De robotfabriek Het verhaal
r van een ben jij de directeu k oe kb er w it riek! d In rnieuwe robotfab te lin sp n Ee k. rie robotfab heb k. Hoeveel ruimte rie b fa e d je w Eerst bou ndige indeling? ha n ee is at W ? ig je nod n. Veel medewerkers aa Daarna neem je n. Wie uw fabriek werke jo in en ill w n n se men En welke cursusse ? et ni ie w en n er te neem je aa ewerkers nog bet ed m je om ig nd zijn ha maken? inkopen. ook grondstoffen je t oe m jk rli e uu Nat welk bedrag je d or vo en al ep b t at? En je moe . Hoe bepaal je d en op rk ve t aa g s t robot veilig zijn. En he n ie d en ov b t oe Je fabriek m ! wilt winst maken belangrijkste: je
Het avontuur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Taken 1. Bouw een robotfabriek. 2. Neem medewerkers aan. 3. Ontwerp robots, koop grondstoffen en bepaal je prijzen. 4. Zorg dat je fabriek goed en veilig werkt. 5. Maak winst! 55
De fabriek indelen Medewerkers aannemen Robots ontwerpen Grondstoffen inkopen Opslag Prijzen bepalen (1) Prijzen bepalen (2) De winkel Kapot Robottaal Ontsnapt! Naar school Veiligheid
7. Prijzen bePalen (2) 1
a Je weet nog niet genoeg om de prijzen van je robots te bepalen. Je hebt namelijk ook een dure fabriek gebouwd. Reken uit wat elk onderdeel van de fabriek heeft gekost. Schrijf op hoe je rekent.
De vloer en muren €18000,00 + €63000,00 = €.........................................
De verwarming en elektriciteit €6400,00 + €31700,00 = €..............................
c Drie andere strategieën bij optellen zie je hieronder. Welke heb jij gebruikt bij vraag 1a? Leg uit. Splitsen apart Tientallen en eenheden egen: vo en sam n optellen en da 46 + 53 = 40 + 50 + 6 + 3 = 90 + 9 = 99
Rijgen Eerst optellen tot het dichtsbijz ijnde ronde getal en dan verder te llen: 240 + 97 = 240 + 60 = 300 + 37 =33 7 (97 - 60 = 37)
De machines €9700,00 + €54000,00 = €..................................
b Bij optellen kun je de strategie ‘analogie’ gebruiken. Dat is het wegstrepen van nullen: 3000+12000 kun je uitrekenen als 3+12 en er dan weer drie nullen aan toevoegen. Heb jij deze strategie gebruikt bij vraag 1a? Leg uit. ................................................................................ ................................................................................ ................................................................................ d Vind jij splitsen, compenseren of rijgen handiger? En welke strategie kost meer tijd? ................................................................................ ................................................................................ ................................................................................
Compenseren Eerst mooie ronde getallen maken en daarna het verschil optellen of aftrekken. 27 + 50 = 30 + 50 - 3 = 80 - 3 = 77
................................................................................ ................................................................................ ................................................................................ 18
18
2
a Een fabriek bouwen is duur. Weet jij hoeveel nullen je schrijft bij een miljoen? En bij een miljard? Vul het maar in.
b Bekijk het schema goed. Zie je een patroon in de namen van de getallen? Leg uit. .................................................... .................................................... ....................................................
.............................
duizend
10.000
.......................................................
100.000
.......................................................
.............................
miljoen
10.000.000
.......................................................
.............................
honderd miljoen
1.000.000.000
.......................................................
..................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................... c Stel, je fabriek kost €8.000.000,00. Na 10 jaar wil je deze ‘gebouwkosten’ terugverdiend hebben. Per jaar bouw je 100.000 robots. Hoeveel geld moet je dan per robot rekenen? Vul het in op pagina 32.
3
a Je weet nu alle kosten van de robots. Reken het totaal uit op pagina 32.
1 jaar: 100.000 robots 10 jaar: ..................................
b Je wilt ook winst maken! Dat moet bij de prijs van de robots opgeteld worden. De winst zou de helft van de kosten kunnen zijn. Of een kwart van de kosten. Of een derde deel. Leg uit wat de ‘helft’, een ‘kwart’ en een ‘derde deel’ precies betekenen.
c Je kunt de termen van vraag 3b schrijven als breuken. Rechts zie je er een aantal. Leg uit wat het getal boven en onder het streepje betekent.
1 de helft of 2 een tweede
2 een heel of 2 twee tweede
1 een derde 3
2 twee derde 3
1 een kwart of 4 een vierde
2 de helft of 4 twee vierde 1 d Je wilt dat de winst 2 is van de kosten van elke robot. Vul dit in op pagina 32. Bereken de vraagprijs van elke robot.
19 19
10. Robottaal 1
a Jouw robots tellen niet met gewone cijfers. Bestudeer de getallen hieronder. Snap jij hoe het werkt? Leg uit. 1
0
1
0
= 10
0
0
0
1
=1
0
0
1
0
=2
0
1
0
1
=5
1
0
0
0
=8
0
0
1
1
=3
Robots tellen in binaire taal. Zal ik je leren hoe dat werkt?
b Getallen schrijven met een reeks eenen en nullen noemen we een binair talstelsel. Het woord ‘binair’ komt van het Latijnse woord ‘binarius’. Dat betekent: ‘twee bevattend’. Leg uit waarom dat logisch is.
2
Tip: in deze rij is er aa n de linkerkant een vijfde cijfer bijgekomen. We et jij hoeveel die 1 waard is?
a Vul de rijtjes aan. 0
1
1
0
1
1
1
1
0
1
1
1
= ..........
= 12
= ..........
=9
= ..........
= 14
b Nog een paar extra lastige! 1 0
0 1
1 1
0 0
1 1
0 1
1 0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
= ................ = ................ = 29
c Bekijk het rijtje. Denk verder. Zie jij een patroon? 1
1
=3
1
0
0
=4
1
1
1
=
1
0
0
0
=8
1
1
1
1
= 15
0
0
0
0
=
= ............... = ............... = 119 = 76
1
1
24
24
3
a Je kunt ook rekenen met binaire getallen. Dat gaat net zo als met gewone getallen. Reken eerst de sommen hieronder uit. Op dezelfde manier als het voorbeeld.
H
T
E
3
2
4
1
5
7
+
1
1
E
7
0
T
4
0
0
H
4
8
1
Som: 324 + 157 De eenheden staan in kolom A. De tientallen staan in kolom B en de honderdtallen in C. Tel de eenheden uit ko lom A op. Dat is 11. Ze t dat getal in rij A. Tel de tientallen (20 + 50) uit kolom B op en zet het antwoord in rij B. Doe hetzelfde met ko lom en rij C. Nu tel je de tientallen, eenheden en honderdtallen op en kri jg je het antwoord: 48 1.
H
T
E
H
T
E
H
T
E
5
2
9
7
6
3
2
9
8
1
8
9
+
3
4
9
1
7
1
1
8
E
E
E
T
T
T
H
H
H
b Doe nu hetzelfde met binaire getallen! Kijk goed naar het voorbeeld en het spiekbriefje.
Spiekbriefje 0+0=0 1+0=1 0+1=1 1+1=10
B
A
1
0
1
1
1
0
+
1
A
1
0
B C
0
0
0
1
0
1
1
In gewone getallen: I .................................................... II ................................................... III ..................................................
III I
II
C
B
A
1
1
1
0
1
0
+
1 0
1
0
+
In gewone getallen: 5 + 6 = 11 te zetten Antwoord 1011 checken door om 11! naar gewone getallen: klopt, ook
C
1
+
D
C
B
A
C
B
A
1
0
0
1
1
1
0
1
1
0
1
1
0
0
+
+
A
A
A
B
B
B
C
C
C
D
25 25