Vraag 3 a.
steile helling
b.
vlakke helling
X dichter bij elkaar
verder van elkaar
dichter bij elkaar
X verder van elkaar
Vraag 4
Tussen de hoogtelijnen zit een verschil van 50 hoogtemeters.
Vraag 5 a. b.
X van links naar rechts Hoe stroomt de rivier? van rechts naar links Water stroomt naar beneden. Het water volgt van links naar rechts de hoogtelijnen 1.000, 950, 900 en 850 meter.
Vraag 6 a. b.
De berghut ligt tussen hoogtelijn 950 en 1.000, dus op ongeveer 975 meter hoogte. De brug ligt tussen hoogtelijn 900 m en 950 m. Iets dichter bij 900 m, dus de hoogte is ongeveer 915 m.
Vraag 7 a. b.
Bergtop C ligt het hoogst. De top ligt 6 hoogtelijnen verder dan 1.000 meter. Dat is 6 x 50 = 300 meter. De top ligt dus op een hoogte van iets meer dan 1.300 meter.
Vraag 8
Vraag 9 a. b.
Bergtop A is het laagst. De hoogte is 1.200 meter.
Vraag 10
Je passeert de hoogtelijnen van 1.000, 1.050, 1.100, 1.150, 1.200 en 1.250 meter.
13