UGENT
Zo fris als een konijn op de plein Spreekwoorden en gezegdes vormen het zout van onze taal. Sinds mensenheugenis kruiden ze onze teksten, gesprekken en speeches. Sommige zijn ware pareltjes van spitsvondigheid. Maar wanneer en hoe kwamen ze eigenlijk tot stand? door Dieter Bauwens Eerst even de basics recapituleren: hoe zat dat ook alweer met die spreekwoorden, gezegdes, zegswijzen en uitdrukkingen?
Wat is de wat? Ten eerste spreekwoorden: kenmerkend voor een spreekwoord is de onveranderlijkheid van de formulering en de woordkeuze. Een spreekwoord heeft altijd de vorm van een mededelingszin met de eventuele persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid, bijvoorbeeld: ‘Na regen komt zonneschijn’ of ‘Oost west, thuis best’. Een gezegde is dan weer een vaste verbinding van woorden met een figuurlijke betekenis. Een gezegde bevat geen werkwoord en vormt op zichzelf dus nooit een zin. Voorbeelden van gezegdes: ‘Met hart en ziel’ of ‘Als twee druppels water’. Zegswijzen vormen een derde groep. Zegswijzen verschillen van gezegdes doordat ze wel een zin kunnen vormen. Anders dan bij spreekwoorden kunnen bij zegswijzen het onderwerp en de werkwoordtijd aangepast worden. Enkele voorbeelden van zegswijzen: ‘De kat uit de boom kijken’ en ‘De aap komt uit de mouw’. Uitdrukkingen zijn (en we citeren even Van Dale) ‘vaste, idiomatische verbindingen van woorden, met een figuurlijke of metonymische betekenis’. In de praktijk wordt ‘uitdrukking’ als een soort overkoepelend begrip gebruikt voor alle vaste verbindingen met een figuurlijke betekenis.
Nu komt de aap uit de mouw! Zo moeilijk is dat nu ook weer niet, waar? Laat ons nu antwoorden op je innerlijke Sylvia Muyshondt (oekomtdateigenlijk?) en
10
Schamper 522
nagaan waar enkele van die uitdrukkingen vandaan komen. Hieronder volgt een volstrekt arbitraire selectie. Het in Keulen horen donderen. Je stond er misschien nooit eerder bij stil, maar waarom wil deze zegswijze dat de weergoden precies Keulen teisteren, en niet pakweg Berlijn, Parijs of Amsterdam? De oorspronkelijke betekenis is ‘geheel onverschillig blijven bij iets wat je ziet of hoort’. Sinds de middeleeuwen wordt Keulen of Rome gebruikt voor een stad die ver weg ligt. Hoor je het daar donderen, dan hoef je geen schrik te hebben en laat het je dus koud. Of zo dachten onze zestiendeeeuwse voorvaderen toch. Een andere verklaring, die vandaag gebruikelijker is, is dat iemand erg verbaasd is dat hij het gedonder op zo’n afstand kan horen. Nu komt de aap uit de mouw, gebruiken we als het ineens duidelijk wordt hoe iets zit, of als eindelijk iemands ware bedoeling of karakter blijkt. Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale gaat deze zegswijze letterlijk terug op een aap die in een mouw zat. Sommige (straat)artiesten verstopten vroeger namelijk een aap in hun mouw die op een bepaald moment onverwachts tevoorschijn moest komen. De uitdrukking ‘de aap in de mouw hebben/houden’ blijkt ook te bestaan. Magda Devos, professor emeritus taalkunde aan de UGent, vermoedt dat die aap oorspronkelijk een spaarpot was in de vorm van een aap. “Daarop is ons spaarvarken blijkbaar een variant. Iemand die de aap in de mouw houdt, houdt zijn geld verborgen. Komt die aap uit de mouw, dan kan iedereen zien dat de persoon in kwestie minder onvermogend is dan hij wellicht oorspronkelijk voorwendde. Bij verdere verfiguurlijking ontstaat de betekenis: ‘de ware toedracht achterhouden, verzwijgen’, respectievelijk ‘met de ware toedracht voor de dag komen’.”
We blijven even bij Cheetah want ook de volgende uitdrukking gaat over primaten. In de aap gelogeerd zijn betekent ‘in een vervelende positie beland zijn’. Of zoals de gemiddelde Gentse student zou zeggen: zwaar bescheten of gejost zijn. De uitdrukking zou van het voormalige Amsterdamse café ‘In ’t Aepjen’ stammen. De herbergier aldaar hield apen die ongedierte aantrokken. Rond de gouden (zeventiende) eeuw werden in dat café veel mensen geronseld om bij de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, aan de slag te gaan. De ronselaars gaven rondje na rondje om er zo voor te zorgen dat hun slachtoffers hun handtekening zetten onder een contract. De volgende morgen was het dan een ontnuchtering om te zien waaronder ze precies hun krabbel gezet hadden en was er geen weg terug. We blijven in Indonesië met de volgende uitdrukking. Oost-Indisch doof blijven wil zeggen dat iemand die, als hij geroepen wordt of verzocht wordt iets te doen, doet of hij niets hoort. Over de herkomst van deze uitdrukking zijn de meningen verdeeld. De leukste en meest aannemelijke verklaring verwijst naar een eigenaardige gewoonte van Indische vorsten. Als die vertegenwoordigers van westerse regeringen op bezoek kregen, deden ze wel eens of ze de betogen niet begrepen of verstonden. Ze hoorden dus wel, maar luisterden niet, “daar hun, door de hete luchtsgesteldheid, eene natuurlijke traagheid eigen is”.
Vandaag is blauw... Iets blauw blauw laten betekent dat je ergens verder geen belang aan hecht, dat je een zaak laat rusten. Daarmee vertellen we je vast niets nieuws, maar waarom werd van het hele kleurenpalet precies voor blauw gekozen?
www.schamper.ugent.be