Tekst Paul Zaal, LaSalle Live Producers
IKC ‘De Oersprong’: twee jaar later In oktober 2016 werd IKC De Oersprong in Ulft van Stichting Essentius geopend. Dit IKC is de eerste school in Nederland waar een innovatieve vorm van aanbesteden met een 25-jarig contract voor exploitatie, energie en onderhoud tegen een vaste prijs wordt toegepast. Hoe zijn de ervaringen 2 jaar na ingebruikname?
W
e spraken met projectleider John Freriks vanuit Essentius, directeur Hans Epping en directeur Harry Vedder van M3V Advies. Hans: “De Oersprong staat voor verbondenheid met Ulft, voor kracht en sterkte. Dit is de start én de bron waaruit we ons ontwikkelen tot waardevolle mensen voor onze samenleving.” De Oersprong is een basisschool met vóór-, tussen- en naschoolse opvang. We wilden een energieneutraal en eenvoudig aanpasbaar gebouw realiseren dat minimaal 25 jaar binnen de Rijksvergoedingen exploiteerbaar is.” Onder leiding van M3V Advies werd een vernieuwend onderwijsconcept ontwikkeld. “Het IKC bevindt zich in een krimpregio en we weten dus niet precies hoe het leerlingaantal zich op langere termijn ontwikkelt,” stelt John, “daarom moet het gebouw geschikt zijn voor functieverandering en aanpasbaar in de omgeving zijn.” Harry vult aan: “Zo’n uitgangspunt daagt betrokkenen uit creatief te brainstormen binnen de beperkte mogelijkheden.” John hierover: “Dat kost vooraf
44
SCHOOLDOMEIN
mei 2018
tijd maar levert tijdwinst op in de realisatiefase.” Ook duurzaamheid is een belangrijk ontwerp uitgangspunt. En - niet in de laatste plaats - moet ‘het gebouw’ de onderwijsmethode volgen en niet andersom! TOTAL COST OF OWNERSHIP (TCO) “Hier hebben wij geadviseerd het ontwerp, de reali satie en het lange-termijn beheer integraal aan te pakken,” licht Harry Vedder toe, “flexibel en duurzaam bouwen met een horizon van 25 jaar staat in onderwijsland nog in de kinderschoenen. Gebruikelijk is dat alle opeenvolgende fases een hoog detailniveau hebben en ‘in beton gegoten zijn’. Dat wilden we juist voorkomen.” Traditionele bouwprocessen zijn star en weinig toekomstgericht. En niet ‘waarde’ maar ‘prijs’ vormt de belangrijkste drijfveer. Doelstelling hier was om de verantwoordelijkheid voor het functionele eindresultaat bij de bouwer neer te leggen en risico’s uit te sluiten: “We streven naar maximale waarde binnen een vast