Bij de les - Oefenen met geld en geldzaken (groep 5-6) inkijkexemplaar

Page 1

groep

5/6 4

Bij de les

3/ leerjaar

oefenen met geld en geldzaken

Sluit

100% aan bij school

Dit werkboek is van:


Kerndoeltrainer Geld & Geldrekenen

Bij de les Oefenen met geld en geldzaken

Voor wie? Met dit oefenboek oefenen kinderen in groep 5 en 6 / leerjaar 3 en 4 rekenen met geld en geldzaken, zoals dat op school wordt geleerd. Dit boek is bedoeld voor kinderen die het fijn vinden of die het nodig hebben om op school of thuis extra te oefenen. De opdrachten in dit boek sluiten naadloos aan op wat kinderen op school leren. De oefenstof wordt per bladzijde en door het boekje heen opgebouwd: • Bovenaan staat steeds wat de bedoeling is, daaronder staan de opdrachten. • De bovenste opdrachten zijn makkelijker dan de opdrachten onderaan. • De eerste pagina’s zijn makkelijker dan de laatste pagina’s in het boek. Voor sommige kinderen is oefenen van de leerstof moeilijk. Zij kunnen in dit boek dan minder oefenstof maken. Ze kunnen bijvoorbeeld de onderste rijtjes doorstrepen. Zo oefenen zij toch de basisstof, zonder dat dit een te grote belasting is voor hun leerplezier. Wat? In dit boekje oefen je: • Rekenen met euro’s en eurocenten t/m 100 • Wisselen, gepast betalen en niet-gepast betalen • Schattend rekenen met hele euro’s en eurocenten • Geldrekenen met korting • Verhaaltjessommen met geld

Tips 1. Geld in je spaarpot Rekenen met geld in oefenboekjes lijkt soms een moeilijk kunstje. Ga eens aan de slag met speelgeld of met echt geld. Speel monopoly en koop huizen en vraag zakgeld in echte euro’s (niet op je bankrekening). Door iets te kopen met euromunten of -briefjes krijgt geld pas echt waarde! 2. Hoeveel kost een fiets? Niet alleen veel oefenen helpt je om een goede rekenaar te worden. Ook inzicht in de waarde van geld helpt je. Reken maar eens uit hoeveel

1

uur je moet werken om een pizza te kunnen bestellen. Bijvoorbeeld: Je verdient 7 euro per uur door folders rond te brengen. Een pizza kost 14 euro. Hoelang moet je werken om 1 pizza te kunnen kopen? En hoelang moet je werken om bijvoorbeeld een fiets te kunnen kopen? 3. Afwisselen Wissel inspanning en ontspanning af. Heb je een pagina gemaakt? Doe dan eens iets heel anders! Ga even lekker bewegen, dansen of zingen of lees een (strip)boek. Je kunt tenslotte niet alleen maar hard werken!


Bij de les Uitleg bij de opdrachten Rekenen met euro’s en eurocenten t/m 100 Er wordt geoefend met het herkennen van alle munten en biljetten en het rekenen hiermee. Ook wordt aandacht gegeven aan de waarde van producten: wat is duurder, wat is goedkoper? Wisselen, gepast betalen en niet-gepast betalen Met de munten en biljetten kun je alle denkbare bedragen betalen. Hoeveel geld krijg je terug als je niet gepast kunt betalen? Bijvoorbeeld: Ik koop een koek van 3 euro en een flesje water van 1 euro. Hoeveel krijg ik terug als ik met 10 euro betaal? Het wisselen van biljetten en munten met eenzelfde bedrag wordt geoefend: 10 euro = 5 + 5 euro, 20 euro = 2 x 10 euro = 4 x 5 euro = 20 x 1 euro. Schattend rekenen met hele euro’s en eurocenten t/m 100 Met welke biljetten kan ik het best betalen bij een bepaalde prijs? Bijvoorbeeld: Bij € 49,- betaal ik met een biljet van 50 euro. Maar welke biljetten geef ik als ik € 37,50 moet betalen? Ook sparen komt aan de orde: Ik krijg 5 euro zakgeld per week. Hoelang moet ik sparen voordat ik 25 euro heb? Geldrekenen met korting Als je met geld gaat rekenen, hoort daar ook het rekenen met procenten bij. Hoeveel korting in euro’s krijg ik als ik 10% korting krijg op 40 euro? En wat is het verschil tussen 50% korting, 2 halen 1 betalen en 2e halve prijs? Verhaaltjessommen met geld Je oefent het koppelen van sommen (bewerkingen) aan verhaaltjes: welke som hoort bij een verhaaltje? Dit oefenboek biedt de mogelijkheid om rekenen met geld extra te oefenen.

2


nten t/m 100 ce ro eu en ’s ro eu n va n tte lje bi & n Aflezen munte In Nederland betalen we, net als in de meeste landen in Europa, met euro’s. Je kent inmiddels de belangrijkste munten en biljetten in hele euro’s. Er zijn ook nog eurocenten. Deze worden gebruikt voor bedragen onder de 1 euro.

= 1 eurocent

= E 0,01

= 2 eurocent

= E 0,02

= 5 eurocent

= E 0,05

= 10 eurocent

= E 0,10

= 20 eurocent

= E 0,20

= 50 eurocent

= E 0,50

Bekijk eens dit prijskaartje:

4 beteke nt hier 4 eu ro. 90 betek en 90 eoroc t ent

E 4,9 0 In het bedrag staat een komma. Deze komma geeft het verschil aan tussen euro’s en eurocenten. De cijfers links van de komma zijn euro’s en de cijfers rechts van de komma zijn eurocenten. Je spreekt dit bedrag uit als ‘vier euro en negentig eurocent’. Of heel kort ‘vier negentig’. Als je minder dan een euro hoeft te betalen staat er op de plek van de euro’s een 0.

0 E 0,5 Bedragen waarbij je geen eurocenten hoeft te betalen kun je op drie verschillende manieren tegenkomen: E 50

E 50,00

Wij gebruiken in dit boek meestal E 50,-.

3

E 50,-


1. Welke horen bij elkaar? Maak vast.

Eenenzestig euro en zevenendertig eurocent

Vijfentachtig euro en zesendertig eurocent Negentien euro en zesennegentig eurocent Drieëntwintig euro en vier eurocent Achtenveertig euro en tweeëntwintig eurocent

2. Hoeveel geld hebben ze?

Meerdere antwoorden mogelijk.

Teken.

Ik heb E 34,75

20

Ik heb E 75,84

Ik heb E 31,69

Ik heb E 9,37

Ik heb E 54,38

50

10

2

2

20ct

50ct

20 5

2

20ct

10ct

5ct

5ct

50

2

50ct 10ct 2ct

20ct 2ct

1

20 10

50ct 5ct

2ct

5

10ct

2ct

2

2ct

1ct

20ct

2

10ct 5ct 2ct

4


Aflezen munten & biljetten van euro’s en eurocenten t/m 100 3. Welk bedrag staat hier? Vul in. Vierendertig euro en negenendertig eurocent Drieëndertig euro en achttien eurocent Vijfentachtig euro en vierenveertig eurocent Zesennegentig euro en tweeënzeventig eurocent Achtenvijftig euro en negenentwintig eurocent Vierenzestig euro en tweeëntwintig eurocent

€ € € € € €

34,39 33,18 85,44 96,72 58,29 64,22

4. Welke horen bij elkaar? Maak vast.

E 12,55

E 26,15 E 42,25

E 56,85

E 33,42

5


5. Welk geld is meer waard? Omcirkel.

6. Welk geld is minder waard? Omcirkel.

6


groep

• Rekenen met euro’s en eurocenten t/m 100 • Wisselen, gepast betalen en teruggeven • Schattend rekenen met hele euro’s en eurocenten • Geldrekenen met korting • Verhaaltjessommen met geld

leerjaar 3/4

5/6

8+

rekenen

Bij de les

→ geld en geldzaken

Oefenen met geld en geldzaken Extra oefenen met rekenen met geld? Dat kan met dit oefenboek! Rekenen met geld en geldzaken is een belangrijk onderdeel van rekenen. Daarom kun je het nu goed trainen met dit oefenboek. Je leert stap voor stap rekenen met geld. Je begint eenvoudig met het rekenen met hele euro’s en eurocenten. Je gaat gepast betalen en schattend rekenen. En dan wordt het steeds een stukje uitdagender: rekenen met teruggeven van geld, rekenen met korting en verhaaltjessommen met geld. Zo oefen je rekenen met geld en geldzaken, zodat je altijd overzicht hebt over jouw geldzaken.

4 3/4 5/6 Bij53les j dsB dB e i2le e i1l/j2edseBij3 Bij de s le 7 l1esdeBij Bi4 ljede s ledse il5jedse B 7/8 les e d j o e fe nr b e Bi5/6 groep

groep

groe

leerjaar

leerjaar

leerj aar

groep

groep 6

groep

p

groe

aar leerj

8

ep

gro

ja

6 ar

r lee

zwijsen.nl/bijdeles

leerjaar 3/4

p

gro

ep

leer

jaar

leerjaar

ar

leerja

eeknegnr iejnp e O e f e n Oefenen s n ne m t fe e Oe n ttogteuleddne rme n nmmdee eOne fne n e n d ebreuken w ee td l tt n np etmet beefgerniejme e ntr iek Os t u d e rterni edkmel e z egne l d z1a0k0e0n r k w oeozresnp e l l i n den g e met m Dit

Dit we

Dit w erkb

rkboe

Dit werkboe

k is van:

oek

k is va

n:

Dit

we rk

boe

is va

n:

we rk

k is

bo

ek

van

:

is v an

:

it

bij

Dit werkboek is van:

Dit werkboek is van: k

rkboe

Dit we

oek

Dit

kb wer

is van:

Sluit

Slui

Slu 100% t aanSluit Sluit 100% aan Slu aan 100% aanbij schoolbij sch aan 100% 100%it ool 100% ool bijl school bij sch schoo aa

bij sch n ool 10 Sluit

0

bij % aan scho ol

100Sluit bij % aa scho n ol 1 Slu 0 bij 0% it sch aa oo n l

n:

is va

9 789048 744749

Sluit

100% aan bij school

Op zwijsen.nl/leerspellen vind je nog meer leuke spellen!


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.