe ik mijn familie aan’, ging toen – en ook nu wel – door mijn hoofd.”

bijstandsteam op Eindhoven Airport. “Dankbaarheid en trots waren overheersende emoties”, vertellen de RAV-directeuren Pieter Haasbeek (Hollands Midden) en Hans Janssen (Zuid-Holland Zuid), die erbij waren. Vier ambulancediensten (zie ook het kader ‘USAR.NL helpt’) leverden menskracht voor de tiendaagse missie van 62 hulpverleners en acht reddingshonden. Namens de vier diensten geven Haasbeek en Janssen hier hun visie op de bijdrage aan USAR.NL vanuit de ambulancezorg.

Trainingsdagen Thuis kost de USAR-rol ook nog de nodige energie. “We trainen tien dagen per jaar. Voor ons zijn dat onder meer verpleegkundige trainingen met elementen erin zoals werken op grote hoogte en warmte- en koudeletsels. We hebben theoriedagen met lezingen, een dierenkliniekdag, eens in de twee jaar een buitenlandoefening die een echte inzet zo dicht mogelijk benadert en eens per vijf jaar een certificering. Allemaal heel leuke en leerzame dagen. En bovendien nuttig omdat je met elkaar een ‘klik’ moet krijgen wil je het werk ook in de praktijk kunnen doen.” Beleid Zo zwaar en beladen als het werk in Nepal gedurende tien dagen was, zo uitbundig was de sfeer bij terugkeer van het USAR-

USAR.NL helpt Bij een ramp of ongeval waar mensen ingesloten of bedolven zijn, kan het specialistisch bijstandsteam USAR.NL worden ingezet. Nationaal en internationaal. Onder de moeilijkste omstandigheden voeren USAR-medewerkers zoek- en reddingsoperaties uit. Bijvoorbeeld na instortingen van gebouwen, aardbevingen of -verschuivingen, ongevallen in tunnels of een orkaan. Vier aangrenzende Veiligheidsregio’s leveren de menskracht en deskundigheid: Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond, Hollands Midden en Zuid-Holland Zuid, samen met de Nationale Politie en Defensie. Brandweerlieden vormen het fundament in het bijstandsteam en zijn daarmee de hoofdpijlers waarop de zoek- en reddingsoperaties rusten. Uit de genoemde regio’s doen ook de ambulancediensten mee. USAR. NL kan binnen 4 uur in Nederland inzetbaar zijn, in het buitenland binnen 24 uur. Op verzoek van de Verenigde Naties assisteerde USAR.NL vanaf 27 april in Nepal, na de zware aardbeving van 25 april. Op 6 mei keerde het team terug in Nederland. Meer informatie op www.usar.nl.

Erkenning “Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking was op de luchthaven: een belangrijk signaal van erkenning voor de teamleden. Ook de honoraire consul van Nepal uitte zijn dankbaarheid. Het woord ‘trots’ viel vele malen. Dat is passend. Dat voelden wij ook. Trots, dat je mensen kunt en mag leveren voor het lenigen van onvoorstelbare acute nood aan de andere kant van de wereld. Daar waar tienduizenden in één klap aan de rand van hun bestaan zijn gebracht.” Geen helden Er waren op de luchthaven ook spandoeken met de tekst ‘Helden!’ te zien. “Gemaakt door familieleden van de uitgezondenen”, vertelt Hans Janssen. “Begrijpelijk, dat zij hun echtgenoten of ouders zo beschouwen. Zo hoort dat ook. Maar helden vind ik deze professionals persoonlijk niet. Meer downto-earth dan zij zijn, is eigenlijk niet mogelijk. Ze willen iets betekenen voor hun medemens, hebben veel in hun mars en grijpen hun kans. Verder is er helemaal niets ‘glamoureus’ aan. Als je ooit in de lucht van modder, vermengd met lijkengeur hebt staan werken, raak je die indrukken niet meer kwijt. Daarom heb ik ook zo veel respect voor deze collega’s, want ik weet dat het hen voorgoed verandert. En toch gaan ze. En ik gun het hun. Ik gun het iedereen die dit kan. En die ertegen kan.” Kosten De daadwerkelijke inzetten van USAR.NL zijn zeldzaam. De laatste vóór Nepal (behoudens een relatief kleine inzet in eigen land) dateerde van 2010, toen het team uitrukte naar het eveneens door een aardbeving getroffen Haïti. De paraatheid voor USAR daarentegen, is altijddurend. Pieter Haasbeek, RAV-directeur Hollands Midden

16 AMBULANCEZORG

LTR_P012_LTR-AMBU-02-2015 16

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:00


“Dat betekent dat je als USAR-leverancier constant een aantal medewerkers een bepaalde tijd kwijt bent aan opleiden, trainen, oefenen”, zegt Pieter Haasbeek. “En tijdens een echte inzet moeten andere collega’s een tandje bijzetten ter vervanging. Toch is de vraag ‘doen we dat of niet?’ volstrekt niet aan de orde. De hoogwaardigheid van het Nederlandse USARbijstandsteam komt voort uit de diversiteit van disciplines. Binnen het team komen specifieke taken en deskundigheden samen, die niet zonder elkaar kunnen, die samen meer zijn dan de som der delen. Een stuk van die kennis en kunde zit bij de ambulancediensten. Als onze verpleegkundigen niet meedoen, is het team niet wat het kan zijn.”

RAV-directeuren: ‘Nee zeggen tegen USAR is helemaal geen optie’ Morele plicht Janssen vult aan: “Ik zie het in feite als een morele verplichting. Als dienst zijn we er ooit voor gevraagd, maar nee zeggen zou ook wat mij betreft geen optie zijn geweest. Het USAR-team is een pijler onder onze noodhulp, onder de humaniteit van ons regeringsbeleid. Dit is wie we als land willen zijn.” Haasbeek: “Deze internationale hulpverlening is bij uitstek een publieke taak en sluit naadloos aan op onze publieke positie. Ik denk dat particuliere ambulancediensten deze rol niet zouden kunnen

of willen pakken, want je kunt de kosten niet verhalen, je kunt ze amper berekenen. We krijgen er wel een bijdrage vanuit het rijk voor, maar die is lang niet toereikend.” Mentaliteit Brengen de inspanningen dan niets terug? Toch wel, denken Haasbeek en Janssen. “Maar niet zo tastbaar. De extreme overlevings- en reddingstechnieken die onze mensen aanleren, daar heb je in Nederland als ambulanceverpleegkundige of -chauffeur weinig tot niets aan. Maar het doet zeker iets positiefs voor de mentaliteit. De USAR-leden verbreden hun horizon, verversen hun relativeringsvermogen, werken aan vindingrijkheid en zelfredzaamheid. Dat straal je onvermijdelijk ook uit naar je collega’s, – die dan ook zonder uitzondering trots zijn op de Nepalgangers.” Opsteker Op macroniveau speelt datzelfde effect, vindt Janssen, die zelf een verleden heeft in de diplomatieke dienst. “USAR stond twee dagen na de aardbeving in Nepal,vooraan in de rij van internationale hulpploegen. Naast de reddende taak aan de bevolking, heeft het Nederlandse team een leidende rol gekregen in de coördinatie van de hulpverlening. Voor ons land vind ik het een opsteker dat we met ieders inbreng een dergelijke prestatie zo snel kunnen neerzetten.”

Tulatech B.V. Doejenburg 24 4024 HE Eck en Wiel Tel: 0344 - 69 12 79 info@tulatech.nl www.tulatech.nl

Mei 2015

LTR_P012_LTR-AMBU-02-2015 17

AMBULANCEZORG 17

19-5-2015 13:56:01


Reisverslag

Jordanië, deel 1 Ambulance Amsterdam doet sinds oktober 2013 mee aan een project van de gemeente Amsterdam om hulp te bieden aan Jordanië bij de opvang van de vele Syrische vluchtelingen die in dat land hun toevlucht zoeken. Dit komt voort uit een bezoek dat minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHO) in september 2013 bracht aan een UNHCR-vluchtelingenkamp in Zaatari, gelegen in de regio Al Mafraq, in het noorden van Jordanië, aan de Syrische grens. Er zitten daar bijna 100.000 mensen bij elkaar in een kamp dat problemen heeft met onder andere de waterhuishouding, elektriciteitsvoorziening, afvalverwerking en riolering. Ploumen werd geraakt door de ellende die ze zag: er zaten relatief veel vrouwen en kinderen en zij wilde wat voor deze mensen doen.

Door: Redactie Foto’s beschikbaar gesteld door Thijs Gras.

Liever dan een ‘zak geld’ geven, overwoog de minister of het niet beter zou zijn deskundigen te sturen die adviezen konden geven hoe zaken te verbeteren. Omdat het voor een belangrijk deel grootstedelijke problematiek betrof, stapte zij naar burgemeester Van der Laan van Amsterdam met de vraag of hij mensen kon vrijmaken die konden helpen bij het verbeteren van de omstandigheden in het kamp. Daar was Van der Laan graag toe bereid. Middels zijn Project Management Bureau benaderde hij de betreffende diensten

18 AMBULANCEZORG

LTR_P018_LTR-AMBU-02-2015 18

en bood aan ook de opzet van openbaar vervoer in het project mee te nemen. Ambulance Amsterdam werd gevraagd zich te richten op verbetering van het ziekenvervoer. In kaart brengen In november 2013 reisde een delegatie van de gemeente Amsterdam af naar Jordanië om te zien wat er gedaan kon worden. Peter Duijf, directiesecretaris van Ambulance Amsterdam, was een van de leden. De andere diensten konden al vrij snel aan de slag, maar voor de ambulancedienst lag dit lastiger omdat de ambulancehulp in het kamp erg verbonden is met de organisatie van de ambulancehulp in heel Jordanië. Het was dus zaak om die eerst beter in kaart te brengen. Hiertoe werd de hulp ingeroepen van Thijs Gras die al ruim 20 jaar

als ambulanceverpleegkundige werkzaam is, maar ook kan bogen op 13 jaar ervaring als verpleegkundig centralist en OvDG. Hij heeft al vaker in het buitenland naar andere systemen gekeken, daarover ook gepubliceerd en geldt als materiedeskundige bij uitstek. Inmiddels was er door de Vereniging Nederlandse Gemeenten Internationaal (VNGI) het nodige voorbereid. Dit is een speciale afdeling van VNG die Nederlandse gemeenten helpt bij buitenlandse projecten door het faciliteren van reis, verblijf en lokaal vervoer. Ook hebben ze vaak een lokaal netwerk dat zaken inhoudelijk kan voorbereiden en begeleiden. Op zaterdag 21 maart jl. stapten Peter Duijf en Thijs Gras in het vliegtuig naar Jordanië. De eerste week zouden ze samen optrekken, daarna zou Peter

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:58:09


teruggaan en Thijs nog twee weken stage lopen. Tour Omdat in een Islamitisch land de werkweek op zondag begint, konden Peter en Thijs de volgende dag meteen aan de slag. Na een afspraak bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, volgde een gesprek met een hoge vertegenwoordiger van de Jordan Civil Defence (JCD). Deze organisatie doet in Jordanië de brandweer- en spoedeisende ambulancezorg. De ontvangst was vriendelijk, maar een beetje gereserveerd, en dat is natuurlijk begrijpelijk. Toen door naar de kazerne van JCD in Al Mafraq en na een rondleiding daar, op naar het vluchtelingenkamp in Zaatari. Dat ging uiterst makkelijk door de begeleiding van JCD. Bij zijn eerste bezoek moest Peter Duijf nog van tevoren te regelen speciale ‘permits’ hebben en duurde het soms lang eer ze bij de poort werden doorgelaten. Nu reden Peter en Thijs vrijwel zonder stoppen met een vriendelijk handgebaar, meteen naar binnen. Ze bezochten de JCD-post en een ziekenhuis met een ambulancedienst.

in dat wij op veel punten verder zijn en dat we zeker kunnen bijdragen aan het verbeteren van de ambulancezorg in Jordanië. Ook werd duidelijk dat we niet waren gekomen als betweters of dat we onverkort ons systeem daar wilden invoeren. Daarna volgde een rondleiding in een van de grootste kazernes van het land waar het nodige ambulancemateriaal stond opgesteld en paramedics uitleg gaven.

In de volgende dagen werden nog vele bezoeken afgelegd. Peter en Thijs gingen naar de 911-meldkamer die onder de politie valt. Ook bezochten ze de JCD Academie die een twee-jarige full time opleiding tot paramedic verzorgt. Ze gingen naar een ander vluchtelingenkamp, namelijk in Azraq om daar de ambulancezorg te bekijken. Ook waren ze te gast bij de JCD van Azraq en bekeken ze de paramedic ambulance. Tot slot wilde het Ministry of Health graag met ze in gesprek en moesten ze een kort verslag uitbrengen bij de Nederlandse ambassade. Tussen de bedrijven door bezochten ze nog een paar ziekenhuizen die steevast over een ambulance blijken te beschikken. Zo kwamen ze in Amman langs het AMC (Arab Medical Centre) en spraken met een arts. Hun drie ambu-

lances werden bemand door speciaal getraind verpleegkundig personeel die mensen op verzoek thuis ophaalden en soms interklinisch vervoer vanaf het AMC of naar het AMC toe verzorgden. De praktijk Daarna is Thijs nog twee weken gebleven. In de eerste week reed hij mee met de paramedic teams van Al Mafraq en bezocht hij de nodige Health Care Centres in de regio van Al Mafraq die behoorlijk extra belast werden mede door de Syrische vluchtelingen. Hij keek rond in het plaatselijk ziekenhuis op de SEH, IC en CCU. De tweede week verbleef hij op een drukke post van JCD in Amman. Zo kreeg hij een goed beeld van de praktijk van de ambulancezorg. Enerzijds viel het niveau mee door de inzet van de paramedics en de vrij redelijk uitgeruste ambulances waar die mee werkten, anderzijds zijn er ook genoeg punten waar zaken verbeterd kunnen worden. Peter en Thijs hebben een uitgebreid rapport geschreven met de nodige aanbevelingen. In het volgend nummer van ons tijdschrift gaan we nader in op de organisatie van de ambulancezorg in Jordanië en de praktische ervaringen van Peter Duijf en Thijs Gras.

Bijdragen De volgende dag gaf Thijs een presentatie over het Nederlandse systeem aan diverse leidinggevenden van de JCD die bij de ambulancezorg betrokken waren. Toen veranderde de houding. Men zag

Mei 2015

LTR_P018_LTR-AMBU-02-2015 19

AMBULANCEZORG 19

19-5-2015 13:58:11


KORT NIEUWS

Corpuls3 SLIM, de nieuwe standaard voor Ambulancezorg Groningen

Levering GGB voertuigen In december 2014 heeft Visser Leeuwarden de opdracht gekregen voor de opbouw en inrichting van 38 voertuigen t.b.v. de Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB). De conversie wordt op/in een Mercedes Benz Sprinter H1L2 gebouwd. De GGB voertuigen worden eenmalig door het IFV aangeschaft en geschonken aan de RAV’s. Inrichting Het GGB voertuig wordt aan de buitenzijde voorzien van optische en akoestische signalering conform de regelgeving: “optische en geluidssignalen 2009”, daarnaast wordt het voertuig voorzien van primaire striping. De optische en akoestische signalering wordt aangestuurd via het Visser Minitronic CANBUS systeem. Het achtercompartiment wordt vanuit hygiënisch oogpunt voorzien van zijwand bekleding en een polyurea spuitvloer met opstaande randen. De inrichting wordt voorzien van opbergrekken, samengesteld uit aluminium instelbare profielen, waarin de benodigde medische materialen vastgezet kunnen worden.

20 AMBULANCEZORG

LTR_P020_LTR-AMBU-02-2015 20

Drs. Ronald de Vos, MMA (links) en Niels Kamphuis, Corpuls Benelux

Ambulancezorg Groningen is begin dit jaar gestart met de gefaseerde vervanging van 36 corpuls3 apparaten voor het corpuls3 SLIM defibrillator-/monitorsysteem. Het nieuwe corpuls3 SLIM defibrillator-/monitorsysteem is voor Ambulancezorg Groningen de derde generatie corpuls apparatuur sinds ingebruikname van de eerste corpuls apparaten in 2001. State of the Art technologie, bedieningsgemak, ergonomie en innovatieve oplossingen waren voor Ambulancezorg Groningen belangrijke uitgangspunten evenals de goede ervaring met de snelle en professionele servicedienst van Corpuls Benelux.

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:55:11


Beroepsvereniging van zorgprofessionals

AmbulancezORG

4 en 5 juni 2015 Jaarbeurs Utrecht Thema’s Ambulance Acute situaties bij recreatieve drugs

Waterongevallen, wat komt erbij kijken?

Dr. Jan Krul | Gezondheidskundige/-wetenschapper

Drs. L. Vlaanderen | SEH-arts, Lifeboat Medical Advisor (UK) R.M. Moleman | Hoofd operationele dienst KNRM W. Boon Von Ochssée | Medisch adviseur KNRM

Snelle diagnostiek van pijn op de borst Rudolf Tolsma | Verpleegkundig specialist Acute zorg Winnaar Joke Mintjes Award 2014

Nieuwe kennis geeft keuzevrijheid acute GGZ Patrick Groenewegen | Sociale innovatie en organisatie

Nederlandse Reanimatie Competitie Entree: Normale toegangsprijs € 220,Basislid V&VN toegangsprijs € 170,Lid V&VN Ambulancezorg toegangsprijs € 110,-

ambulancezorg.venvn.nl Mei 2015

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 21

19-5-2015 13:56:32


Ambulancezorg

Subsidie VCHV 2016 De stichting VCHV stelt voor 2016 een subsidie van in totaal maximaal 5000 euro beschikbaar voor activiteiten binnen de ambulancezorg in de ruimste zin van het woord. Daarbij kan het gaan om onderzoek, studies, bijeenkomsten, PR activiteiten en dergelijke. De subsidieregeling is in overeenstemming met de nieuwe doelstelling van de stichting, die is ontstaan vanuit de voormalige vereniging van hoofdverpleegkundigen. Criteria 1. De aanvraag voor subsidie moet een concreet project betreffen dat de ontwikkeling en kwaliteit van de ambulancezorg in Nederland in de ruimste zin van het woord ondersteunt. 2. De aanvrager kan een natuurlijk of rechtspersoon zijn. Lopende projecten worden niet gesubsidieerd. 3. Er wordt geen bijdrage verstrekt voor de exploitatie van een organisatie. 4. Per kalenderjaar is er maximaal â‚Ź 5.000 beschikbaar. 5. De bijdrage aan een onderzoek, studie of symposium kan worden verstrekt als elders geen subsidie kan worden verkregen.

6. De subsidie bedraagt maximaal 25% van de kosten per jaar, met een maximum van â‚Ź 5.000,--. 7. Het bestuur kan hiervan afwijken. Van het toegekende bedrag wordt maximaal 50% als voorschot beschikbaar gesteld. Het resterende bedrag wordt overgemaakt na inhoudelijke en financiĂŤle verantwoording van het project. 8. Het bestuur van de stichting beslist over de toekenning. Over het besluit wordt niet gecorrespondeerd. 9. Aanvragen worden voor 1 september ingediend voor een project dat plaatsvindt in het daarop volgende kalenderjaar. Het bestuur kan hiervan afwijken bij een urgente aanvraag. 10. Het bestuur neemt voor 1 november een besluit. 11. De aanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: Naam; adres; telefoonnummer; projectomschrijving; financieel dekkingsplan; vermelding van andere subsidieaanvragen. Indien het een rechtspersoon betreft wordt het inschrijfnummer van de KvK vermeldt. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij de stichting VCHV t.a.v. Dhr. A.M. Alblas, (secretaris), H.v.d.Brulestraat 139, 3065 PG Rotterdam. Zie ook www.vchv.nl

ONZE MENSEN. ONZE KRACHT.

OPROEPKRACHTEN GEZOCHT! AMBULANCECHAUFFEURS & AMBULANCEVERPLEEGKUNDIGEN

Werk 5 diensten in juli, augustus en september bij Excellus en ontvang een kadobon van â‚Ź50,-

?

INTERESSE IN VAST DIENSTVERBAND

WIJ ZIJN OP ZOEK NAAR AMBULANCEVERPLEEGKUNDIGEN (EN OOK MKA CENTRALISTEN!!!!!)

Informeer naar onze meer dan uitstekende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Bij vast contract ontvang je ook nog eens een Apple watch. * vraag naar de voorwaarden.

Krijn Taconiskade 280 1087 HW Amsterdam

22 AMBULANCEZORG

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 22

www.excellus.nl info@excellus.nl

020 - 722 07 27

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:32


Vakgroep Ambulanceverpleegkundigen

Symposium en beurs Ambulancezorg op VENTICARE 2015 Workshops symposium V&VN Ambulancezorg 4 en 5 juni 2015 (De workshops zijn op beide dagen identiek)

Spreker: Dr. J. (Jan) Krul, gezondheidskundige/-wetenschapper. Krul heeft de afgelopen jaren de medische leiding gehad bij honderden dancefeesten en andere evenementen en daar onderzoek gedaan naar ongevallen en incidenten. Momenteel is hij werkzaam als consultant gezondheidsbescherming, gespecialiseerd in evenementenzorg en drugsincidenten.

09.00-10.30 uur 1. Snel diagnostiek en management van pijn op de borst. Onderzoek naar pre-hospitale triage van patiënten met pijn op de borst met behulp van de HEART-score in combinatie met bloedafname waaruit het high-sensitive Troponine-T wordt bepaald. Spreker: Rudolf Tolsma, verpleegkundig specialist Acute zorg, RAV IJsselland. Winnaar Joke Mintjes Award 2014. 11.00-12.15 uur 2. Waterongevallen wat komt er bij kijken? Wat zijn cruciale aandachtspunten voor de ambulanceprofessional van melding tot zorgverlening en in de samenwerking met andere hulpverleners. Spreker: Mevr. drs. L. Vlaanderen, SEH arts KNMG,werkzaam bij Kent Surrey Sussex Airambulance in de UK RNLI crewmember en Lifeboat Medical Advisor. Namens de KNMR: R.M. Moleman, hoofd operationele dienst KNRM en W. Boon Von Ochssée, Medisch adviseur KNRM 13.45-15.00 uur 3. Nieuwe kennis geeft keuze vrijheid in de acute ggz. Per jaar zijn er tussen de 150.000 - 175.000 crisiscontacten door de crisisdienst, waaronder 10.000 - 20.000 ritten met de ambulance. Tegelijkertijd is de zorg in transitie: de somatische zorg, acute zorg en ook de GGZ. Gedwongen behandelen gebeurt steeds vaker vanuit huis. Dit vraagt een andere kijk, maar vooral inbreng van ambulanceverpleegkundigen bij het maken van keuzes. Wil je weten welke plannen er nu ontwikkeld worden en hoe jij jouw rol daarin kan pakken? Kom dan naar deze workshop en spreek mee over de toekomst van de acute zorg GGZ. Spreker: Patrick Groenewegen van Groenewegen Sociale Innovatie & Organisatie in de gezondheidszorg 15.30-16.30 uur 4. Acute situaties bij recreatieve drugs. Hoe te handelen bij melding van drugs- en/of alcholslachtoffer? Wat vraagt de centralist en wat staat de ambulanceverpleegkundige te doen? Alle ins- en outs over de gevaren en symptomen bij gebruik van drugs en/of alcohol komen aan bod.

Mei 2015

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 23

Aanmelden voor Venticare op 4 en/of 5 juni: www.ambulancezorg.venvn.nl Normaal kost een dag-ticket voor Venticare 220 euro, en dat is het ook dubbel en dwars waard. V&VN Ambulancezorg wil de zorgverleners in de ambulancezorg extra in de watten leggen: ben je basislid van V&VN (koepel) dan betaal je, wanneer je je aanmeldt via V&VN Ambulancezorg, slechts 170 euro per dag! Ben je ook nog extra lid van de beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg (lidmaatschap momenteel 25 euro per jaar) dan betaal je nog maar 110 euro. Je spaart dan 50 procent uit op de toegangsprijs! Daar kun je dus in de huidige situatie ruim vier jaar lid voor zijn van de beroepsvereniging die samen met jou wil werken aan excellente ambulancezorg. Je krijgt daarvoor ook nog eens het Vakblad V&VN Ambulancezorg gratis op de mat! DOEN... Lid worden van V&VN?: Ga naar http://www.venvn.nl/Lidworden.aspx en kies daarnaast ook voor het lidmaatschap van V&VN Ambulancezorg. Ben je al lid van V&VN en wil je ook lid worden van V&VN Ambulancezorg? Log in op de site www.venvn.nl met je relatienummer en wachtwoord, klik op ‘mijn lidmaatschap’ en kies in de lijst van afdelingen voor V&VN Ambulancezorg!

AMBULANCEZORG 23

19-5-2015 13:56:33


Ambulancezorg

Physio-Control Physio-Control richt zich al 60 jaar op de acute hulpverlening en is een toonaangevende ontwikkelaar van producten voor het monitoren of behandelen van patiënten in acute medische situaties. Physio-Control ontwikkelt technologieën en systemen die aan de unieke wensen van haar klanten voldoen maar altijd zijn gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en geldende richtlijnen. Alles staat in het teken van samenwerking met de klant: accessoires, disposables, instelbare energiedosering en informatiebeheeroplossingen voor het verzamelen van patiëntgegevens waarmee de zorg kan worden verbeterd. Producten van Physio-Control LIFEPAK CR® Plus automatische externe defibrillator (AED) Dit volledig automatische apparaat is speciaal ontworpen voor diegene die eerste hulp verleent aan een patient met een plotselinge hartstilstand. LIFEPAK® 1000 defibrillator De LIFEPAK 1000 defibrillator is een krachtig en compacte AED en heeft de mogelijkheid voor ritmebewaking. Dankzij de ingebouwde flexibiliteit kan de 1000 worden geprogrammeerd voor gebruik door eerste hulpverleners of door meer medisch geschoold personeel.

LIFEPAK® 20e defibrillator/monitor Dit klinisch geavanceerde en krachtige toestel, geschikt voor met name ‘in hospital’ gebruik, is uiterst intuïtief voor hulpverleners. AED functies en handmatige mogelijkheden worden vakkundig gecombineerd. LUCAS® Thoraxcompressiesysteem LUCAS is ontworpen voor het geven van effectieve, constante en ononderbroken hartmassage in overeenstemming met de European Resuscitation Council-richtlijnen. LIFENET® System Het LIFENET-system biedt ambulancediensten en teams in het ziekenhuis toegang tot een veilig internet platform, waarmee patiëntenzorg en operationele efficientie wordt verbeterd door het verzenden van monitordata. CODE-STAT tm 9.0 Data review software Het CODE-STAT 9.0 evaluatieprogramma is een hulpmiddel waarmee u na inzet van een LIFEPAK op een eenvoudige manier gegevens, rapporten en evaluaties kunt analyseren.

LIFEPAK® 15 monitor/defibrillator De LIFEPAK 15 monitor/defibrillator is de nieuwe standaard op het gebied van spoedeisende hulp. Ideaal voor Avanced Life Support-teams die het meest betrouwbare, effectieve en innovatieve LIFEPAK TOUGH apparaat op klinisch gebied willen.

Ambulancezorg

Informatiebeveiliging in de ambulancezorg Iedereen die in de zorg werkt, moet voorzichtig omgaan met informatie. Vooral als die informatie herleidbaar is tot mensen of incidenten. Deze vertrouwelijke informatie mag niet met derden worden gedeeld. Er is een norm opgesteld voor informatiebeveiliging in de zorg, de zogeheten ‘NEN7510’. Alle zorginstellingen en de mensen die er werken, zijn wettelijk verplicht deze norm na te leven. Alle RAV-en in Nederland gaan deze norm toepassen. Het is belangrijk dat iedereen binnen de ambulancezorg zich bewust wordt van de risico’s op het gebied van informatiebeveiliging. AZN heeft daarom de folder ‘Informatiebeveiliging in de ambulancezorg’ gemaakt waarin het onderwerp kort wordt toegelicht. In de folder lees je onder andere de ‘tien gouden regels’. De folder kun je lezen op de websites van www.ambulancezorg.venvn.nl en www.ambulancezorg.nl

24 AMBULANCEZORG

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 24

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:35


Ambulancezorg

Jaarcongres Verpleegkundig Specialisten Op 8 en 9 oktober 2015 vindt het Jaarcongres V&VN VS plaats in hotel Papendal te Arnhem. De titel van het 7e Jaarcongres V&VN VS luidt: “It takes two to tango; Participatie in de gezondheidszorg; wie leidt?” 1e g in ig

nd

ko

an

De kamerprijzen zijn

A

Accreditatie wordt aang evraagd bij: Accreditatiebureau Verpl eegkundig Spec

ialisten Register NAPA (Nederlandse Asso ciatie Physician 2015 is het jaar van veranderingen in de zorg. De financiële Assis tants) Inschrijven medisch specialist is veranderd, structuur van de vrijgevestigde U kunt zich inschrijven via www.jaarcongre svenvnvs.nl of de cong www.congresscare.co reskalender op m. U ontvangtgemeenten de huisartsenzorg wordt anders bekostigd, worden van ons een bevestiging met routebeschrijvin g. Tarieven tot en met 1 september 2015 verantwoordelijk voor een groot aantal de jeugdzorg 1 dag zorgtaken, 2 dagen Leden EUR 145 EUR 255 Niet-leden EUR 220 gaat naar de gemeenten en multidisciplinaire wijkteams moeten EUR 345 Tarieven na 1 septe mber 2015 Lededicht zorgen voor oplossingen bij huis. spannend jaar dus. n EUR 185 EenEUR 320 Niet-leden EUR 260 420 Hoe gaat de verpleegkundig specialist om EUR met deze veranderinAnnulering: gen? Zijn wij leidend ofAnnu lijdzaam? Als verpleegkundig specialist lering dient schri ftelijk te geschieden via info@congresscare.c Bij annulering vóór 4 augustus 2015 word om. t EUR 35 aan administra rekening gebracht. Na tiekosten in zijn wij als geen andere zorgdiscipline in staat geïntegreerde deze datum bent uom het volledige inschrijfge ld verschuldigd. zorg te leveren. NaastNetw al deze erkavondveranderingen vindt er al een tijdje Donderdagavond 8 oktob er is een netwerkavond (Incl. diner) Kosten: geplandmeer in Hotel Papendal. een omslag plaats in de zorg waarbij EUR 50de patiënt steeds invloed krijgt en neemt op zijn eigen behandeling. Gezamenlijke Hote lacco mmodatie Er is beperkte moge lijkheid om in Hotel Papendal te overnachte besluitvorming en zelfmanagement topics’. In andere n Singlezijn ‘HotDoub le Standaard EUR 99 EUR 120 Superior EUR 124 EURvolgt”. woorden: “It takes two to tango – wie leidt wie 145

7e Jaarcongres V&VN

It takes 2 to tango

Participatie in de gezond

heidszorg... Wie leidt?

Donderdag en vrijdag 8 & 9 oktober 2015

incl. ontbijt en toeris

tenbelasting.

Een gevarieerd en interessant programma Op ons 7e jaarcongres willen we in het plenaire programma dan ook nader ingaan op bovenstaande thema’s en met name wat bovenstaande veranderingen betekenen voor de verpleegkundig specialist en hoe wij hierin leidend kunnen zijn. Naast het plenaire programma bieden wij ook dit jaar weer een uitgebreid scala aan workshops en masterclasses, dit jaar generieker van opzet en aandacht voor alle CanMEDS rollen. Het netwerkevent zal interactiever zijn dan voorgaande jaren, zodat er voldoende gelegenheid is om collega’s te ontmoeten en kennis te delen. De abstractsessies en posterpresentaties mogen ook dit jaar natuurlijk niet ontbreken. Wij roepen alle verpleegkundig specialisten op om een abstract in te sturen! Dit kan tot 1 juli 2015. Ook zal er een sessie gewijd worden aan de beste masterthesissen van de MANP en GGZ-VS opleidingen. Kortom weer een heel interessant programma met voor ieder wat wils!

VS 2015

Hotel Papendal, Arn

hem

Congressecretariaat Congress Care Postbus 440 5201 AK ’s-Hertogenbos ch Tel. 073 690 14 15 info@congresscare.c om www.congresscare.c om

@VenVNVS_CC

www.jaarcongresven vnvs.nl

www.venvnvs.nl

Kijk voor meer informatie over het programma, abstract indienen en inschrijven op www.jaarcongresvenvnvs.nl

Mei 2015

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 25

AMBULANCEZORG 25

19-5-2015 13:56:37


Ambulancezorg

Onderzoeksagenda Ambulancezorg 2014-2018 De ambulancesector investeert in wetenschappelijk onderzoek. De kennis die dat oplevert wordt gebundeld en gedeeld in de sector. Onlangs is ‘de onderzoeksagenda ambulancezorg 20142018’ ontwikkeld. De beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg leverde belangrijke input die bijdroeg aan de totstandkoming van de onderzoeksagenda. Meerjarenplan De ambulancesector wil met de onderzoeksagenda bijdragen aan kennisontwikkeling voor ‘evidence based practice’ in de ambulancezorg. Doelen: de kwaliteit verbeteren en de sector verder professionaliseren. Om dit daadwerkelijk in de praktijk te kunnen brengen stellen de NVMMA en V&VN Ambulancezorg dit jaar samen een meerjarenplan op. Kennisontwikkeling en kennisdeling staan hierin onder andere centraal, thema´s waarbij RAV-en, AZN en kennis- en onderwijsinstituten samen zullen moeten optrekken. Ook het inrichten van een onderzoekstructuur binnen de ambulancezorg is onderdeel van het meerjarenplan. In de eerste helft van dit jaar wordt het meerjarenplan vastgesteld.

te informeren over de onderzoeksagenda heeft AZN, samen met het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de HAN, de folder ‘Landelijke Onderzoeksagenda Ambulancezorg 2014-2018 – kennis maakt het verschil’ geschreven. Download de folder op www. ambulancezorg! Meer informatie Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u meer weten over de onderzoeksagenda ambulancezorg? Neem dan contact op met Margreet Hoogeveen, programmamanager AZN, via m.hoogeveen@ambulancezorg.nl ’De Landelijke Onderzoeksagenda Ambulancezorg 2014-2018’ is in opdracht van Ambulancezorg Nederland ontwikkeld door het lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), in samenwerking met het werkveld, de NVMMA en V&VN Ambulancezorg.

Folder voor ambulanceprofessionals Betrokkenheid van ambulanceprofessionals is essentieel bij de uitvoering van de onderzoeksagenda. Om de professionals goed

Ambulancezorg

Nieuws bij ZOLL® Wereldprimeur bij RAV Gooi & Vechtstreek Wederom is RAV Gooi & Vechstreek de eerste ambulancedienst ter wereld die een wereldprimeur in huis heeft gehaald. Ruim zes jaar geleden waren ze al de eerste ambulancedienst die shocksynchronisatie konden toepassen door integratie van de AutoPulse® en E Series®. Nu zijn, vanaf begin april 2015, alle ambulances uitgerust met de ZOLL X Series®. Deze kan gekoppeld worden aan de AutoPulse Plus® waardoor tijdens AutoPulse compressies de X Series automatisch het optimale moment voor ontlading kiest. RAV Gooi & Vechtstreek werkt al vele jaren met deze innovatieve techniek en stelde dit dus ook als voornaamste voorwaarde voor de ingebruikname van de X Series. De eerste ervaringen met de ZOLL X Series zijn tot heden positief. In een volgende editie zal een uitgebreid artikel volgen over RAV Gooi & Vechtstreek en de toepassing van X Series met AutoPulse.

26 AMBULANCEZORG

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 26

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:40


Ambulancezorg

Dinsdag 22 september: In balans? Meer mans! Themadag door Tijd en Ruimte Doelgroep: Medewerkers ambulance, brandweer, politie, gemeenschappelijke meldkamers, huisartsenposten en zorginstellingen. Leden van een collegiaal ondersteuningsteam. Human Resource managers, managers en leidinggevenden van zorgprofessionals. Algemene doelstellingen themadag: Hoe herken, erken en verwerk ik ingrijpende werk gerelateerde gebeurtenissen bij mijzelf en bij een ander? Hoe ageer, reageer, kanaliseer ik op ingrijpende werk gerelateerde gebeurtenissen? In balans? Meer mans! Keywords: Draaglast - draagkracht - veerkracht - ondersteuning - signaleren - zelfkennis – samenwerken non-verbale communicatie - eigen verantwoordelijkheid - cultuur - gezonde werkcultuur stress reductie - collegiale team ondersteuning – monitoren Het programma bestaat uit twee plenaire sessies en een keuze uit zes workshops. Plenaire sessies Plenair 1 Hoe is de nazorg bij ambulance diensten nu georganiseerd? En moeten we zo verder? Door: Janneke Jager student Bachelor Medische Hulpverlening Hoge school Utrecht. Presentatie van het door Janneke gehouden onderzoek over de huidige wijze van nazorg. Met daaraan gekoppeld de conclusies en aanbevelingen uit de gehouden interviews. Plenair 2 “Welke balans maakt meer mans?” Door: Peter van Loon, na ruim twaalf jaar werkzaam te zijn geweest bij het Instituut voor Psychotrauma is hij nu als zelfstandigondernemer actief op het terrein van crisis, stress en trauma. Hij treedt op als adviseur, opleider en hulpverlener voor bedrijven, organisaties en overheden. Zijn kijk op crisis, stress en trauma is helder en gebaseerd op kennis en ruime ervaring. In een interactieve bijdrage van ongeveer 45 minuten wordt vanuit het perspectief van “crisis stress & trauma” aandacht besteed aan de begrippen ‘balans’ en ‘disbalans’. Wat weten we over stressbronnen binnen de geüniformeerde beroepen? Vanuit welk dominant perspectief kijken we naar (acute) stressvolle gebeurtenissen en wat zijn hiervan mogelijke positieve en negatieve consequenties?

Workshops Workshop 1 “Ho(ld)de line, grenzen stellen en leiding geven, vanuit een ander perspectief” Door: Marianne Willemsen, eigenaar van training en coachingsburo Tijd&Ruimte.Com en daarnaast ook werkzaam als ambulanceverpleegkundige in de regio’s Gelderland-Zuid en Rotterdam-Rijnmond. Door met paarden te werken komt het begrip leidinggeven in een ander daglicht te staan. Workshop 2 “Natuurlijk Jij” Door: Erna Wagenaar trainer en coach bij GoedGaan, en Janneke van Gerwen trainer en coach bij Zonnejans. Tijdens deze workshop worden deelnemers aangezet om meer inzicht te krijgen in hun eigen natuurlijke voorkeur van handelen en reageren. Workshop 3 “Leer je emotionele stress te verminderen, het 7-stappen plan” Door: Maud van der Struijk houdt hulpverleners op de rit. In deze workshop maak je kennis met een methode om stress te reduceren. Workshop 4 “Spelregels” Door: Dr. Paul Meerts, politicoloog, trainer internationaal onderhandelen, verbonden aan instituut Clingendael. Deze workshop confronteert de deelnemers met de communicatieproblemen die ontstaan als mensen uit verschillende culturen elkaar proberen te begrijpen. Workshop 5 “Vangen of laten vallen?” Door: Dr. Mariska den Hartog, GZ psycholoog, neuropsycholoog en docent aan de Hogeschool Utrecht in de acute zorg. Tijdens deze workshop oefen je met het opvangen van jouw collega wanneer deze een schokkende gebeurtenis heeft meegemaakt – nog op dezelfde dag! Workshop 6 “Irritant, tolerant!” Door: Ans Wiebosch specialist in agressie management, trainer en coach bij Ansro bv. Tijdens de workshop leren deelnemers de verschillende vormen van agressie herkennen en zullen oefenen met een professionele trainingsacteur. Aanmelden via de website www.tijdenruimte.com. Inschrijven vanaf 15/04/2015 tot 15/08/2015. Accreditatie KR V&V is aangevraagd.

Mei 2015

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 27

AMBULANCEZORG 27

19-5-2015 13:56:40


Vacature AmbulanceZorg Limburg-Noord onderscheidt zich door kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg te leveren aan de klant. Om dit te kunnen, besteden wij veel aandacht aan de vaardigheden van onze medewerkers. Wij leggen de verbinding tussen de technische en de non-technische skills door inzet van ons geoutilleerde skillslab. Hier bieden wij een breed scala van V&VN gecertificeerde opleidingen. Wij zoeken:

Ambulance verpleegkundige

Waarom werken bij AmbulanceZorg Limburg-Noord? • We hebben een informele cultuur. • We hebben een sterk team. • We hebben aandacht voor jouw persoonlijke ontwikkeling. • En bovenal: bieden wij jou de voordelen van de 24 uursdiensten. Tevens zoeken wij een Verpleegkundig centralist, kijk voor meer vacatures op onze site: www.ambulancezorgln.nl. Wil je meer weten? Bel Sabine Janse, afdeling PO&O, tel. 088-0330211. 28 AMBULANCEZORG

LTR_P021_LTR-AMBU-02-2015 28

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:40


KORT NIEUWS

Richtlijn opvang brandwondpatiënten Tot nu toe ontbreken evidence based richtlijnen in Nederland op het gebied van de opvang, diagnostiek en verwijzing in de acute fase van patiënten met brandwonden. Er is nog steeds een (te) grote variatie in hulpverlening, inschatting van de ernst van de brandwond en verwijzing bij personen met acute brandwonden. Dit heeft niet alleen negatieve gevolgen op gezondheidsklachten, kwaliteit van leven, maar ook op sociaal en beroepsmatig functioneren. Dit heeft geleid tot het initiatief van Brandwondenzorg Nederland om samen met de professionals die betrokken zijn bij de opvang, diagnostiek en verwijzing van patiënten met acute brandwonden een multidisciplinaire evidence based richtlijn te ontwikkelen met methodologische ondersteuning van het CBO.

De richtlijn betreft de eerste opvang van brandwondpatiënten in de acute fase (1ste 24 uur) van verbranding en verwijzing naar een brandwondencentrum. Professionals uit de brandwondencentra en de SEH constateerden dat de opvang en verwijzing in de acute fase van brandwondenpatiënten niet optimaal verloopt. De belangrijkste knelpunten doen zich voor op het gebied van de diagnostiek (inschatting van de ernst van de brandwond) en een te late verwijzing. Recent onderzoek heeft aangetoond dat er niet optimaal gehandeld wordt met betrekking tot 1e opvang, zoals de inschatting van het percentage TVLO, inschatting van kans op hypothermie, vaststellen inhalatietrauma, vloeistofresuscitatie en de verwijscriteria naar een brandwondencentrum. Daarnaast is er in de internationale literatuur aangegeven dat er een aantal aandachtsgebieden zijn voor verbetering binnen de brandwondenzorg, zoals behandeling op eerste hulp afdeling, verwijzing naar brandwondencentra, berekening volume vloeistofresuscitatie, vermindering van tijd tussen eerste hulp afdeling en opname in brandwondencentrum.

Mei 2015

LTR_P029_LTR-AMBU-02-2015 29

Doelstelling Deze richtlijn geeft aanbevelingen voor de eerste opvang van brandwondpatiënten in de acute fase (1e 24 uur) van verbranding en verwijzing naar brandwondencentra. Het doel is om deze eerste opvang en verwijzing binnen Nederland te standaardiseren om hiermee de kwaliteit van de zorg te bevorderen. Deze richtlijn beoogt dat: - er meer helderheid in aanpak en beleid komt; - de ziektelast ten gevolge van brandwonden wordt teruggedrongen; - de sociaal-maatschappelijke participatie van mensen na acute brandwonden toeneemt, wat zowel werk en school als (gezins-)leven en sociaal netwerk betreft. Uiteindelijk kan dit ook leiden tot een besparing van maatschappelijke kosten. Verder wordt met het opstellen van een richtlijn beoogd de kennis van artsen en patiënten over de opvang van patiënten met acute brandwonden te vergroten. Op basis van deze multidisciplinaire richtlijn kunnen de disciplines die te maken hebben met de zorg voor patiënten met acute brandwonden specifieke richtlijnen en protocollen ontwikkelen of aanpassen. De “Richtlijn Eerste opvang van brandwondpatiënten in de acute fase (1ste 24 uur) van verbranding en verwijzing naar een brandwondencentrum” is te lezen en te downloaden op www. ambulancezorg.venvn.nl

AMBULANCEZORG 29

19-5-2015 13:55:23


MMT-inzetcriteria, (g)een abc’tje? In Nederland heeft elke veiligheidsregio een eigen meldkamer van waaruit de hulpdiensten worden aangestuurd. Aan de hand van de openingsvraag kunnen 112-bellers aangeven om welke hulpverlener wordt gevraagd. In het geval van gezondheidsproblemen wordt de melding doorgeschakeld naar de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). Vervolgens wordt de triage uitgevoerd door een centralist, in de meeste gevallen een verpleegkundige. In korte tijd moet de centralist op basis van de beschrijving van de situatie en de patiÍnt door een omstander middels een triagemethodiek de urgentie bepalen en het soort inzet. Naast de inzet van een ambulance kan de centralist ter aanvulling op de reguliere ambulancezorg ook een Mobiel Medisch Team (MMT) oproepen.

30 AMBULANCEZORG

LTR_P030_LTR-AMBU-02-2015 30

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:55


Afhankelijk van de gebruikte triagemethodiek maken de criteria voor de oproep van een MMT deel uit van de triagemethodiek. Bij Advanced Medical Priority Dispatch System (AMPDS) met de digitale variant Professional Quality Assurance (ProQA) zijn de criteria voor het oproepen van een MMT wel in de inzetvoorstellen verwerkt en bij de Nederlandse Triage Standaard (NTS) niet. Uniformiteit ten aanzien van inzet van MMT’s ontbreekt in Nederland1. Achtergrond Op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport hebben Ambulancezorg Nederland (AZN) en de toenmalig Landelijke Vereniging van Traumacentra, nu Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) de opdracht aangenomen om een methode op te stellen om MMT’s op uniforme wijze in te zetten waarbij rekening wordt gehouden met een goede aansluiting op de huidige wijze van inzetten van ambulancezorg. In de zomer van 2013 heeft deze opdracht geleid tot een document met nieuwe inzet- en cancelcriteria1. Sinds 2011 kunnen de vier parate helikopter MMT’s ook ’s nachts vliegen en zijn daarmee 24/7 inzetbaar. Indien de helikopter niet kan vliegen verplaatst het team zich in principe met een MMT-voertuig. In de periode 2010 tot en met 2013 steeg het aantal inzetten per jaar van 5.540 naar 7.570. Hierover zijn Kamervragen gesteld2. In de beantwoording hiervan wordt aangeven dat er onvoldoende zicht op de groei van deze inzetten is. Daarnaast is relevant dat het LNAZ heeft geconstateerd dat het aantal cancels (het ongedaan maken van de oproep om een MMT-inzet) eveneens groeit2. Tot en met 30 juni 2013 golden de oude inzetcriteria (figuur 1), dit zijn vooral kenmerken (omstandigheden) van het ongeval waaronder een centralist een MMT zou moeten oproepen. Weinig is bekend over de toepassing van deze criteria in Nederland en of het leidt tot over- of ondertriage. In internationale literatuur wordt gevonden dat criteria die gebaseerd zijn op mechanisme alleen geen goede voorspeller voor het activeren van een traumateam zijn3 en leiden tot overtriage.4 Daarnaast is bekend dat in de praktijk wordt afgeweken van de strikte toepassing van de criteria5 en dat overtriage veel voorkomt bij MMT inzet-

Mei 2015

LTR_P030_LTR-AMBU-02-2015 31

ten6. Met uitzondering van de bewusteloosheid4 is er amper evidence en zijn de nieuwe inzetcriteria veelal gebaseerd op de meningen van experts. De kans op het moeten verrichten van de medischspecialistische interventies op basis van patiëntparameters zijn in de nieuwe criteria leidraad voor het inzetten van een MMT. Belangrijk uitgangspunt bij de nieuwe criteria is dat de toestand van de patiënt leidend wordt voor het al dan niet inzetten van een MMT. Recente navraag bij verschillende MKA’s leert ons dat de MMT-oproepen nog vaak niet volgens nieuwe criteria uitgevoerd worden en dat de oude en/of eigen inzetcriteria gehanteerd worden. Vanuit MKA Twente leek de toepasbaarheid van de criteria vooral een probleem omdat de gebruikte patiëntparameters van de inzetcriteria, waarop de centralist kan besluiten om een MMT op te roepen, vaak niet bekend zijn bij de leek die de 112-melding doet. Van de andere centra is bij ons niet bekend waarom er nog niet volgens de nieuwe inzetcriteria wordt gewerkt. Aan de nieuwe criteria zijn ook cancelcriteria toegevoegd, zodat het cancelen van een MMT op duidelijke en uniforme gronden plaats kan vinden.

over de primaire MMT-inzetten van het laatste halfjaar 2013. Bij primaire inzetten wordt het MMT aan de hand van de binnengekomen 112-melding direct door de MKA opgeroepen. Van secundaire inzetten is sprake als een ter plaatse zijnde ambulance om een MMT verzoekt. De nulmeting geeft inzicht in de huidige situatie wat betreft het aantal MMT inzetten (en cancels) en de toepassing van de oude inzetcriteria. Op deze manier kunnen de gevolgen voor het invoeren van de nieuwe criteria beter beoordeeld worden. Dit artikel beschrijft de resultaten van deze nulmeting. Daarnaast wordt beoordeeld of de huidige registratie van de meldkamer volstaat of dat aanpassingen nodig zijn om te voldoen aan de nieuwe door de LNAZ en AZN voorgestelde richtlijnen voor periodieke evaluatie van MMT inzetten en -cancels. Methode Om inzicht te krijgen in de huidige situatie van de MMT-oproepen werd een nulmeting uitgevoerd die bestond uit drie onderdelen. Voor deze nulmeting werd gebruik gemaakt van het bestaande registratiesysteem van de MKA Twente.

Figuur 1 - oude inzetcriteria 1. HET (Hoog Energetisch Trauma): a. Snelheid motor/brom/(snor)fiets > 30 km/uur b. Auto ongeval met hoge snelheid c. Uit voertuig/van motor geslingerd d. Aanrijding voetganger > 30 km/ uur 2. Ongeval met of tegen trein/tram/ vrachtwagen/bus/vliegtuig/schip 3. Val of sprong van hoogte, gerelateerd aan toestand patiënt 4. Beknelling, bedelving of verdrinking 5. Ongevallen met meerdere ernstige slachtoffers 6. Ongevallen met elektriciteit (inclusief blikseminslag) 7. Explosie 8. Chemische, toxische en nucleaire incidenten 9. Grote brand met ingeslotenen 10. Duikongevallen Het ROAZ van Acute Zorg Euregio heeft besloten de invoer van de nieuwe inzetcriteria in de regio uit te stellen om eerst een nulmeting te kunnen doen

A. Uit het registratiesysteem van de MKA Twente werd van alle A1 ritten van het laatste halfjaar van 2013 gescoord hoe vaak items uit de oude inzetcriteria aanwezig waren (bijvoorbeeld hoog energetisch trauma of explosie, zie figuur 1). Ook afgeleide termen/afkortingen zijn gebruikt. Indien het woord niet relevant was voor de inzet criteria werd deze niet gescoord. Bijvoorbeeld vrachtwagen werd niet gescoord als het geen ongeval met een vrachtwagen betrof maar een chauffeur die onwel werd in een vrachtwagen aan de kant van de weg. Deze gegevens geven een indicatie hoe vaak een MMT volgens de strikte toepassing van de oude inzetcriteria opgeroepen zou moeten worden. B. Twee deskundige beoordelaars (medisch manager meldkamer en traumachirurg met prehospitale ervaring) hebben onafhankelijk van elkaar 53 opnamen van 112-meldingen beoordeeld op de oproep voor een MMT volgens de strikte toepassing van de oude criteria én volgens hun deskundigheid. Alleen als door beide deskundigen de vraag of een

AMBULANCEZORG 31

19-5-2015 13:56:55


De passie van Lex maakt onze ambulances onderscheidend... Kwaliteit, afwerking en duurzaamheid staan bij Visser Leeuwarden op een hoog niveau. Maar ook de gedrevenheid van onze medewerkers maken Visser-ambulances onderscheidend.

“ I k v in d h et e e n u i td a g in g o m e e n i nte ri e u r i n te b o u we n , dat h e l e m a al l d oet a a n d e we n s e n vo ld va n d e k l a nt �

Bij Visser Leeuwarden werken mannen en vrouwen met passie voor ambulances. Neem nou Lex, interieurbouwer. In zijn vrije tijd ontwerpt Lex graag meubels en interieurelementen. Die hobby kan hij toepassen in zijn dagelijkse praktijk. Hoe ingewikkelder het werk, hoe meer hij geniet. Die passie ziet u terug in elk Visser-product...

www.visser-leeuwarden.nl Edisonstraat 16, 8912 AW Leeuwarden T +31 (0)58 - 213 45 55 F +31 (0)58 - 215 01 57 I info@visser-leeuwarden.nl

100015_VISSER_ADV_Advert.indd 1 LTR_P032_LTR-AMBU-02-2015 32

01-06-10 10:10 19-5-2015 13:59:33


MMT opgeroepen zou moeten worden met “ja” werd beantwoord werd dit beschouwd als terechte MMT-oproep. Het betrof de opnames van alle primaire MMT-inzetten over de periode 1 juli 2013 t/m 31 december 2013 (n=34). Daarnaast is een steekproef getrokken uit de A1-meldingen waarbij een item uit de inzetcriteria voorkwam maar waarbij geen MMT was opgeroepen (zie A) (n=19). De deskundigen waren niet op de hoogte of een MMT al dan niet was ingezet. C. De cancels van de MMT-inzetten en redenen hiervan over het laatste halfjaar 2013 werden in kaart gebracht. Daarnaast is gekeken of de huidige registratie van de MKA Twente de juiste items bevat om te voldoen aan de richtlijnen om de inzetcriteria voor een MMT te evalueren zoals beschreven in het rapport van de LNAZ en AZN1. Resultaten A. In de periode van 6 maanden is 148 keer uit bijna 4000 A1-meldingen een item van de inzetcriteria gescoord. Volgens strikte toepassing van de criteria zou dus 148 keer een MMT opgeroepen moeten worden (3,7%). Het daadwerkelijk aantal opgeroepen MMT’s was veel lager, namelijk 34 keer (0,9%). Het veruit meest voorkomende ongevalsmechanisme was een hoog energetisch trauma (HET); dit kwam voor in 115 van de 148 gevallen (78%), gevolgd door ongevallen met meerdere slachtoffers (18 keer; 12%) en situaties gerelateerd aan beknelling, bedelving of verdrinking (15 keer; 10%). B. Op basis van de oude inzetcriteria (tabel 1): - had een MMT 37 keer opgeroepen moeten worden, maar is dit 11 keer niet gebeurd (30%); - had 16 keer geen MMT opgeroepen hoeven worden, maar is dit 8 keer wel gebeurd (50%); - zou de patiënt in 21% (11/53) van de situaties benadeeld zijn. Op basis van deskundigheid (tabel 1): - had een MMT 15 keer opgeroepen moeten worden en is dit 2 keer niet gebeurd (13%); - had 38 keer geen MMT opgeroepen hoeven te worden maar is dit 21 keer wel gebeurd (55%);

Mei 2015

LTR_P030_LTR-AMBU-02-2015 33

Tabel 1 – Beoordeelde opnames 112-meldingen op inzet MMT op basis van inzetcriteria en deskundigheid Inzet MMT door deskundigen op basis van: inzetcriteria MMT opgeroepen

deskundigheid

JA*

NEE

JA*

NEE

26

8

13

21

totaal 34

MMT niet opgeroepen

11

8

2

17

19

Totaal

37

16

15°

38

53

*indien beide beoordelaars voor “JA” kiezen ° volgens de beoordelaars voldeden 14 van de 15 potentiële MMT inzetten ook aan de inzetcriteria

- zou de patiënt in 4% (2/53) van de situaties benadeeld zijn. C. In het tweede halfjaar van 2013 heeft zich 31 keer een situatie voorgedaan waarin een MMT werd opgeroepen. Dit kan een helikopter (Rheine, Groningen of Nijmegen) en/of een grondgebonden team (Enschede/Almelo) zijn. In totaal is bij deze 31 situaties 14 keer daadwerkelijk een MMT bij de hulpverlening actief betrokken geweest, meestal betrof dit een helikopter (12 van de 14 keer), en 17 keer is de MMT-inzet gecanceld (55%). In bijna de helft van de gevallen (8 van de 17) is de reden van annuleren niet exact beschreven en staat er alleen dat er is gecanceld. Op dit moment wordt niet voldaan aan de beschrijving in het rapport1 om van alle A1-oproepen waarop de primaire inzetcriteria van toepassing zijn, te registreren waarom wel of niet een MMT is opgeroepen en indien gecanceld wat de reden hiervan was. Tabel 2 – Redenen van cancelen van MMT oproep volgens het registratiesysteem van de MKA Twente Reden cancels

aantal

Geannuleerd

8

Patiënt overleden

3

SITRAP: patiënt stabiel

3

Op voorhand ingezet: niet nodig

1

Duurt te lang

1

Te laat gekoppeld

1

Niet beschikbaar

1

Totaal

17

Discussie / Conclusie Het is lastig gebleken om op basis van de opgenomen 112-meldingen een oordeel

te vormen over de noodzaak voor het oproepen van een MMT; zelfs retrospectief en zonder tijdsdruk werd dit door de beoordelaars als lastig ervaren. Daarnaast waren de beoordelaars alleen gefocust op het wel of niet inzetten van een MMT op een zeer klein aantal opnamen, waar de centralisten dit bij talloze meldingen in het achterhoofd moeten hebben. Dit komt niet overeen met de werkwijze van de centralist die 112-meldingen tussen de andere urgente en minder urgente meldingen door krijgt. De opnamen zijn slechts door twee beoordelaars beluisterd en hierbij is aangenomen dat als ze beide hetzelfde antwoord gaven dit dan ook “de waarheid” is. Feitelijk is achteraf pas duidelijk of een MMT-inzet beter voor de patiënt zou zijn geweest. Dat is in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten, het gaat hier om de melding, omdat dat de informatie is waar de centralist van de meldkamer zijn keuze voor de MMTinzet op moet baseren. De oude inzetcriteria worden niet goed toegepast en leiden bij strikte toepassing tot een waarschijnlijk onnodig hoog aantal MMT-oproepen. Uit de literatuur blijkt ook dat het gebruik van alleen mechanisme als criterium leidt tot overtriage.4 Waarschijnlijk nemen de centralisten van de meldkamer de situatie van de patiënt nu al mee in hun besluitvorming zonder dat hier afspraken over zijn gemaakt. Dit komt waarschijnlijk omdat centralisten al volgens de DABCE methode of bewust-ABCDE werken, ook zonder dat de nieuwe inzetcriteria formeel van kracht zijn geworden. De nieuwe inzetcriteria sluiten beter aan op de actuele conditie waarin de patiënt na het ongeval verkeert, maar zijn naar verwachting minder goed toepasbaar. Cen-

AMBULANCEZORG 33

19-5-2015 13:56:55


tralisten moeten de vitale parameters achterhalen op basis van de bevindingen van melders (leken dus). Uit herhaling van dit onderzoek, na invoer van de nieuwe inzetcriteria zal blijken of dit een verbetering in het opvolgen van de richtlijn laat zien. De verwachting op basis van dit onderzoek is dat het aantal MMToproepen zal dalen. Op basis van de oude criteria waren er 34 MMT-inzetten en als de nieuwe richtlijn de deskundigen volgt dan worden dit er 15, en zal het percentage overtriage afnemen. Het hoge percentage ondertriage (30%) zou aanleiding moeten zijn voor nader onderzoek. Verwacht mag worden dat ook dit percentage zal afnemen. Volgens

het Amerikaanse College of Surgeons is tot 5% ondertriage acceptabel en is het geassocieerd met een overtriagepercentage van 30-50%. Het is niet inzichtelijk wat mogelijke nadelige gevolgen voor de patiënt geweest zijn van het niet inzetten van een MMT als dit volgens de criteria wel zou moeten. Het al dan niet inzetten van een MMT zal altijd onderhevig zijn aan onder- en overtriage. Een goede balans moet hierin worden gevonden door het zo klein mogelijk maken van de kans dat de patiënt negatieve gevolgen ondervindt van het niet inzetten van een MMT ten opzichte van het ten onrechte gebruik maken van kostbare middelen. Daarnaast dienen onnodige inzetten vermeden te worden om zo bij te dragen

De kaders van het onderzoek • Dit onderzoek is uitgevoerd in de regio Twente, Meldkamer Twente. • In het werkgebied van Meldkamer Twente zijn zo’n 620.000 mensen woonachtig. • De MMT’s die in regio Twente ingezet worden zijn vooral de helikopter van Rheine (Duitsland) en in mindere mate wordt gebruik gemaakt van Lifeliner 3 (Nijmegen) en Lifeliner 4 (Groningen).

34 AMBULANCEZORG

LTR_P030_LTR-AMBU-02-2015 34

aan de beschikbaarheid van het MMT en aan risicoreductie door het vliegen/ rijden met spoed te beperken. Verbeterpunten Naast de nieuwe inzetcriteria bevat het document van de LNAZ en AZN ook richtlijnen voor het evalueren van de MMT-oproepen en -cancels1. Betere registratie van de reden van cancels van de MMT-inzetten is noodzakelijk om te voldoen aan de richtlijnen om de cancels te evalueren. De MMT-oproepen en -cancels worden ook door de MMT’s geregistreerd. Navraag van alleen de reden van cancelen bij de Nederlandse helicentra voegde geen nieuwe informatie toe aan de gegevens van de MKA Twente. Deze informatie is niet beschikbaar voor de MMT-oproepen en -inzetten van de helikopter van Rheine. Voor zover ons bekend, is het voorstel uit het document van de LNAZ en AZN met MMT-inzet- en cancelcriteria voor de opzet van een registratiesysteem voor evaluatie van de inzetcriteria nog niet verder uitgewerkt. Praktisch gezien is het voor de MKA moeilijk uitvoerbaar

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:56:56


van alle A1-meldingen waarop de inzetcriteria van toepassing zijn te registeren wat de motivatie was voor al dan niet oproepen van een MMT. De inzetcriteria zijn namelijk niet ingebed in NTS. Wat de effecten zijn van het wel inbedden van de inzetcriteria bij AMPDS/ProQA is ons niet bekend. Bovendien worden dan alleen de meldingen bekeken die volgens de inzetcriteria in aanmerking kwamen en wordt van een goede toepasbaarheid van de criteria uitgegaan. Andere situaties waarin een MMT-inzet wellicht nodig is maar niet zijn opgenomen in de criteria, worden op deze manier gemist.

Daarnaast is meer informatie van zowel de MKA als de helicentra nodig over tijden van melden en cancelen in combinatie met aanvlieg- of aanrijtijden. Tevens kan er meer inzicht verkregen worden in de relatie tussen prehospitale tijd, MMT inzet en outcome van de patiënt.

Referenties 1. MMT inzet- en cancelcriteria. Een praktisch handvat voor het inzetten van MMT’s en verdeling van verantwoordelijkheden tussen MKA, ambulance en MMT. Landelijk Netwerk Acute Zorg en Ambulancezorg Nederland. Juni 2013. 2. www.rijksoverheid.nl/bestanden/documentenen-publicaties/kamerstukken/2014/11/25/ beantwoording-kamervragen-over-gebruiktraumahelikopter/beantwoording-kamervragen-over-gebruik-traumahelikopter.pdf. 3. Boyle MJ et al. Is mechanism of injury alone in the prehospital setting a predictor of major trauma – a review of the literature. J Trauma Manag Outcomes (2007) 1(1): 4. 4. Ringburg AN. Helicopter Emergency Medical

Toevoeging van aanvullende variabelen aan de landelijke traumaregistratie (LTR) lijkt een logische stap om een beter beeld te krijgen van de MMT-inzetten en -cancels. Een voorbeeld kan zijn om de uitgevoerde spoedinterventies (bijvoorbeeld chirurgische hemostase, amputatie en onder anesthesie brengen van patiënten met behulp van anesthetica, narcotica en spierverslappers) te registreren omdat hierin de meerwaarde van MMT ten opzichte van de reguliere ambulancezorg goed naar voren kan komen.

Mei 2015

LTR_P030_LTR-AMBU-02-2015 35

Services; Effects, Cost and Benefits (proefschrift). Rotterdam: Erasmus Medisch Centrum; 2009.

Auteurs Nancy C.W. ter Bogt, epidemioloog/ onderzoeker, Acute Zorg Euregio Rolf E. Egberink, onderzoeker/ beleidsmedewerker, Acute Zorg Euregio Fred L. van Eenennaam, medisch manager, Ambulance Oost Ralph J. de Wit, medisch manager, Acute Zorg Euregio en traumachirurg Medisch Spectrum Twente

5. Tourtier JP et al. Human errors in (inhuman?) triage. Langenbecks Arch Surg (2010) 395(8): author reply 1177-8. 6. Giannakopoulos G.F. et al. Cancellations of (helicopter-transported) mobile medical team dispatches in the Netherlands. Langenbecks Arch Surg (2010) 395(8): 737–745.

AMBULANCEZORG 35

19-5-2015 13:56:57


KORT NIEUWS

Visser lanceert ViTronic 2.0 canbus systeem op ambulances Visser lanceert een vernieuwde versie van haar Canbus systeem namelijk de ViTronic 2.0. Naast een verbeterde software worden mogelijkheden toegevoegd voor draadloze communicatie als WiFi en RFID. Door toepassing van deze technologie wordt het mogelijk om via het ViTronic systeem chauffeur identificatie en tracken van kritische medische inventaris zoals hartmonitor, uitzuigunit, spoedkoffers en brancard toe te passen. Verpleegkundige en chauffeur krijgen melding via het touchscreen display wanneer items ontbreken.

onder verbruiksgegevens, ritlogging en rijstijl analyses. Als laatste dient de portal voor servicedoeleinden. Handleidingen, elektrische schema’s zijn beschikbaar en ook kan een klant zijn tickets aanmaken voor servicemeldingen. Visser combineert zo meerdere functionaliteiten in één compleet voertuigbeheersysteem om daarmee de inzetbaarheid te maximaliseren en door technologie het werk van ambulance medewerkers te ondersteunen!

Met de komst van ViTronic 2.0 wordt tevens een web-portal, Visser Information Portal, gelanceerd via vip.visserleeuwarden.nl waarin wagenparkbeheerders volledig inzicht in hun rijdende vloot krijgen. Middels de portal is per voertuig een dashboard met alle relevante voertuiggegevens beschikbaar als accuspanningen, huidige locatie, actuele km-stand etc. Een en ander naar klantwens in te richten. Ook zal Visser middels de portal Fleetmanagement functionaliteit gaan bieden waar-

112

VAKDAGEN

Gorinchem | 8, 9 en 10 september 2015

Bron: Rescuewear®

Hét kennis- en netwerkplatform voor de multidisciplinaire hulpverlening

MEER WETEN? www.evenementenhal.nl/112vakdagen 112vakdagen

36 AMBULANCEZORG

LTR_P036_LTR-AMBU-02-2015 36

Ambulanceplein Laat u informeren en inspireren door uw toeleveranciers en vakorganisaties! Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:59:56


Verscheping in de haven van Rotterdam

Brabantse ambulances naar de Filipijnen Het wagenpark van de RAV Brabant Midden-West-Noord bestaat momenteel uit ongeveer 60 ambulances. Na ongeveer vijf jaar zijn ze aan vervanging toe. Maar de RAV geeft de auto’s daarna graag een tweede leven, per slot van rekening functioneren ze nog prima. Alweer vier jaar geleden schonk de RAV twee Chevroletambulances aan de gemeente Zundert, die ze voor een goed doel naar Indonesië zou sturen. Helaas werd de invoer door het ontvangende land geblokkeerd. Daarop besloot de RAV om de auto’s terug te halen en hiervoor een nieuwe eindbestemming te zoeken. Dat werd ERUF, een particuliere organisatie voor hulpverlening in Cebu City op de Filipijnen.

Door Paul Oprinsen en Ad Ockeloen, RAV Brabant Midden-West -Noord Foto’s beschikbaar gesteld door de RAV

van ERUF zijn altijd erg geïnteresseerd in hoe de ambulancezorg in Nederland werkt.

hygiënische omgeving voor de patiënt… Daarop besloot de RAV de twee ambulances te schenken aan ERUF.

Tijdens zijn bezoeken controleert Paul ook altijd even de aanwezige materialen. Zo ontdekte hij dat ERUF een grote behoefte had aan medisch materiaal, maar zeker ook aan nieuwe ambulances. Hun wagenpark bestond namelijk uit Toyotabusjes met daarin gemonteerd een bankje. Niet echt een veilige en

Verschepen In juni 2014 werden de ambulances in de Rotterdamse haven ingescheept. Het was een precisiewerkje om de auto’s in de container van 40 voet te krijgen. Rondom bleven maar enkele decimeters over; de zwaailichten werden hiervoor zelfs van het dak gehaald. Verder waren

Brabant Midden-West -Noord

Paul Oprinsen, medewerker inkoop bij de RAV Brabant Midden-West-Noord, is getrouwd met een Filipijnse. Jaarlijks gaan zij op familiebezoek in Cebu. Dan bezoekt Paul ook altijd de plaatselijke ambulancedienst ERUF. Hierdoor is een goede band ontstaan; de medewerkers

Mei 2015

LTR_P037_LTR-AMBU-02-2015 37

AMBULANCEZORG 37

19-5-2015 13:57:47


Het magazijn

de ambulances en de container helemaal volgepakt met medische materialen, zoals verbandmaterialen, infusen, uitzuigapparatuur en brancards, maar ook met batterijen en ambulancekleding. De RAV en een aantal van onze ketenpartners schonken deze materialen. Paul Oprinsen vertrok op 10 september 2014 samen met Ad Ockeloen, wagenparkbeheerder bij de RAV, naar Cebu om de ambulances op te vangen die op 18 augustus in de haven waren aangekomen. Pas na een week werden de ambulances vrijgegeven door de douane omdat men niet geloofde dat dit een gift was aan de plaatselijke ambulancedienst. Magazijn opzetten Oprinsen: “Wij hebben na aankomst alvast een start gemaakt met het opzetten van een magazijn bij ERUF. Alles stond daar door elkaar en was nog ingepakt in kartonnen dozen. Alle materialen hebben we gesorteerd in kratten. Steeds meer mensen kwamen ons helpen. Eerst met een of twee man, later wel twintig! Ze pakten soms spullen uit die ze nooit gezien hadden. We hebben dus veel tekst en uitleg gegeven over het gebruik. De meeste spullen worden daar summier gebruikt, terwijl er vaak veel meer mogelijk is. Ze kennen het niet, dus gebruiken ze het niet; eigenlijk heel logisch. Goede uitleg is daarom essentieel.” Uitleg over de ambulances En toen kwamen eindelijk de ambulances aan. Ad vertelt hierover: “Tot onze verbazing stonden de containers nog op een trailer van een meter hoog. Het was op zijn zachtst gezegd een uitdaging om de ambulances er heelhuids uit te krij-

38 AMBULANCEZORG

LTR_P037_LTR-AMBU-02-2015 38

gen. We regelden een takelwagen maar deze was te laag voor de container, dus werd deze opgehoogd met rijplaten. De helling was heel stijl waardoor het een flinke klus was om de ambulance eraf te rijden. De tweede auto hebben we er toch maar op balken afgereden. Daarna konden we beginnen met het opbouwen en inrichten van de ambulances. Deze waren namelijk kaal verscheept. Met nieuwe materialen en materialen uit de oude ambulances zijn de auto’s weer opgebouwd. En dat in de volle zon bij een temperatuur van 30-35 graden met een hele hoge luchtvochtigheid… Er stonden continue een paar mensen om ons heen om te zien wat we aan het doen waren. Bijzonder om te zien hoe leergierig men is en open staat voor informatie. De Lifepack 12 monitors en zuurstofflessen hebben we ingebouwd en meteen

de werking laten zien. Dit gold ook voor de brancards, bijvoorbeeld dat je er een stoel van kunt maken. En natuurlijk gaven we volop uitleg over alle knopjes op het dashboard. De ambulancemedewerkers waren heel blij met de drietonige sirene. De Toyota’s hebben gillende sirenes, net als bij alle andere ambulancediensten. Door de drietoon is nu goed te horen welke ambulances van de ERUF zijn; de medewerkers zijn daar trots op. Ook de koffers kregen een vaste plek. Deze worden daar gewoon gebruikt, ook als ze kapot zijn. Ze zijn ook heel trots om onze oude kleding te mogen dragen. Hierdoor besef je je continu: ‘Wat zijn we eigenlijk verwend in Nederland’. Het zet je echt met beide benen op de grond.” Bezoek aan andere gezondheidsinstellingen Paul: “Tijdens ons verblijf bezochten we ook health centers en het Vicente Sottoziekenhuis. We hebben vooraf nagevraagd wat daar nodig was. Onze oud-collega Corine van den Hout heeft er twee maanden gewerkt op vrijwillige basis. Zij had veel kennis over de behoeften daar. De benodigde materialen brachten we vervolgens langs. Zo kreeg onder andere een kraambed van het Tweesteden ziekenhuis een nieuwe bestemming. Het Vincente Sottoziekenhuis is eigendom van de overheid; er is een capaciteit van 800 bedden. Als je als patiënt aankomt bij de eerste hulp van het ziekenhuis moet je betalen. En geen geld betekent eenvoudigweg geen zorg. In het ziekenhuis verblijven nu 1200

Een flinke klus om de ambulances te lossen

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:57:49


patiënten. Dit komt door de aardbeving veroorzaakt door de tyfoon in Tacloban eind 2013. Je moet ook voor je eigen eten zorgen in het ziekenhuis. En soms liggen mensen met drie of vier tegelijk overdwars in één bed. Schokkend om te zien. In de health centers zijn verschillende soorten medische zorg te vinden zoals kraamzorg, een tandarts en een dokter. Mensen die medische hulp niet kunnen betalen, kloppen daar aan. Het is echt voor de allerarmsten. De health centers doen goed werk: zo verzorgen zij daar - via campagnes - inentingen voor kinderen. Maar als je een spuit nodig hebt, moet je die zelf kopen! Dit geldt ook voor medicijnen, al dient de arts ze toe. De spuiten gedoneerd door de GGD vonden dan ook gretig aftrek, net als kinderparacetamol. ” Voor hun vertrek naar Cebu, namen Ad en zijn collega Johan van de Werf afscheid van de rijdienst op hun vertrouwde post in Waalwijk. Als afscheidscadeau wilden zij graag een schenking voor Cebu. Ad vertelt trots: “We haalden een prachtig bedrag van 500 euro op! Daarmee hebben we via het Cabancalan health center in Mandaue City ongeveer 160 gezinnen kunnen voorzien van rijst, sardines, noedels en een stuk zeep. Men ging heel secuur met de registratie en uitgifte om: ieder gezin kreeg een bonnetje met RAV-logo in ruil voor een voedselpakket.” ’Feedingprojecten’ voor de allerarmsten Paul en Ad zijn via het health center ook

Mei 2015

LTR_P037_LTR-AMBU-02-2015 39

Een hartverwarmend bedankje

naar een Feedingproject voor straatkinderen geweest. De armste kinderen krijgen daar een goede maaltijd en iets te drinken. Paul stuurt hen regelmatig cadeautjes, want zij hebben eenvoudigweg helemaal niets. Paul: “Normaal kom je deze wijken niet in. Zij noemen het ‘squatter area’s’. Die kunnen overal op elk moment ontstaan en verdwijnen. Je ziet er veel ellende in hutjes met betonnen vloeren. Er zijn geen bedden; vreemd genoeg vaak wel een koelkast. We hebben ter plekke geholpen met het uitdelen van eten aan ongeveer 100 kinderen en hun ouders. Ook weer met een bonnetje kregen zij een cadeautje. Wat ook zo bijzonder is, is dat mensen leven onder erbarmelijke omstandigheden en tóch nog vrolijk zijn. Wat mensen hebben, geven ze ook weer weg als dat moet. Ad kreeg uit dankbaarheid een armbandje van een vrouw.”

Hard werken, maar ook veel gezelligheid Onze partners in Cebu waren heel dankbaar voor de spullen uit Nederland. Men is er erg gastvrij, soms voelt het voor ons Nederlanders zelfs een beetje ongemakkelijk. Eten en drinken, het kan letterlijk niet op. Je wilt ze ook niet voor het hoofd stoten met je hulp die je aanbiedt. Belangrijk is dat je respect hebt voor hun manier van werken en accepteert hoe de mensen zijn. Twee zondagen zijn we uitgenodigd voor een uitstapje. We hebben gesnorkeld en met haaien gezwommen. Dit soort uitnodigingen kwam spontaan, zelfs al voordat de ambulances er waren. We sliepen tijdens ons verblijf in een hotel. De eerste dag pakten we een taxi naar ERUF maar men stond erop ons de rest van de tijd op te halen en weer thuis te brengen. Ook hebben we gegeten met de Raad van Bestuur van ERUF. Zij zijn

AMBULANCEZORG 39

19-5-2015 13:57:51


gebruik. Tijdens ons verblijf lukte het helaas niet meer om de auto’s op kenteken te zetten. Natuurlijk hebben we ze wel bestickerd: ‘Donated by RAV Brabant Midden-West-Noord’! (zie foto)

Feedingproject

‘s avonds laat nog naar de ambulancedienst gereden om de nieuwe ambulances te bekijken. Zij wisten echt niet wat zij zich ervan moesten voorstellen. Het ongeloof en de dankbaarheid waren groot, heel mooi om te zien. We zijn ook nog uitgenodigd door de burgemeester van Mandaue city. Heel bijzonder, want zijn vader was de oprichter van ERUF in Cebu. Hij heeft concrete plannen om een nieuwe opkomstpost en scholingslocatie in Mandaue city in te richten, maar de financiering hiervoor is nog niet rond. Wij gaven op onze beurt uitleg over hoe de ambulancesector in Nederland is geregeld. De hulp gaat verder… Naar aanleiding van deze bezoeken heeft de RAV Brabant Midden-West-Noord besloten om contact te houden met de verschillende instanties. Paul: “Maar we moeten dan wel keuzes maken. Je kunt gewoonweg niet iedereen helpen. Daarvoor zijn de behoeften te groot. De kraamkliniek heeft bijvoorbeeld dringend behoefte aan een echoapparaat. Het is heel belangrijk dat het apparaat er komt. Twijfelt men daar namelijk aan de ligging van het kind, dan kiest de arts meteen voor een keizersnede, met alle risico’s van dien. En als je in de krottenwijken die kinderen ’s avonds op straat ziet lopen, zonder kleren aan, dan zou je ze allemaal willen helpen. Gelukkig zijn er dus verschillende projecten; hiermee help je veel mensen in een keer en er is continuïteit in die hulp.” Ad: “We zijn tweeëneenhalve week in Cebu geweest. Op 26 september vertrok-

40 AMBULANCEZORG

LTR_P037_LTR-AMBU-02-2015 40

ken we weer naar Nederland, heel veel ervaringen rijker. We vonden het erg jammer dat de ambulances een week te laat waren, er was nog zoveel te doen. We hadden bijvoorbeeld gepland om de andere ambulances onder handen te nemen. Regelmatig werd ons ook gevraagd of we niet twee weken langer konden blijven. De nieuwe ambulances zijn wel helemaal ingericht en klaar voor

Er zijn concrete plannen om dit jaar terug te gaan naar Cebu. Hulp is er namelijk altijd welkom. Op de laatste dag ging bijvoorbeeld de ambulanceboot kapot, die wordt gebruikt voor hulpverlening op water of voor ondersteuning van de duikploeg. Deze willen we graag repareren!” Paul: “We willen via deze weg onze grote dankbaarheid uitspreken aan alle bedrijven die een schenking hebben gedaan aan ambulancedienst ERUF, de gezondheidscentra en de inwoners van Cebu.” Hebt u naar aanleiding van dit artikel vragen over dit goede doel? Of hebt u misschien medische materialen of apparatuur over? Denk dan eens aan bestemming Cebu! U kunt hiervoor contact opnemen met Paul Oprinsen: p.oprinsen@ravbrabantmwn.nl. Hartelijk dank daarvoor. Paul Oprinsen en Ad Ockeloen, RAV Brabant Midden-West-Noord, 073-68 04050, www. ravbrabantwn.nl, info@ravbrabantmwn.nl

Cebu is een provincie, eigenlijk een eiland, van de Filipijnen. Het heeft een aantal grote steden zoals Mandaue city, Ceby city, Bogo city en Lapu-Lapu city. Het aantal inwoners was in 2010 (laatste telling) ruim 866.000. Cebu, is in november 2013 minder zwaar getroffen door de tyfoon dan andere delen van het land. Maar hulp is zeer welkom, want er is een massale stroom evacués op gang gekomen naar deze stad. Doneren kan via rekeningnummer NL80RABO0155589040 t.n.v. Vereniging Haarlemmermeer Cebu.

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:57:52


Casus: mastocytose

Een ongewone allergische reactie

Claar van Herpen

Vanuit de MKA kregen wij een melding voor een A1-rit naar een 30-jarige patiënt met een allergische reactie. Hij had zijn EpiPen al gebruikt en zou in coma kunnen raken. Ter plaatse lag de patiënt in elkaar gedoken op de bank, had hevige pijn in de nierloge en de flanken en was tachypnoïsch. Hij vroeg ons zijn telefoon te pakken waarin een kort medisch dossier stond en op zijn aanwijzingen te handelen. Hij maakte een voor hem typische allergische reactie door bij zijn ziekte mastocytose. Dat is een zeldzame aandoening, die behoort tot de myeloproliferatieve neoplasmata; aandoeningen waarbij het beenmerg te veel cellen aanmaakt. De ziekte wordt gekenmerkt door woekering van een bepaald type cellen, mestcellen genaamd.

Door Claar van Herpen, coassistent UMCU

Er wordt door de World Health Organisation (WHO) onderscheid gemaakt tussen cutane mastocytose (CM), waarbij woekering van mestcellen alleen in de huid voorkomt en systemische mastocytose (SM), waarbij andere organen dan de huid, zoals beenmerg, lever, milt en spijsverteringsorganen zijn aangedaan. De WHO-classificatie voor mastocytose is weergegeven in tabel 11. Mestcellen Mestcellen spelen een belangrijke rol bij de verworven immuniteit en zijn de hoofdrolspelers in allergische reacties. Ze bevinden zich karakteristiek voornamelijk in of onder het epitheel, vlakbij bloedvaten, zenuwen, glad gestreept spierweefsel en klierweefsel. Mestcellen bevatten granules met een breed scala aan zogenoemde mediatoren (lichaamseigen stoffen die bij een reactie in het lichaam vrijkomen), zoals histamine, proteasen, heparine, leukotriënen en prostaglandines, die effect kunnen uitoefenen op andere cellen. Op hun oppervlak hebben ze een receptor voor IgE en wanneer IgE gebonden is aan een antigeen en aan een mestcel, vindt activatie

Mei 2015

LTR_P041_LTR-AMBU-02-2015 41

en degranulatie van de mestcel plaats. Daarnaast zijn er triggers die directe activatie tot gevolg kunnen hebben, waarvan opiaten bekende voorbeelden zijn. Mastocytose wordt in veel gevallen geassocieerd met een mutatie in het gen c-KIT, die codeert voor de KIT-receptor in het membraan van mestcellen en die belangrijk is voor de normale ontwikkeling van mestcellen. Door deze mutatie vindt een abnormale proliferatie plaats en worden de mestcellen veelvuldiger geactiveerd dan normale mestcellen. Het is niet precies bekend hoe veel mensen in Nederland systemische mastocytose hebben, maar er wordt geschat dat de incidentie 10 à 20 nieuwe patiënten per jaar bedraagt2. Bij mastocytosepatiënten zijn vele triggers beschreven. Zij reageren vaak heftig op insectengif, voedselallergenen, pollen, alcohol, opiaten en andere medicatie, maar kunnen ook reageren op aspecifieke triggers, zoals temperatuurwisselingen en emotionele stress3,7.

De kliniek is heterogeen, variërend van milde huidlaesies tot agressieve vormen met een slechte prognose7. Er kan een scala aan klachten optreden, zoals jeuk, roodheid, hoofdpijn, palpitaties, duizeligheid, dyspneu, piepende ademhaling, buikpijn, misselijkheid, diarree en ander pijnen. In sommige gevallen leidt mastocytose tot anafylaxie5.

Symptomen Symptomen van mastocytose zijn het gevolg van de effecten van mediatoren die vrijkomen of van directe infiltratie van mestcellen in organen of weefsels.

Anafylaxie Een anafylactische reactie is een systemische overgevoeligheidsreactie met manifestaties in verschillende orgaansystemen, zoals misselijkheid, braken,

Tabel 1: WHO classificatie van mastocytose2 Categorie

Prognose

Cutane mastocytose (CM)

Goed

Indolente systemische mastocytose (ISM)

Goed

Systemische mastocytose met een geassocieerde clonale hematologische aandoening (SM-AHNMD)

Afhankelijk van AHNMD

Agressieve systemische mastocytose (ASM)

Slecht

Mestcelleukemie (MCL)

Slecht

Mestcelsarcoom (MCS)

Slecht

Extracutaan mastocytoom

Goed

AMBULANCEZORG 41

19-5-2015 13:57:08


respiratoire dysfunctie en hypotensie. Een anafylactische reactie kan leiden tot een levensbedreigende anafylactische shock. Patiënten met mastocytose hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een anafylactische reactie. De gerapporteerde prevalentie bij volwassenen varieert van 10-49%, wat neerkomt op een duizendmaal zo groot risico als in de gezonde populatie8,10. Anafylactische reacties bij mastocytose kunnen optreden door activatie van mestcellen door eerdergenoemde triggers of zonder aanwijsbare oorzaak en kunnen een fatale afloop hebben8. Behandeling Mastocytose kan niet genezen worden en de behandeling is dan ook voornamelijk symptomatisch. Patiënten moeten ten eerste goede voorlichting krijgen en bekende triggers te allen tijde vermijden, zoals temperatuurwisselingen, allergenen, bepaalde medicatie en alcohol. Ten tweede moet mestceldegranulatie voorkomen worden, vooral in situaties waarbij de kans op allergische reacties groot is, bijvoorbeeld bij anesthesie of het gebruik van contrastmiddelen. Ten derde dienen acute symptomen, van milde jeuk tot anafylaxie, en chronische symptomen ten gevolge van mestcelinfiltratie te worden bestreden3,8,10. In Nederland fungeert het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) als expertisecentrum op het gebied van mastocytose. Volgens het UMCG-protocol is in de symptomatische behandeling vooral plaats voor histamine 1- en 2-blokkers, cromoglycinezuur en NSAID’s. Tevens moeten alle patiënten met mastocytose in het bezit zijn van een Epipen, ongeacht of zij eerder een anafylactische reactie hebben doorgemaakt5,11. In het geval van een anafylactische reactie dient ten eerste de uitlokkende oorzaak te worden weggenomen. Medicamenteus moet intraveneus clemastine worden toegediend en bij levensbedreigende situaties of een snelle opeenvolging van de klachten tevens adrenaline intramusculair of intraveneus. Daarnaast kan prednison intraveneus of intramusculair worden gegeven. Een patiënt dient tenminste 8 tot 10 uur te worden geobserveerd in een ziekenhuis11.

42 AMBULANCEZORG

LTR_P041_LTR-AMBU-02-2015 42

Vervolg casus Gezien onze onbekendheid met het ziektebeeld mastocytose moesten wij grotendeels varen op de aanwijzingen van de patiënt zelf. We namen van hem aan dat dit atypische beeld, waarbij vooral pijn en kortademigheid op de voorgrond stonden, paste bij het begin van een allergische reactie, waarbij er kans was op anafylactische shock en coma. Bij aankomst was de ademfrequentie 25-30/ min, de hartfrequentie 80/min, de bloeddruk 140/90 mmHG en de VAS 10. Wij handelden volgens het protocol allergie/ anafylaxie van het landelijk protocol ambulancezorg12, dat niet veel verschilt van het bovengenoemde protocol voor anafylaxie bij mastocytosepatiënten van het UMCG. Hierin wordt prednisolon echter niet als behandeloptie genoemd en wordt er geen richtlijn gegeven voor de observatie van patiënten in een ziekenhuis. We gaven de patiënt twee keer 2 mg clemastine i.v., maar niet nog een gift adrenaline, omdat te veel adrenaline volgens de patiënt gecontra-indiceerd was. Wij zijn hierin weloverwogen van het protocol afgeweken, al komt deze contra-indicatie achteraf niet overeen met de gevonden literatuur. Vanwege zijn snelle ademhaling ondersteunden we hem met zuurstof en voor de hevige pijn waren we aangewezen op paracetamol, gezien de contra-indicatie voor NSAID’s en opiaten. In de ambulance daalde de bloeddruk tot 100/70 mmHG en startten we met een infuus van 500 ml ringerlactaat, waarna we de patiënt hebben overgedragen aan de spoedeisende hulp. Overige controles (ademfrequentie, saturatie, hartfrequentie en VAS) bleven gelijk gedurende de inzet.

Referenties 1. Vardiman J, Hyjek E. World health organization classification, evaluation, and genetics of the myeloproliferative neoplasm variants. Hematology Am Soc Hematol Educ Program. 2011;1:250-6. 2. Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra. Systemische mastocytose. Geraadpleegd via http://www.nfu.nl,

op 11-05-2015.

3. Cardet JC, Akin C, Lee MJ. Mastocytosis: update on pharmacotherapy and future directions. Expert opin Pharmacother 2013;14:2033-45. 4. Pardanani A. Systemic mastocytosis in adults: 2013 Update on diagnosis, risk stratification, and management. Am J Hematol. 2013;88: 612-624. 5. Lee SS, Unglik GA, Mar AW. Anaphylactic shock in a patient with mastocytosis. Med J Aust. 2012;197:520-1. 6. Akin C. Anaphylaxis and Mast Cell Disease: What is the Risk? Curr Allergy Asthma Rep 2010;10;34-38 7. Andersen CL, Kristensen TK, Severinsen MT, et al. Systemic mastocytosis--a systematic review. Dan Med J. 2012;59:1-7. 8. Bonadonna P, Lombardo C. Drug allergy in mastocytosis. Immunol Allergy Clin North Am. 2014;34:397-405. 9. Gülen T, Hägglund H, Dahlén B et al. High prevalence of anaphylaxis in patients with systemic mastocytosis – a single-centre experience. 2013;44:121-129. 10. Valent P. Risk factors and management of severe life-threatening anapfylaxis in patients with clonal mast cell disorders. Clin exp Allergy 2014;44:914-920. 11. UMCG Hematologie protocollen. Systemische mastocytose Versie: 07-03-2014. Geraadpleegd via http://hematologiegroningen.nl/protocollen, op 25-02-2015.

Deze casus van een ongewone allergische reactie laat zien dat het klinisch beeld verrassend kan zijn. Ook op de MKA is het belangrijk alert te zijn op meldingen van mensen die bekend zijn met mastocytose. Deze dienen meteen met een A1 gehonoreerd te worden. Een allergische reactie bij mastocytose kan zonder directe aanleiding optreden en is een zeldzame oorzaak van anafylactische shock, die fataal kan aflopen.

12. Ambulancezorg Nederland 2014. Landelijk Protocol Ambulancezorg Versie 8. Zwolle: Ambulancezorg Nederland.

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:57:08


KORT NIEUWS

Primeur: Visser toont Volkswagen T6 ambulance op Rettmobil

Tijdens de vakbeurs Rettmobil 2015 van woensdag 6 t/m vrijdag 8 mei heeft Visser een primeur getoond: de volledig nieuwe T6 ambulance. In samenwerking met Ambulanz Mobile ontwikkeld Visser de T6 voor de Nederlandse markt. De T6 kenmerkt zich door een imposanter uiterlijk. Het verhoogde dak met volledig geĂŻntegreerde verlichting is niet alleen aerodynamisch ontworpen maar biedt tegelijkertijd 20 cm meer interieurruimte in het verhoogde dak. Deze ruimte komt

Mei 2015

LTR_P043_LTR-AMBU-02-2015 43

volledig ten gunste van de bewegingsruimte voor de verpleegkundigen. Voor de T6 zal een nieuw interieur ontwikkeld worden met een verbeterde (geluids)isolatie en een ergonomische indeling van het patiĂŤntencompartiment. Functionaliteit en optimale benutting van deze compacte ambulance staan daarbij voorop. Tevens wordt de T6 uitgevoerd met het Vitronic 2.0 canbus systeem.

AMBULANCEZORG 43

19-5-2015 14:00:11


MMT Nijmegen maakt als eerste in Europa gebruik van een mobiele scanner

Prehospitale diagnose bij neurotrauma Bij patiënten met ernstig traumatisch schedelhersenletsel, dient een intracraniële bloeding zo snel mogelijk te worden geïdentificeerd en indien nodig chirurgisch behandeld te worden. Een niet-invasieve mobiele scanner met near-infrarood spectroscopie (NIRS) technologie maakt het mogelijk om een intracraniële bloeding te diagnosticeren. Het Nijmeegse Mobiel Medisch Team (MMT) is het eerste in Europa dat hiervoor in de prehospitale fase een kleine mobiele NIRSscanner (Infrascanner 2000) gebruikt.

In de prehospitale hulpverlening worden regelmatig patiënten gezien met matig tot ernstig schedelhersenletsel. Dergelijke patiënten dienen voor verdere diagnostiek en behandeling te worden overgeplaatst naar een level 1 of 2 traumacentrum met diagnostische CT-capaciteit en mogelijkheden voor eventuele neurochirurgische interventie. Bij deze patiënten is stabilisatie van de vitale functies een eerste vereiste. Daarna moet de patiënt zo snel mogelijk naar een hoger niveau van zorg overgeplaatst worden teneinde adequate beeldvorming te verkrijgen en zo nodig het intracraniaal letsel te behandelen. Indien er sprake is van schedelhersenletsel is het met name voor de behandeling van vitaal belang om onderscheid te kunnen maken tussen patiënten met een bloeding en patiënten waarbij hiervan geen sprake is. Bij de eerste groep kan in bepaalde gevallen een neurochirurgische interventie een optie zijn. Niet in elk ziekenhuis is spoed neurochirurgische capaciteit beschikbaar. Een mobiel scanapparaat zou een uitkomst kunnen bieden om te beoordelen of er sprake is van een intracraniale bloeding. Een nieuwe ontwikkeling hiervoor betreft de “Near-

44 AMBULANCEZORG

LTR_P044_LTR-AMBU-02-2015 44

Infrared” technologie (NIRS), waarmee een indicatie gegeven kan worden over de aanwezigheid van bloed/vloeistof in nabijheid van het cerebrum1,2. Diverse klinische studies op de spoedeisende hulp en op de intensive care hebben de infrascanner reeds gevalideerd bij zowel volwassenen als bij kinderen1,2,3. Infrascanner De Infrascanner Model 2000 (van de firma Infrascan Inc. Philadelphia, Verenigde Staten van Amerika http:// www.infrascanner.com) is een klein, draagbaar en handzaam apparaat. De aanwezige sensor omvat een (voor het oog veilige) near-infrared diode laser en een optische detector. Het licht van de laser naar de detector wordt optisch naar het hoofd van de patiënt geleid via twee lichtgeleiders (dit is een disposable zwart opzetstukje). Het detectorsignaal wordt gedigitaliseerd, door een kleine in het apparaat aanwezige computer geanalyseerd en daarna grafisch weergegeven op het scherm. Het apparaat en dus ook de sensor wordt ingeschakeld door het plaatsen van het disposable zwarte opzetstukje (=lichtgeleider) op de sensor en uitgeschakeld door het verwijde-

ren van deze lichtgeleider (fig. 1). Het apparaat functioneert op een oplaadbare NiMH-accu of vier AA-batterijen en kan, indien uitgerust met de oplaadbare accu, eenvoudig worden opgeladen in een oplader (fig. 2) die ook gegevens kan uitwisselen met een laptop of PC. Het huidige model is een doorontwikkelde versie van de Infrascanner Model 1000, die op basis van gebruikservaring van onder andere het US Marine Corps is verbeterd. De Infrascanner detecteert hematomen groter dan 3,5 cc in volume en kan tot 3,5 cm diep vanaf de huid detecteren (2,5 cm diep vanaf het oppervlakte van de hersenen). De beschreven sensitiviteit is 88% en specificiteit 90,7% bij patiën-ten met een epiduraal, subduraal en intracerebraal hematoom2. Bij gebruik dient een achttal metingen te worden verricht: frontaal links en rechts, temporaal links en rechts, pariëtaal links en rechts en occipitaal links en rechts (fig. 3). De scanpunten worden links en rechts ten opzichte van elkaar vergeleken. In geval van een positieve uitslag dient de scan herhaald te worden. Een volledige scan kan in geoefende handen in circa 3-5 minuten worden verricht.

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:57:24


Infrascanner met zwart disposable opzetstukje. Op het scherm zijn de acht scanpunten zichtbaar, waarvan één positief (rood).

Infrascanner in cradle.

Infrascanner on head.

Voorlopige resultaten pilotstudie prehospitaal Het Mobiel Medisch Team (MMT) Nijmegen ziet in haar werkzaamheden veel patiënten met (verdenking op) neurotrauma. Bij patiënten met een evident letsel van het neurocranium zal, na eerste resuscitatie, in principe gekozen worden voor vervoer naar een Level 1 traumacentrum met zowel diagnostische CT-mogelijkheden als neurochirurgische behandelmogelijkheden. Bij patiënten waar het traumamechanisme een neurotrauma aannemelijk maakt, maar zonder evidente kliniek, is het maken van een keuze voor het juiste ziekenhuis moeilijker. Wellicht kan in de toekomst on-scene screening van het cerebrum naar mogelijk intracerebraal bloed deze keuze optimaliseren. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de Infrascanner. Om te bezien of een dergelijk apparaat meerwaarde heeft in de prehospitale setting is een validatie/pilotstudie lopende bij het MMT Nijmegen. Het doel van de pilotstudie is het beoordelen van het gebruik en toepassingsmogelijkheden van de Infrascan Model 2000 in de prehospitale operationele setting. Op 1 oktober 2014 is gestart met de pilotstudie bij het MMT Nijmegen. Als inclusiecriteria werden gehanteerd: alle patiënten met verdenking op een neurotrauma, een EMV van minder dan 15, zonder andere verklarende oorzaak of met een EMV van 15 maar met aniso-

corie, repeteergedrag, ante/retrograde amnesie of ernstig aangezichtsletsel. Geëxcludeerd zijn patiënten zonder circulatie, patiënten waarbij het neurocranium dermate beschadigd is dat onderzoek met de infrascan niet is uit te voeren (bijvoorbeeld door verwondingen), of patiënten waarbij door korte aanrijtijden een onderzoek niet adequaat is uit te voeren.

aanwezigheid van veel bloed op de huid of in en tussen het hoofdhaar, forse wekedelenzwelling, wonden van de hoofdhuid of een niet goed symmetrisch uitgevoerde scan (mogelijke learningcurve).Problemen die wij tegenkwamen waren onder andere dat de scanner lastig is te bedienen in een rijdende ambulance of vliegende helikopter door onder meer de vibraties. Eenmaal is er een defect opgetreden van de Infrascanner, waarbij een scanoog moest worden vervangen (fig. 4). Het opstarten (30 seconden) en het scannen zelf (circa 3-5 minuten) kost enige tijd. De gebruikers gaven gemiddeld een zeven als eindoordeel voor het gebruik van de Infrascanner.

Mei 2015

LTR_P044_LTR-AMBU-02-2015 45

Gedurende een drietal maanden (oktober tot december 2014) zijn twaalf patiënten gescand. Het merendeel werd ten tijde van het transport naar een ziekenhuis gescand (67%), zowel in een rijdende ambulance als in een vliegende helikopter. In 33% van de gevallen werden de aanbevolen acht symmetrische punten gescand. Echter vaak was pas tijd om de scan uit te voeren bij een reeds geïmmobiliseerd op de rug liggende patiënt. Door de immobilisatie van de mogelijk beschadigde cervicale wervelkolom kon bij deze patiënten het achterhoofd niet op een veilige manier worden gescand. Meestal werden dan alleen de frontale, pariëtale en hoog occipitale locaties gebruikt. De uitslag van de Infrascan was in twee van de twaalf scans vals positief (17%) en in één patiënt vals negatief (8%). In negen van de twaalf patiënten (75%) klopte de uitkomst van de infrascan met de uiteindelijk CT-scan (wel/geen bloed intracerebraal). Mogelijke oorzaken voor niet adequate metingen waren de

Discussie De eerste resultaten van onze pilotstudie laten zien dat de Infrascanner een handzaam en vrij gemakkelijk te gebruiken hulpmiddel is voor prehospitaal operationeel gebruik. De gewenning wordt snel bereikt. Een korte opleiding tot trainer van enkele personen, kunnen die de overige teamleden trainen en instrueren met ondersteuning van een online videofilm. De leercurve is kort en na een aantal keren oefenen op medeteamgenoten, kan er betrouwbaar in enkele minuten een volledige scan worden gemaakt. Wel is het lastig om de scan uit te voeren in een rijdende ambulance of een vliegende helikopter. Verder onderzoek zal noodzakelijk zijn,

AMBULANCEZORG 45

19-5-2015 13:57:25


Defect sensor (rechter).

Gebruik prehospitaal in rijdende ambulance.

Gebruik prehospitaal bij een kind. for detecting intracranial haemorrhages in children with minor head injury. Childs Nerv Syst. 2014 Mar;30(3):477-84. 2. Robertson C.S., Zager .EL., Narayan R.K., Handly N., Sharma A., Hanley D.F., Garza H., Maloney-Wilensky E., Plaum J.M., Koenig C.H., Johnson A., Morgan T.: Clinical evaluation of a portable near-infrared device for detection of traumatic intracranial hematomas. J Neurotrauma. 2010 Sep;27(9):1597-604.

Gebruik prehospitaal in vliegende helikopter (EC-135).

3. Salonia R., Bell M.J., Kochanek P.M., Berger R.P.: The Utility of Near Infrared Spectroscopy in Detecting Intracranial Hemorrhage in Child-

waarbij bijvoorbeeld gekeken kan worden naar triage van patiënten waar het neurotrauma klinisch niet op de voorgrond staat. Validatie na een zekere “gewenningsperiode” zal moeten uitwijzen of de betrouwbaarheid goed genoeg is voor prehospitaal gebruik. De gegevens zoals nu beschikbaar zijn nog te summier om hierover een gedegen oordeel te geven. Uiteindelijk hopen we dat op basis van een afwijkende Infrascanuitslag, terecht voor vervoer naar een centrum met neurochirurgische capaciteiten wordt gekozen en voor de lichtere gevallen met een niet afwijkende uitslag van de Infrascan, volstaan kan worden met een lagere categorie ziekenhuis. Dat levert dan efficiencywinst op zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van zorg. Video Infrascanner 2000 Official Training Video: http://www.youtube.com/embed/ Ggj0b_puyJ4?rel=0

46 AMBULANCEZORG

LTR_P044_LTR-AMBU-02-2015 46

ren. J Neurotrauma.2012 Apr 10;29(6):1047-53. Disclosure De infrascanner is kosteloos ter beschikking gesteld door de firma InfraScan Inc. (Philadelphia, VS) www. infrascan.com via de Nederlandse importeur QRS Healthcare BV uit Oss qrshc.nl. De auteurs hebben Positieve scanuitslag patiënt, achterste meting niet verricht (witte bolletjes).

Auteurs: Edward Tan militair traumachirurg en MMT arts Radboudumc Joost Peters (traumachirurg en MMT arts Radboudumc) Nico Hoogerwerf (anesthesioloog en MMT arts Radboudumc)

Referenties 1. Bressan S., Daverio M., Martinolli F., Dona’ D., Mario F., Steiner I.P., Dalt L.D.: The use of

geen vergoeding ontvangen en geen financiële belangen in het product of genoemde bedrijven.

Correspondentie adres: Edward C.T.H. Tan, traumachirurg MMT-arts, Lifeliner 3 Acute Zorg Regio Oost, 618 Afdeling Heelkunde – sectie Traumatologie Radboudumc, Nijmegen, Postbus 9101 6500 Nijmegen Tel: 024–3613871 Fax: 024–3540501 E-Mail: Edward.tan@radboudumc.nl

handheld near-infrared device (Infrascanner)

Sdu Uitgevers

19-5-2015 13:57:27


167: Bijzondere eigenschappen, die onze voertuigen typeren.

Elk ambulancevoertuig, elk voertuig voor de rampenbestrijding of elk brandweervoertuig beschikt over bijzondere eigenschappen, hiervan zijn er 167. Bij elkaar vormen zij een buitengewoon voertuig – een voertuig Made in Germany – van het merk WAS. Dit merk weerspiegelt de ideeën en de onvermoeibare drang van onze specialisten, dingen continue te verbeteren. Daarom is het zeer waarschijnlijk dat het getal 167 binnenkort weer zal wijzigen. Maar dat is ook goed. Wij nodigen u graag uit voor een bezoek aan onze beursstand op de Interschutz, hal 26, stand E12.

Wietmarscher Ambulanz- und Sonderfahrzeug GmbH | info@was-vehicles.com | www.was-vehicles.com

LTR_P047_LTR-AMBU-02-2015 47

19-5-2015 13:59:23


LIFEPAK 15

LUCAS 2

Physio-Control Operations Netherlands B.V. Benelux Sales Office Galjoenweg 68 6222 NV Maastricht Nederland

www.physio-control.nl Tel +31 (0) 43 3620008 Fax +31(0) 43 3632001

®

Monitor/DEfibrill ator

®

CHESt CoMPrESSion SYStEM

©2012 Physio-Control, Inc.

97972_Physio Control Lifepak15.indd LTR_P048_LTR-AMBU-02-2015 48 1

5/7/2015 12:52:46 PM 19-5-2015 13:59:01


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.