Interieurvormgeving - Constructie deel 2

Page 1

Constructie Deel 2 Bachelor in de interieurvormgeving

Constructie

Verantwoordelijke uitgever Thomas Van der Velde

2220140285763



Constructie Deel 2 Bachelor in de interieurvormgeving

Constructie

Verantwoordelijke uitgever Thomas Van der Velde

2220140285763



Constructie

Quote van de Week.

1ste Bachelor in de Interieurvormgeving

Quote van de W eek

“Le hasard ne faveure que ceux qui sont préparés.’”

Louis Pasteur. Louis Pasteur. °1822 - +1895.

Louis Pasteur

Frans scheikundige & bioloog.

Constructie – Presentatie

Presentatie van het opleidingsonderdeel. Eventjes voorstellen

Constructie. Presentatie van het opleidingsonderdeel.

• •

Contact Situering

• •

Studiefiche Enkele afspraken

1


Constructie – Presentatie

Constructie – Presentatie

Contact.

Situering.

Eventjes voorstellen

De plaats van “Constructie” in de opleiding…

• •

Thomas Van der Velde (ir. arch., VUB) e-mail: thomas.vandervelde@hogent.be

• •

1IV, semester 1 : CONSTRUCTIE 1IV, semester 2 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 1

Chamilo > “Constructie”

2IV, semester 1 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 2

Constructie – Presentatie

Constructie – Presentatie

Situering.

Situering.

De plaats van “Constructie” in de opleiding…

De plaats van “Constructie” in de opleiding…

1IV, semester 1 : CONSTRUCTIE – Thomas Van der Velde – Algemene theoretische principes – Hoorcollege; met schriftelijk examen

• •

• •

1IV, semester 1 : CONSTRUCTIE 1IV, semester 2 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 1 – – – –

1IV, semester 2 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 1 2IV, semester 1 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 2 •

Christophe Sonck & Thomas Van der Velde Standaardtoepassingen, standaarddetails Hoorcollege, werkcollege Evaluatie a.h.v. praktische proef

2IV, semester 1 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 2

Constructie – Presentatie

Constructie – Presentatie

Situering.

Studiefiche.

De plaats van “Constructie” in de opleiding…

“Constructie” als opleidingsonderdeel even van naderbij bekeken…

• •

1IV, semester 1 : CONSTRUCTIE 1IV, semester 2 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 1

• •

Organisatie Doelstellingen

2IV, semester 1 : CONSTRUCTIETECHNIEKEN 2

• •

Kerncompetenties Algemene competenties

– – – –

Christophe Sonck & Thomas Van der Velde Gevorderde toepassingen, specifieke constructief-technische details Werkcollege Evaluatie a.h.v. jury

2


Constructie – Presentatie

Constructie – Presentatie

Studiefiche.

Studiefiche.

“Constructie” als opleidingsonderdeel even van naderbij bekeken…

“Constructie” als opleidingsonderdeel even van naderbij bekeken…

Organisatie – – – –

3 studiepunten 24u hoorcollege 90u totale studietijd Schriftelijk theoretisch examen

• •

Doelstellingen Kerncompetenties

Algemene competenties

• •

Organisatie Doelstellingen – Introductie in de algemene constructietheorie – Inzicht in constructies en de invloed ervan op de vorm(geving) – Kennis van het correcte vakjargon

Kerncompetenties

Algemene competenties

Constructie – Presentatie

Constructie – Presentatie

Studiefiche.

Studiefiche.

“Constructie” als opleidingsonderdeel even van naderbij bekeken…

“Constructie” als opleidingsonderdeel even van naderbij bekeken…

• •

Organisatie Doelstellingen

• •

Organisatie Doelstellingen

Kerncompetenties – kennis van & inzicht in:

• •

Kerncompetenties Algemene competenties

– Constructieve principes en technieken – Opbouw van constructies, constructieve componenten en elementen – Relatie van constructieve componenten tov het geheel van ruimte of ontwerp – Taalgebruik & vakjargon

– Verwerven en verwerken van informaties – Denk- en redeneervaardigheid – Helder en correct taalgebruik

Algemene competenties

Constructie – Presentatie

Constructie – Presentatie

Situering.

Enkele afspraken.

Waarom “Constructie” in de opleiding?

Zoals het spreekwoord zegt: goede afspraken maken goede vrienden…

• •

inzicht in / kennis van / besef van in relatie tot het geheel van ruimte of ontwerp

Aanwezigheid

Rechten en plichten

Chamilo

3


Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen…

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Tree House Floor Plans for Adults. http://oceanboulevardtaxi.com/tree-house-floorplans-for-adults-decor.html

Tree Hotel, Tham & Videgard Arkitekter, Harads, Zweden, 2010.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

The Swiss Family Robinson Treehouse under construction, 1962. https://www.pinterest.com/pin/21251367614098182 2/?lp=true

4


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Coca Cola blikje & tekening van de patentaanvraag (Patent N° 6112932A).

Constructie – Even verkennen

Coca Cola Wall, Keukenhof Gardens Flower Show, Amsterdam, NL. ,

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Pamina Stewart, Birmingham, 2008.

Constructie – Even verkennen

Matenak, Beer Can Furniture (Upcycling), 2011. https://www.recyclart.org/2011/10/beercan-furniture/

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen. Amir Zinaburg, Design and Weld, Cancan Chair (Recycling), 2005. http://www.designandweld.com/project/cancan-chair/

Constructie. Even verkennen. Coca-Cola & Emeco, Recycling Project, 2014. Links: 1006 Navy Chair (aluminium); Rechts: 111 Navy Chair (111 gerecycleerde pet-flessen). https://www.cocacolacompany.com/stories/emeco -sustainability-and-the-111-chair

5


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Romelu Lukaku.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Leonardo da Vinci, L’Uomo Vitruviano, ca. 1490. “Le proporzioni del corpo umano secondo Vitruvio”

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Santiago Calatrava, TGV station, LyonAéroport, 1994.

6


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Erectheion, Akropolis, Athene, ca. 410BC. Kariatiden.

Stephan Vanfleteren, MMXIV, Romelu Lukaku, 2014.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

7


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Santiago Calatrava, Turning Torso Tower, Malmö, Zweden, 2005.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen. Tea Petrovic (https://tea-petrovic.com)

Enkele sleutelwoorden?

vs Santiago Calatrava, Ciutat de les Arts i les Ciències, Valencia, 19892009.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Enkele sleutelwoorden?

Een omschrijving:

bouwen, verbouwen, gebouw, ontwerp, design, vorm, structuur, krachten, materiaal, detail, detaillering, stabiliteit, sterkte, stijfheid, techniek, technologie, energie, ecologie, duurzaamheid, wetgeving, normering, …

8


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een omschrijving:

Een omschrijving:

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan;

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan;

en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen. Belangrijk!

• Geen vermelding van schaal! Van meubels over ruimtes tot gebouwen tot landschap tot stad tot … • Ganse levensduur! Gedurende het ganse proces: tijdens het ontwerp, tijdens het bouwproces, tijdens het gebruik, maar ook daarna! (life cycle management, cradle to cradle, …)

Constructie. Wat is constructie?

Constructie – W at is

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Enkele sleutelwoorden?

Een omschrijving:

bouwen, verbouwen, gebouw, ontwerp, design, vorm, structuur, krachten, materiaal, detail, detaillering, stabiliteit, sterkte, stijfheid, techniek, technologie, energie, ecologie, duurzaamheid, wetgeving, normering, …

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

9


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een omschrijving:

Belangrijk!

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

• Geen vermelding van schaal! Van meubels over ruimtes tot gebouwen tot landschap tot stad tot … • Ganse levensduur! Gedurende het ganse proces: tijdens het ontwerp, tijdens het bouwproces, tijdens het gebruik, maar ook daarna! (life cycle management, cradle to cradle, …)

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een omschrijving:

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

• Fysische eigenschappen: sterkte, stijfheid, eigengewicht, isolatiewaarde, brandweerstand, … • Esthetische eigenschappen: kleur, textuur, transparantie, reflectiegraad, … • Duurzaamheid & ecologie Þ Cfr. Cursus Materialen 1 & Materialen 2 (Gustavo Mulhall)

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen

Hout. Natuurlijk bouwmateriaal voor zowel constructieve als afwerkingstoepassingen.

Natuursteen. Natuurlijk bouwmateriaal voor allerlei toepassingen.

10


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen

Baksteen. Gedroogde gebakken klei. Gebruikt als bouwmateriaal sinds ca. 3000 v.C.

Beton. Kunstmatig steenachtig bouwmateriaal, bestaande uit cement, water, zand, grind.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen

Een materiaal: een verzameling van eigenschappen Richard Serra.

Glas. Kunstmatig transparant materiaal, hoofdzakelijk bestaande uit silica.

Staal. Legering van ijzer en een beperkt percentage koolstof (in tegenstelling tot bvb gietijzer).

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een omschrijving:

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

11


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Balken of liggers. Horizontale, ééndimensionale slanke constructie-elementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

Balken of liggers. Horizontale, ééndimensionale slanke constructie-elementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Balken of liggers. Horizontale, ééndimensionale slanke constructie-elementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

Kolommen. Verticale, ééndimensionale slanke constructieelementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Kolommen. Verticale, ééndimensionale slanke constructieelementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

Kolommen. Verticale, ééndimensionale slanke constructieelementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

12


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Griekse zuilen – Dorisch, Ionisch, Corinthisch.

Kolommen. Verticale, ééndimensionale slanke constructieelementen; veelal in hout, staal, of (gewapend) beton.

Platen. Horizontale, tweedimensionale, vlakke, constructie-elementen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Platen. Horizontale, tweedimensionale, vlakke, constructie-elementen.

Platen. Horizontale, tweedimensionale, vlakke, constructie-elementen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Wanden. Verticale, tweedimensionale, vlakke, constructieelementen.

Wanden. Verticale, tweedimensionale, vlakke, constructieelementen.

13


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Wanden. Verticale, tweedimensionale, vlakke, constructieelementen.

Wanden. Verticale, tweedimensionale, vlakke, constructieelementen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Wanden. Verticale, tweedimensionale, vlakke, constructieelementen.

Wanden. Verticale, tweedimensionale, vlakke, constructieelementen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

ELEMENTEN horizontaal verticaal

1D

2D

BALK

PLAAT

horizontaal

KOLOM

WAND

verticaal

1D – ééndimensionaal: Eén van de afmetingen is veel groter t.ov. de andere afmetingen.

2D - tweedimensionaal Eén van de afmetingen is veel kleiner t.o.v. de andere afmetingen

ELEMENTEN

3D?

1D

2D

BALK

PLAAT

KOLOM

WAND 4D?

14


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

Een element: materialen in een vorm; materialen met dimensies, afmetingen; eigenschappen in vorm.

ELEMENTEN horizontaal verticaal

1D

2D

BALK

PLAAT

KOLOM

3D? Meerdere elementen samen, elementen die verbonden worden, vormen structuren.

WAND 4D? Tijd – constructies bekijken over de ganse levensduur. Vergelijk: cradle-to-cradle, life cycle management, …

ELEMENTEN* horizontaal verticaal

1D

2D

BALK

PLAAT

KOLOM

WAND

* Let op! Als je elementen definieert als de samenstellende delen van een constructie, dan is er dus de facto een vijfde soort van elementen, met name de verbindingen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een omschrijving:

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

• Massieve structuren • Skeletstructuren • Gemengde structuren

Massieve houten structuur.

Peter Zumthor, Leis House, in opbouw. (foto: Walter Mair).

15


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Massieve houten structuur.

Massieve houten structuur.

Peter Zumthor, Leis House.

José Zanine Caldas.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Massieve steense structuur.

Massieve steense structuur.

Leeuwenpoort, Mycene, Griekenland, ca. 1250 v.C. “Cyclopische muren”.

Caruso St. John Architects, Brick House, Londen.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Massieve steense structuur.

Massieve steense structuur.

Juliaan Lampens, Huis Vanwassenhove.

Stefan Zwicky, Concrete Chair – naar Le Corbusiers LC2

16


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Houten skeletstructuur.

Houten skeletstructuur.

Works Partnership Architecture, Portland Office Building, 2015.

Gerrit Rietveld, Red & Blue Chair, 1917.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Betonnen skeletstructuur.

Betonnen skeletstructuur.

de Vylder Vinck Tailleu, Huis Bernheimbeuk, 2011.

Le Corbusier, Maison Domino, 1914.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Stalen skeletstructuur.

Stalen skeletstructuur.

Ludwig Mies van der Rohe, Farnsworth House, 1945-1951.

Ludwig Mies van der Rohe, Farnsworth House, 1945-1951.

17


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Stalen skeletstructuur.

Stalen skeletstructuur.

Ludwig Mies van der Rohe, Farnsworth House, 1945-1951.

Muller Van Severen, “Installation”, 2012.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Gemengde structuur.

Gemengde structuur. De betonnen kern wordt gebruikt om laterale stijfheid te verzekeren; de skeletstructuur wordt gebruikt om een lichtere (en zo dus ook hogere) structuur te kunnen maken.

Phiip Johnson, Ludwig Mies van der Rohe, Seagram Building, 1958.

Phiip Johnson, Ludwig Mies van der Rohe, Seagram Building, 1958.

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Þ Welke elementen? Welke configuratie?

ELEMENTEN 1D configuratie? Þ Welke elementen? Welke horizontaal verticaal

2D

BALK

PLAAT

KOLOM

WAND

18


Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

ELEMENTEN Onderscheid naar functie Þ Welke elementen? Welke configuratie? DRAGENDE ELEMENTEN*

dragen de krachten & lasten over; zorgen voor sterkte, stijfheid, stabiliteit

SCHEIDENDE zorgen voor afscheiding van ruimtes, ELEMENTEN functies, (klimatologische) omstandigheden, … * Alle dragende of structurele elementen samen vormen de draagstructuur.

STRUCTUREN

definitie in functie van elementen

MASSIEVE STRUCTUREN

dragende elementen & scheidende elementen zijn dezelfde

SKELETSTRUCTUREN

dragende elementen & scheidende elementen zijn verschillende elementen

GEMENGDE STRUCTUREN

combinatie van massief en skelet

Constructie – Even verkennen

Constructie – Even verkennen

Constructie. Even verkennen.

Constructie. Even verkennen.

Een structuur: een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen.

Een omschrijving:

STRUCTUREN

definitie in functie van krachten

MASSIEVE STRUCTUREN

krachten worden overgedragen over de ganse structuur

SKELETkrachten worden slechts STRUCTUREN overgedragen over enkele punten in de structuur GEMENGDE STRUCTUREN

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

combinatie van massief en skelet

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten. Doelstelling van constructies: krachten weerstaan.

Constructie. Over krachten.

Þ3xS • STERKTE • STIJFHEID • STABILITEIT

19


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STERKTE. Weerstand tegen doorbuiging.

STERKTE. Weerstand tegen doorbuiging.

Een balk onder belasting zal doorbuigen…

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STERKTE. Weerstand tegen doorbuiging.

STERKTE. Weerstand tegen doorbuiging.

STERKTE. Weerstand tegen doorbuiging is een kwestie van materiaal en element.

STERKTE. Weerstand tegen doorbuiging is een kwestie van materiaal en element.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

Opstelling voor een trekproef.

20


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming. Spanning-Rek-diagram. De resultaten van een trekproef geven een dergelijk diagram: de vervorming uitgezet ten opzichte van de spanning (uitgeoefende kracht). Stress: spanning Strain: vervorming, rek Proefstaaltjes uit een trekproef.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

Uit de cursus “Materialen”.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming. Vergelijking van materialen

Vergelijking van materialen.

21


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STIJFHEID. Weerstand tegen vervorming.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

Spanning-Rek-diagram. Het spanning-rek-diagram vertelt ons hoe een materiaal zal reageren op belasting, welke vervorming er zal optreden, hoeveel vervorming, en wanneer het materiaal zal falen (breken).

Stabiliteit. Een instabiele structuur zal onder invloed van belasting gaan bewegen. Stabiliteit is een complexe problematiek die te maken heeft met de ganse structuur: de gebruikte elementen, verbindingen, materialen, maar de belasting zelf speelt een rol...

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

Kruisverbanden zorgen voor de laterale stabiliteit.

Kruisverbanden zorgen voor de laterale stabiliteit.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

In een gemengde structuur zorgen de massieve elementen voor de laterale stabiliteit.

In een gemengde structuur zorgen de massieve elementen voor de laterale stabiliteit.

22


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging. Tacoma Narrows Bridge (1940). Een case study… http://en.wikipedia.org/wiki/F ile:Tacoma_Narrows_Bridge_ destruction.ogg

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

STABILITEIT. Weerstand tegen beweging.

Tacoma Narrows Bridge (1940). Een case study…

Tacoma Narrows Bridge (1940). Een case study…

De specificiteit van de windbelasting bracht de brug in beweging; de materiaalkeuze en het (relatief) beperkte gewicht maakten het onmogelijk om die beweging te dempen.

Kernwoorden in dit alles: “eigenfrequentie” en “resonantie”.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Even verkennen

Constructie. Over krachten.

Constructie. Even verkennen.

Doelstelling van constructies: krachten weerstaan.

Een omschrijving:

Þ3xS • STERKTE: weerstand tegen doorbuiging (element-niveau) • STIJFHEID: weerstand tegen vervorming (materiaal-niveau) • STABILITEIT: weerstand tegen beweging (structuur-niveau)

“Onder ‘constructie’ verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstaan; en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de structuur, het element of het materiaal.”

23


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies.

Krachten in constructies.

Þ Wetten van Newton.

Þ Wetten van Newton.

• 1ste wet – Traagheidswet: Een voorwerp waarop geen kracht inwerkt, is in rust of beweegt zich met een constante snelheid voort.

• 2de wet – Kracht verandert de snelheid: De verandering van beweging is rechtevenredig met de inwerkende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.

Of anders geformuleerd: Om een object in beweging te brengen (of beweging te veranderen), is er een kracht nodig.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies.

Krachten in constructies.

Þ Wetten van Newton.

Þ Wetten van Newton.

• 3de wet – Actie & Reactie: Als een voorwerp A een kracht uitoefent op een voorwerp B (actie), gaat deze gepaard met een even grote maar tegengestelde kracht van B op A (reactie).

• 2de wet – Kracht verandert de snelheid: De verandering van beweging is rechtevenredig met de inwerkende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt. • F=mxa kracht = massa x versnelling Eenheid: newton: 1 N = 1 kg . m / s2

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies.

Krachten in constructies.

Þ Wetten van Newton.

Þ Wetten van Newton.

• 2de wet – Kracht verandert de snelheid: De verandering van beweging is rechtevenredig met de inwerkende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.

• 2de wet – Kracht verandert de snelheid: De verandering van beweging is rechtevenredig met de inwerkende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.

!! ZWAARTEKRACHT !!

!! Let op !!

• Fz = m x g met g = 9,81 m/s2 kracht = massa x valversnelling

• Fz = 9,81 x m = +/- 10 x m dus: 1 kg = +/- 10 N (kg als eenheid van kracht)

24


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies.

Krachten in constructies. 3de wet – Actie & Reactie: Actie. Als een voorwerp A een kracht uitoefent op een voorwerp B (actie), gaat deze gepaard met een even grote maar tegengestelde kracht van B op A (reactie).

Þ Wetten van Newton. • 2de wet – Kracht verandert de snelheid: De verandering van beweging is rechtevenredig met de inwerkende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt. !! massa ≠ gewicht !! Massa (kg) is een eigenschap van materie; Gewicht (N) is een maat voor de aantrekking van massa!

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies.

Krachten in constructies.

• Externe krachten of lasten

• Externe krachten of lasten: krachten uitwendig aan de structuur.

• Interne krachten • Interne krachten: reactiekrachten, reacties in de structuur/element/materiaal op de uitwendige krachten

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies: externe krachten of lasten.

Krachten in constructies: externe krachten of lasten.

• gebruikslasten of veranderlijke lasten • dode lasten of eigengewicht

• gebruikslasten of veranderlijke lasten: alle inwerkende krachten bij gebruik => mensen, meubels, installaties, machines, … => weersbelasting: regen, wind, sneeuw, … ! • dode lasten of eigengewicht: het gewicht van de ganse constructie (alle materialen, elementen, structuren) onderhevig aan de zwaartekracht

25


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies: externe krachten of lasten.

Krachten in constructies: soorten krachten.

• gebruikslasten of veranderlijke lasten: alle inwerkende krachten bij gebruik => mensen, meubels, installaties, machines, … => weersbelasting: regen, wind, sneeuw, … !

• Puntlast • Verdeelde last • Koppel

• dode lasten of eigengewicht: het gewicht van de ganse constructie (alle materialen, elementen, structuren) onderhevig aan de zwaartekracht => “LASTENDALING” / “EUROCODES” (stabiliteitsingenieur)

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies: soorten krachten.

Krachten in constructies: soorten krachten.

Puntlast. De kracht werkt op het element in op één punt.

Verdeelde last. De kracht werkt op het element in over een zekere lengte.

Evenredig verdeelde last.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies: soorten krachten.

Krachten in constructies: soorten krachten.

Verdeelde last. De kracht werkt op het element in over een zekere lengte.

Linear verdeelde last.

Koppel. Samenstel van twee even grote krachten maar tegengestelde krachten waarvan de werklijnen niet samenvallen. Geeft aanleiding tot rotatie (en niet tot translatie).

26


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Krachten in constructies: krachten ten opzichte van het element.

Normaalkracht: kracht die inwerkt volgens de as van een element. Normaalkracht: F n Normaalkracht geeft aanleiding tot trek (tension) en/of druk (compression).

• Normaalkracht • Dwarskracht • Moment

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Dwarskracht: kracht die inwerkt loodrecht op de as van een element.

Moment of hefboomkracht: interne kracht ten gevolge van een kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt.

Dwarskracht: F d

Moment. moment = kracht x afstand (afstand = hefboomarm) M=FxL Eenheid: Nm

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Moment of hefboomkracht: interne kracht ten gevolge van een kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt.

Moment of hefboomkracht: interne kracht ten gevolge van een kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt.

Moment.

Moment.

moment = kracht x afstand (afstand = hefboomarm)

moment = kracht x afstand (afstand = hefboomarm)

M=FxL Eenheid: Nm

M=FxL Eenheid: Nm

* Moment ontstaat bij elke kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt!

* Moment ontstaat bij elke kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt!

27


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Moment of hefboomkracht: interne kracht ten gevolge van een kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt.

Moment: verschil tussen buigmoment en torsiemoment

Moment.

Torsie of wringing: Een torsiemoment of een Koppel krachten dat om de as van een element werkt doet de balk torderen.

moment = kracht x afstand (afstand = hefboomarm) M=FxL Eenheid: Nm Links: buigmoment Rechts: torsiemoment

* Moment ontstaat bij elke kracht die inwerkt op een afstand van het steunpunt!

Buigmoment: Krachten (of koppels krachten) die dwars op de as van het element inwerken doen de balk buigen.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten en spanning.

Krachten in constructies: van externe krachten naar interne krachten: extern inwerkende krachten geven aanleiding tot een interne reactie in het element of materiaal.

Þ SPANNING

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Spanning: inwerkende kracht per oppervlakte-eenheid. Spanning doet elementen vervormen.

Spanning: inwerkende kracht per oppervlakte-eenheid. Spanning doet elementen vervormen. Drukspanning doet het element verkorten en daardoor ook uitzetten (uitknikken).

Trekspanning doet het element uitrekken en daardoor ook insoeren.

28


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Spanning: inwerkende kracht per oppervlakte-eenheid. Spanning doet elementen vervormen.

Spanning: inwerkende kracht per oppervlakte-eenheid. Spanning doet elementen vervormen.

Torsie of wringing doet het element torderen onder invloed van een Koppel krachten in het vlak van de dwarsdoorsnede van het element.

Afschuiving wanneer delen van het materiaal ten opzichte van elkaar verschuiven onder invloed van de inwerkende krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Spanning: inwerkende kracht per oppervlakte-eenheid. Spanning doet elementen vervormen. Buigspanning of moment: wanneer de inwerkende krachten de balk doen doorbuigen.

SPANNING : inwerkende kracht per oppervlakte - eenheid spanning = kracht / oppervlakte Trek- & drukspanning: σ=F/A Met A = oppervlakte van de doorsnede!) Eenheid: N/m2 = Pa [Pascal] σ = F / A

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

SPANNING : inwerkende kracht per oppervlakte - eenheid

SPANNING doet VERVORMEN

spanning = kracht / oppervlakte

Verband tussen normaalspanning en vervorming:

Schuifspanning:

Wet van HOOKE:

σ=E.ε

!=F/A

Eenheid: N/m2 = Pa [Pascal] σ = F / A

σ = normaalspanning (trek- of drukspanning) [Pa of N/m2] E = Elasticiteits- of Youngmodulus [eenheid: Pa of N/m2] ε = rek of compressie (trek -> verlenging; druk -> verkorting)

29


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten. Vervorming: verschuiving.

SPANNING doet VERVORMEN

Afschuiving. De verschuiving of glijding is ongeveer gelijk aan:

Verband tussen schuifspanning en vervorming: Wet van HOOKE:

!=G."

!≈a/h

! = schuifspanning

[geen eenheid!]

G = glijdings- of schuifmodulus G = materiaalconstante [eenheid: Pa of N/m2] " ≈ a/h = verschuiving of glijding

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Vervorming: rek of compressie.

Vervorming: dwarscontractie. Rek. De rek of compressie is gelijk aan de verandering van lengte (“delta”) gedeeld ten opzichte van de oorspronkelijke lengte.

Dwarscontractie. De mate waarin een materiaal vervormt loodrecht op de as van de belasting!

ε = ∆ L / L0 [geen eenheid!]

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Constructie. Over krachten.

Vervorming: dwarscontractie.

Verband tussen (normaal)spanning en vervorming

! = – εd / εl Met ! = Poisson-factor ! = materiaalconstante! [geen eenheid] εd = ∆ D / D0 = de relatieve verandering van dikte εl = ∆ L / L0 = de relatieve verandering van lengte

Spanning-Rek-diagram. Het spanning-rek-diagram vertelt ons hoe een materiaal zal reageren op belasting, welke vervorming er zal optreden, hoeveel vervorming, en wanneer het materiaal zal falen (breken).

30


Constructie – Over krachten.

Constructie. Over krachten. Even in kindertaal… http://www.pbs.org/wgbh/buildingbig/lab/forces.html

Constructie. Over krachten en vectoren.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Krachten als vectoren.

Constructie. Krachten als vectoren.

Kracht: een fysische grootheid waarbij zowel de grootte als de richting van belang zijn!

Kracht: een fysische grootheid waarbij zowel de grootte als de richting van belang zijn!

Krachten en grootte: Als je meer kracht uitoefent, zal de verandering van beweging (versnelling) groter worden.

Samenstelling van krachten. Als je twee krachten tegelijk uitoefent, met een verschillende grootte, en in een verschillende richting, zal de beweging gebeuren volgens de richting en de grootte van de resultante kracht.

Krachten en richting: Als je de kracht in een andere richting uitoefent, zal de beweging ook in die andere richting gebeuren.

Þ VECTOREN

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Krachten als vectoren.

Constructie. Krachten als vectoren.

Kracht: een fysische grootheid waarbij zowel de grootte als de richting van belang zijn!

Kracht: een fysische grootheid waarbij zowel de grootte als de richting van belang zijn!

Krachten als vectoren. De som van een kracht F 1 en een kracht F 2 is de samengestelde resultante kracht F net.

Krachten als vectoren. De som van een kracht F w en een kracht F g is de samengestelde resultante kracht F r.

Þ PARALLELLOGRAM VAN KRACHTEN

Þ GRAFISCH “REKENEN” MET KRACHTEN

31


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Krachten als vectoren.

Constructie. Krachten als vectoren.

Kracht: een fysische grootheid waarbij zowel de grootte als de richting van belang zijn!

VECTOR: een fysische grootheid met een grootte en een richting.

Krachten als vectoren. Omgekeerd ook: de kracht F r kan je opsplitsen volgens de horizontale en de verticale as in de horizontale component F w en de verticale component F g.

Grafisch rekenen met krachten. Door krachten als vectoren te beschouwen, kan je op een intuïtieve, grafische manier inzicht krijgen in het hoe en waarom van structuren.

Þ GRAFISCH “REKENEN” MET KRACHTEN

Voorbeeld: steunberen.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Krachten als vectoren.

Constructie. Krachten als vectoren.

VECTOR: een fysische grootheid met een grootte en een richting.

VECTOR: een fysische grootheid met een grootte en een richting.

Grafisch rekenen met krachten. Steunberen verklaard: de schuinaangrijpende kracht van de boog, wordt opgesplitst volgens de as van de muur en de as van de steunbeer. Daardoor verkleinen de spatkrachten tot een aanvaardbaar niveau.

Grafisch rekenen met krachten. Steunberen verklaard: de schuinaangrijpende kracht van de boog, wordt opgesplitst volgens de as van de muur en de as van de steunbeer. Daardoor verkleinen de spatkrachten tot een aanvaardbaar niveau.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Constructie. Krachten als vectoren.

Constructie. Krachten als vectoren.

VECTOR: een fysische grootheid met een grootte en een richting.

VECTOR: een fysische grootheid met een grootte en een richting. Grafisch rekenen met krachten. Spatkrachten. De horizontale component van een schuinaangrijpende kracht (bij bogen, bij bruggen, …) doet de constructie uit elkaar “spatten”.

32


Constructie – Over krachten.

Case Study: Balk onder belasting. Een balk, opgelegd op twee punten, die aan een belasting wordt onderworpen, zal doorbuigen.

Constructie. Case study: balk & kolom.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Case Study: Balk onder belasting.

Case Study: Balk onder belasting.

Een balk, opgelegd op twee punten, die aan een belasting wordt onderworpen, zal doorbuigen.

Een balk, opgelegd op twee punten, die aan een belasting wordt onderworpen, zal doorbuigen.

Een balk in doorbuiging. Denk aan een spons: de poriën van de spons zullen bovenaan toegenepen worden, en onderaan opengetrokken worden.

Een balk in doorbuiging. Denk aan een spons: de poriën van de spons zullen bovenaan toegenepen worden, en onderaan opengetrokken worden. Þ BOVENAAN: DRUK Þ ONDERAAN: TREK

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Case Study: Balk onder belasting.

Case Study: Balk onder belasting.

Een balk, opgelegd op twee punten, die aan een belasting wordt onderworpen, zal doorbuigen.

Een balk, opgelegd op twee punten, die aan een belasting wordt onderworpen, zal doorbuigen.

Een balk in doorbuiging. Denk aan een spons: de poriën van de spons zullen bovenaan toegenepen worden, en onderaan opengetrokken worden. Þ BOVENAAN: DRUK Þ ONDERAAN: TREK En in het midden?

Een balk in doorbuiging. Þ BOVENAAN: DRUK Þ ONDERAAN: TREK Þ MIDDEN: NEUTRALE LIJN Neutrale lijn: geen spanning, geen druk of trek. Net boven & onder de neutrale lijn: afschuiving

33


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Case Study: Balk onder belasting.

Case Study: Balk onder belasting.

Spanningsdiagram* over de doorsnede van de balk onder belasting.

Spanningsdiagram over de doorsnede van de balk onder belasting.

Spanningsdiagram.

Toepassing: I-liggers. Middenzone van de balk kent geen spanning,, dus is er geen (minder) materiaal nodig om dezelfde belasting te kunnen opvangen…

Bovenaan: druk maximaal Onderaan: trek maximaal Midden: geen spanning; neutrale lijn Boven NL: drukzone Onder NL: trekzone Rond NL: afschuiving

LIJFPLAAT (eng. web ) FLENS (eng. flange )

* Niet te verwarren met het spanning-rek-diagram!

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Case Study: Balk onder belasting.

Case Study: Balk onder belasting.

Spanningsdiagram over de doorsnede van de balk onder belasting.

Spanningsdiagram over de doorsnede van de balk onder belasting.

Toepassing: I-liggers. Middenzone van de balk kent geen spanning,, dus is er geen (minder) materiaal nodig om dezelfde belasting te kunnen opvangen…

Toepassing: wapening Beton kan zeer goed drukspanning opvangen, maar geen trekspanning. De trekzone wordt versterkt door stalen wapening om deze trekspanning op te vangen. plaats van de wapening

invloed op het spanningsdiagram

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Case Study: Kolom onder belasting.

Case Study: Kolom onder belasting.

Een kolom die aan een belasting wordt onderworpen, zal uitknikken.

Een kolom die aan een belasting wordt onderworpen, zal uitknikken. Bepalende factoren: • Belasting waaraan de kolom onderworpen wordt • Lengte van de kolom • Materiaal van de kolom • Doorsnede (afmetingen, hol/vol, dikte van de plaat, …) • Verbindingen: manier waarop de kolom bevestigd is.

Knik (eng. “buckling”) Een structureel fenomeen bij kolommen, analoog aan doorbuiging bij balken.

34


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Case Study: Kolom onder belasting.

Case Study: Kolom onder belasting.

Een kolom die aan een belasting wordt onderworpen, zal uitknikken.

Een kolom die aan een belasting wordt onderworpen, zal uitknikken.

Formule van Euler!

“buckling load”: Knikbelasting; belasting waaronder de kolom zal bewaken.

P = ! 2 x E x I / L k2 Met: P = kniklast (belasting) E = Elasticiteitsmodulus (materiaal) I = Traagheidsmoment (doorsnede) L k = kniklengte (verbindingen & lengte)

“effective length”: Kniklengte; lengte met een factor i.f.v. de wijze van verbinden.

Constructie – Over krachten.

Kettinglijn. De ketting als constructief principe.

Constructie.

Kettinglijn.

Enkele concepten.

Een ketting, onderhevig aan belasting zoekt evenwicht (zoals elke structuur). In de ketting kan enkel trekspanning bestaan.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Kettinglijn.

Kettinglijn.

Kettinglijn als constructief principe.

Kettinglijn als constructief principe. Omgekeerde kettinglijn: parabole boog.

Toepassing van de kettinglijn: “suspension bridges”.

Een perfect parabole boog zal, naar analogie met de kettinglijn, enkel drukspanning* ondervinden. * Wel spatkrachten niet vergeten!

Gateway Arch, Saint-Louis, Missouri, USA. Eero Saarinen, Hannskarl Bandel. 1965.

35


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Kettinglijn.

Kettinglijn.

Kettinglijn als constructief principe.

Kettinglijn als constructief principe. Toepassing van de kettinglijn: “suspension bridges”. Kabels zijn een vorm van kettingen: De hoofdkabels van een suspension bridge of ophangbrug, hebben de vorm van een parabolische boog onder invloed van het gewicht van het brugdek.

Toepassing van de kettinglijn.

Golden Gate Bridge, San Francisco, California, USA Strauss, Morrow, Ellis. 1937.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Kettinglijn.

Sport als inspiratie.

Kettinglijn als constructief principe. Toepassing van de kettinglijn. De (hoofd)structuur van de Sagrada Familia is gebaseerd op de toepassing van de kettinglijn. Bijgevolg zijn alle gebruikte bogen parabolisch in plaats van circulair.

Sagrada Familia, Barcelona Antonin Gaudi.

Hoogspringen: schaarsprong.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Sport als inspiratie

Sport als inspiratie.

Hoogspringen: “straddle”.

Revolutie in het hoogspringen: “Fosbury Flop” (1968).

36


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Sport als inspiratie.

Sport als inspiratie.

Het zwaartepunt.

Het zwaartepunt. Zwaartepunt of “massamiddelpunt”:

Zwaartepunt of “massamiddelpunt”:

= het punt van een object waarrond alle massa in evenwicht is

= het punt van een object waarrond alle massa in evenwicht is

= het aangrijppunt van de zwaartekracht (als puntlast)

Het zwaartepunt van een lichaam verandert als de vorm van het lichaam verandert!

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Sport als inspiratie.

Sport als inspiratie.

Het zwaartepunt.

Het zwaartepunt. Zwaartepunt of “massamiddelpunt”:

Zwaartepunt & constructie:

Om een object in beweging te krijgen, moet met andere woorden het zwaartepunt in beweging gebracht worden.

Zwaartepunt als stabiliteitsprincipe: zolang het zwaartepunt van een structuur boven het steunvlak ligt, zal de structuur stabiel zijn.

Fosbury flop: toepassing van de kennis het zwaartepunt in de sport.

Gewichtheffen.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Sport als inspiratie.

Sport als inspiratie.

Het zwaartepunt.

Het zwaartepunt. Zwaartepunt & constructie:

Zwaartepunt & constructie:

Zwaartepunt als stabiliteitsprincipe: zolang het zwaartepunt van een structuur boven het steunvlak ligt, zal de structuur stabiel zijn.

Zwaartepunt als stabiliteitsprincipe: zolang het zwaartepunt van een structuur boven het steunvlak ligt, zal de structuur stabiel zijn.

Michael Jackson.

37


Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Sport als inspiratie.

Sport als inspiratie.

Het zwaartepunt.

Het zwaartepunt. Zwaartepunt & constructie:

Zwaartepunt & constructie:

Zwaartepunt als stabiliteitsprincipe: zolang het zwaartepunt van een structuur boven het steunvlak ligt, zal de structuur stabiel zijn.

Zwaartepunt als stabiliteitsprincipe: zolang het zwaartepunt van een structuur boven het steunvlak ligt, zal de structuur stabiel zijn.

Stokke, Gravity Chair.

Constructie – Over krachten.

Constructie – Over krachten.

Sport als inspiratie.

Sport als inspiratie.

Het zwaartepunt.

Het zwaartepunt. Zwaartepunt & constructie:

Zwaartepunt & constructie:

Zwaartepunt als stabiliteitsprincipe: zolang het zwaartepunt van een structuur boven het steunvlak ligt, zal de structuur stabiel zijn.

In structuren: uitkragingen.

Fallingwater, Frank Lloyd Wright

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Constructie. Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies hebben te maken met beweging. Krachten. Krachten willen elementen doen bewegen. Constructie. De doelstelling van constructie is om krachten te weerstaan. Verbindingen. Verbindingen helpen om beweging te weerstaan.

38


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden. Vrijheidsgraden ofte ”degrees of freedom” (dof).

Soorten bewegingen? Translaties of verschuivingen – volgens de 3 assen, telkens in positieve of in negatieve richting.

Waarom onvervormbaar? Opdat alle energie (kracht) naar de beweging zou gaan.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Soorten bewegingen?

Soorten bewegingen?

Translaties of verschuivingen – volgens de 3 assen, telkens in positieve of in negatieve richting.

Translaties of verschuivingen – volgens de 3 assen, telkens in positieve of in negatieve richting.

Rotaties of draaiingen – rond de 3 assen, telkens in positieve of negatieve zin.

Rotaties of draaiingen – rond de 3 assen, telkens in positieve of negatieve zin. Þ 6 mogelijke bewegingen

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden.

3 vrijheidsgraden van translatie

6 vrijheidsgraden in 3 dimensies.

3 vrijheidsgraden van rotaties

Þ En in vlakke systemen (2 dimensies)?

Þ 6 vrijheidsgraden in totaal in 3 dimensies.

39


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden: het aantal mogelijke bewegingen van een onvervormbaar element.

Vrijheidsgraden. • • •

Vrijheidsgraden. Worden beperkt door verbindingen.

1 vrijheidsgraad van translatie volgens de x-as 1 vrijheidsgraad van translatie volgens de y-as 1 vrijheidsgraad van rotatie in het (x,y)-vlak

Þ 3 vrijheidsgraden in vlakke systemen!

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen beperken de vrijheidsgraden (bewegingsvrijheid) van constructie-elementen.

Verbindingen beperken de vrijheidsgraden (bewegingsvrijheid) van constructie-elementen.

Soorten verbindingen: in functie van de vrijheidsgraden die beperkt worden. • • •

Verbindingen. Verbindingen willen beweging tegengaan. Om beweging tegen te gaan moet je kracht uitoefenen.

Translatie(s) beperken Rotatie(s) beperken Translatie(s) & rotatie(s) beperken

Dus: verbindingen zullen krachten ”opwekken” om beweging te blokkeren! Þ reactiekrachten

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: roloplegging.

Soorten verbindingen: roloplegging. De roloplegging. Een roloplegging beperkt één vrijheidsgraad van translatie – in dit geval, de verticale translatie.

De roloplegging. Een roloplegging beperkt één vrijheidsgraad van translatie – in dit geval, de verticale translatie. Dat wil zeggen: de verticale translatie wordt tegengehouden; maar de horizontale translatie en de rotatie zijn wel mogelijk!

40


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: roloplegging.

Soorten verbindingen: roloplegging. De roloplegging. Een roloplegging beperkt één vrijheidsgraad van translatie – in dit geval, de verticale translatie.

De roloplegging. Een roloplegging beperkt één vrijheidsgraad van translatie – in dit geval, de verticale translatie.

Ifv krachten: een verticale kracht op het steunpunt zal worden opgevangen; een horizontale kracht, of een moment niet!

Om één beweging tegen te gaan, hebben we één kracht nodig! Þ 1 reactiekracht

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: roloplegging.

Soorten verbindingen: roloplegging. De roloplegging. Een roloplegging beperkt één vrijheidsgraad van translatie – in dit geval, de verticale translatie.

De roloplegging. Een roloplegging beperkt één vrijheidsgraad van translatie – in dit geval, de verticale translatie.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: scharnier.

Soorten verbindingen: scharnier. Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie.

Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie. Dat wil zeggen: de verticale en de horizontale translatie worden tegengehouden; maar de rotatie blijft wel mogelijk!

41


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: scharnier.

Soorten verbindingen: scharnier. Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie.

Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie.

Ifv krachten: een verticale kracht op het steunpunt en een horizontale kracht zullen worden opgevangen; maar een moment niet!

Om 2 bewegingen tegen te gaan, hebben we 2 krachten nodig! Þ 2 reactiekrachten

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: scharnier.

Soorten verbindingen: scharnier. Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie.

Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: scharnier.

Soorten verbindingen: inklemming. Het scharnier. Een scharnier beperkt twee vrijheidsgraden van translatie – in dit geval, de verticale en de horizontale translatie.

De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

42


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: inklemming.

Soorten verbindingen: inklemming. De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

Dat wil zeggen: zowel de verticale als de horizontale translatie en de rotatie worden tegengehouden!

Ifv krachten: zowel verticale krachten als horizontale krachten als momenten worden opgevangen!

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: inklemming.

Soorten verbindingen: inklemming. De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

Om 3 bewegingen tegen te gaan, hebben we 3 krachten nodig! Þ 3 reactiekrachten

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: inklemming.

Soorten verbindingen: scharnier. De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

43


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten verbindingen: scharnier.

Soorten structuren. De inklemming. Een inklemming beperkt alle vrijheidsgraden van translatie en rotatie (in het vlakke systeem).

• In functie van soort draagstructuur: massief/skelet/gemengd • In functie van evenwichtsvergelijkingen (voor de ingenieur) Þ Σ Fhor =0 Þ Σ Fver ÞΣM

=0 =0

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten structuren.

Soorten structuren: structureel bepaald (isostatisch). Structureel bepaalde structuur. Alle krachten (intern en extern) kunnen berekend worden vanuit de evenwichtsvergelijkingen.

• In functie van soort draagstructuur: massief/skelet/gemengd • In functie van evenwichtsvergelijkingen (voor de ingenieur) • Structureel bepaald (isostatisch) • Structureel onbepaald (hyperstatisch) • Mechanisme (hypostatisch)

Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten structuren: structureel bepaald (isostatisch).

Soorten structuren: structureel onbepaald (hyperstatisch).

Structureel bepaalde structuur. Alle krachten (intern en extern) kunnen berekend worden vanuit de evenwichtsvergelijkingen.

Structureel onbepaalde structuur. De krachten (intern en extern) kunnen niet enkel berekend worden vanuit de evenwichtsvergelijkingen (extra informatie is nodig).

44


Constructie – Verbindingen in constructies.

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies.

Soorten structuren: structureel onbepaald (hyperstatisch).

Soorten structuren: mechanisme (hypostatisch).

Structureel onbepaalde structuur. De krachten (intern en extern) kunnen niet enkel berekend worden vanuit de evenwichtsvergelijkingen (extra informatie is nodig).

Mechanisme. Een mechanisme is structureel instabiel. Deze structuur kan evenwel (tijdelijk) in evenwicht zijn (labiel evenwicht). (Bvb. Skateboard op de grond)

Constructie – Verbindingen in constructies.

Verbindingen in constructies. Soorten structuren.

In functie van evenwichtsvergelijkingen (voor de ingenieur) • Structureel bepaald (isostatisch) – stabiele structuur • Structureel onbepaald (hyperstatisch) – stabiele structuur met veiligheidsmarge • Mechanisme (hypostatisch) – instabiel

Constructie. Funderingen.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Funderingen: de onmisbare basis van elke constructie.

Funderingen: de onmisbare basis van elke constructie.

Doel van funderingen. Een fundering verzekert de stabiliteit van het gebouw door de lasten van de constructie over te dragen op de draagkrachtige grondlaag zonder dat er zettingen optreden.

Stabiliteit verzekeren. Krachten weerstaan, beweging tegengaan. Lasten. Eigengewicht en gebruikslasten Zettingen. (Grond)verzakkingen die aanleiding geven tot scheuren etc.

45


Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Funderingen: de onmisbare basis van elke constructie.

Funderingen: de onmisbare basis van elke constructie.

Draagkrachtige grondlaag. … wordt bepaald door een grondsondering!

Grondsondering Een grondsondering is een bodemproef die de draagkracht en toestand (bodemgesteldheid) van de grond bepaalt.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Funderingen: de onmisbare basis van elke constructie.

Funderingen: de onmisbare basis van elke constructie.

Grondsondering Een grondsondering resulteert in een sonderingsverslag dat onder meer de draagkracht en de grondsoort in functie van de diepte onder het maaiveld uitdrukt.

Funderingen bepalen. Het sonderingsverslag geeft je een beeld van de draagkracht van de grond over het ganse perceel. De ingenieur stabiliteit zal uit het ontwerp en uit de normen de minimale benodigde draagkracht berekenen en in functie daarvan een voorstel formuleren voor de fundering.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen.

Soorten funderingen: fundering op staal Fundering op staal of strookfundering. De fundering op staal probeert de belasting zo gelijkmatig mogelijk over te dragen op de draagkrachtige grondlaag. De strookfundering wordt toegepast als de draagkrachtige laag niet te diep ligt (wel min. 80cm om vorstvrij te zijn).

46


Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op staal

Soorten funderingen: fundering op staal

Fundering op staal of strookfundering. De funderingszool of funderingsvoet, i.e. een verbreding van het ondergrondse metselwerk (min. 30cm breed of 2X de breedte van de muur die erop komt), wordt uitgevoerd in beton (gewapend of ongewapend).

INTERIEURCONSTRUCTIE BOUW – HERBERT LANGASKENS

Fundering op staal of strookfundering. De betonstroken worden gegoten in funderingssleuven. Het ondergronds metselwerk moet beschermd worden tegen ondergrond & grondwater door een folie en/of een teerlaag.

EDITIE 2006 - 2007

Wanneer de grond geen aantastende producten bevat, wordt het metselwerk, dat met de grond in contact zal komen, over de gehele hoogte bepleisterd met een laag cementmortel van minimaal 10 mm dikte. De samenstelling van de bepleisteringsmortel is dezelfde als deze gebruikt voor het metselen. De bepleistering wordt zorgvuldig glad gestreken. Na binding wordt de bepleistering bestreken met twee lagen steenkoolteer, aan te brengen met een tussentijd van minstens 48 uren, of met een ander beschermingsproduct. Metselwerk in zware betonblokken wordt bij het optrekken vol gemetseld, afgestreken en met een vochtige borstel effen gewassen. In dit geval is geen bepleistering nodig. In geval de grond agressieve producten bevat, moeten aanvullende voorzorgsmaatregelen Constructie – Funderingen worden getroffen.

Constructie – Funderingen

Kolomfunderingszolen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op staal

Soorten funderingen: fundering op staal

Om de druk van kolommen in beton of staal op de ondergrond over te brengen, moet een verbrede voet worden aangebracht. Wanneer men over voldoende hoogte beschikt kan men hiervoor ongewapend beton gebruiken. Funderingsvoeten in gewapend beton zijn in feite rechthoekige of vierkante platen die hetzij overal even dik zijn, hetzij dunner naar de randen toe (piramidevormig). De figuur hierna toont een voorbeeld van een fundering op zolen.

Fundering op staal of strookfundering. De fundering wordt uitgevoerd onder het dragende metselwerk.

Fundering op staal of strookfundering. De fundering wordt uitgevoerd onder het dragende metselwerk.

Als er te veel van die steunmuren zijn, of als de tussenafstand ertussen te klein zou worden, kan er ook op plaat (doorlopende zool) gefundeerd worden

1E JAAR INTERIEURVORMGEVING

6

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op staal

Soorten funderingen: fundering op putten.

Fundering op staal of strookfundering. De fundering wordt uitgevoerd onder het dragende metselwerk. Als er te veel van die steunmuren zijn, of als de tussenafstand ertussen te klein zou worden, kan er ook op plaat (doorlopende zool) gefundeerd worden

Fundering op putten. Bij de fundering op putten steunt de draagstructuur op een balkenrooster. Dat rooster steunt dan weer op bepaalde punten op de dikke betonnen kolommen. De putfundering wordt toegepast bij een minder goeie grond, als de draagkrachtige laag tot ca. 10m diep ligt.

47


Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op putten.

Soorten funderingen: fundering op putten.

Fundering op putten. Bij de fundering op putten steunt de draagstructuur op een balkenrooster. Dat rooster steunt dan weer op bepaalde punten op de dikke betonnen kolommen

Fundering op putten. Bij de fundering op putten steunt de draagstructuur op een balkenrooster. Dat rooster steunt dan weer op bepaalde punten op de dikke betonnen kolommen

De putfundering wordt toegepast bij een minder goeie grond, als de draagkrachtige laag tot ca. 10m diep ligt.

De putfundering wordt toegepast bij een minder goeie grond, als de draagkrachtige laag tot ca. 10m diep ligt.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op putten.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Fundering op putten. De put is een dikke betonnen kolom, al dan niet gewapend, die met wachtstaven wordt verankerd aan het balkenrooster.

Fundering op palen. Bij de fundering op palen steunt de draagstructuur op een balkenrooster. Dat rooster steunt dan weer op bepaalde punten op de lange, smalle kolommen. De paalfundering wordt toegepast bij slechte grond, als de draagkrachtige laag erg diep ligt.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Fundering op palen. De werking van een paalfundering bestaat uit: • puntweerstand: de punt van de paal steunt op de draagkrachtige grond • kleefwerking: de wrijving van de schacht van de paal met de omliggende grond. Een paal op stuit ervaart geen kleefwerking.

Fundering op palen. Een paalfundering wordt toegepast als de draagkrachtige grondlaag erg diep ligt. De paalfundering, in hout (historisch), beton (gebruikelijk) of staal (zelden), wordt in de grond geboord, geschroefd of geheid.

48


Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Fundering op palen. Boorpalen: een dunne, holle buis met een boorkop wordt de grond in gedreven. De overtollige grond wordt opgeboord en moet afgevoerd worden. Op de goeie diepte wordt het beton via de holle buis in de grond gepompt; terwijl de boorkop opgetrokken wordt. Dit proces is trillingsvrij.

Fundering op palen. Boorpalen: een dunne, holle buis met een boorkop wordt de grond in gedreven. De overtollige grond wordt opgeboord en moet afgevoerd worden. Op de goeie diepte wordt het beton via de holle buis in de grond gepompt; terwijl de boorkop opgetrokken wordt. Dit proces is trillingsvrij.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Fundering op palen. Schroefpalen: een dikke buis met een boorkop wordt de grond in gedreven door de grond zijdelings te verdringen en samen te drukken. Op de goeie diepte wordt het beton via de buis in de grond gepompt; de boorkop blijft verloren. Het verdringen van de grond veroorzaakt veel trillingen.

Fundering op palen. Schroefpalen: een dikke buis met een boorkop wordt de grond in gedreven door de grond zijdelings te verdringen en samen te drukken. Op de goeie diepte wordt het beton via de buis in de grond gepompt; de boorkop blijft verloren. Het verdringen van de grond veroorzaakt veel trillingen.

Constructie – Funderingen

Constructie – Funderingen

Funderingen.

Funderingen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Soorten funderingen: fundering op palen.

Fundering op palen. Heipalen: de (prefab) palen worden tot op de goeie diepte de grond in gedreven met een dynamisch valblok. Het heien van deze palen veroorzaakt veel trillingen.

Fundering op palen. Heipalen: de (prefab) palen worden tot op de goeie diepte de grond in gedreven met een dynamisch valblok. Het heien van deze palen veroorzaakt veel trillingen.

49


Constructie – Funderingen

Funderingen. Funderingen: randvoorwaarden bij de keuze van funderingen. Constructie. • aard en bestemming van het gebouw • eigengewicht en gebruikslasten Grond. • draagkracht • bodemgesteldheid (sort grond, toestand, grondwater, …) Omgeving. • trillingsgevoelig?

Constructie. Enkele bouwfysische aspecten.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Vóór gebruik: Energieverbruik bij de fabricatie van bouwmaterialen, tijdens het transport, tijdens het bouwproces. Tijdens gebruik: Energieverbruik bij gebruik en onderhoud van het gebouw tijdens de ganse levensduur En wat daarna?

Levenscyclusanalyse. Om het hele plaatje te zien, moet je het energieverbruik over de ganse levensduur in kaart brengen! Wat na de levensduur van materiaal, element, structuur? Þ REDUCE, REUSE, RECYCLE

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Het klassieke patroon: “cradle to grave.” Het materiaal wordt verwerkt tot een product. Na gebruik, wordt het product weggegooid als afval.

“Cradle to cradle”: afval als bron. Naar het boek van McDonaugh & Braungart (2002): “Cradle to Cradle: Remaking the way we make things.” Door elementen op te splitsen in functie van hun herkomst (biosfeer vs technosfeer), kan afval anders benaderd worden.

50


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

“Life cycle approach”. Door de ganse levensduur van materiaal, element of structuur van bij het begin mee in beschouwing te nemen, en waar mogelijk te hergebruiken, of te recycleren, kan de afvalstroom beperkt worden.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie… “Life cycle 2.0”: 4D-design Ander benadering van ontwerpen. Materialen, elementen en structuren worden apart beschouwd: Structuren kunnen hergebruikt worden als ze aanpasbaar, flexibel, multifunctioneel, … zijn.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

Het energievraagstuk in de bouwsector is complexe materie…

“Life cycle 2.0”: 4D-design Ander benadering van ontwerpen. Materialen, elementen en structuren worden apart beschouwd:

“Life cycle 2.0”: 4D-design Ander benadering van ontwerpen. Materialen, elementen en structuren worden apart beschouwd:

Elementen kunnen hergebruikt worden als ze in hun geheel ontmanteld kunnen worden.

Materialen kunnen hergebruikt worden als ze gerecycleerd kunnen worden (i.e. als bron gebruikt worden).

51


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Energie in de bouw bij gebruik.

Energie in de bouw bij gebruik. “Trias Energetica.” Driestappenstrategie om het energieverbruik tijdens de levensduur te beperken.

“Trias Energetica.” 1. Bvb: compact bouwen, goed isoleren, … 2. Bvb: wind-, water- & zonne-energie 3. Bvb: efficiënte technologieën, verliezen beperken, verwarmen op lage temperatuur, …

1. Beperk de energievraag 2. Gebruik hernieuwbare energiebronnen 3. Gebruik fossiele brandstoffen zo weinig, zo proper en zo efficient mogelijk

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. EPB: Energieprestatie en Binnenklimaat De EPB-regelgeving omvat een reeks van normen en voorschriften van de Vlaamse Overheid om de energetische impact van een ontwerp of ingreep in te schatten, dan wel te beperken.

EPB of EPC? EPB: omvat de bouwfysische eisen die aan nieuwbouw of verbouwingen worden opgelegd; resulteert in een EPB-verslag met daarin een E-Peil (algemeen energieverbruik); een K-Peil (isolatiepeil) en een nettoenergiebehoefte.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. EPB of EPC? EPC of Energieprestatiecertificaat: een certificaat dat bij verhuur of verkoop van een woning wordt opgemaakt; geeft aan (in kWh/m 2) hoe groot het jaarlijkse energieverbruik per nuttige vloeroppervlakte geschat wordt.

EPB-Eisen. De EPB-Eisen waar een project aan moeten voldoen, hangen af van: • Bestemming van het gebouw (residentieel/nietresidentieel) • Aard van de werken (nieuwbouw/renovatie) • Jaar van de aanvraag van de bouwvergunning

52


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen.

Vlaanderen is energie

EPB-Eisen bepalen: • Isolatiepeil (K-peil, Uwaarde, R-waarde, S-peil) • Energiepeil (E-peil) • Ventilatie-eisen • Minimumaandeel Hernieuwbare Energie • Beperken risico oververhitting • Eisen HVAC-installaties • Netto-energiebehoefte voor verwarming

thermische isolatie

maximaal S 31 (wooneenheid)

binnenklimaat

*: voor kantoorgebouwen van publieke organisaties gelden strengere E-peilen

-

en

minimale ventilatievoorzieningen

minimale ventilatievoorzieningen

≥ 15 kwh/m2.jaar

≥ 15 kwh/m2.jaar

beperken van risico op oververhitting (wooneenheid)

hernieuwbare energie installaties thermische isolatie

ingrijpende energetische renovatie

maximale U-waarden maximaal E-peil* (in functie van de functionele delen)

minimale ventilatievoorzieningen

nieuwbouw (of gelijkwaardig)

-

energieprestatie

maximaal E-peil (in functie van de functionele delen)

installaties

-

-

binnenklimaat

minimale installatie-eisen volg de eisen bij renovatie

minimale ventilatievoorzieningen ≥ 15 kwh/m2.jaar

thermische isolatie

≥ 15 kwh/m2.jaar

-

maximale U-waarden (voor nieuwe en na-geïsoleerde delen)

energieprestatie

-

installaties

minimale eisen (voor nieuwe, vernieuwde of vervangen installaties) ventilatie-eisen minimale ventilatievoorzieningen (voor bestaande ruimten (voor het nieuw gebouwde bij vervanging van vensters en voor nieuwe ruimten) toegevoegde deel)

binnenklimaat

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. E-peil Het E-peil is een maat voor de algemene energieprestatie van een gebouw en de vaste installaties ervan in standaardomstandigheden. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning.

E-peil Het E-peil hangt af van: • Thermische isolatie • Luchtdichtheid • Compactheid • Oriëntatie • Bezonning • Ventilatieverliezen • Vaste installaties (HVAC & verlichting) • Hernieuwbare Energie

EPB legt een maximaal Epeil op!

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen.

De overheid legt een maximale E-peileis op.

-

en

maximale U-waarden

maximale U-waarden (voor nieuwe en na-geïsoleerde delen) maximaal E 90 (wooneenheid)

hernieuwbare energie

renovatie

industrie

maximaal K 40 (gebouw)

en

maximaal E 40 (wooneenheid)

maximale U-waarden

energieprestatie

EPB 1

Voor bouwprojecten met stedenbouwkundige vergunningsaanvraag of melding vanaf 1 januari tot en met 31 december 2018 EPB-eisen (eisen op het vlak van ENERGIEPRESTATIE en BINNENKLIMAAT) BESTEMMING wonen niet-residentieel AARD VAN HET WERK

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

E-peil Het E-peil wordt bepaald door de EPB-verslaggever.

versie maart 2018

EPB-eisen vanaf 1 januari tot en met 31 december 2018

Ventilatie Doordat we meer isoleren, meer luchtdicht te bouwen, is een (gecontroleerde) ventilatie noodzakelijk geworden voor een gezond binnenklimaat.

Vanaf 2021: Maximaal E30 Þ BEN-woning: “bijna energie-neutraal”

53


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. Ventilatie We voeren verse lucht aan langs droge ruimtes. EN: We voeren de vochtige vervuilde lucht langs natte ruimtes af (liefst zonder te grote energieverliezen).

Ventilatiesystemen A: natuurlijke toevoer, natuurlijke afvoer B: mechanische toevoer; natuurlijke afvoer C: natuurlijke toevoer; mechanische afvoer D: mechanische toevoer; mechanische afvoer

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. Ventilatiesysteem D: balansventilatie • mechanische toevoer van verse lucht in de droge ruimten; • doorvoer van lucht via roosters (of spleten) in binnendeuren of – wanden; • mechanische afvoer van vervuilde lucht in natte ruimten.

Ventilatiesysteem D: balansventilatie • Aan- en afvoer via elektrische ventilatoren (dus energieverbruik!) • Eventueel via warmteterugwinning om warmteverlies te beperken

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. Eisen voor technische installaties. EPB legt eisen op voor de energie-efficiëntie van de installaties voor verwarming, sanitair, verwarmd water, koeling, ventilatie, verlichting etc. om het energieverbruik van deze toestellen te beperken.

Minimumaandeel hernieuwbare energie EPB legt een minimaal vermogen op dat uit hernieuwbare energiebronnen moet gehaald worden. • •

Nieuwbouw: min 15kWh/m 2/jaar Renovatie: min 15kWh/m 2/jaar

54


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. Minimumaandeel hernieuwbare energie Opties: • Fotovoltaïsche cellen • Zonneboiler • Biomassa • Warmtepomp (geothermie) • Warmetepomp (andere) • Participiatie in projecten van hernieuwbare energie

Risico op oververhitting EPB-Eisen proberen het risico te beperken dat de zon onze ruimtes te warm zou maken en dus de behoefte aan actieve koeling zou veroorzaken. Slim omgaan met oriëntatie, beglazing, zonwering en/of beschaduwing en de thermische inertie van constructies is de boodschap.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. Netto-energiebehoefte Om het energieverbruik te beperken, legt EPB een maximale waarde op voor de energievraag voor verwarming, nl. 70 kWh/m 2 of 100-25*C kWh/m 2

S-Peil (sinds 2018) Het S-peil is een maat voor de energetische prestatie van de gebouwenschil. Het S-peil vervangt sinds 2018 het K-peil. Hoe lager het S-peil, hoe energetisch performanter en dus hoe energie-zuiniger het gebouw.

Hangt af van isolatie, luchtdichtheid, efficiëntie van warmtewinst, …

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

In de praktijk: EPB-Eisen.

In de praktijk: EPB-Eisen. S-Peil (sinds 2018) S-peil hangt af van: • U-waarden van de bouwelementen • Bouwknopen • Zonnewinsten • Ventilatieverliezen • Vorm-efficiëntie van het ontwerp • Warmteverliezen naar buiten of buren

U-waarde: warmtedoorgangscoëfficiënt U-waarde is een waarde voor het warmteverlies van een constructie-deel. EPB legt per type constructiedeel een maximale U-waarde (maximaal warmteverlies) vast.

55


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw. Vlaanderen is energie

versie maart 2018

EPB-eisen vanaf 1 januari tot en met 31 december 2018

EPB 1

In de praktijk: EPB-Eisen.

Waarden voor thermische kwaliteit.

Voor bouwprojecten met stedenbouwkundige vergunningsaanvraag of melding vanaf 1 januari tot en met 31 december 2018 EPB-eisen (eisen op het vlak van ENERGIEPRESTATIE en BINNENKLIMAAT) BESTEMMING wonen niet-residentieel AARD VAN HET WERK thermische isolatie

maximaal S 31 (wooneenheid)

strengere E-peilen

en

minimale ventilatievoorzieningen

hernieuwbare energie

≥ 15 kwh/m2.jaar

≥ 15 kwh/m2.jaar

installaties

-

-

beperken van risico op oververhitting (wooneenheid)

thermische isolatie

ingrijpende energetische renovatie

maximale U-waarden maximaal E-peil* (in functie van de functionele delen)

minimale ventilatievoorzieningen

nieuwbouw (of gelijkwaardig)

*: voor kantoorgebouwen van publieke organisaties gelden

en

maximaal E 40 (wooneenheid)

maximale U-waarden

energieprestatie

binnenklimaat

maximaal E 90 (wooneenheid)

maximaal E-peil (in functie van de functionele delen)

installaties

-

-

hernieuwbare energie

industrie

maximaal K 40 (gebouw)

U-waarde (W/m 2K): warmtedoorgangscoëfficiënt

R-waarde (m 2K/W): warmteweerstand

λ-waarde (W/mK): warmtegeleidingscoëfficiënt

minimale ventilatievoorzieningen

minimale installatie-eisen volg de eisen bij renovatie

minimale ventilatievoorzieningen ≥ 15 kwh/m2.jaar

thermische isolatie

-

≥ 15 kwh/m2.jaar

maximale U-waarden (voor nieuwe en na-geïsoleerde delen)

energieprestatie

-

installaties

minimale eisen (voor nieuwe, vernieuwde of vervangen installaties) ventilatie-eisen minimale ventilatievoorzieningen (voor bestaande ruimten (voor het nieuw gebouwde bij vervanging van vensters en voor nieuwe ruimten) toegevoegde deel)

binnenklimaat

en

maximale U-waarden

maximale U-waarden (voor nieuwe en na-geïsoleerde delen)

energieprestatie

binnenklimaat

renovatie

Energie in de bouw.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Waarden voor thermische kwaliteit.

Waarden voor thermische kwaliteit. U-waarde (W/m 2K): warmtedoorgangscoëfficiënt De U-waarde geeft de hoeveelheid warmte-energie aan die per seconde door 1m 2 van een vlakke plaat stroomt, wanneer het temperatuursverschil tussen de lucht aan de grensvlakken 1°C bedraagt.

U-waarde (W/m 2K): warmtedoorgangscoëfficiënt U = 1 / R tot Met R tot = som van de warmteweerstanden Þ Hoe lager U, hoe beter geïsoleerd!

Þ Hoe lager U, hoe beter geïsoleerd!

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Waarden voor thermische kwaliteit.

Waarden voor thermische kwaliteit. 2

R-waarde (m K/W): warmteweerstand De R-waarde geeft het warmteisolerende vermogen van een materiaallaag aan. Þ Hoe hoger R, hoe beter geïsoleerd!

R-waarde (m 2K/W): warmteweerstand R = d/λ Met d = dikte van de materiaallaag (m) λ = warmtegeleidingscoëfficiënt (W/mK) Þ Hoe hoger R, hoe beter geïsoleerd!

56


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Waarden voor thermische kwaliteit.

Waarden voor thermische kwaliteit. R-waarde (m 2K/W): warmteweerstand

λ-waarde (W/mK): warmtegeleidingscoëfficiënt

R tot is de som van de warmteweerstanden van de materiaallagen, de overgangsweerstanden binnen en buiten en de eventuele spouwweerstanden.

De λ-waarde is de mate waarin een materiaal de (toegevoerde) warmte doorgeeft. λ is een materiaalconstante! Þ Hoe lager λ, hoe beter geïsoleerd!

R tot = R in + R 1 + … + R n + R uit

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Energie in de bouw.

Energie in de bouw.

Waarden voor thermische kwaliteit.

Waarden voor thermische kwaliteit: voor een goeie isolatie moet U laag zijn, R hoog zijn, en λ laag zijn. •

U-waarde (W/m 2K): warmtedoorgangscoëfficiënt U = 1 / R tot U < constructie

R-waarde (m 2K/W): warmteweerstand R = d/λ R tot = ∑R R < element R tot < constructie

λ-waarde (W/mK): warmtegeleidingscoëfficiënt λ = materiaalconstante λ < materiaal

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie: een bouwprobleem.

Condensatie: een bouwprobleem. Condensatie. Condensatie is een complex bouwprobleem dat te maken heeft met vocht, temperatuur, isolatie… In extreme gevallen kan condensatie leiden tot schimmel en zichtbaar vochtige muren.

Condensatie. Condensatie is eigenlijk het omgekeerde van verdampen een gas condenseert tot een vloeistof. In constructies gaat het over de condensatie van vocht (waterdamp) die in de lucht is opgenomen.

57


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie: enkele begrippen.

Condensatie: enkele begrippen. Verzadigingsdampdruk: de maximale hoeveelheid waterdamp die lucht kan bevatten.

Absolute vochtgehalte: de effectieve hoeveelheid waterdamp in de lucht. (Ook: “partiële dampdruk van water”)

De verzadigingsdampdruk hangt af van de temperatuur: Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de verzadigingsdampdruk van water!

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie: enkele begrippen.

Condensatie. Relatieve luchtvochtigheid: de verhouding tussen het absolute vochtgehalte bij een bepaalde temperatuur en de verzadigingsdampdruk bij diezelfde temperatuur.

Condensatie treedt op als de luchtvochtigheid groter is dan de maximale hoeveelheid waterdamp bij de luchttemperatuur op dat moment.

De relatieve luchtvochtigheid wordt uitgedrukt in %.

Het dauwpunt is dan bereikt of overschreden: de relatieve luchtvochtigheid is 100%

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie. Mogelijke processen: Als de temperatuur daalt, daalt de verzadigingsdampdruk mee; maar niet het absolute vochtgehalte. Bijgevolg stijgt de relatieve luchtvochtigheid! Condensatie treedt op als de relatieve luchtvochtigheid 100% is: het dauwpunt is bereikt of overschreden.

Mogelijke processen: Als er extra waterdamp in de lucht komt, stijgt het absolute vochtgehalte, maar bij een constante temperatuur blijft ook de verzadigingsdampdruk constant. Daardoor stijgt de relatieve luchtvochtigheid. Condensatie treedt op als de relatieve luchtvochtigheid 100% is: het dauwpunt is bereikt of overschreden.

58


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie.

Condensatie. ROCKWOOL - Bouwdetail spouwmuren Aansluiting fundering-spouwmuur - volledig gevulde spouw Uc ≤ 0,24 W/m2K 360 90

120

140

10

Gevelmetselwerk RockFit Premium 120 mm Dragend metselwerk Bepleistering

70

15

Thermische onderbreking (bijv. cellenbeton of cellenglas)

425

150

Vochtkerende folie

150

40

Mogelijke oorzaken: • Koudebruggen • Slechte (of geen) isolatie • Vocht in huis: menselijke activiteit, bouwvocht, regendoorslag, optrekkend vocht, …

Vloerafwerking Gewapende dekvloer PE-folie RockFloor Therm 150 mm PE-folie Uitvullaag Betonnen vloerplaat PE-folie Volle grond

ROCKWOOL bouwkundige details rockwool.be/bouwdetails

Oktober 2017 Schaal 1:5 (afhankelijk van uw printerinstellingen)

Mogelijke oplossingen: • Ventileren = vocht afvoeren • Verwarmen = hogere verzadigingsdampdruk • Isoleren = temperatuursverschillen beperken • Detailleren = koudebruggen oplossen; dampscherm nodig?

Productwijzigingen zijn voorbehouden zonder voorafgaande berichtgeving. ROCKWOOL aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de eventuele aanwezigheid van (zet)fouten en onvolledigheden. Op het gebruik van de bouwdetails is de legal notice van ROCKWOOL van toepassing. Deze legal notice kunt u terugvinden op rockwool.be.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Capillariteit.

Capillariteit.

Capillariteit: vocht in constructies

Capillariteit: vocht in constructies Capillariteit. Capillariteit is het fysisch fenomeen dat vloeistoffen als het ware opgezogen kunnen worden in kleine kanaaltjes (bvb. in poreuze materialen)

Capillariteit. Capillariteit is het fysisch fenomeen dat aan de basis ligt van opstijgend vocht, doorslaand vocht, …

Capillariteit heeft te maken met adhesie- en cohesiekrachten.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Capillariteit.

Akoestiek.

Capillariteit: vocht in constructies

Geluid in constructies. Capillariteit: oplossingen. •

Detailleren! Afdichten met pleister, plaatsen van waterdichtingsmembranen & dampschermen. Impregeneren: poriën afsluiten.

Geluid in constructies draait hoofdzakelijk rond twee aspecten: • Hoe kunnen we een ruimte geluidstechnisch geschikt maken voor een bepaalde functie? = GELUIDSKWALITEIT (akoestiek) • Hoe kunnen we storende geluiden buiten houden? = GELUIDSISOLATIE

59


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Akoestiek.

Akoestiek.

Geluid in constructies.

Geluid in constructies. Geluid heeft te maken met golven. Een geluidsgolf ontstaat bij een geluidsbron, en heeft een medium nodig om zich te verplaatsen.

Geluidsisolatie: hoe kunnen we storende geluiden buiten houden? • Contactgeluid: geluidsgolven (trillingen) doorheen de structuur • Luchtgeluid: geluidsgolven doorheen de lucht

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Akoestiek.

Akoestiek.

Geluid in constructies.

Geluid in constructies. Geluidskwaliteit: moeilijk evenwicht tussen reflectie, diffusie, absorptie van geluidsgolven. • Reflectie: weerkaatsing van geluidsgolven • Diffusie: verspreiding van geluidsgolven • Absorptie: geluidsgolven worden opgenomen door het materiaal

Geluidsisolatie: mogelijke maatregelen: • Massa: hoe zwaarder de structuur, hoe beter de geluidsisolatie • Luchtdichtheid: hoe minder gaten, spleten, kieren, …, hoe beter de geluidsisolatie • Demping: dempende materialen nemen trillingen op

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Akoestiek.

Akoestiek.

Geluid in constructies.

Geluid in constructies. Geluidskwaliteit: moeilijk evenwicht tussen reflectie, diffusie, absorptie van geluidsgolven. Reflectie & diffusie is nodig om het geluid te verspreiden; absorptie is nodig om het teveel aan geluidsgolven op te vangen.

Geluidskwaliteit – aandachtspunten: • Materiaalgebruik: reflecterende of absorberende materialen • Vorm & indeling van de ruimte: bepalen mee de reflecties van de geluidsgolven • Nagalmtijd!

60


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Akoestiek.

Akoestiek.

Geluid in constructies.

Geluid in constructies. Geluidskwaliteit: nagalmtijd De nagalmtijd van een ruimte is de tijd waarin een geluid met 60dB vermindert.

Geluidskwaliteit: nagalmtijd De bepaling van de nagalmtijd is van belang voor de spraakverstaanbaarheid, of voor de kwaliteit van een concertzaal, of voor de verlaging van het niveau van ongewenst geluid.

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Brandveiligheid.

Brandveiligheid.

Brand & brandveiligheid.

Brand & brandveiligheid. Ontstaan van brand Brand ontstaat als er voldaan is aan de drie randvoorwaarden van de branddriehoek: • Een brandstof • Zuurstof • Warmte

Evolutie van brand Inzicht in de evolutie van een brand, van ontstaan, over ontwikkeling, tot het doven ervan, kan ons helpen om brandveiligheid te verhogen. Þ BRANDVEILIGHEIDSNORMEN

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Brandveiligheid.

Brandveiligheid.

Brandveiligheidsnormen

Brandveiligheidsnormen Doelstellingen • Veiligheid van bewoners • Evacuatie van bewoners • Veiligheid van hulploegen • ontstaan en ontwikkeling van vuur en rook beperken • uitbreiding van brand beperken (flash-over) • draagvermogen van de constructie gedurende bepaalde tijd verzekeren

Aspecten • Evacuatie: vluchtroutes, signalisatie, “oefenen”, … • Actieve maatregelen: actief brand bestrijden • Passieve maatregelen: brand & branduitbreiding vermijden

61


Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Brandveiligheid.

Brandveiligheid.

Brandveiligheidsnormen

Brandveiligheidsnormen Aspecten • Actieve maatregelen: actief de brand bestrijden – branddetectie – sprinklers

Aspecten • Passieve maatregelen: brand & branduitbreiding vermijden – Compartimentering & brandwanden – Brandbaarheid & brandweerstand van structuren en Basisprincipes materialen Brandweerstand Eigenschap van een bouwelement om gedurende een (klassen) welbepaalde tijd zijn eigenschappen te bewaren: stabiliteit (R), vlamdichtheid (E), thermische isolatie (I)

Brandweerstand van bouwelementen

25

Infosessies Brand - Y. Martin

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Brandveiligheid.

Brandveiligheid.

Brandweerstand

Classificatie en eisen

Brandveiligheidsnormen Reactie bij brand

Brandveiligheidsnormen

• Belgische classificatie: Rf ½ h, 1h, 2h, … • Europese classificatie (R)EI 30, 60, 120 …[5]

Classificatie (NBN EN 13501-1)

Brandbaarheid van materialen: de mate waarin een materiaal kan branden • KLASSE A1-A2: weinig brandbaar • KLASSE B tot D • KLASSE E: bijdragend tot vlamoverslag • KLASSE F: niet geclassificeerd

Geen bijdrage bij volontwikkelde brand

A1 A2

s1, 2, 3 d0, 1, 2

B

s1, 2, 3 d0, 1, 2

C

s1, 2, 3 d0, 1, 2

D

s1, 2, 3 d0, 1, 2

E

-, d2

Beperkte bijdrage bij volontwikkelde brand Geen flashover bij begin van brand Flashover na 10’ bij begin van brand Flashover binnen 10’ bij begin van brand Flashover binnen 2’ bij begin van brand

Basisprincipes F

Brandweerstand van elementen: de mate waarin een constructie-elementen in staat zijn om hun functie bij brand te bewaren Þ REI-CLASSIFICATIE (Eur) 26

Basisprincipes Infosessies Brand - Y. Martin

Brandweerstand Eigenschap van een bouwelement om gedurende een Infosessies Brand - Y. Martin 13

Brandweerstand

welbepaalde tijd zijn eigenschappen te bewaren: stabiliteit (R), vlamdichtheid (E), thermische isolatie (I)

Eigenschap van een bouwelement om gedurende een welbepaalde tijd zijn eigenschappen te bewaren: stabiliteit (R), vlamdichtheid (E), thermische isolatie (I)

WTCB

13

Brandweerstand van

Brandweerstand van bouwelementen

Bouwproductenrichtlijn bouwelementen / reglement Algemeenheden

• Het reglement legt niet het veiligheidsniveau op van verschillende bouwconstructies. • Elke lidstaat blijft bevoegd voor het voorziene veiligheidsniveau vast te leggen. Dit veiligheidsniveau moet uitgedrukt worden op basis van de Europese specificaties (“gemeenschappelijke taal”)

Infosessies Brand - Y. Martin

25

Infosessies Brand - Y. Martin

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Brandveiligheid. Infosessies Brand - Y. Martin

Brandweerstand

Constructie – Enkele bouwfysische aspecten

Brandveiligheid.

14

Brandweerstand

Classificatie en eisen

Classificatie en eisen

Brandveiligheidsnormen

WTCB

25

Brandveiligheidsnormen

• Belgische classificatie: Rf ½ h, 1h, 2h, … • Europese classificatie (R)EI 30, 60, 120 …[5]

• Belgische classificatie: Rf ½ h, 1h, 2h, … • Europese classificatie (R)EI 30, 60, 120 …[5]

7

REI-classificatie (Eur): drukt het aantal minuten uit dat een element nog zijn functie kan vervullen op vlak van: • Stabiliteit (R) • Vlamdichtheid (E) • Thermische isolatiecapaciteit (I) Infosessies Brand - Y. Martin

26

Infosessies Brand - Y. Martin

> laagste waarde telt: bv. R120, E90, I60 = REI60 WTCB

13

WTCB

26

REI-classificatie (Eur): worden opgelegd door de normen. Deze hangen af van het gebouw (functie, grootte, activiteiten, aantal & zelfredzaamheid van de aanwezigen, …) en van het element (dragend scheidend, …)

13

62


Constructie – W anden & muren

Wanden & muren. Wanden & muren: een onderscheid.

Constructie.

Wanden zijn algemeen, verticale, tweedimensionale constructieelementen. Muren zijn dragende wanden, maken deel uit van de draagstructuur. Scheidingswanden zijn niet-dragende wanden, zijn enkel structureel integer.

Wanden & muren.

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Wanden & muren: een onderscheid.

Massieve betonnen wanden. Zowel muren als scheidingswanden kunnen uitgevoerd worden als een massieve structuur of als skeletstructuur; en dat in zowat alle klassieke constructiematerialen (beton, staal, hout, glas metselwerk, …)

Massieve betonnen wanden: Prefab of ter plaatse gestort? • tpg: eerst bekisten, dan uitharden, dus meer tijd nodig; maar wel zowat alles mogelijk • prefab: kant-en-klaar geleverd, maar moet getransporteerd worden; beperkte afmetingen.

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve betonnen wanden.

Massieve betonnen wanden. Massieve betonnen wanden: Prefab of ter plaatse gestort? • tpg: eerst bekisten, dan uitharden, dus meer tijd nodig; maar wel zowat alles mogelijk • prefab: kant-en-klaar geleverd, maar moet getransporteerd worden; beperkte afmetingen.

Massieve betonnen wanden. • Prefab: indien zichtbaar: tal van afwerkingsgraden mogelijk: gekleurd, glad, gezuurd, gezandstraald, gewassen, licht gewassen, geborsteld, …

63


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve betonnen wanden.

Massieve betonnen wanden. Massieve betonnen wanden. • Prefab: indien zichtbaar: tal van afwerkingsgraden mogelijk: gekleurd, glad, gezuurd, gezandstraald, gewassen, licht gewassen, geborsteld, …

Massieve betonnen wanden. • Ter plaatse gestort: indien zichtbaar: vergt extra aandacht!

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve betonnen wanden.

Massieve betonnen wanden. Massieve betonnen wanden. • Ter plaatse gestort: indien zichtbaar: vergt extra aandacht!

Massieve betonnen wanden. • Ter plaatse gestort: indien zichtbaar: vergt extra aandacht!

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve betonnen wanden.

Massieve betonnen wanden. Massieve betonnen wanden. • Ter plaatse gestort: indien zichtbaar: vergt extra aandacht! • Ook dan nog tal van mogelijkheden qua afwerking: patronen in de bekisting, nabehandelingen, …

Massieve betonnen wanden. • Ter plaatse gestort: indien zichtbaar: vergt extra aandacht! • Ook dan nog tal van mogelijkheden qua afwerking: patronen in de bekisting, nabehandelingen, …

64


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve metselwerkwanden.

Massieve metselwerkwanden. Massieve metselwerkwanden: maar in welk materiaal? Baksteen, snelbouwsteen, betonsteen, natuursteen, glasdal, …

Traditionele metselwerkwanden: met mortel of verlijmd; verband bepaalt mee het uitzicht.

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve metselwerkwanden.

Massieve metselwerkwanden. Spouwmuren: wand wordt “opgesplitst”; functies worden verdeeld over verschillende lagen.

Spouwmuren: • Buitenspouwblad of parement: regenbuffer, esthetische afwerking • (Lucht)spouw: klimatologische scheiding tussen binnen & buiten (thermisch, vocht, …) • Spouwisolatie: (thermische) isolatie • Binnenspouwblad: dragend metselwerk • Afwerkingslaag

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve metselwerkwanden.

Massieve metselwerkwanden. Spouwmuren: • Spouwankers: verankeren binnen- & buitenspouwblad • Rozetten: duwen de isolatie tegen het binnenspouwblad aan • Open stootvoeg: ventilatie van de spouw; vochtafvoer uit de spouw

Spouwmuren: wand wordt “opgesplitst”; functies worden verdeeld over verschillende lagen.

65


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve metselwerkwanden.

Massieve metselwerkwanden. Spouwmuren: • Buitenspouwblad of parement: regenbuffer, esthetische afwerking • (Lucht)spouw: klimatologische scheiding tussen binnen & buiten (thermisch, vocht, …) • Spouwisolatie: (thermische) isolatie • Binnenspouwblad: dragend metselwerk • Afwerkingslaag

Spouwmuren: • Spouwankers: verankeren binnen- & buitenspouwblad • Rozetten of afstandshouders: duwen de isolatie tegen het binnenspouwblad aan

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve metselwerkwanden.

Massieve metselwerkwanden. Spouwmuren: • Open stootvoeg: ventilatie van de spouw; vochtafvoer uit de spouw

Spouwmuren: • Open stootvoeg: ventilatie van de spouw; vochtafvoer uit de spouw

=> Onderaan & bovenaan het muurvlak; boven elke opening; boven de fundering; 2 à 3 per lopende meter muurvlak

=> waterdichting! Waterkerende laag

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Massieve metselwerkwanden.

Detaillering van constructies – bouwknopen. Spouwmuren: • Open stootvoeg: ventilatie van de spouw; vochtafvoer uit de spouw => waterdichting! Waterkerende laag

Detaillering: • Structurele schil – sluiten – –

Latei/linteel boven openingen! L-profiel onder parement

Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

– –

Thermische snedelijn! Waterkerende laag

66


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Detaillering van constructies – bouwknopen.

Detaillering van constructies – bouwknopen.

Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Isolatieschil – sluiten – –

Detaillering: • Structurele schil – sluiten

Dragende delen op elkaar aansluiten

Thermische snedelijn! Thermische blok!

– –

Waterdichting – sluiten –

Waterkerende laag

Dragende delen op elkaar aansluiten

Isolatieschil – sluiten

Thermische snedelijn! Thermische blok!

Waterdichting – sluiten – –

Waterkerende laag Druiplijst

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Detaillering van constructies – bouwknopen.

houtskeletbouw van constructies – bouwknopen. Detaillering

PHP - technologiewijzer 2008-01

Bouwdetail in Passiefhuis standaard

HB.01 Funderingsaansluiting

Detaillering: • Structurele schil – sluiten – –

Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

– –

Detaillering: • Structurele schil – sluiten

Latei/linteel boven openingen! L-profiel onder parement

– –

Thermische snedelijn!

Waterkerende laag

Constructiehout, LVL, Multiplex

Dekvloer Gewapende dekvloer

OSB-plaat

Gewapend beton

Afwerkingshout

Vloerafwerking

Drukvaste thermische isolatieplaat

Voegkit

Drukvast thermisch isolatieschuim

Aarde

Dampopen isolatiemateriaal

Luchtdichtingsfolie

Akoestisch isolatiemateriaal

Waterkering (EPDM of bitumen)

Drukvaste thermische onderbreking

Thermische snedelijn! Thermische blok!

Waterdichting – sluiten –

Zachte dampopen houtvezelplaat

Dragende delen op elkaar aansluiten

Isolatieschil – sluiten

Waterkerende laag

Zichtmetselwerk

2008-01

PHP Technologiewijzer 2008

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Detaillering van constructies – bouwknopen.

Wanden in skeletstructuur.

Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Dragende delen op elkaar aansluiten

Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

– – – –

1

Skeletstructuur. Hout, staal, beton of combinatie.

Thermische snedelijn! Thermische blok! Waterkerende laag Druiplijst

67


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Wanden in skeletstructuur.

Wanden in skeletstructuur. Skeletstructuur: Dragende delen & invullende delen worden gesplitst; maar eisen blijven dezelfde!

Skeletstructuur: Dragende delen & invullende delen worden gesplitst; maar eisen blijven dezelfde!

=> draagstructuur sluiten, isolatieschil sluiten, waterdichting voorzien.

=> draagstructuur sluiten, isolatieschil sluiten, waterdichting voorzien.

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Wanden in skeletstructuur.

Wanden in skeletstructuur. Skeletstructuur: Dragende delen & invullende delen worden gesplitst; maar eisen blijven dezelfde!

Skeletstructuur: Dragende delen in balken & kolommen

=> draagstructuur sluiten, isolatieschil sluiten, waterdichting voorzien.

Vaak modulaire structuur – denken in “traveeën”

In hout, beton, staal, gemengd, …

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Wanden in skeletstructuur.

Wanden in skeletstructuur. Skeletstructuur: Dragende delen in balken & kolommen

Skeletstructuur: Dragende delen in balken & kolommen

In hout, beton, staal, gemengd, …

In hout, beton, staal, gemengd, …

Kruisverbanden voor laterale stabiliteit!

Aandacht voor aansluitdetails – overbrengen van krachten!

68


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Scheidingswanden.

Scheidingswanden. Scheidinsgswanden: Dragen geen lasten over; maar scheiden ruimtes, functies, omstandigheden af (visueel, akoestisch, thermisch, …).

Scheidinsgswanden: Dragen geen lasten over; maar scheiden ruimtes, functies, omstandigheden af (visueel, akoestisch, thermisch, …).

In massieve of skeletstructuur!

Zijn wel “structureel integer”: op zichzelf sterk, stijf, stabile, vormvast, stootvast, brandvrij, brandremmend, …

In (bak)steen, glas, staal, hout, gyproc, …

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Scheidingswanden.

Scheidingswanden. Scheidinsgswanden: Moeten soms wel in extra functies voorzien: Meubilair, sanitair bevestigen; leidingen integreren, HVAC installaties integreren, verlichting bevestigen, …

Princiepsuitvoering: Skeletstructuur in staal of hout met beplating

Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Scheidingswanden.

Scheidingswanden. Princiepsuitvoering: Skeletstructuur in staal of hout met beplating. Eventueel structuur ontdubbelen; beplating verdubbelen; beplating schranken om akoestisch beter te presteren.

Princiepsuitvoering: Skeletstructuur in staal of hout met beplating. Eventueel structuur ontdubbelen; beplating verdubbelen; beplating schranken om akoestisch beter te presteren.

69


Constructie – W anden & muren

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren.

Wanden & muren.

Scheidingswanden.

Scheidingswanden. Princiepsuitvoering: Skeletstructuur in staal of hout met beplating.

Princiepsuitvoering: Skeletstructuur in staal of hout met beplating.

Detaillering bewaken & verzorgen – aansluitingen, openingen, … !

Detaillering bewaken & verzorgen – aansluitingen, openingen, … !

Constructie – W anden & muren

Wanden & muren. Scheidingswanden. Princiepsuitvoering: Skeletstructuur in staal of hout met beplating.

Constructie. Openingen.

Detaillering bewaken & verzorgen – aansluitingen, openingen, … !

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Terminologie: Slag: het gedeelte van binnen- of buitenspouwblad waartegen het raam wordt geplaatst • • •

Boven: raam achter binnenaanslag Midden: blokraam (zonder slag) Onder: raam in buitenaanslag

Terminologie: • Dagkant: het stuk van het buitenspouwblad dat zich naar de binnenkant van het raam draait • Dagmaat: vrije afstand tussen twee dagkanten (ook: binnenwerkse maat) • Buitenwerkse maat: afstand tussen de wanden

70


Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Terminologie: • Dagkant: het stuk van het buitenspouwblad dat zich naar de binnenkant van het raam draait • Dagmaat: vrije afstand tussen twee dagkanten (ook: binnenwerkse maat) • Buitenwerkse maat: afstand tussen de wanden

Terminologie: • Dagkant: het stuk van het buitenspouwblad dat zich naar de binnenkant van het raam draait • Dagmaat: vrije afstand tussen twee dagkanten (ook: binnenwerkse maat) • Buitenwerkse maat: afstand tussen de wanden

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Raamtypes: 1. Vast raam 2. Draairaam 3. Stolpraam 4. Uitzetraam 5. Valraam 6. Taatsraam 7. Tuimelraam 8. Projectieraam 9. Horizontaal schuifraam 10. Verticaalschuifraam 11. Draaikipraam 12. Afstelraam

Tekenconventies: •

Volle lijn: draait naar buiten open

Stippellijn: draait naar binnen open.

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Deurtypes: 1. Enkele draaideur 2. Enkele doordraaiende deur 3. Stolpdeur 4. Dubbele doordraaiende deur 5. Enkele schuifdeur 6. Hefschuifdeur 7. Dubbele schuifdeur 8. Draaivaldeur 9. Hefdraaideur 10. Taatsdeur 11. Tourniquet

Detaillering: • Structurele schil – sluiten – –

Latei/linteel boven openingen! L-profiel onder parement

Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

– – –

Thermische snedelijn! Waterkerende laag Waterdichte profielen

71


Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Detaillering: • Structurele schil – sluiten – –

Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

– – –

Detaillering: • Structurele schil – sluiten

Latei/linteel boven openingen! L-profiel onder parement

– –

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Detaillering: • Structurele schil – sluiten Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

Thermische snedelijn! Waterkerende lag Waterdichte profielen

Raamkaders – materialen: • Hout • PVC • Aluminium

Latei/linteel boven openingen! L-profiel onder parement

– –

Waterdichting – sluiten – –

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

– –

Isolatieschil – sluiten

Thermische snedelijn! Waterkerende lag Waterdichte profielen

Latei/linteel boven openingen! L-profiel onder parement

Thermische snedelijn! Waterkerende lag Waterdichte profielen

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Openingen: ramen, deuren, ... Raamkaders – materialen: • Hout – –

Natuurlijk product Relatief duur (afhankelijk van houtsoort)

– – – –

Makkelijk bewerkbaar (vormvrijheid) Stevig Goede isolatiewaarde Regelmatig onderhoud nodig

Raamkaders – materialen: • PVC – –

Relatief goedkoop Stevig & veilig door metalen versteviging

– – –

Goed isolerend door “kamers” Geen onderhoud nodig Lange levensduur

72


Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Openingen: ramen, deuren, ...

Detaillering. Raamkaders – materialen: • Aluminium – – –

Isolerend door “kamer” & “thermische onderbreking”! Relatief duur Stevig – slankere profielen mogelijk Geen onderhoud nodig

Lange levensduur

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Detaillering.

Detaillering.

Constructie – Openingen

Constructie – Openingen

Openingen.

Openingen.

Detaillering.

Detaillering.

73


Constructie – Vloeren

Vloeren. Vloeren: Princiepsopbouw.

Constructie.

Vloeropbouw: • Draagstructuur: draagvloer (hout, beton, staal, gemengd) • Uitvullaag • Tussenlagen (akoestische en/of thermische isolatie, vochtwerend membraan, dampscherm, …) • Dekvloer/chape • Vloerafwerking (tegels, parket, gietvloer, …)

Vloeren.

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Vloeren: Princiepsopbouw.

Draagvloer. Vloeropbouw:

Draagvloer: • Maakt deel uit van de draagstructuur: • Dragen van eigengewicht & gebruikslasten • Dragen van plafonds & vloeren • Dragen van uitrustingselementen • Uitvoering in hout, beton, staal, gemengd

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Draagvloer.

Draagvloer. Draagvloer: Begrippen • Draagrichting: de richting van de overspanning: de richting waarin het vloerelement de belasting naar de steunpunten overbrengt (doorgaans de kleinste afstand).

Draagvloer: Begrippen • Vrije overspanning: de netto afstand van steunpunt tot steunpunt; bepaalt voor een groot stuk de hoogte van de dragende elementen.

74


Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Draagvloer.

Houten draagvloer. Draagvloer: Begrippen • Oplegging: het deel van de draagstructuur waarop de totale vloerbelasting wordt overgedragen; aansluiting tussen draagvloer en dragende wand/kolom/balk

Houten draagvloeren • Primaire balken (moerbalk) • Secundaire balken (kinderbalken) • Kepers • Verdere vloeropbouw: platen, planken, … • Hart-op-hart-afstand (vgl. overspanning): (best constante) afstand tussen de elementen; verkleint met elke balkenlaag

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Houten draagvloer.

Houten draagvloer. Houten draagvloeren • Raveelconstructie voor openingen.

Houten draagvloeren • Relatief licht • Relatief makkelijk construeerbaar • Geschikt voor renovatie •

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Ter plaatse gestorte betonnen draagvloer • Volle, gewapend betonnen plaat • In één stuk gegoten • Typisch 10-15cm dik voor overspanning tot 7m • Draagt in twee richtingen!

Opvallende, geritmeerde structuur die veel mogelijkheden biedt

Ter plaatse gestorte betonnen draagvloer • Volle, gewapend betonnen plaat • In één stuk gegoten • Typisch 10-15cm dik voor overspanning tot 7m • Draagt in twee richtingen!

75


Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Ter plaatse gestorte betonnen draagvloer • Volle, gewapend betonnen plaat • In één stuk gegoten • Typisch 10-15cm dik voor overspanning tot 7m • Overspanning kan verkleind worden door extra balken

Constructie – Vloeren

Vloeren. Betonnen draagvloer.

Ter plaatse gestorte betonnen draagvloer • Volle, gewapend betonnen plaat • In één stuk gegoten • Typisch 10-15cm dik voor overspanning tot 7m • Overspanning kan verkleind worden door extra balken

Constructie – Vloeren

9Z eaVVilVeZc^c\

9Z eaVVilVeZc^c\ ldgYi \ZgZVa^hZZgY Yddg idZeVhh^c\ kVc ]dd\lVVgY^\ hiVVa! bZZhiVa

Vloeren.

kVc ]Zi ineZ 7: *%% bZi kZgWZiZgYZ VVc]ZX]i^c\! dcYZg YZ kdgb kVc \ZegZ[VWg^XZZgYZ cZiiZc! adhhZ hiVkZc d[ ZZc XdbW^cVi^Z kVc WZ^YZ# 9Z Y^kZgh^iZ^i kVc WgZZYeaViZc ldgYi dd` ]^Zg WZcVYgj`i Yddg iZX]c^Z`Zc Y^Z idZaViZc \ZYjg[YZ XdchigjXi^Zh iZ dcilZgeZc# =Zi kZglZg`Zc kVc WZj\Zah! heZaYZc! de\Zeadd^YZ d[ j^ihiZ`ZcYZ lVeZc^c\Zc WZ]dgZc ^bbZgh idi YZ bd\Za^_`]ZYZc#

Betonnen draagvloer.

9Z igVa^Za^\\Zg

=Zi \Zc^VaZ kVc YZ WgZZYeaVVi o^i ]Zb Z^\Zca^_` ^c YZ igVa^Za^\\Zg Y^Z kZghX]Z^YZcZ [jcXi^Zh kZgkjai/

Breedplaten • Smalle, betonnen prefab-element met uitstekende wapening • Breedplaat wordt als verloren bekisting gebruikt voor verdere opstorten van betonnen vloer • Combinatie prefab/tpg

Breedplaten • Smalle, betonnen prefab-element met uitstekende wapening • Breedplaat wordt als verloren bekisting gebruikt voor verdere opstorten van betonnen vloer • Combinatie prefab/tpg

]Zi kZgaZZci ]Zi ZaZbZci YZ cdY^\Z hi^_[]Z^Y W^_ bVc^ejaVi^Z! igVchedgi Zc V[hidgiZc ]Zi kZgoZ`Zgi hVbZc bZi YZ gjl]Z^Y kVc YZ eaVVi YZ kZgW^cY^c\ ijhhZc YZ WgZZYeaVVi Zc ]Zi iZg eaVVihZ \ZhidgiZ WZidc

]Zi YdZi Y^Zchi Vah VVc\g^_eejci W^_ YZ bVc^ejaVi^Z kVc YZ kadZgZc

]Zi `Vc bZZhiVa \ZWgj^`i ldgYZc Vah V[hiVcYh]djYZg kddg YZ WdkZclVeZc^c\

9Z igVa^Za^\\Zg ^h de\ZWdjlY j^i Yg^Z XdbedcZciZc# 9Z ilZZ dcYZghiVkZc heZaZc bZZ Vah XdchigjXi^ZkZ lVeZc^c\ ^c YZ eaVVi#

9Z ilZZ YddgadeZcYZ h^cjhd YVaZ Y^V\dcVaZc cZbZc YZ `gVX]idkZgWgZc\^c\ cVVg YZ WdkZchiVV[ Zc YZ V[hX]j^[`gVX]i ijhhZc eaVVi Zc \Zhidgi WZidc kddg ]jc gZ`Zc^c\# 9Z WdkZchiVV[ ]djYi ]Zi `gVX]iZcheZa ^c ZkZcl^X]i Wj^iZc YZ WZidchX]^a#

,

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Holle welfsels • Smalle, holle betonnen prefab-element • Uitvullaag nodig! • Eventueel nog extra betonnen druklaag

Holle welfsels • Smalle, holle betonnen prefab-element • Uitvullaag nodig! • Eventueel nog extra betonnen druklaag

Nota Bene! Uitsparingen in de holle plaat? Denk aan spanningsdiagram!

Nota Bene! Uitsparingen in de holle plaat? Denk aan spanningsdiagram!

76


Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Holle welfsels • Smalle, holle betonnen prefab-element • Uitvullaag nodig! • Eventueel nog extra betonnen druklaag

Ribbenvloeren • Combinatie van balk/ligger en vloerplaat in één element • Kan tpg, maar vooral als prefabelement interessant • Prefab: T-element, TT-element, omgekeerd U-element, …

Nota Bene! Uitsparingen in de holle plaat? Denk aan spanningsdiagram!

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Ribbenvloeren • Combinatie van balk/ligger en vloerplaat in één element • Kan tpg, maar vooral als prefabelement interessant • Prefab: T-element, TT-element, omgekeerd U-element, …

Cassettevloeren • “Ribbenvloer met ribben in twee richtingen” • Vergelijk: cassettenplafond!

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Cassettevloeren • “Ribbenvloer met ribben in twee richtingen” • Vergelijk: cassettenplafond!

Paddenstoelvloeren • Betonplaat steunt rechtstreeks op de kolommen • Kolommen hebben een verbrede kolomkop (kapiteel)

77


Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Betonnen draagvloer. Paddenstoelvloeren • Frank L. Wright, Johnson C Wax Building, 1936-1939.

Paddenstoelvloeren • Frank L. Wright, Johnson C Wax Building, 1936-1939.

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Betonnen draagvloer.

Stalen draagvloer. Stalen vloeren • Analoog aan houten structuren: primaire balken, secundaire balken, verdere vloeropbouw…

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Stalen draagvloer.

Stalen draagvloer. Stalen vloeren • Analoog aan houten structuren: primaire balken, secundaire balken, verdere vloeropbouw…

78


Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Gemengde draagvloer.

Gemengde draagvloer. Potten en balken • Voor beperkte belastingen • Hoofdstructuur uit prefab draagbalken op 40-80cm van elkaar • Tussenafstand opgevuld door prefab “potten”

Potten en balken • Voor beperkte belastingen • Hoofdstructuur uit prefab draagbalken op 40-80cm van elkaar • Tussenafstand opgevuld door prefab “potten”

Afb. 128 Legplan van een vloer bestaande uit balkjes en potten (vervolg). B. UITVOERINGSDETAILS VAN DE VLOER UIT A DOORSNEDE A - A 100 bovenwapening ∅ 20

150

120

30

bovenwapening ∅ 20

260

90

260

190

190

260

90

260

DOORSNEDE B - B

150 120

30

bovenwapening

90 100 50

260

90

260

90

260

150

D. BALKJES MET METALEN PROFIELELEMENTEN EN VULBETON C. GEBAKKEN KLEI MET VULBETON

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Gemengde draagvloer.

Gemengde draagvloer. Staalplaat-betonvloer • Geprofileerde staalplaat & beton als samenwerkende constructie • Staalplaat doet dienst als verloren bekisting en dragend element (onderwapening) • Wordt aangevuld met tpg beton (al dan niet met bovenwapening)

89

TV 223 – maart 2002

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Gemengde structuren.

Constructieve principe

Staalplaat-betonvloer • Geprofileerde staalplaat & beton als samenwerkende constructie • Staalplaat doet dienst als verloren bekisting en dragend element (onderwapening) • Wordt aangevuld met tpg beton (al dan niet met bovenwapening)

Constructieve principe: • Hoogte is bepalend voor de doorbuiging • Overspanning is bepalend voor de hoogte Þ TABELLEN!

79


80


Constructie – Vloeren

Vloeren. Vloeren: Princiepsopbouw.

Constructie.

Vloeropbouw: • Draagstructuur: draagvloer (hout, beton, staal, gemengd) • Uitvullaag • Tussenlagen (akoestische en/of thermische isolatie, vochtwerend membraan, dampscherm, …) • Dekvloer/chape • Vloerafwerking (tegels, parket, gietvloer, …)

Vloeren.

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Dekvloeren.

Dekvloeren. Dekvloer (chape, estrich): • Tussenvloer, egalisatielaag • Belangrijk deel van de vloeropbouw • Ondergrond van de eigenlijke vloerberdekking • Kan gecombineerd worden met isolatie (isolerende chape) • Uitvoering: vloei- of gietchape; cementgebonden chape.

Dekvloer (chape, estrich): • “hechtende dekvloer” : • Rechtstreeks op de draagvloer aangebracht • Dikte 3-5cm

Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Dekvloeren.

Dekvloeren. Dekvloer (chape, estrich): • “niet- hechtende dekvloer” : • Folie tussen draagvloer en chape (bvb bij risico voor opstijgend vocht) • Wapeningsnet nodig in de chape! • Dikte: min. 5 cm

Dekvloer (chape, estrich): • “zwevende dekvloer” : • Isolatie tussen draagvloer en chape (thermisch/akoestisch beter!) • Wapeningsnet nodig in de chape! • Dikte: min. 5 cm

81


Constructie – Vloeren

Constructie – Vloeren

Vloeren.

Vloeren.

Dekvloeren.

Dekvloeren. Dekvloer (chape, estrich): • Cementgebonden chape (klassieke wijze) • Moet manueel verdicht worden • Moet uitdrogen (10d per cm dikte)! • Minder vochtgevoelig

Dekvloer (chape, estrich): • Vloeichape (anhydrietchape) • Vloeibare dekvloer • Eenvoudiger aan te brengen • Wordt gegoten - “nivelleert zichzelf”. • Kan dunner uitgevoerd worden • Minder krimpgevoelig • Vochtgevoeliger • Duurder in uitvoering • Droogt trager uit

Constructie – Trappen

Trappen. Een trap is een constructiedeel dat verticale circulatie mogelijk maakt.

Constructie. Trappen.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Terminologie.

Terminologie. De traphoogte is de verdiepingshoogte, de verticale afstand van afgewerkte vloer tot afgewerkte vloer. De traplengte of val is de horizontale afstand op plan gemeten van de eerste trede tot en met de laatste trede (het welstuk).

De vrije hoogte is de afstand die moet gevrijwaard blijven tussen de voorkant van een trede en de onderkant van de verdiepingsvloer. Deze vrije hoogte bepaalt de insprong, hoe ver de verdiepingshoogte boven de trap kan uitsteken.

82


Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Terminologie.

Terminologie. De optrede is de verticale afstand tussen twee opeenvolgende tredevlakken.

Het tredevlak is het stuk van de trap waar je je voet op zet (= aantrede + neus).

De aantrede is de horizontale afstand tussen de neus (of het stootbord) van twee opeenvolgende traptreden, gemeten op de looplijn.

Het stootbord is het verticale verbindingstuk tussen twee opeenvolgende treden

Optrede en aantrede bepalen de traphelling.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Terminologie.

Terminologie. Het welstuk is de laatste trede van de trap die moet aansluiten op het bordes of op de verdiepingsvloer – typisch 7cm.

Het welstuk is de laatste trede van de trap die moet aansluiten op het bordes of op de verdiepingsvloer – typisch 7 cm.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Terminologie.

Tekenconventies. Nog enkele begrippen…

Trappen worden op plan aangeduid aan de hand van een stijglijn (pijl) en een onderbrekingslijn die aangeeft dat de trap doorgesneden wordt. Traptreden worden genummerd.

83


Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Tekenconventies.

Tekenconventies. Alle lijnen boven de onderbrekingslijn worden in streepjeslijn getekend (want eigenlijk onzichtbaar op het plan).

Tekenconventies zijn essentieel om duidelijk te maken hoe de trap concreet in elkaar zit! Bemerk het verschil tussen het plan van de trap op het gelijkvloers en die op de tussenverdieping(en)…

Alle lijnen onder de onderbrekingslijn worden in volle lijn getekend.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Tekenconventies.

Soorten trappen. Tekenconventies zijn essentieel om duidelijk te maken hoe de trap concreet in elkaar zit!

Rechte steektrap: de klassieke rechttoe-rechtaantrap

… of die op de bovenverdieping! Scheve steektrap: een weinig gebruikte variant.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Soorten trappen.

Soorten trappen. Enkel-scheluwe trap: de trap begint met een aantal verdreven treden.

Bordestrap. Een bordes is een platform dat twee traparmen onderbreekt en verbindt; bijvoorbeeld als de trap van richting verandert.

Dubbel-scheluwe trap: met verdreven treden aan het begin en aan het einde.

84


Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Soorten trappen.

Soorten trappen. Bordestrap.

Bordestrap.

Een bordes is een platform dat twee traparmen onderbreekt en verbindt; bijvoorbeeld als de trap van richting verandert.

Een bordes is een platform dat twee traparmen onderbreekt en verbindt; bijvoorbeeld als de trap van richting verandert.

Bordestrap met hoekbordes onderaan of bovenaan.

Bordestrap met twee hoekbordessen; of een bordestrap met tussenbordes.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Soorten trappen.

Soorten trappen. Kwartdraaitrap.

Kwartdraaitrap.

Enkele kwartdraaitrap met benedenkwart/met bovenkwart.

Dubbele kwartdraaitrap.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Soorten trappen.

Soorten trappen. Spiltrap.

Onvolledige spiltrap.

Draaientrap waarvan alle treden komen samen in één punt (de spil).

Spiltrap vrijstaand, in cirkelvormig trappenhuis, of in vierkant trappenhuis.

85


Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Soorten trappen.

Soorten trappen. Wenteltrap.

Spiltrap (links) versus wenteltrap (rechts).

Een draaitrap waarvan de treden niet in één punt samenkomen.

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Soorten trappen.

Berekening van trappen. Spiltrap (links) versus spinsteektrap (rechts).

De berekening van trappen wordt bepaald door de ergonomie. Een van de belangrijkste voorwaarden voor die ergonomie is de verhouding tussen optrede en aantrede

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Berekening van trappen: richtwaarden.

Berekening van trappen: richtwaarden.

RICHTWAARDE

PARTICULIER

OPENBAAR

OPTREDE

17-19 cm (ideaal: 18 cm)

15-17 cm (ideaal: 16 cm)

AANTREDE

20-25 cm

25-28 cm (minstens 25 cm)

* Afwijkende waarden worden mogelijk nog toegelaten bij kelder- en zoldertrappen, laddertrappen, torentrappen, bij sommige renovatieprojecten, …

Voor zowel optrede als aantrede bestaan richtwaarden. Deze hangen af van het soort gebouw (publiek of privaat). De verhouding tussen open aantrede bepaalt hoe lui of steil de trap is.

RICHTWAARDE

PARTICULIER

OPENBAAR

OPTREDE

17-19 cm (ideaal: 18 cm)

15-17 cm (ideaal: 16 cm)

AANTREDE

20-25 cm

25-28 cm (minstens 25 cm)

* Afwijkende waarden worden mogelijk nog toegelaten bij kelder- en zoldertrappen, laddertrappen, torentrappen, bij sommige renovatieprojecten, …

De verhouding tussen open aantrede bepaalt hoe lui of steil de trap is. Een grotere optrede geeft een steilere trap; een grotere aantrede geeft een luiere trap.

86


Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Berekening van trappen: richtwaarden.

Berekening van trappen: stapmodulus.

RICHTWAARDE

PARTICULIER

OPENBAAR

OPTREDE

17-19 cm (ideaal: 18 cm)

15-17 cm (ideaal: 16 cm)

AANTREDE

20-25 cm

25-28 cm (minstens 25 cm)

* Afwijkende waarden worden mogelijk nog toegelaten bij kelder- en zoldertrappen, laddertrappen, torentrappen, bij sommige renovatieprojecten, …

Een luie trap is makkelijker begaanbaar, maar neemt meer plaats in.

De stapmodulus of trapformule is een voorwaarde die de ergonomische verhouding tussen optrede en aantrede moet bewaken.

Een steile trap neemt minder plaats in, maar is moeilijker begaanbaar.

De stapmodulus: (2xO) + (1xA) = 60 cm (+/- 3cm)

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Berekening van trappen: principe.

Berekening van trappen: principe.

• •

• •

Uit het ontwerp haal je de traphoogte. Uit de traphoogte & de richtwaarde voor de optrede schat je het aantal optreden. Uit het aantal optreden haal je het aantal aantreden Uit de stapmodulus haal je de aantrede

• •

Gegeven: traphoogte (TH) Gegeven: publiek of privaat gebouw – dus richtwaarde voor O = O rw (uit de tabel)

• • • •

Traphoogte = Ʃ O Traphoogte = O x #O Dus: #O sch ≈ Traphoogte / O rw #O sch afronden = #O def

O def = TH / #O def

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Berekening van trappen: principe.

Berekening van trappen.

• • • •

Gegeven: traphoogte (TH) Gegeven: publiek of privaat gebouw Berekend: O def Berekend: #O def Berekend: A def Berekend: #A def

Traplengte = Ʃ A = A def x #A def

Vrije hoogte controleren!

• •

#A def = #O def - #welstukken

Stapmodulus: (2xO) + (1xA) = 60 cm (+/- 3cm) Dus: A def = 60 – 2 x O def (+/- 3 cm)

O = optrede (in cm) A = aantrede (in cm) #O = aantal optreden #A = aantal aantreden

Grafiek die de ergonomische verhouding tussen optrede (“rise”) en aantrede (“going”) en hellingsgraad (“pitch”) uitzet.

87


Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Berekening van trappen.

Ergonomie van trappen. Hellingsgraden in trappen.

• • • • • •

Publiek / privaat? Richtwaarden O / A Luie / steile trappen Vrije hoogte – min. 2m10! Trapbreedte privaat: min. 85cm Trapbreedte publiek: hangt af van bezettingsgraad; richtwaarde: 100cm; of 120cm bij dubbele passage

Constructie – Trappen

Constructie – Trappen

Trappen.

Trappen.

Ergonomie van trappen.

Structuur & materialen van trappen.

• • • •

Leuning: 90-100cm (van op de neus gerekend) Bordes bij veranderingen van richting Bordes bij trappen, langer dan 15-16 treden Lengte van het bordes: richtwaarde: 4 à 5 x A; of even diep als trap breed is

• • • • • • •

Massieve onderbouw Plaat in gewapend beton Dubbele trapbomen Enkel trapboom Opgehangen Ingeklemd …

Constructie – Trappen

Trappen. Structuur & materialen van trappen.

• • • • • • • •

Hout Baksteen Natuursteen (Gewapend) beton Staal Glas Kunststof Combinaties van …

Constructie. Daken.

88


Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Dakvormen.

Dakvormen. Dakvormen: Met de klok mee: • Lessenaarsdak • Schilddak • Zadeldak • Tentdak, Piramidedak

Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Dakvormen.

Dakvormen. Dakvormen: Met de klok mee: • Sheddak (zaagtanddak) • Mansardedak • Wolfdak, zadeldak met wolfseinden

Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Dakvormen.

Dakvormen. Dakvormen: Samengestelde dakvormen

Delen van het dak: • Dakvlak(ken): delen van het dak • Dakhelling: hellingsgraad van de dakvlakken • Nok: toppunt van het dak, bovenste lijn waar de dakvlakken samenkomen

89


Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Dakvormen.

Het platte dak. Delen van het dak: • Kilgootlijn: lijn waar twee dakvlakken samenkomen, waar de hoek “in het huis” draait •

Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Noordboomlijn: lijn waar twee dakvlakken samenkomen, waar de hoek “uit het huis” draait

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Het platte dak.

Het platte dak. Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

• •

Thermische snedelijn!

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Het platte dak.

Het platte dak. Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Isolatieschil – sluiten –

Lasten overdragen

– –

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Constructie – Daken

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten –

Waterdichting – sluiten – –

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Detaillering: • Structurele schil – sluiten

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten –

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Constructie – Daken

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Waterkerende laag Waterdichte profielen

90


Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Het platte dak.

Het platte dak. Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Isolatieschil – sluiten –

Detaillering: • Structurele schil – sluiten

Lasten overdragen

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Het hellende dak.

Het hellende dak. Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Isolatieschil – sluiten

Waterdichting – sluiten

– – –

Thermische snedelijn! Waterkerende laag Waterdichte profielen

Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Het hellende dak.

Het hellende dak. Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Isolatieschil – sluiten –

Lasten overdragen

– –

Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten Waterkerende laag Waterdichte profielen

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Detaillering: 1. Spant, gebinte 2. Gordingen 3. Nokbalk, nokgording 4. Muurplaat 5. Kepers 6. Onderdak 7. Tengellatten 8. Zelfdragende sandwichpanelen 9. Panlatten

Lasten overdragen

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Constructie – Daken

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Waterkerende laag Waterdichte profielen

91


Constructie – Daken

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Het hellende dak.

Het hellende dak. Detaillering: • Structurele schil – sluiten –

Isolatieschil – sluiten –

Detaillering: • Structurele schil – sluiten

Lasten overdragen

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Constructie – Daken

Daken.

Daken.

Dakspanten – vlaams spant.

Dakspanten - mansardedak. Onderdelen: • A: zolderbalklaag • B: trekplaat • C: spantbeen • D: makelaar • G: muurplaat • H: nokgording

Thermische snedelijn!

Waterdichting – sluiten – –

Constructie – Daken

Lasten overdragen

Isolatieschil – sluiten

Waterkerende laag Waterdichte profielen

Onderdelen: • ”ridge beam” : nokbalk • “ rafter” : dakspant • “ ceiling joist” : dwarsbalk, trekker • “curb” : langsdrager

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds. Verlaagde plafonds: randvoorwaarden

Constructie. Verlaagde plafonds.

Eisen: • Esthetische afwerking • Bevestiging van verlichting, HVAC, … • Verbetering van akoestische kwaliteit (absorptie, reflective) • Lichtspreiding (reflectie) • Brandveiligigheid (brandvertragend)

92


Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: randvoorwaarden

Verlaagde plafonds: randvoorwaarden

Materialen: • Hout • Glas • Metaal • Gipskarton • Prefab platen of tegels (geperforeerd, ingeboord, ingezaagd, …) • …

Constructiewijze: • Direct tegen de draagvloer • Tegen de balkenlaag • Plafondsysteem

Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Constructiewijze: • Balkenlaag (enkel of dubbel) • “Uitlatten” om vlak te maken • Weinig ruimte voor leidingen, systemen, etc.

Constructiewijze: • Balkenlaag (enkel of dubbel) • “Uitlatten” om vlak te maken • Weinig ruimte voor leidingen, systemen, etc.

Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Constructiewijze: • Balkenlaag (enkel of dubbel) • “Uitlatten” om vlak te maken • Weinig ruimte voor leidingen, systemen, etc.

Constructiewijze: • Plafondsystemen • Raamwerk opgehangen aan verstelbare ophangbeugels; ophangbeugels worden bevestigd aan draagvloer • Veel opties, keuzes, systemen, maar merkafhankelijk!

93


Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Constructiewijze: • Plafondsystemen • Raamwerk opgehangen aan verstelbare ophangbeugels; ophangbeugels worden bevestigd aan draagvloer • Veel opties, keuzes, systemen, maar merkafhankelijk!

Constructiewijze: • Plafondsystemen • Raamwerk opgehangen aan verstelbare ophangbeugels; ophangbeugels worden bevestigd aan draagvloer • Veel opties, keuzes, systemen, maar merkafhankelijk!

Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Constructiewijze: • Plafondsystemen • Raamwerk opgehangen aan verstelbare ophangbeugels; ophangbeugels worden bevestigd aan draagvloer • Veel opties, keuzes, systemen, maar merkafhankelijk!

Constructiewijze: • Plafondsystemen • Raamwerk opgehangen aan verstelbare ophangbeugels; ophangbeugels worden bevestigd aan draagvloer • Veel opties, keuzes, systemen, maar merkafhankelijk!

Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Constructiewijze: • Plafondsystemen • Raamwerk opgehangen aan verstelbare ophangbeugels; ophangbeugels worden bevestigd aan draagvloer • Veel opties, keuzes, systemen, maar merkafhankelijk!

Constructiewijze: • Spanplafond • Pvc-folie over ruimte gespannen • Wordt ingeklemd tussen profielen • “Snelle” manier om ruimtes af te werken (bvb bij renovatie)

94


Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: constructiewijzen

Verlaagde plafonds: afwerking

Constructiewijze: • Spanplafond • Pvc-folie over ruimte gespannen • Wordt ingeklemd tussen profielen • “Snelle” manier om ruimtes af te werken (bvb bij renovatie)

Gipskarton

Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: afwerking

Verlaagde plafonds: afwerking Gipskarton

Prefab elementen

Constructie – Verlaagde plafonds

Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds.

Verlaagde plafonds: afwerking

Verlaagde plafonds: afwerking Lamellen

95


Constructie – Verlaagde plafonds

Verlaagde plafonds. Verlaagde plafonds: afwerking

Constructie 1ste Bachelor in de Interieurvormgeving

96



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.