
10 minute read
FOKKERIJ Het werk aan de longe (II
Het werk aan de longe (II)
Technisch aspect
Advertisement
In het vorig nummer van deze krant beschreven we de ‘weldaden’ van het werk aan de longe. We pakken ditmaal het technisch aspect aan: het materiaal, het werkterrein, de ideale cirkel, de perfecte cirkel …


Het materiaal

De longe : tijdens het overgrote deel van mijn carrière, longeerde ik altijd met een platte longe. Tot op de dag dat ik een ronde longe (koord) ging gebruiken. Meteen een blijver wat mij betreft. Men kan uitstekende exemplaren ervan op de kop tikken onder de benaming ‘ethologische longe’. Beter is een exemplaar op maat te bestellen, gezien de ideale lengte 6m is en de zadelmakerijen ze niet altijd op voorraad hebben. Deze ronde longe ligt beter in de hand dan de platte longe en haar groter gewicht werkt een betere connectie in de hand. Het ethologisch halster heeft voordelen indien de koorden waaruit het is opgebouwd fijn zijn en aldus meer druk uitoefenen op het hoofd van het paard. Hier geldt het principe dat de uitgeoefende druk omgekeerd evenredig is met de oppervlakte waarop hij wordt uitgeoefend. Met een niet al te sterk paard, kan een gewoon halster de klus klaren, zo niet gebruikt men beter een kaptoom. Het hoofdstel: men kiest voor een eenvoudig bit met vrij grote ringen. Het hoofdstel moet goed aansluiten op het hoofd van het paard. Het bit mag geen plooi veroorzaken in de hoeken van de lippen en mag zeker niet te laag hangen, zodat het jonge paard zijn tong niet over het bit kan gooien. De aanpassing van de neusriem is al even belangrijk: de Franse neusriem moet zich juist onder het jukbeen van het paard bevinden en nooit te veel aangespannen worden. Het gaat hem niet om aanspannen, wel om contact. Als de neusriem te laag aangebracht is wordt de bovenlip geklemd bij de werking van het bit. Dit is zeer pijnlijk voor het paard. Wanneer men een jong paard voor het eerst met het opzetten van een hoofdstel confronteert, moet men de linkerkant van het hoofdstel langer maken om het makkelijker over de oren te kunnen aanbrengen. Daarna past men het aan zoals nodig. Men doet dit snel, want veel paarden zijn gevoelig aan de oren bij het begin van hun africhting. Zeer belangrijk: men haakt de longe niet aan het hoofdstel zolang het paard niet perfect rondjes loopt aan het ethologisch halster (5 tot 6 sessies). Dit is een algemene regel waar niet mag worden op ingeboet. Het hoofdstel mag vanaf de 2e of de 3e longeersessie, maar het ethologische hoofdstel wordt erbovenop geplaatst. De longe mag alleen inwerken op het halster. Het is slechts als het paard perfect rondloopt met de longe bevestigd aan het hoofdstel en dit op beide handen, dat men in alle rust de longe aan het hoofdstel haakt volgens het systeem Colbert. Met andere woorden als men werkt op de linkerhand, laat men de longe via de linkse bitring over de bovenhals glijden en zet men de longe vast aan de rechtse bitring. Omgekeerd voor het longeren op de rechterhand. Elke andere manier om de longe vast te zetten kan schadelijk zijn. De longe vastzetten aan de bitring aan uw zijde (dus de bitring waar u naar kijkt bij het longeren , pb) kneust de lip aan de andere zijde van het hoofd. De longe onder de kin aanbrengen via de binnenste en de buitenste bitringen zorgt voor spanning op de onderkaak. Dit is zeer pijnlijk, te meer dat een paard met pijn niet onderhevig is aan het aanleren van nieuwe impulsen! We hebben het dan nog niet over het feit dat het paard u al snel als zijn vijand zal gaan beschouwen, terwijl het juist de bedoeling is dat paard en mens elkaar gaan respecteren. De eerste maal dat men de longe aanbrengt op het mondstuk (volgens methode Colbert), kiest men voor het einde van een sessie. Meer bepaald als het paard ontspannen is. Tevreden zijn met weinig is hier de boodschap en zacht zijn in de omgang een gulden regel. Als uw leerling nog maar enkele rondes correct loopt op elke hand, dan mag u zich de winnaar noemen en heeft uw paard zijn terugkeer naar de stal dik verdiend … De longeerzweep: die moet lang, soepel en in perfecte staat zijn. De longeerzweep dicteert het impuls en vervangt het been van de ruiter. Geen twee paarden op de wereld reageren op dezelfde manier op de longeerzweep. Sommigen reageren er niet op en men moet de achterhand aantikken om hen duidelijk te maken dat ze vooruit moeten gaan. Anderen zijn geterroriseerd door de zweep en gaan zweven bij de minste beweging ervan. Met dit laatste type paarden, gaat u best zeer progressief te werk met DESENSIBILISERINGSOEFENINGEN, die perfect beheerst worden door onze vrienden die het ‘natuurlijk of ethologisch paardrijden’ onder de knie hebben. Na een week zou het moeten lukken om met het soepele deel van de longeerzweep over het paardenlichaam te strijken zonder dat het paard nerveus wordt. Gezien we hier uitgaan van een zeer gevoelig paard … hou er rekening mee dat dit type paard drie maal meer werk vereist dan een ander paard. Maar …. dat u aan het einde van het traject, kan rekenen op een paard dat u tien maal meer voldoening zal schenken. Dit is de gelegenheid bij uitstek om uw intelligentie, uw geduld en uw tact op de proef te stellen. Met de huidige evolutie in de paardensport en de selectie van steeds prestatiegerichtere paarden, zit deze categorie paarden in de lift. Als ze in de verkeerde handen vallen, gaat alles verloren op korte tijd en vernietigt men veelbelovend talent. De rol van de longeerzweep is dus om het impuls gaande te houden en de voortstuwende beweging te onderhouden. Ze speelt in feite dezelfde rol als het been van de ruiter en regelt de buiging van het paardenlichaam. Een goede longeerder moet in staat zijn om op elk ogenblik precies en verfijnd het paardenlichaam aan te raken. Om de houding of beweging te verbeteren bijvoorbeeld. Even de schouder aanraken is dikwijls nuttig om de buiging te bevorderen of het paard weer op de cirkel te zetten.

Het werkterrein
Men kan er natuurlijk van uitgaan dat een paard op eender welke plek gewerkt kan worden aan de longe. Men moet er zich hoe dan ook van bewust zijn, dat het terrein zeer belangrijk is. Een kwalitatieve zandbodem is ideaal. Goed gedraineerd ook, niet te diep en degelijk onderhouden, t.t.z. dikwijls gesleept. De kwaliteit van de bodem zal ertoe bijdragen dat het paard beter beweegt en zelfs geholpen wordt daartoe zonder belemmerd te worden. Elke fokker dient over een goede paddock te beschikken met een gedraineerde bodem en omheind met een houten afsluiting. De ideale afmetingen zijn 15m x 30m, met afgeronde hoeken. Een paddock dient meer dan een doel: longeren in elk seizoen, de drie gangen werken in vrijheid, het vrij springen oefenen en aanleren, voor ontspanning zorgen in elk seizoen, een kwieke merrie naar buiten laten met haar jong veulen …. Al deze dagdagelijkse dingen worden alleen maar moeilijker in een grote weide. Dit gezegd zijnde, eens het paard de basisoefeningen onder de knie heeft aan de longe in de paddock (na 4 tot 6 weken), kan hij gelongeerd worden in een grote piste, met het oog op de oefeningen die we later bespreken. Eens hij verbinding heeft met u, zelfs in het midden van een veld van 100 hectare kan u zonder problemen met hem werken aan de longe.
De ideale cirkel
Een paard dat perfect loopt aan de longe vormt een perfecte cirkel en zijn lichaam buigt zich perfect op de boog van deze cirkel. Driemaal perfect dus! Dit vanaf het topje van zijn neus tot het uiterste puntje van zijn staart.
De longeerder staat nooit statisch in het midden van de cirkel maar stapt altijd richting zwaartepunt van het paard (dit bevindt zich op het niveau van de singel), en verplaatst zich aldus op een vrij kleine geconcentreerde cirkel. Alleen een zeer goede longeerder in goede verbinding met zijn paard zorgt voor perfecte cirkels: De meest gemaakte fouten zijn: - De cirkel is helemaal niet rond, maar heeft eerder een ellipsvorm - De longe gaat hangen - Het paard wijzigt zijn ritme - Het paard leunt naar binnen - Het paard met schouders en/of heupen die niet sporen op de cirkel - Het paard trekt overdreven naar de buitenzijde. Een ongeletterd paard, of een paard dat geen connectie heeft met de longeerder trekt naar de uitgang en probeert aldus aan de cirkel te ontkomen of valt naar binnen zodat de druk op de longe vermindert. De aandacht van het paard is dus niet bij zijn longeerder, maar bij de ontsnapping. Dus is er geen verbinding tussen beiden.
De ideale cirkel
Gebied waar het paard te veel spanning zet
Gebied waar het paard niet genoeg spanning zet
De verbinding
Een paard is verbonden als hij alleen maar aandacht heeft met wat u van hem wenst te zien. En als alleen u en het contact gevormd door de longe zijn volle aandacht geniet. Een goede verbinding met het paard wordt gekenmerkt door een gelijkvormige druk op de longe over de hele lengte van de cirkel. Indien deze druk onderhevig is aan een wijziging bent u niet in verbinding met het paard. Hoeveel tijd is nodig om verbinding met het paard te bekomen? Indien u een ervaren longeerder bent, is die connectie er reeds bij de eerste sessie met een groen paard. Na drie sessies kan men dan spreken een vrij goede verbinding. Heeft u geen enkele ervaring, dan gaat het paard u aan het werk zetten! Helemaal niet erg, vlieg erin zonder schroom en laat uw intelligentie voor de juiste aanpak zorgen. U zal snel in de gaten hebben dat het paard tegenwerkt, dat hij teveel trekt of niet genoeg stuwing heeft. Dit is het paard dat zijn binnenste spronggewricht binnen de cirkel plaatst en het principe toepast van de ‘ijzeren arm’. We bekijken later hoe we dit kunnen aanpakken. Nog een opmerking: een goed verbonden paard neemt de tijd om zijn voeten te plaatsen. Als hij de beweging van de benen overhaast, is hij niet verbonden.
De meest voorkomende slechte houding
buitenste schouder buiten van de cirkel
Binnenzijde achterhand
Te veel buiging in de halslijn
Nog een slechte houding van het paard op de cirkel
Het paard buigt weg van de cirkel
Tussentijdse doelstelling
Eens u erin slaagt perfecte cirkels te bekomen op beide handen, ritmisch en met een perfect ontspannen paard, mag u tevreden zijn want u leverde mooi werk. Toch zijn daarmee uw doelstellingen aan de longe niet bereikt. U legde de basis en het echte werk gaat van start met de oefeningen die we zullen bestuderen in het volgend nummer van dit blad.
Daniel Boudrenghien
Nieuwsbrief uitgegeven door de Koninklijke Vereniging «Het belgisch sportpaard»
Avenue Prince de Liège 103 bte 4 5100 NAMUR (Jambes) - België Tel. : +32 81 330 660 (9 à 12 h bij voorkeur) Fax : +32 81 330 666 BTW : BE 0408 630 613 Website : www.sbsnet.be e-mail : sbs@sbsnet.be Verantwoordelijke uitgever M. Marcel POULAIN Rue des En Hauts, 43 à 7070 Le Roeulx Voorzitter : M. Marcel POULAIN Vice-Voorzitter : M. Jacques FRASELLE Algemeen Secretaris : Dr Marc PIERSON Penningmeester : Dr Jan STERKX Leden : M. Daniel BOUDRENGHIEN M. Francis CARLENS Dr Benoît DEVILLERS M. Ludovic HAMMER Mevr. Annick LANGENSCHEID Dr Patrick MAHIEU M. Christophe MAYERUS Mevr. Laurence MEUNIER Administratief manager : Mevr. Anne-Françoise FABRY Secretariaat : Mevr. Nyssia RENS Verantwoordelijk voor de internationale relaties : Mevr. Morgane LIBOTTE Verantwoordelijk voor de communicatie : Mevr. Christine RASIR Webmaster : Mevr. Christel AGRAMME Grafische vormgeving: Créastyl Concept srl • www.creastyl.be Vertaling : Mevr. Patricia BORGENON Financiële rekening : 250-0090000-69 IBAN BE71 2500 0900 0069 BIC GEBABEBB Jaarlijks lidgeld (zonder BTW 6%) : 75 € (België) • 90 € (Europa) 145 US $ (rest van de wereld) De publiciteit valt onder de verantwoordelijkheid van de adverteerders en houdt geen enkele verbintenis in voor het Studbook SBS, in het bijzonder aangaande de goedkeuring van de voorgestelde hengsten.