Zijn termijn zit er op. Na drie jaar voorzitterschap treedt Jan Willem Weissink af. Hij zal het ongetwijfeld missen, maar hij gelooft er ook sterk in dat het stokje moet worden overgedragen na verloop van tijd. “Zo ontstaat er nieuw inzicht en een frisse blik.” Weissink vertelt over zijn tijd als voorzitter. Waar heeft hij zich hard voor gemaakt en wat was voor hem het hoogtepunt? Jan Willem Weissink
‘IK HEB ME ER STERK VOOR GEMAAKT DAT NRW STEEDS MEER EEN VOLWASSEN VERENIGING WORDT’
R
egelmatig trof je Weissink de afgelopen jaren al voor kantooruren achter zijn bureau aan met een kop koffie en een stapel documenten voor zich. Hij zat zich dan voor te bereiden op de komende activiteiten van NRW. “Ik vond het mijn rol als voorzitter om op zo veel mogelijke bijeenkomsten en events aanwezig te zijn.” Maar zijn functie hield meer in dan zijn gezicht te laten zien. “Je houdt je inhoudelijk bezig met de programmering en ook de vraag hoe we invulling kunnen geven aan onze ambitie om kennisautoriteit te worden? Op dat gebied is veel veranderd. We zijn er natuurlijk nog niet, dat kun je ook niet verlangen in zo’n kort tijdsbestek. Zo’n predicaat moet je verdienen en dat kost tijd. De eerste stappen zijn in 2007 gezet en we zijn continu op zoek naar een balans tussen netwerkfunctie en informatieoverdracht.” Weissink merkt op dat het best lastig is om aan die opiniërende kant gestalte te geven. Niet alle onderwerpen lenen zich voor het innemen van ferme standpunten, omdat er uiteenlopende belangen binnen de vereniging zijn. “We moeten dus een platform creëren waar de verschillende meningen kunnen worden uitgewisseld. NRW kan een brugfunctie vervullen om de meningen en verschillen van inzicht uit te wisselen. Over sommige onderwerpen willen we geen uitgesproken standpunt innemen, omdat we dan niet langer voor iedereen verenigbaar zijn. Daarom zijn er taak-
16 NRW special 2012
velden benoemd, gemeenschappelijke noemers, onderwerpen die ons binden, waar we wel iets over kunnen zeggen en een autoriteit in kunnen worden. Deze onderwerpen zijn onder gebracht in de taskforces duurzaamheid, consumentenbeleving en dynamische winkelgebieden. Tevens is scenarioplanning in gang gezet. Hiermee konden we verder invulling geven aan onze rol als kennisautoriteit. We deden natuurlijk al heel veel, maar we wilden ook een keer een breed gedragen onderzoek doen. Ik was al een aantal keren in aanraking gekomen met scenarioplanning en vond dit een onderwerp dat heel bindend is voor zowel retail, vastgoedpartijen en overheid.” Het was een toepasselijk onderwerp. Veel partijen bleken verrast toen de eerste crisis in 2007 uitbrak. “Ik vond het opmerkelijk dat weinig bedrijven rekening hadden gehouden met alternatieve scenario’s.” Ruim 150 leden hebben enthousiast aan het onderzoekstraject deelgenomen. Maar daarmee is het hoofdstuk wat Weissink betreft niet afgerond. “We zullen de trends blijven monitoren. Zo houd je scenarioplanning levend en onder de aandacht.” KAPSTOK Scenarioplanning sluit naad-
loos aan bij de ambities van NRW om een kennisautoriteit te worden. “Wat ik bijzonder vind aan scenarioplanning is dat het bedrijven in staat stelt om een strategie te vormen die bestand is tegen de geschetste scenario’s. Verder is het
een mooie kapstok om veel verschillende onderwerpen aan op te hangen. Onder de brede noemer ‘toekomst verkennen’, kun je allerlei deelonderzoeken zoals technologie of demografie plaatsen, zodat je het onderwerp levendig houdt.” Het onderzoek was, net als het hele lustrumjaar met de bijbehorende programmering, het hoogtepunt van zijn voorzitterschap. “Het was geweldig om hier een steentje aan te mogen bijdragen.” AUTONOOM Weissink droeg nog meer steentjes bij. “Ik heb me er sterk voor gemaakt dat het bureau steeds meer de dagelijkse leiding op zich neemt en dat het bestuur zich verder terugtrekt. Alleen als het bureau autonoom is, zijn eigen bevoegdheden krijgt en het bestuur op afstand blijft, wordt NRW echt een volwassen vereniging die er over tien jaar nog stevig staat.” Een volwassen vereniging die ook dit jaar een volle en ambitieuze programmering heeft: Taskforces, New Generation, twee studiereizen en het jaarcongres. “Je vervult deze functie vanuit een overtuiging, je bent daarom ook sterk betrokken. Het is goed om na een bestuurstermijn van maximaal vier jaar te wisselen. Zo blijven initiatieven fris. Nu neemt Bart Kuil het van me over. Een man met dadendrang en veel energie. Ik ben ervan overtuigd dat hij er de komende twee jaar voor zal zorgen dat NRW steeds meer een omgeving wordt waar je tegelijkertijd kennis met elkaar uitwisselt en netwerkt.” 3